Blijkens een van den gouverneur-generaal van Nederl.
Indië ontvangen telegram, zijn in de adsistent-residentie
Benkoelen, boven Laïs, de adsistent-resident en een contro
leur vermoord geworden en werd daarheen versterking gezonden.
(Het bovenstaande meldde de regeering Zaterdag avond
in de Sé. Ct. Naar het Dagbl. verneemt, zou het gebeurde
het gevolg zijn van een opstand, veroorzaakt door weigering
van de inlanders om belasting in geld te betalen.)
In een New-Yorksche correspondentie van de N. 21. C
leest men het volgende:
Van Washington wordt officieus bericht: Door een ma
rine-officier, juist van Oost-Tndië teruggekeerd, verneemt men
dat al de stammen van Noord-Sumatra zich bij den Sultan
van Atchin hebben aangesloten. Alleen van éen stam heb
ben 14,000 man de peperplantages verlaten en den Sultan
hulp aangebodenEen algemeene opstand der Ma-
leiers tegen het Hollandsche gezag wordt tegemoet gezien.
De Sultan van Atchin gaf den Amerikaanschen cousul den
wensch te kennen, dat hij een nauwe verbinding met de
Vereenigde Staten wilde aanknoopen; hij voegde er bij, dat,
als de Vereenigde Staten hem bescherming verleenen wilden,
hij daartegen uitgebreide handels- en andere voorrechten ver
leenen zou. De consul gaf den Sultan te kennen, dat hij
zijn voorstel niet beter kon doen, dan door een afgezant
naar het gouvernement der Vereenigde Staten te zenden.
Door den burgemeester van 's Gravenhage is mede
gedeeld, dat aldaar een geval van Aziatische cholera is voor
gekomen.
Koninklijke goedkeuring is verleend op de statuten
der naamlooze vennootschap Stoomvaartmaatschappij //Bata
via,1' gevestigd te Botterdam, ten doel hebbende het doen
bouwen, aankoopeu, huren en verhuren, in gebruik geven of
nemen van stoomschepen voor de vaart tusschen Nederland
en andere landen.
Het kapitaal der vennootschap wordt vastgesteld op
f 1,344,000,verdeeld in 112 aandeelen van f 12,000,
56 aandeelen zijn geplaatstde overige moeten binnen 3
jaar na het in werking treden der maatschappij geplaatst zijn.
Men schrijft van Wormerveer 5 Sept. Maandag 11.
sprong van het schip Ceres, met lijnzaad van Archangel, los
sende op de hier nabij gelegen losplaats Koogerpolder, een
matroos over boord er, verdronk zich. De aanleiding tot dit
treurige voorval zou hierin bestaan: Gedurende de reis
meende deze persoon reden te hebben zich te beklagen over
de menageen was hij met zijne makkers overeengekomen
den kapitein aan te klagen bij den consul te Amsterdam.
Aan land gekomen, gaf hij aan zijn voornemen gevolg; doch
hetzij er geen reden tot de aanklacht bestond, hetzij de
zaak door hem overdreven was, zijne kameraden vielen hem
af, en de kapitein, die er achter gekomen was, gelastte
den stuurman om den matroos niet toe te laten bij het
lossen van het schip behulpzaam te zijn Toen nu de ma
troos bemerkte, dat al zijne pogingen om mede te werken
vergeefs waren, ging hij aan walen dronk een paar borrels;
terug gekomen, beproefde hij nogmaals mede te werken,
maar de stuurman weigerde standvastig. Vooruit zeggende
wat zijn voornemen was, sprong hij op de verschansing en
in 't water. De stuurman trachte hem nog te vatten,
maar dit mislukteVan boord van de Ceres en de nabij
gelegene schepen werden hem onderscheidene touwen toege
worpen; een daarvan viel zelfs op zijne hand, maar hij
wilde ze niet grijpen; een jongen, die hem nagesprongen
was, kon hem evenmin redden, zoodat de zelfmoordenaar
in zijn plan slaagde. Dinsdag 11. is hij met veel plechtig
heid te Graftdijk begraven.
Naar men verneemt, zijn de nog ontbrekende gelden,
benoodigd voor den aanleg van de spoorlijn LeidenWoer
den, thans te Londen gevonden, zoodat met de toegezegde
gelden door de betrokken gemeentebesturen het benoodigd
kapitaal van drie millioen aanwezig is. Door de concessio
narissen zal daarvan weldra mededeeling gedaan worden en
daarna zal met de werkzaamheden een aanvang worden ge
maakt.
Er is gewezen op hat gevaar voor ongelukken, voort
vloeiende uit den maatregel, dat de conducteurs langs de
loopplanken gaan moeten, om onder het voortrijden van den
trein de plaatskaartjes op te halen. Tot ons genoegen kun
nen we mededeelen, dat zulks bij de Bhijnspoorweg-Maat-
schappij reeds sinds geruimen tijd streng is verboden. Voor
het afgaan der treinen worden de biljetten gecontroleerd.
Men schrijft van Monnickendam5 Sept. Ter her
denking van den roemrijken slag, voor 300 jaren op de
Zuiderzee onder bevel van admiraal Cornelis Dirksz.Bur
gemeester van Monnickendamtegen Bossu geleverd, zal
ook hier, in de aanstaande maand, feest worden gevierd.
Daartoe is onlangs in een talrijk bezochte vergadering een
feestcommissie benoemd.
Men meldt van Deventer, 6 September. In een paar
kelders in deze stad heeft zich het geval voorgedaan, dat
levensmiddelen rood worden. Die roode kleur is afkomstig
van een soort van infusoriën, die zich vrij sterk vermenig
vuldigen, en op sommige plekken aan het brood en vleesch
het voorkomen geven alsof het met bloed bedekt is. Die
diertjes schijnen een goede kleurstof te leveren, welke vol
gens genomen proeven, veel overeenkomst heeft met de
anilinedie uit steenkolenteer bereid wordt.
Naar men verneemt, moet de een paar weken geleden
gesignaleerd geworden zijnde Jozef Cuccoli, laatst beambte
bij de Italiaansche Bank te Milaan en tevens makelaar in
droogerijen, zich niet alleen te 's Hage bevonden hebben,
maar schijnt zich zelfs ten kantore van een der voornaam
ste bankiers vervoegd te hebben, zonder echter met dezen
zaken te doen.
De politie werd dadelijk van de aanwezigheid van Cuc
coli, die verdacht gehouden wordt van ontvreemding eener
som van 87,000 francs ten nadeele van gemelde bank, on
derricht, doch of deze hem gevonden heeft is nog niet ge
bleken. Intusschen zijn, gelijk men weet, 5000 francs
belooning uitgeloofd voor dengene, die inlichtingen zal ver
schaffen, welke tot de aanhouding van den Italiaan leiden.
De verslaggever van het Dagblad seint uit "Vlissingen
aan de redactie het volgende
//Het Koninklijk jacht de Leeuio is Maandag namiddag
ten half twee ure van Vlaken Vlissingen binnengestoomd,
begeleid door de Middelburgsche stoomboot. Beide sierlijk
opgetuigde vaartuigen werden met saluutschoten begroet door
de ter reede liggende monitors en ramschepen.
//Aan boord van het Koninklijk jacht bevonden zich Z. M.
de Kouing en Z. K. II. Prins Hendrik, vergezeld van de
heerende Smit van den Broecke, generaal van der Schrieck,
de kapt.-luits. ter zee: jhr. N. A. Holmberg de Beckfelt en
Arntzenius, baron van Heerdt, den commissaris des Konings
in Zeeland, de leden der Gedeputeerde Staten, den hoofdin
genieur van den waterstaat Conrad, enz. Dunkler's muziek
korps speelde aan boord de volksliederen.
//Ten twee ure werd de groote zeesluis binnengestoomd,
gevolgd door het Engelsche schip lestridedat door het
muziekkorps der grenadiers begroet werd met het Engelsche
volkslied.
//Het was een treffend gezicht, dat door duizenden aan
den wal genoten werd. Daverende bravo's weergalmden door
de lucht.
//Na de uitvoering der feestcantate, inspecteerde Z. M.
de Koning de militairen, die aan boord van het stoomschip
Hollanddat heden avond weder naar Nieuwediep onder
stoom gaat, naar Indïë zullen vertrekken.
'/Na afloop van deze plechtigheid deed Z. M. een tocht
door de stad en verscheen vervolgens op het balcon van het
rijk versierde stadhuiswaar de allegorische optocht voor
Z. M. defileerde."
Te Terhorne is een jongendie achter op een rijtuig
wilde klauteren, tusschen het wiel en den wagen -geraakt.
Beeds een 40 el afstands was hij meegevoerd eer het onge
luk bemerkt werd en zoodanig was hij geknelddat een
smid het wiel van den wagen moest afnemen voor hij kon
worden bevrijd. Deerlijk verminkt werd de jongen weggebracht.
B III T E .1' L A 1 I>.
De //Courr. de la Bochelle" deelt het volgend ont
zettend voorval mede: De Marie Aimée, een vaartuig, on
der kapitein le Goaster, keerde terug van de kabeljauwvangst
bij IJsland. De bemanning bestoud uit 19 personen. In
den nacht van 8 Augustus werd eeu der opvarenden, Cro-
ajou genaamd, plotseling aangetast door eeu aanval van ra
zernij. Deze man, buitengewoon sterk, was gewoonlijk zeer
stil en somber en daarbij zeer twistziek. In zijne hut be
vond zich een matroos, wiens arm eenige dagen te voren
gebroken was. Croajou werpt zich op den ongelukkige, die
niet in staat is zich te verdedigen, kerft hem letterlijk met
messneden en geeft hem in zijne woede ontelbare beten. Op
het geschreeuw van den matroos snelt de kapitein toe. Ter
stond werpt Croajou zich ook op hem en brengt hem met
het mes een stoot in het aangezicht toe, die hem het kake
been verbrijzelt. Twee schepelingen snellen hem te hulp,
maar in de volslagen duisternis, die er heerscht, kunnen ook
zij de aanvallen van den woedende niet ontwijken en wor
den mede op verschrikkelijke wijze gewond. Aan den kapi
tein en de beide matrozen gelukt het eindelijk bebloed en
verminkt het dek weder te bereiken, den ongelukkige over
latende aan de razernij van Croajou, maar den geheelen nacht
waakte de bemanning. Nu deed hij pogingen brand te
stichten en, om deze nieuwe ramp te voorkomen, moest men
eene groote massa water in de kajuit storten. Ten laatste
moest de kapitein een einde maken aan dit drama. Door
het wegbreken van een plank kreeg hij gelegenheid een re
volver op den ongelukkige te lossen. Croajou werd doode-
lijk aan het hoofd getroffen. Zijn slachtoffer werd deerlijk
verminkt op het dek gebracht; hij ademde nog. Het lijk
van Croajou werd den volgenden morgen over boord gewor
pen. De //Marie Aimée" wierp Zaterdag het anker op de
reede van Saint Martin (Ile de Bé). De drie matrozen,
wier wondeu zeer ernstig zijn, werden naar het hospitaal