HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Vergiftigde Levens. Oe „Empress of Ireland". No. 4318 DINSDAG 2 JUNI 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitonland f 1.90 Zondagsblad 37} 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbot.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hoogar berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Donderdagmiddag. Buitenlandsch Overzicht. In Bazel wordt een Fransch-Duit- sche interparlementaire conferentie gehouden. Het „Journal des Dëbats" loopt met deze poging tot vrede- stichting niet hoog weg. De Duitsche parlementsleden, zegt liet blad, heb ben invloed noch macht en de Duit sche rljksregeering stoort zich in geenen deele aan hen. De Fransche bladen hebben wel iuvloed op de regeering en de open bare meening van hun land en zoo zou de toenadering niets anders be- teekenen dan dat Frankrijk de vazal van Duitschland wordt. Het blad lijkt ons wat al te bang dat Frankrijk zich vernederen zal als de meeste liefde van zijn kant komt. Een vreedzame vriendschap pelijke verhouding wordt nooit te duur gekocht. Het comité zelf constateert intus- schen dat de conferentie die heeft plaats gehad zeer nuttige gevolgen heeft gehad waardoor de hoop ver meerdert, dat een duurzame toena dering tusschen beide landen mogelijk zal zijn. De vredesconferentie inzake Mexico te Niagarafalls werkt uitstekend en heeft al resultaten. Huerta zal aftreden, doch zelf een voorloopig opvolger aanwijzen. Deze benoemt een Kabinet en dit schrijft nieuwe verkiezingen uit. De Ver- eenigde Staten trekken dan terstond hun troepeD terug. Niet slecht bedacht: Huerta zou dus heen gaan maar niet als ver- wonnene. Als de heeren Carranza en Villa daarmee nu maar genoegen namen. Maar zoover is 't nog niet. Carranzo is ontstemd over de mis kenning van de zijde der bemidde- lingsconferentie. Hij heeft ze een brief gezonden, waarin hij zich be klaagt dat de bemiddelaars bun arbeid zijn begonnen zonder een vertegenwoordiger der constiiutiona- listen af te wachten welke groep toch het. talrijkst is in Mexico. Hij gelooft niet dat op deze manier het conflict kan worden ten einde gebracht. En Villa, de andere rebellenaan voerder, is hevig boos dat Duitsche schepen wapenen voor Huerta hebben aangebracht. Hij jaagt alle Duitschers uit het bezette gebied uit en neemt hunne eigendommen in beslag. Amerika zal ten laatste waar schijnlijk tegen Carranza en Villa dan moeten optreden. Met Huerta als bemiddelaar!!! Een der Nederlandsche officieren in Albaneeschen dienst, majoor Sluis, is met verlof in ons land. Hij deelde in een onderhoud met een interviewer van het „Hbld" eenige bijzonder heden mee. Daaruit blijkt o. rn. dat Essad pacha een zeer twijfelachtige rol gespeeld heeft en heelemaal niet gesteld was op de voorzorgsmaatregelen tegen de opstandelingen die door de comman- deerende officieren der gendarmerie genomen werden. Over die maat regelen kwam het tusschen Essad en majoor Sluis tot een woorden wisseling. Minister Essad drong er bij den vorst op aan dat de majoor met verlof zou worden gezonden en de vorst die een ministrieele crisis vermijden wilde - drong daar mede op aan. De majoor zeide geen verlof noodig te hebben. Na zijn gewapend optreden tegen de opstandelingen en samenzweerders achtten echter de autoriteiten en ook generaal De Veer het gewenscht dat de majoor een tijd heenging totdat de gemoederen zouden gekalmeerd zijn. Nog deelde de officier mede dat de berichten uit Albanië of zeor sterk Oosten- rijksch of zeer Italiaansch zijn ge kleurd; de naijver tusschen beide FEUILLETON. Een beeld der werkelijkheid.; 25) ,Maar zoolang gy bij het kind blijft, kunt gij ten minste den knaap beschermen." „Ik zou hem niet kunnen beletten inet zyn vader uit te gaan, of zijne leermeesters kiezen maar door mijn dood zal hy gered wezen. Mijne ouders mogen mij aan hunne ijdelheid op geofferd hebben het zijn brave, edele zielen, en onder hunne hoede zal Ferdinand opgroeien tot een goed roensch. Gij begrijpt niet dat ik zoo overtuigd ben dat mijn echtgenoot hem aan hen zal afstaanmaar gij zult inzien dat ik golijk heb. Zoodra ik voelde dat het met mij gedaan was, heb ik mijn Yader bij mij laten komen, en hem gesmeekt na mijn dood eene groote som aan Rodrigue aan te bieden waartegen hij van al zijne rechten op het kind afzag." „Maar zal hy ellendig genoeg wezen om dat te doen „Indien hij weigerde zou hij slechts een klein jaargeld voor het onderhoud van den knaap ontvangen, en hij heeft zooveel geld noodig. Toch wilde ik ze' jrheid op dat punt hebben en besprak kort geleden de zaak met hem. Hij nam het voorstel aanstonds aan en toekende zelfs een voorloopig natiën komt in de berichten sterk tot uiting. Daar hebben we trouwens in dit blad al op gewezen. Euro- pecscbe verwikkelingen zal de toe stand in Albanië niet brengen. 't Is althans geruststellend dat uit de redevoeringen van den Italiaan- schen minister di San Giuliano en van graaf Forbach, namens den Oostenrijksch-Hongaarschen minister Berchtold, blijkt dat de regeeringen van beide staten tot samenwerking geneigd zijn, dat van officieele on een igheid tusschen de beide mogend heden der Adria in zake Albanië geen sprake is en dat beiden bereid zijn in volkomen eensgezindheid en in overeenstemming met het overige Europa tot een oplossing der moeilijk heden te komen. Het is althans een geruststelling, dut de Albaneesche moeilijkheden geen Europeesche moeilijkheden zul len brengen. In den toestand is weinig verande ring. Er is een nieuw ministerie gevormd. By Durazzo verzamelen zich nog steeds troepen Mohammedanen zoo dat de vorst er allés behalve veilig is. Hot politiehoofd Rapui te Durazzo is in hechtenis genomen omdat hij het gerucht verspreidde dat Essad Pacha over enkele dagen zou terug- keeren. De Malissoren en Mirdieten ver gaderden iu grooten getale en ver klaarden dat zij bereid zyn op te ukken tegen de oproerige aanhan gers van Essad Pacha. Maar de vorst mocht den oproermakers geen con cessies doen; zij zullen die nooit erkennen. De minister-president verzocht Italië dringend om een 500 man uit Skoetari te laten komen. Een Oostenrijksch-Hongaarsch es kader is te Valona aangekomen uit Malta. Leden van de internationale con- tröle-commissie zijn te Valona aan- gokomen voor een kort verblijf. Zy begaven zich naar Durazzo om deel te nemen aan de onderhandelingen met de opstandelingen. Griekenland heeft twee afgedankte groote Amerikaansche oorlogsschepen aangekocht. Men moet wat hebben echter Griekenland schijnt in de laatste dagen in den Balkan nog al te stoken - in de Albaneesche questie gaat het niet vrij uit. De Russische Czaar zal een bezoek brengen aan den koning van Roe menie. In verband daarmee bespreekt men de vraag of Roemenie zich zal afwenden van het Drievoudig Verbond en tot de triple entente zal overgaan. Aan de Servisch-Bulgaarsche grens is naar Reuter uit Belgrado bericht weer gevochten tusschen ServierB en Bulgaren (grenswachten). Het Fransche ministerie heeft giste ren zijn ontslag genomen. Vermoede lijk zal Viviani zich met de vorming van het nieuwe kabinet belasten, Londen, 30 Mei. Het beste aaneen geschakelde relaas geeft Moore in de „Daily Chronicle", gezonden uit Rimouski. De ramp gescuieddeslechts 10 mijlen uit de kust. Het schip ligt nu in 96 voet diepte, met de masten boven het water uitstekend. De „Empress of Ireland" voer wegens den mist de rivier met de grootste behoedzaamheid af. Kapitein Kendall was gedurig op dek, terwijl het schip ziju weg zocht tusschen de eilandjes, waarmee de rivier bezaaid is van Quebeo tot Father Point. Terwijl het schip in een nog dichter mistwolk vrijwel stil lag, voer de Noorsche boot „Storstad", zwaar met kolen geladen, het mot geweldig gewicht op eenmaal midscheeps aan. De steven drong dwars door den stalen wand van de „Empress" heen en maakte er een reusachtig gat in. De mailboot helde naar den anderen kant over en viel, toen het water door het gat binnenstroomde, zwaar terug. De boeg van de „Storstead" had ook het volgende schot doorboord, zoodat het groote schip volslagen reddeloos was. Vele passagiers, die in de midscheepshutten aan de ge troffen zijde sliepen, werden door den binnendringenden boeg gedood of verminkt. Zooveel water stroomde bovendien binnen, dat allen die mid scheeps sliepen bezwaarlijk te redden waren. Kapitein Kendall liet inmiddels het S. O. S.-sein herhalen tot, 10 mi nuten na den stoot, het schip zonk. Er was geen paniek onder de be manning, ofschoon de vele aan dek gesnelde passagiers hevig ontsteld en opgewonden waren. Men trachtte de reddingbooten uit t,e zetten, maar door het sterk overhellen waren de davits aan stuur- en bakboord on bruikbaar. Ettelijke booten werden losgesneden en allerlei roerend goed, als dekstoelen en zoo voort, werd over boord geworpen. Zoodoende konden velen zich boven water hou den. Vele passagiers echter hadd6n nauwelijks den tyd aan dek te komen. De meesten waren in nachtgewaad. Intusschen waren, door een Maroni- man te Father Point gewaarschuwd, twee gouvernementsbooten, de „Lady Evelyn" en de „Eureka", naar de plek van het onheil gesneld. De eerste kwam er 45, de tweede 65 minuten na de aanvaring aan. Op alle wrakstukken dreven meer menschen rond dan ze dragen konden. Dozijnen bevonden zich op de kielen van twee omgeslagen booten, die anderen in het water nog vasthielden. „StorBtad"'8 booten waren ook druk doende om menschen op te pikken. Later hebben nog vele schepen de buurt afgezocht. De meeste geredden en tallooze opgepikte lijken zijn vrijwel naakt. De temperatuur was 3 graden boven het vriespunt. De kapitein verklaart, dat hij de mistfluiten van de „Stor stead" hoorde en de „Empress" terug floot, maar te laat. De kolenboot was zoo zwaar geladen, dat het dek bijna overspoeld en volstrekt onzicht baar was, tot het schip plotseling opdook en de „Empress" ramde. De toestand vau de geredden moet droevig zijn. Enkelen stierven haast onmiddellijk na opgeheschen te zyn. Anderen hebben zware verwondingen, armen en beenen gebroken. De mees ten zijn zoo ontsteld, dat zij tot geen geregeld verhaal in staat zijn. Er zijn weinig vrouwen en kinderen gered en weinig eerste- en tweede-klasse passagiers. De geredden zijn te Ri mouski, een klein Fransch-Canadeesch dorpje, aan land gezet en velen in de huizen ondergebracht. Alle doktoren verleenen hulp. Het meerendeel wordt met den trein naar Quebec vervoerd. Alle hoofdartikelen in de bladen wijzen op de omstandigheid, dat het verongelukte schip geen enkelen voor zorgsmaatregel verzuimd had, en her inneren aan de „Titanic", waarbij ook zooveel van waterdichte afschieting werd verwacht. De „Empress of Ire land" zonk zelfs in tien minuten. Er was reddingsmateriaal voor meer dan 1800 menschen. De bemanning was geoefend in de behandeling van red dingbooten. Mist komt veel voor op de St. Lourens. Montreal, 30 Mei. Kapitein Belanger van de gouvernemontsboot „Eureka", die het eerst op do plek van het onheil aankwam, meldt, dat hij te Father Point 50 lijken en 60 geredden heeft gebracht. Zoodra hij van den radio telegrafist te Fater Point van de ramp hoorde - zoo vertelt hij haalde hij zijn bemanning bijeen en richtte den ste ven naar de plek waar de „Empress of Ireland" was verdwen. Hij pikte verscheiden kleine booten op en haalde mannen, vrouwen en kinderen daar uit op. stuk om zich daartoe te verbinden. Het heeft ray rust gegeven, al doodde het ook het laatste vonkjejgevoeldater nog voor hem in mijn hart overbleef." Alles is gegaan zooals zij gezegd had. Zijzëlve stierf eenige weken later, en haar waardige echtgenoot deed voor een ton afstand van zyn kind. Wat mij betreft, ik heb sedert een verloren, doelloos leven geleid veel gespeeld, veel geld verloren de Congo bezochtallerlei onverdienden lof ingeoogst voor mijn doodsverach ting ik ben naai België teruggekeerd en gevierd geworden om mijn gedrag onder de zwartenmaar de wereld was mij thans eene hel, en ik ben haar opnieuw ontvlucht om te gaan jagen in de wildernis der Nieuwe Wereld. Ziedaar waartoe ik mij heb ingescheept." „Gaat gij dan geheel alleen op leis?" vroeg Marcelle verbaasd. „Jamaar ik heb de noodige in lichtingen tot mijn tocht verkregen van een onzer voornaamste jagers, Hendrik Lunden. Men huurt daarginds bij aankomst een flinken knaap, die voor den wagen met proviand zorgt dien men met zich meêmeent. Verder koopt men een paar paardenmen heeft zijne geweren en patronen bij zich, en met een kompas gewapend, gaat men de prairieën in. Des nachts slaapt men onder den blooten hemel. En men is ten minste ver van de menschen. Maar ik doe niets anders als over myzelven spreken, en toch ben ik zeer benieuwd te hooren waar uwe reis u heenvoert." De geredden vertelden, dat alles zoo snel in zijn werk ging, dat de menschen nauwelijks begrepen wat er gebeurde. Al wat ze konden zeggen washet schip was weg. Er was zelfs geen tijd om te roepenDe vrouwen eerstDat er zoo weinig vrouwen en kinderen zijn gered komt niet van gebrek aan plaats in de reddingbooten, maar hiervan, dat de hofmeesters geen tijd hadden de reizigers te wekken. De geredden zeggen, dat zij uit hun bed werden geworpen en aan dek renden. Zij hadden net der tijd in de reddingbooten te komen en deze om weg te roeien. Zy die den tyd namen om zich te kienden of ook maar wachtten tot de hofmeesters ze riepen, verdronken. Honderden moete.n sla pende verdronken zijn. De bemanning van de „Eureka" legde de lijken, die zij ophaalde, achter aan dek en spreidde er lakens over. De geredden grepen naar alles wat kon dienen om hen tegen de kou te beschermen, en liepen opgewonden het dek op en neer. Zoodra de „Eureka" voor Father Point was, werden de dokters geroe pen. Het tooneel aan boord was jam merlijk. Sommige geredden schreeuw den, dat zij daar aan wal wilden, maar men beduidde hun, dat het beter was dat zij te Rimouski landden. De „Eureka" ging vervolgens naar Rimouski. Een uur na haar kwam de „Lady Evelyn" met 20 dooden en 80 levenden daar aan. Montreal, 30 Mei. De directie van de Canadian Pacific schatte vanochtend vroog de dooden op 1032. Volgens de lijsten zijn er gered 18 reizigers le klas en 131 le en 2e klas, en van de bemanning 206; in het geheel 355. Er waren aan boord 87 passagiers le klas, 153 2e klas en 715 3eklas; de bemanning telde 482 koppen te zamen 1387. Quebec, 30 Mei. Een van de tref fendste verhalen geeft Duncan, een Londensch procureur. Hij vertelt: Terwijl hy te bed lag hoorde hij twee korte stooten op de stoomfluit, ten teeken dat het schip stil lag. Hij sprong uit bed en begon zich te kleeden. De machine stopte. Een oogenblik later qjoeg ze achteruit. Hij ging aan dek en zag dat het zwaar miste. Toen volgde een ge weldige botsing. Met vervaarlijk ge kraak helde het schip over. Er was door die belling niet de geringste kans de reddingsbooten te strijken. Alle bleven in de davits vastzitten. Wie kon nam een redding gordel, maar velen hadden zelfs niet den tijd er een om te doen. De bemanning gedroeg zich goed. Er was geen paniek. Hij zag hoede bemanning passagiers hielp. Ver scheiden mannen gaven hun zwem gordel aan vrouwen. Maar er was geen tijd iets te organiseeren. Het schip helde Jzoo sterk, dat alles in zee viel. Passagiers rolden van het dek in het water. Een vreeselijk tu mult was er op zee. Vrouwen riepen en zonken dan in stilte weg. In doodsangst worstelden mannen met elkaar. Duncan voelde onder zyn voeten naakte lichamen. Hij is een uur in het water geweest. De officieren zagen onversaagd den dood in het gezicht. De kapitein bleef op de brug tot het schip zonk. Quebec, 80 Mei. Langzamerhand, naarmate de betrekkelijk weinige ge redden hun verhalen over het gebeurde doen, wordt de vreeselijkheid van de schipbreuk al duidelijker en duidelijker. Het blykt hoe langer hoe meer, dat het zich voorzien van reddingsgordels of zelfs maar het wekken van passa giers door het scheepspersoneel niet heeft kunnen plaats vinden. Bijna onmiddellijk na de aanvaring, die dadelijk gevolgd werd door een ketel ontploffing, gaven de dynamo's geen stroom meer, sloten de golven zich boven het schip en worstelden de „Naar de Malvinia-gronden, waar mijn echtgenoot eene bezitting heeft gekocht." „Dat is een moedig besluit, vooral voor eene vrouw. Betreurt gij Europa nog niet?" Marcelle's oogen vulden zich plotse ling met tranen en hare lippen beef den toen zy ten antwoord gaf: „OIk heb niet geweten wat ik deed, toen ik er in toestemde. Eerst hier aan boord ben ik tot het besef daarvan gekomen. Ik heb mij dezer dagen zoo eenzaam en ongelukkig gevoeld." Filips van Oudekerke was diep ontroerd. Nu zij weende, herinnerde zij hem meer dan ooit de jonge vrouw die hij lief had gehad, en hy boog zich tot haar over en fluisterde „Wees niet bedroefd. Gij neemt immers al wat gij lief hebt met u mede, en dan gij zult er niet eeuwig blijvenmen zegt wonderen van die streek." „Let niet op deze kleine uitbarsting van zwakheid. Ik leed er vooral onder hier niemand te vinden met wien men spreken kon, die in staat was mij te begrijpenmaar ik ben thans dubbel blij gevonden te hebben. Voor het overige van de reis zullen wij vrienden zijn, niet waar „Ik vraag niet liever," sprak hij verheugd. „En misschien zullen wy u op een uwer zwerftochten wel eens bij ons aan zien landen vervolgde zij half vragend. „Misschien Eu toch ware het menschen om hun leven in het water, en dat in stikdonker. De overlevenden verklaren, dat de ontploffing vreeselijk was klaarblij kelijk was zij veroorzaakt, doordat het water van buiten de ketels be reikte. De eerste geneesheer zegt, dat indien de Storstad niet zoo overhaast was achteruit gestoomd er meer menschen zouden zyn gered. Toen de vrachtboot achteruit stoomde, drong het water met verbluffend geweld het gat binnen, door; de aanvaring veroorzaakt. Mc. Intyre, lid van het Leger des Heils verteltToen ik aan dek kwam, zag ik de menschen te hoop 3taan. Er waren geen zwemgordels. Toen het schip zonk zwom hij naar de „Storstad", die hem aan boord nam. Alle lichten waren daar aan. Velen werden daar aan boord gered. De meeaten hadden weinig aan het lijf. Een andere geredde zegt: Het was of het schip onderste boven ging. Het weer was kalm. De bemanning gedroeg zich over het geheel goed. Er was nauwelijks tyd om stelsel matig iets voor de redding te doen Het schip zonk voor de bemanning of iemand anders het inzag. Te ver geefs trachtte de bemanning over den hoogen kant van het schip een boot neer te laten, maar het ging niet. Londen, 80 Mei. The Central News- agentschap seint uit Quebec het vol gende verhaal van den scheepsdokter Grant: de Noorsche boot was gesig naleerd, kapitein Kendall gaf drie stooten op de fluit; de kolenboot antwoordde, maar ik weet niet wat Kendall verder seinde. De kolenboot bleef echter naderen; Kendall beval toen „volle kracht achteruit", maar de botsing was niet meer te vermij den. De machinekamer werd inge drukt, de platen aan stuurboord wer den over een groote lengte afgerukt. De kolenboot liep achteruit en stopte op een mijl afstand. In een oogen blik helde de „Empress of Ireland" zwaar naar stuurboord over en richtte zich niet meer op. Weldra was het duidelijk dat het schip verloren was en men deed een poging om de booten te strijken. De eerste boot kwam veilig te water maar sloeg om. Verscheidene booten aan bak boord vielen over dek door de zware slagzij van het schip en elen wer den verpletterd tegen de verschan sing. Toch heerschte er geen wanorde onder de bemanning. Kapitein en officieren bleven op post tot dat het schip zonk, hetgeen zeven minuten na de botsiDg geschiedde. Slechts weinig passagiers konden zwemgor dels bemachtigenhaast allen werden in nachtgewaad in het ijskoude water geworpen. Honderden klemden zich aan de zyden van het schip vast tot het laatste oogenblik en honderden zwommen hulp schreeuwend rond. De „Storstad" zette snel booten uit, maar alle waren spoedig gevuld en honderden moesten worden achter gelaten om te sterven. Vijf booten der „Empress" kwamen weg van de plaats van bet ongeval. De ramp was zoo plotseling geschied, dat tien tallen geen tijd hadden om de kooien te verlaten en gevangen zaten als ratten in een val. De verwarring werd nog vermeerderd doordat de passagiers den eersten dag den weg aan boord nog niet kenden. Velen konden h6t dek niet vinden. Ik werd ingelicht omtrent hetgeen geschied was toen ik uit mijn kooi geworpen werd. Het electrisch licht wilde niet meer branden; ik slaagde erin uit de hut te komen, maar kon in de gang niet loopen. Ik scharrelde langs den wand tot de patrijspoort en stak het hoofd er uit en zag met verbazing, de scheepszljde vol men schen staan, alsof zij op het dek waren. Ik riep om hulp en iemand trok me door de patrijspoort. Het schip zonk spoedig onder onze voeten weg; ik zag lichten en een boot; verstandiger voor mij geen nieuwe banden aan te koopen." „Waarom dat?" „Omdat zy mij slechts droefheid kunnen aanbrengen, indien het hart er mede gemoeid is, en dat zou hier het geval kunnen worden. Gij her innert ray te zeer het verleden, dan dat ik nu reed3 niet op zou zien tegen het oogenblik waarop ik van u zal scheidenwat zou het later wezen, als wij waarlijk vrienden geworden waren Nog had zij geen tyd gehad hem te antwoorden, toen een eerste blik semstraal de wolken doorkliefde. Wilt gij liever naar omlaag gaan vroeg hij bezorgd. „Niet zoolang het niet regent. Hoe bang ik ook voor dit weder ben, ik zie het gevaar liever in het gelaat." „Altijd?" vroeg de jonge man op gedempten toon. „Ja, altijd. Waarom vraagt ge mij dat „Ik kom onze kleine Elsa halen. Blijf gerust nog wat op dek, Marcelle maar ik heb niet gaarne dat hare oogjes aan het weerlicht blootgesteld blijven, en ik zit beneden toch te werken, zoodat ik haar naast mij kan houden." De jonge vrouw nam gretig zijn voorstel aan. Het was haar verre van f onaangenaam nog een tijdlang de frissche lucht in te ademen, aan de zijde van den man die hare be langstelling meer opwekte, en zij haastte zich het kind aan den vader over te geven, belovende zich bij hen zwom een poosje rond, waarna een reddingboot mij oppikte." Montreal, 30 Mei. Kapitein Kendall heeft het volgend verslag van de ramp gegeven: De „Empress of Ireland" passeerde om half twee 's nachts Rimouski. Er hing toen geen zware mist, doch het was heiig en de uitkijk werd gaandeweg steeds meer belemmerd. Kendall zelf stond op de brug en beval de vaart te minderen. Toen hy iets later de lichten van een naderend schip zag, gaf hy order te stoppen. Hij liet de stoomfluit werken en het andere schip antwoordde als blijk dat het signaal verstaan was. Toen waren beide schepen twee mijl van elkaar verwijderd. De „Storstad" bleef doorstoomen vermoedelijk dacht kapitein Anderson nog voor de „Empress" langs te kunnen. Zeker is echter dat de „Stor stad" nader en nader kwam en plot seling de „Empres" aan stuurboord midscheeps aanvoer. De boeg van het zwaar geladen kolenschip drong door de stalen zijplaten van de „Em pres" heen. Daarna sloeg de „Stor stad" achteruit en toen de schepen los kwamen drong het water met groote kracht door het breede lek in den zijwand der „Empres" binnen. Het Heilsleger is zwaar getroffen door dit nachtelijk onheil. 140 af gevaardigden, waaronder het beroem de Canadeesche muziekcorps van het Heilsleger, zouden" het congres van het leger te Londen komen bijwonen; slechts 20 hunner zullen het verhaal van de ramp kunnen doen. Alle anderen verdronken. Men heeft er zich over verbaasd, dat een betrekkelijk klein kolenschip (de „Storstad" meet iets meer dan 6000 ton) een vaartuig van 16.000 ton zoo vreeselijk kon rammen, zon' der zelf andere schade te bekomen dan 'n ingedeukten boeg. De ver klaring ligt wellicht in de omstan digheid, dat de „Storstad" geheel uit staal was gebouwd en dus bijzonder sterk was. Een merkwaardig feit wordt het geacht, dat de twee schepen niet uit tegenovergestelde lichting op elkaar inliepen, maar dat de „Stor stad" de „Empress of Ireland" schuins moet hebben aangevaren. Was dus laatstgenoemd schip niet stil gaan liggen, uit vrees voor de mist, dan ware wellicht de botsing veel min der noodlottig afgeloopeu, daar beide schepen zich dan ongeveer in deze'" richting en met dezelfde snelheid zouden hebben voortbewogen. De „Storstad" verliet Venetië op 17 April, en kwam op 18 Mei te Quebec aan, maar moet die stad zeer spoedig weer voor de thuisreis ver laten hebben, anders is het onver klaarbaar, dat zij in dezelfde richting, dus naar Europa, voer als het on gelukkige passagiersschip. Juist ech ter door het stilliggen van de „Em press of Ireland" en het schuins in varen van de „Storstad", op een der kwetsbaarste plekken midscheeps, moet het stalen kolenschip de pas sagiersboot als het ware als een blikmes hebben opengereten, zoodat het water met onweerstaanbare kracht tegelijkertijd over een groot gedeelte van de opengehaalde scheepshuid binnenstroomde en de „Empress of Ireland" dadelijk deed krengen. In de buitenlandsche bladen vin den wii nog eenige bizonderheden, Zoo, dat een ontploffing in de machine kamer het zinken van het schip heeft verhaast. Dat de geredden voor het meerendeel uit leden van de beman ning bestaat, tracht men zoo te ver klaren, dat zij in de weer waren, terwijl de reizigers sliepen. Weer is het aan de draadlooze telegrafie te danken dat nog velen gered zijn. Gered zijn ook nog de scheepsdokter en de tweede machinist. In den ochtend scheen de zon helder, wat de lucht wat verwarmde. Aan boord waren o.a. zij zijn waar schijnlijk omgekomen - de tooneel- te zullen voegen, zoodra het weder al te dreigend werd. "Uw echtgenoot schijnt zeer be zorgd voor u beiden te zyn", sprak Oudekerke, zoodra Holdius weder ver dwenen was. „Ja, 0at is hij," antwoordde Mar celle met een zuchtje. „ArmeOnno! hij bezit waarlijk de grootste hoe danigheden, alleen behoort hij niet tot de gelukkigen op aarde." „Ik meende het tegendeel," klonk het beleefd. „0dat is het geluk niet welk ik bedoel. Ik meen dithij is een groot kunstenaar, doch zijn hart, of liever gezegd zijne gehechtheid voor ons, belet hem zijn talent vruchten te doen afwerpen. Liever dan zyn kind en mij eenige maanden alleen te laten was hij eenvoudig leeraar aan eene zoo geringe bezoldiging, dat wy wel gedwongen zijn geweest naar Amerika te vertrokken." „Indien gij het ongeluk meeneemt, zal het zelfs daar het paradijs zijn." „Zijt gy altijd zulk een dichter ge weest „Niet altijd maar slechts van het oogenblik af waarop ik leerde ver staan wat liefde was I" „Liefde Wat is liefde mompelde Marcelle, terwijl hare oogen zich op de steeds donkerder wordende wolken Een blauwe lichtstraal doorflikkerde de duisternisen Filips wees haar naar de lucht. „De natuur zelve belast er zich mede uw vraag te beantwoorden," zeido hij op gedempten toon. „Zelfs het schijnbaar gelukkigste leven is donker als gindsche hemel, maar de liefde verheldert het op eens en werpt overal zyn gloed om zich heen. Dat. is zoo waar dat ik, die er toch alleen door geleden heb, indien mij de keuze gelaten werd of ik myn teederheid voor de doode uit mijn bestaan zou willen bannen, al de droefheid, die zy mij bracht, verkiezen zou boven on verschilligheid." „Ja, ik geloof dat Onno ook aldus gevoelten toch kan liefde soms tot wanhoop voeren." „Even goed als de bliksemstraal onheil kan aanrichtenmaar voor één ongelukkige dien hij treft en ver brijzelt, hoevele duizenden worden er niet gelaafd door het onweèr waaruit hij geboren werd. Ik vergat echter dat gij meer van een drukkende tem peratuur houdt," voegde hü er lachend b«. „Ik zou van het onweder willen houden," sprak Marcelle, „leer het mij bewonderen, en misschien zal mijn angst bezworen zyn." Filips van Ooudekerke rees over eind en geleidde haar nog verder dan het roer, op het uiterste punt van den achtersteven. „Zie," was al wat hy zeide. De zee was zwart als een afgrond, de wolken hingen loodzwaar neër, als reusachtige adelaars, wier vleugelen zoo straks het water zouden raken aan alle zijden doorsneden lange vuur pijlen het luchtruim, en kronkelden zich blauwe slangen langs de donkere speler Lawrence Irving, zoon van Sir Henry Irving, en zyn vrouw Sir Henry Seton Karr, oud Parlementslid cn groot jager. De ramp roept van zelf het ver- tan van de „Titanic" in de herinne ring. Dat gebeurde in April 1912; ruim 1600 menschen kwamen er by om het leven. De „Titanic" had de onvoorzichtigheid, terwijl er ijsbergen gemeld waren, met volle vaart te stoomen. De „Empress of Ireland" is vermoedelijk het slachtoffer van haar voorzichtigheid geweest. Doordat het schip in een zware mistbank nagenoeg of volkomen stillag, kon het, toen de „Storstad" uit den mist opdook, door geen snelle beweging de aanvaring meer ontgaan of ook den stoot op een minder zwakke plaats en niet rechtstandig laten aankomen. In April 1898 is nog eens een groote mailboot, de „Elbe" van de Norddeutsche Lloyd, op de Engelsche kust door een kolenboot, de „Crathie", in den grond geboord. Dat kostte 334 menschen het leven. Sedert zijn er nog heel wat groote ongelukken op zee gebeurdJuni 1896 de „Drummond Castle" by Us- hant, 247 slachtoffers; Juli 1898 de „Bourgogne" by Nieuw-Schotland, 545 slachtoffers; Juni 1904, brand van de „General Slocum", 1000 slacht offers; Juni 1904, de „Norge" ver gaan, 637 slachtoffers, enz. Noemen w(j alleen nog de ramp van de „Berlin" aan den Hoek in Februari 1907, met 128 slachtoffers; het ver dwijnen van de „Waratah" op de Zuidoost kust vau Afrika in Septem ber 1909, met 211 slachtoffers; de brand van de „Volturno" in October 1913, met 126 slachtoffers. Laatste berichten. Montreal 1 Juni. De „Storstad" is hedenmiddag hier aangekomen. Zij was slechts licht beschadigd. Slechts enkele ambtenaren werden aan boord toegelaten. Tegen kapitein Andersen is een cisch ingesteld tot betaling van 2 mlllioen dollar schadevergoeding aan de „Canadian Pacific". De „Storstad" heeft 360 man gered. De „Times" van gisteren bevat een aaneengeschakeld verhaal van de treurige ramp van de „Empress", door een zekeren dr. Grant aan een vertegenwoordiger van de pers ge daan. Juist 17 minuten, nadat de twee schepen tegen elkander aangebotst waren, verdween de „Empress" be neden de oppervlakte van het water. Betrekkelijk weinigen hadden red dingsgordels machtig kunnen worden en bijna allen kwamen in hun nacht gewaad in het ijskoudo water terecht. Eenige honderden waren zich blijven vastklampen aan het schip tot zy zich niet meer konden houden en in het water stortten. Honderden dieven toen rond in de golven, schreeuwende om hulp. De redding booten van de „Storstad" werden gestreken en kwamen met grooten spoed te hulp. Geen enkele ging terug, of z(j was volgeladen met drenkelingen. Het ongeluk was zoo snel geschied, dat een menigte passagiers de hutten niet meer kon verlaton. Zy zaten daar gevangen als ratten in oen val. Tot overmaat van ramp waron de menschen nog zoo kort aan boord, dat zij met de inrichting nog niet voldoende bekend waren en in de verwarring den weg naar het dek niet konden vinden, terwijl slechts zeer weinigen den weg wisten naar het bootendek. Van daar dat het aantal slachtoffers zoo ontzaglijk groot is. „Wat er eigenlijk geschied is heb ik van anderen vernomen. Ik had niets gemerkt voor ik door het hel len van het schip uit myn kooi viel. Toen begreep ik, dat er iets ern stigs was gebeurd. Ik trachtte het vogels heen. Het was inderdaad een grootsch schouwspel, en de rollende donderslagen schenen eene woeste krijgsmuziek, die den kamp der ele menten begeleidde. De eerste regendruppelon begonnen te vallen, en Marcelle zette haar hoed af om het verkoelende vocht op het hoofd te ontvangen. Onder dien ver- kwlkkenden doc»d schenen haar lokken als van diamanten bestrooid te stralen. De jonge man zag haar sprakeloos aangelijk zij daar stond was zij meer dan ooit het evenbeeld zijner eerste liefde, en toch gevoelde hy reeds dat de ziel der beide vrouwen verschildenwas er iets dat hem tegen haar waarschuwde, als tegen die giftige bloemen, in wier nabijheid het gevaarlijk is al to lang te toeven. „Zoudt ge niet beter doen thans naar omlaag te gaaD vroeg hij. „Het wordt al te omstuimig." Zij wilde juist antwoorden, toen een nieuwe lichtstraal veel feller dan de andere haar deed duizelen, en de on middellijk daaropvolgende slag als boven haar hoofd scheen los te breken. In hare ontzetting greep zij naar steun, en rustte voor een oogenblik in zijn armen. De jonge man zeide niets, maar hunne blikken ontmoetten elkander, en zoodra zij tot bezinning kwam, sprak zij „Ja, gy hebt gelijk, ik had reeds heen moeten gaan." En zonder een groet verw(jdorde zich langzaam. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1