HELDERSCHE COURANT. Jiieums- en Zaterdag <flÖncrfen{te«6fflil. 13 September. <M 1285. Dertiende Jaargang. 1875 Official gebcelte. Bekendmaking. Op den Oceaan. Jgiet-Dffinëcl geüceïtc. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post a 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Ad verten tien van 14 regels ia 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. Uitgever S. G I L T J E S. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter algemeenc kennis: A. dat bij Zijner Majesteits besluit van den 29 Jnlij 11. (Staatsblad no. 119) is bepaald, dat de ingelijfden bij de militie te land, onder behoud hunner positie als milicien, met hunne toestemming en, voor zooveel do minderjarigen betreft, ook met die hunner ouders of voogden, voor den tijd van teu minste twee jarenbij de landmagt dienende in Nederlandsch Oost- Indië kuuneu gedetacheerd worden en zulks ouder genot van de gunstige voorwaarden, bij 's Xouings besluit van 4 Mei 11. no. 1, omtrent het aau- gaau van vrijwillige verbiudtenissen voor de militaire dienst in Nederlandsch Iudië vastgesteld, met dien verstande, dat zij, die binnen den tijd hunner de tachering regt verkrijgen op ontslag uit de militie-dienst, behoudens dat ontslag, deu tijd voor welken zij bij de landmagt in Nederlandsch Oost- Iudié zijn gedetacheerd, zullen volbrengen. B. dat ter uitvoering van 's Konings besluit, hierboven omschreven, de Minister van Oorlog heeft bepaald 1. dat Zr. Ms. besluit voorshands niet van toepassing is op de mili ciens der bereden korpsen, die zich in werkelijke dienst bevinden of huu eersten oefeningstijd nog niet hebben volbragt 2. omtrent de toelating der miliciens, tot detachering bij de landmagt, dieuende in Nederlandsch Oost-Indië, gelden in het algemeen de voorschrif ten, die voorde vrijwillige werving daarbij zijn vastgesteld; in stede echter van een engagements-acte zal door eiken betrokken milicien een bewijs iu tweevoud worden geteekend volgens model, terwijl voorts geen aanbrengpre mie wordt toegekend 3. de miliciens die, in voege voorschreven, bij de landmagt dienende in Nederlandsch Oost-Indië gedetacheerd zijn, zullen op de stamboeken der korpsen, waartoe zij bebooien, als gedetacheerd gevoerd worden 9. overeenkomstig het bepaalde in art. 123, 4e der militiewet, zal bij de korpsen voor ieder milicien die in voege voorschreven wordt gedetacheerd, een man minder voor het blijvend gedeelte, onder de wapenen gehouden of geroepen worden 10. de bestaaude voorschriften omtrent het inleveren van kleeding en uitrustingstukken, het sluiten der rekening en reparatiefonds en het verze keren der saldo's schuld en te goed bij overgang van militairen naar het leger in Indië, blijven van kracht voor de miliciens, die op grond van voor noemd besluit bij het leger iu Nederlandsch Oost-Indiö worden gedetacheerd. De miliciens, die bij terugkomst in Nederland in het genot vau groot verlof worden gesteld, worden, wanneer zij later bij hunne korpsen onder de wapenen komen, op nieuw van kleeding en uitrusting voorzien. De milicien-verlofgangers die zich tot detachering naar Nederlandsch Oost-Indië wenschen te verbinden, zullen zich daartoe voorzien van de noodige bescheiden; behooren aan te melden bij den provincialen adjudant in de hoofdplaats van het gewest waaruit zij herkomstig zijn of bij den kommanderenden officier van het korps waarbij zij zijn ingelijfd, en dat aan hen nè de definitieve bekrachtigiug van hunne verbindtenis bij het Ko loniaal werfdepot, even als aan do vrijwilligers eene gratificatie van f 200 zal worden uitbetaald. Het Gemeentebestuur voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 9 September 1873. L. VERHEY, Secretaris. «Ik zal u eens een meesterstuk van ons schip mededeelen," be gon de kapitein van het Hamburger stoomschip Westfaliatoen wij den 12den Februari 1873 op de terugreis naar Europa rustig bij elkander in de rookkamer zaten. «Zoo als bekend is, strandde de Germania van de Hamburger maatschappij in Augustus 1869 op kaap Race. Te dien tijde lag daar het Fransche fregat Latouche Trouvilletot bescherming der talrijke visschorspinken, die van Frankrijk naar Newfoundland komen. De kapitein van het fregat nam de schipbreukelingen der «Germania" met de meeste vriendelijkheid op, voor welke daad de Pruisische regeering hem de orde van den rooden adelaar schonk. »In October daaraanvolgende kwam ik te New-York. In de haven aldaar bevond zich toen de «Latouche Trouville," welker kapitein, bij het genoemde ongeval, door zijne edelmoedigheid onze maatschappij zoo zeer aan zich verplicht had. Om onze erkente lijkheid te bewijzen, besloten de Duitsche nationaliteiten te New- York, den kapitein en den officieren van het fregat aan boord van mijn schip een prachtig diner aan te bieden. Men nam onze uit- noodiging aan, en nooit was er aan boord van onze boot een zoo vroolijk gezelschap in het salon vereenigd als dien avond. Er werd natuurlijk niets gespaardde fijnste wijnen uit alle landen kwa men op de tafel, en bij het afscheid nemen zeide de Fransche kapitein met de innemendste vriendelijkheid«Kaptein, bergen (ontmoeten elkander niet, maar mensefcen wel. Ik zal den huidi- H«lder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 12 September 1873. Naar wij vernemenzal door het tooneelgezelschap Gaudium Inter Nosdat zich gepasseerden winter zoo gunstig onderscheiden hééft door de flinke uitvoering van degelijke stukken, op Zondag 21 Sept. a. s. worden opgevoerd een groot beroemd drama, in 5 bedrijven, gevolgd door een blijspel in een bedrijf. Daar de tooneellief hebbers hier tegenwoordig zoo zeldzaam in de gelegenheid zijn om van iets goeds te kunnen profi- teeren, bevelen wij hun deze gelegenheid inzonderheid aan; te meer daar de introductie voor het publiek door dit ge zelschap zeer billijk gesteld is. Nadere bijzonderheden zullen in het eerstvolgende nommer bij advertentie worden medegedeeld. Het N. Amerikaansche korvet Congressdat reeds Dinsdag namiddag wilde vertrekken, doch wegens vliegenden storm moest terugkeeren, vertrok gisteren namiddag van hier naar Vlissingen. In de volgende week wordt alhier verwacht het mu ziekkorps van het 7e regement uit Amsterdam. Men meldt uit Gibraltar, dd. 7 dezer, dat aldaar is aangekomen het stoomschip Jasonvan de Koninklijke Ne- derlandscke Stoombootmaatschappij welk schip den volgenden dag de reis naar Java heeft voortgezet. Aan boord was alles wel. Met het stoomschip Koning der Nederlandenkapt. Braat, van de stoomvaart-maatschappij Nederland, dat den 27n dezer naar Indië vertrekt, zal een detachement koloni ale troepen, sterk 300 man, vertrekken, waaronder een 50- tal manschappen, die in de bediening van het nieuwe geschut geoefend werden een groote hoeveelheid ammunitie en achter- laad-geweren zullen mede verzonden worden. Van de Stoomvaart-Maatschappij //Java" ontvangen wij het bericht, dat zij weder een nieuw gebouwd stoomschip Borneo in de vaart brengenen dat dit al het goed nemen zaldat voor de Gelebes reeds was en nog zou worden ge laden, en dat de Celebes nu zal vertrekken 9 dagen na de Borneoen wel alleen naar Batavia met een detachement sup pletietroepen sterk 400 manonder bevel van den majoor gen avond, op de «Westfalia" doorgebracht, nooit vergeten." «Negen maanden later brak de ooriog uit. Ik ontving het be richt der eerste vijandelijkheden wederom iu de haven van New- York, waar de «Westfalia" juist gereed lag uitte loopen. Wij moesten elke gedachte aan de tchuisreis opgeven, en lagen weken, maan den lang aan de verwijderde kust gebannen, terwijl dagelijks do fabelachligste berichten van behaalde overwinningen over de zee tot ons kwamen, on.de talrijke Duitsche bevolking aldaar in ver rukking brachten. «Eindelijk ontving ik in October 1870 per telegram van de directie te Hamburg den last«de terugreizc te aanvaarden, maar te zorgen, dat ik niet genomen werdeen last, die onder deze omstandigheden lichter te geven dan uit te voeren was. Wij wis ten, dat buiten, vóór Sandy Hook, reeds sedert geruimen tijd twee Fransche schepen kruisten, die ook uit de liaveu hunne mededec- lingen ontvingen, en wien dus mijn aanstaande uitvaart niet ver borgen kon blijven. De vertegenwoordigers der stoomboot-maat schappij hielden krijgsraad, en men besloot, onder onzijdige vlag, een verkenningsvaartuig in zee te zenden, om tc zien, of er geen gevaar was. Dit geschieddeop een kleine sleepboot voeren drie heeren den volgenden dag naar buiten en brachten het bericht terug, dat er werkelijk een Fransch oorlogschip kruiste, en dat het zijn koers naar het zuiden nam. Wederom werd beraadslaagd, doch daar de bepaalde last uit Hamburg vóór mij lag, maakte ik daaraan een einde door te verklaren, dat ik in ieder geval in de eerstvolgende dagen de reis zou aanvaarden. Vijf passagiers ver klaarden zich bereid hun lot aan het schip toe te vertrouwen, of-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1