BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE I1ELDEI1.
BURGERLIJKE STAND DEK GEMEENTE TEXEL.
Gobée, le luit.; 2e brigade: komm. Wigchers van Kercken,
kolonel (sedert overleden); chef van den at af van Daalen,
kapt.; adjudant Beijen, le luitadjunct Manniehs de Jongh,
le luit.; de brigade: komm. Schultze, kol chef van den
staf Vers lege, kapt.; adjud. van der Veen, le luit,adjunct.
Bisschoff van Heemskerk, 2e luit.
Men schrijft ons van Texel, 4. Dec. Door den heer
13. J. Troll, van Wassenaar, is de benoeming tot Hoofdonder
wijzer aan den Burg aangenomen.
Men schrijft van Texel, 2 Dec.
Van de alhier gestrande Noorsche bark Euplirales, kapt.
Dol, in ballast van Dieppe naar Tondsberg, is de gezagvoerder
Zondag met een stortzee over boord geslagen en verdronken
negen man van de equipage zijn gered door een Makkummer
scbelpenvisscher en behouden te de Gocksdorp aan wal gebracht.
Naar wij vernemen, zal de Nieuwe Alkmaarsche Cou
rant met lo Januari e. k'. ophouden te bestaan. Dagbl.
Zondag avond is in een herberg, onder de gemeente
Wijk aan Zee en Duin, bij een twist een jongeling van 20
jaar met een biljartqueu zoodanig op de hersens geslagen, dat
hij Dinsdag morgen aan de gevolgen is overleden.
Maandag middag is een timmerman van de nok van
het in aanbouw zijnde lokaal voor de brandweer op het
Weesperplein te Amsterdam op straat gevallen en kort daarna
in het gasthuis overleden.
In een vorig nommer meldden wij, dat een effect be-
hoorende tot de aan de vermoorde mevr. van der Kouwen
ontvreemde geldswaardige papieren te Amsterdam op een
kantoor is aangeboden. Men verneemt dienaangaande verder
dat bewust effect No. 12773 door een aldaar woonachtigen
commissionnair in effecten Vrijdag namiddag op het admini
stratiekantoor wed. Leuveling Tjeenk is afgegeven. De chef
van genoemd kantoor heeft daarop onmiddelijk den hoofd
commissaris van politie van de zaak verwittigd, waarop de
commissionair na in verhoor genomen te zijn verklaarde, het
effect van zijn correspondent te Londen te hebben ontvangen.
Te Gouda heerscht onder de mindere standen het denk
beeld, dat de armen, die door cholera worden aangetast, zullen
afgemaakt worden even als aan runderpest lijdende dieren.
Daarom willen zij geene doctoren roepen.
Zondag middag is de nieuw gebouwde gaskuip der ge
meentelijke gasfabriek te Vlissingen, nagenoeg geheel met
water gevuld zijnde, uit elkander gesprongen, waardoor een
vrij aanzienlijke schade is veroorzaakt.
Te Leiden is een alleengelaten 2*jarig kind met den
kinderstoel omgevallen, liet heeft zich deerlijk gebrand door
het in een test in den stoel geplaatste vuur.
Vanwege de commissie voor den Leidschen schouwburg,
is de heer D. P. van Heyst aldaar, schrijver van het ver
dienstelijk drama George de Lalainggraaf van Rennenberg,
een fraai geschenk aangeboden, als een hulde aan zijne poging
om het nationaal tooneel met een oorspronkelijk stuk te
verrijken.
Maandag avond is in het ziekenhuis te Utrecht ter ver
pleging opgenomen zekere J. Ocks, wien in een twist in
een herberg te Baarn door een arbeicler uit Zeist met een
mes een diepe wonde aan den hals is toegebracht; de dader
is in arrest genomen de verpleegde was Woensdag in een
toestand, dat er hoop op herstel was.
Keizer, na het doodvonnis van het oppergerechtshof gratie heeft
verleend; die gratie bestaat in: verlies*van rang en adeldom en
levenslange verbanning naar Siberië met dwangarbeid." "Van smart
overmand, hield mevrouw een oogenblik stil, toen riep zij uit: kunt
gij liet leed van een moeder begrijpen, die een geliefden bloeiend en
zoonop zulk eene wijze verliezen moet?"
Vol innig medelijdenmeende Emilia de hand der dame te
vatten om die aan haar lippen te drukken; doch deze had thans
met de beide handen den brief krampachtig ineengefrommeld.
Na een oogenblik stilte sprak zij jammerende «niet waar me-
juffvrouw, nu geeft gij uw voornemen om mij te verlaten op?"
«Mevrouw ik kan niet, ginds wacht mij nog heiliger plicht."
«En wanneer wilt gij heengaan?"
«Als gij 'tveroorlooft over veertien dagen, ik heb nog vele toe
bereidselen te maken."
«Ik wil niemand dwingen bij mij te blijven, ik verwachtte dank
noch erkentelijkheid van u."
Een hoog rood kleurde Emilia's wangenzij was op 't punt om
een bitter antwoord to geven, maar bedwong zich en fluisterend
sprak zij«Ik dank u mevrouw." Toen ging zij heen.
Acht dagen later maakte de oude dame zich gereed, om haren
zoon tegemoet to reizen, en van den geliefden banneling afscheid
te nemen. Emilia had dringend gevraagd, haar te mogen vergezellen,
wellicht om de lijdende moeder bij dit zielroerend tooneel ter zijde
te staan. De jonge, mannelijk schoone krijgsman trad binnen;
hij scheen verbaasd bij 't zien van de gezelschapsjuffer zijner moeder,
zijn zonderling verraste blik rustte een oogenblik vragend op
Emilia's gelaat. Deze sloeg de oogen niet op, verborg zich in
't schemerdonker van den achtergrond en scheen geheel in eigen
gedachten verzonken. Ivvascheff, die een kalme, moedige houding-
wist te bewaren, troostte zijne moeder; hij bad haar zichzelf te
sparen, en voor hem te blijven leven, 'twas toch mogelijk dat
zij elkander zouden wederzien.
De arme moeder schudde met een oog vol tranen 'thoofd; heftig
omarmde zij nog eenmaal den dierbaren zoon, toen riep zij snikkend
uit: »Ach, alles zou ik kunnen verdragen, indien ik slechts wist
dat u een minnende hand nabij bleef om mijne plaats te vervullen,
u te verplegen, u te verzorgen. De gedachte u te zien heengaan,
geheel alloen, ten prooi aan kwellingen en ontberingen.
Men schrijft van Rotterdam, 2 Dec. Mevrouw Albregt-
Engelman, de hooggeschatte actrice van ons tooneelgezelschap,
vierde gister haar 25jarige loopbaan als kunstenares. Dien
avond trad zij in hare benefice-voorstelling op als Dovinc,
in u De Huichelaar", en het oude Lotje, in //De oude Doos".
Zij ontving van het publiek de hartelijkste blijken van be
langstelling en waardeering.
Men schrijft uit Epe, 2 Dec.
Gisteren middag waren twee broeders, op een kar gezeten,
in het veld op de jacht, toen eeu hunner met het geweer in
de hand wilde afstijgen. Vermoedelijk geraakte het wapen
aan het een of ander voorwerp vastgehaakt, althans terwijl
de jager den wagen afklom, ging liet geweer af en kreeg hij
het volle schot in de zijde. Twee uren later was hij een lijk.
De overledene, een ongehuwd jongman, stond in den omtrek
gunstig bekend.
Als eene curiositeit deelt de //Tielsche Ct." het vol
gende mede, dat voor eenige dagen heeft plaats gevonden,
waaruit blijkt, uit welke zonderlinge draden de huwelijksfuik
soms geweven wordt en waardoor de trouwlust zoo al op
gewekt kan wol'den. Aan het gemeentehuis van D. in den
Tielerwaard, vervoegde zich een man uit E., van diep in de
70, wiens gebogen en bevende houding al de kenteekenen
droeg van zijn hoogen leeftijd, met geen ander oogmerk dan
om aangifte te doen van zijn voornemen om een hu
welijk aan te gaan. Op de lachende opmerking van den
wethouder, dat hij zich wel haasten mocht en 't voor een
man, op zijn jarentijd werd, gaf de gelukkige bruide
gom ten antwoordOch meneer wa1 zak1 oe zeggeik kon
zeivers oTnen buis nie meer aandoen, en al tij naar de buren
loope, da' ging ook niet' en nou he'k iemes om me te helpe-
met den buis.
Van 2-3 Dec. 1S73.
ONDERTROUWDA. Scliouhamer Iuutmnk, schieman bij de Marine,
wonende te Rotterdam, en N. Smit, wonende alhier.
GEHUWD: A. Biiel en C. Vonk. J. Henkes en E. M,M. dc Boer.
M. J. Peters en T. Koudenburg. A. Groot en F. Dekker. J. A.
Doezie en A. A. J. Kloppers.
BEVALLENM. Filarski geb. Kuit, D. L. A. Hora Adama geb.
Bergsma Fruitier dc Talma, Z. li. J. Kissing geb, Krul, D. H. van
Amerongen geb. Smit, Z.
OVERLEDEN W. Mason, 37 j.
Van 27 Nov.4 Dec.
GETROUWD en ONDERTROUWD Geene.
GEBOREN Arie, z. v. Cornelis Sikkerlé en Maria Jacoba de Jong.
Guurtje, d. v. Cornelis Stark en Aafje Bruin. Jacobus Joban, z. v.
Jan Mantje en Grietje Bakker. Nannaatje, d. v. Fulps Duinker en Tetje
Dekker.
OVERLEDEN: Heintje Burgman, 2 j. d. v. Klaas Burgman en Pctro-
iiella de Wijn.
"283ste STAATS-LOTERIJDerde Klasse.
Tweede, Derde en Vierde Trekking.
No. 9479 en 10396, ieder f 1000 no. 1979 en 10394,
ieder f400; no. 3930, f200: no. 4830, 7127,8804,9662,
12357, 14999 en 19442, ieder f100.
No. 2049, f5000; no. 7757, f 2000 no. 19748, f 1000
no. 2219 en 14138, ieder f400; no. 17057, f200: no.
2680 en 19497, ieder f 100.
Geene prijzen boven de f100.
«Hij zal niet alleen gaan, als hij 'tniet wil," lispte plotseling
een zachte stem aan hare zijde. Emilia was haar genaderd en ver
volgde nu diep ontroerd>>'t Is lang geleden mevrouw, dat uw
zoon mij smeekte mij te beminnen, omdat hij niet gelukkig kon
zijn zonder mij. Ik twijfelde geen oogenblik, clat zijn ouders, zijn
rijke trotsche familie, liemel en aarde in beweging zouden brengen
om zulk eene verbindtenis te beletten. En bovendien, luidde ook
de liefde eens gezegepraald, 't bloemknopje van ons geluk ware in
dien strijd vernield. In duizend netten verward, had de beminne
lijke adellijke krijgsman de liefde zijner gade ten offer moeten brengen.
Daarom zeide ik tot uw zoon dat ikhem niet beminde. God
alleen weet hoe zwaar mij die leugen viel Thans zal niemand
mij meer 't bezit van den armen banneling betwistenen
indien hijvoor mij nog 't zelfde gevoelt, ozie, dan volg ik
hem als zijne gelukkige echtvriendin."
«Dierbare Emilia, edel, voortreffelijk meisje«Beminnelijke on
uitsprekelijke geliefderiepen moeder en zoon tegelijk.
De jonge man ving liet schier bewustelooze jonge meisjein zijne
armen op.
«Maar dan uw reis naar .huis, lieve Emilia, waar men "w hulp
zoo noodig heeft!" vraagde de moeder, terwijl ook zij het meisje
aan het hart drukte.
«Mijn thuis is hier," antwoordde Emilia, terwijl zij het bevallige
kopje aan de borst des geliefden nedervleide." Vergeef mij, clie reis
was slechts een voorwendsel om zonder opzien mijne kleine be
schikkingen te maken."
«Emilia" sprak nu de. moeder op waarschuwenden toon, «ik be
wonder uw heldenmoed, maar bedenk u wel, gij zijt niet sterk, ge
beseft niet, hoeveel ontberingen en kwellingen u wachten."
«Voor mij is geen ander geluk denkbaar, dan aan zijne zijde,
God zal ons behoeden
Emilia Lcdenta, zoo heette "t heldhaftige meisje, werd IwaschéfFs
gade en deelde met opgeruimden zm al zijn nood en lijden. Na
meer dan twintig jaren van ballingschapkeerde zij met hém terug,
en allen die vatbaar waren voor waardeering der edele eigenschappen
der vrouw, ontvingen haar met liefde en bewondering.
(N. VI. Ct.)