HELDERSCHE COURANT l VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. HEDN VOOR HONDERD JAREN. Aardrijkskunde Het Eiland Texel Depothouders. ft>. 4306 ZATERDAG 2 MEI 1914 Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 80 ct., Buitenland f 1.80 Zondagsblad 37J 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Versohljnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 AdvertentlBn van 1 tot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar 'plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2A cent ht eerstvolgend nummer var, ons blad verschijnt linsdagmiddag. 1814 - 4 Mei - 1814. door W. G. DE BAS, Eim Luitenant der Vesting-Artillerie. G^el het groote Nederlandsche buisgzin herdacht 't vorig jaar het eeuweest zijner onafhankelijkheid op de reest vaderlandslievende wijze. Buite en behalve de data, welke het gzin als zoodanig eene herden king taardig zijn,bestaan nog dezulke, welke van meer bijzonder belang zijn, voor elk gezinslid afzonderlijk en die als 1 ware de mijlpalen vormen, welki langs ons levenspid zijn ge- plaatit. De gemeente Den Helder als lid cfer Hollandsche natie herdenkt heder, den 4en Mei 1914, den dag, waartp voor honderd jaar Hollands noortpunt door de Franscht troepen werd ontruimd. Vo>r zeker wél een reden om d vlag van de torens te doen wsjperen, een leden tot taptoe, door de larine- Kapei, een reden voor „Wiraubst" tot londmarsch door de stad Met van spanning kloppend hart, of al deze wenschen in vervulling uilen gaan, willen we ons een oogeiblik verdiepen in 't geen heden voor honderd jaar geschiedde. 16 November 1813 had forel Hendrik graaf Ver-Huell, inspeceur- generaal der Kusten van de Noortzee, belast met het bevel over de scheps- macht der Zuiderzee, het Texelche eskader, Den Helder en onderhorig heden, wegens deonrust, die zich otder de inwoners zoowel als onder de beet- ting deromringende forten en onde de bemanning der vloot in Nieuwe Lep begon te openbaren, de stelling \ra Den Helder i nstaat van beleg verklaad. 7 December vestigde de genera.1- inajoor Cornelis Fran^ois, De Jon;e zijn hoofdkwartier te Alkmaar met «e "iSgdracht, de stelling te blokkeerei, waartoajiy over eene troepenmaclt beschikte, die wat getalsterkte, g»- oefendheid en bewapening betreft geenszins berekend was voor de haa opgelegde taak. Ver-Huell had de stelling in ge- duchten staat van tegenweer doen brengen en verklaard liever de lont in het kruit te steken en den dood tusschen de puinhoopen der forten te zoeken, dan zijnen krijgsraanseed aan den Keizer ontrouw te worden. In fiere bewoordingen wees hij dan ook de sommaties, van 2, 9 en 14 December 1813, 9 Februari, 7 en 9 April 1814, de stelling te ontruimen en de vloot over te geven, halsstarrig van de hand. Na den val van den Keizerlijken adelaar en den tegenspoed der Fransche wapenen op het zuidelijk oorlogstoo- neel bleek de admiraal echter tot onderhandeling met den generaal De Jonge geneigd. De overdreven voor waarden welke door de Fransche bezetting aan een overgave van stel ling en vloot werden gesteld, rekten deze onderhandelingen van 15 April tot 3 Mei. 21 April werd de Keizerlijke drie kleur op hetfort Lasalle (Erfprins), het hoofdkwartier van den stelling-com mandant, gestreken en onder gedon der van het geschut vervangen door de witte vlag der Bourbons, de witte kokarde word op de schakos geplaatst en Lodewijk XVILI door de bezetting als Koning van Frankrijk erkend. Op de vloot weid de vlag der vervallen Fransche dynastie wel gestreken doch die der nieuwe regeering niet ge- heschen, daar de officieren, nieeren- deels Hollanders, weigerden onder de Fransche Koningsvlag te dienen en den tyd tot ontplooiing der oranje vaan nog niet gekomen achtten. Reeds was met toestemming van den Souvereinen Vorst (25 April) een Fransch hoofdofficier naar Parijs ver trokken om aan de nieuwe Fransche regeering de acte van adhaesie der bezetting te overhandigen en haar besliste bevelen omtrent capitulatie der stelling van Den Helder te vér- zoeken, toen het bericht der over eenkomst, 23 April tusschen de ver houden mogendheden met de Fransche natie te Parijs aangegaan, ons land bereikte. Hierbij werd o.a. bepaald dat de plaatsen, die in de Wireenigde Nederlanden nog door de Franschen waren bezet, 3 Mei zouden worden ontruimd. Generaal De Jonge werd by de ontruiming vau Den Helder benoemd tot commissaris van Hol landsche zijde, terwijl de majoor der artillerie Nacquart als zoodanig aan Franschen kant optrad. Deze kwam 29 April 's avonds te Lasalle aan, waar hij den admiraal de officieele bevelen tot overgave der stelling ter hand stolde. 2 Mei was nóg de datum van afmarsch der Fransche bezetting niet bepaald. Het garnizoen wenschte vóór alles den terugkeer af te wachten van den commissaris-ordonnateur van de marine De Priqny, die naar den commissaris-generaal van oorlog te 's-Gravenhage was afguvaardigd, om persoonlijk de belangen der be zetting te bepleiten. Generaal De Jonge stelde den admiraal en den Franschen commissaris verantwoordelijk voor alle gevolgen, die eene vertraagde ontruiming der stelling na zich zou sleepen. Hierop sloeg Ver Huell hem voor; het fort Dugommier (Oostoever) 3 Mei door een klein detachement Hollandsche troepen te doen bezetten, hierdoor den schijn willende bewaren, alsof de stelling werkelijk op dien datum ware overgegeven. De Jonge echter eischte kortweg alles of niets. Hierop dreigde de Fransche commis saris, die tevens als zoodanig bij de ontruiming der vesting Naarden was benoemd, daarheen to zullen vertrek ken en zich bovendien bij zijn gou vernement te zullen beklagen over de weinige medewerking, die hij van Hollandsche zijde mocht, ondervinden. Toen de generaal zich in 't geheel niet aan deze dreigementen stoorde, trachtte Nacquar den vertraagden afmarsch der bezetting te verdedigen door de betooging, dat hy tever geefs 24 uur in Lasalle had moeten wachten, alvorens een commissaris van Hollandsche zijde was benoemd. Eindelijk werd het vertrek dei- troepen vastgesteld op 4- Mei, een dag later dus dan de conventie van Parijs bepaalde. Aan de bezetting werd door het Hollandsche gouver nement een voorschot toegekend van f 10.000 ter betaling harer schulden en ter voorziening in hare behoeften Igedurende de reistevens werd haar vergund tweeO-ponders, een houwitser van 24 pond en 3 gevulde caissons mede te voeren, zulks in strijd met de meergenoemde conventie, waarbij 3 veldstukken per 1000 man aan de Fransche troepen werden toegekend loch alle inventarissen der forten, irtillerie (dus vestinggeschut) en ammunitie inbegrepen, aan de ver- bindendeu bleven. Stelling en vloot werden op 3 Mei 1814 iedor bij afzonderlijke overeen komst overgegeven. De admiraal offffde namelijk het bezwaar, dat hij uit Frankrijk geen besliste bevelen had ontvangen voor overgave van het eskader en dat de bevoegdheden der keide commissarissen zich slechts bepailden tot ontruiming der stelling. Waar echter door het bevolen ver trek der bemanning het eskader werd verlaten, en dus van zelf in handen der Hollandsche troepen zou vallen, wenschte Ver-Huell zich bij afzonderlijk proces-verbaal omtrent de overgave der vloot te rechtvaar digen. De conventie van Parijs be paalde, dat over het lot der oorlogs schepen, in de vreemde havens ge stationeerd, bij een later te sluiten definitief vredestractaat zou worden beschikt. 30 Mei 1814 werd overeen gekomen, dat deze scheepsmacht tusschen de betrokken mogendheden en Frankrijk zou worden verdeeld in reden yan 12, uitgezonderd het Texelsch eskader, welks algeheele van door P. DEUZEMAN, Hoofd der School te De Cocksdorp op Texel on Loeraar Middelbaar Onderwijs In Aardrijkskunde. In 1914 herzien door: J. Daalder Dz. en W. Mets Tz. 4). De berg zelve met zijne omgeving vormt het zoogenaamde Skandina- visch of grintdiluvium. Hiermee stap pen wij van de eerste grondsoort af. Deze vormt het Geldersche, bosch- of heuvel-landschap. De tweede grond soort is het zand. Dit vormt het duin landschap. Het zand der duinen ligt of lag oorspronkelijk op den bodem der Noordzee. Het was hier neerge legd door onze rivieren (Maas, IJsel, Rijn, Schelde), die het in haar water medevoerden uit de berglandschap- pen, waar deze rivieren haar oorsprong nemen of doorvloeien. Dit zand der rivieren bezonk een eind in zee, waar. bij meerderen stilstand in het water, bezinking plaats vond. Zoo werd een rij zandbanken in zee gevormd, waar door een binnenzee (hafi'j afgesloten Werd. Het bezonken zand (of de zandban- kw») was de plaats, waarop later de duinèu- itstonden. Hoe de duinen overgave door admiraal Ver-Huell aan de Nederlandsche regeering, als een voldongen feit zou worden erkend. Nadat beide conventies wederz'ydsch bekrachtigd waren ontving generaal De Jonge 3 Mei onverwachts van de regeering een schrijven, waarbij deze, in tegenstelling met vroeger gegovon bevelen, het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten verbood en de con ventie van Parijs op 23 April tot uitsluitenden grondslag aanwees voor ontruiming der stelling en overgave der vloot. De generaal schreef echter terug dat tot zijn spijt de afzonder lijke overeenkomsten al bekrachtigd waren en gedane zaken geen keer namen, dat verder de bezetting op 't punt stond af te marcheeren en dat 't geen hij gedaan had geheel in overeenstemming was met zijne ont vangen orders van het gouvornement. Tot voorloopige bezetting der stel ling werden aangewezen 40 land kozakken, het 15e bataljon infanterie van linie, een gedeelte van het 13e bataljon infanterie van linie en 4 compagnieën schutterij landstorm uit Alkmaar, die zich hiervoor vrijwillig hadden aangeboden en zich 2 Mei te Schagen, Schagerbrug en Groote Keet verzamelden. Uit baldadigheid werd den laatsten nacht door dronken Fransche soldaten op de forten Lasalle on Mirland (Kijkduin) aanzienlijke schade aan gebouwen en kazerne goederen toegebracht. 4 Mei 's ochtends vroeg rukten de Hollandsche troepen de linie binneD. Om 8 uur werden de forten Mirland en Dugommier bezet en om 9 uur door een detachement infanterie met enkele artilleristen de wachten binnen Lasalle overgenomen. Hier ver zamelde de admiraal om 10 uur de geheele bezetting, dankte haar voor de betoonde stand vastigheid en schonk haar een wit vaandel tot aandenken. Om 11 uur verliet het Frausche garnizoen, den admiraal aan het hoofd, met slaande trommen en vliegende vaandels in volmaakte orde de stelling; de Fransche en Hol landsche troepen bewezen hierby elkaar de militaire eerbewijzen. Ver- Huell geleidde de colonne tot een half uur buiten de linie, waar hij diep geroerd onder de kreten „leve de admiraal" afscheid nam van zijne trouwe krijgsmakkers. Onder bevel van den brigade-generaal Maycr en onder geleide van twee Hollandsche officieren marcheerde de troep ter sterkte van 64 officieren en 646 man over Schagen en Schagerbrug, Alk maar, Haarlem en Wassenaer naar Rotterdam, waar hij Zondagsmiddags 8 Mei binnenrukte. Doordien het gemeente-bestuur ter plaatse elke zorg voor ontvangst en verpleging der bezetting had verwaarloosd, ont stonden hier ernstige botsingen met het Rotterdamsch gepeupel. 9 Mei 's avonds zeilde de bezetting in tien schepen uit Rotterdam naar Willem stad van waar zij via Hoogerheide 12 Mei Lillo moesten bereiken en waarheen reeds 4 Mei de vrouwen, kinderen, zieken en bagage in een twaalftal kagen uit Den Helder waren gedirigeerd. Gedurende den geheelen marsch op Hollandsch grondgebied werden de Fransche militairen op kosten van het Nederlandsche gou vernement verpleegd en gehuisvest, waarbij per man en per dag to goed werd gedaan 1,5 pond 0,494 kilo) brood0,5 pond vleesch, pint f== 0,6 liter) azijn, '/ïo pint jenevor, Vu pond ryst en Vso pond zoutals ration fourage per paard werd ver strekt 10 pond hooi, 10 pond stroo. en 7 pond haver, terwijl per 1000 man 4 wagens of 8 karren werden verstrekt voor transport der bagage. Zoodra de Fransche bezetting was afgemarcheerd, werd onder gebulder van 't geschut de Prinsenvlag eerst op 't fort Lasalle eu daarna op de overige forten en op het eskader geheschen. Dc generaal De Jonge rukte met de Hollandsche troepen Lasalle binnen en nam in naam van den Souvereinen Vorst de stelling in bezit. „Ik reken mij gelukkig" zoo schreef hy den Prins op 4 Mei 1814 - „Uwe Koninklijke Hoogheid te kunnen melden, dat het belangrijke punt van Den Helder en de niet minder belangrijke vloot wederom voor den dienst van Uwe Koninklijke Hoogheid en van het Vaderland verzekerd zijn". Groot waren vreugde, geestdrift en aandoening van inwoners en soldaten, die gedurende vijf barre wintermaan den alle ontberingen eener blokkade hadden verduurd, 's Avonds werden alle huizen verlicht. Nog den 4den Mei, 's middags om half vier, kwam de staatsraad gouver neur van Holland voor het Noordelijk gedeelte, Van Tets van Goudriaan op last van den Prins in den Helder aan. Hij werd aan de eerste barrière door de civiele en militaire autori teiten ontvangen met alle eerbewijzen aan zijnen hoogen rang verschuldigd. Hy vertrok weer om half zeven op dienzelfden dag, na het fort Lasalle bezichtigd te hebben en uit naam van den Souvereinen Vorst de vol gende proclamatie te hebben uitge vaardigd: „Nederlanders, ja, na maanden angst en lijden kondig ik uw lieden aan, dat gij een vaderland hebt, dat uw belangens met die uwer land- genooten vereenigt zijn, dat gij van uwe knellende banden, van uwe vorige juk ontslagen, dat gij Hol landers zyt. In naam van Willem de Eerste, Souvei ein Vorst van Neder land, neem ik uw liedeu onder zijn bescherming, zult gij uw lieden op dit oogenblik hulde en trouw sweeren aan een Vorst, wien geheel de Natie als Haren Verlosser eerbiedigd, en wien de geschiedenissen der volkeren als der twede Grondvester van onse Staad roemen zal. Bevelhebbers, trots op de dwingelandij van hunne alleen- heerscher en doof voor den voor spoed van ons vaderland, hebben te lang uw verlossing er. met dezelve do handel en welvaard van Holland gestremd. De voorzienigheid alleen gebood, en de ijsere Septer, met welke ene vreemdeling schier alle de Staten van Europa poogde te beheerschen, werd vernietigd, de vrede en rust onder de Staten herboren en alle lijdende deelen der volken alsmede hunne wettigen regeeringen alzoo het volksgeluk en welvaart terug gegeven. Ook dit valt u lieden te beurt, gij keert terug onder het be wind van Oranje, e?n naam, dewelke nog voor weinige^ weken als een strafwaardige oproerkreet moest be schouwd worden, is nu het punt van algemeene vereeniging van Nederland met het herleven van vrijheid en onafhankelijkheid. Zy'n alle partijschappen verdwenen, een wijze Grondwet heeft een einde gemaakt aan vroegere twisten en al wat deugdzaam eD verligt is schaart zich rond een geliefd Stamhuis, welks Vorsten ons ook voor 't vervolg Vrijheid, Zeden en Welvaart en den Godsdienst verzekeren. Verheugt uw dan met alle uwe landgenooten over het geluk, dat do goede voorzienigheid u schenkt, na treurt: en vreese, en treure worden door blijschap en dankbaarheid af- gewisselt en 't geroep van lang leve Willem de Eerste, SouvereiA Vorst van Nederland zy het bewijs, dat gij met allo uwe landgenooten, op het oogenblik plechtig sweert voor een eigen vaderland en voor een oigen Vorst te leven." Gedaas aan den Helder, den 4den Mei 1814. Van Tets van Goudriaan. De aanzienlijke inventarissen ge tuigden, dat de stelling tot eene laugdurige verdediging was uitge rust. Niet minder dan 315 vuur monden bewapenden do wallen. In het Nieuwe Diep lagen 9 linieschepen, ieder bewapend met 80-68 stukken. Hiervan waren het vlaggeschip de Prins, de Ruijter, Evertsen, Doggers- bank en Zoutman opgetuigd en be wapend; Amsterdam, Rotterdam en Johan do Witt onttakeld en ont wapend. Van de zes fregatten waren la Meuse, DisselVenus en Irene in dienst, Aurora en Maria Reigers bergen onttakeld en ontwapond. Verder bevonden zich in het Nieuwe Diep nog de schoeners de Gelder en Warmond, de brik le Genie en eenige andere vaartuigen. Het geschut, de tuigages, enz., der buiten dienst ge stelde schepen bevond zich op het fort Dagommier. De voorraad levens middelen werd, voor zooverre de artikelen betreft, die tot de gewone leverantién aan 't ryk behoorden, door den aannemer-generaal op taxatie overgenomenhierdoor werd de risico bij oplegging in vochtige magazijnen ontloopen. Uit gebrek aan tyd werden de meeste inventarissen op goed vertrouwen overgenomen; by latere controle bleek de administratie der Fransche ambtenaren boven allen lof verheven. Waar sommige inventa rissen spoedshalve in haar geheel werden overgenomen, geschiedde eene latere schifting tusschen zee- en land macht in de beste onderlinge ver standhouding. Uit 't feit, dat een magazijnmeester en 6 soldaten van het 15e bataljon infanterie van linie zich wegens oneerlijkheid voor den burgerrechter te Alkmaar hadden te verantwoorden, moge blijken, dat er tegen ontvreemding streng word ge waakt. In den namiddag van 4 Mei keerde de Admiraal Ver-Huell op 't fort Lasalle terug. Alom mocht hij onder weg de bewyzen van sympathie dei- menigte in ontvangst nemen, terwijl op 't fort de generaal hem uitnoo- digde de Hollandsche troepen te in- specteeren. Ter regeling zijner per soonlijke aangelegenheden vertoefde Ver-Huoll tot 6 Mei op Lasalle, waarna hij zich inscheepte op 't jacht Boreus, in 't Nieuwe Diep. 1 Mei had hy in oen schrijven aan den commissaris-generaal van marine, door zijn adjudant Rijk naar Den Haag overgebracht, zyne eigen dien sten en die van de officieren van zijnen staf ter beschikking van 't Vaderland gesteld. Bij terugkeer deelde Rijk hem mede, dat men in Den Haag Ver Huell liever zag gaan dan komen. De Prins liet hem dan ook weten, dat het hem onverschillig was of de admiraal naar Frankrijk vertrok, dan wel in Holland wenschte te blijven. Met geen woord werd ge antwoord op de diensten, die door hem der herrezen natie waren aan geboden. Na persoonlijk afscheid go- nomen te hebben op alle bodems in 't Nieuwe Diep, scheepte Ver Huell zich 9 Mei in op de brik le Genie, die, door tegenwind in haar vertrek vertraagd, 11 Mei koers zette naar HAvre. Diep ontroerd zag de admiraal de Hollandsche duinenrij voor goed aan do kim verdwijnen. Aldus geschiedde heden vóór hon derd jaar! Enschedé, April .1914. ontstonden is elders (zie Duinen) ver meld. Zij bestaan uit kwaftszand. Thans volgt de derde grondsoort, het laagveen. Dit werd meer binnen waarts ten oosten van de duinen ge vormd. Men vindt laagveen in't mid den, zuiden en oosten van zuidelijk Texel, ongeveer van Oosterend tot Den Hoorn. Het ontstond in plassen of ondiepe moren. Hierin groeiden riet, hanekammen, kalmoes enz., alle waterplanten. Die planten sterven jaarlijks af en komen in het water terecht, waar ze, door de afsluiting der lucht, in veen veranderen. Dit zet zich als een dun laagje op den bodem neer: dit proces wordt telken jare herhaald en zoo wordt eindelijk de geheele plas gevuld met veen. De wijze van ontstaan in het water is de oorzaak, dat deze grondsoort een effen voorkomen heeft. Hier is byna uitsluitend schapenteelt Ten slotte de klei. Deze is op Texel een produkt der zee. De beste klei (zeeklei) vindt men in den polder Eierland, vooral in het oostelijk ge deelte. De zee ontving de klei van het daarin stroomende rivierwater. Het zeewater oefende op die grondsoort eene bijzondere werking uit. In den tijd, toen geen dijken bestonden, stroomde het land, behalve de Hoogo berg met zijn omstreken en de duinen, geregeld twee maal in de 24 uur onder water en bij elke ebbe bezonk een dun laagje slib. Daar dit herhaaldelijk geschiedde, groeide de kleilaag in dikte aan. Het laagveen eigent zich tot hooibouw en veeteelt, doch de klei tot landbouw zooals trouwens bij de middelen van bestaan is vermeld, 't ls opmerkenswaardig, dat op een klein gebied als Texel zooveel verschillende grondsoorten voorkomen, iets, wat in Nederland eene groote zeldzaamheid mag genoemd worden. Laag veen en klei vormen samen het weide- en polderlandschap. Zoo hangt het land- scbapskarakter samen met den aard des bode ras. Van de delfstoffen, die Toxel bozit, zullen wij geen afzonderlijke vermel ding maken, omdat deze bij de grond soorten van zelf eene plaats vinden. De delfstoffen immers zijn: zand, veen, klei en het grint in den Hooge- berg, die alle reeds genoemd zijn. HOOFDSTUK VI. De Hoogeberg of het Zwerfblok. „Een Skandinavisch zwerf blok was het, dat het eerst aan Texel het aan zijn gaf, de zoogenaamde hoogte of Hoogeberg." Aldus luidt de uitspraak van zeker schrijver. Tevens vermeldt hij, dat dit zwerfblok, te zwaar geworden door verlies van ijs door ontdooiing, naar den bodem zonk. De vraag is nu gewettigd, hoe een massa steenen BINNENLAND. Bevroren vleesch. Ingevolge beschikking van den minister van oorlog, zal gedurende het tweede halfjaar 1914 met de verstrekking van bevroren Argen- tijnsch rundvleesch ten behoeve van de soldaten menages van het leger zooveel mogelijk in alle garnizoenen worden voortgegaan. De door de commandeerende offi cieren van de korpsen uitgebrachte rapporten omtrent de qualiteit van dit vleesch luiden over het algemeen zeer gunstig. („U. D.") Een noodlottige aanrijding. Te Helden in Limburg, reed Woens dagavond de kerkorgelfabrikant F. Vermeulen uit Weerd met zijn motor- flets tegen een boerenkar. De heer Vermeulen werd op slag godood. Om inkt uit oen karpet te verwijderen. Men drenke de met inkt bemorste plek flink met melk en late het karpet zoo een nacht liggen. Den volgenden morgen wassch» men het met lauw water uit. Dit moet eenige dagen volgehouden worden om ver volgens de rest der vlek met verdund citroenzuur weg te maken. Dit laatste moet vooral met zorg geschieden, omdat anders de kleuren worden aangetast. Het middel moet uitstekend helpen. en gruis, die naar den bodem zonk, aan een eiland zijn ontstaan kon schenken. Daaraan uitsluitend dus het ontstaan van Texel toe te schrijven, is eene dwaling. Toen Texels bodem in later tijden meer en meer boven het wator begon uit te steken, was de Hoogeberg natuurlijk met zijne omgeving het eerst drooggelegd. Nu kan er een langere of kortere periode geweest zijn, waarin alleen de Hooge berg met zijne omgeving boven den schoot der wateren uitstak, doch toen de langzame aanslibbing steeds voort ging en Texels omgeving, n.1. Fries land en Noord-Holland boven water kwamen en. bleven, was die periode, waarin de Hoogeberg den eiland- vorm had, voorbij en vormde Texel met het overige van ons land één uitgestrekt vastland. Indien het toeval ons den Hoogeberg niot bezorgd had, had Texel even goed kunnen ontstaan. De Hoogeberg is toch niet geheel Texel, doch slechts een zeer klein deel van dit eiland. We kunnen hier by vergelijking, bij overeenkomst (analogie) gerust aannemen, dat Texel zonder Hoogeberg even goed kon. ontstaan als Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en Rottum (Wadden eilanden) om van de Zuider zee eilanden (Wieringen, Urk, Schok land, Marken) niet te gewagen. De andere Wadden-eilanden konden het zeer goed redden zonder zwerfblok BUITENLAND. Smokkelaars in lucifers. De politie te Duisburg heeft een uitgebreide smokkelarij in lucifers uit Nederland ontdekt. Zooals men weet, wordt in het Duitscho rijk een be lasting op lucifers geheven. Om die te ontduiken, werden de Noderlandache lucifers ingevoerd. Met een auto werd de verboden waar bij Kaldenkirchen over de grens gebracht. Do smokkel- tochten werden 's nachts langs wei nig bekende wegen uitgevoerd, en de auto reed dan zoo hard, dat zij niet tegen te houden was. De drie smokkelaars en de bestuur der van de auto zijn in hechtenis genomen. Ean hertog als afslager. Do hertog van Marlborougb zal het voorbeeld van den hertog van Sutherland en andere adelyke groot grondbezitters gaan volgen eu even eens een deol van zyn grond-bezit gaan verkoopen. Voorloopig brengt hy wel geen groote uitgestrektheden onder den hamer, maar hij zal o.a. een terrein van 60 acres in de buurt van Wolvorcote ten verkoop aanbie den. Is dit feit nu dus wat de uit gestrektheid van het verkoopen bezit aangaat, volstrekt niet vermeldens waardig, de wijze waarop de verkoop zal plaats hebben is dat wel. De hertog n.1. is voornemens op 6 Mei zelf als afslager op te treden zeker wel het allernieuwste ambt. voor een edelman. In de kringen der auctionarissen is men volstrekt niet gesticht over deze eigenaardige concurrentie. Het zou er voor hen ook leelijk gaan uit zien als het mode mocht worden, graven en baronnen zelf in de vei linglokalen als verkoopers gaan op treden. Ingezonden Mededoeling. lij die ongeneeslijk waren verklaard, n door de PINK PILLEK generen. Zyn de geneesmiddelen die u aan geprezen waren, mislukt, weifel dan niot, neem vandaag nog de Pink Pillen, dezen zullen u niet teleur stellen. Zij zuiveren en verrijken het bloed, geven krachten, wekken de eetlust op, versterken de maag, rege len en vergemakkelijken de spijs vertering. Zij zyn krachtdadig en dus om deze reden een goedkoop genees middel. Het is het geneesmiddel dat de grootste regelmatigheid in zijne uitslagen aanwijst. Over geheel de wereld hebben zij verkregen en ver krijgen zij voortdurend snelle ge nezingen van zieken die voor onge neeslijk waren verklaard, en zij hebben in heel wat gevallen een bewonde ring gewekt die met een werkelijke verwondering gepaard ging. Zij ge nezen bloedarmoede, bleekzucht, neu rasthenie, algemeene zwakte, zenuw zwakte. 'fnk Pillen De Pink Pillen z\jn verkrijgbaar A f 1.75 per doos, en f9 - por zes doozen bij het Hoofddepot der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam, voor Helder en Omstreken bij H. DE BIE- Biebstekkr. Keizerstraat 93 en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63 te Schagen bij J. ROTGANS; te den Burg (Texel) by T. BUIS en verder bij verschillende Apothekers en goede drogisten. INGEZONDEN. Op naar Hailoo I De Hemelvaartsdag begint weer te naderen. Aan dien dag zyn voor zeer velen in onze streken gedachten verbonden aan Heiloo en de, we beginnen al te zeggen, jaarlyksche openlucht-samenkomst van vrijzinnig- godsdienstigen, gedachten, naar we hopen, ook aan goede uren daar doorgebracht. Thans komt woder de oproep aan allen, die liefde hebben voor onze beginselen, of die Vrij zinnigen willen hooren getuigen. Op naar Heiloo op den Hemelvaartsdag Er zijn er zoo velen onder gc- loovigen cn ongeloovigcn, die slechts vaag weten van der vrijzinnigen overtuigingen, velen, die verkeerde voorstellingen daaromtrent hebben- laten zij opgaan en luisterenEn gij, die met ons medegevoelt en medeleeft, komt allen op, om ook door uwe aanwezigheid mede te ge tuigen Wederom hebben een zestal, waaronder twee dames, hunne mede werking toegezegd, om daar het woord te voeren. Do onderwerpen, die zy willen behandelen, zijn be langrijk genoeg, om te waarborgen een dag vol wijding en stichting. Mejuffouw T. A. van Eek, van Oegstgeest, hoopt te sprekon over „Onze inwendige zending", mejuffrouw J. F. D. Mossel, van Amsterdam, over„Christus' hemel vaart door vrouwenoog gezien". ds. H. Makking, van Alkmaar, over: „De toekomst van den gods dienst", ds. C. Met, vau Zaandam, over: „Rondzien en opzien", ds. J. M. Erkelens, van Modemblik, over„Onsterfelijkheid", terwijl da. J. van Dorp, van Egmond- Binnen, zyn onderwerp nog nader bekend zal maken. Zangkoren uit Purmerend, Alkmaar eu Zaaudam, de eersten onder leiding van den heer Hespe, zullen gewijde liederen uitvoeren, terwijl de zaug der samengekomenen zal worden begeleid door instrumentale muziek van een corps onder directie van den heer Otto. Komt allen op en maakt den Hemelvaartsdag tot een dag, die mag getuigen van leven en belangstelling der Vryzinnig-Godsdienstigen I Aan bovenstaande kan jiog worden toegevoegd, dat het plaatselijk comité te Alkmaar voor openlucht-samen komsten aldus zijne functies heeft verdeeld Voorzitter Ds. C. J. S. Bosch te Limmensecretaris Ds. A. C. de Regt te Alkmaar; penningmeester H. Westra te Alkmaar, terwijl de commissies aldus zyn samenge steld voor de muziek-de dames mevr. Belonje, mej. van Tooronburg, en ds. De Regt, allen te Alkmaarvoor het terrein de heeren Huizinga van Bergen, Kryns van Alkmaar en ds. Eilerts dc Haan van Heiloovoor de propaganda de heeren d3. J. van Dorp te Egmond aan den Hoef en ds. Groot te Oudorp. Met het oog op de colportage wordt medegedeeld, dat daartoe gelegenheid bestaat alleen voor geschriften in vrijzinnig godsdienstigen geest op daarvoor aangewezen tafels, mits aan ds. De Regt daarvoor aanvrage wordt gedaan. Ds. P. Groot Jzn. Ingezonden Mededeeling. SPLENDID 31590. Het afdoende raiddel tegen Zomer sproeten. Sedert jaren bewezen. Verkrligb. b(J H.II. Drogisten en Coiffeurs. Te Helder bi) Fa. De Die—Biersteker. In de navolgende 12 Depóts Ls ons blad geregeld verkrijgbaar: J. J. BAKKER, Westgracht 89. BOMHOFF, Koningdwarsstraat 16. J. BROUWER, Schagenstraat 9. W. BUTER, Vijzelstraat 35. J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 48. R. JONGKEES, Paardenstraat 24. J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34. Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2. Wed. C. RAN, Basstraat 38. A. SIKKERLE, Oostslootstraat 20. IJ. STOLL, Molenstraat 172. A. TA BELING, Vischstraat 35. En by de Boekhandelaren: N.V. Boekhandel v/h. A.J.MAAS, Kanaalweg. P. SPRUIT, Molenplein. J. C. DUINKER, Spoorstraat. en waarom dan Texel niet? Wij besluiten du3 hieruit, dat Texel voor zijn wording de Hoogeberg zeer goed had kunnen ontberen, in strijd met de bewering van „zeker schrijver". Onze redeneering is bij analogie en evenals de volgendede maan is rond en de zon is rond, waarom zouden dan andere hemellichamen en de aarde ook niet rond zijn? De andere Wadden-eilanden ont stonden zonder zwerfblok; waarom kon Texel dan ook niet zonder zwerf blok ontstaan? Dat zwerfblok is dus een toevallig, maar geen noodwendig verschijnsel voor 't ontstaan van ons eiland. Zeker schrijver veronderstelt, dat de Hoogeberg en zijne omgeving wel het eerst bewoond geweest zullen zijn. Deze uitspraak zouden wij niet gaarne onderschrijven. Wie ter wereld toch zou durven te veronderstellen, dat in den ver achter ons gelegen tijd, toen alleen de Hoogeberg boven water uitstak, op dat plekje alreeds bewoners zich hadden gevestigd? Was ons land in die oude tijden dicht be volkt geweest, zoodat men naar ruimte omzag, "om ergens een middel van bestaan te vinden, zooals 'dit in den laatsten tyd geschiedt (emigratie), dan kon dit waar zijn. Doch in den beginne, toen alleen de Hoogeberg boven water uitstak, was ons land bf in het geheel I niet, bf slechts ten deele bewoond en waar het bewoond was, nog zeer schraal bevolkt, zoodat niemand er aan gedacht zal of kan hebben om den heuvel, dien wij thans als Hooge berg begroeteD, tot woonplaats te kiezen; wij kunnen ons zulke onge rijmdheden niet voorstellen, te meer daar hier geen enkel lokmiddel (plant, dier of delfstof) aanwezig kan geweest zijn om bevolking trekken. Neen, wat men met zekerheid van de verspreiding van den raensch op aarde weet is dit, dat die geschiedt onder de twee volgende voorwaarden a.) dat de volken, die zich verplaat sen, den broodkorf vóór zich zien. b.) dat ze den drang achter zich gevoelen.O Wy zullen trachten duideiyk to zyn. De broodkorf vóór zich, wil zeggen, dat de mensch, die van woonplaats veranderde en naar tot dusver onbe woonde oorden trok, werd aangelokt door zekere voortbrengselen of pro- dukten, die in de nieuwgekozen woon plaats voorhanden waren en de on- middelijke aanleiding waren, dat de nieuwe bewoners gemakkelyk in hun onderhoud konden voorzien. Zoo had b.v. Californió het goud, Drente het veen (turf, veenkoloniën), de Moluk- ken in Oost-Indiö hadden speceryen als lokmiddel. Ik vraag nu: welk lokmiddel had Texels diluviale kern, de Hoogeberg? O Zie Kehl, LockmitteJ. Geen enkel. En daarmede valt de theorie van genoemden schryver in duigen. En thans het tweede punt: dat de emigranten don drang achter zich hadden. Dit beteekent niets anders, dan dat de nood drong, wegens te dichte bevolking, tot verplaatsing of verhuizing. Waar de dichtheid van bevolking te groot is, valt de stryd om te bestaan te zwaar, do concur rentie wordt to groot; do bodem is niet in staat de bevolking te voeden. Thans kan hierin door handel en ver keer, door middel van scheepvaart (stoomkracht) geheel of gedeelteiyk voorzien worden, in oude tijden was alleen de verhuizing van volken het universeele redmiddel, zooals dan ook de geschiedenis overvloedig aantoont. Wij herinneren slechts als bewys voor onze stelling aan de geschiedenis van den torenbouw van Babel met den aankleve van dien en aan do vele volksverhuizingen, die in Aziö en Europa plaats haddon na Christus geboorte. De drang tot emigratie bestond in Nederland volstrekt niet in den tyd, toen de Hoogeberg was drooggelegd, om de doodeenvoudige reden, dat ons land toen zelf nauwolyks bewoners zal geteld hebben. 't Spreekt van zelf, dat de beide voor waarden, die we straks noemden ook gezameniyk optreden en zeer vaak is dit het geval. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1