HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Aardrijkskunde Het Eiland Texel Rugpijn. No. 4320 ZATERDAG 6 JUNI 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ci, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37* 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25®/o hooger berekend. Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2* cent Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Dinsdagmiddag. BINNENLAND. Door een carbid-lantaarn. Woensdagavond zag de 23 jarige koperslager L. IJdo, te Vlaardingen, een carbid lantaai n na. Opeens sprong de lantaarn uiteen, waardoor IJ. zoo danig aan het hoofd werd getroffen, dat hij bijna onmiddellijk dood was. Overleden. De man die iu de Oliefabriek „De Schie" te Schiedam Dinsdagavond iu brand geraakte, is Donderdag in het Stadsziekenhuis aldaar overleden. Op zijn vader geschoten. De stratenmaker A. Ensink, te Coevorden, kwam Maandagavond niet geheel nuchter thuis, waardoor twist tUBSChen hem en zijn vrouw ontstond, die niet bij woorden bleef. De bijna 19-jarige zoon, die tusschenbeide wilde treden, kreeg het toen met zijn vader te kwaad. Hij ontstak hierover zoo in woede, dat h(j een revolver nam, op zijn vader vuurde en hem dwars door het lichaam schoot, waardoor, zooals later bleek, een levensgevaar lijke wonde aan een der longen is ontstaan. De zoon, een oppassende jongen, spoedig beseffende welke misdaad hij had begaan, ging zelf naar een ge neeskundige onder den uitroep: „Ik heb mijn vader vermoord." De politie bracht hem gevankelijk naar Assen. De toestand van den getroffene is zeer zorgelijk. (Zw. Grt.) Elspeat. Men schrijft aan de N. Rott. Ct. Even buiten Elspeet, het vriende lijke dorpje op de Overveluwe, ligt het zeer schoone Elspeoterbosch aan den grintweg over den Hoogen Duuvel naar Apeldoorn. In deze maand zal er omtrent dit boach een belangrijke beslissing ge nomen worden door de aandeelhouders. Sinds eenige jaren is het bestuur van deze vennootschap in onderhan deling met Z. K. H. den Prins over den verkoop van het geheele bosch. Aangezien echter volgensde statuten geen besluit tot verkoop kan plaats hebben dan met algemeene stemmen, on enkele aandeelhouders, waaronder de kerkbesturen en diaconieën van Elspeet en Garderen, zich tegen den verkoop verzetten, is in een in Februari IJ. gehouden vergadering besloten om tot statutenwijziging over te gaan, door welke wijziging bepaald werd, dat verkoop kan geschieden, indien s/s der uitgebrachte stemmen zich daarvóór verklaart. Op deze wijziging is de koninklijke goedkeuring verkregen. De voorstanders van dezen verkoop meenden het nu gewonnen te hebben zij hadden de overtuiging èn in 't belang van aandeelhouders èn in dat van de Elspeeters te handelen, indien z(j het bosch aan den Prins konden verkoopen. De aandeelen toch, 54 in getal, ieder groot f3000, gaven in de laatste jaren een dividend van slechts f30 k f35, dus 1 pet., en werden in den laatsten tijd verhandeld voor pl.m. f1700. De Prins heeft thans een bod ge daan van f3000 per aandeel of f162,000 voor het gehe6le bosch. Daarbij zou men de zekerheid ver krijgen, dat het niet gesloopt zou worden, terwijl de toezegging werd gedaan, dat wandelaars niet geweerd zouden worden. Van groot belang voor de ingezeteiien is de boschbessenpluk en verkoop, waarmede velen een aardigen duit verdienen, die na sloo ping van het bosch verloren zou gaan. De aandeelhouders in Elspeet zagen hun voordeel in, en zouden zich niet meer tegen dezen verkoop verzetten... totdat er plotseling een kink in den kabel kwam uit Garderen, welker van door P. DEUZEMAN, Hoofd der School te De Cocksdorp op Texel en Leenuir Middelbaar Onderwas in Aardrijkskunde. In 1914 herzien door: J. Daalder Dz. en W. Mets Tz. 8) De teelt van bloembollen heeft met succes plaats en neemt van jaar tot jaar in beteekenis toe. De geaardheid van den bodem schijnt daarvoor gun stig te zijn. Hiermede zijn niet alle planten vermeld, maar slechts enkele van de meest voorkomende. HOOFDSTUK X. Het Dierenrijk. Het dierenrijk is (van wege het voedselj afhankelijk van de planten. Met betrekking tot den mensch kan men de dieren verdoelen in tamme en wilde. De eerste zijn getemd en tot gemak, nuten voordeel van den bewoner bestemd. Van deze zullen wij verder weinig gewag maken, omdat de tamme of huisdieren (schapen, rundvee, paarden, Diaconie er steeds tegen was geweest. Deze, thans aan het wankelen ge bracht, hoe te moeten handelen, als het meest in haar belang, doch vol gens haar reglement geen onroerend goed mogende verkoopen, zonder dat dit eerst geschat is, en zonder welke schatting het klassicaal bestuur tot verkoop geen toestemming geeft, liet dezer dagen door drie deskundigen hef bosch taxeeren. Deze schatters kwamen tot het verrassend resultaat, dat het bosch een waarde had, niet van f 162,000, doch van f 247,350 (buiten de jaar- lijksche jachtpacht van f 500). De hooge hoornen, die in het bosch staan, werden o.a. geschat op f 140,000; de dennen op f18,000; het akker maalshout op f 55,000, terwijl de heide en de ondergrond van de hoogo boomen werd gewaardeerd op flOOperH.A., zijnde 280 H.A. - f 28,000. Hoewel enkele bestuursleden en ook de opperhoutvester van H. M. de Koningin deze taxatie bespottelijk hoog vonden, werkte deze taxatie toch als een knuppel in een hoeder- hok, en de meeste voorstanders van den verkoop aan den Prins werden daardoor besliste tegenstanders; zelfs een deel der bestuursleden veranderde van koers. Waar de Prins enkele maanden geleden nog de z.g. „Elspeeter Strui ken" van de gemeente Ermelo had aangekocht voor f 325 per H.A., (zijnde slechts heide met opslag), zoo rede neerde men, was een bod van f162,000 voor eeh bosch van 500 H.A. waarop, al een waarde aan hooge boomeri staat van f 140,000, veel te laag. Het voorstel van het bestuur, om op het bod van den Prins in te gaan, werd dan ook in de verleden week gehouden vergadering afgestemd, doch besloten, Z. K. H. alsnog inde gelegenheid te stellen het bosch te koopen voor f242,000 zijnde f4500 per aandeel. Ook was men genegen, zoo zeker was het nieerendeel van de aandeel houders van de zaak, den Prins het bosch af te staan tegen een prijs, vast te stellen door beëedigdc taxa teurs, van weerszijden te benoemen. Mocht Z. K. IJ. op het eeneofhet andere voorstel niet willen ingaan, dan zal in eene deze maand te houden vergadering het besluit vallen om het Elspeeter bosch in publieke veiling te brengen. Er bestaat dus mogelijkheid, dat het prachtige natuurbosch onder sloopers handen zal komen. Met spanning wordt hier de toe komst afgewacht. Amsterdamsche Volksuitdrukkingen. In „De Telegraaf" publiceert de heer J. Wolthuis een interessant ar tikel over Amsterdamsche volksuit drukkingen. Wij vinden er het thans verouderde, algemeen bekende woord ..aapje" voor huurkoetsier, ook het woord „besteedster" voor eene groote groen- of roodzijden parapluie. In Leiden heet zoo'n meubel vroegpreek, in Engeland go-to-the-meeting. Een morgenster is een vodden raper; hij draagt dien naam, omdat hij vaak voor dag en dauw op buit uitgaat; hij wordt ook water lan sier genoemd, omdat hij met een langen stok in den vorm van een lans de vodden uit de grachten ophaalt. Een minder vereerende volksnaam is s t r a f f e-t o e r d e r. Hortsik beteekentpaardenslager, ook paardevleesch. Tegen iemand, die geen oogenblik stilstaat of stilzit, zegt men: heb je hortsik gegeten? Hort sik! is de uitroep waarmede de voerman zijn paard doet voortgaan, en het woord is overgegaan op den slager zoowel als op het vleesch. Men weet, dat paardevleesch nog steeds niet hoog staat in de schatting van het volk. Hetzelfde is het geval met nuchter kalfsvleeschte Amsterdam wordt do leeftijd tusschen mal en dwaas dan ook aangeduid door nuchtere blö, eigenlijk vleesch van een nuchter kalf. Een koude bakker is te Am sterdam iemand die zelf niet bakt, maar overgeschoten waren uit bak kerswinkels (b.v. raasbroodjes, geraspte broodjes) in zijn winkel ver etc.) door ons genoemd worden bij de behandeling der middelen van bestaan. Wij bepalen ons derhalve in hoofdzaak tot de in het wild levende dieren. Van de orde der bandvleugelige zoogdieren treffen we op Texel de gewone vleermuis aan, die men in het warme seizoen, vooral tijdens de schemering, kan zien rondfladderen. De rob, die aan de kust en op de zandbanken in de nabijheid van het eiland voorkomt, behoort tot de orde der vinvoetige dieren en wordt ver volgd om de huid en het spek, waar] van traan verkregen wordt en ook om de Rijkspremie (f8.— voor een gedood wijfje, f 2,50 voor een mannetje). Op de Vliehors komt dit dier zoo veel vuldig voor, dat men geheele troepen, van het Texelsche strand af, kan zien liggen. De eenhoevige (paarden, ezels) komen als tamme dieren voor; het zelfde geldt van de tweehoevige (koeien, schapen, geiten,) alsmede van de veelhoevige of dikhuidige, waartoe het op Texel vrij talrijk voorkomende zwijn behoort. Van de insectenetende roofdieren treft men op Texel de spitsmuizen en de egels aan. De verspreiding dezer dieren pleit voor de omstandigheid, dat Texel voorheen met den vasten wal verbonden was. Van de insecten eters ontbreekt de mol, waarover elders gehandeld wordt. De knaagdieren zijn beter vertegenwoordigd. Men koopt, een kraai is de Amster damsche naam voor aanspreker (Fr. corbeau), waarvoor men ook dooienverklikker zegt, en enkel malen A c h i 11 e s, naar den held van Homerus' „Ilias", ook ge noemd de snelvoetige. Aan hun snel loopen ontleenen de aansprekers den naamvgl. zweeten als een aanspreker). Eindelijk heet een heerenknecht naar de kleur van zijn livrei, m o ste r dj o n g e n. Iemand die zich druk maakt over kleinigheden heet een kanebrajer. Een kaantje is een uitgebraden stukje vet, dus iels van weinig beteekenis. Maar voor sommigen is het iets lek kers. vandaar de soldaten uitdrukking een kaantje snappen, een buitenkansje hebben. Hieronder volgen nog eenige ty- peerende termenlaveloos (smoor dronken), kachel (aangeschoten), hup pelwater, slingerolie (sterke drank), schutter (half glas bier of sterke drank), werkelooze (groote borrel voor 5 cent), katteborrel (glas melk uit een melkinrichting, kattekroeg), bak leut (kopje koffie), chocoladewagen (ge vangen wagentreiter-chocolade (water en melk in de gevangenis), enzoovoort. De lof van het adverteeren. De schrijver van „Van Dag tot Dag" in het Handelsblad heeft het ditmaal over adverteeren. Wij ont leenen aan dat artikel het volgende Onlangs overleed de heer Barratt, directeur van de naamlooze vennoot schap Pears. Hij liet een groot ver mogen na. Zijn firma had hij tot zeldzamen bloei gebracht door alge meen bekend te maken in de geheele wereld dat Pears-zeep uitmuntend is. Alle dagbladen hebben uitvoerige levensschetsen van hem gegeven, welke belangwekkend zijn voor in- dustrieelen en winkeliers. Zijn grondregel was, dat wie een werkelijk goed artikel voortbrengt, zijn eersten plicht vervuld heeft. Zijn tweede plicht is het bekend te maken, dat zulk een goed artikel bestaat. Hy was de Napoleon der adver teerders en besteedde meer dan 36 millioen gulden aan het adverteeren van de zeep van zijn flrma. Geen geld brengt meer op, verklaarde hij in een van zyn jaaroverzichten, dan dat besteed aan adverteeren, aan doelmatig bekend maken van de goede waar welke men leveren kan. Men moet dus bij het publiek de be geerte wekken om zulke waar te koopen. Deze stelregel zou men dus in het Hollandsch kunnen uitdrukken: adverteeren moei leeren begeer en. „Maar wie betaalde ten slotte die 36 millioen gulden atfn advertenties?" 'werd hem gevraagd. „Dit zijn immers de koopers van uw zeep." „Uw „immers" is zoo onjuist mogelijk," was het antwoord. „De kosten van het adverteeren worden gedragen door uw concurrenten, die niet adverteeren, want de adverteer der ziet zijn omzet steeds grooter worden en ontneemt dus klanten aan de niet adverteerders." Door het adverteeren wordt een kleine zaak, die goede waar levert, steeds grooter, waardoor ze in staat is ook steeds beter en goedkooper het publiek te bedienen. Wie adver teei t dient het publiek. De zaak, die dus den toeloop verkreeg, centrali seert verspreide krachten en werkt zuiniger. De geheele kosten van adverteeren zijn klein in vergelijking van wat de groote adverteerende zaak bespaart in vracht, productie kosten, personeel, inkoop in het groot, enz. enz. Een betrekkelijk nieuwe zaak als Selfridge in Londen, die grooten voorspoed won door haar grandioos adverteeren, heeft een om zet even groot als die van 200 tot 500 niet-adverteerende modewinkels, maar werkt met slechts één staf, één inrichting, één directeur. De omzet van goederen kost pondsge wijze een tiende minder dan die van de kleiDe zaak. Alles gaat in het groot, adverteeren, inkoopen en toe neming van het bedrag der gedane denke slechts aan de muizen (huis- en veldmuizen), ratten, hazen en konijnen. De hazen, maar vooral de konijnen, leven veelvuldig in het duinlandschap. Zij pleiten al mede voor bet feit, dat Texel afgescheurd land is, daar deze dieren geen breed of diep water (Wad den, Marsdiep) overzwemmen. Tus schen de hofstede „Sir Robert Peel" in Eierland en de daar ten noorden van gelegen duinen vindt men lage heu veis, die een duinlandschap in 't klein vor men, waar zich dikwijls eene verbazen de menigte konijnen bevinden. Die dieren bénadeelen zeer het landbouwbedrijf. Des winters, na het vallen van sneeuw, maakt men druk jacht op konijnen (kneppelen of knup pelen en lichtbakken). Van de klasse der vogels trefFen we aan: 1. de hoenderachtige (kippen, dui ven.) 2. de steltloopers (kievit, ooievaar, reiger, tureluur, kluit, strandloopcr, houtsnip.) 8. de zwemvogels (meeuwen in soorten, eenden, ganzen, zwanen, koetensmien tenbergeendduikers) 4. klim vogels (koekoek.) 5. roofvogels (torenvalk, sperwer, velduil.) Deze vogel heeft kans door <le sterke ver volging uit testerven. Dit zou zeer Jammer «jn, daar b(J «eu sieraad van het duinlandschap is. zaken. Door samensmelten van zaken wint het publiek. Hoe dit komt wordt uitgelegd in een bock, dat pas is uitgekomen en geschreven is door E. S. Hole en John Hart. Het heeft tot titel Advertising and Progress en kost 5 shilling. Het toont aan, dat het geheim van de groote macht van eerlijk adverteeren dit is, dat zo niet afhangt van de enkele verkoopen, welke de advertentie on middellijk teweeg brengt. De adver tentie heeft een groeienden, een accu- muleerenden invloed. Want vrijwillige inkoopen volgen later van denzelfden kooper, als het artikel goed is, en de verkooper geniet dus de voortdurende aanbeveling, welke de tevreden kooper geeft aan al zijn vrienden, die hem het artikel zien gebruiken of van hem er van hooren. Neemt b.v. Pears soap. De scherpzinnige man, die het in het groot adverteeren het aanzien gaf, maakte de zeep bekend twintig jaar geleden. En sinds zijn er duizen den huizen alom in de wereld, waar geregeld die zeep gebruikt wordt, altyd nog als gevolg van die eerste advertentie, welke, telkens weer, in herinnering wordt gebracht. Men moet het pubiek toch. niet in de ge legenheid stellen te vergeten. Hygiënische fabriek van Verduurzaamde Levensmiddelen Amsterdam. Proef mijn groenten, 't zijn de fijnste, Uit den rijkdom van ons land. Rein vooral zijn zij behandeld, Alle zorg ging hand aan hand. Laat mijn vruchten ook ontbieden, leder vindt ze delicaat. IVIijne jams en mijn geleien, Eerste klas is 't fabrikaat. Neem mijn vruchtensappen en mijn Tafelzuren op Uw disch, Onvervalscht, ais alles is. BUITENLAND. Spionage. De spionnenvrees neemt werkelijk ziekelijke afmetingen aan. Er gaat nu haast geen dag voorbij of men hoort van menschen, die in Duïtsch- land of Frankrijk of Rusland onder verdenking van spionage worden ge arresteerd. Maar in Engeland is het al niet beter. Dat ondervond dezer dagen een Engelsch predikant, die op een vdcantieuitstapje verdwaald was en door een politieagent werd gear resteerd, omdat die hem hield voor een buitenlandsch spion, al moest hij erkennen dat de verdachte voor een vreemdeling al bijzonder goed Engelsch sprak. De argwaan van den agent was gewekt omdat de verdwaalde reiziger nauwkeurig rondspeurde naar eenige aanwijzing, die hem op het goede pad kon brengen. Iemand die zoo spiedend rondloopt moest natuur lijk een spion zjjn! Het wordt langzamerhand gevaarlijk om uitstapjes te maken, indien men niet dadelijk voldoende identiteitsbe wijzen bdj zich heeft. Wraakneming? Gauzy, wel bekend uit het proces der auto-bandieten (hy stond terecht wegens medeplichtigheid aan den door Bonnot in zijn huis gepleegden moord op den directeur van den veiligheids dienst Gouin) is onder geheimzinnige omstandigheden, waarover hijzelf zich niet wil uitlaten, zwaar door een revolverschot in den buik gewond. Mea vermoedt te doen te hebben met een wraakneming van anarchisten, die de komst van de politie in zijn huis juist toen Bonnot er was, altijd verdacht gevonden hebben. Zijn toe stand is zeer ernstig. Omtrent de daders heeft men nagenoeg geen aanwijzin gen. De „Kartenaer" voor Tamplco. Men schrijft aan het Handelsblad: Het type van een ouden snoeper Wie had dat ooit durven droomen, dat de oude krijgshaftige „Kortenaer" nog eens de mooiste vrouwen en meisjes zou herbergen I Ongeloofelyk Het is alleen maar jammer, dat zjjn twee vrindjes „Piet Hein" en „Evert- sen" het niet meer beleefd hebben, want wat zouden die jaloersch zijn. Op zyn ouden dag ontsnapt hij tel kens aan de bijl van den beuleerst dat onverwachte snoepreisje naar den Levant en nu waarachtig, weer even plotseling, hals over kop, Daar de West nog westelijker dan onze West - far West naar Mexico - om daar met zijn overoude kanonnen wat ontzag in te boezemen voor onze mooie Hollandsche vlag en om de Hollandsche kolonie daar te bescher men. Daar is hy nog best toe in staat en hij lijkt zelfs nog lang de kwaadste niet vaD de vreemde scheepjes, die op de Panuco rivier ten anker liggen." Zoo hoorde ik één der zeeofficieren vertellen aan een clubje dames onzer kolonie, die nu sedert een paar dagen veilig onderdak heeft gevonden aan boord van het pantserschip „Korte naer", en hij vervolgde: „Vooral onze hooge schoorsteen maakt altijd een overweldigenden indruk, zoo zelfs, dat een officier van piket van een vreemd oorlogsschip hier eens oneerbiediglyk beweerde, sprekende over ons trotsche zee kasteel „I did not see a ship, I only saw a funnell" (Ik zag geen schip, ik zag niets dan een schoorsteen). En duidende op een klein gebrild pedant heertje, dat nog al eens het lijdende voorwerp was van de grap pen der anderen, ging hij door: ,Gisteren heb ik hèm nog wijs ge maakt, dat het een groot kanon was, om op luchtschepen te schieten, en hij geloofde het gaarne." Die Hollandsche zeeofficieren zyn toch maar bijzonder aardige men schen. Ze getroosten zich de grootste opofferingen om het den vluchte lingen aangenaam te maken op hun schip en bewaren ondanks tallooze ontberingen en opofferingen een be wonderenswaardige opgewektheid en dragen al hot mogelijke bij tot de gezelligheid. Een hunner heeft me eens wat van de reis van dit schip verteld. In plaats van een oefeningsreisje te maken naar de Middellandsche Zee, dat een ieder deed droomen van het Carnaval te Nice en van een „bataille des fleurs", stoomden ze al, voordat ze nog uit dien zoeten sluimer ontwaakt waren, naar Madeira om daar hun kolenhonger te stillen. In dat heerlijke oord bleven ze al even kort als op het kale negereiland Sint Vincent. Van Kaap Verde staken ze over naar de West, met een heerlijken passaatwind in den rug, die het allen deed betreuren, dat men geen zeilen op dat oude krijgsschip kon hijschen. Via Santa Lucia werd Cura^ao be reikt, waar men met vreugde de Hollandsche vlaggen begroette, die woeien van de beide forten, welke de prachtige natuurlijke haven van onze kolonie beschermen. Groote vreugde ook daar, nu er weer een Hollandsch oorlogsschip was. Men bleef daar juist lang genoeg om de noodige vaar- en schietoefe ningen in de buurt van het eiland te houden, en om op die kolonie wat in to burgeren. Juist op een Zaterdag avond kwam het verwachte telegram uit Holland met de order zoo spoedig mogelijk naar Tampico te vertrekken. Zondagsmorgens vroeg werd vlug het schip vol kolen gegooid en, ter wijl vele Cura^aosche schoonen nog droomden van tennisspelen, van een picnic, van zeilen en van dansen met de zeeofficieren, stoomde de Kortenaer" al volle kracht weg met de krijgshaftigste bedoelingen. Een week lang werd gevaren, zonder dat er iets anders gezien werd dan lucht en water, met wat sterren 's nachts en wat vliegende visschen overdag. Eindelijk werd op een Maandag nacht de reede van Tampico bereikt 6. zangvogels (musch, vink,leeuwe rik, lyaters, gele kwikstaart, spreeuw, kraai, zwaluw, winter koninkje, enz.) "De lystervangst geschiedt des na- jaars en levert menigeen een aardig voordeeltje op. Die vangst geschiedt door middel van strikken van paarden haar en lijsterbessen, die men tusschen de takken van het lage geboomte spant, doch mag weldra niet meer .plaats hebben. Texel mag met recht een vogel paradijs heeten. In de Roggesloot(binnendijks) vangt men bot, aal en paling. Debotsoort, hier aanwezig, is niet alleen groot van stuk, maar ook fijn van smaak. Naar men zegt werd de baars oor spronkelijk op Texel niet aangetroffen, doch is die inde laatste helft der vorige eeuw van den vasten wal ingevoerd. In Waal-en-Burg vangt men dikwijls snoeken van groote afmetingen. In de Aalloop werd voorheen veel aal en paling gevangen. (Zie hoofd stuk „Duinen".) De zoo om Texel levert veel visch (schelvisch, tong, Zuiderzee-bot en ansjovis.) De visch wordt van Texel zoo spoedig naar den vasten wal verzonden evenalsi haztra en konijnen, lijsters enz. De verzendi Dg geschiedt vooral naar Parijs en BeJgië. We q aderetp totdekruipendedieren. en dadelijk werd druk geseind met de „Connecticut", een Amerikaansche dreadnought, die daar ter anker lag. De eerste opwekkende berichten spraken niet alleen van oorlog, moord en brand, maar bovendien van typhus, pokken, malaria, besmet rivierwater, e.d. Toen ze met het aanbreken van den dag die geweldige slagschepen zagen liggen, werd besloten maar zoo vlug mogelijk het auker te lichten en de rivier op te stoomen, omdat de heele Kortenaer" anders misschien nog aangezien zou worden voor een stoomsloep van één van die reuzen- schepen. Hoe aardig mij dat varen ook lijkt, met zoo'n paar honderd Hollanders bij elkaar gestopt op zoo'n scheepje, alleen op den Oceaan, toch begrijp ik niet goed hoe onze zee officieren nog met opgewektheid en ijver hun dienst kunnen blijven doen, op schepen, die feitelijk onwaardig zijn de Hollandsche vlag te voeren, en die zelfs ons leeken de overtuiging geven, dat ze voor hun eigenlijke bestemming van vechtschepen abso luut ongeschikt zijn. En dat alles, terwijl andere kleine natiën krachtige vloten bouwen, ook al hebben zij bij lange na niet zoo groote koloniale schatten te verdedigen als wij. Hol land teert op zijn roemrijk verleden en gaat onverzorgd de toekomst tegemoet, terwijl die andere landen hun eigen toekomst stichten, beves tigen en beveiligen. Ik geloof dan ook dat het eenige, wat de energie en animo onzer zeelui voor ondergang bewaart, de hoop is, dat het vaderland uit zyn fataien doodensluap zal ontwaken, de hoop op een keerpunt, op een opleving. Dat wensch ik met hen! „Als ik nog eens als Hollander op de wereld kom, dan word ik vluch teling", hoorde ik gisteren een matroos tegen zijn maat opmerken en ik kan hem geen ongelijk geven. Terwijl andere vreemdelingen-kolonies maar gemakshalve op handelsstoomers bij elkaar werden gestuwd, zyn wij hier met de meeste zorg gehuisvesten heeft men de beste plekjes van het schip aan ons gegeven. Zoo hebben alle officieren, met hunne spreekwoorde lijke hoffelijkheid, hunne hutten en kooien met toebehooren welwillend afgestaan aan de dames en men moet niet vragen waar ze nu zelf hun zoo welverdiende nachtrust moeten zoeken. Zoo hebben ze kans gezien een zeventigtal vluchtelingen te bergen, Hollanders, Denen en Mexicanen en men hoort dan ook gewoonlijk daar achter op de campagne in zes talen tegelijk converseeren. Een eigenaardigheid van onze Hollandsche kolonie is, dat een be langrijk deel, speciaal het schoonere element, alleen Spaansch spreekt en verstaat, wat vooral voor enkele jon gere officieren goede aanleiding was, om met beleefden ijver Spaansch te studeeren, „voor 30 cent in 80 dagen zonder leermeester" (de bekende metbode Servaas de Bruynen met de meest verrassende uitkomsten soms. Een dezer heeren vroeg me van morgen of ik het laatste „Onder de Streepje" had gelezen in de „Couranto Mexicano". Daarin werd verteld van een samenspraak tusschen twee „Rebellos" bij het passeeren van ons schip lste rebel: „Hoor ik daar geen kindergeschrei 2de rebel: „Welzeker, dat is de Korenaer De t uit den naam van onzen zee held is nl. in den loop der jaren door de haaien weggesnoept. Die naam- quaestie heeft trouwens al meer moeilijkheden veroorzaakt en ons scheepje heeft zelfs al eens te boek geloopen als de „Je maintiendrai". Maar dat bedoelde kindergeschrei kan werkelijk overweldigend zyn, vooral in de vroegste morgenuren, en het lijkt dan wel of, zoodra er een begint, alle anderen uit de ver schillende hutten, als vroege hanen, het eerste gekraai wenachen te be antwoorden. Maar och, je weet nooit waar ze nog kunnen dienen. Een der grootste moeilijkheden is nl. al die menschen te voeden, nu in deze benarde tijden irt Tampico bijna niets te verkrijgen is. Daarom zijn allerlei extra voorraden meegenomen. Zoo is er een enorme boeveelheid steenkolen aan dek opgestapeld om niet plotseling zonder brandstof te zijn, d.i. zonder beweging, vermogen en licht en zonder drinkwater en zoo is er ook voel levend vleesch aan boord ge bracht als noodvoorraad, nl. een mooi jong hertje, een aantal zwarte big- tjes, een heele troep kippen on dan, ja, dan die zwerm kleine kindertjes. In de avonduren daarentegen klin ken van ons schip soms de schoonste zangen over de Mexicaansche wateren. Teere vrouwenstemmen en snaren- getokkel trillen dan door de luchten die anders vervuld zijn van het ge bulder der kanonnen en het geknetter van geweervuur. Want de olie-oorlog wordt nog eeds vol animo gevoerd, en reeds dagenlang staat een man, nu eens hier, dan weer daar, achter een kastje op pooten aan den zwengel tc draaien. Hy heeftal veel moois opgenomen, het wordt een prachtfilm. Kerels met puntige breedgerande sombrero's op en geheel behangen met patronen- bandelieren, geweren en slagzwaar den vrouwen in manskieeren, ook tot de tandjes gewapendvreemde lingen, op de Mexicaansche petro leumlucht afgekomen, nu vluchtende met kisten en koffers bestormingen van de federale schansen onder liet granaat vuur der oorlogsschepen straatgevechten met veel gewonde soldaten en stervende paarden over volle, slecht, ingerichte hospitalen koppen van generaalsdronken over win naara... 7e hooren den explicateur reeds. Zeker zal zijn publiek weldra, op een gemakkelijken zetel voor een luttelen prijs op deze klare en simpele wijs den Mexicaanschen oorlog tot in de fijnste bijzonderheden kunnen genie ten. Ofschoon de slangen niet voorkomen, vindt men wel de pad, den kikvorsch en de salamander. Het laatste diertje wordt vooral in de duinstreek gevon den, de kikvorsch in alle slooten. Van de lagere diersoorten noemen wij de bijen, de mieren, de gewone huisvlieg en de muggen. De vliegen komen, evenals de lijsters, door middel van een ooste lijken wind, in groote menigte uit de provincie Friesland naar hier. Zü komen meestal bij groote zwermen, plotseling opdagen. Van de roofdieren wordt de hermelijn in 't wild aange troffen. Als dit dier in de gelegenheid is, brengt het nachtelijke bezoeken aan de kippehokken tot groote schade der eigenaars. HOOFDSTUK XI. Texel en de Mollen. Hem, die met onbevangen blik rond ziet en een weinig aan de aardrijks kunde heeft gedaan, is het bekend, dat eilanden gewoonlijk armer zijn aan planten en dieren, dan het nabij gelegen vasteland of continent. Dit is dan ook met Texel het geval. De oorzaken van dit verschijnsel zijn: a. dat op de eilanden, door de beperkte ruimte of wegens gebrek of afwezighoid van plan ten, die tot voedsel aan bepaalde LUCHTVAART. Doodenlljst van aviateurs. Londen, 4 Juni. Twee luitenants ter e zijn bij het vliegen bij Southamp- ton in zee gevallen en verdronken. Ingezonden Mededeeling. Rugpijn is een verschijnsel, hetwelk niet verwaarloosd dient te worden, want meestentijds duidt het aan, dat de nieren (welke onder het smalle gedeelte van den rug zijn gelegen) aangetast zijn of bedreigd worden. De pijn kan licht, vaag, dof, onop houdelijk of met tusschenpoozen op treden, zij kan van betrekkelijk wei nig hinder, een gevoel van zwaarte, stekend of snijdend zyn, zoodat buk ken haast ondoenlijk is. Zelfs wanneer zij het gevolg is van een gevatte koude, een slagi of val mag zij niet verwaarloosd worden. Bij hen, die aan gewrichtspijnen lijden, is z(j een waarschuwend verschijnsel, de vooi loopster van rheumatiek, jicht, zenuwpijnen, heupjicht, in het kort zij wijst op lichamelijke verwoesting door urinezuur. Andere gevolgen kun nen zyn nier- of blaasontsteking, uremie (urinezuurvergiftiging), water zucht, niersteen. Foster's Rugpijn Nieren Pillen ge nezen de rugpijn, omdat zij haar aantasten in haar werkelyken oor sprong: de nieren. Zij herstellen de nieren, wanneer deze verzwakt of aangedaan zijn, zij lossen op uitste kende wyze het urinezuur op en voor komen dientengevolge tal van ge vaarlijke ziekten. Te Den Helder verkrijgbaar by de Fa. De Bie - Biersteker, Keizerstr. 93. Toezonding geschiedt fr. na ontv. van postwissel ii f 1.75 voor één, of f 10. voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, wei gert elke doos, dio niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (47) diersoorten dienen, de noodige levensvoorwaarden ontbreken. Zoo heeft men op Texel hazen, op Vlieland niet. Naar men zegt heeft men deze dieren op dit laatste eiland ingevoerd, ton ge tale van 4 paar, doch zonder ge volg, waarschijnlijk dooi dien op Vlieland, dat bijna geheel uit duin bestaat, geen bladplanten (gras, kool) genoeg voorkomen tot on derhoud der hazen. b. dat zeeën, bergen, woestij nen enz. de verspreiding van planten en duinen belemmeren. Wat Texel betreft, hebben we hier alleen met de zee te maken, die vooral voor de op het land levende dieren een hinderpaal voor ongestoorde of onbelemmer de verspreiding is. Hoe meer afgelegen een eiland is, des te minder dier- en planten soorten het heeft. Van de 22 kruipende dieren van België worden er slechts 11 in Engeland en 5 in Ierland aangetroffen. Ierland heeft geen eekhorens, geen veldmuizen, geen mollen, geen slangen, Engeland daaren tegen wel en hieruit maakt men de gevolgtrekking, dat Ierland eerder van het vaste land van Europa is afgescheiden dan Engeland. Bepalen wij ons nu met het oog op Texel een oogenblik tot den mol. In verband met hetgeen hierboven gezegd is, moet het geen verwondering baren, dat op Texel sommige dieren, aan den vasten wal eigen, ontbreken, alleen omdat het een eiland is. Dit is dan ook metden mol het geval. Nu wordt door sommigen beweerd, dat Texel nimmer met den vasten wal verbonden was en dat dit de reden zou zijn voor het ontbreken der mollen. Dit is echter eene grove dwaling. De wetenschap (vooral de zoölogische geografie) w(jst duidelijk aan, dat iedere dier- en plantensoort haar eigen scheppingsgebied heeft, m.a.w. planten en dieren zijn in zekere centra geschapen en hebben zich van daar naar elders verspreid tot zoover geen onoverkomelijke hinderpalen in den weg kwamen. Zoo is Zuid-Amerika het vaderland van de lama, Arabië van de paarden, Walachlje van de granen. Van uit die centra geschiedde de verspreiding naar elders. In die landen was de oorspronkelijke scbeppingsplaats. Stel nu b.v. eens, dat de plaats, waar de mol geschapen werd, te zooken is in Oostenrijk-Hongarije. Ik noem dit land opzettelijk, omdat het vrij wel midden in Europa ligt en de mol in dit werelddeel vrij algemeen (behalve op Ierland, Texel en andere eilanden) verspreid is. ,rórdt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1