„JONG HOLLtllD" licht op te draaien, dat ging echter niet. De dynamo's konden reeds enkele oogenblikken na het binnen stroomen van het water niet meer werken. Ik zocht de deur, maar kon ze niet vinden. Intusschen hoorde ik angstkreten en het binnenstroo- men van water. Ten slotte kwam ik toch buiten mijn kamer, maar kon toen tengevolge van het hellen van het stoomschip niet meer verder. Ik trachtte vooruit te kruipen, maar dat ging ook niet. Ik krabbelde voort en greep een patrijspoort, werkte mijn hoofd naar buiten en zag toen tot mijn verbazing de zijde van het schip vol menschen die daar ston den, alsof ze zich op het dek be vonden. Ik riep, terwijl ik tegelijker tijd trachtte mijn schouders door de opening te wringen. De een of ander trok mij naar buiten en een enkel oogenblik stond ik bij de andere menschen. Er stonden ongeveer 100 menschen om mij heen. Tijd om iets te vragen was er niet. Ook niet om te den ken. Het schip werd onder ons weg gerukt en wij lagen allen te sparte len in het water. Toen was het alsof de mist, waarin zij voortdurend ge weest waren, opgetrokken werd als een gordijn. Op het water zag ik nu op een mijl afstands het schip, dat naar ik later hoorde ons had aangevaren. Ik zwom erheen en werd opgepikt door een reddingboot, die juist was neer gelaten. Met die boot keerde ik terug naar de plaats, waar ons schip te gronde was gegaan en hielp de on- gelukkigen opvisschen, die met de golven worstelden." Agenda. Bioscoop-Voorstellingen Kanaal weg 112. Dagelijks 7 uur. Zondags 4 uur. Bioscoop-Voorstollingen Spoorgraeht. Dagelijks 7 uur. Zondags 4 uur. Bioscoop-Voorstellingen Koningstraat. Dagelijks 7 uur. Zondags 2 uur. 6 .lunl. Bezing van den heer Irwin Brown. Casino, 8 uur. Haven te Nieuwediep. 20 Mei. Aangekomon van CardifT s.s. „Lucent". Marine en Leger. Met den Gtlon Juni 1914 zlln du navolgende overplaatsingen gelast, als: Luitenant ter xee der 2e kL A. L. K. Rambonnet van Heemskerck naar Onderzoodienst,adelborst der le kl. P. F. de Bru(jn Tongbergon van Wacht schip naar Zeeland, idem G. w. Bakker van Heemskerk nuur Zooiand. idem I..A.M.C. Koene van Heemskerk naarZeeland.offlciervan gezond heid der Se kl. .1.M. A. J. H. vun Freljtag Drabbo van Hospitaal 'Willemsoord naar Heemskerck, hool'dmaohinist D. W. Olaasen van Heemskerck gesteld ter beschikking, idem D. M. Bot van ter beschikking naar Heemskerck. Do fourier met den rang van sergeant le kl. .1. W. Koens, van het le bat. 4o reg. vesting artillerie te Den Helder, is bovorderd tot scrgt.- lnajoor-administrnteur by het le reg. van het wapen, in garnizoen te Kaarden. Do korporaal C. Houweling, van hut le bal, 4e reg. vesting-artillerie te Den Helder, Is be vorderd tol sorgeanl bij hot 2e bat. van bet korps, in garnizoen tc Willemstad. De aorgoanten E. J. K. van Roca, W.H.PIok- liooü en P. Spryk van hot 4o regiment vesting artillerie, zijn aangesteld tot sergeant-vnurwer ker bü het korps. Stoomvaartberichten. Stoomvaart-Maatschappij Nederland. Ball, thulsr., vortr. 29 Mei van Porim. Grotius, uitr., is 20 Moi Purim gepnss. Kon. Emma, thuisr.,'vertr.80 Mei van Singapore. Nias, uitr., Is 80 Mei Porim gopaas. Banka, uitr.,arrlv, 1 Juni te Sabang. Uandn, uitr., paBs. 1 Juni Kaap Flnisterro. Bat ja n, tliuisr., pass. 1 Juni Porim. Billiloii arriv. 81 Mei van Hamburg tc A'dam. Boeroe, uitr., pass. 1J uni Kaap Bon Celehes arriv. 1 Juni van Amsterdam te Batavia. Kambangan, uitr., pass. 1 Juni Ouessant. Kon. tl. Nodorl., uitr.,arriv.80 Mei tu Batavia. Lombok, thuisr., pass. 81 Mei Perim. Oranje arriv. 1 Juni van Batavia te Amsterdam. Pr. d. Nederl., uitr., vertrok 1 Juni van Algiers. BIouw, uitr., pass. 1 Junf Point do Gallo, Sumatra, thuisr, arrlv. 1 Juni te Genua. Rotterdamsche Lloyd. Besoeki, uitr, vertrok 29 Moi van Djibouti. Madioen arriv. 29 Mei van R'darn te Batavia. Merauke vertrok 30 Mei vnu Batavia n. R'darn Tnmbora vertrok 30 Mei van R'dam n. Batavia. Gorontalo, uitr., arrlv. 80 Mei teAntwerpon. WIlis, thuisr,pass.30Moi KaapCarvoeiro. Kon. Holl. Lloyd. Hollandia, uitr, arriv. 29 Mei te Montevideo. Kon. West-Indische Maildienst. Jan v. Nassau vortr.29Mei v.N.-York n.W. IndlB. L. v. Nassau vertr. 29 Mei v. Paramaribo n. A'dam. Medea arriv. 29 Mei van A'dam te Colon Oranje Nassau, uitr, vertrok 29 dezor v. Madera. Marktberichten. Allcmoiir, 30 Mei 1914. Aangevoord 60 paarden f80 a 800, 36 koeien un ossen f210 a f330, 83 nacht. kalveren f8,- a f26,—, 194 magere schapen f24.— a f33,-. 446 lamineren flOa f19, 56 magere varkens f 19,— a f28,—,209 biggon f9,00 a f11,60,14 bokken en geiten f8,— a flO,—21 kleine bokjes f0.60 a f 1.60, boter per half K.G. hoogste prÈs f 0,724, middelprUs f 0.70, laagste prijs f0,621, aan gevoerd 88)2 kop, kipeloren f3,90 a ff,60 per 100. Hoorn, 80 Moi 1914. Tarwe f6,60 a f8,GO, gerst f6.60 ;i f6,50, haver f3,75 a f 4,50. groene erwten flOfiOa 14,—grauwe dito f—ar bruine boonon f 12. aflü,00. karweizaad fir.,— a f15,60, mosterdzaad f 2-1,2-5 a f25.-, 00 koeion f000 a f 000, 368 schapen f2"»,- 3 f38,—, 205 lammeren f 11,- a f18,—. 0 kolve ren fOOi- a ron,-, 7 varkens fli£- a f30,-. 172 biggen f7,-af 16,-, kipeleren f4,26 3 f4.60, 4860 kop butor 60 a 66 et. per kop. Lammerenmarkt Texel. Heden werden aangevoerd -5593 lammeren. Prijs f15.— a f 18. Burgerlijke Stand van Heider, 30 Mei. BEVALLEN: W. van der Molen- Oudena&rde, d. G. L. E. Schuurmans - de Regt, d. M. J. C. Letschert—van Rooij, d. OVERLEDEN: Gcene. De Melk-inrichting biedt te koop aan a 4 cent per Liter. Wederverkoopers"gonieten| reductie. PLAATSELIJK NIEUWS. Pinksterdrukte. Met de Pinksterdagen, Zaterdag iDbegrepen, zijn per Hollandsche Spoor van hier vertrokken 4592 personen en aangekomen 3607 personen. De etoomtram Helder—Huisduinen vervoerde op de beide Pinksterdagen 3010 passagiers. Muziekconcours te Hoorn. Do Muziekvereeniging „Winrmbst" behaalde op het Zondag te Hoorn gehouden nationaal concours den tweeden prijs, zilveren medaille in den marschwedstrjjd, en in de eerste afdeeling fanfare den tweeden prijs, verg. zilveren medaille. De eerste prijs in deze afd. werd niet toegekend. Texels Fanfarekorps behaalde in de tweede afdeeling fanfare den twee den prijs, zilveren medaille. Vechtpartij. Gisteravond reed zekere M. als koetsier met zijn rijtuig langs den Huisduiner weg. Ter hoogte van do Kerkhoflaan werd hij door zekere H. „uitgenoodigd" van den bok te komen, waaraan deze grif voldeed. Een ver woedde vechtpartij was daarvan het gevolg, en het mes kwam al gauw te voorschijn. M. kreeg een groote snede over het gelaat, waardoor zijn mond geheel werd opengesneden. Hevig bloedende werd hij later opge nomen en in het rijtuig overgebracht naar het ziekenhuis. lersche humor. De bij Engelsch-sprekendc en lezende lezers welbekende re verend Irwin Brown uit Rotterdam, wiens geestige avonturen»van een Engelsch- man in Holland indertijd zooveel succes hadden, komt hier Vrijdag 5 Juni weder eene lezing houden over O'Neill's verdere avonturen. Zij, die voldoende Engelsch verstaan om den duidelijk sprekenden causeur te kun nen volgen, zullen ongetwijfeld een gezellige avond" hebben, want Cuy- na-Gnel dat is de onuitspreek bare lersche naam van den causeur, verstaat bij uitstek de kunst om te boeien. Wij laten hieronder een recensie volgen van het Dagblad voor Gouda, dat over deze lezing o. a. het vol gende schrijft: 't Is reeds een paar jaar geleden, dat gonoemde heer hier een en ander kwam vertellen van de moeilijkheden, welke een Ier ondervond, die gewa pend met eenige „kennis" uit een niet al te moderne Hollandsch-EDgel- sche spraakkunst (anno 1805) nog vermeerderd met wat hij op zijn om zwervingen in ons land op straat en elders had opgevangen zich ernstig op de verdere bekwaming in onze moedertaal toelegde. In zijn lezing van gisteravond gaf Rev. Brown (Cuey-na-Gael) eenige van Jack O'Neill's verdere avonturen, waar onder de niet onvermakelijke onder vindingen aan do telefoon. Allereerst gaf de spreker een overzicht van eenige uitdrukkingen, waarmede O'Neill zijn kennis van het Hollandsch had verrijkt. 't Waren woorden en uitdrukkin gen, die natuurlijk elk Hollander kent, en goed te pas weet te brengen. Van die gezegden, evenwel, waaraan een buitenlander, vooral een Engelsch- man al heel weinig houvast heeft, en die hij gewoonlijk vergeefs in een woordenboek zou zoeken: ,,wa- rempeltjes", „gunst", „dat zou je wel willen", „ik zal het je betaald zet ten", „pats!" en het O'Neill had het opgemerkt vooral in Rotter dam gangbare „engerd". Het. woord „pats" zou, meende O'Neill, al heel goed gebruikt kunnen worden bij het optreden van ac Engelsche suffra gettes, zoo sterk in het inslaan van ruiten. Op zjjn reeds hier bekende laconieke en droogkomieke wijze vertelde Rev. Brown van O'Neill's moeilijkheden bii het zoeken naar een bakker. O'Neill was very hungry en weuschte wel iets te gebrui ken. Ons woord „bakker" werd door hem uitgesproken: „baker". Hij komt dan ook bij „baker" terecht. En als hij een „barber" noodig heeft, vertelt zijn woordenboek hem, dat hij bij een „kapper" moet zijn. Docb, dé uitspraak van kapper is voor den Ier „kaper" wat tot eigenaardige dwalingen aanleiding geeft. Evenzoo kost het O'Neill heel veel moeite eer hij zich een hoed heeft aangeschaft, die niet afwaaien kan. En dan zyn avonturen aan de telefoon, als hij door het breken van sleutel of slot van zijn deur in de kamer van zijn hotel is opgesloten en niet weet waar hij is noch wien hij moet „op bellen" om bevrijd te worden. Met de genoemde en nog eenige andere avonturen van O'Neill hield Rev. Irwin Brown zijn publiek heel aangenaam bezig, 't Is vooral ook de expressie van Rev. Brown's ge zicht, dat onder de vertelling door boeit en niet minder vermakelijk is het de bijzondere uitspraak van ons Hollandsch te hooren. Bioscoop „Tavsnu". 't Was een voortdurend gaan en komen in 't vriendelijke zaaltje op de Spoorgraeht. Er zaten ouden en jongen, mannen met oude, verweerde trekken, die met moeder de vrouw de Pinksterdagen besloten met een avondje bioscoopgenot, en glunder lachend en voldaan huiswaarts keer den; er zaten jongen, van allerlei slag, tusschen servet en tafellaken en daaronder en daarboven, en aan de gezichten kon je zien dat er ge noten werd. Het zeer mooie programma bood dan ook veel genietbaars en genot vols. Allereerst: gezichten in Barce- lona, Spanje's bekende zeehaven, met kiekjes in de fraaiste gedeelten van deze merkwaardige stad. Eenige ko mische nummers zorgden voor de vroolijke noot. Zeer aardig was de droom van Patachon, die zoo graag leest in „Quo Vadis": Patachon is koksknecht, maar verwaarloost zijne plichten, rolt in slaap over zijn boek (hetgeen wel wat onwaarschijnlijk is met zijne groote liefde voor het boek) en droomt allerlei vreeselijke diDgen, die ook in den roman voorkomen, 't Grappige ervan is, dat men de zotste anachronismen aaneenkoppelt de zwaardvechters zullen eerst zoo zegt de explicateur per elec- trische tram naar de arena gaan, maar besloten later toch maar te loopeii. Later gaat hij, in zyn zwaard vechterspakje, sigaretten koopen, maar heeft zijn portemonnaie ver geten, enz. enz. Anders zijn dergelijke nonsens-dingen gewoonlijk flauw, maar daar ze bjj een droom mogelijk zijn, hebben ze werkelijk oen grappig effect. Een ander komisch nummer „Patachet is verliefd op een Suffra gette" maakt handig gebruik van missSylviaPankhurst, do „beroemde", waaruit een wol geestig tooneeltje ontstaat, want Sylvia de suffragette Wijkt met haar rekeningen van ge broken ruiten enz. toch altijd nog duurder uit dan de elegante, ietwat verkwistende mevrouw Patachet. Als ex tra-nummer gaat een drama „De kleine Fee". Dit is een ietwat sentimenteel nummertjeop ont vankelijke gemoederen zal het niet nalaten effect te sorteeren en de strekking ervan is in hooge mate opbouwend. Voor kinderen een zeer mooi nummer. Hef groote nummer „bedrogen ge luk" met Henny Porten in de hoofd rol, zit dramatisch goed in elkaar. Nergens heeft het, zooals ln de bios coop helaas nog maar al tc vaak het geval is, goedkoope effecten of valsche gevoelens: het is een en al eenvoud en realiteit. Het is eene eenvoudige geschiedenis uïthetdage- lljksch leven, zooals die honderdmaal voorkomt, en er is volstrekt niet ge streefd naar een of andere mooidoene rij. Dit maakt juist de groote be koring ervan uit. De geschiedenis, smakelijk toegelicht door den explica teur, bezit wezenlijk boeiende ge deelten en Henny Porten weet van haar rol iets zeer fraais te maken. Het is een genot ditnummer te zien niet het minst door de vele fraaie natuurkiekjeszee- en rotsgezichten, sommige heel impressionistisch ge kleurd en daardoor fraai effect makend. Zoo van eeno dan kan van de Ta ven u-bioscoop getuigd worden, dat zij hare roeping het beste en edelste te geven op dit gebied, en niemand te kwetsen, getrouw blijft. BINNENLAND. H. M. de Koningin en Z. IC. H. de Prins hebben Zaternamiddag om streeks kwart over drieën met Prin ses Juliana het Huis ten Bosch ver laten, om zich naar het Loo te begeven voor het gewone zomer verblijf aldaar. Katwijk. Een aantal katholieken te Voorhout zal, aldus meldt de Leidsclie Ct., den lieer Passtoors in het district Katwijk candidaat stellen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer. Borneo. Uit Batavia wordt aan de Telegr. geseind Dinsdag gaan uit Batavia verster kingen naar Borneo, onder kapitein Voskuyl. Vertrek van het hospitaal-kerkschip „De Hoop". Voor den vijftienden keer is het hospitaalkerkschip „De Hoop" uitge varen om de vlooi onzer hariugvis- schers te volgen en om zoo noodig medischen dn geestelijken bijstand te verleenen. Geheimzinnige verdwijning. „La Gazette", een Belgisch blad, bevat het volgende bericht: Sedert eenige dagen nam te Ber- chem een Nedcrlandsche dame, me vrouw Van Ryn - Van de Cock, GOjaar oud, weduwe van een zee-officier, haar intrek in een pension. Zij scheen veel geld te bezitten. Maandag jl. verliet zij het huis om zich naar oen wissel-bureau te begeven. Sedert hoorde men niets meer van haarmen is er tot dusver niet in geslaagd haar spoor te ontdekken. (Rott. Nbl.) Nederland en Denemarken. Er wordt gewezen op de overeen stemming van aard en beteekenis der Deensche en der Nederlandsche Staten. „Het Volk" vat die verge lijking aan, om er de opmerking aan vast te knoopen, dat de koning van Denemarken, hoofd van een zeevarend volk, niot meedoet aan den verderfe- Ijjken wedstrijd in het bouwen van oorlogsschepen. „Denemarken heeft Staatspensioen, en geen Dread- noughtvloot", zegt het blad. Over dat Deensche Staatspensioen zou zegt de „Nederlander" in verband met onze armenzorg, nog wel een en ander te zeggen zijn. We willen echter veel liever, zon der afdingen, toegeven, dat er ver schil is. Zelfs meer dan het „Volk" belieft mee te deelen. Want Denemarken heeft ook geen koloniën, en die hebben wij wel. Als wij een slagvloot bouwen, is die niet meer voor de verdediging onzer kust, maar voor die onzer koloniën bestemd. Flesschentrekker. Bij de Amsterdamsche politie kwamen in den laatsten tijd herhaal delijk klachten in van Duitsche firma's, die goederen hadden geleverd aan een Duitscher, kantoor houdende op het Damrak te Amsterdam, doch geen betaling konden krijgen. De centrale recherche stelde een onderzoek in, waaruit zij de over tuiging kreeg, dat men hier met een flesschentrekker te doen had. De man bestelde eerst een monster de meest uiteenloopende goederen waren van zijn gading en liet daarop een bestelling tot een bedrag van een paar honderd mark volgen. Hij beriep zich op „prima referenties", waarvan de politie evenwel reden had om aan te nemen, dat ze ge fingeerd waren. Bij een huiszoeking werden verschillende goederen in be slag genomen. Echter waren ook reeds tal vau bestelde artikelen te Amster dam van de hand gedaan. De recherche vond aanleiding den Duitscher aan te houden als verdacht van oplichting. (Hdbl.) Nog steeds de moord op het knaapje De Klerk. Er wordt nog steeds ijverig gezocht naar den moordenaar van het knaapje De Klerk. Zatermorgen zijn mej. Nieuwenburg uit Nieuwendam en het broertje van het vermoorde knaapje bij den rechter-commissaris ontboden. Men toonde hun een man, die ge detineerd was, wegen het plegen van onzedelijke handelingen. Noch mej. Nieuwenburg, noch het broertje heb ben den man herkend. Hij was blond en had geen snor. Herhaaldelijk worden mej'. Nieuwen burg nog portretten getoond van ver dachten. Onlangs was te wyk-aan-Duin een bewoner uit Haarlem door een groen- tenventer ontmoet, wien hij onzede lijke handelingen had voorgesteld. Het signalement, van den Haarlemmer komt cenigszins overeen met dat, hetwelk door mej. Nieuwenburg van haar bezoeker werd gegeven. Naar den Haarlemmer wordt thans dooi de politie gezocht. Hevige brand te Jutphaas. Te Jutphaas ontstond eersten Pink sterdag een hevige uitslaande brand in de fabriek van de N.V. „Jutphaasche Olieslagerij" C. J. Cockuyt Co. De directeur van de fabriek ont dekte Zondagochtend den brand en telefoneerde om de Llsselsteinsche en Utrechtsche brandweer, daar hij wel begreep dat deze brand boven de krachten der Jutphaasche zou gaan. Vrij spoedig kwam er hulp, maar er was weinig tegen te doen steeds hooger en hooger laaiden de vlammen op. Tegen halfvijf des middags was het vuur gebluscht. Er is veel verwoesting aangericht. De oorzaak van den brand is onbekend. De fabriek was op beurspolis ver zekerd. Vele bezoekers kwamen naar het vriendelijk gelegen dorpje op een uur afstands van Utrecht per fiets of te voet den brand bezichtigen. Auto-ongeluk. Te Tilburg heeft in den nacht van Zondag op Maandag een ernstig onge val plaats gehad. Drie personen maak ten met een auto van de Centrale Autogarage een pleziertocht naar omliggende gemeenten. Even buiten de stad, op den Hoevenscheweg, schijnt de chauffeur het stuur niet meester te zijn geweest en reed hij in een vrij diepe watersloot. Do auto sloeg over den kop. De drie inzittenden konden zich met groote moeite redden, doch de chauffeur Van Eindhoven werd gedood. Na geruimen tijd ar- beidens werd zijn lijk onder het zware voertuig uit het water opgehaald. Hij was gehuwd cn vader van een talrijk gezin. Een der passagiers werd vrij ernstig aan het hoofd en armen ver wond. Barbaarsch Nederland. Naar wij vernemen heeft prof. dr. B. S. Eerdmans, het Kamerlid voor Rotterdam III, tot den minister van Justitie de volgende vragen gericht: le. Zijn de klachten van den heer Jules Romain over de bejegening door hem, on eenige hem vergezel lende Fransehen in ons land onder vonden, die door bemiddeling van den Fransehen gezant tot de kennis van den minister van Buitenland- sehe Zaken zijn gebracht, reeds aan den minister van Justitie medege deeld? Indien dit niet het geval is, wil de minister van Justitie zich van deze klachten op de hoogte doen stellen 2e. Vindt de minister van Justitie in deze klachten aanleiding om mid delen te overwegen, waardoor der gelijke gebeurtenissen, die - als zij inderdaad hebben plaats gehad hoogst betreurenswaardig zijn, in de toekomst zooveel mogelijk zullen kunnen worden voorkomen (N. R. Ot.) Provinciale Staten van N.-Holland. Gisteren verscheen het algemeen verslag der afdeel ingen van de Prov. Staten van Noord-Hofland over de voordracht van Ged. Staten, be treffende de electriciteitsvoorziening en overneming van aandeelen der Kennemer Electriciteit Maatschappij. Aan de beraadslagingen werd deel genomen door 68 leden. Aanstonds bleek bij het onderzoek in de afdeelingen en nog meer bij de verwerking van de in de afdee lingen gerezen bedenkingen en van de daar gerezen vragen, dat de ter mijn waarbinnen Ged. Staten zich de'afdoening door dc Prov. Staten hebben voorgesteld, uitermate kort is. Het betreft hier een financieele operatie, waaraan voor de provincie reeds in de eerste 5 jaar een obligo van circa 4 millioen gulden is ver bonden, en aan den anderen kant een verordening, welke diep zal in grijpen in de particuliere rechten dei- burgers en in de autonomie der ge meenten. De toelichting der verordening werd bovendien al te sober geacht, noode werden ook eenige bescheiden gemist. Eerst worden eenige algemeene beschouwingen gegeven. Zeer vele leden konden zich ver eenigen met de opvatting van Ge deputeerde Staten, dat de provincie Noord-Holland ten aanzien van de electriciteitsvoorziening binnen haar gebied regelend en handelend dient op te treden. Andere leden daarentegen konden zich met deze uitbreiding der pro vinciale bemoeiingen niet vereenigen. Verscheidene leden achtten het bedenkelijk, dat ten gevolge van de vastkoppeling van de verordening aan de overneming der aandeelen der K. E. M. van de Staten wordt gevraagd, ook eene zoo belangrijke aangelegenheid als het tot stand brengen van een electriciteiis veror- dening binnen een zeer korten fatalen termijn af te doen. Van andere zijde werd aangevoerd, dat Gedeputeerde Staten zeer terecht de Rijksregeling niet hebben afge wacht en zulks zoowel omdat de regeling nog langen tfld kan uitblij ven, als ook omdat het provinciaal bestuur wegens zijn meerdere ken nis van plaatselijke toestanden beter dan het Rijk in staat is te achten, binnen zijn territoir de electriciteits voorziening te regelen. Van deze zijde werd als vast staande aangenomen dat het alge meen belang bij een provinciale regeling beter zou worden behartigd dan indien particulieren in de elec- triciteits-voorziening geheel vrij zou den blijven; ook de minder gunstig gelegen gedeelten der provincie zul len bij de voorgestelde regeling van stroom kunnen worden voorzien, ter wijl uitteraard door particuliere on dernemingen uitsluitend rendabele streken zullen worden bediend, meer dan eenig ander publiekrechtelijk lichaam is de provincie aangewezen om de electrische bemaling van pol ders en waterschappen te bevorderen. De verwachting werd bierbij uit gesproken dat eene toekomstige rijks regeling rekening zou moeten hou den met de regeling, inmiddels door de provincie tot stand gebracht; dat zulks zal geschieden, werd niet twij felachtig gevonden, :ndien bij het tot stand komen der wet reeds door drie of meer provinciën de electrici teitsvoorziening zou zijn geregeld. Bij deze beschouwingen werd niet uit het oog verloren, hetgeon dooi de voorstanders van een Rijksrege ling werd aangevoerd, dat bij eene zoodanige regeling beter dan bij pro vinciale voorziening kan worden ge let op belangen, onafhankelijk van de grenzen der provincie. Verscheidene leden betoogden, dat de aandeelen IC. E. M. geen begeer lijk eigendomsobject zijn. Van andere zijde werd opgemerkt, dat de concessie weliswaar formeel bezwarende bepalingen bevat, maar dat zulks indien de provincie over wegenden invloed in de IC. E. M. zal krijgen, geene ongerustheid be hoeft te baren. Weer andere leden wenschten geene aandeelen K. E. M. voor de provincie gekocht te zien, omdat zij, afgezien van de bezwarende concessie en van den prijs der aandeelen, de voorkeur gaven aan eene provinciale centrale, rechtstreeks door de provincie ge ëxploiteerd. Zij zagen hierbij niet over het hoofd, dat hieraan meerdere administratieve omslag zou verbonden zijn, doch hiertegenover staat naar hunne mee ning, dat de provincie dan ook geen rekening heeft te houden met eene minderheid van aandeelhouders in een vennootschap. Verschillende beschouwingen wer den gehouden over den financieelen toestand van de K. E. M. Ten aanzien van de verdere ex ploitatie der K. E. M. werd voorts gevraagd, of de provincie na de overneming der aandeelen, zal be vorderen het tot stand komen van de conceptovereenkomst, tusschen Amsterdam en de K. E. M. ont worpen, zooals in het adres van B. en W. van Amsterdam wordt ge vraagd. Vervolgens werd gevraagd, hoe Gedeputeerde Staten zich hadden voorgesteld na de intreding van den nieuwen toestand de doelmatige stroomlevering zoodanig tot stand te brengen, dat ook de eilanden niet van electrischeu stroom verstoken zouden blijven. Eindelijk werd de wenschelykheid door enkele leden betoogd, dat de K. E. M. in hare toekomstige ge daante zieh in den regel zou bepa len tot stroomlevering aan gemeen ten, terwijl aan de gemeenten zou moeten worden overgelaten met eigen prijsbepaling den stroom bin nen haar gebied te dïstribueeren, al erkenden zij, dat de noodzakelijkheid zou kunnen bestaan, dat in som mige gemeenten bij gebrek aan mede werking van de zijde van het ge meentebestuur, rechtstreeks aan de ingezetenen zou moeten worden ge leverd. Ten opzichte van de electriciteits- verordening werd gevraagd of 't in de bedoeling van Ged. Staten ligt, de verordening ook dan en wel aan stonds te behandelen, wanneer de Staten niet mochten besluiten om Ged. Staten te machtigen tot voor rekening der provincie overnemen van aandeelen der K. E. M. Enkele leden waren van oordeel, dat een verordening ovorbodig zou zijn, in dien de provincie de meerderheid van de aandeelen der IC. E. M. zou bezitten, daar het provinciaal be stuur alsdan reeds uit dien hoofde voldoende macht zou hebben om de electriciteitsvoorziening zoodanig te regelen, als in het provinciaal belang wenschelijk zou worden geacht. Daarentegen werd door andere leden opgemerkt, dat niettemin de verordening gewenscht was, zoowel om zeggingschap te kunnen oefenen over de exploitatie van nieuw op te richten centrales, als om rechtheb benden op openbare en particuliere gronden te noodzaken daarin kabels en andere werken te dulden, afgezien nog vau 'tfeit, dat het terrein der IC. E. M. slechts een gedeelte van de provincie omvat. De vraag werd gesteld of liet in de bedoeling van Ged. Staten ligt het daarheen te leiden, dat hetzü de provincie in haar geheel gebied of wel de K. E. M. na'de overneming van aandeelen voorloopig binnen het terrein der concessie, een monopolie zal bezitten, hetgeen door enkele leden gewenscht werd. Zeer vele leden betoogden, dat door deze verordening de gemeentelijke autonomie te veel wordt aangetast; do wenschelijklieid werd bepleit, dat iedere gem. binnen haar gebied vrij moet blijven om de electriciteits voorziening zoodanig te behartigen, als zij zelf wenschelijk acht, terwijl daarnaast de gemeenten, die eene electrische centrale exploiteeren, ge waarborgd moeten zijn, dat geen andere exploitant binnen haar gebied concessies krijgt. Hiertegen werd aangevoerd, dat de mogelijkheid zich kan voordoen, dat eene gemeente een minder gunstig gelegen gedeelte van haar gebied niet zoo goed van electriciteit zou kunnen voorzien als de provincie, eene andere gemeente of een particuliere maat schappij en dat het uit dien hoofde gewenscht ware, de mogelijkheid niet af te-snijden, dat binnen het gebied van eene gemeente, die een centrale exploiteert, een andere vergunning houder stroom zou kunnen leveren; deze leden waren van oordeel, dat ook eene gemeentelijke centrale aan concurrentie van buiten af zou moeten zijn blootgesteld. UIT INDIË. Dubbele moord en zelfmoord. Men schrijft aan het N. v. d. D. v. N. I. uit Atapoepoe (Timor) d.d. I April Begin Februari heeft hier de Radja van het Landschap Naitimoè een dubbelen moord en vervolgens zelf moord gepleegd. Ziehier de dessous der zaak. De Radja was aanvankelijk gehuwd met een vrouw uit het Landschap Lakekoen, ook van „vorstelyken bloede", maar zond haar weder naar huis toe, nam vervolgons 3 andere vrouwen, van wie 2 uit zijn eigen rijk en 1 uit het landschap Lidah. Deze vrouwen waren van geringe kom-af, weshalve er door het Neder landsche bestuur op aangedrongen werd, vooral omdat er kinderen waren gekomen, dat de Radja zijn eerste vrouw zou terugnemen. Toen nu de Radja te Atapoopoe kwam om de belasting te betalen voor zyn landschap, werd hem door den Controleur aangezegd dat hij wachten moest, tot de hoofden van Lakekoen er waren. Den Radja kwam echter inmiddels ter oore dat er pradjocrits naar zijn huis waren gezonden om zijn vrouwen weg te voeren. Zonder bedenken sprong de Radja te paard en reed huiswaarts. Daar gearriveerd vindt hij er z(jn vrouwen niet meer. Deze bleken teruggezonden naar hare kampongs. Hierop reed de Radja terug naar Atapoepoe en nam zijn intrek bij een familie-lid, den Radja van Djiniloe. In dien familie-kring stelde hij de vraag aan zijn temoekoe en aan een temoekoe van Lidah, wat er van zijn kinderen worden moest. Dat het gouvernement hem zijn vrouwen had ontnomen, vond hij nog zoo heel erg niet. Daar was wel overheen te komen! Maai- zijn kinderen, wat zou hun lot zijn? Toen hierop door de temoekoe's dood-leuk geantwoord werd: orang renoe (koelies, of desa lieden) ontstak de beroofde man zoo in toorn, dat hy beide temoekoe's pardoes over hoop stak en daarna zich-zelf ook zwaar verwondde. De controleur, van een en ander in 'kennis gesteld, trok er met pra- djoerits op uit. Op hen waagde de Radja toen echter eveneens een aan val, hetgeen gelijk stond met zelf moord, met één klewang-houw werd hij neergeslagen en gedood. Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag 29 Mei. De heer Spiekman gaat Vrij dags voort met zijne repliek. Hij weerlegt de rede van den minister en wel allereerst diens bezwaren tegen de toelating van de stuwadoors ondernemingen en tegen het vast stellen van Zondagsloon. De spr. ver gelijkt den Engelse-hen minister bij den Nederlandschen en die vergelij king komt niet in het voordeel van minister Treub. De minister heeft getoond radicaal te zijn in theorie, maar conservatief in de praktijk. Wat hebben we aan zoo iemand? En wat hebben de arbeiders aan groote en mooie woorden? De heer Duymaer van Twist (a.r.) Dat is nu de concentratie. De heer Spiekman: ja, dat is de concentratie. Nu heb ik nog iets voor de coalitie. (Gelach). Uit het adres van B. en W. van Rotterdam bewijst spr., dat ook de coalitie bui ten de Kamer tegen de wet Optreedt. Na den heer Spiekman repliceert de heer Nierstrasz (v.1.) Deze komt op tegen den aanval van den heer Spiekman. Hij heeft geen min achting voor de arbeiders, maar be wondering, omdat ze, trots het gif, dat hun in propagandistische blaadjes wordt toegediend, kalm en nuchter blijven. Tegenover de arbeiders heeft deze spr. steeds zijn plicht gedaan. Voor menschen,-die achter te scher men leiden, heeft spreker minach ting. De woorden van den heer Spiek man van gisteren zijn bestemd om onder de arbeiders dienst te doen, spr's tegenspraak zullen ze wel niet onder de oogen krijgen. Ook de heer Ter S pi 11 v.1.) repli ceert. Hij bestrijdt de speech van den heer Lobman. Voor spr. blijft er een fundamenteel verschil tus schen de beide ontwerpen. Dat ziet do rechterzijde blijkbaar niet, maar dat zullen de socialisten toch wel zien. De heer Van Nispen tot Sove- na er (r.k., Nijmegen) valt in zijn repliek den heer Schaper aan, die de taak van Mr. Troelstra heeft over genomen om als censor op te treden tegenover rechts. Ook de heer Schaper (s.d.a.p.) repliceert. Zijn vele geestige en slag vaardige zetten veroorzaken groote vroolijkheid in de Kamer. Wij ver melden uit zijn ïepliek alleen, dat hij de rede van den heer Nierstrasz een cynische societeitsredeneering vond. Spr. heeft nooit in de Kamer zoo cynisch over de arbeiders en de arbeidersbeweging hooren spreken. Terrorisme verdedigt spr. niet, maar het wordt uitgelokt. De heer Nier strasz sprak van „gif', dat den ar beiders wordt toegediend. Dat was een schande. De Voorzitter: Het komt niet te pas, dat u zoo spreekt. U moogt niet spreken van „schande" jegens uw medeleden en van een societeit- redeneering, nadat u deze eerst hebt getypeerd. (Rumoer b y de so cialisten). De heer S c h a p e r Bravo, Bravo De V o o r z i 11 e rJa, bravo U voelt, dat ik gelijk heb en dat ik ver plicht ben, don leden tegen zulke aanvallen te verdedigen. (Rumo er). Geroep der socialistenWat een despootWij zijn ook menschen. Wij zijn ook beleedigd. De heer Schaper: De heer Nier strasz heeft ons beleedigd, toen hij sprak van gif. De heer Nierstrasz noomde ons dus „gifmengers". De Voorzitter: Ik heb dat niet gehoord. Ik zal hét nazien, maar mijn indruk is, dat de heer Nierstrasz van de vakvereonigingen sprak. De heer Schaper zegt, dat ging over de leiders en daar hooren de socialistische Kamerleden toe. Hij protesteert er tegen. Spr. haalt het parlement niet naai' beneden. Wij zyn hier, om te strijden voor het volk. Hij bestrijdt den heer Van Nispen op enkele zakelijke punten. De heer Be urn er (a.r.) geeft aan leiding tot een min of meer verma kelijk incident, daar hij den heer Schaper wederom aanvalt. Hij eindigt met de mededeeling zich nooit door dezen heer te zullen laten overbluffen. De Minister verklaarde in zijn antwoord tot gemeen overleg bereid te zyn, maar in geen geval zijn prin cipes te willen laten varen. De algemeene beschouwingen zijn hiermede afgeloopen en de vergadering verdaagd tot Woensdag. SPORT. Voetbal. Uitslagen le Pinksterdag. Terrein Bolweg. H. B. S. I—Neer land ia 5 1 H.B.S. III-H.V.V. I 1-2 H. B. S. IV- Blauwwit 3-2 H.B.S. I Neerlandia 5—1. le Pinksterdag ontving H.B.S. het elftal van „Neerlandia" (3e kl. N. V. B.). Te 3 uur ongeveer stelden de elftallen zich op, H. B. S. eerst togen den wind, spelend. Na de wederzijdsche verkenningen lijkt „Neerlandia" iets sterker, maar slechts kort. Spoedig begint H. B. S. op te zetten en verschillende aanvallen worden door de voorlinie ondernomen. Echter zonder succes. De rechts binnen voor open goal schiet huizen hoog over, terwijl de spelers schijnbaar op eigen houtje doelpunten willen maken. Als echter een schot op doel door den keeper van „Neer landia" onvoldoende weg gewerkt wordt, plaatst Meerens den bal met eon mooi schot in 't doel. (1—0). „Neerlandia" is hierdoor echter niet uit het veld geslagen. Verschil lende malen moet de H. B. S.-keeper handelend optreden. De gasten heb ben overigens veel pech. Dan gaat het H. B. S. vijftal er wèer met den bal vau door en Meerens zorgt voor het 2e doelpunt. Voor rust komt nu geen verandering in den stand. Direct na de aftrap maakt „Neer landia" uit den eersten aanval het tegenpunt. Nu houdt „Neerlandia" 't H. B. S.-doel bijna geregeld inge sloten. Met het natuurlijke gevolg. Steeds breekt H. B. S. door en de voorhoede, gesteund door de midden linie, vooral door den spil, weet te profiteeren van de fout der tegen partij. Spoedig maakt Kramer ua een schermutseling voor het doel het 3e punt voor H. B. S. en kort daarop zorgt Ten Hacken voor no. 4. De „Neerlandia"-spelers houden vol en bedreigen steeds het H. B. S.-doel. De voorhoede schijnt echter niet veel goede schutters te tellen. De ballen, welke Hoek te verwerken kreeg, waren over het algemeen vrij tam. H. B. S. brengt dan nog eens mooi op. Ten Hacken schiet, doch de kee per stopt, werkt echter niet vol doende weg en Kramer benut de kans door onhoudbaar in te zetten. Spoedig klinkt nu het eindsignaal en heeft H. B. S. welverdiend ge wonnen, zij het dan ook, dat „Neer landia" wel een tegenpuntje meer verdiend had. Het 5-jarig bestaan van H. F. C. De Pinksterdagen vielen toevallig samen met het 5-jarig bestaan van H. F. C. en 't is dus te begrijpen, dat die dagen niet onopgemerkt voor bij kondon gaan. Het „nieuwe" H. F. C.-bestuur had daar wel zorg voor gedragen. Heeft de huldiging voor het 4-jarig bestaan een onuit- wischbaren indruk achtergelaten, (men denke slechts aan de open calèche, de treffende speech, de doelen en meer dergelijke quasi-geestigheden voor weldeukenden) ook de herden kingsdag van het 5-jarig bestaan zal niet licht vergeten worden: een doel- gemiddelde van 9—0 is om op te frisschen. Maar enfin, waarde broe deren, daarom niet getreurd. Het hoofd omhoog, en 't hart naar boven, want zoo onteerend is 't niet. Uit de betrouwbare gegevens was 'tal- licht op te maken en zoo togen we dus den Eersten Pinksterdag naar 't H. F. C.-terrein, om H. F. C. te zien verliezen; hm, hm! Eerst speelde de jongere generatie. H. F. C. III won met 3 1 van Victoria. Dat ging goed. H. F. C. IV won met 7-0 van K.M. D. De toekomst zag er dus hoopvol uit. Daar komen de „beroem de" elf mannen in het krijt, doch Kiljan of Pelser zien we er helaas niet bij. Feij èn Goes komen voor hen uit. Weldra verschijnen ook de Trekvogels, een angst inboezemend stelletje. Een volledig tweede elftal met den M.-v., Pelser en den L.-binnen, Terwee, versterkt. Als de wedstrijd aanvangt, zien we circa 1000 men schen om 't met vlaggen versierde terrein geschaard. Ajax heeft het voordeel van den wind en H. F. C. trapt af. Daar begint de slachting. H. F. C. laat zich direct overrompelen. De L.-binnen passeert Bak en Bogaard, een schot en het is 1—0. Oogenblikkelijk na den aftrap hetzelfde spelletje on geen halve mi nuut is verloopen of'tis2—0. 'tTrof ongelukkig. Bogaard was vóór den wedstrijd al niet in orde, het was merkbaar aan zyn spel en bij zoo'n overdonderend optreden, was dat noodlottig. Na een paar minuten redt hij ten koste van een hoekschop, die door den M.-voor netjes in een 3e punt wordt omgezet. Zoo is 't3—0. Maar de rampspoeden zijn niet van de lucht. Even daarna komt Bogaard in botsing, hy blesseert zijn arm en moet helaas uitvallen. Meerburg neemt zijn plaats in, maar behaalt er weinig eer mee, want bij een hernieuwden aanval worden midden- en achter spelers handig gepasseerd en de L.- binnen, weet ten 4en male het net te vinden. Geen half uur is verstreken, maar toch is er een kentering merk baar. Feij schiet een paar maal naast. Een vrijen schop, door Groote geno men, verwerkt de keeper goed. Aan den anderen kant zien we mooi kop- werk. Weer is het Terwee, die den 5en goal in kopt; hij stond echter buiten spel. Na rust speelt H. F. C. stukken beter, dat bewijst wel het eenige doelpunt, dat er bij gemaakt is. Toch had Ajax de overhand, haar M.-voor wist dat wel weer uit te drukken in een 5e doelpunt. Taylor is niet gelukkig, als hij een bal over kopt. Ajax wordt nu meer terugge drongen en haar keeper aan 't werk gezet. Dorlijn schiet een bal net in zyn handen. Over 't algemeen is ech ter het spel van H. F. C. slecht, vooral in de voorhoede. Zoo komt dan ge lukkig 't einde met een 5—0 nederlaag. Van de gasten viel het spel dei- voorhoede zeer op, daar genoot men van. Bij H. F. C. was Kikkert de eenige, wiens spel vermelding ver dient. Nu krijgen we den Tweeden Pinksterdag. We moeten echter kort zijn. Ook deze had oenzelfde verloop. H. F. C. III won met 2-0 van Volharding,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2