HELDERSCHE COURANT
l
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
HEDN VOOR HONDERD JAREN.
Aardrijkskunde
Het Eiland Texel
Depothouders.
ft>. 4306
ZATERDAG 2 MEI 1914
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 80 ct., Buitenland f 1.80
Zondagsblad 37J 45 „0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Versohljnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
AdvertentlBn van 1 tot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar 'plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2A cent
ht eerstvolgend nummer
var, ons blad verschijnt
linsdagmiddag.
1814 - 4 Mei - 1814.
door
W. G. DE BAS,
Eim Luitenant der Vesting-Artillerie.
G^el het groote Nederlandsche
buisgzin herdacht 't vorig jaar het
eeuweest zijner onafhankelijkheid op
de reest vaderlandslievende wijze.
Buite en behalve de data, welke
het gzin als zoodanig eene herden
king taardig zijn,bestaan nog dezulke,
welke van meer bijzonder belang zijn,
voor elk gezinslid afzonderlijk en die
als 1 ware de mijlpalen vormen,
welki langs ons levenspid zijn ge-
plaatit. De gemeente Den Helder als
lid cfer Hollandsche natie herdenkt
heder, den 4en Mei 1914, den dag,
waartp voor honderd jaar Hollands
noortpunt door de Franscht troepen
werd ontruimd.
Vo>r zeker wél een reden om d
vlag van de torens te doen wsjperen,
een leden tot taptoe, door de larine-
Kapei, een reden voor „Wiraubst"
tot londmarsch door de stad Met
van spanning kloppend hart, of al
deze wenschen in vervulling uilen
gaan, willen we ons een oogeiblik
verdiepen in 't geen heden voor
honderd jaar geschiedde.
16 November 1813 had forel
Hendrik graaf Ver-Huell, inspeceur-
generaal der Kusten van de Noortzee,
belast met het bevel over de scheps-
macht der Zuiderzee, het Texelche
eskader, Den Helder en onderhorig
heden, wegens deonrust, die zich otder
de inwoners zoowel als onder de beet-
ting deromringende forten en onde de
bemanning der vloot in Nieuwe Lep
begon te openbaren, de stelling \ra
Den Helder i nstaat van beleg verklaad.
7 December vestigde de genera.1-
inajoor Cornelis Fran^ois, De Jon;e
zijn hoofdkwartier te Alkmaar met «e
"iSgdracht, de stelling te blokkeerei,
waartoajiy over eene troepenmaclt
beschikte, die wat getalsterkte, g»-
oefendheid en bewapening betreft
geenszins berekend was voor de haa
opgelegde taak.
Ver-Huell had de stelling in ge-
duchten staat van tegenweer doen
brengen en verklaard liever de lont
in het kruit te steken en den dood
tusschen de puinhoopen der forten
te zoeken, dan zijnen krijgsraanseed
aan den Keizer ontrouw te worden.
In fiere bewoordingen wees hij dan
ook de sommaties, van 2, 9 en 14
December 1813, 9 Februari, 7 en 9
April 1814, de stelling te ontruimen
en de vloot over te geven, halsstarrig
van de hand.
Na den val van den Keizerlijken
adelaar en den tegenspoed der Fransche
wapenen op het zuidelijk oorlogstoo-
neel bleek de admiraal echter tot
onderhandeling met den generaal De
Jonge geneigd. De overdreven voor
waarden welke door de Fransche
bezetting aan een overgave van stel
ling en vloot werden gesteld, rekten
deze onderhandelingen van 15 April
tot 3 Mei.
21 April werd de Keizerlijke drie
kleur op hetfort Lasalle (Erfprins), het
hoofdkwartier van den stelling-com
mandant, gestreken en onder gedon
der van het geschut vervangen door
de witte vlag der Bourbons, de witte
kokarde word op de schakos geplaatst
en Lodewijk XVILI door de bezetting
als Koning van Frankrijk erkend. Op
de vloot weid de vlag der vervallen
Fransche dynastie wel gestreken doch
die der nieuwe regeering niet ge-
heschen, daar de officieren, nieeren-
deels Hollanders, weigerden onder de
Fransche Koningsvlag te dienen en
den tyd tot ontplooiing der oranje
vaan nog niet gekomen achtten.
Reeds was met toestemming van
den Souvereinen Vorst (25 April) een
Fransch hoofdofficier naar Parijs ver
trokken om aan de nieuwe Fransche
regeering de acte van adhaesie der
bezetting te overhandigen en haar
besliste bevelen omtrent capitulatie
der stelling van Den Helder te vér-
zoeken, toen het bericht der over
eenkomst, 23 April tusschen de ver
houden mogendheden met de Fransche
natie te Parijs aangegaan, ons land
bereikte. Hierbij werd o.a. bepaald
dat de plaatsen, die in de Wireenigde
Nederlanden nog door de Franschen
waren bezet, 3 Mei zouden worden
ontruimd. Generaal De Jonge werd
by de ontruiming vau Den Helder
benoemd tot commissaris van Hol
landsche zijde, terwijl de majoor der
artillerie Nacquart als zoodanig aan
Franschen kant optrad. Deze kwam
29 April 's avonds te Lasalle aan,
waar hij den admiraal de officieele
bevelen tot overgave der stelling ter
hand stolde.
2 Mei was nóg de datum van
afmarsch der Fransche bezetting niet
bepaald. Het garnizoen wenschte vóór
alles den terugkeer af te wachten
van den commissaris-ordonnateur van
de marine De Priqny, die naar den
commissaris-generaal van oorlog
te 's-Gravenhage was afguvaardigd,
om persoonlijk de belangen der be
zetting te bepleiten. Generaal De Jonge
stelde den admiraal en den Franschen
commissaris verantwoordelijk voor
alle gevolgen, die eene vertraagde
ontruiming der stelling na zich zou
sleepen. Hierop sloeg Ver Huell hem
voor; het fort Dugommier (Oostoever)
3 Mei door een klein detachement
Hollandsche troepen te doen bezetten,
hierdoor den schijn willende bewaren,
alsof de stelling werkelijk op dien
datum ware overgegeven. De Jonge
echter eischte kortweg alles of niets.
Hierop dreigde de Fransche commis
saris, die tevens als zoodanig bij de
ontruiming der vesting Naarden was
benoemd, daarheen to zullen vertrek
ken en zich bovendien bij zijn gou
vernement te zullen beklagen over
de weinige medewerking, die hij van
Hollandsche zijde mocht, ondervinden.
Toen de generaal zich in 't geheel
niet aan deze dreigementen stoorde,
trachtte Nacquar den vertraagden
afmarsch der bezetting te verdedigen
door de betooging, dat hy tever
geefs 24 uur in Lasalle had moeten
wachten, alvorens een commissaris
van Hollandsche zijde was benoemd.
Eindelijk werd het vertrek dei-
troepen vastgesteld op 4- Mei, een
dag later dus dan de conventie van
Parijs bepaalde. Aan de bezetting
werd door het Hollandsche gouver
nement een voorschot toegekend van
f 10.000 ter betaling harer schulden
en ter voorziening in hare behoeften
Igedurende de reistevens werd haar
vergund tweeO-ponders, een houwitser
van 24 pond en 3 gevulde caissons
mede te voeren, zulks in strijd met
de meergenoemde conventie, waarbij
3 veldstukken per 1000 man aan de
Fransche troepen werden toegekend
loch alle inventarissen der forten,
irtillerie (dus vestinggeschut) en
ammunitie inbegrepen, aan de ver-
bindendeu bleven.
Stelling en vloot werden op 3 Mei
1814 iedor bij afzonderlijke overeen
komst overgegeven. De admiraal
offffde namelijk het bezwaar, dat hij
uit Frankrijk geen besliste bevelen
had ontvangen voor overgave van
het eskader en dat de bevoegdheden
der keide commissarissen zich slechts
bepailden tot ontruiming der stelling.
Waar echter door het bevolen ver
trek der bemanning het eskader
werd verlaten, en dus van zelf in
handen der Hollandsche troepen zou
vallen, wenschte Ver-Huell zich bij
afzonderlijk proces-verbaal omtrent
de overgave der vloot te rechtvaar
digen. De conventie van Parijs be
paalde, dat over het lot der oorlogs
schepen, in de vreemde havens ge
stationeerd, bij een later te sluiten
definitief vredestractaat zou worden
beschikt. 30 Mei 1814 werd overeen
gekomen, dat deze scheepsmacht
tusschen de betrokken mogendheden
en Frankrijk zou worden verdeeld in
reden yan 12, uitgezonderd het
Texelsch eskader, welks algeheele
van
door P. DEUZEMAN,
Hoofd der School te De Cocksdorp op Texel
on Loeraar Middelbaar Onderwijs
In Aardrijkskunde.
In 1914 herzien door:
J. Daalder Dz. en W. Mets Tz.
4).
De berg zelve met zijne omgeving
vormt het zoogenaamde Skandina-
visch of grintdiluvium. Hiermee stap
pen wij van de eerste grondsoort af.
Deze vormt het Geldersche, bosch- of
heuvel-landschap. De tweede grond
soort is het zand. Dit vormt het duin
landschap. Het zand der duinen ligt
of lag oorspronkelijk op den bodem
der Noordzee. Het was hier neerge
legd door onze rivieren (Maas, IJsel,
Rijn, Schelde), die het in haar water
medevoerden uit de berglandschap-
pen, waar deze rivieren haar oorsprong
nemen of doorvloeien. Dit zand der
rivieren bezonk een eind in zee, waar.
bij meerderen stilstand in het water,
bezinking plaats vond. Zoo werd een
rij zandbanken in zee gevormd, waar
door een binnenzee (hafi'j afgesloten
Werd.
Het bezonken zand (of de zandban-
kw») was de plaats, waarop later de
duinèu- itstonden. Hoe de duinen
overgave door admiraal Ver-Huell
aan de Nederlandsche regeering, als
een voldongen feit zou worden erkend.
Nadat beide conventies wederz'ydsch
bekrachtigd waren ontving generaal
De Jonge 3 Mei onverwachts van de
regeering een schrijven, waarbij deze,
in tegenstelling met vroeger gegovon
bevelen, het sluiten van afzonderlijke
overeenkomsten verbood en de con
ventie van Parijs op 23 April tot
uitsluitenden grondslag aanwees voor
ontruiming der stelling en overgave
der vloot. De generaal schreef echter
terug dat tot zijn spijt de afzonder
lijke overeenkomsten al bekrachtigd
waren en gedane zaken geen keer
namen, dat verder de bezetting op
't punt stond af te marcheeren en
dat 't geen hij gedaan had geheel in
overeenstemming was met zijne ont
vangen orders van het gouvornement.
Tot voorloopige bezetting der stel
ling werden aangewezen 40 land
kozakken, het 15e bataljon infanterie
van linie, een gedeelte van het 13e
bataljon infanterie van linie en 4
compagnieën schutterij landstorm uit
Alkmaar, die zich hiervoor vrijwillig
hadden aangeboden en zich 2 Mei te
Schagen, Schagerbrug en Groote Keet
verzamelden. Uit baldadigheid werd
den laatsten nacht door dronken
Fransche soldaten op de forten Lasalle
on Mirland (Kijkduin) aanzienlijke
schade aan gebouwen en kazerne
goederen toegebracht.
4 Mei 's ochtends vroeg rukten de
Hollandsche troepen de linie binneD.
Om 8 uur werden de forten Mirland
en Dugommier bezet en om 9 uur
door een detachement infanterie met
enkele artilleristen de wachten binnen
Lasalle overgenomen. Hier ver
zamelde de admiraal om 10 uur de
geheele bezetting, dankte haar voor
de betoonde stand vastigheid en schonk
haar een wit vaandel tot aandenken.
Om 11 uur verliet het Frausche
garnizoen, den admiraal aan het
hoofd, met slaande trommen en
vliegende vaandels in volmaakte orde
de stelling; de Fransche en Hol
landsche troepen bewezen hierby
elkaar de militaire eerbewijzen. Ver-
Huell geleidde de colonne tot een
half uur buiten de linie, waar hij
diep geroerd onder de kreten „leve
de admiraal" afscheid nam van zijne
trouwe krijgsmakkers. Onder bevel
van den brigade-generaal Maycr en
onder geleide van twee Hollandsche
officieren marcheerde de troep ter
sterkte van 64 officieren en 646 man
over Schagen en Schagerbrug, Alk
maar, Haarlem en Wassenaer naar
Rotterdam, waar hij Zondagsmiddags
8 Mei binnenrukte. Doordien het
gemeente-bestuur ter plaatse elke
zorg voor ontvangst en verpleging
der bezetting had verwaarloosd, ont
stonden hier ernstige botsingen met
het Rotterdamsch gepeupel. 9 Mei
's avonds zeilde de bezetting in tien
schepen uit Rotterdam naar Willem
stad van waar zij via Hoogerheide
12 Mei Lillo moesten bereiken en
waarheen reeds 4 Mei de vrouwen,
kinderen, zieken en bagage in een
twaalftal kagen uit Den Helder waren
gedirigeerd. Gedurende den geheelen
marsch op Hollandsch grondgebied
werden de Fransche militairen op
kosten van het Nederlandsche gou
vernement verpleegd en gehuisvest,
waarbij per man en per dag to goed
werd gedaan 1,5 pond 0,494 kilo)
brood0,5 pond vleesch, pint
f== 0,6 liter) azijn, '/ïo pint jenevor,
Vu pond ryst en Vso pond zoutals
ration fourage per paard werd ver
strekt 10 pond hooi, 10 pond stroo.
en 7 pond haver, terwijl per 1000
man 4 wagens of 8 karren werden
verstrekt voor transport der bagage.
Zoodra de Fransche bezetting was
afgemarcheerd, werd onder gebulder
van 't geschut de Prinsenvlag eerst
op 't fort Lasalle eu daarna op de
overige forten en op het eskader
geheschen. Dc generaal De Jonge
rukte met de Hollandsche troepen
Lasalle binnen en nam in naam van
den Souvereinen Vorst de stelling in
bezit. „Ik reken mij gelukkig"
zoo schreef hy den Prins op 4 Mei
1814 - „Uwe Koninklijke Hoogheid
te kunnen melden, dat het belangrijke
punt van Den Helder en de niet
minder belangrijke vloot wederom
voor den dienst van Uwe Koninklijke
Hoogheid en van het Vaderland
verzekerd zijn".
Groot waren vreugde, geestdrift en
aandoening van inwoners en soldaten,
die gedurende vijf barre wintermaan
den alle ontberingen eener blokkade
hadden verduurd, 's Avonds werden
alle huizen verlicht.
Nog den 4den Mei, 's middags om
half vier, kwam de staatsraad gouver
neur van Holland voor het Noordelijk
gedeelte, Van Tets van Goudriaan
op last van den Prins in den Helder
aan. Hij werd aan de eerste barrière
door de civiele en militaire autori
teiten ontvangen met alle eerbewijzen
aan zijnen hoogen rang verschuldigd.
Hy vertrok weer om half zeven op
dienzelfden dag, na het fort Lasalle
bezichtigd te hebben en uit naam
van den Souvereinen Vorst de vol
gende proclamatie te hebben uitge
vaardigd:
„Nederlanders, ja, na maanden
angst en lijden kondig ik uw lieden
aan, dat gij een vaderland hebt, dat
uw belangens met die uwer land-
genooten vereenigt zijn, dat gij van
uwe knellende banden, van uwe
vorige juk ontslagen, dat gij Hol
landers zyt. In naam van Willem
de Eerste, Souvei ein Vorst van Neder
land, neem ik uw liedeu onder zijn
bescherming, zult gij uw lieden op
dit oogenblik hulde en trouw sweeren
aan een Vorst, wien geheel de Natie
als Haren Verlosser eerbiedigd, en
wien de geschiedenissen der volkeren
als der twede Grondvester van onse
Staad roemen zal. Bevelhebbers, trots
op de dwingelandij van hunne alleen-
heerscher en doof voor den voor
spoed van ons vaderland, hebben te
lang uw verlossing er. met dezelve
do handel en welvaard van Holland
gestremd. De voorzienigheid alleen
gebood, en de ijsere Septer, met welke
ene vreemdeling schier alle de Staten
van Europa poogde te beheerschen,
werd vernietigd, de vrede en rust
onder de Staten herboren en alle
lijdende deelen der volken alsmede
hunne wettigen regeeringen alzoo
het volksgeluk en welvaart terug
gegeven. Ook dit valt u lieden te
beurt, gij keert terug onder het be
wind van Oranje, e?n naam, dewelke
nog voor weinige^ weken als een
strafwaardige oproerkreet moest be
schouwd worden, is nu het punt van
algemeene vereeniging van Nederland
met het herleven van vrijheid en
onafhankelijkheid.
Zy'n alle partijschappen verdwenen,
een wijze Grondwet heeft een einde
gemaakt aan vroegere twisten en al
wat deugdzaam eD verligt is schaart
zich rond een geliefd Stamhuis, welks
Vorsten ons ook voor 't vervolg
Vrijheid, Zeden en Welvaart en den
Godsdienst verzekeren.
Verheugt uw dan met alle uwe
landgenooten over het geluk, dat do
goede voorzienigheid u schenkt, na
treurt: en vreese, en treure worden
door blijschap en dankbaarheid af-
gewisselt en 't geroep van lang leve
Willem de Eerste, SouvereiA Vorst
van Nederland zy het bewijs, dat
gij met allo uwe landgenooten, op
het oogenblik plechtig sweert voor
een eigen vaderland en voor een
oigen Vorst te leven."
Gedaas aan den Helder, den 4den
Mei 1814.
Van Tets van Goudriaan.
De aanzienlijke inventarissen ge
tuigden, dat de stelling tot eene
laugdurige verdediging was uitge
rust. Niet minder dan 315 vuur
monden bewapenden do wallen. In
het Nieuwe Diep lagen 9 linieschepen,
ieder bewapend met 80-68 stukken.
Hiervan waren het vlaggeschip de
Prins, de Ruijter, Evertsen, Doggers-
bank en Zoutman opgetuigd en be
wapend; Amsterdam, Rotterdam en
Johan do Witt onttakeld en ont
wapend. Van de zes fregatten waren
la Meuse, DisselVenus en Irene in
dienst, Aurora en Maria Reigers
bergen onttakeld en ontwapond.
Verder bevonden zich in het Nieuwe
Diep nog de schoeners de Gelder en
Warmond, de brik le Genie en eenige
andere vaartuigen. Het geschut, de
tuigages, enz., der buiten dienst ge
stelde schepen bevond zich op het
fort Dagommier. De voorraad levens
middelen werd, voor zooverre de
artikelen betreft, die tot de gewone
leverantién aan 't ryk behoorden, door
den aannemer-generaal op taxatie
overgenomenhierdoor werd de risico
bij oplegging in vochtige magazijnen
ontloopen. Uit gebrek aan tyd werden
de meeste inventarissen op goed
vertrouwen overgenomen; by latere
controle bleek de administratie der
Fransche ambtenaren boven allen lof
verheven. Waar sommige inventa
rissen spoedshalve in haar geheel
werden overgenomen, geschiedde eene
latere schifting tusschen zee- en land
macht in de beste onderlinge ver
standhouding. Uit 't feit, dat een
magazijnmeester en 6 soldaten van
het 15e bataljon infanterie van linie
zich wegens oneerlijkheid voor den
burgerrechter te Alkmaar hadden te
verantwoorden, moge blijken, dat er
tegen ontvreemding streng word ge
waakt.
In den namiddag van 4 Mei keerde
de Admiraal Ver-Huell op 't fort
Lasalle terug. Alom mocht hij onder
weg de bewyzen van sympathie dei-
menigte in ontvangst nemen, terwijl
op 't fort de generaal hem uitnoo-
digde de Hollandsche troepen te in-
specteeren. Ter regeling zijner per
soonlijke aangelegenheden vertoefde
Ver-Huoll tot 6 Mei op Lasalle,
waarna hij zich inscheepte op 't jacht
Boreus, in 't Nieuwe Diep. 1 Mei
had hy in oen schrijven aan den
commissaris-generaal van marine,
door zijn adjudant Rijk naar Den
Haag overgebracht, zyne eigen dien
sten en die van de officieren van
zijnen staf ter beschikking van 't
Vaderland gesteld. Bij terugkeer
deelde Rijk hem mede, dat men in
Den Haag Ver Huell liever zag gaan
dan komen. De Prins liet hem dan
ook weten, dat het hem onverschillig
was of de admiraal naar Frankrijk
vertrok, dan wel in Holland wenschte
te blijven. Met geen woord werd ge
antwoord op de diensten, die door
hem der herrezen natie waren aan
geboden. Na persoonlijk afscheid go-
nomen te hebben op alle bodems in
't Nieuwe Diep, scheepte Ver Huell
zich 9 Mei in op de brik le Genie,
die, door tegenwind in haar vertrek
vertraagd, 11 Mei koers zette naar
HAvre. Diep ontroerd zag de admiraal
de Hollandsche duinenrij voor goed
aan do kim verdwijnen.
Aldus geschiedde heden vóór hon
derd jaar!
Enschedé, April .1914.
ontstonden is elders (zie Duinen) ver
meld. Zij bestaan uit kwaftszand.
Thans volgt de derde grondsoort,
het laagveen. Dit werd meer binnen
waarts ten oosten van de duinen ge
vormd. Men vindt laagveen in't mid
den, zuiden en oosten van zuidelijk
Texel, ongeveer van Oosterend tot
Den Hoorn. Het ontstond in plassen
of ondiepe moren. Hierin groeiden
riet, hanekammen, kalmoes enz., alle
waterplanten. Die planten sterven
jaarlijks af en komen in het water
terecht, waar ze, door de afsluiting
der lucht, in veen veranderen. Dit
zet zich als een dun laagje op den
bodem neer: dit proces wordt telken
jare herhaald en zoo wordt eindelijk
de geheele plas gevuld met veen. De
wijze van ontstaan in het water is
de oorzaak, dat deze grondsoort een
effen voorkomen heeft. Hier is byna
uitsluitend schapenteelt
Ten slotte de klei. Deze is op Texel
een produkt der zee. De beste klei
(zeeklei) vindt men in den polder
Eierland, vooral in het oostelijk ge
deelte. De zee ontving de klei van het
daarin stroomende rivierwater. Het
zeewater oefende op die grondsoort
eene bijzondere werking uit. In den
tijd, toen geen dijken bestonden,
stroomde het land, behalve de Hoogo
berg met zijn omstreken en de duinen,
geregeld twee maal in de 24 uur onder
water en bij elke ebbe bezonk een
dun laagje slib. Daar dit herhaaldelijk
geschiedde, groeide de kleilaag in
dikte aan. Het laagveen eigent zich
tot hooibouw en veeteelt, doch de klei
tot landbouw zooals trouwens bij de
middelen van bestaan is vermeld, 't
ls opmerkenswaardig, dat op een klein
gebied als Texel zooveel verschillende
grondsoorten voorkomen, iets, wat in
Nederland eene groote zeldzaamheid
mag genoemd worden. Laag veen en
klei vormen samen het weide- en
polderlandschap. Zoo hangt het land-
scbapskarakter samen met den aard
des bode ras.
Van de delfstoffen, die Toxel bozit,
zullen wij geen afzonderlijke vermel
ding maken, omdat deze bij de grond
soorten van zelf eene plaats vinden.
De delfstoffen immers zijn: zand,
veen, klei en het grint in den Hooge-
berg, die alle reeds genoemd zijn.
HOOFDSTUK VI.
De Hoogeberg of het Zwerfblok.
„Een Skandinavisch zwerf blok was
het, dat het eerst aan Texel het aan
zijn gaf, de zoogenaamde hoogte of
Hoogeberg."
Aldus luidt de uitspraak van zeker
schrijver. Tevens vermeldt hij, dat
dit zwerfblok, te zwaar geworden
door verlies van ijs door ontdooiing,
naar den bodem zonk. De vraag is
nu gewettigd, hoe een massa steenen
BINNENLAND.
Bevroren vleesch.
Ingevolge beschikking van den
minister van oorlog, zal gedurende
het tweede halfjaar 1914 met de
verstrekking van bevroren Argen-
tijnsch rundvleesch ten behoeve van
de soldaten menages van het leger
zooveel mogelijk in alle garnizoenen
worden voortgegaan.
De door de commandeerende offi
cieren van de korpsen uitgebrachte
rapporten omtrent de qualiteit van
dit vleesch luiden over het algemeen
zeer gunstig. („U. D.")
Een noodlottige aanrijding.
Te Helden in Limburg, reed Woens
dagavond de kerkorgelfabrikant F.
Vermeulen uit Weerd met zijn motor-
flets tegen een boerenkar. De heer
Vermeulen werd op slag godood.
Om inkt uit oen karpet te
verwijderen.
Men drenke de met inkt bemorste
plek flink met melk en late het
karpet zoo een nacht liggen. Den
volgenden morgen wassch» men het
met lauw water uit. Dit moet eenige
dagen volgehouden worden om ver
volgens de rest der vlek met verdund
citroenzuur weg te maken.
Dit laatste moet vooral met zorg
geschieden, omdat anders de kleuren
worden aangetast.
Het middel moet uitstekend helpen.
en gruis, die naar den bodem zonk,
aan een eiland zijn ontstaan kon
schenken. Daaraan uitsluitend dus het
ontstaan van Texel toe te schrijven,
is eene dwaling. Toen Texels bodem
in later tijden meer en meer boven
het wator begon uit te steken, was
de Hoogeberg natuurlijk met zijne
omgeving het eerst drooggelegd. Nu
kan er een langere of kortere periode
geweest zijn, waarin alleen de Hooge
berg met zijne omgeving boven den
schoot der wateren uitstak, doch toen
de langzame aanslibbing steeds voort
ging en Texels omgeving, n.1. Fries
land en Noord-Holland boven water
kwamen en. bleven, was die periode,
waarin de Hoogeberg den eiland-
vorm had, voorbij en vormde Texel
met het overige van ons land één
uitgestrekt vastland. Indien het toeval
ons den Hoogeberg niot bezorgd had,
had Texel even goed kunnen ontstaan.
De Hoogeberg is toch niet geheel
Texel, doch slechts een zeer klein
deel van dit eiland. We kunnen hier
by vergelijking, bij overeenkomst
(analogie) gerust aannemen, dat Texel
zonder Hoogeberg even goed kon.
ontstaan als Vlieland, Terschelling,
Ameland, Schiermonnikoog en Rottum
(Wadden eilanden) om van de Zuider
zee eilanden (Wieringen, Urk, Schok
land, Marken) niet te gewagen. De
andere Wadden-eilanden konden het
zeer goed redden zonder zwerfblok
BUITENLAND.
Smokkelaars in lucifers.
De politie te Duisburg heeft een
uitgebreide smokkelarij in lucifers uit
Nederland ontdekt. Zooals men weet,
wordt in het Duitscho rijk een be
lasting op lucifers geheven. Om die te
ontduiken, werden de Noderlandache
lucifers ingevoerd. Met een auto werd
de verboden waar bij Kaldenkirchen
over de grens gebracht. Do smokkel-
tochten werden 's nachts langs wei
nig bekende wegen uitgevoerd, en de
auto reed dan zoo hard, dat zij niet
tegen te houden was.
De drie smokkelaars en de bestuur
der van de auto zijn in hechtenis
genomen.
Ean hertog als afslager.
Do hertog van Marlborougb zal
het voorbeeld van den hertog van
Sutherland en andere adelyke groot
grondbezitters gaan volgen eu even
eens een deol van zyn grond-bezit
gaan verkoopen. Voorloopig brengt
hy wel geen groote uitgestrektheden
onder den hamer, maar hij zal o.a.
een terrein van 60 acres in de buurt
van Wolvorcote ten verkoop aanbie
den. Is dit feit nu dus wat de uit
gestrektheid van het verkoopen bezit
aangaat, volstrekt niet vermeldens
waardig, de wijze waarop de verkoop
zal plaats hebben is dat wel. De
hertog n.1. is voornemens op 6 Mei
zelf als afslager op te treden zeker
wel het allernieuwste ambt. voor een
edelman.
In de kringen der auctionarissen
is men volstrekt niet gesticht over
deze eigenaardige concurrentie. Het
zou er voor hen ook leelijk gaan uit
zien als het mode mocht worden,
graven en baronnen zelf in de vei
linglokalen als verkoopers gaan op
treden.
Ingezonden Mededoeling.
lij die ongeneeslijk waren verklaard,
n door de PINK PILLEK generen.
Zyn de geneesmiddelen die u aan
geprezen waren, mislukt, weifel dan
niot, neem vandaag nog de Pink
Pillen, dezen zullen u niet teleur
stellen. Zij zuiveren en verrijken het
bloed, geven krachten, wekken de
eetlust op, versterken de maag, rege
len en vergemakkelijken de spijs
vertering. Zij zyn krachtdadig en dus
om deze reden een goedkoop genees
middel. Het is het geneesmiddel dat
de grootste regelmatigheid in zijne
uitslagen aanwijst. Over geheel de
wereld hebben zij verkregen en ver
krijgen zij voortdurend snelle ge
nezingen van zieken die voor onge
neeslijk waren verklaard, en zij hebben
in heel wat gevallen een bewonde
ring gewekt die met een werkelijke
verwondering gepaard ging. Zij ge
nezen bloedarmoede, bleekzucht, neu
rasthenie, algemeene zwakte, zenuw
zwakte.
'fnk Pillen
De Pink Pillen z\jn verkrijgbaar
A f 1.75 per doos, en f9 - por zes
doozen bij het Hoofddepot der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam,
voor Helder en Omstreken bij
H. DE BIE- Biebstekkr. Keizerstraat
93 en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63
te Schagen bij J. ROTGANS; te den
Burg (Texel) by T. BUIS en verder
bij verschillende Apothekers en goede
drogisten.
INGEZONDEN.
Op naar Hailoo I
De Hemelvaartsdag begint weer
te naderen. Aan dien dag zyn voor
zeer velen in onze streken gedachten
verbonden aan Heiloo en de, we
beginnen al te zeggen, jaarlyksche
openlucht-samenkomst van vrijzinnig-
godsdienstigen, gedachten, naar we
hopen, ook aan goede uren daar
doorgebracht. Thans komt woder de
oproep aan allen, die liefde hebben
voor onze beginselen, of die Vrij
zinnigen willen hooren getuigen. Op
naar Heiloo op den Hemelvaartsdag
Er zijn er zoo velen onder gc-
loovigen cn ongeloovigcn, die slechts
vaag weten van der vrijzinnigen
overtuigingen, velen, die verkeerde
voorstellingen daaromtrent hebben-
laten zij opgaan en luisterenEn
gij, die met ons medegevoelt en
medeleeft, komt allen op, om ook
door uwe aanwezigheid mede te ge
tuigen Wederom hebben een zestal,
waaronder twee dames, hunne mede
werking toegezegd, om daar het
woord te voeren. Do onderwerpen,
die zy willen behandelen, zijn be
langrijk genoeg, om te waarborgen
een dag vol wijding en stichting.
Mejuffouw T. A. van Eek, van
Oegstgeest, hoopt te sprekon over
„Onze inwendige zending",
mejuffrouw J. F. D. Mossel, van
Amsterdam, over„Christus' hemel
vaart door vrouwenoog gezien".
ds. H. Makking, van Alkmaar,
over: „De toekomst van den gods
dienst",
ds. C. Met, vau Zaandam, over:
„Rondzien en opzien",
ds. J. M. Erkelens, van Modemblik,
over„Onsterfelijkheid",
terwijl da. J. van Dorp, van Egmond-
Binnen, zyn onderwerp nog nader
bekend zal maken.
Zangkoren uit Purmerend, Alkmaar
eu Zaaudam, de eersten onder leiding
van den heer Hespe, zullen gewijde
liederen uitvoeren, terwijl de zaug
der samengekomenen zal worden
begeleid door instrumentale muziek
van een corps onder directie van
den heer Otto.
Komt allen op en maakt den
Hemelvaartsdag tot een dag, die mag
getuigen van leven en belangstelling
der Vryzinnig-Godsdienstigen I
Aan bovenstaande kan jiog worden
toegevoegd, dat het plaatselijk comité
te Alkmaar voor openlucht-samen
komsten aldus zijne functies heeft
verdeeld
Voorzitter Ds. C. J. S. Bosch te
Limmensecretaris Ds. A. C. de
Regt te Alkmaar; penningmeester
H. Westra te Alkmaar, terwijl
de commissies aldus zyn samenge
steld
voor de muziek-de dames mevr.
Belonje, mej. van Tooronburg, en ds.
De Regt, allen te Alkmaarvoor het
terrein de heeren Huizinga van
Bergen, Kryns van Alkmaar en ds.
Eilerts dc Haan van Heiloovoor de
propaganda de heeren d3. J. van Dorp
te Egmond aan den Hoef en ds.
Groot te Oudorp.
Met het oog op de colportage wordt
medegedeeld, dat daartoe gelegenheid
bestaat alleen voor geschriften in
vrijzinnig godsdienstigen geest op
daarvoor aangewezen tafels, mits aan
ds. De Regt daarvoor aanvrage wordt
gedaan. Ds. P. Groot Jzn.
Ingezonden Mededeeling.
SPLENDID 31590.
Het afdoende raiddel tegen Zomer
sproeten. Sedert jaren bewezen.
Verkrligb. b(J H.II. Drogisten en Coiffeurs.
Te Helder bi) Fa. De Die—Biersteker.
In de navolgende 12 Depóts Ls ons
blad geregeld verkrijgbaar:
J. J. BAKKER, Westgracht 89.
BOMHOFF, Koningdwarsstraat 16.
J. BROUWER, Schagenstraat 9.
W. BUTER, Vijzelstraat 35.
J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 48.
R. JONGKEES, Paardenstraat 24.
J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34.
Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2.
Wed. C. RAN, Basstraat 38.
A. SIKKERLE, Oostslootstraat 20.
IJ. STOLL, Molenstraat 172.
A. TA BELING, Vischstraat 35.
En by de Boekhandelaren:
N.V. Boekhandel v/h. A.J.MAAS,
Kanaalweg.
P. SPRUIT, Molenplein.
J. C. DUINKER, Spoorstraat.
en waarom dan Texel niet?
Wij besluiten du3 hieruit, dat Texel
voor zijn wording de Hoogeberg zeer
goed had kunnen ontberen, in strijd
met de bewering van „zeker schrijver".
Onze redeneering is bij analogie en
evenals de volgendede maan is rond
en de zon is rond, waarom zouden
dan andere hemellichamen en de
aarde ook niet rond zijn?
De andere Wadden-eilanden ont
stonden zonder zwerfblok; waarom
kon Texel dan ook niet zonder zwerf
blok ontstaan?
Dat zwerfblok is dus een toevallig,
maar geen noodwendig verschijnsel
voor 't ontstaan van ons eiland.
Zeker schrijver veronderstelt, dat
de Hoogeberg en zijne omgeving wel
het eerst bewoond geweest zullen zijn.
Deze uitspraak zouden wij niet
gaarne onderschrijven. Wie ter wereld
toch zou durven te veronderstellen,
dat in den ver achter ons gelegen
tijd, toen alleen de Hoogeberg boven
water uitstak, op dat plekje alreeds
bewoners zich hadden gevestigd? Was
ons land in die oude tijden dicht be
volkt geweest, zoodat men naar ruimte
omzag, "om ergens een middel van
bestaan te vinden, zooals 'dit in den
laatsten tyd geschiedt (emigratie), dan
kon dit waar zijn. Doch in den beginne,
toen alleen de Hoogeberg boven water
uitstak, was ons land bf in het geheel
I niet, bf slechts ten deele bewoond en
waar het bewoond was, nog zeer
schraal bevolkt, zoodat niemand er
aan gedacht zal of kan hebben om
den heuvel, dien wij thans als Hooge
berg begroeteD, tot woonplaats te
kiezen; wij kunnen ons zulke onge
rijmdheden niet voorstellen, te meer
daar hier geen enkel lokmiddel (plant,
dier of delfstof) aanwezig kan geweest
zijn om bevolking trekken.
Neen, wat men met zekerheid van
de verspreiding van den raensch op
aarde weet is dit, dat die geschiedt
onder de twee volgende voorwaarden
a.) dat de volken, die zich verplaat
sen, den broodkorf vóór zich zien.
b.) dat ze den drang achter zich
gevoelen.O
Wy zullen trachten duideiyk to zyn.
De broodkorf vóór zich, wil zeggen,
dat de mensch, die van woonplaats
veranderde en naar tot dusver onbe
woonde oorden trok, werd aangelokt
door zekere voortbrengselen of pro-
dukten, die in de nieuwgekozen woon
plaats voorhanden waren en de on-
middelijke aanleiding waren, dat de
nieuwe bewoners gemakkelyk in hun
onderhoud konden voorzien. Zoo had
b.v. Californió het goud, Drente het
veen (turf, veenkoloniën), de Moluk-
ken in Oost-Indiö hadden speceryen
als lokmiddel. Ik vraag nu: welk
lokmiddel had Texels diluviale kern,
de Hoogeberg?
O Zie Kehl, LockmitteJ.
Geen enkel. En daarmede valt de
theorie van genoemden schryver in
duigen. En thans het tweede punt:
dat de emigranten don drang achter
zich hadden. Dit beteekent niets
anders, dan dat de nood drong, wegens
te dichte bevolking, tot verplaatsing
of verhuizing. Waar de dichtheid van
bevolking te groot is, valt de stryd
om te bestaan te zwaar, do concur
rentie wordt to groot; do bodem is
niet in staat de bevolking te voeden.
Thans kan hierin door handel en ver
keer, door middel van scheepvaart
(stoomkracht) geheel of gedeelteiyk
voorzien worden, in oude tijden was
alleen de verhuizing van volken het
universeele redmiddel, zooals dan ook
de geschiedenis overvloedig aantoont.
Wij herinneren slechts als bewys voor
onze stelling aan de geschiedenis van
den torenbouw van Babel met den
aankleve van dien en aan do vele
volksverhuizingen, die in Aziö en
Europa plaats haddon na Christus
geboorte.
De drang tot emigratie bestond in
Nederland volstrekt niet in den tyd,
toen de Hoogeberg was drooggelegd,
om de doodeenvoudige reden, dat ons
land toen zelf nauwolyks bewoners
zal geteld hebben.
't Spreekt van zelf, dat de beide voor
waarden, die we straks noemden ook
gezameniyk optreden en zeer vaak is
dit het geval. Wordt vervolgd.)