HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. No. 4314 ZATERDAG 23 MEI 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ei, franco per post 90 cl, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37i 45 0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 cl Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cenl Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Bewijs-exemplaar 2} cent. Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Dinsdagmiddag. BINNENLAND. Werkstakingen te Zaandam. Men meldt uit Zaandam aan de Tel. Nu na de terugtrekking van burge meester Ter Laan, de kans op be middeling vooreerst verkeken is en geen van beide partijen blijken van toenadering geeft, wekt een oud- Zaandammer in de plaatselijke bladen de Zaansche burgerij op, uit haar midden een commissie te vormen, om te trachten, beide partijen tot elkander te brengen. Een eerste eisch acht inzender het, dat in die commissie plaats moet zijn voor iedere richting op godsdienstig of politiek gebied. „De staking kan en moet eindigen", meent inzender, „omdat handel en in dustrie het eischen en daarom doet hij een beroep op allen, die der ge meente een goed hart toedragen en verzoekt onder het motto „Zaandam's belang" bewijzen van sympathie in te zenden. Het gebeurde te Arnhem. Te Arnhem had Dinsdagavond in Musis Sacrum een vergadering plaats, om te protesteeren tegen het op treden der politie en betreffende het doodschieten van A. van der Post uit Amsterdam. Een kleine 2000 menschen waren in de zaal, velen werden teruggewezen, daar de zaal stampvol was. Spreker was G. Rijn- ders uit Amsterdam. Onder donderend applaus werd een motie aangenomen, waarin het schandelijk optreden der politie werd afgekeurd en geëischt werd de verwijdering uit het politie corps van den betrokken inspecteur, als zijnde hij beslist gevaarlijk voor de openbare rust en de veiligheid. De vergadering ging kalm uiteen. Een groote politiemacht was in de zaal en de omgeving. Voor iedereen I Terwijl wy voor de bohandeling der inkomstenbelasting in de Tweede Kamer verwijzen naar ons Kamer- Overzicht, vestigen wij in het bijzon der de aandacht op de regeling der aanslagen en reclames, die Dinsdag door de Kamer is afgedaan. Voor den belastingbetaler is n.1. niet alleen van belang düt en hoeveel hij betalen moet, maar soms nog meer de wyze, waarop zijn aanslag wordt vastgesteld. Welnu, de Tweede Kamer heeft bepaald, dat het aldus zal gaan Wanneer het aangifte-biljet is in gevuld, zijn de belastingbetalers, die volgens 't Wetboek van Koop handel verplicht zijn boek te houden ^alle kooplieden, handelaren, winke liers enz.,) verplicht aan de schat tingscommissie of aan den inspecteur desgevraagd inzage van hun boeken en bescheiden te geven. En deze verplichting bestaat voor iedereen, die tegen zijn aanslag in hooger beroep is gekomen, ongeacht of hy koopman is of niet. Natuurlijk vallen onder deze laatste bepaling vele particulie ren, die geen boekhouden. Voor hen is de bepaling niet van kracht, mits zij „aannemelijk maken", dat zij in derdaad niet aan boekhouding doen. Maar „bescheiden" moeten zij toch overleggen, als zij die hebben. Een ieder leze en herleze deze regelen, knippe ze uit en beware ze zorgvuldig. Maar men doe nog meer Van nu af staat het vast, dat men zijn aangifte niet alleen volkomen naar waarheid moet opmaken, maar dat men ook te zorgen heeft, dat men die waarheid kan bewijzen. Kooplieden, handelaars en winkeliers moeten zorgen, dat zij duidelijke boeken hebben, waaruit blijkt, welke inkomsten zij genieten. Alle anderen zijn verplicht minstens te zorgen voor „bescheiden", die in de plaats van boeken kunnen worden overge legd. Voor hen, die een vast salaris ge nieten zonder meer, is de zaak een voudig; maar voor alle anderen, die eenig vrij beroep uitoefenen of hun inkomen trekken uit allerlei ver schillende bezigheden en op wie het spreekwoord van toepassing is, dat men het een boer niet wijs kan maken, hoe een soldaat aan den kost komt, zal het noodig zjjn, dat zij intijds hun maatregelen nemen. Als de wet wordt ingevoerd en een zeer belangrijk aantal aangiften natuurlyk niet voor goede munt worden aangenomen, heeft men niet dadelijk tijd, om boeken of bescheiden te maken. Men moet er dus vroeg mee beginnen, wil men niet staan met den mond vol tanden. Want niet de aangever wordt geloofd, doch do ambtenaar, die hem behandelt. En wie den modernen fiscus kent, weet ook, dat hij van wankelen noch wyken weet. Winkeliers, zorgt dus voor uw boeken en alle anderen voor uw „bescheiden"! Als de Wet werkt, is het te laat! (Tijd.) Koning Christiaan X van Denemarken. Deze week zal ons land de onder scheiding genieten van het eerste bezoek van het Deensche Konings paar. Eeuïge aantekeningen over deze koninklijke gasten zullen onze lezers ongetwijfeld welkom zijn. De Deensche Koning is een man in de volle kracht van het leven; hij is slank en lang, draagt een kort geknipte snor, en heeft het uiterlijk van den jongen Engelschen land edelman; hij is trouwens sportman in hart en nieren, evenals zijn gemalinen dus behandelen wij beider sportvoorkeur zoo aanstonds gezamenlijk. Het karakter des konings wordt door menschen, die in zijn omgeving verkeerden, geschilderd als vroolïjk en openhartig: en doze eigenschappen hebben hem tot een bopaald populaire persoonlijkheid gemaakt in zijn land. Het Deensche volk kent hem goed, en de Deensche hoofdstad Kopenhagen reeds lang, aangezien zijn jeugd en mannelijke jaren werden doorgebracht in zijn land zelf. Zijn studentenjaren bracht hy er door als lid van het studentencorps; hij werd door zijn medestudenten als een goed kameraad beschouwd. Hij was de eerste prins van Denemarken, die de studentenpet droeg, en dit heeft zijn populariteit niet weinig helpen verhoogen. Toen hij diende in de koninklijke garde, bezorgde zyn lengte hem een eerste gelederen van dit keurcorps; zoo kwam het, dat hij eens vooraan stond by een bezoek van den Russi- schen Tsaar Alexander III aan het bekende kasteel „Fredenborg". De Russische monarch inspecteerde de eere-wacht, en volgens zijn gewoonte schonk hij aan eiken soldaat een twee-kroon stukbij het gaan langs de soldatenrij herkcude de Tsaar zijn neef, en natuurlijk wilde hij verder gaan, hem met een glimlach groe tende; maar kroonprins Christiaan stak vrijmoedig de hand uit, nam het geldstuk aan en merkte op: „Mijn eerste verdiende geld!" Toen hij zijn diensttijd had vol bracht, stelde Christiaan er prijs op, zyn geweer als herinnering te be houden. Zijn kameraden kochten het geweer daarom van den Staat, lieten er een plaat op maken met opschrift, en boden het den prins aan, die zijn soldaten-geweer in zijn werkkamer ophing. Zijn vriendschap met de kameraden van het regiment heeft hy onderhoudenals herinnering aan de jaren, dat hij de hooge berenmuts droeg der Deensche grenadiers, biedt hij jaarlijks tegen Kerstfeest zijn regiments-kameraden een punch aan. Terwijl hij in Jutland in garnizoen lag, ging hij veel uit bij de aanzien lijke families daar, zoowel bij de militairen als bij de burgerij; hij heeft in deze omgeving zijn reputatie als uitnemend danser nog niet ver loren ook de vriendschapsbanden met de bewoners der provincie Jut land zijn gehandhaafd gebleven, door dat de Jutlanders den toenmaligen erfprins, bij gelegenheid van zijn huwelijk het kasteel „Marselisborg" ten geschenke aanboden. Hij trad in het huwelijk met prinses Alexandrina van Mecklenburg-Schwe- riti. (H.blad). De „Kortenaer" in Mexico. Het belangrijke aandeel, dat aan onze Marine is toegedacht in de ver dediging onzer Oost-Indische bezittin gen, heeft eenigermate de aandacht afgeleid van de taak, die de Neder- landsche Zeemacht overigens heeft te vervullen. Opmerking verdient het daarom, dat in korten tijd zich nu voor de tweede maal het geval voordoet, dat aan Nederlandsche oorlogsschepen is opgedragen de bescherming van Neder landsche belangen en zoonoodig van de persoonlijke veiligheid van Neder landsche onderdanen in oorlogvoeren de en in binnenlandsche beroering verkeerende landen. Ten vorigen jare was het voor Konstantinopel en op de Turksche Kust, dat de „Heems- kerek" en de „Kortenaer" met dat doel optraden, nu is het in Mexico, dat laatstgenoemd pantserschip met die functie is belast. Een dezer dagen hier te lande door de familie ontvangen schrijven van een der opvarenden van dit schip komt ons, om meer dan een reden, merkwaardig genoeg voor ook in verband met de volgens de telegra fische berichten sindsdien ontstane verwikkelingen om een gedeelte van den inhoud hier te doen volgen. Het schrijven is gedateerd uit Tampico, a/b. Hr. Ms. „Kortenaer", van 25 April. 't Is allemaal en alles petroleum. Ons scheepje ligt midden in de pe troleum. Ze voeren hier een wreeden oorlog om de petroleum, en de lijken der gesneuvelden, die in de heete, zwoele lucht liggen, en soms zelfs de doodelyk gewonden worden met petroleum overgoten en in brand ge stoken. Maar aan boord is alles wel en nu er eenig uitzicht is, dat er brieven weg kunnen komen uit dit geisoleerde Tandje, zal ik maar vlug wat b(j elkaar schrijven. De kans om iets uit Holland te hooren schijnt nog wel gelijk nul te zijn. Mexico's Westkust heeft twee be langrijke ingangen nl. de Tampico- rivier en de haven van Yera Cruz. Wij zijn opgestoomd tot de stad Tampico, waar constant heerschen typhus, pokken en malaria. Het ri vierwater mag daarom niet worden gebruikt voor wasschen, en wij drin ken nooit anders dan gedistilleerd water. Iedereen aan boord moet ge regeld kininepillen slikken. Niemand kan er zich aan onttrekken. Sedert hier petroleum is ontdekt, en de exploitatie daarvan is ter hand ge nomen, is de rivier over haar geheele lengte met een vrij aanmerkelijke laag olie bedekt, en dat schijnt de muskietenplaag eenigszins te tempe ren. De stad is aan drie zijden door moerassen en lagunen omgeven, en daardoor zijn de mosquito's hier over weldigend. Vera Cruz is inmiddels nog ongezonder dan Tampico. Maar nu zal ik eens enkele dingen in tijdsorde achter elkaar zetten. Op een Zaterdagmiddag waren wij allen op Curaqao heftig aan het ten nissen, toen de spoedordonnans ver scheen met een codetelegram voor den overste. De commandant ging daarop onmiddellijk naar boord om de order te ontcijferen, welke luidde, dat de „Kortenaer" met den meesten spoed naar Tampico moost vertrek ken om de Hollandsche kolonie aldaar aan boord te nemen. Van den Curasao- schen wal werd afscheid genomen. Daar lag aan den voet van den Zwarteberg, midden tusschen cactus sen en palmen, in den maneschijn, een open negerwoninkje, waar het dien nacht dansidansi was, en zwarte en halfzwarte schoonon grillige, maar toch wel mooie inlandsche dansen uitvoerden, 't Is een typische ver tooning, allerwildste muziek op vreem de instrumenten, met een ongewoon gebroken rythme, welke wordt aan gegeven vooral door streken op een soort raspinstrument, een soort van super-zunki-maat. Allemaal zwarte negerkoppen en hardbonte kleuren, schuifel-draaiende door hef kleine zaaltje over den zwiependen en steu nenden houten vloer. Binnen walmen de olielampjes, buiten mooi maanlicht van achter den hoogen donkeren Zwar- teberg, toen wij door een ouden neger traag naar boord werden gewrikt in een schommelend pontje. Na een slaap van anderhalf uur welgeteld stonden wij weer aan dek bij het snelkolen- laden. Toen om 11 uur de schuit zelfs aan dek vol kolen zat, verlieten wij met spoed de haven zonder van iemand afscheid te hebben genomen. Acht dagen stoomden wij volle kracht om de West zonder iets anders te zien dan lucht en water, en nu bijna een week geleden kwamen wy bij vry vies weer en na twee dagen storm voor Tampico ten anker. Daar lagen op de reedo vele Ameri- kaansche Dreadnoughts en van deze kregen wij eindelijk eenige inlichtin gen omtrent den toestand. Dinsdagmorgen stoomden wij de Tampico rivier op, 6 zeemijlen ver, en ankerden op de rivier voor de stad. Onderweg passeerden wij overal posten gewapende federalen, kamp vuren met gezadelde paarden en ge wapende kerels eromheen. Het dorpje Dona Cecilia was door de rebellen verbrand en uitgemoord en lag in puin. Op de rivier lagen een paar Moxicaansche oorlogschepen. Buiten had de Amerikaansche admiraal ons verzocht niet te salueeren, omdat de kanonschoten de overprikkelde Mexi canen dadelijk aan een overval zouden doen denkenmaar op de rivier vuurden wij oerbiediglijk 21 saluut schoten af ter eere van de Mexicaan- sche vlag. Toen wij eenmaal voor anker lagen kwamen van alle zijden berichten over den toestand, de laatste rebellen- aanvallen en den tc verwachten oorlog met de Gringo's (green coats). Avond aan avond waren er in de stad, vooral op de pleinen wilde be toogingen en lichte gevechten. Viva HuertaViva la LibertadMuerta los Gringo's (de Amerikanen Binnen enkele dagen werd weer een rebellen- aanval op de stad verwacht, welke nu reeds drie dagen met volle kracht aan den gang is. Dag en nacht bloedige gevechten, waarin byna altijd de rebellen worden terugge slagen. Wij hoorden steeds hevig geweervuur en kanongebulder en zien de granaten springen en de attaqueerliniën vuren, dorpen in brand gestoken en troepen, die te paard komen aanrennen of boven op open wagens ter versterking worden aan gevoerd. Eergisteren lagen wij met onze motorsloep en een leege volg- sloep den geheelen dag aan den wal te wachten op vluchtelingen, die in veiligheid moosten worden gebracht. Op de kade liepen wy heen en weer met onze verborgen geladen revolvers tusschen al die bruine kerels, die overal langs de haven met geladen geweren op post zaten. Vandaar had men een kijkje op de groote plaza. Op het einde van dien morgen waren na veel schieten en lang vechten de rebellen tot in de buitenwijken der stad doorgedrongen. Tot vlak in onze nabijheid, hoorden wij in de straten het hevige schieten en dan in eens kwam er weer een trein aanstoomen vol soldaten, die uit de wagens sprongen, waarna dan zoo'n heele compagnie in den looppas over het groote plein snelde naar de meest bedreigde punten der stad. Kanon schoten bulderden van de Mexicaan- sche oorlogsschepen „Bravo", „Zara- gosse" e.a., en nu dan joegen troepen ruiters in vollen ren voorbij. Het was wel aardig, maar ik was toch blij een browning bij de hand te hebben. De kerels zien er barbaarsch uit. Alle rebellen, die gevangen worden genomen krijgen den strop en de weinige hoornen, die hier zijn, hangen dan ook zoo vol als oen kerstboom. Krijgsgevangenen kent men hier niet, waDt als eon vijandelijke troep door verliezen zich feitelijk zou moeten overgeven, schieten de overwinnaars maar door, tot er niemand meer op zijn beenen staat, en allen dood of gewond zijn. Dan een scheutje petro leum erover en een vlammetje erin, en de begrafenis is ook klaar. Niemand weet hier hoe groot de verliezen van de rebellen zijn, want dezen nemen, als zij teruggeslagen worden, al hun gesneuvelden en ge wonden mee, op zeer eigenaardige wyze. De handen worden bijeenge bonden en dan worden zij te paard meegesleurd, op sleeptouw achter de vluchtende ruiters aan. Het gehalte der federale soldaten staat niet hoog. Ook de bevolking der gevangenissen is soldaat gewor den. 's Avonds staan karren met ge wapende geleiders voor de drank huizen en alles, wat te veel courage- water heeft ingenomen, wordt mee gepakt en moet soldaat worden. Eerst liep het gerucht, dat na hot bombardement van Vera Cruz door de Americano's, alle Mexicanen, fede ralen en rebellen, gezamenlijk den buitenlandschen vijand zouden be vechten. Dat is echter niet gebeurd en tot groot genoegen van de Gringo's bevochten de twee binnenlandsche partijen elkaar met volle kracht. Japan heeft veel wapens verschaft aan Mexico, en zelfs hebben winst- beluste Amerikanen de munitie en wapenen geleverd, waarmede de Mexicanen thans hun landslieden neerschieten, want de verovering van Vera Cruz beeft aan veel Ame rikanen het leven gekost. Die stad werd hardnekkig verdedigdelke straat, elk huis was een kasteel, dat genomen moest worden. De Ameri kanen werden teruggeslagen, en toen hebben zij in de baai een paar kleine oorlogsscheepjes gelegd, voor elk der met soldaten gevulde straten één. En toen zijn met het vuur der scheepskanonnen de straten leegge blazen. Er zyn toen weer nieuwe troepen aan wal gezet, en na veel verliezen aan beide zijden is Vera Cruz daarna geheel door de Ameri kanen bezet. Nu wordt lederen dag verwacht, dat zij ook Tampico zullen aanpakken. De Oostkust van Mexico is, even als de Westkust (aan den Grooten Oceaan), door de Amerikaansche es kaders geblokkeerd, zoodat de Mexi canen absoluut geen toevoer van wapens en munitie meer krijgen, en daar zij slecht maar heel veel schieten, zal hun koek wéTopraken, en dan zijn zij uitgepraat. Amerika zou misschien de olierijke havens Vera Cruz en Tampico wel kunnen nemen en behouden, maar het binnenland zal het nooit kunnen nemen of be- heerschen bij gebrek aan troepen. Maar hoe dit ook zij. myn eetlust lijdt er nog niet onder, doch aan de bijzonder fijne, maar zeer zware Mexicaansche sigaren moet ik nog wennen Dadelijk na aankomst nog juist op tijd hebben wij de Hollandsche kolonie aan boord gekregen, daar een nieuwe aanval der rebellen op handen De vorige malen hadden de Nederlandsche onderdanen een onder komen gevonden by de Duitschers. Eerst kwamen er pl. m. veertig menschen, mannen, vrouwen en kinderen. Natuurlijk stonden wij onze hutten af voor de dames. In waschkommen worden nu de luiertjes gespoeld. A Ia guerre comme •i la guerre! Scboone Spaanschen verdrijven de minder aangename geuren tactvol door overvloedig met de fynste Oostersche welriekende oliön te strooien, welke wij, krijgslui, die anders geen grooter lekkernij kennen dan kruitdamp, nu met graagte insnuiven. Doch, o foei, 's morgens werden wij, na een slechten slaap, gewekt door kindergeschrei. Hoe weinig klonk dit als krijgs gerucht op ons oude slagschip. Die kleine kinderkelen deden smart- geluidjes hooren, en toen wij onze ontstelde militaire hoofden om het hoekje staken, zagen wij in de gang voor de deur van elke hut een kamermeubel met één oorEen ontzettende aanblik op een oorlogs schip De Hollandsche kolonie bestaat voor een groot deel uit petroleum- heeren met dikwijls uitvoerige farai- lien, chefs, ingenieurs, kantoorperso neel, enz. Gisteren kregen wij ook nog Denen aan boord, die geen toe vluchtsoord hebben, en vandaag nog een restje Amerikanen. Wij hebben hier zoo ellendig weinig extra-ruimte, dat die toevloed van noodgasten vrij groote misère meebrengt. Alle officieren, de commandant in begrepen, hebben hun hutten afge staan, en moeten nu maar zien, waar zij zich bergen. Het valt toch lang niet mee. Zoo sliepen al don eersten nacht in den nor in een bedwelmen de atmosfeer, een jonker op de bank, een op de tafel, een op stoelen en twee naast elkaar op den vloer. De dekens waren afgestaan en zoo li wij dan onder tafellakens en poli tieke overjassen. Nu slapen er twee in een kanon van 21 c.M., anderen gewoon op dek. Dat is wel frisch, doch heeft toch ook overvloedige bezwaren. Ik had bijv. een keer een stuk zeildoek als kooi opgehangen en piepte daarin onder den blooten hemel half aan gekleed, dat was nog vrij luxueus, maar ik ontwaakte nu en dan toch onpleizierig door de groote torren en kakkerlakken, die op het licht af kwamen en dan met een smak neer ploften in je kooi, bij voorkeur op je gezicht. En bij het ontwaken bleek dan de aanwezigheid van groote bulten, bestaande uit in den slaap doodgelegen torren. Om een uur of vijf bij het opstaan lag het geheele dek vol met honderdduizenden van die vieze dieren Des daags ligt steedseen sloep met een officier aan den wal om van alle voorvallen te rapporteeren en vluchtelingen op te nemen. Des nachts is er ook altijd een officier aan dek met hot oog op het spoken en schieten aan den wal, dat dag en nacht voortduurt. Toen wij hier aankwamen, waren onze kolen vrijwel op, en moesten wy nieuwen voorraad opdoen, omdat wij anders nooit weer van hier zouden wegkomen en geen water zouden kunnen distelleeren. Gelukkig lag hier een groote boot, die nog kolen had en ze ons tegen hoogen prys heeft verkocht. Wij moesten ze heb ben „costa qui costa" zeide de Span jool nog. En met al die extra-menschen aan boord, die zich toch al niet weten te bergen, moesten wij kolen gaan over nemen, met nog 100 ton deklast. En dan al die petroleum! Men kan hier niets koopen, zelfs geen Mexicaansche postzegels. Maar overigens gaat hier alles best aan boord, gezond en lustig. Gisteren avond hebben wij aan dek mandoline getokkeld voor onze kolonialen. Alle maal hebben wij gezongen volks liederen en oude Hollandsche liede kens. Een piano was aan dek ge sleept. De Spaansche signoras en signoritas zongen ook, het leken wel trage zigeunerdeunen. Gekke schuit, die Kortenaer"die beleeft nog eens wat vóór hij voor goed begraven wordt. Maar al dat vrouwvolk en die kleine kinderen, dat moet toch wel een krasse emotie zijn voor zijn stalen zenuwen, temeer aanstonds aan boord ook nog nieuw leven wordt geboren. Er zal nl. o.a. nog een Amerikaansche dame op ons schip komen, die binnen zeer kort moeder zal worden. Ook hebben wy nog aan boord een leuk jongentje van een jaar of acht, lieveling van de bemanning en zoon van een Mexicaansche dienstbode en een Amerikaanschen papa, dien hij nooit heeft gezien. Voor het knaapje is een compleet matrozenpakje gemaakt en daarin treedt hij 's morgens op baks- gewijs-zindelijkheidsinspectie mee aan dek aan bij de jonge matrozen van de opleiding. Al is het geen mail boot, en is 't vreeselijk behelpen, over gebrek aan royaliteit behoeven onze gasten niet te klagen. Zoo'n Hollandsche oorlogschuit met zyn mooie Hollandsche driekleur is toch wel wat waard op een vreemde reede. Tusschen haakjes: onze oude vlag is toch eigenlijk maar de mooiste van alle, die hier van vreemde bodems waaien De heeren, die hier aan boord zyn gevlucht, gaan nu en dan nog wel een oogenblikje aan wal kijken naar hun kantoren en zaken, die ook voor zoover zy niet vernield of ver brand zijn, alle zijn verlaten. Naar den wal nemen zij liever dan een evolver een klein Hollandsch vlag- jetjo mede, dat zij krampachtig vast houden en goed zichtbaar dragen, want dan worden zij wel met rust gelaten. Die oude kanonnen onder de groote Hollandsche vlag worden toch nog wel gevreesd, zoo goed als die van Amerikaan, Engelschman of Duitscher. Vanmorgen, d. i. Zondag 26 April, was 't net als in zee, om 10 uur kerk aan boord, deze keer door den commandant zelf gehouden. Klok gelui, hoeden-af, kort gebed en toen een verhalende lezing over het ontwerp: afscheid. Afscheid in den vreemde van oude goede vrien- afscheid zus, afscheid zoo, afscheid van. ouders, broers en zus- sters door den zeeman en dan over het mooie van de oogenblikken van herinneringen, waarvan nu wat werd opgehaald voor 8 a, 4 honderd Hol landers, tezamen in Mexico op een scheepje gepakt. Toen weer hoeden-af „Onze Vader" in het Hollandsch en daarna, zoo goed als het ging, in het Spaanscii voor de velen van onze kolonie, die alleen maarSpaansch klappen Ik hoop, dat al dit haastig gekrab bel op een of andere manier naar Holland zal verzeilen 'op den duur. Wat zal het daar nu in die Hol landsche lente weer heerlijk mooi zyn Het is met den brief van den jongen Hollandschen zeeman niet ouvoorspoedig gegaan. Reeds drie weken later was hij hier aangekomèn, echter juist op den dag toen de telegraaf ons het bericht bracht van de moeilijkheden, die de „Kortenaer" te Tampico, na de overmeestering der stad door de Constitutioneelen, bij de bescherming der Nederlandsche onderdanen en bezittingen had ont moet, een bescherming tegen wreed heden en afpersing, welke allerminst denkbeeldig waren en wijzen op de groote beteekenis van voldoende zee macht, die ook in dit opzicht voor haar taak is berekend. DE WEEK. 21 Mei. Terwijl ik dit ga schryven, zyn we in de periode van voorbereiding tot een koninklijk bezoek in Neder land. De Deensche Majesteiten zullen herwaarts komen; in hoofd- en hof stad vertoeven. Reeds hebben wij ons afgevraagd, hoe wy 't - met goed fatsoen lappen zullen om de hooge gasten te ontvangen op het balkon van het Amsterdamsche „achtste wonder", - het Paleis, dat Jacob van Campen voor Raadhuis bouwde, onder den steiger en vóór de ruïne, welke het herboren Amsterdam in wording moet bedui den, zonder een al te dwaas figuur te slaan. Met nationaal dundoek en groenslingers zal hopen wy, 't noadige gemaskeerd kunnen wor den. En overigens zullen de Deensche Majesteiten zich gelieven te herinne ren, dat zy zich bevinden op den bodem van Nederland, sinds eeuwen door „historische banden" aan het Rijk verbonden, waaraan voor zoo- velen, die de bekende opera zagen, den naam van den armen Hamlet is verbonden Niet Shakespere, de Engelsche dichter, maar de Fransche componist heeft hier 't meest ge daan om Hamlet's nagedachtenis te doen voortleven. En ik ben er nog niet zoo zeker van, of als zijn Deensche Majesteit zich eeratdaags in Patria bevindt, niet sommigen met belang stelling zullen opkijken naar het smalle, jeugdig-joviale gelaat van den vorst, denkend: „Zoozoo, die stamt dus van Hamlet af, - den minnaar van de rampzalige Ophelia" Daar bij terug-denkend aan een of anderen opera-zanger, die in de vermaarde spookscène of in die andere, waar bij Ophelia raadde, zich in een klooster terug te trekken, diepen indruk maakte Toch, met dien legendarischen Hamlet: den raadselachtigen dweeper van het „To be or not to be", hebben deze Deensche majesteiten niets uit te staan, ook niet in genealogischen stamboom-zin Ze komen herwaarts als de vorsten uit het, evenals Nederland, kleine onafhankelijke Rijk, dat op het ge bied Yan landbouw-producten onze mededinger is. De kleine staten zoeken elkaar Heeft, in die rich ting gezocht, het koninklijk-Deensch bezoek voor ons land bijzondere be teekenis Aan betuigingen van vriendschap pelijke verknochtheid ontbreekt 't nooit bij zulke solemneele, plechtige gelegenheden. De oud-minister De Beaufort zal Zaterdagmiddag ten Paleize in Den Haag eene rede hou den over de historische betrekkingen tusschen Denemarken en ons landje. Onze eigen Landsmoeder zal waar Zij aan het groote feestmaal Hare gasten verwelkomt en huldigt, zeer zeker gewagen van de ateeds-nauwer wordende vriendschapsbanden tus schen Den Haag en Kopenhagen. De residentie, onder leiding van een zóó gracieuse gastheer als burgemeester Van Karnebeek, zal de Deensche Majesteiten ontvangen op dezelfde schitterende wijze, waarop het mon- ffain-kokette Haagje de Luxemburg- sche Souvereine, de Parijsche edel- achtbaren recipieerde. Daar zal niets aan ontbreken Dat zal „tip top" wezen, zooals men dat in onze dagen uitdrukt. Beteekent de komst van den Deen- schen KoniDg en Zijne Gemalin nog iets anders en meer dan eene hoffe lijkheid Hierover valt te gissen en te be spiegelen. Met zekerheid weten wij er niets van. Voor ons, outsiders, is er de glans, de statie, de praal. En voor de „ingowyden" het fluis teren over de geheimenissen s'il y en a! - zich achter het nieuwe wellicht verbergend Wij leven nog altijd in periode van vele en velerlei „vraagteekens". Dat Katwijk niet zal worden het „begin van het einde" voor de Recht- sche Coalitie, dit weten we wèl. De heer Van Wassenaer is senator geworden. En niets staat thans ds. De Visser meer in den weg om zijne „joyeuse rentréc" in het Lagerhuis te doen. Maar verder In de Tweede Kamer duren op dit moment nog altijd de deliberatiën over de Inkomsten-belasting voort. Tusschen vrijzinnig-democraten en Unie-liberalen is 'tnu ja, niet wat men „hommeles" noemt. Maar toch staan een Tydeman en een Marchant, hier dus de zachtste tegenover de roodste fractie der Concentratie, tegenover elk&ar als Kemphanen, die met uiterste zelf bedwang de sporen inhouden Onderwijl Unie-liberaal Patijn olie op de onstuimig wordende golven tracht te werpen 1 Op Hemelvaartsdag-1914 zou de Concentratie het blijde propaganda- feest vieren van haar zegepraal en ookvan haar hechtheid Op tweeden Pinksterdag zou 't op Landdag vol geestdrift, worden bevestigd. 't Was dus, zeker niet de tijd, voor haar, om in het Parlement haar verminderde kracht te doen blijken... Intusschende rustige, vreedzame, slaapwekkende stilte, in de Tweede Kamer heerschend bij de discussien over de Inkomsten-belasting en hare techniek, ze kon zóó bedroevelijk wezen Er ligt, vergete men niet - uiterst gevaarlijke stof opgetast in de provisie-kamers van het Parlement, In tonnekens met het opschrift „Interpellatie" 6n „Vragen"... De heer Brummelkamp heeft nieuwe vragen gericht tot minister Cort v. d. Linden over het geval van burgemeester K. ter Laan, te Zaandam, die niet vlagde op 80 April van z\jn Raadhuis, en wel vr(j-af schonk op den 1 Meidag Een echte, aartslastige „perkara" voor mr. Cort v. d. Linden. En voor de Kamer allicht straks, een bron van groot en hevigtumult.. Bij het stapeltje interpellatién zal wed ik - er ook nog wel een komen over de botsing tusschen politie en burgerij, te Arnhem. 't Is, althans „broeiende" op dit moment. En er gist nog meer Ook wanneer de uiterlijke vriend schap en het bondgenootschap in de gelederen der Concentratie bewaard blijft is er genoeg, dat ook niet-angstig en -alarmistisch-aangelegden 't harte doet vasthouden. Weet ge - moge het Pinksterfeest in verzoening; gevierd in van zon en heerlijke zomerweelde stralende lucht de stemming der gemoederen verteederen, vermurwen; neigen tot 't vergeten van oude en jongere veeten Ik weet wel, dat 't eene armelijke illusie is, waar ik mij thans aan poog te koesteren. Dat de onwêers- luchten zullen komen en in de zwoele atmosfeer - de bliksem schichten zullen voortschieten vóór dat de weldadige, drenkende, ont span nend-lavende regen neer stroomt.. En het besef van die weelde, volgend op storm en botsing, moet ons sterken by de geslachte aan stormdagen, die zullen naderen Mr. Antonio. Ingezonden Mededeeling. SPLENDID 3169 0. Het afdoende middel tegeu Zomer sproeten. Sedert jaren bewezen. Langs de straat. Idylle. De zomersche Mei avond is neer gedaald op de, in frisch groen prij kende Hoofdgracht. De toppen der boomen ruischen zachtkons, vogel stemmetjes en menschengeluiden at en toe rumoeren 6p en verbreken de stilte van den dag die verdwijnen gaatLangzaam en plechtig doet de natuur het avondkleed over de aarde, dat zy straks rusten mag en zich voorbereiden op nieuw en krach tig leven Van den kant der Haven nadert een paartje. Hij loopend, zij op een fonkelend, blinkend rijwiel. Zij is een lieve, elegante verschij ning, eenvoudig, smaakvol gekleed. Zij heeft haar linkerarm geslagen om den hals van den naast haar gaanden jongen man, die, op zijn beurt, haar rijwiel leidt aan zijn rechter. Hy is wat lummelachtig, wat boersch, met zijn sjokkerige houding, z(jn on-elegante gestalte. De jonge man is hevig verliefd op het blonde meisje aan zijn zijde. Hij is blijkbaar van heftig-gepassioneerd temperament, en ziet geen kans zich te boheerschen. Zyn oog is de spiegel zijner ziel en zijn ziel is zeer bewogen door de aanwezigheid der feeërieke verschij ning rechts van hem. Hij eet haar niet met zijn blik, hij verilindt haar. Zoo moet, in klassieke tyden, de Minotaurus de Atheensche jongolingen en jongedochters in on verzadigbare vraatzucht hebben ver zwolgen, toon hij te Kreta was op gesloten. Met vaste hand bestuurt hij het blinkondo vehikel waarop hot gracieuse meisje zit. Zij is de gepersonifieerde nuchter heid. Zy is praktisch, koel van hoofd, warm van hart, verstandig, en be rekenend. Zij ondergaat de ooge liefkozingen van den aanbidder uiter lijk koel. Inwendig zingt een vogeltje in haar ziel van geluk zóo aange beden te worden als zyvoor do oogen der wereld weet zü alle aan doeningen te beheerschen. Geef mij twintig zulke vrouwen en ik zal de wereld veroveren. De liefdes extaze van den jongeling is tot den hoogst-bereikbaren graad gekomen; een graad, die, omgezet in atmosferen spanning van over-ver- hitten stoom, de veiligheidsklep op en neor doet wippen, terwijl van tijd tot tijd kleine stoompufjes zich een uitweg banen. De verliefde jonge man geeft stoompufjes afde veilig heidsklep zijner oogen gaat als razend heen en weer; de manometer rijst geweldig Totdat hy plotseling, na links en rechts rondgespied te hebben, van de gelegenheid party trekt, zyn meisje tegen zich aandrukten haar frissche, roode wangetjes met een stevigen zoen versiert. Dan is de beurt aan bdar om haar zelfbeheersching te verliezen, heftig kleurend, buigt zij het blonde kopje over haar stuur en het is slechts aan de vaste hand van den ridder aan haar zijde te danken, dat zy op den goeden weg blijft. Hy echter ziet triomfantelijk rond, verheven boven spot of blaam der wereld bij zoó iets goddelijks als deze zoen. En hoog in de toppen der ruische lende boomen, kwinkeleert het en jubelt het: hymne aan denschoonen lente-avond en de hooge, wonderlijk- diepe luchten daarvoor niet. - Luitenant, er zit zand in de soep. - Och kom, ben je hier om te vitten of om je land te ienen - Ja, wel om m'n laLd te dienen, maar niet om het op te eten, luitenant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1