HELDERSCHECOURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4322 DONDERDAG 11 JUNI 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 374 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 24 cent Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Zaterdagmiddag. Vertrek en aankomst der treinen. VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM. Vortrek Aankomst 5.15 's Maand, en daags na feestd. 7.40 6.26 op Zon- en Feest<1. niet 9.10 6.59 op Zon- en feestd. t. Alkmaar 8.06 J) 7.40 sneltrein 9.10 7.48 Donderd. tot Schagen 8.46 -) 9.0211.37 11.552.2J 1.48 op Zon- en Feestd. mot 4.35 4.10 gedeolteltik sneltrein 6.03 7.40 sneltrein 9.17 8.3210.54 VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER. Vertrek Aankomst 4.44 alleen Donderdags 7.34 6.04 op Zon- en Feestd. niet S.35 8.12 snoltrein 9.87 9.— Zond.,nlloen vanaf Alkmaar 10.07 9.4411.47 12.543.26 3.386.07 5.257.32 9.05 snoltrein 10.35 10.06 nlloon van al'Alkmaar 11.14 10.47 op Zon- en reestdagen 12.54 te Alkmaar. 3) to Scliagen. STOOMBOOTDIENSTEN. Helder-Amsterdam (Gebr. Zur MUhlen). Van Helder 'smorg. 7.15 en 'sav. 11 uur A'dam 9.15 „'sm. 4 Helder-Texel (T.E.S.O.). Van Helder 'smorg. 5.15,9.15') en 'smidd.12 15,4.15 en 7.55. Van Texel 'smorg.4.15,6.30,10.45en 'sraidd.2.50 en 6.15. Op Zon- en feestd. te 10 uur. BINNENLAND. Aanbesteding. De hoofd-intendant der Marine te Amsterdam heeft Dinsdag aanbe steed: de levering van verseh rund- vleesch, ten behoeve van de zee macht te Amsterdam, Willemsoord en Hellevootsluis en van de kweek school voor de zeevaart te Leiden, van 1 Juli tot uit. December. Inge komen 8 biljetten. Minste inschrijver J. E. Fruitrnan, f 75.80 per 100 K.G. Hoefijzerverbond. Tot heden kwam bij het hoofd bestuur van het Hoefijzerverbond (penningmoesteresse Jonkvrouw J. van de Santheuvel, Corn. Speelman straat 21, Den Haag) bijna 60 dui zend gulden in voor het Neder- landsch Kinderherstellingsoord. Voor het hoofdgebouw is ongeveer 80 duizend gulden noodig, terwijl het ziekenhuisje, de lighutten, de meubi leering en inrichting ten minste 20 mille zullen vereischen. Nog een aantal sub-comité's in kleinere plaatsen zijn bezig met in zamelen. De week van 1—8 Augustus is tot een nationale hoefyzerweok gekozen. Het verbond wil trachten in zoo veel mogelijk alle gemeenten eon straatverkoop te organiseeren van de bekende keurige 10 cents hoef ijzerspeldjes. Het is de bedoeling om, als het geld bijeen is, onmiddellijk met den bouw te beginnen. Een waarschuwing. Het gebeurt wel meer dat families voor korten of langen tijd op reis gaan en de kinderen onder de hoede van een dienstbode achterlaten. Zoo deed ook een familie op de Funen- kade te Amsterdam. Men bleef slechts één nacht uit en liet het driejarig dochtertje met de gedienstige thuis. Deze laatste vond daarin een goede gelegenheid om haar vriendin en een paar vrienden tot een gezellige bijeen komst uit te noodigen en zoo werd 's avonds eens prettig huisgehouden. Een der gasten heeft echter ge meend dat men ook nog wel een herinnering aan dezen vroolijken avond mocht hebben en nam een gevulde portemonnaio en nog een paar snuisterden mede. Dit heeft er toe geleid dat de beide vriendinnen zijn aangehouden en het heele gezel schap vermoedelijk de naweeen van de pret zal ondervinden. Men dient dit is de moraal wel heel zeker van zijn dienstbode te zijn, voordat men kinderen en eigendom aan hen toevertrouwt. Gestrafte snoeplust. In het Hortusplantsoen te Amster dam staat een pakhuis van een fabriek voor suikerwerken en nabij dat per ceel is een vuilnisbak geplaatst. In die- bak wordt, begrijpelijkerwijze, heel wat afval van suikergoed ge deponeerd pepermuntjes, mislukte horapen en brokken en anderszins. En even begrijpelijk ook is het, dat de kleine jongens uit de buurt, die weten, dat daar een vuilnisbak staat, voor een gedeelte gevuld met snoep, af en toe eens komen neuzen en smikkelen, 't Begon den pakhuis eigenaar te vervelen, dat de bengels daar telkens stonden te graaien in den bak. En toen eergisteren weer eon tweetal jongensfiguurtjes stonden gebogen over al die weggeworpen zoetigheid werden zo begoten door een straal van roodgekleurd vocht, eon vloeistof vermengd met een kleurstof, waarmede ook suikergoed wordt gekleurd. Eenige voorbijgangers ontfermden zich over de knapen, waarvan één er erbarmelijk uitzag: rood van z'n haar tot z'n beenen, éen roode massa. Tegen den persoon, die de jongens aldus had roodgetint, werd proces-verbaal opgemaakt vol gens art. 427 van het Wetboek van Strafrecht. Huis der ellende. Zekeren v. d. H. wonende aan den IJweg te Haarlemmermeer, hoofd van een gezin, dat, evenals de woning waarin het is gehuisvest, in erbar- melijken staat verkeert, trof het on geluk te worden aangereden door een onbesuisd fietsrijder, tengevolge waar van hij met gekneusd been werd opgenomen en thuisgebracht. Een bed bleek niet beschikbaar, dus werd de man op een stoel gezet zonder mat: betere stoelen waren er niet. Op zulk een zetel had de man 6 weken lang dag en nacht doorge bracht, toen op zekeren dag de heer Borst, secretaris van de Gezondheids commissie op woninginspectie uit, ook zijn intrede in dit huis dei- ellende deed. In de woning was niemand dan de ongelukkige patiënt. En in welk een toestand! De man was van een neger niet te onderkennen. Het bovenlichaam was met eenige schamele kleeding bedekt. Een paar baalzakken dekten de beenen, welke rustten op een stoel van de beschreven soort. De man werd in letterlijken zin door het on gedierte opgegeten hij klaagde over pijn in rug en zitdeelen. Een groote cacao-bus stond naast den stoel en vervulde de diensten van zeker slaapkamermeubel. Op de tot den man gerichte vragen kwam de bezoeker tot eenig overzicht van den toestand. De dokter bezocht hem vrij geregeld, maar kon wegens het legioen onge dierte de behandeling, die de toestand van het been vereischt (massage) niet geven. Kennisgeving van den toestand aan het nabijwonende lid van het Burgerlijk Armbestuur had niet de gewenschte uitwerking. Van de verpleging door huisge- nooten was in geen enkel opzicht sprakeintegendeel werd hij dagelijks met verwijten en verwenschingen overladen door vrouw en kinderen! De buren, die er eindelijk aan te pas waren gekomen, konden en durf den niet knders doen dan den man wat eten brengen; zij bleven dan zoolang in den omtrek tot hij het verorberd had, een maatregel noodig om te voorkomen, dat de gebrachte spijzen niet in de magen van de andere huisgenooten terecht kwam! Gelukkig in dit. geval, dat de be zoeker bleek te zijn iemand die niet slechts kijk heeft op de belangen Yan de volkshuisvesting, maar ook op menschen en toestandeniemand die weet van aanpakken waar zulks noodig is en wien het niet mangelt aan gezonde verhouding van hoofd en hart. Fluks werd naar de vrouw des huizes omgezien, die, toen zij weiger de haar man te reinigen een scherpe berisping ontving. Water en ook een doek waren toen spoedig gevonden en nu werd de patiënt zelf aan het werk gezet. Weldra was weer waar te nemen, dat hij behoorde tot het blanke ras. Den volgenden dag reeds werd de man voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur geheel gereinigd en een paar dagen later ter verpleging naar het Diakonessenhuis te Haarlem ge transporteerd. Naar wij vernamen had de wonde- plek aan het lichaam van den patiënt, als gevolg van het langdurig en in één houding zitten, benevens door den schadelijken invloed van het ongedierte, een middelijn van 20 c.M. gekregen. Is het niet treurig, dat in de wel varende gemeente Haarlemmermeer zoo'n arme stakker nog zoolang aan zyn lot kan overgelaten blijven, zonder dat er een armmeester naar omziet? (Opr. Haarl. Ct.) Hst knappe dienstmeisje. Het gebeurde te Amsterdam aan het postkantoor. Daar stonden in het middaguur voor het loket van de postwissels, post pakketten en aangeteekende brieven, eenige dames te wachten en wat kantoorheertjes of andere mannelijke figuren, toen er een dienstmeisje in de rij kwam staan, een waar ju weeltje! Blond, blank en proper was ze. Een lust voor de oogen met dat gemoesde witte japonnetje aan, dat geborduurde schortje voor en de coquette tullen muts op, die met een dikken kroes- rand op het blonde haar rustte. En menige dame moet wel jaloersch gedacht hebben„Hè, zóó een moest ik nu eens hebben, wat een bof, zoo'n knap meisje!" En menige jonge man (want ouderen doen dit nooit!) moeter wel stilletjes verzucht hebben: „Met zoo'n meisje eens een avondje op stap, wat een buitenkansje Ze keek zelf een beetje onverschillig, net alsof ze niet merkte hoe ze be wonderd werd door beide seksen, al lag er dan ook een heel verschillend motief aan ten grondslag. En ze las en herlas den postwissel, dien ze to verzenden had, alsof er heel wat be langrijks op te vinden was. Na heel geduldig wachten kwam ze aan de beurt. De ambtenaar,nauwelijksopkijkend naar het appetijtelijke meiske (zoo vuurvast zijn onze ambtenaren in rijksdienst) zei plechtig: „Daar moet tien cent op, juf frouw. Maar wacht es, de afzender is niet ingevuld!" In eens uit haar onverschilligheid gewekt, begon ze: „O, dat heeft me vrouw zeker vergeten, vult u 't als jeblieft even in, mijnheer!" „Nee, doet u dat liever zelf. Kijk, daar is 'n lessenaar, ik help in dien tijd een ander." Het meisje doet wat haar gezegd wordt. Met een kleur als een pioenroos staat ze nu gebogen over haar formu lier en schrijft. Het gaat niet vlug, maar wat drom mel, schrijven is ook ieders werk niet, en ik schat, dat ze veel vlugger is met stoffer, dweil of boender dan ik, die haar hier kritisch waag te be schrijven. Maar eindelijk is het volbracht en triomfantelijk geeft ze nu het papier aan den man achter het loketje weer over. Deze ontcijfert met moeite de be vallig dansende letters en leest den naam hard op. „Wel, verdikkeme nog an toe," roept ze in eens verschrikt, en allicht harder dan ze bedoeld heeft, „ik heb me vergist, zoo heette me mevrouw van de vorige weekJa, hoe die van nou heet, daar mot ik me eerst nog es op herinnere!" „Neemt u dan den postwissel liever maar weer mee en laat 'm door u mevrouw invullen. Maar door de tegenwoordige!" voegt de ambte naar er ondeugend aan toe. Het knappe dienstmeisje neemt het papier kalm ter hand on scheurt het in kleine lapjes. Als ze het postkantoor uitgaat is de bewondering der dames iets geluwd. Een meisje dat zich in den naam van hare mevrouw vergist en zich dan met geen mogelijkheid kan herin neren hoe de tegenwoordige heet, die moet er toch al eenige achter elkaar versleten hebben! De mannelijke bezoekers van het postkantoor zijn echter standvastiger in hun bewondering. Want even be langstellend als ze bij haar binnen komen werd opgenomen, wordt ze ook nu weer door hen nageoogd als zo weggaat. Eén of tien mevrouwen per jaar, maakt dat. nu eenig verschil in de mannelijke appreciatie, als het zoo'n aardig frisch blond meisje betreft? H- v* R (Hdbl.) Een leeuw ontsnapt. Op de kermis te Aardenburg staat een wilde-beestenspel. Toen men nu Zaterdag bezig was de kooi van een leeuw schoon te maken, wist deze uit zijn gevangenis te ontsnappen en wandelde het kermisterrein op, tot groote ontsteltenis van het publiek en de kramers. Het personeel van de tent wist het dier in zijn kooi terug te krijgen vóór het kwaad had kunnen verrichten. Alleen een hond werd het slachtoffer van hot beest en een der temmers werd in het gelaat verwond. Gemakkelijk behaald pensioen. Te Maurik woont een man, die langer dan 40 jaren eiken Zondag morgen gedurende ongeveer 3 minu ten de torenklok luidde en daarvoor met Nieuwjaar een rijksdaalder als loon ontving. Die man geniet nu voor dien arbeid een ouderdoms rente van f 2 per week, dat is meer dan 4000 percent. Nog een ander geval speelt in de Betuwe. Te Ommeren leefde (of leeft misschien nog) een familie, die eiken dag een liter jenever verorberde. Die drank werd eiken dag te Lienden of te Ingen in een herberg gehaald door een oude vrouw, die nu voor dien arbeid ouderdomsrente geniet. (N. v. d. D.) Te duur. Op de secretarie vervoegde zich te Oosterbeek iemand met het verzoek om zijn papieren voor zijn aanstaand huwelijk in orde te maken. En ook die van zijn meisje. Door omstandig heden had hij verschillende stukken noodig. Dit stuk kost zooveel en dat zooveel. „Is dat zooveel? Hoeveel is 'tdan bij elkaar?" De ambtenaar telt op en zegt: „Samen is 't negen gulden zestig cent". „Zooveel! Neen, dat is me te duur. Dan trouwen we maar niet", en de man mopperend af. („N. A. Ct.") UIT INDIË. Een sinecure Dezer dagen vertoefde te Soerabaja de heer Melville, gouvernements- photograaf, die in opdracht der re geering den geheelen Archipel afreist, om... photo's te „nemen" van alle antieke gebouwen, gevels en misschien ook dakpannen. Naar wij van mili taire zijde vernamen, schrijft het „Soer. Nbl.", bekleedt de heer Mel ville nu reeds sedert 1908 deze winst gevende betrekking, welke hem een tractement oplevert van f700 per maand, benevens transport en ver blijfkosten. Zoo deelde men ons mede, dat de gouvernement-photograaf zich in het Atjehsche bevond, ook al voor het doen van photographisehe opna men, aan welke edele taak hij zich gewoonlijk slechts eens in de veertien dagen wijdde, terwijlde overige der tien dagen in dolce far niente in de bivakken werden doorgebracht. Thans heeft de heer Melville zich by den plaatselijken commandant vervoegd, met het verzoek, om nu ook eens kiekjes te mogen maken van de oude militaire gebouwen hier ter stede. Zoo zullen o.a. het oude kleedingmagazijn en de A. C. W. op de gevoelige plaat worden vereeuwigd, opdat onze nazaten te eeniger tijd zullen weten, hoe ze niet moeteD bouwen. Het gouvernement zegt het blad weet toch nog wel leuke baantjes te scheppen, en wie een lumineus idee heeft, kan er zeker van zijn, door het gouvernement te worden in dienst genomen op een even aanlokkelijk tractement als dat van den heer Melville. BUITENLAND. Zwaar gastraft. De fabrieksarbeider Linke, de smid Güpfert, de machinist Kuhler en de kastelein Rau, uit Charlottenburg, die indertijd het standbeeld van Keizer Frederik, te Berlijn, met anilineverf hadden besmeerd, en de woorden „Rote Woche" daarop hadden geschilderd, zijn door de rechtbank te Berlyn veroordeeld tot l'/9 jaar gevangenisstraf. De veroordeelden legden zich bij het vonnis neer. Lijkdienst voor de slachtoffers van de ramp der „Empress of Ireland". In de enorme zaal van de Albert Hall in Londen, waar het Leger des Heils zijn internationaal congres houdt, had Vrijdag een indrukwek kende plechtigheid plaats. Vóór de werkzaamheden konden beginnen, hield men nl. een lijkdienst voor de honderdvijftig omgekomen Canadeesche officieren van het Leger, die, zooals men weet,metde „Empress of Ireland" op den bodem der St. Lawrence-rivier verdwenen. De Londensche correspondent van het Alg. Handelsblad beschrijft als volgt die indrukwekkende plechtig heid Ik zat in de loge. Beneden in het arena waren alle plaatsen, zooals overal elders in de zaal, gevuld, maar in het midden waren aan weers kanten van het middenpad enkele rijen stoelen ledig''gebleven. Op het podium, voor het orgel, zat een groot muziekkorps van het Leger en bracht gewijde muziek ten gehoorevoor dat orchest waren nog de stoelen onbezet, voor degenen, die zoo meteen komen zouden, de Generaal en zijn staf uit tal van landen. Daar klonk op eens plechtig gezang. Aan deze zijde der zaal zag men binnen komen den drager van het groote vaandel van het Leger, met wit bestrikt en daarachter schreden plechtig detachementen vrouwelijke Heilsoldaten, zingende, diep aan grijpend het „Rock of ages" (Rots der eeuwen)toen volgden de dragers van de vlaggen van verschillende natiön dan een aantal Heilssoldaten, reeds uit Canada aangekomen ver volgens een aantal Indiërs in hun kleurige, mooie klooderdrachten, ten slotte een aantal bloedverwanten eu vrienden van degenen, die omge komen waren bij de ramp der „Em press of Ireland" en achter hen de Generaal van het Leger en zijn gade. De stoet schreed het arena door naar het podium, waar allen plaats namen. Alleen enkelen waren achter gebleven - dat waren de vrouwelijke soldaten uit Canada. Dezen hadden zich geschaard achter de ledige stoelen en over de leuning van elk daarvan hadden zij gelegd een breede witte sjerp, elk den naam dragende van een der omgekomen Heilssoldaten. En toen ook die vrouwen heur plaats in de zaal hadden ingenomen, plaat sten zich bij die ledige stoelen twee mannen één hunner was een officier van het Leger in Engeland, houdende de Engelsche vlag; de andere man een der Indische officieren, die de vlag van Canada hield gansch den avond bleven die twee daar, eerbiedige wachters over de plaatsen, die men straks op 11 Juni, als in dezelfde zaal het wereld-congres zal worden geopend, ingenomen had willen zien door de vrienden uit Canada Nooit te voren heb ik een zoo aangrijpende handeling voor mij zien gebeuren, als dat binnenkomen van dien stoet onder dat zachte plechtig zingen en die eerwaardige, eerbiedige daad bij die ledig blijvende 'stoelen. De lijkdienst zelf was geheel zooals men dat bij het Leger des Heils gewend is. Tegen de militanten. De openbare meening kant zich hoe langer hoe meer tegen de mili tante suffragettes in Engeland. Dat blijkt niet slechts uit de talrijke in gezonden stukken in de bladen, waarin allerlei adviezen worden ge geven voor de behandeling der „wild women", verban ze, raadt de een, laat ze doodhongeren, de ander, kastijdt ze als ondeugende kinderen, een derde, - maar dat blijkt ook uit de houding, die het publiek in den laatsten tijd tegen de rustver- stoorsters aanneemt. De gebeurte nissen der laatste dagen toonen vooral dat do verontwaardiging van het publiek stijgende Is. Op verschillende plaatsen werden suffragettes, die vergaderingen in de openlucht wilden toespreken,aangevallen, zoodatslechts tusscbenkomst van de politie ernstige gewelddaden kon voorkomen. Te Hampstead kon de politie slechts met moeite voorkomen, dat de suffragettes in een vijver werden ondergedom peld; te Ilford werd een huis, waarin een suffragette toevlucht had gezocht, door een woedende menigte met steenen gebombardeerd, zoodat tal van ruiten werden ingeworpen. Elders beproefden suffragettes de nieuwe strijdmethode om de gods dienstoefeningen in de war te sturen, tot groote verohtwaardiging der kerk gangers, die op zeer handtastelijke wijze aan hun ontstemming lucht gaven. Vooral de vrouwen bleken daarbij het hevigst ontstemd en menige suffragette liep slagen op van hare sexegenooten. Zoo werd ergens een der suffragettes, die een kerk dienst had verstoord en die ïd een auto zich voor de woede der kerk- gangsters en kerkgangers in veilig heid wilde brengen, door een goed- gekleede dame, die zich door de menigte drong, uit de auto gehaald en duchtig afgerost. De wandaden der suffragettes lok ken dus meer en meer weerwraak uit. Welsprekendheid in den Duitschen Rijksdag. Zijn de redevoeringen van verschil lende onzer Kamerleden met de el te meten, tal van Duitsche Rijksdag afgevaardigden beschikken eveneens over een groote dosis eloquentia, dat blijkt wel uit de statistiek door het bureau voor den Rijksdag gepubli ceerd. In de vorige zittingsperiode heeft de centrum-afgevaardigde Erz- berger het meest de sluizen zijner welsprekendheid geopend en hij staat dan ook met 49 redevoeringen boven aan het lijstje der wel-bespraakten. Dan volgen Bassermann (nationaal- liberaal) met 88 redevoeringen, graaf Westarp (conservatief) met 35, Spahn (Centrum) met 24, Ledeboer (socialist) met 33, von Graefer-Gustrow (con servatief) met 30; Muller-Meiningen (liberaal) met 27, Pflegin (Centrum) en Haase (socialist) met 25. Amusant is wel, dat Erzberger al jaren lang klaagt over al te groote welsprekendheid in den Rijksdag en aandringt op het nemen van krach tige maatregelen daartegen. Duikbooten in een zeeoorlog. De „Times" bevat een verklaring van den Engelschen admiraal Sir Percy Scott, die zoo groote waarde toeschrijft aan duikbooten in een zee oorlog, dat hij voorspeltdreadnoughts en super-dreadnoughts zijn ten doode opgeschreven, omdat zy niets ver mogen tegen aanvallen onder water. Zij zijn noch veilig in open zee, noch in de havens. En het eigenaardige is, dat men duikbooten niet met duik booten kan bevechten. De admiraal besluit met een aan maning aan de Engelsche regeering, al haar krachten te wijden aan de onderzeevloot eu geen geld meer te besteden aan den bouw van groote oorlogsschepen, die in een toch nutteloos zullen blijken. Arrondissements-rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 7 Juni. Een vertegenivoordiger van het „op geschoten vlegeldom." De 19-jarige J. H. Th. S., zonder beroep te Texel zijn ouders wonen te Haarlem is géén voorstander van het bij zonder onderwijs. Dat hield het ont kennend antwoord in op de vraag van den president der rechtbank of hij dit misschien wèl was. Hij heeft n.1. 27 April te den Burg opzettelijk en wederrechtelijk een glasruit ver nield in de openbare school en aan gezien hij voor deze ruitentikkerij geen enkele reden opgaf, dacht de pres. dat men hier misschien te doen had met een eenigszins zonderling exces van den onzaligen schoolstrijd. Het jongemensch heeft de ruit ingeslagen, dat erkent hy, maar op het waarom blijft hij het antwoord schuldig. Er waren twee getuigen gedag vaard, waarvan één, Texel's burge meester, de heer E. G. Gaarlandt, niet was gekomen. De 19-jarige leer ling der Texelsche Zeevaartschool C. W. van Ingen van Schenau was er wèl. Hij had gehoord, dat op den bewusten avond, toen hij na afloop van een fuifje met z'n vrienden liep, een ruit in de school werd vernield en bekl. was dicht bij de school. Hy had echter niet gezien, dat deze iets deed. Dat klopte echter geheel niet met de verklaring welke 'hij voor den onbezuldigden ryksveld wachter v. d. Pol had afgelegd. Hem werd voorgelezen, dat hij had verklaard, dat S. moedwillig een ruit in de school had vernield door het werpen met een steen. De pres. drong er bij "get. op aan, de waarheid te zeg gen, maar de scholier bleef bij zijn ver klaring; wat v. d. Pol op schrift stelde, was abuis. De pres. oordeelde dc zaak van te weinig beteekenis, om er verder werk van te maken, maar hy gaf het jongmensch van Ingen de verzeke ring, dat zijn houding stellig zou worden gerelateerd aan Texel's bur gervader. Het O. M. vond de zaak niet van zoo weinig beteekenis. Hij was niet van plan voor dergelijke delicten boete te eischen. Met een paar gulden mag men er niet af zijn. Hij wees op de oprichting van bonden om het opgeschoten vlegeldom te beteugelen en requireerde voor deze uit pure baldadigheid bedreven wandaad zeven dagen gev.str. Bekl. zei het er heelemaal niet op te hebben gezet om een ruit in te slaan. Er was één van het zestal, dat dien avond de school passeerde, jarig geweest en Als ieder die jarig is een ruit in gooit dan blijft er niet veel heel op Texel, meende de pres. Wanneer Th. S. op 't oogenblik piekert over de zeven dagen, waarvan hij zich, naar 't ons voorkwam, ter zitting niet zoo veel aantrok, dan durven we hier wel een geruststellend woord tot hem te richten. Het loopt wel met een geldboete af dat zal geen foutieve profetie blijken. Maar iemand als hij, die zich stellig tot de nette jongelui rekent mag hier wel eens bedenken het leuke woord van Hendrik de Veernette menschen zijn menschen, die. net doen als anderen. En ruiten inslaan in de openbare school doen ook „anderen" niet. Als dat zoo was, zou het een rare toe stand worden. Niemand op Texel zou er voordeel bij hebben, behalve de glazenmaker en de schooljeugd. De laatste een problematisch voordeel. Waer wert opregter trou Er zijn van die voorvallen in de wereld, die de idieele gedachten in dichterswoorden vervat tot een aan fluiting maken. O, als het nog eens ter kennisse gebracht kon worden van Joost van den Vondel, wat 24 April bij het station te Helder gebeurde en wat daaraan vooraf gingEr zou dan onrust heerschen in een woning van „vier planken en twee plankjes". Zij is nog geen 25 jaar, doch reeds een wettelijk gescheiden vrouw, die het huwelijksspruitje bij de scheiding toegewezen zag aan haar man, den sergeant-machinedrijver S., lang geen „beminde tortel" als waarvan de reizang spreekt. 24 April was A. K. nog eens van de Ruysdaelkade te Amsterdam, waar ze thans resideert, naar Helder gekomen. Waarom? Van verschillende zyden verschillen de motieven. Was het juiste mis schien dat, hetgeen zoo treffend denken deed aan het Geen band, die beter bindt Beter harten houdt omsloten, Dan de band door God gesloten Tusschen moederhart en kind, de regels uit het lied uit Sjaalman's pak, waarin iets voorkwam dat Louise Rosemeyer haar brood deed kruime len, toen Frits het declameerde? De ex-echtgenoot mocht niet onder eede worden gehoord, zijn vroegere vrouw, die hier eenig recht van mee spreken aan do wet ontleent, was daar beslist tegen. Zijn buiten eede afgelegde verklaring, alsmede die van een korporaal, die het gebruik van een heele serie zeer leelijke scheld woorden bevestigde, waren de recht bank nog niet voldoende. 30 Juni zal nog een militair worden gehoord; tot zoo lang werd de behandeling dezer onverkwikkelijke scène uit gesteld. DE WEEK. 10 Juni. In oen orgaan, zich noemend „Weekblad voor verstandige men sehen" 't is waar, men moet in deze tijden niet al te bescheiden wezen, anders wordt men op den achtergrond gewerkt, is betoogd, dat het getal van 650.000 hand- teekeningen voor het beginsel van Plaatselijke Keuze, - niet veel be duidt. Ik wil de bewering zelve niet gaan ontleden, analyseeren, op een „snijtafel" van scherp-meedoogen- looze kritiek leggen, om ook eens in pedanten toon te "spreken. De schrijver van het artikel in datzeer- verstandige orgaan heeft berekeningen gemaakt. Nederland heeft houdt hy U voor thans meer dan zes millioen zielen. De helft daarvan,, ongeveer, bestaat uit meerderjarigen. En dat zijn dus3millioen „zielen"... Zeshonderd-vijftigduizend vindt de zeer-vorstandige meneer niet zoo bijster-veelIk heb over die kritiek nagedacht en gepoogd er mijn vroolijk humeur in deze grauwe, naltig- gure atmosfeer van Novemberscbe Juni-maand bij terug te vinden. Juist had ik gelezen van geweldige sneeuwbuien, die „la villeLuraière", het arme Parijs, waar men nu met een Diogenes-lantaarn aan 't zoeken is naar iemand, lust hebbend om „eerste-minister" te worden, tot een winterstad maken Tegen woordig is iemand in Nederland twee jaar eerder dan vroeger „mondig". Wie in den jare 1893 het levenslicht aanschouwde, moet in den loop van 1914 reeds heer of meesteres van daden en fortuin (s'il y en a!) zijn gewordenOch-armen, die ze zijnHoevelen (vraag ik me af) van de een-en-twintigjarigen, die dat local option-adres teekenden, wisten wat ze deden, hun naam zettend Maar dat is niet slechts hier van toepassing Laten wij billijk en redelijk zijn Jan Publiek is iemand van zeer impressionabele, licht-ontvankelijke soort. En indien wijlen Phineas Barnum juist dit niet zoo fijn en zoo diep gesnapt had. zijn erven en de Staat zouden, na 's mans dood, voor heel wat minder stapeltjes- dollars hebben gestaan Jan Publiek heeft een on verzade- lijken en onuitputtelijken nieuws honger. En wanneer vroeg-rijpe en nog-gan8Ch-ènrljpe nieuwtjes de we reld worden ingejaagd, - als bij voorbeeld wie prinses Juliana's eerste schreden op het pad der wetenschap zal leiden, en zulke meerHeer Jan, met zyn hongerige maag, heeft er schuld aan. Hij wil bevredigd worden. En 't gaat hem - weet ge - als den ongeduldigeu gast in eenrestau rant, die om-de-minuut met zyn vork op bordrand tikt„Garqon, nou nög niet klaar Nog-iiltijd niet?... Enfin, dan maar m'n hoed en jas, hoor Garqon vorbleektFluistert met ober. Er wordt naar de keuken ge toeterd „tja, nog éventjes geduld Vooruit! Anders loopt de vent weg. Dan maar half-g3ar eten Zooals ie zelf isMeneer wordt „geser veerd". Op z'n wenken bediend. Weet-ge, zóo is Jan Publiek nu. Zal mr. Treub bij zijn Ouderdoms rente de bedeelden al of niet uit schakelen Den intorviewendon journalist ontvangt de minister met zyn vermaarden glimlach. Tja, maar dat vult de maag van Heer Jan niet. Dan maar „half gaar eten"... Zeker, de minister zal de bedeelden opnemenJan is tevreden. „Wat heb ik je gezegd vraagt hy U. „Precies!" zegt gij, hom kennend, en listig diplomaatje als ge zijt „prachtig gezienEn meneer Jan kijkt naar het plafond, - met oogen van: laten zij 't me maar eens na doen Nu komt een ander verzekeren, lazen wij, dat de heer Treub OYer de heele zaak nog niet heeft nagedacht. Macht ja nichtsMe neer Jan is het vorige alweer ver geten, En aldus houdt gij hem immers aan de praat 't Is, op dit oogenblik, voor de struisvogelmaag van sir John, zoo even genoemd, eigenlijk een yselijk- dorre moeson. Van relletjes, schan daaltjes, tumultjes, crisisjeso, hij houdt er toch zoo dol- en dol veel van Op Vrijdag 5 JuniOp het Haag- sche BinnenhofToen 't zus of-zoo scheelde dat T'reub's Stuwadoorswet zou gekanteld zijnOver die kwestie van arbeidsboekje of arbeidskaart, weet u welJa, toen leek 't ernaar, of meneer Jan had een heer lijk dinertje gekregen voor z'n nieuws- en sensatie-honger, maar 't liep met een sisser af. Het Parlement bukte voor mr. Treub's „onaanneme lijk", en men had zich te troosten met het vooruitzicht, dat de Tweede Kamer hem, Treub, dat wel eens zal inpeperen Overigens blijft 't lauw en zwoelig zonder kijk op een echt orkaantje. Op' Dinsdag 9 Juni geeft de heer Treub zoo-waarlijk de roode Kamer club, op het stuk van de arbeids tijden der ha von werkers, haar zin Rookten zij genoegelijk de vredes pijp, alsof 't Vrydag tevoren niet had gespannen Er toen geen Schaper, uit Appingedam, was geweest, die verklaard had 't te vertikken, zich „door den minister te laten tyran- niseeren" Op z'n echt Hollandsch vertaaldop den kop zitten, riuge looren, dwingen 't Liep nog met een sisser af. Meneer Jan, - die eventjes emotie had gevoeld, - kreeg weer trok om eens flink te geeuwen. En Katwijk Heftige „heibel" scheen te dreigen. En nu-nögDe Bond van Protestantscbe Kiezers noodigt uit, geen enkel stemmetje op dr. De Visser uit te brengen. Eer het jaar een week ouder ia, maakt dr. De Visser weêr deel uit van het Binnenhofscho honderd tal, waarvun tegenwoordig toch maar te 11.15 ure geen een-en-vijftig zijn bijeengetrommeld te krijgen Waartoe ook nog bydraagt dat bur gemeester K. ter Laan, vroeger altyd een der eersten tegenwoordig ondanks zijn burgemeesterschap, geen zitting zal overslaan. Schoon hij nooit ter zitting verschijnt vóór klokslag 3 uro in den namiddag Maar de presentie lijst (ziebge) ver meldt geen „uur Yan aankomst" Ruzie, meneer, echte leuke, waar een mensch nog eens van opkikkert? In deze flauwe, grauwe, fletsche, vervelende tijden? De heer Everwijn, de administra teur van Landbouw, zal best het zaakje redderen om die staking te Zaandam te beslechten. De Ryks- klerken der belastingen, die sinds jaar en dag om verbetering van positie vroegen, zullen eindelyk nun rechtmatige grieven zien bevredigd... Prachtig Maar vraagt hongerige meneer Jan wat valt er dan nog te mopperen over? De kwestie van hot al of niet mogen verbieden der overtreding van het „collectief arbeidscontract", - met straf-bedreiging Waar de Haag- sche Binnenhof-juristen 't Dinsdag en Woensdagjl. zoo druk over hadden Meneer Jan kijkt U aan met 'n paar oogen van Van„Daar heb ik maling aau zooals de heer Schaper, - die zyn „Pappenheimer" ook wiit-goed kent, eens heeft gezegd Mn. Antonio. Een dichterlijk burgemeester. Bij de installatie van een nieuw raadslid te Wamel besloot de bur gemeester zijn toespraak met don wensch Laat licht in Wamels raadzaal schijnen, Het bange duister daar verdwijnen Houd moedig stand en toon uw kracht, Tot heil ve- het volk, dat u acht. (Tel.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1