Nienws- en Advertentieblad.
M 1542.
Woensdag
1 Maart.
Zestiende Jaargang.
1876,
Uitgever S. UILTJES.
NIEUWSTIJDINGEN.
LICHT IN DUISTERNIS
HELDERSCHE COURANT
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-NAMIDDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich in alle Boekwinkels, Postkantoren en Hulp-Postkantoren.
Brieven franco.
De prijs der Advertenties van 1— regels i:
Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 1 2 u»
Ingezonden Stukken minstens een dag vroeger
Centen
Vdingen
Helder, Nieuwodiep, Willemsoord, enz.
20 Februari 1376.
Gisteren morgen had alhier, bij het binnen
slepen van 't Nederlandsche fregatschip Honigbij
een ongeluk plaats, dat ernstige gevolgen had
kunuen hebben. Twee vletterlieden begaven
zich met een waschvrouw naar boord van ge
noemd schip. Toen een der beide vletterlieden
zich reeds aan boord bevond, deed een onge
lukkig toeval de v'ht 't onderst boven staan,
waardoor de beide anderen personen in groot
gevaar verkeerden van te verdrinken. De zich
reeds aan boord bevindende, een moedig jon
geling, met name P. de Wijn, aarzelde geen
oogenblik zich te water te begeven, oin zoo
mogelijk de drenkelingen te redden, dat hem
dan ook, met behulp »an andere, inmiddels
van den wal toegeschoten, vletterlieden gelukte.
Door den Majoor-Kommandant der Genie
alhier zal, op den 15 Maart a. s. eene open
bare aanbesteding plaats lebben van het doen
van Grondboringen op de Laanhankalhier.
Raming f 75UO.
Zaterdag 11. zijn door de commissie voor
het exBmineeren van varenslieden te Amsterdam
als tweede stuurman toegelaten, de heeren
F. lt. Coerkamp en S. Duinker, terwijl de
heer T. Bakker vroeger geëxamineerd als eerste
stuurman, met gunstig gevolg werd geëxami
neerd in de kennis van het stoomwerktuig en
het manoeuvreeren met een stoomschip. Ge
noemde heeren hadden onderwijs ontvangen aan
de school voor de zeevaartkunde van den
onderwijzer A. J. Leijer alhier.
In de vergadering van het Departement
Helder der Maatschappij tot Nut van 't Alg>
meen, Vrijdag jl. gehouden in het lokaal Tivoli,
trad voor een vrij talrijk gehoor op, de heer
II. J. E. van Hoorn, predikant, bij de Herv.
gemeente te Hoorn.
Spreker gaf een zeer boeiende schets van
het leven en de werken van den in Augustus
van het vorige jaar overleden Deenschen schrijver
en dichter Hans Christiaan Andersen, waarvoor
allen die deze vergadering bijwoonden, hein
zeker erkentelijk zullen zijn.
Men schrijft ons van Oude Schild, 26
Februari, het volgende
Ata een bewijs van dank en hulde, vereerden
de werkende leden heden den heer W. Mets Tz.
een prachtig geschenk in zilver, voor de krach
tige en belanglooze hulp en medewerking, welke
de vereeniging //Amicitia" van hem mocht oir
dervinden.
Deze jeugdige vereeniging heeft onze
gezetenen inderdaad verscheidene genoegelijke
avonden bezorgd en draagt zeker ook 't hare
bij tot verhooging van den zin voor 't ware en
goedp.
Moge de heer W. Mets nog lang de ziel
van dit gezelschap zijn.
Blijkens een bij het Dep. van Koloniën
tvangen telegram van den Gouv.-Gen van
Ned.-lndië, is door den gen.-maj. Pel het na
volgende uit Atjeh aan de Indische regeering
geseind:
Den 13 Febr. werd opgerukt tegen de XXVI
Moekim. Nadat twee beutings, na veel tegen-
itand en met een verlies van 13 gesneuvel
den waren genomen, werd doorgegaan tot Pongo,
dat verineesterd werd met een verlies van 3
dooden en 10 gewonden. Den 14 Febr. werd
voorlgerukt langs de Atjeh-rivierMiroe met
de daarbij hehoorende moskee en Lamterny
werd genomen2 minderen sneuvelden en de
luitenants ter Beek en Opperman en 10 min
deren werden gewond. Het 13 bat. infanterie
en twee secties artillerie werden naar de grens
tusschen de XXH en IX Moekim gezonden..
Deze kolonne bezette Kajoelo. Den 15 Febr.
werd Tjapoetoc, eene sterk met geschut be
wapende beuling, na hevigen tegenstand ge
nomen en verbrand Dë vijand vluchtte, vele
dooden achterlatende; onzerzijds sneuvelde een
mindere, terwijl de kapt. Berkholst en de Man
21 minderen gewond werden. Aangezien
geen geschikte plaats voor eene vestiging werd
gevouden, keerden de troepen terug naar Pongo,
op hun marsch de kampongs Tjoepoetoe, Lam-
terny en Miroe verbrandende
Den 16 Febr. werd te Pongo begonnen met
de aanleg eenern versterking. Den 17den werd
met dien arbeid voortgegaan. De posten Pan-
ditie, rivierbenting, Berouw en Blang Tjoet
werden opgeheven, en de bezetting van laatst
genoemden post verplaatst naar Pager Ajer ter
verbinding van de posten tegen de XXII Moe
kim met Pongo.
Den 18 Febr. werd voortgewerkt aan de
versterkingenden 19 werd die van Pongo
voltooid
Den 20 Febr. werd aan de versterking van
Pager Ajer voortgewerkt.
Den 21 deed de radja van Pedir stappen
tot onderwerping.
Bij de ageerende troepen was de gezondheids
toestand zeer ongunstig, de geest uitmuntend
De algemeene gezondheidstoestand was niet
verbeterd.
Voor ieder die niet ten eenenmale vreem
deling is op het gebied van onze Nederland
sche Marine is het geen geheim dat het lot,
de positie, de vooruitzichten van de burgelijke-
Marine-administrateurs (ambtenaren der Rijks-
FEUILLETON.
Oorspronkelijke novelle.
Ieders leven vloeit over van weldaden
en zegeningen, zoo men ze maar wil
opmerken.
JOOSTEN AI.S BAAS.
20.
•'tDoet me recht veel genoegen dat ge die goede
vrouw Steenhuis geholpen hebt; ge rijt een beste
man," zei vrouw Joosten, toen haar echtgenoot
op den ons welbekenden avond haar vertelde wat
hij gedaan had.
sik zou haar wel eens willen bezoeken als ge
niet tegen hadt," vervolgde zij.
•Ik heb er niets tegen; integendeel, ge doet
mij genoegen mee."
•Weet ge, Joosten, waar ik bevreesd voor ben?
•Bevreesd lieve?"
•Ja! ik ben inderdaad bevreesd, en wel voor
Steenhuis. Hij haat ons. Laatst kwam ik hem tegen.
Hij was in gezelschap, van iemand, die er alles
behalve fatsoenlijk uitzag. Hij zag mij doordringend
en spottend aan, zei toen iets tegen zijn metgezel,
waarop beiden, mij brutaal met hunne blikken volgden
en in een luid gelach uitbarstten. Ik vrees dien
manwant hij is door en door slecht."
•Och beste vrouw, ik geloof dat Steenhnis meer
uw medelijden dan uwe vrees verdient. Ik denk
werven) uit velerlei oogpunt te wenschen over
laat. En vooral bij vergelijking van standpunt
van dit corps, in liet geheel slechts 36 leden
tellende, met dat van de militaire Marine-ad
ministrateurs (olJicieren van administratie) vult de
noodzakelijkheid der lotsverbetering voor eerst
genoemde» te meer in het oog. De wijze nu
waarop en de middelen waardoor die verbete-
het best zou kunnen worden verkregen,
is dezer dagen beknopt en duidelijk uiteengezet in
een brochure, die bij den uilgever C. F. Stemler
te Amsterdam is in het licht gegeven on
der den titelIets over de Administratie bij de
Rijkswerven, door Dixi. De schrijver behan
delt blijkbaar zijn onderwerp met groote zaak
kennis en wijstr duidelijk de oorzaken aan, die
ene reorganisatie van het corps burgerlijke.
Marine administrateurs dringendnoodig maken.
Wij bevelen Uixr's welmeenende wenken gaarne
in de aandacht van lielanhebbenden en belang-
stellenen aan.
Een reusachtige onderkaak, onlangs in de
nabijheid van Zutfeii opgevischt, is na onder
zoek gebleken tot den vóorhistoiischen tijd te
behooren zij maakt een deel uit van een voor
wereldlijken olifant of inammouth. Het Gemeen
tebestuur heeft haar aangekocht om te worden
bewaard in het natuurhistorisch kabinet.
In een blijkbaar officieus bericht deelt
het '/Dagblad" mede, dat een der groote mo
gendheden aan Nederland en Venezuela beide
haar bemiddeling in het hangend geschil heeft
aangeboden en dat in de laatste dagen onder
handelingen worden gevoerd.
Te Amsterdam is Donderdag de als kinder
en volksdichter alom in den lande bekende dr.
J. P. Heije overleden. Veel wordt in hem
verloren. Hij was 16 jaar lid van 't Hoofd
bestuur der Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen; sedert 1873 secretaris der Maatschappij
van Toonkunst, hoofdoprichter der vereeniging
tot beoefening der inuziek-geschiedenis.
Als mensch onderscheidde hij zich bovendien
door hoedanigheden, die hem de achting en
genegenheid verworven van alleu, die met hem
m aanraking kwamen.
Z. M. heeft tot officier van de Orde dei
Eikenkroon benoemd, kapitein Allen Young,
bevelhebber van de Pandorawaarmede di
luitenant ter zee Koolemans Beijnen, deu tocht
naar de Poolstreken gemaakt heeft, als blijk
Zr. Ms. ingenomenheid met-en erkentelijkheid
voor de gelegenheid, aan een onzer officieren
gegeven om dien tocht mede te maken.
Eene moeder en hare dochter uit de ge
meente Zottegem waren naar Gent gekomen
en wilden terugkeeren met den laatsten trein,
doch kwamen le laat. Ten einde man en vader
altijd om de sclioone woorden, die ik reeds in mijn
jeugd leerde:
Oordeel niet te ras uw broeder,
Die van 'tpad der onschuld glijdt,
Maar tast eerst in eigen boezcin,
Of gij zonder feilen zijt.
Maar dit zij zoo't wil, als gp bij dag haar bezoekt,
kunt gij er zeker van zijn, Steenhuis niet te huis
te treffen."
•Nu, dan ga ik morgen na den middag."
•Afgesproken zei Joosten. »Ge zult wel 't een
en ander weten te bodenken, dat u aanleiding geeft
haar een bezoek te brengen. Laat vooral niet blijken
dat wij 't warendie haar hielpen.
Den volgenden dag was 't vrouw Joosten echter
niet mogelijk aan haar voornemen uitvoering te
geven. Haar jongste kind was ongesteld geworden
en nu kon do goede vrouw't niet van zich verkrijgen
do zorgen voor 't driejarig wicht aan de dienstbode
over te laten.
De gansche week verliep zonder dat vrouw Joosten
in de gelogenheid kwam er op uit te gaan, en toen
zo later haar oude buurvrouw opzocht was deze
reeds veHuiisd.
Juist stond ze voor de woning, welke vrouw
Steenhuis met bare kinderen voor een paar dagen
verlaten had, toen Steenhuis. mogelijk door nieuws
gierigheid gedrongen, aan de overzijde voorbij ging.
•Wat heeft die daar te maken?', dacht hij, toen
hij vrouw Joosten zag staan. »Maar wat zie ik, 't
huis gesloten? Jawel, hoor! Ze zijn verhuisd, want
de gordijnen zijn ook weg. Zie me die dame daar
eens aan, welke eene staatsie! Ik heb 't altijd ge-
zegd," vervolgde Steenhuis in zich zeiven, 't gaat
en eene tehuis gebleven dochter gerust te stellen
zonden zij het volgende telegram af (letterli)k)
"Nous avons manqué le train, mama et morle.
Men meende natuurlijk: "mama et moi." Men
deivke, wat er te Zottegem na aankomst van
die depêche gebetirdpVader en dochter le
verden zich over aan hunne droefheid en.trokken
met den laatsten trein, die omtrent 10 ure te
Gent aankomt, naar die stad, oin te gaan zoeken
mama dood was.... Onnoodig te zeggen
dat de levende de doode niet vonden, en dat
de geheele familie den volgenden morgen in
liet station, bij 't vertrekken van den eersten
trein elkander tegen het lijf liepTableau!
In de vorige week liep op de Beurs van
Antwerpen het gerucht, dat zich een makelaar
uit de voetpn had gemaakt met een tekort in de
_as van 300,000 francs, zijnde gelden, die hem
grootendeels in kleine sommen door burgerlie
den waren toevertrouwd.
Te Brussel heeft eene 62-jarige vrouw
eene 56-jarige met wie zij samen woonde, ge
worgd en daarna opgehangen, om aan zelf inoord
te doen gelooven. Een man van 36 jaar leefde
in ongeoorloofde verhouding met de oudste der
twee vrouwen en deze legde haar mede bewoon
ster ter laste haar minnaar tot ontrouw te heb
ben verleid. De vrouwen waren aan de drank
verslaafd. De moord had in den vroegen mor
gen plaats na het vertrek van beider vriend.
Aan de prefecteur van politie te Parijs
hield de vorige week een rijtuig stil, waaruit
een onbekende stapte.
Het cabinet van den prefect, vraagt hij aan
den conciërge.
De prefect is er niet, antwoord de beambte
op den eigennaardigen toon aan die lieden ei-
gen.
Pardon, vriendje, ik vraag niet naar den pre
fect, maar naar zijn cabinet.
-Maar ik zeg u toch, dat de prefect er niet
is. Wat wilt ge dan in zijn cabinet uitvoeren?
De mijnheer, hoe langer zoo beleefder: Als
ik zoo vrij mag zijn u te doen opmerken, dat
u zulks niet aangaat.
Kom, loop naar de maan
Met uw verlof, dat doe ik niet. Ik ga naar
het cabinet van den prefect.
Moet ik je dan voor de derde maal zeggen
dat mijnheer de prefect er niet is
Dat' weet ik wel want ik ben de prefect.
Tableau
(Naar men weet werd dezer dagen Léon
Rénault als prefect van politie vervangen door
den heer Felix Voisin.)
Bij Monaco was een gedeserteerd soldaat,
door den honger gedreven, in den schoorsteen
van eeu tijdelijk onbewoonde hut bedrongen.
er hij Joosten niet alles richtig toe,"
•Waar staat ge zoo aandachtig naar te kijken
Steenhuis?" vroeg onverwacht iemand, welke hem
de hand op den schouder legde.
Gij doet mij schrikken Joosten! Welk belang
kunt go er hij hebben, te weten, waarnaar ik zie?"
was 't knorrige antwoord.
•Steenhuis! ik stel meer belang in u dan gij
vermoedt."
•Val mij niet lastig, zeg ik u."
•Wilt ge dan niets met me te doen hebben
•Neen! A! loopt 't u mee in de wereld, denk
daarom niet dat ik minder ben. Dien God lief heeft,
dien kastijdt Hij."
•Ik wenschtc u to helpen; kom loop met mij mee
naar huis, dan kunnen we eens praten."
•Dank je Joosten!" Met deze woorden keerde
Steenhuis zich om en vervolgde zijn' weg zonder
eens te groeten.
•Och I" dacht Joosten, »hoc gelukkig zou ik zijn.
indien 't, mij vergund werd dien man weer op den
rechten weg te brengen. Hij waant zich godsdienstig,
maar 't is godsdienst der lippen, godsdienst buiten
't leven.
Bidden, maar zonder de hand aan den ploeg,
Is dat voor 'tChristelijk leven genoeg?
Werken maar zonder 't oog op den Heer,
Daalt daar wel zegen des Hemels op neer?
Werkend gebeden en biddend gewerkt
Zóo wordt uw hand en uw harte gesterkt."
Deze woorden schoten Joosten te binnen toen
Steenhuis zich van hem afwendde.
Joosten had een schat van spreuken en korte
gezegden in 't hoofd. Zijne ouders hadden hem die
in zijne jeugd laten leeren, en al menigmalen hadden
zij hem levenswijsheid geschonken. »Het nut van
't in 't geheugen prenten van dergelijke spreuken
en versjes is van grpot belang. In 't leven met zijne
duizende schakeringen cn toestanden rijzen zij ge
durig voor den geest en bewerken soms meer goeds
dan vele woorden en lange redenen," zei Joosten
altijd.
•Ik wil vrouw Joosten eens volgen." dacht Steen
huis, •mogelijk dat zij me op 't spoor brengt, waar
mijne vrouw heen gevlogen is."
Hij moest zich echter haasten, want vrouw Joosten
sloeg eene dwarsstraat in. Hij volgde haar echter
zoo na mogelijk.
s'tKan zijn nut hebben, dat ik weet waar mijne
vrouw woont," dacht Stcenhuis.
In een der armste wijken stond vrouw Joosten
vooreen onaanzienlijken kelder stil. »Nu heb ik genoeg
van de historie, daar woont ze, want ze komt zelve
huiten."
Vrouw Joosten bleef lang hij hare oude buurvrouw,
en toen ze wegging was or troost in de schamele
woning, want de deelnemende liefde had vrouw
Stecr.huis getroost en gaf haar kracht om te doen
wat ze kon.
Dankbaar kon zo nog erkennen, die geschokte
vrouw, dat 't haar niet aan zegen ontbrak.
Een vriendelijk, een troostend woord is een zonne
straal in den stikdonkeren nacht van rampen
tegenspoeden voor zoo menigeen die strijdens moe
Van dien dag af had er eene groote verandering
hij de goede vrouw plaats, want toen Joosten en
zijne vrouw 's avonds over hunne ontmoetingen op
dien dag spraken, besloten zc do kinderen van vrouw-
De schoorsteen was nauw en de soldaat bleef
dientengevolge aan een ijzer beklemd ziften,
zoodat hij niet naar boven of naar onder kon.
Drie of vier dagen hoorde nun zijn kreten,
zonder te weten, waarvan zij kwamen want de
ut ligt op den top van een berg 60(J meters
boven Monaco. Acht dagen later kwam de eige-
der hut er toevallig in, en zag de heenen
van den ongelukkige uit den schoorsteen han-
Het vleessh van een der armen was bijna
geheel verscheurd, naar het scheen opgegeten;
de tanden waren tegen de steenen verbrijzeld.
Op den hoogen schoorsteen een er bier
brouwerij te Berlijn hadden een paar ooievaars hun
nest gevestigd Dat kon, want in den tijd dat
de ooievaars er waren, stond de brouwerij stil.
Later werd echter de brouwerij verkocht, cn
tot woningen voor den arbeidenden stand inge
richt, en de hooge schoorsteen moest nu de
rook van die woningen afvoeren. De ooievaars
waren verbaasd over den hun daardoor veroor
zaakten tast, maar zij wisten raad Met aarde
en klei werd de opening vin den schoorsteen
dicht gestopt, en 't nestelen kon ongehinderd
voortgaan. Maar dat leek het beneden inwo
nende menschdom niet, want alle schoorstccnen
rookten! Na tang zoeken ontdekte men de
oorzaak, stoote den dam weg, ende ooievaars
zaten weer in den rook.. Fluks stopten zij
't gat weer dicht, en beneden werden de men
schel) weer als in een bokkinghang verplaatst.
De menschen echter gaven het tegen de ooie
vaars op. Men liet den dam den dam, en
maakte wat lager in den schoorsteen een
opening voor den rook.
Eindelijk is er omtrent het langvermiste
icliip met landverhuizers de //Strathmore" be
richt ingekomen. Te Dundee werden door de
//Siërra Morena" dezer dagen eenige lieden aan
wal gezet, die mpt de "Strathmore" dereisge-
inaakt hadden. Het verongelukte schip bevond
zich op zijn eerste reis. een prachtig vaartuig
van omtrent 1600 ton. In 't begin van 1875
nam het te Londen zijn lading in en zeilde in
de eerste dagen van April met een groot getal
passagiers uit met bestemming naar Nieuw-
Zeeland. Omtrent de oorzaak van de ramp zijn
geen bijzonderheden bekend, doch nun giste dat
't schip op een ijsberg gestooten had en daardoor
in zulk een toestand geraakt was, dat men het
had moeten verlaten.
Het onderzoek in zake het ongeluk van
de stoomboot Stralhelydenabij Dover door de
stoomboot Franqonia in deu grond geboord,
heeft te Deal plaats gehad. De kapitein en
officieren zijn verhoord en hebben verklaringen
afgelegd, die zeer zware beschuldigingen inhou
den tegen den kapitein der Franqonia Bevat-
Steenhuis ter school te laten gaan, haar zelve naai
werk te verschaffen, en zoo 't gezin uit den ellen-
digen toestand op te heffen.
Van dank wilde Joosten nu, zoo min als bij andore
gelegenheden, weten.
•Uw dank is mij zeer aangenaam, doch overigens
tracht ik te leven naar dezen stelregel:
Poet al 't goed dat gij kunt.
Laat al 't kwaad dat gij moet:
Zoo stelt ge er twee tcvreên:
Uw God en uw gemoed.#
Bij voortdurende toeneming van welvaart vergat
dus Joosten niet ook anderen te helpen en te steunen
met woord en daad.
•Wat duivel, ben jij dat Armand? vroeg Steenhuis
toen hij de straat uitliep, in welke hij vrouw Joosten
gevolgd was.
•Je bent voor den drommel toch zeker niet blind?"
•Neen man."
Maar kerel, wat zie je er beroerd uit. Bah! 't
gaat jc ook al niet naar den vleesche."
•Weetje wat. Armand, men zóu 't vertrappen om
arm te zijn. Maar waar heb jc Bernard gelaten?"
•Bernard gelaten?"
Ja, Bernard gelaten? Of is hij te huis?"
Dat galgenaas is mij spoedig ontloopeu'tWas
op de Rotterdamsche kermis
•Maak je niet boos Armand. Ik heb zaken; je
kunt me helpen. Er is veel geld te verdienen.
Wordt vervolgd.