verlaten. "Reeds voor eenige dagen werd ous verzekerd, dat zij in vrouwenkleederen zouden zijn weggegaan; wij hebben daarvan echter niet terstond melding willen maken, omdat wij eerst nadere informatiën wilden inwinnen, doch thans wordt ons hetzelfde van zoo geachte zijde medegedeeld, dat wij niet langer aan de waarheid twijfelen. Het pak met de vrouwenkleederen inoet later aau de familie zijn teruggezonden. De ontruimde woning, die aan mevr. Yan der Kouwen heeft toebehoord en eerstdaags in het openbaar zal worden verkocht, was Woensdag en Donderdag jl. ter bezichtiging opengesteld. Dat er zeer velen van die gelegenheid gebruik maakten om de plek, waaraan zooveel treurige herinneriugeu verbonden zijn, van nabij te bezien, zal wel geen verwonde ring baren. Voor hen, die daartoe niet in de gelegenheid waren, zal de onderstaande korte beschrijving niet onaange naam zijn. Het huis heeft een vriendelijk aanzien beneden, rechts van den gang zijn er twee kamers en suite, waarvan een op de Bocht van Guinea, de andere met een waranda op den vrij uitgestrekten en met boomen beplanten tuin uit ziet. De trap, eveneens rechts in den gang, leidt boven naar de voor- en achterkamers, die eveneens op de straat en den tuin uitzien. Het zijn ruime vertrekken, allen met een licht behangsel bekleed en geplafoneerd. In den rechterhoek van voornoemde beneden achterkamer waren op den grond nog sporen van bloed zichtbaarbet was de plek, waar de lijken waren ge schouwd. Schuins tegenover den trap bevindt zich (en dat gedeelte van de woning trekt de meeste aandacht) het keukentje. De muren zijn geel geverwd; de vloer, eenigszins hellend, be aat uit tegels, waarop thans zand gestrooid is, ten einde i n onuitwischbareu bloedplas aan het oog der bezoekers te onttrekken. Rechts is de rechtbank geplaatst, aan welks deuren teekenen van bloed van de verslagen mevrouw, die met het hoofd daartegen leunende was gevonden, kleven, die duidelijk zichtbaar zijn, terwijl een klein keukenraampje, van huiten getralied, uitzicht op het kleine plaatsje geeft, waar eenige houten bergplaatsen zijn aangebracht. Of nu de moordenaars zich daarin verborgen hebben, om zoodoende door de tuindeur, op korten afstand daarvan, den gang en daarna de keuken binnen te komen, dan wel of zij zich in het in den muur gemetselde gangkamertje, bij het binnenkomen der woning links hebben weten schuil te houden, is en blijft vooralsnog een raadsel. Doch ook dit voor de beoordeeling van de feiten zeer belangrijk punt, zal weldra, naar men hopen mag, worden opgehelderd, wan neer Behagel en Verlind zullen zijn ondervraagd. De kolonel Schmidt, plaatselijk kommandant te Utrecht, heeft aangevraagd op non-activiteit gesteld te worden. Men schrijft uit Rotterdam, 22 Januari Yolgens bericht van kapt. Hoogerwerff, voerende het schip Cornelia, dato 6 Januari, was hij na eene reis van 70 dagen van Montevideo te New-York aangekomen hij had op de reis veel slecht en koud weer gehad, zoodat vau een gedeelte der équipage de voeten bevroren en de handen opgezwollen W3ren en hij door het vele ijs op de Hudson genoodzaakt was geweest eene sleepboot aan te nemen. Men meldt uit Cuxhaven, 22 Jan. Het stoomschip Magnetvan Geestemünde naar Queenstown, is op de hoogte van Schiermonnikoog gezonken de kapitein en 2 man zijn door het schip Twee Gebroederskapt. de Jong, gered en alhier aangebracht; 5 man zijn verdronken. Men schrijft uit Brielle aan den Standaard Met zekerheid kan ik u mededeeleti, dat de onthulling van het hier ter stede op te richten monument, de Nymf, eerst in de maand Augustus van dit jaar zal kunnen plaats hebben, daar het beeld niet voor Juli gereed zal ziju. Uit Ridderkerk meldt men, dd. 23 Januari, aan het VaderlandHeden werd alhier aangehouden en door de politie iu verzekerde bewaring gesteld, zekere Hendrik Dij- nema, uit Leeuwarden, die zegt schuldig te zijn aan den moord te -s Gravenhage. Hij schijnt een landlooper te wezen en reist met een pas, die niet met zijn naam overeenkomt. Men is niet vreemd aan het gevoelen, dat hij aan verstands verbijstering lijdt. Hij is naar Dordrecht getransporteerd een nader onderzoek zal wel spoedig doen blijken wat hiervan is. De lijkschouwing van een militien uit Maastricht, die op weg naar Meerssen door 6 mannen zou zijn aangerand en zoozeer mishandeld, dat hij aan de gevolgen was over leden, heeft bewezen, dat hij aan eene inwendige ziekte is overleden. M<jn meldt uit Londen, 23 Jan. Het schip Nort/i- jieetmet landverhuizers aan boord en naar Australië be stemd, had in den afgeloopen nacht het anker uitgeworpen in het Kanaal toen het door een vreemd stoomschip werd aangevaren en in den grond geboord. Van de 412 passagiers en equipage zijn slechts 85 per sonen gered. De naam van het stoomschip is onbekend, daar het zijn reis onverwijld heeft voortgezet. Te Berlijn heeft men den 15n dezer weer een groote razzia gehouden. Daarbij werden 23 personen in hechtenis genomen, allen oude, lang gezochte bekenden der politie19 mannen en 1 vrouw werden in den zoogenaamden "Ver- brecherkelle", de drie overige »ridder3 der nacht" in de "Deutsche Verkehr" gevat. Bij het binnendringen in laatst gemeld toevluchtsoord van boeven, ontstelden in den dienst vergrijsde politiebeambten bij het tooneel, dat zij zagen. In den kelder, door 't vuil verpest, lagen 150 menschen deels op tafels, deels op banken, deels op den grond. Op de eerste en tweede verdieping vond men 60 k 70 personen te bed liggen, en op den zolder, waar men letterlijk door den drek waadde, lagen 80 a 100 man naast en op elkaar. De kastelein van dat keurig hotel rekent voor logiesin den kelder 2, op de eerste verdieping 7op de tweede 5 en op den zolder I grosschen per nacht. In een Oostenrijksch blad wordt het volgende medege deeld Eene welgestelde weduwe ten platten lande kreeg van een goeden bekende den raad, al haar vast goed te verkoopen, in de stad te gaan wonen en daar het leven te genieten. De vrouw gaf hieraan gehoor en verkocht hare goederen. Toen de raadgever wist dat de weduwe de koop penningen had ontvangen, kwam hij 's avonds laat aan haar deur kloppen en verzocht haar, spoedig open te maken, daar een groot ongeluk gebeurd was. De vrouw, hoewel niet vrij van achterdocht, opende de deur; zoodra de man binnen was, sloot hij de deur achter zich en stak den sleutel in zijn zak. Daarop wierp hij een bijl, een pistool en een strop op de tafel en vroeg aan de weduwe op welke wijze zij wilde sterven. Zij viel voor hem op de knieën en smeekte hem haar het leven te latenzij wilde hem al haar geld geven en niemand een woord van zijne handelwijze zeggen. Doch de wreedaard had geen medelijden en drong er op aan, dat zij zou kiezen tusschen de verschrikkelijke moordtuigen. Ten slotte koos de verschrikte vrouw den strop. Nu bond de man haar de handen te zamen, klom op de tafel en trachtte met zijn bijl een opening te maken tusschen de balken van de zoldering, ten einde den strop om een balk te kunnen slaan. Met veel moeite gelukte het hem eene opening te maken; hij stak er zijn arm in, doch kon dien niet weder er uitkrijgen. Nu werden de rollen verwisseld de boosdoener smeekte de vrouw, hem te bevrijden. Doch deze liep naar het venster, stiet, daar haar handen gebonden waren, met het hoofd een glasruit in en riep om hulp. Dit geschreeuw werd gehoord, en spoedig was een hoop volk voor het huÏ3 bijeen de deur werd opengebroken, de roover uit zijn benauwde po sitie op onzachte wijze bevrijd en aan het gerecht overgeleverd, Een geheimzinnige moord heeft weer in Loüden plaats gehad. Zekere politiedienaar Pearce werd 5 dezer 's avonds in zijn huis dood gevonden. Zijn vrouw was naar de kerk geweest, en toen zy t' huis kwam, vond zij haar man 't onderst boven in de privaat staan, met het hoofd in een emmer water. Men vermoedde eerst zelfmoord. Nader onderzoek echter weersprak dat vermoeden en toonde aan dat hier aan moord moest gedacht worden, daar het hoofd erg gekneusd was en ook uiterlijke wonden droeg. Men vermoedt dat de oorzaak van den dood een hevige slag was op de hersens. Door een val kon het niet geschied zijn, daar het slachtoffer daardoor terstond bewusteloos zou zijn geweest en dus niet meer in den emmer had kunnen komen. Ook door verdrinking had de dood niet plaats gehad, en de bekomen wonden waren van dien aard, dat bet onmogelijk was, dat de vermoorde na het ontvangen daarvan zich in den toestand had geplaatst waarin men hem vond. Men meent dus dat men hem daar dood heeft neergezet. Het onderzoek wordt voortgezet, doch tot heden is de dader nog niet gevonden. Men schrijft uit Deal, 19 Januari: Het heeft in den afgeloopen nacht zwaar gestormd, waar door vele ongelukken hebben plaats gevonden onder Duins liggen tusschen de 400 en 500 schepen, waarvan er verschei dene van hunne ankers zijn geslagen en schade hebben be komen. De Russische "Invalide" deelt omtrent de strijdmacht van den Czaar eenige bijzonderheden mede, aan welke de mogelijkheid die zeker nog verre verwijderd is van een conflikt met Groot Brittaoië een zekere actualiteit schenkt. Op dit oogenblik telt het Russische leger op voet van vrede 739,000 man, met een contingent van 621,000 man, die met verlof zijn, achter zich. Die soldaten, verzekert het blad, zijn allen uitmuntend ge oefend. De uitrusting en voorraad zijn compleet. De artil lerie is talrijk en uitmuntend. Het aantal achterlaadgeweren bedraagt 420,000 stuks; men heefter dus genoeg om het ge- heele leger daarvan te voorzien. Men bericht uit Ismailia dat 't Sueskanaal in den laat- sten tijd veel gebruikt wordt, hoewel nog niet zooveel als men wel wenscht. Engeland maakt van dien waterweg 't meest gebruik; van de 80 schepen die in October doorvoeren, waren 60 Engelsche. De gemiddelde meting dier schepen was 1732 ton. 't Grootste schip was de Engelsche transportstoomer "Euphrates" met een diepgang van 7 meter't passeerde zonder aan den grond teraken. Na Engeland komt Holland, waartoe de stoomvaart op Java veel bijdraagt. Zoodra t zoetwaterkanaal tusschen Ismailia en Zagazig en Kaïro geheel gereed is, zal ook 't verkeer met die steden veel drukker ,en voor den handel gemakkelijker worden. Een correspondentie, uit Marocco aan de Alliance Isra- élite medegedeeld, bevat afschuwelijke bijzonderheden omtrent

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 2