Nieuws- en Advertentieblad. Zaterdag 27 November. J\'2. 1515. Vijftiende Jaargang. 1875. Uitgever S. GILTJES. NIEUWSTIJDINGEN. BERTRAM'S GEHEIM. HELDERSCHE COURANT. VRIJDAG-NAMIDDAG. Verschijnt DINSDAG- Abonnementsprijs voor 3 maanden Franco per post Men abonneert zich in alle Boekwinkels, Postkantoren en Hulp-Postkantoren. Brieven franco. ƒ0.50 A/0.65 De prijs der Adyirtentien van 14- regels is 40 Centen; elke regel meer 10 Centen. Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en aanbiedingen van dienstpersoneel 5 Cents per regel. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën in te zenden. Ingezonden Stukken minstens éen dag vroeger. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 26 November 1875. Bij Kouinkl. besluit zijn, na afgelegd examenbenoemd tot surnumerairs bij het vak der posterijen de heeren N. Haremaker, W. K. van der Breggen en G. Giltjes. En wordt te gemoet gezien de benoeming tot commies, van den heer W. F. L. Oudenhoven, met overplaatsing naar het postkantoor te Rotterdam. Slechts een twintigtal belangstellenden woonden de soiréc-musicale van de hh. Egberts, J. Craner, Weckesser en H. Craner bij. 't Schijnt dat dergelijke concerten hier niet gewild zijn of't moeten planten van vreemden bodem zijn. Nochtans kunnen wij de verzekering geven dat dit strijkkwartet hen die het gehoord hebben een avond van verfijnd muziekaal genot ver schaft heeft. De gelijke gang, de juistheid van spel en de vastheid van intonatie verdienen hulde en bewondering. De zes nommers werden met het meeste succes vertolkt en gaarne hadden wij het slotnominer gebisseerd gezien doch wij wenschten van de bescheidenheid der heeren artisten geen misbruik te maken. Hel is te hopen dat, mochten genoemde heeren tot eene herhaalde uitvoering kunnen besluiten, hunne edele pogingen meer bijval en onder steuning vinden. Woensdag jl. geraakte het alhier binnen komende Engelsche stoomschip Nereid, komende van Newcastle, niet ver van de mond der haven in aanvaring met een uitzeilend tjalkschip, geladen met steenkolen, bestemd naarMedem- blikmet dat gevolg dat laatst genoemd vaar tuig, zoodanig gehavend werd, dat hetonmid- delijk zonk. De opvarenden hadden nog den tijd om in de boot te kunnen springen en het leven te redden. Gisteren is bij de Directie der Marine alhier aanbesteedde uitvoering der werken voor het onderhoud der dok-, sluis- en andere waterwerken vau het maritime etablissement te Willemsoord, gedurende het jaar 1S70. Er waren ingekomen 11 iuschrijvings-billetteu, als vau de heeren W. Rippens f 7218, Gebr. Klein f 7200, Gebr. Korff f 7200, S. Gooien f 7180, J. van der Woude f 7150, P. Verhey f 7119, Gebr. Moorman f 7010, P. Duinker f 6865, D. de Vries f 6660, Gebr. Janzen f 6648, P. Spruit f 6522. Naar men verneemt, bestaat bij de re- FEUILLETON. (Novelle, door J. K. G. M.) 4 De ware adel is grootheid van ziel. VI. Hoor eens Kuman, zei van Tol, laat ons de zaak nu eens goed bespreken. Mijn neef Henri Ainolds is gewis dood, maar de wettige bewijzen ontbreken. Zoodra mijn oom overtuigd is van den dood zijns zoons, twijfel ik er niet aan, of hij zal mij tot erf genaam benoemen. Kunnen wij hem nu zoodanig bewijs in banden spelen, dan is de zaak geregeld. Daartoe heb ik echter uwe hulp noodig. Gelukt 't ons, hem te doen gelooven, dat Henri dood is, dan kan 't niet missen, of gij ontvangt 5000 gulden voor uwe moeite. Bij den dood van oom ontvangt gij dan de bedongene som. Welnu, Kuman, wat is uw antwoord? Zeker, zei Kuman, ik neem de voorwaarde aan. En hoe zult ge 't aanleggen? Ik zal, zei Kurnan, uw' oom bezoeken, hem ver tellen, dat ik met Henri in Australië was, dat hij, om in zijne behoeften te voorzien, gouddelver werd, dat die arbeid hem te zwaar viel, hem bijna niets oploverdo en dat hij ten laatste van kommer en ellende stierf. Ik zal mijn verhaal wel zoo weten op te disschen, dat Arnolds niet den minsten twijfel koestert aan (lc echtheid mijner mededeelingen. Ik kan dat nog te beter doen, aangezien ik, zooals ge weet, ruim twee jaren op Nieuw-Holland als gouddelver heb doorgebracht. Vóór ik mij echter geering het voornemen om een gedeelte der tot het koloniaal werfdepot behoorende troepen voorloopig geregeld alhier te kazerneeren. Deze maatregel treedt met 1 Jan. in werking. Men. schrijft ons vau Terschelling dd. 24 Nov. het volgende Door het stormweder der vorige week heeft men hier een treffend ongeluk te betreuren.de schipper C. Drijver aan den Zuidkant der Bosplaat met nog eeu ander vaartuig aan liet kokkeren zijnde was in den nacht van Vrijdag op Zaterdag geuoodzaakt zijn ankerplaats te verlaten, even als het andere vaartuig van schipper G. Bakker, dit laatste vaartuig zette meer koers om de west langs het eiland en heeft aan het kappen der mast zijn behoud te danken, doch schipper Drijver liet zijn vaar tuig (een kleine blazer) voor den wind loopen en heeft men daarvan sedert niets anders vernomen dan dat de mast en een stuk zeil van dat scheepje zijn gevonden en alhier aan gebracht. Zoodat men vermoedt dat dit vaar tuig met man en muis is vergaan. Behalve schipper Drijver waren nog aan boord zijn twee zoontjes Jacob en Sijbrand, tweelingeu vau löjarigen ouderdom de verslagenheid over dit treurig ongeluk is hier groot. Betrefleude de oprichting der fabriek van het zooveel besproken hardglas, te Leer dam, van de hh. Jeekel en Mijnssen Co. deelt men aan 't N. v. d. D. mede, dat over een groote uitgestrektheid gronds, woningen voor de aan die fabriek verbonden werklieden opgericht worden. De inrichting dier woningen wordt zeer geroemd. Weldra zal met de ver zending van het fabrikaat een begin gemaakt worden. Zondag nacht is door de Haagsche politie dood op den Rijswijkschen weg gevonden een onbekend manspersoon, oud naar gissing 36 jaren, gekleed met een zwart onderpak en dito demi-saison, ondergoed ongemerkt, bij zich hebbende verschillende huisdeur-sleutels, een zilver horloge, een percussie-pistool met twee loopen, zwaar geladen. Mede is op het lijk gevonden een briefje geteekend Buijtuk of Buijtink, Dordrecht 8 October 75. Men meldt uit Zierikzee dd. 22 Nov. Een tamelijk groote brik, geladen met palm olie en komende van de Kaap, werd Zaterdag, door den storm beloopen en, door de duisternis misleid, op de Zeehondsplaat geworpen. Nood schoten werden gelost, een reddingsboot in zee gezonden en de opvarende gisteren bier behouden aan wal gebracht. Heden is men druk in de weer en komen bijkans handen te van mijne taak kwijt, geeft gii mij een bewijs, dat gij ƒ5000.aan mij verschuldigd zijt voor bewezen diensten, en dat ik die som terstond kan ontvan gen, wanneer gij als erfgenaam van uwen waarden oom optreedt. Van Tol bedacht zich eenige oogenblikken, schreef eene schuldbekentenis en overhandigde haar aan Kuman. Mocht evenwel, vervolgde van Tol, waaraan ik op goede gronden twijfel, Henri nog in leven zijn en komen opdagen, dan heb ik andere maatregelen genomen om u te belooncn voor uwe diensten. Daarom, doe uwe zaken naar behooren, want oorn wordt oud. Ik beloof u, dat gij over mij te vreden zult zijn. Bekommer u daarover niet, sprak Kuman, gij kimt volkomen op mij rekenen. Met deze woorden ver wijderde zich Kuman. Zie zoo, mompelde van Tol, nu ben ik voor beide gevallen zoo goed als zeker van mijne zaak. Komt Henri terug voor den dood zijns vaders, dan durft hij zich toch niet aan hem te vertoonen, want minder dan ooit wil oom van verzoening weten sterft oom dan, dan kom ik met een bewijs, dat hij f 100,000.als legaat aan mij vermaakt heeft. Niemand zal ontdekken, dat de handteekening valsch is. Komt Henri niet terug, dan twijfelt oom zeker in 't minst niet aan zijn dood en benoemt mij tot erfgenaam. Mijn fortuin is gemaakt. Als de oude 't nu maar niet zoo lang maakt. Is hij eenmaal dood, dan zal ik wel zorgen, dat alles ten mijnen voordeelc afloopt. VIL 't Was een recht gure Novemberdag van het jaar 18.. De stormvlagen gierden door 't ont bladerd geboomte en deden 't hechtste gebouw kort voor het halen en lossen der lading, die hier voorloopig zal worden geborgen. Men meldt uit Maassluis: De alhier thuis behoorende vischlogger Kinderdijk, schipper C. Versteeg, is, naar men verneemt, bij Calais, zijnde in de Noord zee, meteen groot schip in aanzeiling geweest, dat de equipage op éen na heeft overgenomen. De overblijvende een jongen van 13 jaar, is te Calais aan land gekomen. Aan de Nieuwebrug te Amsterdam zijn twee kleine antiquiteiten te voorschijn gekomen die vroeger achter de getimmerten op de zoo- genaamden platjesbeurs verscholen waren Het zijn twee steenen bas-reliefs, die meer dan drie eeuwen oud, en goed -bewerkt en wel be waard zijn. Op den eencn steen ziet men een zestiende-eeuwsch zeeschip uitgehouwen; op den andereu een zeeton met den ketting. Maandag morgen, omstreeks 7 ure ge beurde te Weesp een droevig ongeluk. Een oppassend man, werkzaam op de spoorbaan nabij het halte gebouw Weesp, werd op het oogeublik, dat hij bezig was met het toeschroeven der rails door een aankomende locomotief over reden en geheel verbrijzeld. Hij laat een diep bedroefde weduwe en een eenige dochter achter. Een bij het Departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gouverneur-Ge neraal van Nederlandsch Indië, van den 16n dezer, bevat do volgende mededeelingen De generaal-majoor Pel is den 9n dezer wederom als militair en civiel bevelhebber in Atchin opgetreden. De gezondheidstoestand was aldaar gunstig. Het stoomschip Salak is op de reis naar Atchin verongeluktde schipbreukelingen zijn te Padang aangebracht. Uit Aden wordt bericht, dat de Neder- landsche cousul aldaar, de heer Salmon, den prins van Wales bij zijn aankomst een adres beeft voorgelezen, dat door Z. K. H. goed gunstig aangenomen en beantwoord werd. Buitenland. Te Lakeubach vierde dezer dagen de emeritus schoolmeester Mauheimer op ruim honderdjarigen leeftijd zijn gouden bruiloft. Zijn echtgenoote is 96 jaar. Professor Tyndall heeft een signaaltrompet uitgevonden, waarvan de luchtdruk zoo sterk moet zijn, dat hij het hoofd van een mensch van den romp zou scheiden, wanneer men 't te dicht voor de opening hield. De klank van dit instrument zal bij mist en storm zes mijlen trillen. De regen kletterde onafgebroken tegen de glazen en viel bij stroomen neder. Sombere dagen stemmen gewoonlijk den mensch tot droefgeestig heid en tot sombere gedachten. Zoo ging het ook den heer Arnolds. In een lraaien, gemakkelijke» stoel zat op dienzelfden avond Arnolds over 'tver- ledene te peinsen. Sombere wolken benevelden telkens, zoo 't scheen, zijn gedachtegang en rimpelden zijn voorhoofd. Twaalf jaren waren sedert 't ver trek van Henri voorbijgesneld. Nooit had die zoon weer iets van zich doen hooren. Was die Henri dan geen onvergeeflijke dwaas. Hoe goed had hij 't kunnen hebben. Weeldo en overvloed waren zijn deel geweest, en in stede van die voor velen zoo begeerde zaken kiest hij vrijwillige ballingschap. Vele menschen gevoelen en erkennen dan eerst de waarde van sommige /aken, zoodra zij die ontberen. Dat is zeer natuurlijk. Ook de oude Arnolds begon te gevoelen, dat 't hem toch bitter griefde, dat hij zijn' zoon niet bij zich had. Zou 't dan toch waar zijn, zoo mompelde hij bij zich zeiven, zou 't toch waar zijn, wat die Kuman mij mededeelde? Maar welk bolang zou hij er bij kunnen hebben, mij op dit punt te misleiden! Maar neen, hoeveel schijn van waarheid zijn verhaal ook heeft, hij moet zich vergist hebben! Van alle rampen, die mij troffen, zou ik deze 't minst kunnen dragenwant zoo Henri zich al tegen mijne plannen verzette en mij heimelijk verliet, toch zou ik niet gaarne mijnen rang en mijn groot vermogen aan een neefje afstaan. Buitendien is hij dood, dan is de kans op ceno verzoening tusschen ons voor immer voorbij, iets dat ik niet gaarne zou willen. Daarbij komt, dat ik mijne krachtan hoe lang» ver te hooren zijn en zou dus het middel kun- neu wezen, dat menige schipbreuk voorkwam. De tweede stuurman van de Pauline, een schip, dat met kolen bevracht was voor het wachtschip London te Zanzibar, beschrijft in een brief het gevecht tusschen een walvisch eu een zeeslang. Er waren vijf walvisschen bij het schip, eu de grootste daarvan werd door een slang aangevallen. Het laatste dier kron kelde zich twee volle slagen om het dikste deel van het lichaam van den visch en scheen hem volkomen meester te zijn. De walvisch uit pijn of schrik, hief zich bij herhaling half uit het water op. De stuurman schatte de lengte der zeeslang op minstens 150 voet. Te Sittard is uit een vijver opgevischt het lijk van een 60jarigen grijsaard, zekeren J. G., die in het naburige Ophoven tehuis behoorde. De ongelukkige was zeer aan sterken drank verslaafd en verkeerde ook den avond te voren in verregaande staat van dronken schap het schijnt, dat hij ten gevolge daarvan in het water gevallen en verdronken is. Uit Dover meldt men per telegraaf, dat verleden Vrijdag de postbooten naar Calais en Osteude niet hebben kunnen vertrekken de boot vau Ostende had echter gepoogd te ver trekken, doch met de grootste moeite gelukte het haar terug te keeren en de haven van Dover binnen te loopen. Het kanon van den Pier donderde onophoudelijk en de klok luidde onverpoosd, ten einde aau de vaartuigen in zee de richting der haven te doen kennen. Een zeilschip leed schipbreuk op de hoogte van den Pier en kwam om met man en muis; er was veertig man aan boord. Volgens men meldt, zouden op de kust van Boulogne 40 schepen gestrand zijn en 100 vaartuigen zouden op de zandbanken ten Zuiden van Folkestone in nood verkeeren. Gelukkig heeft thans een regen den storm vervangen en is de wind gestild. Een vrouwelijk wezen, Bayon genaamd, woonachtig in het Fransche departement du Lot, is ter dood veroordeeld. Ze heeft zeven harer kinderen en een kleinkind vermoord door naal den te steken in de lichaampjes. Eerst na het overlijden van het kleinkind koesterde men achterdocht. De reden voor deze misdaad was dat zij zich meester wilde maken vau een er fenis, die anders voor een deel haar schoon dochter zou teu goede komen. Toen men haar vroeg, waarom zij de kinderen op genoemde wijze om het leven bracht, zei deze vrouw, dat ze eens had hooren zeggen dat het geen pijn deed. zoo meer voel afnemen. Ik ontwaar 't maar al te wel, zoo vervolgde Arnolds, dat ik niet lang meer te leven heb. Komaan, niet langer uitgesteld, wat gedaan kan worden. Mocht Henri nog leven, dan wil ik ten minste zorgen, dat hij niet ia armoede leeft. Hij schelde Bertram. Deze kwam terstond binnen. Hoor eens Bertram, ik heb een somber voorgevoel dat ik niet lang meer zal leven Voor ik in de on mogelijkheid ben wil ik mijne zaken regelen en mijn uiterste wilsbeschikking maken. Gij hebt mij altijd trouw en eerlijk gediend, waart sedert eene reeks van jaren aan ons huis verbonden en deeldet in onze vreugde en droefheid. Ik zal zorgen, dat gij eencn onbezorgden ouder dom hebt. Verder is mijn zoon Henri, zoo hij nog leeft, eenig erfgenaam. Ga daarom nog heden naar den notaris Danner en noodig hem uit morgen ochtend bij mij te komen. Bertram deed wat zijn heer gelastte, kwam spoedig terug en bracht Arnolds 't bericht, dat de notaris den volgenden morgen zou komen. Arnolds begaf zich ter ruste, maar de slaap ver- kwikto zijne vermoeide leden niet. Afgemat stond hij op en wachtte jnet ongeduld op 't uur, dat de notaris zou komen. Van Tol had de boodschap bij diens komst ont vangen, dat zijn oom hem heden niet kon afwachten, iets dat wel eens meer plaats vond, waarover van Tol zich dus in 't geheel niet verwonderde. Tegen 12 ure des morgens verscheen de notaris. Hij werd door Arnolds terstond ontvangen, die den heer Danner zijn plan meedeelde. In de eerste plaats stelde Amolds dan notaris eene som geldi SPREUKEN EN SPREEKWOORDEN VAN VROEGER EN LATER. Een welgesteld gemoed bezit een koningrijk Voor al de schatten der wereld kan men niet éen verloren oogenblik terug bekomen, In den smeltkroes wordt het goud, in deu tegenspoed de vriend beproefd. Ledigheid en luiheid zijn de voorloopers der armoede. Men wenscht oud te worden en vreest den ouderdom. De achting der werel d kan men zich soms door list en huichelarij verwerven, maar eigen achting moet men verdienen. Weten is schoon, maar doen gaat boven weten. Zoolang een vrij, rechtschapen man, Zijn eigen brood verdienen kan, Zoolang ook schaamt hij zich, een gunstbewijs te vragen. En faalt het eind'lijk aan zijn macht Voor 't minst behoudt hij moed en kracht De honger, die hem nijpt, met waardigheid te dragen. Wraak is alleen zoet voor een boos gemoed- Indien uw vriend van honig mocht zijn, eet hem dan niet geheel op. Wees nooit overdreven in uwe vriendschap. Bedenk dat een vriend een vijand kau worden. "Morgen zal ik het doen wil zooveel zeggen als "ik zal het nimmer doen," want nimmer is het morgen. Een der oude dichters zei"Die de waarheid zegt, lijdt honger." Die trotsch is jegens zijne minderen, kruipt voor zijne meerderen. Wie met ernst zegt"Ik wil," heeft 't reeds ten halve gedaan wat hij wil. De tong, zegt een Arabisch spreekwoord snijdt dikwijls 't hoofd of. ONNOOZELE WOORDSPELING. "Wel, wat dunkt u van mijn! oom vroeg een jongmensch aan zijn' vriend. "Hij bevalt mij zeer; waarlijk hij is dood goed "Ik wenschte," sprak de eerste, die eenige erfgenaam van oom was, "dat hij goed dood ter hand. waarvan de rente voldoende zou zijn om, als Arnolds stierf, Bertram te onderhouden. Hiervan werd een behoorlijk stuk opgemaakt en aan Bertram ter hand gesteld. Verder werd er een testament opgemaakt, waarbij Henri Arnolds tot erfgenaam benoemd werd. Mocht 't na verloop van twee jaar blijken, dat de jonge Arnolds niet te vinden is. dan zou een deel van het vermogen voor van Tel en de rest voor ver scheidene liefdadige inriclitiogen ziju. Testament en afschrift waren gereed. Geheel gedachtelet* echter vouwde de heer Danner de beide stukken in elkander en gaf ze toen aan Arnolds over. De notaris met de getuigen vertrokken. Ook Bertram verliet de kamer. Alleen zijnde, trad de heer Arnolds met wanke lenden tred op deu spiegel toe,nam dien weg, drukte op een geheime veer en een verborgen kastje werd zichtbaar. Daarin borg Arnolds het testa ment, sloot toen het kaste, hing den spiegel op zijn plaats en wilde naar zijn' leuningstoel t' rug- keeren maar plotseling, waarschijnlijk door de op gewonden gemoedsgesteldheid, de vermoeidheid en 't lijden, dat zijne krachten gesloopt had. trof hem eene beroerte en toen Bertram, die op den val van zijn heer was toegesneld, met geneeskundige hulp aankwam, was "t te laat. Arnolds had't land der levenden verlaten. - Te midden der drukte en verwarring verscheen ook de heer Danner, die, bij zijne tehuiskomst het testament missende, zich terstond herinnerde, dat hij 't origineel en de kopy beiden hij den heer Arnolds had gelaten. Doch elke poging om de stukken terug "te vinden was vruchteloos. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1875 | | pagina 1