HELDERSCHE COURANT. Jiiciuus- en Zaterdag <flÖoertentie--6faÖ. 2 Augustus. Dertiende Jaargang. De kwestie van den dag. NIEUWSTIJDINGEN. M 1275. 1875. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post g n p 0.G5 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. Uitgever S. GILTJES. n. De conservatieven mogen dus hunne diensten, voorbarig genoeg, aanbieden, ons vaderland zou met hun bewind slecht gediend zijn. Maar welk ander zou dan het liberale moeten vervangenDeze vraag mogen wij immers richten tot hen, die met alle geweld willen bewijzen, dat dit kabinet moet aftreden. Jammer maar, dat wij daarop of in het geheel geen, of zeer onvoldoende ant woorden ontvangen. De Schager Courant verkondigde onlangs, dat het liberalisme uit gediend heeftde liberalen moeten de teugels nederleggende natie wil niet langer van hunne regeering gediend zijn. Wij heb ben in ons vorig artikel over dergelijke beweringen van de zijde der conservatieven 'ons gevoelen reeds gezegdwij achten ze verre van bewezen en nemen ze dus niet aan. »De liberalen", zegt de Schager Ct., «moeten elk gematigd bewind van eene andere rich ting met blijdschap begroeten." In een der evangelische gezangen lezen wij ookWees blijenz. Als het nu iets goeds betreft, laat zich de blijdschap nog eenigszins beveleneigenlijk behoeft ze dan nauwelijks aanbevolen te worden. Maar zich te verblijden over iets, dat men volstrekt niet goed vindt, dat men wellicht zeer nadeclig acht, dat is toch wel wat veel gevorderd. Wij zouden echter wel eens willen weten, waar zulk een gematigd bewind te vinden zou zijn, dat eenige hoop zou mogen voeden op den noodi- gen steun, om te kunnen regeeren. Maar dat zou dan ook niet noodig zijn: de liberalen moeten reculerpour mieux sauter. Het is mogelijkdat een tijdelijk bewind van een andere richting ten slotte de uitwerking hadde, om de liberale te versterken ofte louteren; maar het is alles behalve zeker. In ieder geval komt ons die proefneming al te gevaarlijk voor, om ze met blijdschap te zien plaats hebben. Een bewind kan in éen jaar zóóveel achteruitgang te weeg brengen, dat een volgend den dubbelen tijd behoeft, zoo niet meer, om het verzuimde te herstellen. De liberalen mochten dan wellicht wat verder kunnen springen, wij zijn bevreesd voor halsbrekende spron gen. Wij gelooven dus niet, dat de Schager Ct. ons veel verder heeft gebracht. De Kamper Ct. is minder onbepaald in hetgeen zij verlangt, in de veronderstelling altijd, dat zij serieus is en niet railleert. Ook zij wil, dat de liberale partij afstand doe van het bewind, nu zij bij de stembus eenige verliezen heeft geleden. Om nu aan de kiezers een lesje te geven, wil zij de regeering aan de kerkelijke partijen opdragen, namelijk, aan de anti-revolutionnairen en de roomsch-clericalendus een kabinet Groen van Nispen-. Aanne mende, dat de kiezers die les willen ter harte nemen, dan vreezen wij toch, dat de uitwerking zou doen blijken, dat die les zeer duur is geweest. Zulk een kabinet, waarmede het nederlandsclie volle wel het allerminst zou gediend zijn, kan nauwelijks ernstig ver langd worden, en wij gelooven, dat het ministerspersoneel moeielijk zou te vinden zijn. Anderen willen een zoogenaamd cabinet cT affairesnog anderen weten niet, wat zij willen. Wel weten zij de fouten van dit kabinet breed uit te metenmaar in de middelen om de gebreken weg te nemen zijn ze bijzonder arm. Zou men niet bijna genoopt worden te zeggen, dat sommige liberalen onder de grootste vijanden van het liberalisme mogen gerekend worden? Iets dergelijks kwam onlangs bij ons op, toen wij de Arnh. Ct. de kandidatuur van den heer van der Kaag zoo scherp hoorden bestrijden. Niet ten onrechte werd dat blad van alle zijden daar over gelaakt. Of nu zonder die artikelen de heer v. d. K. zou gekozen geworden zijn, is moeielijk te beslissen; maar dat de A. Ct. dapper heeft medegewerkt, om den tegenstander in de Kamer te brengen, valt niet te betwijfelen. Een wonderlijk liberalisme De Deventer kiesvereeniging stelde eerst den heer van der Linde kandidaat; deze kandidatuur had weinig bijval. Daarna den .heer ter Haar, die verzocht niet in aanmerking te komen. De heer Dumbar had geen enkele stem. Eindelijk werd bijna met eenparige stemmen de heer v. d. K. kandidaat gesteld. Wie gaf nu der A. Ct. het recht dc kiesvereeniging daarover lastig te val len cn die kandidatuur bespottelijk te maken De kiesvereeniging heeft toch in alle opzichten onpartijdig gehandeld en behoefde toch zeker niet eerst de Arnh. Ct. te raadplegen. De wijze, waarop dat blacl zich thans zoekt te verdedigen, is even curieus als zijn liberalisme wij willen daarbij evenwel niet stilstaanhet is een afgedane zaak, doch zij heeft ons weder getoond dat men de liberale vlag hoog kan ophouden en toch soms zeer weinig liberaal handelen. De brieven van den heer Jonckbloet, waardoor hij zijn houding tegenover het kabinet tracht te verdedigen, geven evenmin bewij zen van dat ware liberalisme, dat bóven kleingeestige inzichten en persoonlijk of partijbelang vei heven is. Mogen wij dan niet zeg gen, dat sommige liberalen zich de ergste vijanden van het libe ralisme betoonen De liberalen, die op het aftreden van dit bewind aandringen, zouden dus zeker wel zoo verstandig handelen met eerst zich zei ven af te vragen, of een ander bewind mogelijk is En indien zij deze vraag niet beter weten te beantwoorden dan tot heden geschied is, te overwegen of er geene andere middelen zijn: om tot een beteren toestand te geraken, in één woord, of de aftreding noodig is. Wij ontkennen vooralsnog het een zoowel als het ander. De liberalen zijn onderling zóó verdeeld, zegt men, dat zij niet langer regeeren kunnen. Maar welke andere partij zou het dan wel kunnen Niet eene. Wel zijn de partijen, vereenigd tegenover het liberalisme, sterk genoeg om een liberaal bewind in" alles te belemmeren, ten einde het later te kunnen verwijten, dat het niets tot stand heeft gebrachten toch zijn ze overtuigd, zeiven niet bij machte te zijn de teugels in handen te nemen, dewijl zij nog minder medewerking te wachten zoude hebben. Wij betwijfelen zeer of dergelijke handelwijze den toets der mo raliteit wel kan doorstaan. Het is toch duidelijk, dat het belang des vaderlandsdat bij elke partij, zij moge heeten gelijk ze wil, op den voorgrond moet staan, slechts in de tweede plaats in aan merking komt, en dat noemen wij onzedelijk. Daarom zou door het aftreden van dit bewind niets gewonnen worden. Zoolang het genoemde gebrek blijft voortduren, zal geen enkele partij in staat zijn iets goeds tot stand te brengen; de Kamer zal hare overeen komst met een debating-club blijven behouden; de eene wet zal na de andere worden afgestemd in de verdediging des lands zal geen verbetering worden aangebrachtin éen woord: de gebre ken in het inwendige onzer staatsinrichting zullen toenemen, in plaats van weggenomen te worden, en onze onafhankelijkheid zal hoe langer hoe minder gewaarborgd zijn. Gesteld toch, dat uit de spanning, welke in Europa heerscht, een oorlog voortvloeide, wie zal dan wellicht ook ons voor de gevolgen vrijwaren, indien wij door onze weiuige inwendige kracht de achting onzer nabu ren verloren hebben Zullen dan de debatten zonder einde of de lange redevoeringen ons beschermen Zou het dan wellicht niet te laat kunnen zijn, om zich tegen een gemeenschappelijken vij and te vereenigen Wij houden ons dus overtuigd, dat het liberale bewind niet moet aftredenle. omdat elk' ander nog minder in staat zou zijn te regeeren2c. omdat de tijd nog niet gekomen is, om tot dat uiterste over te gaanmet andere woordendit bewind behoeft niet af te treden, zoolang er nog andere middelen te vinden zijn, om onzen toestand te verbeteren. Zelfs de Tijd keurt de aftreding af, al ware het enkel met het oog op Atchin. Zij verlangt wel een nieuwe goed georganiseerde tweede expeditie, maar geen nieuw ministerie. Karakteristiek is echter de conclusie, waarmede zij hare redeneering besluit: »Het zou der moeite waard zijn voor de verschillende partijen in den lande, om ter wille eener zaak van dit gewicht in dezen ernst, hare tuisten en verdeeldheden voor een oogenblik te vergeten en zich met vereende krachten te wijden aan de behartiging der zaak contra Atchin Zou het nog niet veel meer der moeite waard zijn, dat de ver schillende partijen bij alle gewichtige cn ernstige zaken hare twis ten en verdeeldheden konden vergeten En dan niet voor een oo genblik, om ze later weder te hernieuwen, maar dat ze op den duur, altijd, in alle voorkoménde zaken de bijzondere belangen wis ten ter zijde te zetten, om in de eerste plaats het algemeen belang te behartigen Niemand zal het betwijfelen, dan wellicht alleen de Tijd, die zich met den wapenstilstand van een oogenblik tevre den stelt, om later den strijd weder op te vatten. Wij houden ons evenwel overtuigd, dat daardoor alleen een toestand zou kun nen worden in het leven geroepen, die voor het welbegrepen be lang des vaderlands zoo dringend noodig is: een toestand, dien bijna alle partijen beweren wenschelijk te achten, cn die toch door de meeste onmogelijk wordt gemaakt. Maar de middelen? Zou eene kamerontbinding het eenige zijn? Helder, Nieuvvediep, Willemsoord, enz., 1 Aug. 1873. Bij de Dinsdag jl. alhier plaats gehad hebbende herstem ming voor éen lid van den gemeenteraad werd de hr. C. Giltjes gekozen met 156 stemmen. De hrB. J. tlerweijer bekwam 8S stemmen. (Dadelijkna de opening der stembriefjes deelden wij den uitslag aan onze abonné's in deze gemeente mede per af zonderlijke biljetten).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1