HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Vergiftigde Levens.
Oe „Empress of Ireland".
No. 4318
DINSDAG 2 JUNI 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitonland f 1.90
Zondagsblad 37} 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbot.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hoogar berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent
Het eerstvolgend nummer
van ons blad verschijnt
Donderdagmiddag.
Buitenlandsch Overzicht.
In Bazel wordt een Fransch-Duit-
sche interparlementaire conferentie
gehouden. Het „Journal des Dëbats"
loopt met deze poging tot vrede-
stichting niet hoog weg. De Duitsche
parlementsleden, zegt liet blad, heb
ben invloed noch macht en de Duit
sche rljksregeering stoort zich in
geenen deele aan hen.
De Fransche bladen hebben wel
iuvloed op de regeering en de open
bare meening van hun land en zoo
zou de toenadering niets anders be-
teekenen dan dat Frankrijk de vazal
van Duitschland wordt.
Het blad lijkt ons wat al te bang
dat Frankrijk zich vernederen zal
als de meeste liefde van zijn kant
komt. Een vreedzame vriendschap
pelijke verhouding wordt nooit te
duur gekocht.
Het comité zelf constateert intus-
schen dat de conferentie die heeft
plaats gehad zeer nuttige gevolgen
heeft gehad waardoor de hoop ver
meerdert, dat een duurzame toena
dering tusschen beide landen mogelijk
zal zijn.
De vredesconferentie inzake Mexico
te Niagarafalls werkt uitstekend en
heeft al resultaten.
Huerta zal aftreden, doch zelf een
voorloopig opvolger aanwijzen. Deze
benoemt een Kabinet en dit schrijft
nieuwe verkiezingen uit. De Ver-
eenigde Staten trekken dan terstond
hun troepeD terug.
Niet slecht bedacht: Huerta zou
dus heen gaan maar niet als ver-
wonnene.
Als de heeren Carranza en Villa
daarmee nu maar genoegen namen.
Maar zoover is 't nog niet.
Carranzo is ontstemd over de mis
kenning van de zijde der bemidde-
lingsconferentie. Hij heeft ze een
brief gezonden, waarin hij zich be
klaagt dat de bemiddelaars bun
arbeid zijn begonnen zonder een
vertegenwoordiger der constiiutiona-
listen af te wachten welke groep
toch het. talrijkst is in Mexico. Hij
gelooft niet dat op deze manier het
conflict kan worden ten einde gebracht.
En Villa, de andere rebellenaan
voerder, is hevig boos dat Duitsche
schepen wapenen voor Huerta hebben
aangebracht. Hij jaagt alle Duitschers
uit het bezette gebied uit en neemt
hunne eigendommen in beslag.
Amerika zal ten laatste waar
schijnlijk tegen Carranza en Villa
dan moeten optreden.
Met Huerta als bemiddelaar!!!
Een der Nederlandsche officieren
in Albaneeschen dienst, majoor Sluis,
is met verlof in ons land. Hij deelde
in een onderhoud met een interviewer
van het „Hbld" eenige bijzonder
heden mee.
Daaruit blijkt o. rn. dat Essad pacha
een zeer twijfelachtige rol gespeeld
heeft en heelemaal niet gesteld was
op de voorzorgsmaatregelen tegen de
opstandelingen die door de comman-
deerende officieren der gendarmerie
genomen werden. Over die maat
regelen kwam het tusschen Essad
en majoor Sluis tot een woorden
wisseling. Minister Essad drong er
bij den vorst op aan dat de majoor
met verlof zou worden gezonden en
de vorst die een ministrieele crisis
vermijden wilde - drong daar mede
op aan. De majoor zeide geen verlof
noodig te hebben. Na zijn gewapend
optreden tegen de opstandelingen en
samenzweerders achtten echter de
autoriteiten en ook generaal De Veer
het gewenscht dat de majoor een
tijd heenging totdat de gemoederen
zouden gekalmeerd zijn. Nog deelde
de officier mede dat de berichten
uit Albanië of zeor sterk Oosten-
rijksch of zeer Italiaansch zijn ge
kleurd; de naijver tusschen beide
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.;
25)
,Maar zoolang gy bij het kind
blijft, kunt gij ten minste den knaap
beschermen."
„Ik zou hem niet kunnen beletten
inet zyn vader uit te gaan, of zijne
leermeesters kiezen maar door mijn
dood zal hy gered wezen. Mijne ouders
mogen mij aan hunne ijdelheid op
geofferd hebben het zijn brave, edele
zielen, en onder hunne hoede zal
Ferdinand opgroeien tot een goed
roensch. Gij begrijpt niet dat ik zoo
overtuigd ben dat mijn echtgenoot
hem aan hen zal afstaanmaar gij
zult inzien dat ik golijk heb. Zoodra
ik voelde dat het met mij gedaan
was, heb ik mijn Yader bij mij laten
komen, en hem gesmeekt na mijn
dood eene groote som aan Rodrigue
aan te bieden waartegen hij van al
zijne rechten op het kind afzag."
„Maar zal hy ellendig genoeg wezen
om dat te doen
„Indien hij weigerde zou hij slechts
een klein jaargeld voor het onderhoud
van den knaap ontvangen, en hij
heeft zooveel geld noodig. Toch wilde
ik ze' jrheid op dat punt hebben en
besprak kort geleden de zaak met
hem. Hij nam het voorstel aanstonds
aan en toekende zelfs een voorloopig
natiën komt in de berichten sterk
tot uiting. Daar hebben we trouwens
in dit blad al op gewezen. Euro-
pecscbe verwikkelingen zal de toe
stand in Albanië niet brengen.
't Is althans geruststellend dat uit
de redevoeringen van den Italiaan-
schen minister di San Giuliano en
van graaf Forbach, namens den
Oostenrijksch-Hongaarschen minister
Berchtold, blijkt dat de regeeringen
van beide staten tot samenwerking
geneigd zijn, dat van officieele on
een igheid tusschen de beide mogend
heden der Adria in zake Albanië
geen sprake is en dat beiden bereid
zijn in volkomen eensgezindheid en
in overeenstemming met het overige
Europa tot een oplossing der moeilijk
heden te komen.
Het is althans een geruststelling,
dut de Albaneesche moeilijkheden
geen Europeesche moeilijkheden zul
len brengen.
In den toestand is weinig verande
ring. Er is een nieuw ministerie
gevormd.
By Durazzo verzamelen zich nog
steeds troepen Mohammedanen zoo
dat de vorst er allés behalve veilig is.
Hot politiehoofd Rapui te Durazzo
is in hechtenis genomen omdat hij
het gerucht verspreidde dat Essad
Pacha over enkele dagen zou terug-
keeren.
De Malissoren en Mirdieten ver
gaderden iu grooten getale en ver
klaarden dat zij bereid zyn op te
ukken tegen de oproerige aanhan
gers van Essad Pacha. Maar de vorst
mocht den oproermakers geen con
cessies doen; zij zullen die nooit
erkennen.
De minister-president verzocht
Italië dringend om een 500 man uit
Skoetari te laten komen.
Een Oostenrijksch-Hongaarsch es
kader is te Valona aangekomen uit
Malta.
Leden van de internationale con-
tröle-commissie zijn te Valona aan-
gokomen voor een kort verblijf. Zy
begaven zich naar Durazzo om deel
te nemen aan de onderhandelingen
met de opstandelingen.
Griekenland heeft twee afgedankte
groote Amerikaansche oorlogsschepen
aangekocht. Men moet wat hebben
echter Griekenland schijnt in de
laatste dagen in den Balkan nog al
te stoken - in de Albaneesche questie
gaat het niet vrij uit.
De Russische Czaar zal een bezoek
brengen aan den koning van Roe
menie. In verband daarmee bespreekt
men de vraag of Roemenie zich zal
afwenden van het Drievoudig Verbond
en tot de triple entente zal overgaan.
Aan de Servisch-Bulgaarsche grens
is naar Reuter uit Belgrado bericht
weer gevochten tusschen ServierB en
Bulgaren (grenswachten).
Het Fransche ministerie heeft giste
ren zijn ontslag genomen. Vermoede
lijk zal Viviani zich met de vorming
van het nieuwe kabinet belasten,
Londen, 30 Mei. Het beste aaneen
geschakelde relaas geeft Moore in
de „Daily Chronicle", gezonden uit
Rimouski. De ramp gescuieddeslechts
10 mijlen uit de kust. Het schip ligt
nu in 96 voet diepte, met de masten
boven het water uitstekend. De
„Empress of Ireland" voer wegens
den mist de rivier met de grootste
behoedzaamheid af. Kapitein Kendall
was gedurig op dek, terwijl het schip
ziju weg zocht tusschen de eilandjes,
waarmee de rivier bezaaid is van
Quebeo tot Father Point. Terwijl het
schip in een nog dichter mistwolk
vrijwel stil lag, voer de Noorsche
boot „Storstad", zwaar met kolen
geladen, het mot geweldig gewicht
op eenmaal midscheeps aan. De
steven drong dwars door den stalen
wand van de „Empress" heen en
maakte er een reusachtig gat in. De
mailboot helde naar den anderen
kant over en viel, toen het water
door het gat binnenstroomde, zwaar
terug.
De boeg van de „Storstead" had
ook het volgende schot doorboord,
zoodat het groote schip volslagen
reddeloos was. Vele passagiers, die
in de midscheepshutten aan de ge
troffen zijde sliepen, werden door
den binnendringenden boeg gedood of
verminkt. Zooveel water stroomde
bovendien binnen, dat allen die mid
scheeps sliepen bezwaarlijk te redden
waren.
Kapitein Kendall liet inmiddels
het S. O. S.-sein herhalen tot, 10 mi
nuten na den stoot, het schip zonk.
Er was geen paniek onder de be
manning, ofschoon de vele aan dek
gesnelde passagiers hevig ontsteld
en opgewonden waren. Men trachtte
de reddingbooten uit t,e zetten, maar
door het sterk overhellen waren de
davits aan stuur- en bakboord on
bruikbaar. Ettelijke booten werden
losgesneden en allerlei roerend goed,
als dekstoelen en zoo voort, werd
over boord geworpen. Zoodoende
konden velen zich boven water hou
den. Vele passagiers echter hadd6n
nauwelijks den tyd aan dek te komen.
De meesten waren in nachtgewaad.
Intusschen waren, door een Maroni-
man te Father Point gewaarschuwd,
twee gouvernementsbooten, de „Lady
Evelyn" en de „Eureka", naar de
plek van het onheil gesneld. De
eerste kwam er 45, de tweede 65
minuten na de aanvaring aan.
Op alle wrakstukken dreven meer
menschen rond dan ze dragen konden.
Dozijnen bevonden zich op de kielen
van twee omgeslagen booten, die
anderen in het water nog vasthielden.
„StorBtad"'8 booten waren ook druk
doende om menschen op te pikken.
Later hebben nog vele schepen de
buurt afgezocht.
De meeste geredden en tallooze
opgepikte lijken zijn vrijwel naakt.
De temperatuur was 3 graden boven
het vriespunt. De kapitein verklaart,
dat hij de mistfluiten van de „Stor
stead" hoorde en de „Empress" terug
floot, maar te laat. De kolenboot
was zoo zwaar geladen, dat het dek
bijna overspoeld en volstrekt onzicht
baar was, tot het schip plotseling
opdook en de „Empress" ramde.
De toestand vau de geredden moet
droevig zijn. Enkelen stierven haast
onmiddellijk na opgeheschen te zyn.
Anderen hebben zware verwondingen,
armen en beenen gebroken. De mees
ten zijn zoo ontsteld, dat zij tot geen
geregeld verhaal in staat zijn. Er zijn
weinig vrouwen en kinderen gered
en weinig eerste- en tweede-klasse
passagiers. De geredden zijn te Ri
mouski, een klein Fransch-Canadeesch
dorpje, aan land gezet en velen in de
huizen ondergebracht. Alle doktoren
verleenen hulp. Het meerendeel wordt
met den trein naar Quebec vervoerd.
Alle hoofdartikelen in de bladen
wijzen op de omstandigheid, dat het
verongelukte schip geen enkelen voor
zorgsmaatregel verzuimd had, en her
inneren aan de „Titanic", waarbij ook
zooveel van waterdichte afschieting
werd verwacht. De „Empress of Ire
land" zonk zelfs in tien minuten. Er
was reddingsmateriaal voor meer dan
1800 menschen. De bemanning was
geoefend in de behandeling van red
dingbooten. Mist komt veel voor op
de St. Lourens.
Montreal, 30 Mei. Kapitein Belanger
van de gouvernemontsboot „Eureka",
die het eerst op do plek van het
onheil aankwam, meldt, dat hij te
Father Point 50 lijken en 60 geredden
heeft gebracht.
Zoodra hij van den radio telegrafist
te Fater Point van de ramp hoorde
- zoo vertelt hij haalde hij zijn
bemanning bijeen en richtte den ste
ven naar de plek waar de „Empress
of Ireland" was verdwen. Hij pikte
verscheiden kleine booten op en haalde
mannen, vrouwen en kinderen daar
uit op.
stuk om zich daartoe te verbinden.
Het heeft ray rust gegeven, al doodde
het ook het laatste vonkjejgevoeldater
nog voor hem in mijn hart overbleef."
Alles is gegaan zooals zij gezegd
had. Zijzëlve stierf eenige weken
later, en haar waardige echtgenoot
deed voor een ton afstand van zyn
kind. Wat mij betreft, ik heb sedert
een verloren, doelloos leven geleid
veel gespeeld, veel geld verloren de
Congo bezochtallerlei onverdienden
lof ingeoogst voor mijn doodsverach
ting ik ben naai België teruggekeerd
en gevierd geworden om mijn gedrag
onder de zwartenmaar de wereld
was mij thans eene hel, en ik ben
haar opnieuw ontvlucht om te gaan
jagen in de wildernis der Nieuwe
Wereld. Ziedaar waartoe ik mij heb
ingescheept."
„Gaat gij dan geheel alleen op
leis?" vroeg Marcelle verbaasd.
„Jamaar ik heb de noodige in
lichtingen tot mijn tocht verkregen
van een onzer voornaamste jagers,
Hendrik Lunden. Men huurt daarginds
bij aankomst een flinken knaap, die
voor den wagen met proviand zorgt
dien men met zich meêmeent. Verder
koopt men een paar paardenmen
heeft zijne geweren en patronen bij
zich, en met een kompas gewapend,
gaat men de prairieën in. Des nachts
slaapt men onder den blooten hemel.
En men is ten minste ver van de
menschen. Maar ik doe niets anders
als over myzelven spreken, en toch
ben ik zeer benieuwd te hooren waar
uwe reis u heenvoert."
De geredden vertelden, dat alles
zoo snel in zijn werk ging, dat de
menschen nauwelijks begrepen wat
er gebeurde. Al wat ze konden zeggen
washet schip was weg. Er was zelfs
geen tijd om te roepenDe vrouwen
eerstDat er zoo weinig vrouwen en
kinderen zijn gered komt niet van
gebrek aan plaats in de reddingbooten,
maar hiervan, dat de hofmeesters
geen tijd hadden de reizigers te
wekken.
De geredden zeggen, dat zij uit hun
bed werden geworpen en aan dek
renden. Zij hadden net der tijd in de
reddingbooten te komen en deze om
weg te roeien. Zy die den tyd namen
om zich te kienden of ook maar
wachtten tot de hofmeesters ze riepen,
verdronken. Honderden moete.n sla
pende verdronken zijn.
De bemanning van de „Eureka"
legde de lijken, die zij ophaalde, achter
aan dek en spreidde er lakens over.
De geredden grepen naar alles wat
kon dienen om hen tegen de kou te
beschermen, en liepen opgewonden
het dek op en neer.
Zoodra de „Eureka" voor Father
Point was, werden de dokters geroe
pen. Het tooneel aan boord was jam
merlijk. Sommige geredden schreeuw
den, dat zij daar aan wal wilden,
maar men beduidde hun, dat het
beter was dat zij te Rimouski landden.
De „Eureka" ging vervolgens naar
Rimouski. Een uur na haar kwam
de „Lady Evelyn" met 20 dooden en
80 levenden daar aan.
Montreal, 30 Mei. De directie van de
Canadian Pacific schatte vanochtend
vroog de dooden op 1032.
Volgens de lijsten zijn er gered 18
reizigers le klas en 131 le en 2e
klas, en van de bemanning 206; in
het geheel 355.
Er waren aan boord 87 passagiers
le klas, 153 2e klas en 715 3eklas;
de bemanning telde 482 koppen te
zamen 1387.
Quebec, 30 Mei. Een van de tref
fendste verhalen geeft Duncan, een
Londensch procureur. Hij vertelt:
Terwijl hy te bed lag hoorde hij
twee korte stooten op de stoomfluit,
ten teeken dat het schip stil lag. Hij
sprong uit bed en begon zich te
kleeden. De machine stopte. Een
oogenblik later qjoeg ze achteruit.
Hij ging aan dek en zag dat het
zwaar miste. Toen volgde een ge
weldige botsing. Met vervaarlijk ge
kraak helde het schip over.
Er was door die belling niet de
geringste kans de reddingsbooten te
strijken. Alle bleven in de davits
vastzitten. Wie kon nam een redding
gordel, maar velen hadden zelfs niet
den tijd er een om te doen.
De bemanning gedroeg zich goed.
Er was geen paniek. Hij zag hoede
bemanning passagiers hielp. Ver
scheiden mannen gaven hun zwem
gordel aan vrouwen. Maar er was geen
tijd iets te organiseeren.
Het schip helde Jzoo sterk, dat alles
in zee viel. Passagiers rolden van het
dek in het water. Een vreeselijk tu
mult was er op zee. Vrouwen riepen
en zonken dan in stilte weg. In
doodsangst worstelden mannen met
elkaar. Duncan voelde onder zyn
voeten naakte lichamen. Hij is een
uur in het water geweest.
De officieren zagen onversaagd den
dood in het gezicht. De kapitein bleef
op de brug tot het schip zonk.
Quebec, 80 Mei. Langzamerhand,
naarmate de betrekkelijk weinige ge
redden hun verhalen over het gebeurde
doen, wordt de vreeselijkheid van de
schipbreuk al duidelijker en duidelijker.
Het blykt hoe langer hoe meer, dat
het zich voorzien van reddingsgordels
of zelfs maar het wekken van passa
giers door het scheepspersoneel niet
heeft kunnen plaats vinden. Bijna
onmiddellijk na de aanvaring, die
dadelijk gevolgd werd door een ketel
ontploffing, gaven de dynamo's geen
stroom meer, sloten de golven zich
boven het schip en worstelden de
„Naar de Malvinia-gronden, waar
mijn echtgenoot eene bezitting heeft
gekocht."
„Dat is een moedig besluit, vooral
voor eene vrouw. Betreurt gij Europa
nog niet?"
Marcelle's oogen vulden zich plotse
ling met tranen en hare lippen beef
den toen zy ten antwoord gaf:
„OIk heb niet geweten wat ik
deed, toen ik er in toestemde. Eerst
hier aan boord ben ik tot het besef
daarvan gekomen. Ik heb mij dezer
dagen zoo eenzaam en ongelukkig
gevoeld."
Filips van Oudekerke was diep
ontroerd. Nu zij weende, herinnerde
zij hem meer dan ooit de jonge vrouw
die hij lief had gehad, en hy boog
zich tot haar over en fluisterde
„Wees niet bedroefd. Gij neemt
immers al wat gij lief hebt met u
mede, en dan gij zult er niet eeuwig
blijvenmen zegt wonderen van die
streek."
„Let niet op deze kleine uitbarsting
van zwakheid. Ik leed er vooral onder
hier niemand te vinden met wien
men spreken kon, die in staat was
mij te begrijpenmaar ik ben thans
dubbel blij gevonden te hebben.
Voor het overige van de reis zullen
wij vrienden zijn, niet waar
„Ik vraag niet liever," sprak hij
verheugd.
„En misschien zullen wy u op een
uwer zwerftochten wel eens bij ons
aan zien landen vervolgde zij half
vragend.
„Misschien Eu toch ware het
menschen om hun leven in het water,
en dat in stikdonker.
De overlevenden verklaren, dat de
ontploffing vreeselijk was klaarblij
kelijk was zij veroorzaakt, doordat
het water van buiten de ketels be
reikte. De eerste geneesheer zegt, dat
indien de Storstad niet zoo overhaast
was achteruit gestoomd er meer
menschen zouden zyn gered. Toen de
vrachtboot achteruit stoomde, drong
het water met verbluffend geweld
het gat binnen, door; de aanvaring
veroorzaakt.
Mc. Intyre, lid van het Leger des
Heils verteltToen ik aan dek kwam,
zag ik de menschen te hoop 3taan.
Er waren geen zwemgordels.
Toen het schip zonk zwom hij
naar de „Storstad", die hem aan
boord nam. Alle lichten waren daar
aan. Velen werden daar aan boord
gered. De meeaten hadden weinig
aan het lijf.
Een andere geredde zegt: Het was
of het schip onderste boven ging.
Het weer was kalm. De bemanning
gedroeg zich over het geheel goed.
Er was nauwelijks tyd om stelsel
matig iets voor de redding te doen
Het schip zonk voor de bemanning
of iemand anders het inzag. Te ver
geefs trachtte de bemanning over
den hoogen kant van het schip een
boot neer te laten, maar het ging
niet.
Londen, 80 Mei. The Central News-
agentschap seint uit Quebec het vol
gende verhaal van den scheepsdokter
Grant: de Noorsche boot was gesig
naleerd, kapitein Kendall gaf drie
stooten op de fluit; de kolenboot
antwoordde, maar ik weet niet wat
Kendall verder seinde. De kolenboot
bleef echter naderen; Kendall beval
toen „volle kracht achteruit", maar
de botsing was niet meer te vermij
den. De machinekamer werd inge
drukt, de platen aan stuurboord wer
den over een groote lengte afgerukt.
De kolenboot liep achteruit en stopte
op een mijl afstand. In een oogen
blik helde de „Empress of Ireland"
zwaar naar stuurboord over en richtte
zich niet meer op. Weldra was het
duidelijk dat het schip verloren was
en men deed een poging om de
booten te strijken. De eerste boot
kwam veilig te water maar sloeg
om. Verscheidene booten aan bak
boord vielen over dek door de zware
slagzij van het schip en elen wer
den verpletterd tegen de verschan
sing.
Toch heerschte er geen wanorde
onder de bemanning. Kapitein en
officieren bleven op post tot dat het
schip zonk, hetgeen zeven minuten
na de botsiDg geschiedde. Slechts
weinig passagiers konden zwemgor
dels bemachtigenhaast allen werden
in nachtgewaad in het ijskoude water
geworpen. Honderden klemden zich
aan de zyden van het schip vast tot
het laatste oogenblik en honderden
zwommen hulp schreeuwend rond.
De „Storstad" zette snel booten
uit, maar alle waren spoedig gevuld
en honderden moesten worden achter
gelaten om te sterven. Vijf booten
der „Empress" kwamen weg van
de plaats van bet ongeval. De ramp
was zoo plotseling geschied, dat tien
tallen geen tijd hadden om de kooien
te verlaten en gevangen zaten als
ratten in een val. De verwarring
werd nog vermeerderd doordat de
passagiers den eersten dag den weg
aan boord nog niet kenden.
Velen konden h6t dek niet vinden.
Ik werd ingelicht omtrent hetgeen
geschied was toen ik uit mijn kooi
geworpen werd. Het electrisch licht
wilde niet meer branden; ik slaagde
erin uit de hut te komen, maar kon
in de gang niet loopen. Ik scharrelde
langs den wand tot de patrijspoort
en stak het hoofd er uit en zag met
verbazing, de scheepszljde vol men
schen staan, alsof zij op het dek
waren. Ik riep om hulp en iemand
trok me door de patrijspoort. Het
schip zonk spoedig onder onze voeten
weg; ik zag lichten en een boot;
verstandiger voor mij geen nieuwe
banden aan te koopen."
„Waarom dat?"
„Omdat zy mij slechts droefheid
kunnen aanbrengen, indien het hart
er mede gemoeid is, en dat zou hier
het geval kunnen worden. Gij her
innert ray te zeer het verleden, dan
dat ik nu reed3 niet op zou zien tegen
het oogenblik waarop ik van u zal
scheidenwat zou het later wezen,
als wij waarlijk vrienden geworden
waren
Nog had zij geen tyd gehad hem
te antwoorden, toen een eerste blik
semstraal de wolken doorkliefde.
Wilt gij liever naar omlaag gaan
vroeg hij bezorgd.
„Niet zoolang het niet regent. Hoe
bang ik ook voor dit weder ben, ik
zie het gevaar liever in het gelaat."
„Altijd?" vroeg de jonge man op
gedempten toon.
„Ja, altijd. Waarom vraagt ge mij
dat
„Ik kom onze kleine Elsa halen.
Blijf gerust nog wat op dek, Marcelle
maar ik heb niet gaarne dat hare
oogjes aan het weerlicht blootgesteld
blijven, en ik zit beneden toch te
werken, zoodat ik haar naast mij
kan houden."
De jonge vrouw nam gretig zijn
voorstel aan. Het was haar verre
van f onaangenaam nog een tijdlang
de frissche lucht in te ademen, aan
de zijde van den man die hare be
langstelling meer opwekte, en zij
haastte zich het kind aan den vader
over te geven, belovende zich bij hen
zwom een poosje rond, waarna een
reddingboot mij oppikte."
Montreal, 30 Mei. Kapitein Kendall
heeft het volgend verslag van de
ramp gegeven:
De „Empress of Ireland" passeerde
om half twee 's nachts Rimouski.
Er hing toen geen zware mist, doch
het was heiig en de uitkijk werd
gaandeweg steeds meer belemmerd.
Kendall zelf stond op de brug en
beval de vaart te minderen. Toen
hy iets later de lichten van een
naderend schip zag, gaf hy order te
stoppen. Hij liet de stoomfluit werken
en het andere schip antwoordde als
blijk dat het signaal verstaan was.
Toen waren beide schepen twee mijl
van elkaar verwijderd.
De „Storstad" bleef doorstoomen
vermoedelijk dacht kapitein Anderson
nog voor de „Empress" langs te
kunnen. Zeker is echter dat de „Stor
stad" nader en nader kwam en plot
seling de „Empres" aan stuurboord
midscheeps aanvoer. De boeg van
het zwaar geladen kolenschip drong
door de stalen zijplaten van de „Em
pres" heen. Daarna sloeg de „Stor
stad" achteruit en toen de schepen
los kwamen drong het water met
groote kracht door het breede lek in
den zijwand der „Empres" binnen.
Het Heilsleger is zwaar getroffen
door dit nachtelijk onheil. 140 af
gevaardigden, waaronder het beroem
de Canadeesche muziekcorps van het
Heilsleger, zouden" het congres van
het leger te Londen komen bijwonen;
slechts 20 hunner zullen het verhaal
van de ramp kunnen doen. Alle
anderen verdronken.
Men heeft er zich over verbaasd,
dat een betrekkelijk klein kolenschip
(de „Storstad" meet iets meer dan
6000 ton) een vaartuig van 16.000
ton zoo vreeselijk kon rammen, zon'
der zelf andere schade te bekomen
dan 'n ingedeukten boeg. De ver
klaring ligt wellicht in de omstan
digheid, dat de „Storstad" geheel uit
staal was gebouwd en dus bijzonder
sterk was. Een merkwaardig feit
wordt het geacht, dat de twee schepen
niet uit tegenovergestelde lichting
op elkaar inliepen, maar dat de „Stor
stad" de „Empress of Ireland" schuins
moet hebben aangevaren. Was dus
laatstgenoemd schip niet stil gaan
liggen, uit vrees voor de mist, dan
ware wellicht de botsing veel min
der noodlottig afgeloopeu, daar beide
schepen zich dan ongeveer in deze'"
richting en met dezelfde snelheid
zouden hebben voortbewogen.
De „Storstad" verliet Venetië op
17 April, en kwam op 18 Mei te
Quebec aan, maar moet die stad zeer
spoedig weer voor de thuisreis ver
laten hebben, anders is het onver
klaarbaar, dat zij in dezelfde richting,
dus naar Europa, voer als het on
gelukkige passagiersschip. Juist ech
ter door het stilliggen van de „Em
press of Ireland" en het schuins in
varen van de „Storstad", op een der
kwetsbaarste plekken midscheeps,
moet het stalen kolenschip de pas
sagiersboot als het ware als een
blikmes hebben opengereten, zoodat
het water met onweerstaanbare kracht
tegelijkertijd over een groot gedeelte
van de opengehaalde scheepshuid
binnenstroomde en de „Empress of
Ireland" dadelijk deed krengen.
In de buitenlandsche bladen vin
den wii nog eenige bizonderheden,
Zoo, dat een ontploffing in de machine
kamer het zinken van het schip heeft
verhaast. Dat de geredden voor het
meerendeel uit leden van de beman
ning bestaat, tracht men zoo te ver
klaren, dat zij in de weer waren,
terwijl de reizigers sliepen.
Weer is het aan de draadlooze
telegrafie te danken dat nog velen
gered zijn. Gered zijn ook nog de
scheepsdokter en de tweede machinist.
In den ochtend scheen de zon helder,
wat de lucht wat verwarmde.
Aan boord waren o.a. zij zijn waar
schijnlijk omgekomen - de tooneel-
te zullen voegen, zoodra het weder
al te dreigend werd.
"Uw echtgenoot schijnt zeer be
zorgd voor u beiden te zyn", sprak
Oudekerke, zoodra Holdius weder ver
dwenen was.
„Ja, 0at is hij," antwoordde Mar
celle met een zuchtje. „ArmeOnno!
hij bezit waarlijk de grootste hoe
danigheden, alleen behoort hij niet
tot de gelukkigen op aarde."
„Ik meende het tegendeel," klonk
het beleefd.
„0dat is het geluk niet welk ik
bedoel. Ik meen dithij is een groot
kunstenaar, doch zijn hart, of liever
gezegd zijne gehechtheid voor ons,
belet hem zijn talent vruchten te
doen afwerpen. Liever dan zyn kind
en mij eenige maanden alleen te laten
was hij eenvoudig leeraar aan eene
zoo geringe bezoldiging, dat wy wel
gedwongen zijn geweest naar Amerika
te vertrokken."
„Indien gij het ongeluk meeneemt,
zal het zelfs daar het paradijs zijn."
„Zijt gy altijd zulk een dichter ge
weest
„Niet altijd maar slechts van het
oogenblik af waarop ik leerde ver
staan wat liefde was I"
„Liefde Wat is liefde mompelde
Marcelle, terwijl hare oogen zich op
de steeds donkerder wordende wolken
Een blauwe lichtstraal doorflikkerde
de duisternisen Filips wees haar
naar de lucht.
„De natuur zelve belast er zich
mede uw vraag te beantwoorden,"
zeido hij op gedempten toon. „Zelfs
het schijnbaar gelukkigste leven is
donker als gindsche hemel, maar de
liefde verheldert het op eens en werpt
overal zyn gloed om zich heen. Dat.
is zoo waar dat ik, die er toch alleen
door geleden heb, indien mij de keuze
gelaten werd of ik myn teederheid
voor de doode uit mijn bestaan zou
willen bannen, al de droefheid, die zy
mij bracht, verkiezen zou boven on
verschilligheid."
„Ja, ik geloof dat Onno ook aldus
gevoelten toch kan liefde soms tot
wanhoop voeren."
„Even goed als de bliksemstraal
onheil kan aanrichtenmaar voor
één ongelukkige dien hij treft en ver
brijzelt, hoevele duizenden worden er
niet gelaafd door het onweèr waaruit
hij geboren werd. Ik vergat echter
dat gij meer van een drukkende tem
peratuur houdt," voegde hü er lachend
b«.
„Ik zou van het onweder willen
houden," sprak Marcelle, „leer het
mij bewonderen, en misschien zal
mijn angst bezworen zyn."
Filips van Ooudekerke rees over
eind en geleidde haar nog verder dan
het roer, op het uiterste punt van
den achtersteven.
„Zie," was al wat hy zeide.
De zee was zwart als een afgrond,
de wolken hingen loodzwaar neër, als
reusachtige adelaars, wier vleugelen
zoo straks het water zouden raken
aan alle zijden doorsneden lange vuur
pijlen het luchtruim, en kronkelden
zich blauwe slangen langs de donkere
speler Lawrence Irving, zoon van
Sir Henry Irving, en zyn vrouw Sir
Henry Seton Karr, oud Parlementslid
cn groot jager.
De ramp roept van zelf het ver-
tan van de „Titanic" in de herinne
ring. Dat gebeurde in April 1912;
ruim 1600 menschen kwamen er by
om het leven. De „Titanic" had de
onvoorzichtigheid, terwijl er ijsbergen
gemeld waren, met volle vaart te
stoomen. De „Empress of Ireland"
is vermoedelijk het slachtoffer van
haar voorzichtigheid geweest. Doordat
het schip in een zware mistbank
nagenoeg of volkomen stillag, kon
het, toen de „Storstad" uit den mist
opdook, door geen snelle beweging
de aanvaring meer ontgaan of ook
den stoot op een minder zwakke
plaats en niet rechtstandig laten
aankomen.
In April 1898 is nog eens een
groote mailboot, de „Elbe" van de
Norddeutsche Lloyd, op de Engelsche
kust door een kolenboot, de „Crathie",
in den grond geboord. Dat kostte 334
menschen het leven.
Sedert zijn er nog heel wat groote
ongelukken op zee gebeurdJuni
1896 de „Drummond Castle" by Us-
hant, 247 slachtoffers; Juli 1898 de
„Bourgogne" by Nieuw-Schotland, 545
slachtoffers; Juni 1904, brand van
de „General Slocum", 1000 slacht
offers; Juni 1904, de „Norge" ver
gaan, 637 slachtoffers, enz. Noemen
w(j alleen nog de ramp van de
„Berlin" aan den Hoek in Februari
1907, met 128 slachtoffers; het ver
dwijnen van de „Waratah" op de
Zuidoost kust vau Afrika in Septem
ber 1909, met 211 slachtoffers; de
brand van de „Volturno" in October
1913, met 126 slachtoffers.
Laatste berichten.
Montreal 1 Juni. De „Storstad"
is hedenmiddag hier aangekomen.
Zij was slechts licht beschadigd.
Slechts enkele ambtenaren werden
aan boord toegelaten.
Tegen kapitein Andersen is een
cisch ingesteld tot betaling van 2
mlllioen dollar schadevergoeding aan
de „Canadian Pacific".
De „Storstad" heeft 360 man
gered.
De „Times" van gisteren bevat
een aaneengeschakeld verhaal van
de treurige ramp van de „Empress",
door een zekeren dr. Grant aan een
vertegenwoordiger van de pers ge
daan.
Juist 17 minuten, nadat de twee
schepen tegen elkander aangebotst
waren, verdween de „Empress" be
neden de oppervlakte van het water.
Betrekkelijk weinigen hadden red
dingsgordels machtig kunnen worden
en bijna allen kwamen in hun nacht
gewaad in het ijskoudo water terecht.
Eenige honderden waren zich blijven
vastklampen aan het schip tot zy
zich niet meer konden houden en
in het water stortten. Honderden
dieven toen rond in de golven,
schreeuwende om hulp. De redding
booten van de „Storstad" werden
gestreken en kwamen met grooten
spoed te hulp. Geen enkele ging
terug, of z(j was volgeladen met
drenkelingen.
Het ongeluk was zoo snel geschied,
dat een menigte passagiers de hutten
niet meer kon verlaton. Zy zaten
daar gevangen als ratten in oen val.
Tot overmaat van ramp waron de
menschen nog zoo kort aan boord,
dat zij met de inrichting nog niet
voldoende bekend waren en in de
verwarring den weg naar het dek
niet konden vinden, terwijl slechts
zeer weinigen den weg wisten naar
het bootendek. Van daar dat het
aantal slachtoffers zoo ontzaglijk
groot is.
„Wat er eigenlijk geschied is heb
ik van anderen vernomen. Ik had
niets gemerkt voor ik door het hel
len van het schip uit myn kooi viel.
Toen begreep ik, dat er iets ern
stigs was gebeurd. Ik trachtte het
vogels heen. Het was inderdaad een
grootsch schouwspel, en de rollende
donderslagen schenen eene woeste
krijgsmuziek, die den kamp der ele
menten begeleidde.
De eerste regendruppelon begonnen
te vallen, en Marcelle zette haar hoed
af om het verkoelende vocht op het
hoofd te ontvangen. Onder dien ver-
kwlkkenden doc»d schenen haar lokken
als van diamanten bestrooid te stralen.
De jonge man zag haar sprakeloos
aangelijk zij daar stond was zij
meer dan ooit het evenbeeld zijner
eerste liefde, en toch gevoelde hy
reeds dat de ziel der beide vrouwen
verschildenwas er iets dat hem
tegen haar waarschuwde, als tegen
die giftige bloemen, in wier nabijheid
het gevaarlijk is al to lang te toeven.
„Zoudt ge niet beter doen thans
naar omlaag te gaaD vroeg hij. „Het
wordt al te omstuimig."
Zij wilde juist antwoorden, toen een
nieuwe lichtstraal veel feller dan de
andere haar deed duizelen, en de on
middellijk daaropvolgende slag als
boven haar hoofd scheen los te breken.
In hare ontzetting greep zij naar
steun, en rustte voor een oogenblik
in zijn armen. De jonge man zeide
niets, maar hunne blikken ontmoetten
elkander, en zoodra zij tot bezinning
kwam, sprak zij
„Ja, gy hebt gelijk, ik had reeds
heen moeten gaan."
En zonder een groet verw(jdorde
zich langzaam.
(Wordt vervolgd.)