HELDER8CHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna DE HELDERSCHE COURANT Aardrijkskunde Het Eiland Texel w No. 4302 DONDERDAG 23 APRIL 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 cL, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37$ 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Broote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Zaterdagmiddag. is DINSDAGS-, DONDERDAGS- en ZATERDAGS na half één verkrijg baar in de KIOSK (Vestibule) aan het Station, :- - a 21/» cent. - -: BINNENLAND. Het zwervend jongetje te Zoeterwoude. Het 10-jarig knaapje, dat Zater dagavond onder Zoeterwoude werd gevonden en vooraf door zijn stief moeder verlaten te ziju, is gebleken reeds een volleerde bedrieger te zijn, die de politie met den medelijdenden burgemeester die hem liefderijk in z(jn huis opnam incluis, heeft beet genomen. Uit oen onderzoek is gebleken, dat de jongen - ditmaal voor de achtste maal uit het ouderlijk huis te Haarlem is weggeloopen. Uitbreiding Centraal-Station te Amsterdam. Bij de Tweede Kamer is blijkens raededeeling, Dinsdag door den Voor zitter gedaan, ingekomen een wets ontwerp tot verklaring van het alge meen nut der onteigening ten be hoeve van uitbreiding van hetCeutraal- Station te Amsterdam met aanhoorig- heden, bouw van een tweede viaduct langs de Haarlemmer Houttuinen aldaar en verbreeding van de aan- belende spoorbaan. In de toelichting tot het bij de Tweede Kamer ingekomen wetsont werp voor de onteigening, wordt mede gedeeld, dat het groote, ieder jaar toe nemende aantal treinen, dat op het Centraalstation te Amsterdam moet worden behandeld, liet noodzakelijk maakt dit station uit te breiden. De hoofdsporen die naar en van het station leiden, zijn in aantal niet meer voldoende en de rangeerter reinen aan beide zijden van het middenstationseiland zijn te bekrom pen. Vertragingen bij aankomst en vertrek der treinen kunnen hiervan het gevolg zijn, terwijl de dienst slechts met de grootste inspanning kan worden gaande gehouden. Ten einde het aantal perrons te kunnen vermeerderen, de rangeer terreinen belangrijk uit te breiden, een nieuw terrein aan te leggen in het Westerdok, zoomede het aantal hoofdsporen in westelijke richting te verdubbelen, zijn verschillende wer ken ontworpen. Stuurliedenexaman. 's-Giavenhage, 20—21 April. Ge slaagd groote stoomvaart eerste stuurman Z. K. Leclerq, derde stuur man C. Ewoudt, J. de Groot, K. Gomes en C. J. Degraan. De Emmabloem. De opbrengst van den verkoop van de Emmabloem te 's-Gravenhage is ongeveer f 8000, in welk bedrag f 850 is begrepen, te Scheveningen ont vangen. Te Zaandam bedroeg de opbrengst van het T. B. C. bloempje ruim f800, d. i. ongeveer f100 minder dan in het vorige jaar, waarop waarschijnlijk de staking niet zonder invloed is geweest. Zonderlinge wraakneming. Het dienstmeisje van ds. Drijver te Naarden zou met 1 Mei haar betrek king verlaten. Zij had reden om aan te nemen, dat mevrouw haar geen goede getuigen zou geven, en om haar boosheid hierover te uiten, deed zij Maandagavond... Sunlight-zeep in de koffie, voor de familie bestemd. Mevrouw Drijver dronk van die koffie doch proefde dadelijk een vreemden smaak. Vergiftiging vreezend, riep men de hulp van een geneesheer in, van door P. DEUZEMAN, Hoofd dor School te De Cocksdorp op Texel en Leeraar Middelbaar Onderwijs in Aardrijkskunde. In 1914 herzien door: J. DAALDER Dz. en W. METS Tz. 1). HOOFDSTUK L Ontstaan van Texel. Het eiland Texel is een der merk waardigste plekjes van Nederland en wel waard nader te worden gekend. Het is ongeveer 5 uur lang, nagenoeg 2 uur breed en beslaat eene opper vlakte van 18355 H.A., lerw(jl de bevolking ongeveer 6600 zielen be draagt. Door vele schrijvers uit vroeger en later tijd wordt aangenomen, dat Texel eenmaal met den vasten wal verbonden was. Een bepaald jaar, waarin de afscheiding van den vasten wal heeft plaats gehad, is niet op te geven, om reden, dat die afscheiding voor en na, dus langzamerhand, ten gevolge van verschillende watervloe den, is bewerkt. Vooral de watervloeden van 839, 1170 en 1260 schijnen van grooten invloed geweest te zijn. De drassige, wiens onderzoek spoedig aan het licht bracht, dat er van vergiftiging geen sprake was. Het meisje werd ontslagen en door de politie naar de ouderlijke woning te Haarlem gebracht. Prettige buren. Eenigen tijd geleden werd een tc Arnhem aan het Paleis van Justitie, aan de Groote Markt, grenzend pand verkocht. De meening vóór den ver koop, dat het Rijk dit huis zou koo- pen voor de stichting van een zaal voor den krijgsraad, bleek niet juist en een particulier werd kooper. De nieuwe eigenaar heeft nu in den tuin van het door hem aangekochte huis, grenzende aan dien van het Paleis v. Justitie, een groot draaior gel doen plaatsen. Tijdens de zittin gen der rechtbank wordt voortdurend muziek gemaakt waarbij twee orgel draaiers elkander afwisselen. Bij de behandeling van de rechtzaken wordt van dit, afschuwelijk klinkende orgel spel, groote hinder ondervonden en evenzeer bij de werkzaamheden op de griffie» en het pai ket. Ook de be woners van het belendende Israël ie- tisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis worden door het voortdurend afdraaien van alle mogelijke straatdeunen zeer gekweld. Men schijnt evenwel mach teloos te staan tegenover don nieu wen eigenaar van hel verkochte huis. De Nijmeegsche kermis. Bij de Dinsdag te Nijmegen ge houden verpachting van een aantal standplaatsen op de dit jaar te houden kermis, werd niet minder dan ruim f23,000 besteed. Voor een stoorn- caroussel wordt betaald f5611, voor 2 cakewalks of dergelijke inrichtingen f1665 en f2313, voor rodel-of slede- banen f1810 en f 2940. Diefstal, moord en brandstichting. De Rechtbank te Almelo veroor deelde Tijman die te Denekamp een weduwe vermoordde, brand stichtte en diefstal pleegde, overeenkomstig den eisch, tot twintig jaren gevan genisstraf, onder aftrek van het voorarrest. - Uit de rubriek „Onder dü Streep" van het „Handelsblad": Open brief. Vun de habitués van het Dam-mo nument. Meneer de Redacteur I Als waarachtige vrinden van het verdwijnende Dam-monuinenl, wagen we het uw aandacht te vragen, om met een enkel woord onze belangen te mogen bepleiten in deze dagen, nu met elk uur een brokje meer van het Eendragts-monument ver- dwijut. Want wij zijn niet slechts steeds geweest de waarachtige vrinden van het Dam-monument, - wij zijn ook de naaste belanghebbenden van dit even fraaie, als voor óns nuttige gedenkteeken. Onze onderteekening zal U wel licht niet duidelijk genoeg maken wie we zijn. „Nacht-dalfers", meneer de redacteur, zijn slapers, die den nacht in de open lucht dooi-brengen. Wij waren het, die jaren-lang het voorrecht genoten, onder de hoede, ik schreef bijna: in de armen! van ons Nederlandsche vrijheids beeld op den Amsterdamschen Dam den slaap te slapen des rechtvaardi gen Amsterdamschen nietsdoeners. Wij Dam-dalfers deden overdag nietswij zaten gezamenlijk op den hard-steenen rand om het water bassin, waaruit de magere zuil zich verheftwij zaten daar rustig en goedwe praatten wat, en zwegen watwe rookten een pijpje en pruim den een keesjede hakken van onze laarzen lieten we bengelen tegen de steenen schoeiing, en als we moe werden van het nietsdoen, strekten we ons lang-uit op de breede steenen kussens en knapten een uiltje; we dronken een slokje uit de gelegen heden in de buurt, en als de lieve centjes op waren, dronken we van het overheerlijke Vechtwater, dat bij feestelijke gelegenheden de leeu wenkoppen uitspoten. veenachtige bodem, ten zuiden en oosten van Texel, werd verzwolgen, vooral toen de zeegaten verbreed waren door eeuwenlange werking en uitschuring b(j ebbe en vloed, zoowel als door verschillende stormvloeden en geregelden en herhaalden afslag. In den Romeinschen tijd, die van 50 vóór Christus tot ongeveer 300 na Christus geboorte loopt, voor zoover ons land betreft, zijn er geen gronden te vinden om aan te nemen, dat Texel toen alreeds een eiland was. Spoedig veranderde dit echter. In een geschrift van den heer Engelberts, getiteld „Aloude staat der Vereenigde Nederlanden" leest men, dat Huis duinen vroeger een aanzienlijk dorp was, doch door de verplaatsing der duinen veel kleiner werd. De oude kerk aldaar moest in 1648 meer land waarts gezet worden en in het jaar 1678 moest men de kerk van Den Helder tengevolge van het voortdrin- der zee verplaatsen. Volgens vroegere berichten, zoo verhaalt die schrijver, zouden de zandbanken ten noord westen van Huisduinen, namelijk do Noorder- en Zuider-Haaks, eenmaal vruchtbare landstreken geweest zijn, die zich tot twee uur westelijk en noordwestelijk van Huisduinen zee waarts uitstrekten en met bosschen waren bedekt. Zelfs konden de oude bewoners van Huisduinen een balk in een huis aanwijzen, die eenmaal Toen in latere jaren het eigenlijke water-bassin gedempt werd met zwarte aarde, en.de blommetjes en granium potjes door de gemeonte- tuinlui daar geplant werden, koester den we ons in dit genoeglijke tuintje in het hartje van de stad, en ver beelden ons, dat we in ons eigen sla-tuintje te koekeloeren zaten. Tegen den avond maakten we het ons nog wat gemakkelijker; alles went, - ook het maffen op een bed van hardsteen. Het was er dikwijls zóó rustig rusten, dat diep in den nacht de studentjes ons gezelschap kwamen opzoeken, om als toekomstige heeren van de balie het nachtelijk balieklui ven ons te leeren. En dit deed den dienst-kloppers onder de klabakken wel eens een oogje dichtknijpen, wanneer een onheusche inspecteur ze weer bevel had gegeven, ons Dalfers-volkje, dat mot den politie term van „zee-leeuwen" werd aan geduid, van daar te verjagen, omdat het Dam-decorum er onder heette te lijden, als een aantal trouwe Neder landers aan de voeten van hun Een- dragts-beeld do nachtwacht betrokken had. Dit alles is nu straks voorbij Op dien fatalen eersten April zijn ze begonnen de schutting op te slaan om het monument, en het eerste ge volg daarvan was, dat het sloopers- volk onze schoenpoets-bakken weg schoof, en ons met een onvriendelijk handgebaar uitgenoodigde, of we naar ergens anders wilden verhuizen. Ziehier, meneer de redacteur, nu onze vraagWaarheen moeten we verhuizen?Er is slechts één mid delpunt van Amsterdam, en het gaat niet aan, door een gril van den Ge meenteraad een aantal eerbare burgers uit hun knappe nacht-asyl te ver- stooten We waren er zoo tevreden waarom moest het aantal onbewoond verklaarde woningen er met één ver meerderd worden En wat doen wij zee-leeuwen voortaan op het droge, of wat erger is: op oen leegen Dam? Eiken dag brokkelt er een stukje meer af van onze eerezuilstraks zijn ze aan ouzo hard-steenen slaapsteden toe. En in wanhoop en wrevel wenden we ons ten laatste tot de krant, om onze klacht en grief openbaar te maken. Hier dreigt aan de voeten der Eendragt een onrecht to geschieden, tegenover die zich hoogachtend tee- kenen, de Amsterdamache Dam-dalfers. UIT DE INDISCHE MAIL. De stranding der „Koningin-Regentes". Uit het „Bat. Nbl." van 26 Maart: Op 23 Maart had de „Koningin Regentes" te Priok kolen geladen, waar ze vertoefde voor de met de „Hertog Hendrik" te houden vloot- manoeuvre. 's Avonds om half vier vertrok het schip vandaar voor hot houden van een nachtelijke schietoefening. Hoe het schip op een rif was geloopen, dat duidelijk op de kaart stond aan gegeven, wilde ons de eerste officier niet zeggen. ZEd. noemde dat te nautisch-technisch om nader te om schrijven. Van andere zijde vernamen we echter dat door het werken met de zoeklichten de aandacht blijkbaar moet zijn afgeleid. Het schip raakte zonder dat men er erg in had be langrijk uit den koers en schoof ten slotte langzaam op het rif. Een schok viel niet waar te nemen, maar de boot lag muurvast. Eerst probeerde de commandant door achter uit te slaan los te komen, doch 't baatte niet en toen door peilen de situatie was opgenomen werd naar Priok om hulp geseind; ook aan de Hertog Hendrik" die in de buurt rondzwalkte werd draadloos bericht gezonden van het ongeval. Den volgenden morgen vroeg werd onderzocht, of het schip averij be komen had. Gelukkig was het onder zoek zeer bevredigend, zelfs geen huidplaat was verbogen. De bodem, waarop de boot was gestrand, bestond op de Haaks zou gegroeid zijn. Dit was dus een teeken, dat daar vroeger land moet geweest zijn en Texel der halve langs den weg over de Haaks met den vasten wal verbonden was, zoodat men zich te voet van dat eiland naar den vasten wal van Noord- Holland kon begeven. De heer Van den Bergh deelt in een zijner werken en wel in zijne „Middel-Nederlandsche geographie" mede, dat de bisschoppen van Utrecht er een lijst (blafferd) op nahielden van al de bezittingen en onderhoorigheden, die tot het bisdom Utrecht behoorden. Genoemde schrij ver vertelt ons, dat op die lijst tusschen de jaren 900 en 1000 na Christus ook ons eiland voorkwam onder de be naming „Insula Texle" eiland Texel.) Hier wordt dus voor het eerst van Texel gewag gemaakt als „eiland. „De scheiding van den vasten wal „blijkt ook uit de zoogenaamde „Tradi- „tionus Fuldenses" op het einde der „8e eeuw, waarin melding gemaakt „wordt van de fluvius Maresdeop „Marsdiepen Daarbij wordt de mogelijkheid aan genomen, ja, 't wordt zelfs waar schijnlijk geacht, dat de afscheiding tusschen Texel en den vasten wal ondiep was, zoodat de Wadden, door welke die afscheiding bewerkstelligd wordt, geheel begaanbaar waren. De geheel uit koraal. Direct werd begonnen zware lasten te lossen. Vier prauwen namen de ankers, kettingen en de ammunitie over. Aan dit werk was men nog druk bezig. De „Hertog Hendrik", die gisteren op de plaats des onheils arriveerde, heeft inmiddels met stalen trossen eene verbinding met het gestrande schip tot stand gebracht en zal, zoo dra er voldoende gelicht is, probeeren het schip af te slepen. De overste geloofde niet, dat het uoodig zou ziju de kanonnen te lossen, trouwens dat zou met de aanwezige hulpmiddelen onmogelijk zyn. Moet men daartoe besluiten, dan zal daarmede zeker geruime» tijd gemoeid zijn. Daar de rijzing in het water slechts zeer gering is bij eb en vloed, werkt dit niet mee om het schip vlug af te brengen. Dinsdagochtend kwam de vice-admiraal Pinke per gouver- nementsstoomer „Edi" uit Priok aan en begaf zich direct aan boord van de „Koningin Regentes". De commandant der zeemacht bleef tot gistermiddag twaalf uur en keerde toen met den zelfden stoomer naar Priok terug. Ook de eskader-commandant bracht met den torpedojager „Wolff" een bezoek aan de vastgeloopen boot, terwijl bovendien de „Assahan" op eenigen afsland ter assistentie gereed ligt. De „Java" en de „Edi" ziju reeds weder terruggekeerd en liggen in de haven te Priok. Men hoopt hedenochtend met lossen gereed te zijn en dan direct te be ginnen met het afsleepen. Of dit luk ken zal, is een vraag, die thans moeilijk valt te beantwoorden. Nader vernemen we nog, dat hedenochtend om tien uur de „Hejtog Hendrik" een poging heeft aange wend om om de „Regentes" af te slepen. Tegelijk met het spannen dei- kabels, vuurde men op de „Regentes" het voorkanon af om te trachten be weging te krijgen in het schip. Het resultaat was echter nihil. Er wordt dus doorgegaan met lossen. Reeds is men genoodzaakt geweest 300 ton steenkolen over boord te gooien, daar er geene lich ters waren. Het ongeluk moet zijn gebeurd op de platvoetwacht. Luit. ter zee Blom had de wacht. Eenonderzoek in de zaak is gaande. Men deelde d.d. 27 Maart aan het „Bat, Nbl." aan het departement van Marine mode, dat de. gestrande oor logsbodem nog steeds op het rif zat. Gisterenmiddag heeft men er een kraan van 15 ton heen gesleept, waarmee heden de kanonnen zouden worden-gelost. Vanavond om 11 uur zal de „Hertog Hendrik" eene tweede poging doen om het schip af te sleepen. Men hoopt thans op betere resultaten. DE WEEK. 22 April. In dagen van vreemd-zomersche, van zon-stralende lente. Waarin, plots, de thermometer stijgt in de schaduw - tot een eind over de zeventig. Eu in de zon tot naar de negentig, wordt verzekerd Waarin de zomersche stroohoeden verschijnen en de gespleten rokken. En de poezele boezems, naar over- groot-moedei lijken trant ontbloot ge laten Waarin grijsaards genieten van „den ouderwetschen dag". De mus- schen beginnen te vreezen, dat ze, - op de daken - duizeling van de hitte zullen krijgen, in het middag uur. De Duitsche muzikanten scharen zich vobr het café-raam, waarbij ik zit te pennen. Zij gaan blazen Het oude Wilhelmus voorop, ter eere van den jaardag des Prinsen, herstellend van zyne neuralgische ziekte uit Neumark naar Patria terug gekeerd. Het oude „Wilhelmus!"... De Duitsche muzikanten kijken, loeren, observeeren Glimlachen tegen el kaar. Zulke vreemde kerels toch, - die Hollanders! Verteld wordt, dat voormalige verbinding met den vasten wal blijkt thans nog genoegzaam uit de groote overeenkomst in planten, dieren en grondstoffen van Texel met 't naburige gebied van Noord- Holland. Men lette hierbij natuurlijk op die dieren en planten, welke in het wild voorkomen en niet op die, welke opzettelijk door den mensch naar ons eiland zijn overgebracht, zooals onze huisdieren, onze graan soorten, enz. De vorm van Texel en de overige Wadden-eilanden wjjst er duidelijk op, dat we hier met afge slagen stukken vastland te doen hebben. De kenmerken toch dier eilanden, welke in vroeger tijdperk met het vaste land verbonden waren, zijn: a. De ligging in de nabijheid van 't vasteland. b. De ligging evenwijdig aan de kustlijn van het vasteland. c. De langwerpige vorm. d. De afscheiding heeft door mid del van ondiepe zeeén plaats. e. Gelijke geologische gesteldheid of gelijke grondsoorten als *t naburig vastland. f. Overeenkomst in plantengroei (flora). g. Overeenkomst in dieren (fauna). h. 't Aantal dier en plantensoorten is kleiner dan dat van 't vaste land. zij voor Oranje het vuur uit hun sloffen zouden loopeD. Dat wie den Oranje-naam te-na zou komen, een pak-slaag kon oploopen in deze landen. En ze blijven zitten. IJzig, onbe wogen, roerloos, als mummies. De hoofdman der oempa's trekt de schouders op. Verzamelt centen. Nu blazen zij wat anders. Een suggestief wijsje. Iets, wat denken doet aan Zigeuners-dansen Rin kelend. Rinkelbommend. En waar achtig diezelfde flegmatische, niet uit hun slof te jagen Hollanders zingen nu; laten glazen, schotbitjes, fcopjes, tegen elkaar kitsen en rinkelen Rare lui De zon straalt over het jolige leven van zoo'n nieuwen, „nationalen feest dag" We zijn nog niet echt ge wend aan 19 of 20 AprilMacht ja nichtsWij doen mee zoodra er pret, jool valt te maken. De „kroegen" zijn later dan anders open, althans in de Hofstad. 't Gaat „crescendo?" Och, waarom zou 't niet gebeuren, straks Dat we ook een „cancan" gaan beenen, huppelen en zwaaien op de straat, op het plein We moeten nog wat ontdooien. Maar: we zy'n op-weg Op zwoel-zonnigen dag van koes terende, stovende, vreemd-warme zomerlente hebben wij gehad de eerste „groote rede" van den minister van Financiën in het extra-parlemen taire kabinet van 1913. In den laten namiddag verscheen in de zaal van het Parlement - premier. De kleine man met het vriendelijke gelaat, het sneeuwwitte baardje. Hij, mr. Cort v. d. Linden, ging allereerst naar de groene tafel. Daar zat zijn collega Bertling, juist gereed met zijne „groote rede". Wat bleek, wat ontdaan, wat-teleurgesteld was mr. Kolkman's opvolger. Toen hij den premier zag, sprong Z.Exc. van Financiën op, - maakte diepe buiging, boog nög-eens, bleef staan, in de diep deferente, wat-ver- legen houding van een hoofd ambtenaar, die zijn opperchef begroet. De heer Bertling leeft nog heelemaal in de sfeer van ambtenarij, kan zich niet voorstellen dat hij in staats rechtelijken zin, de gelijke is van minister Cort v. d. Linden, - hoe zeer deze laatste ook z'n best doet om de „pose" aan te nemen van collega tot-collega...Wat, door 'sheeren Bertling's schutterige overhoffelijk- heid niet lukt Die Dinsdag-middag 21 April, kwam de kleine, schrandere premier „pools hoogte nemen". Hij fluisterde wat met Bos, hij praatte een poosje met praeses Borgesius. Hij zal 't nu wel weten. Dat de man, dien hij op aanbeveling van mr. Treub - de Kroon heeft voorge dragen tot Minister van Financiën, een goede, beste, brave, trouwe, nobele, eerlijke, ijverige man is. Expert van je-bovenste plank, misschien, in belastingzaken. Een „rond de cuir" noemen de Parijzenaars dat. Maar voor den premier van een Kabinet, die zoekt een financier-a la Palijn, een ii la Van Gijn, een van groote lijnen, van suggestieve kracht, van kloek inzicht, een die de Kamer vermag te boeien, te bekoren, tot vertrouwen en bewondering te dwingen Voor zülk een premier wat de Indisch-gasten gewoon zijn „een koopje" te noemen. En wélk ëen 1 Waaraan men kan vastzitten, tot dat gansch het Kabinet zich lichtelyk- onbehagelijk begint te gevoelen in de streek, waar gummi- of andere boord knelt. Minister Bertling heeft - op dien Dinsdag-middag 21 April verklaard dat hij het suikerpotje sluit, en den inhoud ervan niet zal aantasten. Voorts dat hij onze biertjes (met V* cent per glas!) en onze sigaren, onze pijpjes zal bezwaren, 't Zijn „genot middelen". Verder heeft Zijn Excel lentie opdien van zon en zomerlente stralenden middag, niets gezegd. De Kamer dezen minister aan- hoorend dommelde glimlachend. Half-luisterde glimlachend... Geeuw de Herademde toen 't uit was Zóó verliep minister Bertling's „eerste groote rede", waarin niets werd teruggenomen of toegegeven. De heer Patijn luisterde met kwasi- aandachtig, ironisch-ernstig gezicht. Dr. Bos had het hoofd achteruit ge leund en lachte tegen de huppelende zonnestralen Ik zal nooit vergeten dat moment, toen minister Bertling naar Rechts en naar Links keekHoe z(j 't hadden gevonden? En toen, in de van zon badende Kamer in later-wordenden zomer- lente-middag, - geen teekentje van instemming werd gehooid. De voor zitter even later - de zitting verdaagde „ondanks het nog niet zeer-ver gevorderd uur 't Was vreemd. Glimlachend, schokschouderend, in grillige lente-stemming, - zochten wij de zonnestraat op. Zou er straks een „ministers-lijkje" te betreuren zyn Wij piekerden en „boomden" er wel over. Maar we waren zoo zorgeloos, dat ik 't maar zal toeschrijven aan de grillige zon, die ons stoofde alsof 't mid-zomer, alsof 't half-Juli ware Wij hebben - in ons Vredes paleis, gekregen eeu fameus- grooten, effectief-zilveren inktkoker van de Portugeesche Republiek. Dat is eigenlijk het allervoornaamste nieuws, uit de bladen op te diepen thans, - geloof ik haast. Of is de tijding, dat de Spaansche schatgraver over wiens praktijken ik me herinner al een kwarteeuw geleden te hebben geschreven en er tegen gewaarschuwd, - zijn oplichters- slimmigheden heeft hervat, - bij geval interessanter tijding? Of vormen de cijfers, over den verkoop van het allerjongste Emma- bloempje, nüg-belangwekkender bab- belstof 't Is niet makkelijk 't de menschen - up to date naar den zin te maken. Gij fatsoeneert een snoezig roosje; ge laat 'trondventen door nög-veel-snoeziger verkoopsters, engeltjes van lieve bescheidenheid, heelemaal niet opdringerigDade lijk bereid uw kwartje te wisselen en zonder pruilend lipje drie-stuivers plus de Emma-roos terug te geven... Nog zijn er afstammelingen van Robertus Nurks, mannelijke en vrouwelijke linie, die in dat „rood" iets ijselijks zien Symbool van bloederige democratie Zooals de heer Lobman, in een van zijn jongste grombuien, de „barbaren" op ons zag afkomen Fi dona, mijne dames en heeren Weest verstandig, - in deze dagen van gulden, stralende zomerlente. 't Zal wel een dertienduizenden ver zinseltjes zijn Ik bedoel dat „men zegt", als zou graaf Van Bylandt, thans afgevaardigde voor het niet bepaald rotssterk-Rechtsche Apel doorn ter Tweede Kamer, welhaast via de Gelderscho Staten praeses van den Senaat wordenop volger van baron Schimmelpenninck v. d. Oye. Zeker, - de Kroon moet den Senaats-voorzitter benoemen. De zeer-schrandere journalist, die daarop wees, heeft inderdaad volkómen ge lijk. Hulde aan zijn diep-staatsrechte- lijk inzicht Ik geloof 't nog niet. Maar voeg er aanstonds bij, dat graaf Van By landt een voortreffelijk Senaats- praeses zou zijn. Ioder, die hem als Parlements leider bijwoonde, zal er kennen, dat deze nobele, waardige man aan hot hoofd van het rustige Hoogerhuis excellent op z'n plaats zou zijn. Welnu Mannen als een Van Bylandt zouden zich zeker niet stooton aan de hel- blozende kleur van de Emma-roos, gelijk die ons op Aprildag 1914 werd aangeboden. Laten wij dan aan de zulken voorbeeld nemen Trachten wij, óók op zwoele zomerlente-dagen, onze kalmte, ons gezond-verstand en onze billijk heid van beoordeeling to behouden. Hoe moeilijk 't ons dan ook soms moge vallen Mb. Antonio. INGEZONDEN. Wat nu het eerste punt betreft, hieromtrent kunnen we kort zijn. Texel toch ligt slechts een half uur (gaans) van den vasten wal (Den Helder) verwijderd. Hier is het Mars diep de scheiding. Texel is langwerpig, bijna eivormig en de westelijke kustlijn is vrijwel evenwijdig met de algemeene kust lijn van Nederland langs de Noordzee. Vervolgens wijzen peilingen aan, dat het eiland door zeer ondiepe zeegaten van het vasteland is afge scheiden. Alleen het Marsdiep heeft een meer aanzienlijke diepte ver kregen, waarover later zal worden gehandeld. De Wadden, ten oosten, ten noordoosten en ten zuidoosten, zijn zeer ondiep en op enkele plaatsen voor diepgaande schepen bij laag water onbevaarbaar. Die Wadden zijn thans nog een onderzeesche verbinding. Verder komt de bodem in aan merking. Hij bevat verschillende grondsoorten op eene beperkte ruimte, wat een opmerkelijk en zeldzaam voorkomend verschijnsel is. Alle grondsoorten, die het eiland bezit, komen ook elders in ons land voor. Texel heeft, evenals Zeeland, Noord en Zuid-Holland, duinen, zeeklei, zoo goed als al onze zeeprovinciën (polder Eierland), laag veen in 't zuid oostelijk deel en eindelijk zand en grint, evenals Wieringen, Urk, Gaas- Een rappe brugwachter met één been. M. de R. Op 17 April j.1. geraakte bij de Botbrug alhier een jongetje te water en zou zeer zeker verdronken zijn als niet de heer C. Lokkers, brug wachter aldaar, zoomede de heer M. D. de Jong, gekleed te water waren gesprongen en het geluk hadden het kind te redden. Dit is reeds de derde maal in anderhalf jaar dat door den heer Lokkers een kind wordt gered n.1. Biersteker, Olderson en Bot, en dat, terwijl hij slechts één been heeft. Een bewijs dat aan de rapheid van dezen wak keren gast niet valt te twijfelen. Waar blijft nu de belooning? Hier moet tevens worden gelet op een verzuim in onze gemeente n.1. dit, dat bij onze bruggen geen reddings middelen als: boei, lyn, dreg en bootshaak met afgeronde punt aan wezig zijn. Of moet het kalf eerst verdrinken voor men de put dempt Met dank voor de plaatsing, J. v. Leijen. Tijdstippen van verzending dar Brievenmalen. Naar Oost-Indië: Vurzendingsweg. Datum der Per: bezorging. zeepost via Amsterdam zeepost via Rotterdam Holl. mali via Genua Holl. mail viaMarseillo Fran. mail viaMarseillo (v. Atjeli, Sumatra's Westkust en Benkoe- len, alleen op verlan gen dor afzenders). Duitaclie m. vla Napels T(Jdst.der laat. busL a/hPostk. 24 April 6 Naar Palembang, Riouw, Banka, Billiton en Borneo 24 April 6 Mol 28 April mail via Genua Holl. mail vla Marselllo (alleen op verl. d. afz.) Fran. mail via Marseille Duitsche m. vla Napels Naar Atjeh en. de Oostkust van Sumatra HoTi. BI IIoll. mail vla Marseille (alleen op verl. d. afz.) Fran. mail vla MarBellle (voor Atjoh alleen op verlangen d. afzend.) Duitsche m. vla Napels eiken Vrlid, 5. Mei 28 April Naar Guyana (Suriname) 23 April %'el mail via Southampton Naar Curaqao, Bonaire en Aruba: 23 April 0.56-8 av. eiken Dinsd. on Vr(jdae 3.10 •an, 1 Mei 0.66-sav zeepost via Amsterdam mail vla Southampton of Quoenslown mail via Hamburg (alleen op verl. d. afz.) Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba zeepost vla Amsterdam I 3) April I 6.66'sav-. (alleen op verl. d. afz.) mail vla Engeland 4 Mei 0.65'sav. Naar Kaapland, Natal, Óranje-Rivier kolonie en Transvaal eiken Vrijdag, 8.40 's namiddags. Ierland iu Friesland, Drente, Over- ijsel, de Veluwe, 't Gooi en Utrecht. Het vermoeden van vroegere ver binding met den vasten wal wordt hierdoor bevestigd. Ook de plantengroei pleit hiervoor, 't Blijkt in 't algemeen, dat Texel's flora overeenstemt met die van 't vasteland, ja, in sommige opzichten zelfs rijk is in soorten, wat een ge volg kan zijn van de afgezonderde ligging, als eiland, waar de planten, die eenmaal voorkomen, niet zoo gemakkelijk verdrongen worden, omdat de verspreiding van in "t wild groeiende planten uiterst beperkt is en vooral door de zee belemmerd wordt. En wat het dierenrijk betreft, ook hierin is gelijkvormigheid met dat van Nederland in "t algemeen op te merken. Als opmerkelijk feit consta- teeren wy de afwezigheid van mollen, waarover later zal gehandeld worden. Ziedaar reeds acht verschillende bewijzen van vroegere verbinding. Texel en de andere Wadden-eilanden zijn echte typen, echt sprekende voorbeelden van continentale- of vasteland-eilanden (afgeslagen stuk ken lands) zóó sprekend, dat men op de wereldkaart nauwelijks een tweede voorbeeld kan aanwijzen.dat tot den aardrijkskundige zoo duidelijk spreekt als dit. Nederland bezit in de Zuiderzee en de Wadden het Adverteert Te Londen is een vergadering ge houden van dagblad-uitgevers, en adverteerders, ter bespreking van de wenschel(ikheid om de oplaag der verschillende bladen publiek te maken en naar die oplaag de advertentie prijzen te regelen. In die vergadering voerde o.a. sir Willam Treloar het het woord, die het nut van adver- teeren uiteenzette; onder luid gelach declameerde hij The way to be healtby, wealthy, land wise Was to go te bed early and advertise. Welk vrij citaat in het Neder- landsch aldus zou kunnen luiden Wie gezondheid, rijkdom en w(js- (heid begeert Kruipt vroeg in zijn mandje en ad- verteert grootste, schoonste en meest spre kende haff haven, inham, binnen zee) ter wereld, terwijl de nehrung landtong), zoo zij niet verbrokkeld ware door de zeegaten, een der meest typische, grootsche en meest lang gerekte op onzen aardbol zou zijn. De lengte dier landtong zal ongeveer 30 uur bedragen (van Den Helder tot de Dollard). Wanneer men de vroe gere, ja zelfs de oudste landkaarten, die wij bezitten, raadpleegt, dan ziet men, overeenkomstig onze stellig uitgesproken meening, dat Texel één geheel uitmaakte met het overige deel van Nederland. Aan drie zijden was het met het land verbonden: aan de noordzijde, aan de oost- en de zuidzyde. Wij bezitten landkaarten, die Nederland en de Wadden-eilanden voorstellen in verschillende tijdperken. De oudste kaarten geven den toestand weer omtrent Christus geboorte, dus byna 2000 jaar geleden. Ook heeft men kaarten uit den tijd der Franken, Friezen en Saksers (omstreeks 300 na Christus en later), verder zulke, die Nederland voorstellen omstreeks het jaar 1000, omstreeks 1560, enz. Wanneer men die kaarten aandachtig gadeslaat, blijkt het, dat Texel, hoe meer men den tegenwoordigen tijd nadert, des te meer den eilandvorm nabijkomt (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1