Wat is Ala-Cola? KWALITEIT.NIETDEFItllS Continental Waarschuwing!! Jaarlijksche VACANTIE. Thee E. Brandsma W. van Vliet, Firma DE BIE BIERSTEKER, •,W»# Banden EIWITSTAAL Heldersche Courant „REGEN OF WIND", Blijvend Resultaat Thee Als. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden. Afdeeling „Den Helder". vraagt voor alle Kantoorbedienden, Winkelbedienden en Handelsreizigers eene behoorlijke I I EIGENGEMAAKTE MEUBELEN P. GOVERS Brandstoffenhandel Hoogstraat 127, - Daalhaf 3. bij A.WIERINGA, AMSTERDAMSCHE KEIZERSTRAAT 93,{HELDER. LOODSGRAGHT 69 BPD Qeuen JZet schoenen de jicfot \ijn je ivaterxMd^t. Wie 12 verschillende ABC-advertentiën uitknipt en aari de „ERDAL"-fabriek, Amster dam, (met 5 cent port) inzendt, ontvangt gratis de geheele serie artistieke Slultzegels. Zonder eenige prijsverhooging worden door bemiddeling ven het Advertentie-Bureau van de advertentiSn geplaatst in alle Couranten en Tijdschriften. Moet de advertentie in meerdere Couranten worden geplaatst, dan behoeft men slechts één copy te geven. Een leder, die nog profiteeren wil van de GOEDKOOPE Dames-, Heeren- en Klnder- Parapluies, Wandelstokken, Hoeden, Petten en Parasols, zie dan de pri|zen in het bekende PARAPLU IE-MAGAZIJN WESTSTRAAT 103, diar alles UITVERKOCHT wordt wegens vertrek naar Amsterdam. ondervindt men bij het gebruik van Dr. LAPPONI's-Zenuwhoofdpijn-pas- tilles. Zij, die jarenlang aspirin of phenacetin slikten, zonder blyvend succes, genezen radicaal door het gebruik van Dr. LAPPONI Zenuw hoofdpijnpastilles. Prijs p. fl. fO.75, proef busjes 25 ets. Verkrijgbaar bij DE BIE Biersteker, Keizerstr. 93. R. M. IS onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, 90 en 100 cent per pond. Pakjes van '/8 1 21/» ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Qijkstraat 22, Helder. Wederverkoopers provisie. Aan verbruikers van Anthraciet. fè/T leder jaar worden combinaties gevormd om gezamenlijk Anthraciet te ontvangen, wat dan oogenschijnlijk goedkooper komt dan wanneer men ze van een plaatselijk handelaar betrekt en dan komt het nog al eens voor, dat het niet naar genoegen uit valt, wat dan ten onrechte aan de hoofdpersonen geweten wordt. De feitelijke oorzaak is het ongezeefd afleveren. Weliswaar gaat dit met verhooging van prijs gepaard, want boven het meerdere arbeidsloon krijgt men ook een mindere uitlossing, daar het uit- gezeefde fijn in aftrek daarvan komt en den prijs dientengevolge verhoogt. Ook komt het voor, dat de bezorging zeer ongelegen komt en betrekkelijk ruw geschiedt. Wanneer men de anthraciet- prijzen bij de handelaren, met inachtneming van't bovenstaande, vergelijkt, bestaan er o. i. geen reden om coöperatief Anthraciet te koopen, maar raden wij ieder aan ze te betrekken van de handelaren te dezer plaatse, op dag en uur naar men verkiest. EENIGE HANDELAREN. P. KIKKERT ZONEN. GRAND HOTEL „TEXEL' Eigen Stalhouderij en verhuurinrichting van Automobielen. Telefoon 7 en 15. Vraagt Uwen Winkelier Valt haast zeker In Uw smaak. HET BESTE ADRES VOOR SOLIDE SPOORGRACHT 28-29 GROOTE KEUZE EIKEN BUFFETTEN IN VERSCHILLENDE PRIJZEN moet bij de keuze van banden beslissend zijn. Een goede band kost wel is waar goed geld maar daarvoor is hij ookïduurzamer. Wanneer U berijdt, dan hebt U dezen „goeden" band. Zijn wereld-reputatie werd door kwaliteit gevestigd. PERSONEEL <2.000 van Prima Belgische Anthr. *°/l0 p. H.L. f 1.80 "Vso LimburgscheAnthraciet 20/so «Vso Eierenkolen 20/S0 Bruinkoolbriketten 100 100 Cokes, lange- en korte Turf, Vuurmakers enz. Thuis bezorgd. 1.70 „1.80 1.45 1.40 „1.20 „0.55 „0.45 Speciaal adres voor OVERHEMDEN naar maat. OVERHEMDEN met piqué borst f 2.75, prima kwaliteit. SPOORSTRAAT Nr. 120. MIJ VAK LEVENSVERZEKERING. AMSTERDAM. KEIZERSGRACHT 547-549. BIJKANTOOR VOOR NED.-INDIË SOERABAJA SOCIETEITSTRAAT. GUNSTIGE VOORWAARDEN. - CONCURREERENDE TARIEVEN. INLICHTINGEN VERSTREKT GAARNE HERMAN NYPELS, HELDER. is bij ons verkrijgbaar in maathoudende literflesschenèfl.OO. Raad uw geneesheer u aan dit middel te gebruiken, gebruikt dan ons Eiwitstaai. Texel: A. Wuis, C. C. Rijf, P. Kiel, Daalder, J. P. Dros, D. Kuiter, Wed. Blom, P. Brouwer. Wiebingen N. Omes, M. Gorter. Jüliana- dorp: M. Noot. Anna Paulowna: Neuvel en A. Wiggers. 't Zand: G. A. de Wit. Oudesluis: G. v. Doorn. Schagen: Rotgans en Purmer. Bbeezand: G. Borst. Helder: D. Bruin v/h. Balgkanaal. Schetsen uit de Rechtzaal. Cadeautje. „Ontmoeting". „Nu" zei do juffrouw uit den goud- smidswinkel, en zij kuchte eens eventjes van ongeduld, „Nu, ueemt u dan het goedkoopore ringetje 't Is toch óók erg aardig Dat groene steentje is allerliefstEen echt koopje!" Met spottende oogen zag zij den jongen aan, die nu al over het kwartier ringetjes stond te betasten Rood van verlegenheid Halve woorden stotterend Niet wetend, hoe zich uit de moeielijkheid te redden. Den .vorigen Donderdagavond had Annie hem meegetroond naar den winkel. En toen had ze hem een kneepje in den arm gegeven en ge zegd, dat als-ie haar maar eens ver rassen wou Dat ringetje met 't diamantje Daar, in dat roodflu- weelen étuitjeEen snoes van 'n dingetje Als ie dat nu deed En Annie wist precies hoe zy hem kon inpalmen. Dan lachte ze zoo tegen hem, van onder de breede rand van haar modieus hoedje, door de blonde kroeshaartjes heenDan kon Hein Dikkers geen weerstand aanbieden. Dan was 't hem of er op de plaats van z'n hart een motortje was gekomen, dat als dol trilde en hamerde. Dan werd ie beurtelings koud en warm op z'n rug. Dan moest ie zich met alle kracht inhouden om Annie niet te zoenen; niet den arm om haar middel te slaan. Maar als ie zoo iets gewaagd had Annie was zoo'n keurig net meisje. Ze ging op een „atelier" en had groote toe komstplannen, van een eigen zaak, met een prachtig bord-voor de deur Gouden letters op zwait marmer En dan zou ze zich „madame Dik- kerp" noemenZe wist de deftige dames wel te lokken Hein zou's kijken, wat een leventje ze zouden hebben In groote, eerbiedige bewondering luisterde de jongen naar het kleino, kokette, sierlijk gekleede vrouwtje, dat naast hem voorttrippelde. Na zoo'n uurtje was het besluit al vaster in bem geworteld om niks, geen zier te geven om wat ze bij hem thuis van de vrijage zeiden. Z'n moeder, stugge, stroeve vrouw, - had ver klaard, dat „die modepop geen voet ooit in d'r huis zou zetten." Vader nam de dingen gemoedelijker op. Zat, als moeder haar hart zat te luchten over het geval, zachtjes te dommelenHad gezegd, dat de jongen ,'t van zelf wel zou inzien." Maar eens, toen de zachte, gedwees Hein, toonbeeld van gehoorzaam heid altijd geweest, op school en nu, op z'n kantoor toen Hein op een keer opstoofop de tafel had ge slagen met z'n vuistgeschreeuwd had dat wie 't waagde om iets van zijn Annie te zeggen 't minste of geringste al was 't z'n bloedeigen vader Toen had de oude Dikkers hem een pats om z'n ooren gegeven of ie nog een kwajongen was Een pats, die klonk door de kamer zoodat Hein, net als toen ie nog een rekel van 'n jaar of twaalf was, met een arm beschermend opgeheven terugdeinsde in een hoek van het vertrek Vader kwam naar 'm toe. Woü Hein nóg-een geven, maar moeder suste 'm, zei: „Nou is 't welletjes. De snotneus heeft 't verdiend, dubbel en dwars. Maar je mot niks over drijven, Jan" „Overdrijven!?" schreeuwde de oude, die als ie uit z'n slof schoot Maar moeder was en bleef de baas. „Nou is 'tuit, zeg ik je!" schreeuwde ze en grommend ging vader naar zijn stoel terugTegen z'n Kaatje was hij nietopgewassen Was bang, dat ze hem, zooals eens ge beurd was, zyn wekelijksche twaalf stuivers zakgeld niet zou laten hou den, waarvan moeder eiken Zaterdag zei, dat 't een sch&nde was vooreen huisvader om zooveel kostelijk geld aan sigaartjes en borreltjes te ver knoeien Het zakduitje, waarmee ze haar man in bedwang hield Hein was na die scène, de deur uitgevlogen. Hij schreide als een kind Van angst èn van woede Annie had hem, toen-ie haar ver telde wat er gebeurd was, nog meer geprikkeld. De smadelijke toon, waar op ze sprak van z'n lafheid Ze hadden h&dr voor moeten hebben 't Maakte dat hij zich eiken dag voornam, ergens een eigen kamertje te hurenAl moest-ie 't nog zoo smalletjes doenEn hij hkd al ergens geïnformeerd. Maar toen was moeder stilletjes naar een van de heeren gegaan Zoodat Hein op een ochtend geroepen werd, bij meneer Georges, en die zei hem, dat „een jongen van zyn leeftijd 't best deed om bij z'n ouders in huis te wonen." De patroon kon zich, natuurlijk, verder niet met de zaak bemoeien, doch dit woü-ie Hein dan maar eventjes zeggenbedienden van zijn leeftijd, over wie de ouders zich beklagen, wenschte hij niet te hou den Hein begreep er dus alles van De jongen durfde niets antwoorden en ging weèr op zijn hooge kruk zitten pennen Maar op een ge geven oogonblik viel cr een dikke traan op z'n papier, zoodat hij het bijna volgeschreven blad weèr van voren af aan moest gaan copièeren En gaandeweg ontkiemden allerlei gevoelens van weerbarstigheid, van onwil, van zucht om zich los te rukken uit het knellend harnas van zich-moeten-scbikken, onderwerpen, in het hart van den knaap En van dat alles was de schuld het kleine, blonde, kokette vrouwtje, dat hem Donderdag-avond - het vaste avondje, dat ze samen liepen over dien ring had gesproken De jongen, die wel voor de tiende maal den ring met 't diamanten steentje opnam, werd nog rooder Durfde de juffrouw niet aankijken, toen hij iets stotterde Van in ter mijnen betalen Nü vijf gulden bij voorbeeld En dan een rijksdaalder per maand De juffrouw peinsde even. Floot toen op het mondstuk van de spreek buis. „Bent u daar, pa?... Hier is een meneer.Een jongmensch.Die vraagt of hy een ring van zestien gulden vyftig op termijnen kan be talen. De juffrouw hield op. Er werd zeker iets gevraagd. Uit bescheidenheid keerde Hein zich om.stond op heete kolen van spanning, hoe 't zou afloopen. Hoorde z'n naam en adres noemen door de spreekbuis.Toen weer tydje pauze. Telkens zei de juffrouw: „Nee.Gut-nee.Ik weet niet recht.En zoo meer. „Pa komt zelf by u", zei ze plotse ling. En daar stond een meneer met geborduurd kalotje, bril op neuspunt, pen achter oor geschoven.blijk baar nijdig dat-ie voor zoo-iets heele- maal naar beneden moest komen. Hein boog heel nederig. En de meneer van den winkel keek hem, van-boven z'n gouden bril, wantrou wend en koeltjes-minachtend aan, Observeerde 'm van top tot teen. Zei toen langzaam en grimmig: „Nee, daar komen we niet in. Dan moet u maar ergens anders uw keus zien te vinden. Hein stamelde nog wat, maar de winkelier schoof hem zachtjes de straat op.Al-maar herhalend van „Nee, dat doen wij hier niet... Alles is contant.Alles is contant." En toen hij buiten was, zag-io hoe de winkelier z'n dochter een standje stond te maken.En hoe de juffrouw hem blijkbaar weör in z'n nopjes trachtte te brengen door te lachen over dat prachtstuk van een klant Machinaal, zonder dat eene seconde de gedachte aan stelen in hem op kwam, was hy, twee dagen later gegaan naar het kan toor op de Prins Hendrikkade, waar-ie een sommetje van even over dertig moest storten. Meneer George had hem, zoodra hij op kantoor was gekomen, geroepen Hij moest direct naar de Prins Hendrikkade, daar-en-daar, met dringende bood-, schap. Een pakje overgeven. Er 1 groote haast bij 't Wachtte voor eene bestelling uit Brussel. Hein moest de tram maar even pakken Meneer woft hem geld voor een „pasje" geven Haalde z'n porte- monnaie voor den dag Daar schoot "t hem te binnen. „Ah-juist" zei hy „dan kun-je met een En hy zocht nota op Sloot geldtrommeltje open Vier-en-der- tig gulden 68 ets.. „Asjeblieft" zei meneer Georges, die 't bar-druk had „verlies het geld niet. En haast-je een beetje, 't Is nou kwart over tienen Vóór elf uur moet 't pakket weg, denk-er- om Hein dacht maar aan éón ding Morgen-avond zou-ie- Annie weèr zien Zonder ringetje zou-ie aan komen 't Was hem of z'n keel werd dichtgeschroefd. En het lachen van menschen op straat, in de tram, hinderde, ergerde hem. Als-ie ergens een paartje, gearmd en vroolijk, zag voorbijgaan, dan was-ie jaloersch op ze Had-ie den kerel, die daar zoo onbezorgd, ongehinderd met z'n meisje liep, wel kunnen trappen Toen wachtte hij op de quitantie, na de f 34,68 te hebben neèrgeteld en zijn boodschap gedaan 't Kon 'm allemaal niet schelen. Op het schrijfbureau van den meneer in het kantoor op de Prins Hendrik kade stond een dames-portretDe meneer was nog jong „Allemaal vrijen ze en trouwen ze" dacht Hein Dikkers „en ik En ik „Zeg eens, jongeling" zei de meneer „je patroon heeft zich vergist, 't Is niet vier-en-dertig, maar zes en-vijftig gulden zooveel Dat hindert nou natuurlijk niks Dat komt terecht... Maar 't is misschien voor beide par tijen makkelijker om 't niet te split sen Dat geeft maar lastHier is dus je nota En hier eene nieuwe nota Zie-je Zes-en-vijftig, drie- en-twintig. En neem dus je geld weèr meê Dan hoor ik dat later wel van meneer, hoor I De enveloppe met de f 84,80 gleed weör in z'n zak. En Hein Dikkers stond weèr in het schel-tjingelende rumoer van de groot-stad Kort geleden heb ik, - in de volle drukte van het hartje der „city" een eigenaardig „kiekje" ge nomen van 't elkailr ontmoeten van twee menschen De een was een magere, schamel- gekleede jongen, met schuwe, bangige oogen, die schichtig rondloerden Telkens als schrikkend van een be kend gezicht te ontdekken 't Was een bleeke jongen, en hij had op guren, regenaeatigen herfstdag z'n handen diep gestoken in de zijzakken van z'n verkleurde overjas. Zijn hoed had-ie over. zijn oogen getrokken Zoo sjokte hij voort Onder z'n arm hield hy een pakje papieren geklemd Blijkbaar rondbrenger van circulaires of zoo Stumper, die van ochtend tot avond rondstapt, tot z'n voeten, indeijzer- harde, grove schoenen, niet meer voortkunnen Hij ergens, in een zijstraatje, voor een cent of wat een bordje soep of kool gaat eten Om dan weör te zwerven... Wantin dit hokje, waar-ie, met eenige andere half-haveloozen, slaapt, kan-ie eerst om elf uur terecht En dan is 't zoo benauwd, zóó muf En centen om in de gelagkamer van de slaapstefi te zitten heeft-ie niet. En van den armoed zaaier, die nog worstelt tegen den Veenhuizen- tocht, motte-ze in de slaapstee niks hebben ookZoo'n „armoedzaaier", zoo'n blikken-domenee, die geen bor rel lust „Houd 'm maar in de gaten", had een van do gasten al eens gezegd tegou den waard En baas Lenting was 't volkomen eens met zulke stiekemerts mot-je oppas sen „De volgende maand" had de baas al tegen z'n vrouw gezegd „moet-ie weg. Dan komt Keesje Vier-oog vrij Dat is een andere kerel „O zoo" beaamde het wijf, en ze was bly, dat die Hein Dikkers wegging „Toch is 't een arme bliksem" zei een van de logés, die het gesprek gehoord had „laatst heeft-ie me zijn historie verteld. Hoe-ie ertoe gekomen was om voor een meid, waar-ie ver kikkerd op was, en die cadeautjes woü hebben, te stelenHij mot 'n heele nette betrekking hebben gehad... Maar as-je Hein Dikkers hoort, dan mot je toch zeggen, dat een men3ch, al wil-ie nog zoo goed. toch in rare dingsigheden kan raken... Voor-ie 't zelf weetOch, als ik u was, baas Lenting, zei-ze..." „Bemoei jy je met je eigen zaakies, vader!" voegde de waard den ander toe... „begin jij maar liever met je briefte van de vorige week..." Maar de vrouw die logé te vriend moest houden gaf den baas een knip oogje... Deze gromde nog wat... van zich bemoeien met zaken, die je..." Maar de logé beseffend dat het geraden was om „de minste te zijn. had al een ander chapiter aangeroerd... uit voorzichtigheid... den baas tevens een borrel gepresenteerd... zoodat de vrede weer hersteld was... men over Hein Dikkers.die z'n congé zou krijgen, niet meer praatte in gelagkamer van slaapsteê... Twee menschen zag ik - in het hartje van de „city", opdruk middag uur, - die -elkaar rakelings voorbij gingen. De een was do voortsjokkende, half havelooze zwerver... En de andere was eene dame, met hoed van gigan- tesken omvang. Bij elke schrede wuifden de groote, witte veèrenzoo dat men de dame op verren afstand kon zien naderen... Een glinsterende ketting rikketikte op haar boezem. De mantel, dien zy droeg, was bezet met sierlijken bontrand. Haar robe ruischte met het frou-frou van kostelijke stof, in zwierige plooien omschuivend haar kleine, slanke fi guur, over het trottoir. En aan een koordje had de elegante, die door een muur van zwoel parfum werd omgeven, eon snoezig hondje, beestje met pootjes als lucifers en angstige kraaloogjes in het smal- spitsige snuitje... De menschen keken naar het doddige beestje. De heeren hadden meer attentie voor de elegant- geparfumeerde. En soms wierp zij lonkoogjes naar iemandspeelde er, heel eventjes, 'n glimlachje van o-ben- jy-'t over haar gelaat, waarvan de lijnen wegdoezelden onder laagje poudre-de-riz... Die twee ontmoetten eikair. Ik zag, hoe op het vale hongergezicht van den jongen, die wegens diefstal eenige maanden in de gevangenis had ge zeten, de schrik over 't weerzien een vale, grauwe tint verspreidde... Hoe er iets leven ging in de matte, inge zonken, krachtelooze oogen... Iets van verdriet... En van nog andere aan doeningen... Ook zag ik trekje walgende min achting grijnzen om het fijne wip neusje der elegant-geparfumeerde... Die deed of ze den schooier niet her kende... Die, - iets haastiger, leek me zoo, voorttrippelde... De groote witte veêren wuifden statig-rythmisch: En het hondje van de lucifers pootjes trippelde meê... De half-havelooze, die aan het eind der maaDd door baas Lenting op straat zou worden gezet, had even omgekeken... Toen boog hij 't hootd wat dieper, klemde de circulaires, die hij moest rondbrengen, wat-vaster onder den arm. En sjokte - terwijl de plompe schoenen in de modder plasten, - weêr voort in de volte, wriemelend, om den man van het jonge, al-ge broken leven... Maïtre Corbeao.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 4