HELDERSGHE COURANT. ■lïipuiusv en Woensdag <flöoerfetilte--lifeö. 29 Januari. Dertiende Jaargang. Een militair praatje. N 1 E UW S T IJ D ENG E N. Jo. 1220. 1875. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advertentibn van 1 -4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Adverteutiën hitezciiden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. Uitgever S. G I L T J E S. Wij hebben achting voor een goed militair. Het komt er niet op aan, of hij een hoofd- of minder officier, een onder officier, korporaal of soldaat is de een zoowel als de ander kan bewijzen, dat hij onze achting verdient, door zijn levens gedrag en zijne plichtsbetrachting. Uil dit oogpunt beschouwd, staat nog maar al te vaak menig officier, in weerwil van zijn rang, verre beneden een degelijk onderofficier. Het uiterlijk is volstrekt niet altijd het zichtbaar bewijs der innerlijke ge halte. Die gehalte laat dikwijls nog zeer veel te wenschen over. Dat moest anders zijn, en wij schromen niet als onze over tuiging uit te spreken het konde anders ziju, indien men de rechte middelen verkoos aan te wenden. Het zou ons moeie- lijk vallen, alle gebreken op te sommen, en het zou wellicht ook weinig baten. Toch kan het nuttig zijn, op het een of ander misbruik te wijzen, dat zich aan ons oog voordoet, en dan valt onze aandacht vooral op de opleiding der jonge mi- litairen. Is deze niet goed, de vruchten zullen evenzeer ach terblijven, en wij houden ons verzekerd, dat dit in ons va derland het geval is. Te Kampen, en ook te Schoonhoven, kunnen jongelieden, naar wij meenen van 16 tot 18 jaren, worden opgeleid tot korporaals bij de infanterie en de artillerie. Wij willen die 'i opleiding niet beoordeeleD zij heeft hare voorstanders en be strijders. Doch gesteld, dat zij aan het doel beantwoordt, dat is korporaals vormtdan ontstaat de vraag wat wordt er verder van die korporaals Behalve eenige weinigen, die door hunne bekwaamheden bijzonder uitmunten, of wellicht wat gelukkiger zyn dan hunne kameraden, worden zij naar de regimenten gezonden doch juist wat hun daar te wachten staat is het, wat ons de aan merking ontlokt, dat aan de opleiding van jeugdige militairen veel, zeer veel ontbreekt. Brengen wij ons hunne positie even voor den geest. In Kampen genoten zij luttel vrijheid. Wij willen niet zeggen, dat deze al te zeer beperkt werd maar toch is het niet tegen te spreken, dat de overgang een verandering in dien toestand breDgt, die voor jonge lieden van 17 jaren on eindig groot is, en een aantal gevaren onvermijdelijk met zich voert, waarvoor wellicht menig jongelii g bezwijkt. Ware het nu onmogelijk, die voor te komen, of althans aanzienlijk te verminderen, wij zouden moeten zwijgen maar dat kunüen wij niet gelooven. Welke gelegenheid toch heeft de korporaal, die van Kam pen naar het een of ander garnizoen wordt gezonden, om zijne studie en opleiding geregeld voort te zetten Tijd heeft hij voorzeker genoeg, maar wij gelooven, dat het getal klein zal zijn van hen, die alleen door eigen ambitie, te midden huoner woelige, meest onverschillige makkers, zich aan een geregelde studie zullen wijden. Bovendien zullen de meesten nauwelijks weten, waarmede te beginnen. Gedurende hun verblijf te Kampen zal hunne kennis van wetenschappen en talen, indien zij die te voren hebben kunnen opdoen, veel verminderd zijn, door de verplichte beoefening van hetgeen zij behoefden, om korporaal te worden. Nu zij het zijnis er niets, dat hen animeert om het verlorene te herwinnen, niets, dat hen in de gelegenheid stelt doelmatig op de gelegde gronden voort te bouwen. Het gevolg is dan ook, dat de meeste korporaals een buitengewoon langen tijd behoeven, om onderofficier te worden, en dat de meesten het nimmer tot officier kunnen brengen. Dat op die wijze menig jongeling, die met een gepaste leiding een verdienstelijk militair had kunnen worden, thans voor dien stand als het ware verloren gaat, is zeer te betreuren. Toch gelooven wij, dat vooral tegen deze kwaal zeer ge makkelijk een geneesmiddel zoute vinden zijn. De taak, die de officieren te vervullen hebben, 13 zóo wéinig omvangrijk, dat menigeen letterlijk middelen zoekt zijn tijd te dooden. Of dit wel zeer dienstig is, om de gehalte van het korps of ficieren in het algemeen te verhoogen, betwijfelen wij zeer maar wat wij zeker weten is, dat menig officier zelf zou wen schen meer gezette bezigheden te hebben, en liever daaraan een gedeelte van zijn tijd zou besteden dan dien aan de whist-tafel of het biljart door te brengen. Dit in aanmerking nemende, zouden wij in bedenking willen geven, of het niet zeer doelmatig zou zijn, dat in elk garni zoen de officieren zich a, tour de róleeenige uren 's weeks onledig hielden met de opleiding van diegenen der korporaals, welke aanleg betoonen, lust gevoelen, en zich door een be tamelijk gedrag die zorg waardig maken Te zwaar zou die taak voorzeker niet zijn, en een goed officier kan ze onmo gelijk onaangenaam noemen. De bestaande scholen konden alsdan blijven wat ze nu zijn maar de ijverige meer ont wikkelde jongeling zou dan de gelegenheid vinden nuttig en geregeld bezig te zijn en zich voor te bereiden voor hetgeen hij zal behoeven, om als een beschaafd onderofficier zijn stand eere aan te doen. Wij zouden nog verder wenschen te gaan. Het is zeer te betwijfelen, of alle officieren daartoe geschikt, doch vooral of zij daartoe lust zouden gevoelen. Wat het eerste aangaat zou echter de bataillons kommandant het best in staat zijn een keuze te doen en wanneer aan die taak eenige voor rechten verbonden werden, zou de tweede zwarigheid ook spoedig vervallen. De onkosten, aan een en ander verbonden, zouden niet aanzienlijk behoeven te zijn, en in ieder geval niet opwegen tegen de schoone vruchteD, die een dergelijke maatregel zou afwerpen. Als wij goed ingelicht zijn, hebben eenige officieren van het garnizoen te Utrecht onlangs iets dergelijks aangevangen, door aan de korporaals onderwijs te geven in de fransche taal, waarvan een ijverig gebruik schijnt te worden gemaakt. Het blijkt dus, dat de zaak uitvoerbaar is, en ook elders sympathie ondervindt. Wat nu te Utrecht gebeurt, zou dat in onze gemeente, te Haarlem en elders onmogelijk zijn Wij juichen die Utrechtsche officieren toe, en wenschen, dat ook elders hunne collega's het lot dier jeugdige korporaals ter harte mogen nemen. Voorwaar huone positie is verre van aangenaam, soms zelfs nog lastiger dan die van den sol daat. Al waren er dus niet de minste voorrechten aan die taak verbonden, dan gelooven wij, dat de opoffering van een klein deel van hunnen overvloedigen tijd aan zulk een schoon doel hun grooter satisfactie zal geven, dan het veelvuldig bezoek van koffiehuizen, of andere plaatsen van uitspanning. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 28 Jan. 1873. De Zondag avond jl. door eenige onderofficieren in het lokaal Tivoli gegeven tooneelvoorstelling, ten voordeele van den kanonnier van den Akker, die door het springen van een granaat iu het fort Honswijk, beide handen heeft verloren, heeft opgebracht, na aftrek der onvermijdelijke onkosten, de som van f 57,81^-. Dat deze som niet meer bedraagt, is waarlijk aan bedoelde onderofficieren niet te wijten, die zich zeer veel moeite hebben gegeven om het publiek een aangenamen avond te verschaffen, waarin zij dan ook volkomen geslaagd zijn, met de opvoering van het tooneelspel //Gustaaf Heller" en het kluchtspel //Groote Lui," afgewisseld door twee welluidende voordrachten op piano, door den heer Steinmetz, terwijl de entre-actes werden aan gevuld door een flink strijkorchest. Het publiek toonde zich dan ook door een herhaaldelijk applaus, zeer dankbaar voor zooveel genot. Naar wij vernemen, heeft het bestuur van de zang- vereeniging Cecilia het voornemen, om in het begin der volgende maand een prachtig concert te geven. Behalve voor de leden, zal ook de gelegenheid voor niet-leden vvor- den opengesteld. Teneinde echter gewaarborgd te zijn voor een fatsoenlijk publiek, zullen eerstdaags lijsten ter intee- kening in de gemeente circuleeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1