HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
Aardrijkskunde
Het Eiland Texel
Urinekwalen.
No. 4323
ZATERDAG 13 JUNI 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37| 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar cent
Het eerstvolgend nummer
van ons blad verschijnt
Dinsdagmiddag.
Vertrek en aankomst dat treinen.
VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM.
Vortrek Aankomsl
5.15 '8 Muand. en daags na Ceeatd. 7.40
6.26 op Zon- on Feestil. niet 9.10
6.59 opZon-onfeestd.t.Alkmaar 8.06
7.40 sneltrein 9.10
7.48 Donderd. tol Scliagen 8.46 2)
9.0211-37
11.552.21
1.48 op Zon- on Feostd. niet 4.35
4.10 gedeeltelik sneltrein 6.03
7.40 sneltrein 9.17
8.8210.54
VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER.
Vertrek Annkomst
4,44 Alleen Donderdags 7.34
6.04 op Zon- en Feestd. niet 8.35
8.12 sneltrein 9.37
9.— Zond.,alleen van af Alkmaar 10.07
9.4411-47
12.543.26
3.386.07
5.257.32
9.05 sneltrein 10.35
10.06 alleen van af Alkmaar 11.14
10.47 op Zon- en feestdagen 12.54
i) te Alkmaar,
te Scliagen.
STOOMBOOTDIENSTEN.
Helder Amsterdam (Qebr. Zur MUhlen).
Van Helder'sniorg. 7.15 en 'sav. 11 uur
A'dam 9.15 'sm. 4
Helder—Texel (T. E. S. 0.).
Van Helder'smorg. 5.15,9.15*) en
's midd. 12.15,4.15 en 7.55.
Van Texel 'smorg. 4.15,6.30,10.45 en
's midd. 2.50 en 6.15.
Op Zon- en foestd. te 10 uur.
BINNENLAND.
De schipbreukelingen van de „Newa".
Omtrent de redding van de op
varenden van de Russische sleepboot
„Newa", die verleden week voor den
Waterweg gezonken is, verneemt de
„N. R. Ct". nog de volgende bijzon
derheden.
De stoomloodsboot No. 3 hoorde
aanhoudend fluiten en zag de „Newa",
die ten gevolge van de hooge zee
wilde terugkeeren, plotseling scheef
vallen. Een stuk water had blijkbaar
de „Newa" getroffen, die niet meer
rechten wilde en in zinkenden staat
verkeerde. Onmiddellijk ging de
loodsboot rond en werden de drie
beschikbare booten gereed gemaakt,
doch voor de loodsboot in de nabij
heid van de „Newa" was, was deze
reeds plat opzij gevallen en zag men
hare bemanning op de buitenhuid
van het schip zitten. Er liep een
zeer mooielijke hooge eb-zee, tenge
volge van krachtigen noordelijken
wind. In een oogenblik waren achter
eenvolgens de- drie booten uitgezet,
bemand door de aanwezige loodsen,
kweekelingen en matrozen. De Rot-
terdamsche loods, die de „Newa" uit
bracht, was met een der leden van
de bemanning reeds over boord ge
sprongen, terwijl alle 11 anderen
door het zinken van de „Newa"
eveneens in zee lagen. Met inspanning
vau alle krachten en met gevaar
voor het eigen leven van de redders
mochten de drie booten erin slagen
resp. 4, 2 en 1 man te redden.
De loodsboot, schipper Plooy, wist
zootemanoeuvreeren, dat alle drenke
lingen aan z(j van de boot kwamen.
Met veel moeite gelukte het den
anderen door middel van lijnen te
redden. Met een van de schipbreuke
lingen had men ontzettend veel moeite.
Toen men dezen boven water had,
liet hij de lijn slippen en geraakte
voor de loodsboot om. Gelukkig wist
hij een tweede toegeworpen lijn te
grijpen, doch blijkbaar begaven hem
de krachten en liet hij los, juist toen
van
door P. DEUZEMAN,
Hoofd der School te De Cockadorp op Texel
en Loeraar Middelbaar Onderwijn
in Aardrijkskunde.
In 1914 herzien door:
J. Daalder Dz. en W. Mets Tz.
9)
Wat moeten er nu geen groot
aantal, misschien duizenden, ja tien
duizenden jaren verloopen zijn voor
en aleer de mol tot in Nederland
kwam. Men zij er toch op bedacht,
dat de verspreiding der dieren en
planten (vooral vroeger^ geen op
zettelijke, maar eene geheel toevallige
was. Nimmer is waargenomen, dat
de mol, zooals sommige andere dieren,
opzettelijke verhuizingstochten onder
nam. Indien Texel nu afgescheiden
is vóór de mollen in Nederland (of
Noord-Holland) gekomen waren, zoo
konden zij zich niet naar hier ver
breiden, daar de mollen geen breede
wateren als 't Marsdiep of de Wadden
oversteken.
Zoo kau men de afwezigheid der
mollen verklaren, evenals men dit
voor sommige eilanden met betrekking
tot andere dieren doet.
men zijn handen wilde grijpen. Weer
boven komende, kreeg men hem weer
te pakken en met veel moeite werd hij
aan boord gebaald. De man was be
wusteloos, maar werd door toepassing
der bekende middelen weer bijge
bracht. Nadat allen nu behouden aan
boord van de loodsboot waren, werden
de booten binnengehaald en stoomde
schipper Plooy naar de Berghaven,
waar de schipbreukelingen werden
geland. Na eerst in het gebouw van
het loodswezen appèl te hebben ge
houden en door een goede kop koffie
te zijn verkwikt, werd de equipage
overgebracht naar het Harwichhotel,
waardoor de goede zorgen vau het
comité allen van droge kleeron werden
voorzien. Een woord van hulde mag
niet worden onthouden aan de op
varenden van de loodsboot No. 3.
Gemoedelijke lui.
Men schrijft aan „De Tijd":
Voor een paar jaar heeft in uw
blad eens een aardig verhaal gestaan
van een onze Noordbrabantsche tram
lijnen, waarop het nog aartsgemoede-
lijk toeging, zóó zelfs, dat bij zekere
gelegenheid, toen het geheele tram
personeel bij een wisselplaats eens
een gezellig praatje ging maken met
do bewoners eener boerderij, een paar
passagiers, die met de behandeling
van een locomotief en ook met geld-
ophalen best vertrouwd waren, met
den trein er vandoor gingen en het
spul tot zijn einddoel brachten.
Hoe vriendschappelijk het nog op
sommige plaatsen gaan kan, bleek
dezer dagen nabij Tilburg. In de wijk
Hasselt loopen daar twee stoomtram-
Hjnen, die van Breda-Oosterhout
on die van de Langstraat, in elkaar.
Een der avondtreinen van Oosterhout
komende en die te Tilburg moet
aansluiten op den trein naar Venlo
mag den weg niet ten einde brengen
of de ongeveer gelijk aan het ver
bindingspunt komende Langstraat-
sche trein moet voorbij wezen. Nu
komt de Oosterhoutsche, die veel
oponthoud had gehad, aanstoomen
eu daar de Langstraatsche in geen
velden of wegen te zien is, wordt de
machine stop gezet en gaat men
geduldig wachten totdatde Langstraat
arriveert.
Het treinpersoneel bedenkt even
wel, dat er wel eens passagiers kun
nen zijn, die naar Venlo moeten en
stelt deswege een onderzoek in en
ja, daar moeten er velen naar Venlo.
„Nou maar dan zou ik u ernstig raden
uit te stappen en te gaan loopen.
Want als de Langstraatsche niet
gauw komt, zijt ge loopende veel
eerder aan het station dan wanneer
ge blijft wachten."
Met zulk een vriendelijke waar
schuwing doet men natuurlijk zijn
voordeel. Een groot aantal passagiers
stapte uit en vervolgde den weg met
de apostelpaarden. De blijvende waren
toen getuigen van een vroolijk tooneel.
Arriveerde toch een veldwachter,
een diender of zoo iets en knoopte
een praatje aan met het wachtende
trampersoneel. Al pratende kwam het
van het een onderwerp op het andere
en spoedig was de oorzaak van het
wachten het onderwerp van geprek.
Maar nauwelijks had de dienaar van
Hermandad vernomen, dat men op
den Langestraatschen trein wachtte
of hij lichtte in met een „Wablief
Die is allang gepasseerd."
Toen ging het dadelijk voort naar
Tilburg, waar de voetgangers reeds
waren aangekomen en werkelijk den
Venlosche nog te pakken hadden ge
kregen.
Huwelijks-verzekering.
In Amerika ook wordt nog een
andere vorm van verzekering toege
past: de verzekering der huwelijks
trouw.
Het is het blad, de „Newyork
American", dat ons vertelt, hoe dit
stelsel werkt, en hoe er een maat
schappij is, welke geen andere polis
sen sluit dan op dit, hoe zal ik
het zeggen glij-gladde terrein.
De verzekering laat zich in het
kort aldus omschrijven, dat een echt
genoot, die niet geheel overtuigd is
van de huwelijkstrouw vau zijn
wederhelft, zich tot de directie wendt,
Door deskundigen wordt verder
beweerd, dat de mol in echte klei
gronden, zooals Holland er vele heeft,
niet voorkomt. De verspreiding der
mollen kan dus door de kleigronden
van Noord-Holland of Friesland be
lemmerd zijn. Een betrekkelijk smalle
kleistrook was daarvoor voldoende.
Verder kan men veronderstellen,
dat de mollen op Texel uitgestorven
zijn, doch hiervoor is nooit eenig
bewijs gevonden.
En daar eilanden, vooral de kleinere,
in den regel nooit de scheppings
plaatsen Yan dieren of planten zijn,
kunnen wij moeilijk aannemen, dat
de mol hier oorspronkelijk zou ge
schapen zijn om later uit te sterven,
daar de dieren in en om hun schep
pingsplaats veelvuldig worden ge
vonden. By totaal gebrek aan mollen
kunnen w(j Texel dus niet als schep
pingsplaats dezer dieren aannemen.
Op dezelfde gronden, waarop het
gemis van mollen berust, steunen
ook de afwezigheid van vossen, eek
hoorns, slangen, etc. op ons eiland.
HOOFDSTUK XH.
De bevolking van Texel.
Thans een kort woord over de
bewoners van Texel.
Hun aantal bedraagt ongeveer
6600, verdeeld over byna 1700 ge
om een polis te sluiten, waarbij hem
een zeker bedrag vergoed wordt, in
dien zyn vermoeden gegrond blijkt
te zijn.
Zonder te veel in bijzonderheden
af te dalen, kan hier worden meege
deeld welke de voornaamste vragen
zijn uit het in te vullen vragen
lijstje voor het sluiten der ver
zekering.
De vragen worden gericht tot den
echtgenoot.
„Hoe oud zljt ge?" „Hoe
oud is uw vrouw?" „Sedert hoe
lang zljt ge gehuwd?" „Hoe is
de aard van uw vrouw: lastig, kalm,
opvliegend?" „Schreit zij wel
zonder reden?" „Heeft zij voel
neven, en heeft zij een voorkeur voor
het leger?" „Leest zij veel
romans?" - „Hebt gij wel meenings-
verschillen, en heeft zij u daarbij wel
eens een bord naar het hoofd ge
worpen?" - „Heeft zij aanleg om
suffragette te wordenis zij wellicht
devoot, of schrijft zij verzen?" „Is
zij mooi of leelljk, en in het laatste
geval, gelooft zij zelf, dat zij mooi
is?" „Heeft zij kinderen?"
Nadat de echtgenoot op deze
en nog andere vragen geantwoord
heeft, wordt vanwege de verzekering
maatschappij een onderzoek ingesteld,
of zijn antwoorden juist zijn. Daarna
wordt de polis opgemaakt.
Deze wisselt natuurlijk voor elk
geval. Zoo weet het blad, waaruit
wij deze aanteokeningen putten, te
vertellen van een oud, rijk heertje,
wiens echtgenoote het bezwaar had
van een groot aantal neven, van wie
de moesten in militairen dienst
waren; de maatschappij wilde hem
als verzekerde aannemen, doch de
directie vond, na voorlichting door
haar inspecteurs, het geval zoo riskant,
dat zij slechts de verzekering voor
hoogstens één maand wilde aangaan,
en tegen een premie van 35%.
Het Amerikaansche blad verklaart,
dat deze eigenaardige verzekerings
branche, hoewel nog jong van vinding,
reeds zeer bloeit.
Wij moeten het dus wel gelooven
Doch waarnaar wij vergeefs gezocht
hebben, is naar de mededeeling, dat
ook de vrouwelijke helft van een
gehuwd paar zich op dezelfde wijze
verzekeren kan tegen de twijfelach
tige huwelijks-trouw van de manne
lijke helft.
Of doen zulke gevallen zich in
Amerika niet voor? (H.blad.)
BUITENLAND.
Het vergaan van de „Empress
of Ireland".
De eerste groep van geredden van
de „Empress of Ireland" is Woensdag
te Glasgow aangekomen.
In de „Times" lezen we nu, dat
onder deze zich ook bevond de stoker
William Clarke, die eveneens gered
werd bij de ramp van de „Titanic".
De man verklaarde, dat hij van beide
rampen, die van de „Titanic" de
vreeselijkste vond. De ondergang van
de „Titanic" ging niet zoo snel in
zyn werk, en juist dat wachten was
het meest gruwelijke. Bij do „Em
press" was er geen quaestio van
afwachten, hier was alles in enkele
minuten geschied. Het is zeker wel
merkwaardig, dat iemand twee van
zulke groote scheepsrampen heeft
overleefd.
Jeugdige moordenaar.
Voor de rechtbank te Hanau heeft
een treurige zaak gediend. Daar stond
Woensdag een 17-jarige gymnasiast
Wolf uit Salmünster terecht. De
jongen, die te Fulda op het gymnasium
ging, gaf veel geld uit voor allerlei
vermaken, maakte schulden en be
sloot eindelijk, om aan gold te komen,
zijn heele familie uit den weg te
ruimen. Op Oudejaarsavond drong hij
met een revolver in de hand de
keuken binnen en loste schoten op
zyn moeder en zijn tante. Een aan
slag tegen een broer en een zuster
mislukte. Daarna ging hij ter kerke
en stelde zich daar wonderlijk aan,
om den schijn te wekken, dat hij
niet wel bij het hoofd was. Hij had
zinnen. Texel's bewoners stammen,
naar men wil, af van de aloude
Sturiérs, die tusschen den Gelder-
schen IJsel en de Noordzee woonden.
Deze Sturiérs behoorden tot den
grooten stam der Friezen, zoodat
men kan aannemen, dat de oorspron
kelijke bevolking van Texel van
Friesche afkomst is. En hoe kan dit
ook anders als men in aanmerkffig
neemt, dat de Friezen eenmaal langs
de geheele Nederlandsche kust woon
den, ja zelf van de Wezer tot de
Schelde. In oude tijden spraken de
Texelaars Friesch, welke taal echter
door de Hollandsche is verdrongen.
Het bew(js hiervoor vindt men nog
heden ten dage in de volkstaal, vooral
in het zuidelijk deel des eilands.
Daar woont de echte, de aloude
Texelaar, de afstammeling der
Sturiérs: in het poldergebied van
noordelijk Texel hebben veel vreem
delingen zich gevestigd uit Zeeland,
Friesland, Groningen en van de delta
eilanden van Zuid Holland.
De bewoner van zuidelijk Texel
zegt b.v. kieken voor kijken, diek
voor dijk, wat niet anders is dan
Friesch doch ook Zeeuwsch kan zijn.
Tot het Vlie is de aloude Friesche
taal door do Hollandsche verdrongen.
Van de totale bevolking behoort
tot den Hervormden godsdienst
ongeveer belijdt den Katholieken
godsdienst; voorts zyn er Doopsge
de verdenking voor de aanslagen op
z(jn tante willen vestigen en daarom
een briefje waarin deze zoogenaamd
haar uitersten wil kenbaar maakte,
geschreven.
Voor de rechters bekende Wolf
zijn misdrijf. De schulden hadden
hem in de war gebracht, en zoo
doende was hij op het onzalige denk
beeld gokomen, om zijn familie uit
te moorden. Eerst had hij zijn tante
willen vergeven en met haar geld
naar het Zuiden willen gaan. De
tante is aan haar wond bezweken.
De rechtbank veroordeelde den be
klaagde wegens moord in een geval
en poging tot moord in drie ge
vallen tot zes jaar gevangenisstraf.
Hygiënische FabriekvanVerduurzaamde
Levensmiddelen Amsterdam.
Proef mijn groenten, 't zijn de fijnste,
Uit den rijkdom van ons land.
Rein vooral zijn zij behandeld,
Alle zorg ging hand aan hand.
Laat mijn vruchten ook ontbieden,
leder vindt ze delicaat.
IWIijne jams en mijn geleien,
Eerste klas is 't fabrikaat.
Neem mijn vruchtensappen en mijn
Tafelzuren op Uw disch,
Onvervalscht, als alles is.
Is de aerdt der Hollanders
nog sodanigh
„Wanl de aerdt der Hollanders is
sodanigh, gelijk UEd. mede bekend
is, dat als haar de noodt ende de
periculen niet zeer claer voor de
oogen staan, zy geenszints gedispo-
neert worden om naar behooren te
vigeleeren om haar eigen securiteit".
Zoo schreef Johan de Witt aan
Pieter de Groot, gezant bij het Hof
van Lodowijk XIV, kort voor de
gebeurtenissen van het rampspoedjaar
1672, dat de Republiek der Vereenigde
Nederlanden door de veroveringszucht
van den Franschen koning, gesteund
door zijn bondgenooten, maar bovenal
tengevolge van de verwaarloozing
der defensïe-mïtfdolen, in weinig
maanden op den rand van den af
grond zag gebracht.
Is nu twee en een halve eeuw
later, de aard der Hollanders nog
een zoodanige, dat zoolang de drei
gende gevaren hun niet zeer klaar
voor oogen staan, zij niet gezind zijn
naar behooren te waken voor hun
eigen veiligheid?
Zullen de Nederlanders nu niet,
zooals toen, hun verdeeldheid eerst
dan vergeten, wanneer het water
tot de lippen is gestegen, en zullen
zij zoolang de nood nog niet zóó
hoog is geklommen, wèl praten maar
niet doen
Het tijdstip is nabij, waarop de
Regeering met een ontwerp tot vloot-
bouw zal en moet komen, omdat een
koloniale en zeevarende mogendheid
het nu eenmaal zonder marine niet
kiin stellen. En naarmate de tijd
vordert, wast de woordenvloed, dien
het op ieder punt heerschonde ver
schil van inzicht doet zwellen -
voorloopig in de Pers.
Wat de een te veel vindt, is den
ander te weinig. Oneens is men het
omtrent het aantal, den aard, de
grootte on de bewapening der sche
pen over de als vlootbasis te kiezen
plaatsomtrent het aandeel, dat aan
de zeemacht en aan de landmacht
in de verdediging van Indié toekomt;
over de sterkte der marine, die voor
de veiligheid van het Rijk in Europa
en de bescherming der Nederlandsche
belangen buiten Oost-IndiG noodzake
lijk moet worden geachtomtrent de
vraag of en in welke verhouding de
kosten over de Indische en Neder
landsche financiën zullen moeten
worden verdeeldover de vloot-
bemanningen zooveel meer.
Als het meeningsverschil in de
Pers is de vooruitgeworpen schaduw
van de Kamerdebatten, dan zal er
zeker heel veel worden gepraat, doch
komt er niets goeds tot stand; dan
zullen de Staten van nu althans in
dit opzicht niet onderdoen voor de
Staten van toen en evenmin voor den
Romeinschen Senaat, die zóó lang
beraadslaagde over het behoud van
een der koloniën, tot Saguntum
verloren was.
Het gevleugelde woord, dat de
ondergang van dezo Romeinsche
kolonie vermeldt, doet nu wolhaast
twee duizend jaar dienst ter waar
schuwing van de geheele wereld. En
Saguntum beteekende voor Rome bij
geen voeten of vamen, wat Indië
beteekent voor Nederland.
Geen Nederlander, welke zijn in
zichten overigens ook mogen z(jn,
heeft er tot dusver aan gedacht te
zeggen: Laten wy Indië toch prijs
geven. Het verschil loopt slechts
over de vraagOp welke wyze is het
te behouden? Ieder wil daarbij in
toepassing gébracht zien de middelen,
die hijzelf voor de beste houdt. En
daarom is ook hier weer het betere
de vijand van het goede.
Als allen het eens moeten zyn,
alvorens in dezen tot doeltreffende
maatregelen wordt besloten, zal dit
eerst dan geschieden, als de noodt
en de periculen haar zeer klaar voor
de oogen staan". Dat zal zijn niet
vóór de nood aan den man is.
Maar dan ook zullen de Neder
landers ongetwijfeld gedisponeerd
blijken naar behooren te vigileeren
voor hun securiteit. Endan is
het te laat.
Bijtijds moge het daarom blijken,
dat de aerdt dér Hollanders niet meer
is sodanigh
Onderofficiers pensioenen.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
on reeds door de afdeelingen onder
zocht, een ontwerp tot wijziging dei-
Pensioenwet voor de Landmacht en
een voor de Zeemacht. Door belang
hebbenden werd met levendig ver
langen naar dit wetsontwerp uitge
zien, vooral ook omdat ten behoeve
der officieren reeds een wijziging in
de pensioenenbedragen werd aange
bracht op 31 Oct. 1912 met terug
werkende kracht tot 1 April 1911.
Aan den algemeenen drang der
Kamer om gelijktijdig de pensioenen
der onderofficieren en minderen te
verbeteren, wenschte de Regeering
toen niet te voldoen, al werd ook
de noodzakelijkheid van verhooging
erkend. De thans nog geldende pen
sioenbedragen voor de onderofficieren
ondergingen gedurende het tijdvak
van bijna 40 jaar geen wijziging,
zooals de M. v. T. aangeeft.
Reeds in 1877, bij de vaststelling
dier bedragen, werd duidelijk aange
toond, dat deze veel te laag waren.
Zulks geschiedde opnieuw b(j het
behandelen der wetswijziging, in
1901 aangebracht.
De inkomsten der onderofficieren
zijn in de laatste jaren herhaaldelijk
moeten worden verhoogd, waardoor
de reeds bestaande ODjuiste verhou
ding tusschen inkomen en pensioen
nog is verergerd.
Verhooging der inkomsten van de
officieren bleek eveneens noodzakelijk
en in het verhoogen dier inkomsten
werd en zeer terecht het motief
gevonden, tevens de pensioenen te
verhoogen. Het niet-indienen gelijk
tijdig van een wet tot verhooging
der inkomsten en een wet tot ver
hooging der pensioenbodragen kostte
generaal Cool zijn ministerieel leven.
Door Minister Colijn werd spoedig
na zijn optreden een tractements- en
pensioenregeling voor de officieren tot
stand gebracht. Welke verhoudingen
daarb(j werden verkregen, moge blij
ken uit onderstaande korte opgave:
Tractement
(maximum) Pensioen Verh.
Kapt. f3000 f 1600 f600 *%0
Majoor f3500 f2100
Lt.-Kol. f4000 f 2300 mim. "/go
Daar vrijwel alle ambtenaren en
beambten in 's Rijks dienst uitzicht
hebben op een pensioon, gelyk aan
van hun laat3t genoten salaris
en de pensioenbedragen voor officieren
zinden Olt) on enkele Israëlieten.
Op politiek gebiedt onderscheidt
men liberalen, anti-revolutionairen,
katholieken en sociaaldemocraten.
Wegens de uitgestrektheid is Texel
in 5 stemdistricten gedeeldDen
Burg, Den Hoorn, Oudesc.hild, Oos
terend en De Cocksdorp.
In een rond getal bedraagt thans
het aantal kiezers 1300.
De Texelaar is over het geheel
vrij goed ontwikkeld, beter dan men
dit op een eiland, zoo ver van de
groote verkeerswegen verwijderd,
verwachten zou.
Iedereen bijna kan lezon en schrij
ven. Intellectueel staat de Texelaar
vry hoog. Bij de indeeling der lote-
lingen blijkt dit. Procentsgewijze
leveren van alle gemeenten van
Noord-Holland, Alkmaar en Texel
het grootst aandeel lotelingen, dat
lezen en schrijven kan. Dit pleit zeer
zeker wel voor de deugdelijkheid van
hot onderwijs. Het schoolverzuim is
over het geheel dan ook niet zeer
groot. Het aanzienlijkst is dit in het
weidegebied des voorjaars in den tijd
van de verzending der lammeren en
van 't zoeken van kievitseierenin
het poldergebied in dén zaai- en
oogsttijd.
In 1913 is er gelegenheid geopend
voor Zeevaartkundig onderwijs en in
1914 werd eene flinke Zeevaart
en minderen in dezelfde wet worden
geregeld, kan het niet anders, of de
nu ingediende wetswijziging moet de
belanghebbenden groote teleurstelling
baren.
Hieronder blijkt hoe de verhouding
zal wezen na de wetswijziging voor
de onderofficieren, waarbij opgemerkt
wordt dat het maximum bedrag
alleen bereikt wordt als men 12 jaar
dien rang heeft bekleed, wat in de
hoogero rangen bij verschillende
wapens nooit voorkomt.
Inkomen Pensioen Voi-
(raoxJrmira) houding
Sergeant f 900 f 480 lc/80
Serg.-majoor 1200 600 16/ao
Adj.-onderoff. 1450 720 1S/M
Het hoogste pensioenbedrag van
f 720. zal meeBtal alleen te bereiken
zijn door schrijvers, conducteurs dei-
artillerie e. a. als z(j zijn gekomen op
een leeftijd van 60 jaar, waardoor zij
to oud geworden zijn voor het ver
krijgen van particulier werk.
Het maken van wetten is, iri ge
meen overleg, opgedragen aan Re
geering en Staten-Generaal. Aan de
laatste den duren plicht, zoodanige
wijzigingen bij amendement aan te
brengen dat de verhouding tusschen
inkomen en pensioen ongeveer ge
regeld worden als voor die der offi
cieren.
Waar de rechten van officieren en
minderen in dezelfde wet zijn ge
regeld, eischt de billijkheid dat aan
de wijziging dezelfde terugwerkende
kracht wordt verleend, als voor de
officieren is vastgesteld, d. i. 1 April
1911.
De klacht over weinig en onvol
doend ontwikkeld kader is algemeen,
de opleiding der troep lijdt er geducht
door, en het verloop neemt steeds toe.
Een billijke pensioenregeling, ge
paard aan een betere salarieering der
pas aangestelde sergeanten zal er
o. m. toe bijdragen, dat in de toekomst
meerdere en betere krachten zich
voor kadervorming zullen aanmelden
en het brandende kadervraagstuk tot
een oplossing wordt gebracht.
Max.
INGEZONDEN.
Mijnheer do Redacteur!
Mag ik even een enkel woordje
zeggen tegen uwen schrijver van
„Kijkjes uit mijn venster Bij voor
baat dank ik u voor de gelegenheid
die u mij daartoe geeft.
M.
Uw „kijkje" van 8 Juni „over een
kleinigheid" is geen kleinigheid voor
de persoon die u daar onder handen
neemt en ik geloof zeker dat u de,
voor die persoon diep grievende be
schouwingen vóór u had gehouden
wanneer u deze zaak eerst eens
nader had onderzocht. Nu heeft u
geschreven onder den indruk van de
mededeelingen door den verstandigen
en voor geen klein geruchtje ver
vaard zijnden agent" zelf aan u
verstrekt en opgesteld als een echt
„Fransch rapport".
Naar den inhoud teoordeelenheeft
hij zijn rapport aan den commissaris
van politie u laten lezen en begrijp
ik uwe verontwaardiging uitgedrukt
in uw „kijkje", daar uw vensterglas
beslagen of gekleurd is geraakt en
deze zaak u zeer troebel voorkwam.
Waar het echter zaak is dat in onze
nieuwe „Heldersche Courant" ook
uw vensterglas steeds helder blyft
geef ik u beleefd in overweging,
wanneer een of andere zaak door u
persoonlijk niet is bijgewoond eerst
nauwkeurig te informeeren hoe zich
een of ander heeft toegedragen (ook
al worden de mededeelingen u ver
strekt door een agent van politie)
alvorens u uw kykjesgaatillustreeren.
Ik beu overtuigd dat bedoelde
juffrouw en de volwassen personen,
(geen giegelende spruiten) bij het
gesprek met den agent tegenwoordig,
u, wanneer u zulk een onderzoek
alsnog wilt instellen, het „contra"
van uw „pro" willen laten zien.
Ook ik deel volkomen uwe meening
dat ieder burger verplicht is de politie
te steunen in haar taak die, vooral
school gebouwd naby den Burg.
De Texelaar is over het geheel
werkzaam en spaarzaam. Hij brengt
het „Help U zeiven" in toepassing,
zooals blijkt uit de vele zieken- en
begrafenisfondsen, die het eiland kan
aanwijzen, alsmede in de vereeu'iging
„Texcls Belang" tot steun van
weduwen en weezen.
Hij bemint de vrijheid en is niet
gaarne in eene afhankelijke betrek
king geplaatst. In die zucht tot vrij
heid toont hij nog het echte Friesche
karakter.
Op godsdienstig gebied heerscht
over het geheel de meest mogelijke
verdraagzaamheid.
Wat betreft woning, kleeding, enz.
gaat de Texelaar met zyn tijd mede
aartsvaderlijke zeden, gebruiken en
gewoonten raken geheel op den
achtergrond. Over 't geheel is de
kleederdracht „zeer modern"zeor
enkele vrouwen echter dragen nog
een jak met schoot, wat echt ouder-
wetsch-Texelsch isandere vrouwen,
bepaaldelijk die, welke aan den vasten
wal geboren zijn, dragen als hoofd
deksel een zoogenaamde „hul", d.i.
een muts van kant en tule met 2
wieken. In den boerenstand wordt
ook nog de „Noordhollandscbe kap"
gedragen, doch deze gaat meer en
meer uit den smaak.
Het gemeenschapsleven is zeer
goed ontwikkeldte Den Burg be
staat eene afdeeling der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, een
afdeeling der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen, beide met
aanzienlijk aantal leden en waarin
sprekers van den vasten wal (Am
sterdam, Leiden euz.) optreden. Boven
dien heeft Den Burg een flink fanfare
corps en eén rederijkerskamer, be
nevens een Sportvereeniging.
Oudeschild, De Waal, Oosterend
en De Cocksdorp hebben reciteerge-
zelschappeD. Den Burg is het middel
punt van geestesbeschaving (Zeevaart
school, school voor meer uitgebreid
lager onderwijs, arrondissements- en
nutsbibliotheek.) Dat bijna alle dorpen
zieken- on begrafenisfondsen bezitten,
is reeds gemold.
Tot de meest gewone volksver
maken behooren 1. het St. Nicolaas-
feest, 2. het branden van den Mei
blits, 3. de kermis.
In den kermistijd, reden voorheen
de „paren" de verschillende dorpen
rond om ten slotte den dag met
„dans" te eindigen. Deze gewoonte
slyt meer en meer uit. De kermis
wordt gehouden te den Burg en
vangt aan op den laatsten Maandag
van Juni.
Thans het St. Nicolaasfeest. Dit
ia een echt Texelsch vermaak'I is,
als 't ware, een blijspel in 4 be
drijven.
in onze zich steeds uitbreidende ge
meente, met weinig personeel, verre
van licht is. Vooral ook, waar wij
over onze „openbare ordebewaarders"
lang niet hebben te klagenmaar
dit neemt niet weg dat u dient te
onderzoeken of uwe voorstelling, ge
geven in bedoeld „kijkje", de juiste
is geweest.
Een bewoner van de Weststraat.
O Wij kunnen den inzender van
bovenstaand ingezonden stukje ver
zekeren, dat hier volstrekt niet ge
schreven is onder den indruk van
mededeelingen door den agent, die
we in ons „Kijkje" aan het slot als
een „verstandige" hebben laten heen
gaan. En dat wij inzage hebben ge
nomen van het politie-rapport is
slechts een vermoeden van u, waarde
heer, en deze veronderstelling zegt
ons tevens duidelijk genoeg, dat u
heelemaal niet op de hoogte is met
den toestand bij de politie hier ter
stede, want de plaatselijke pers be
hoeft niet bij haar aan te kloppen
om nieuwtjes. Ons vensterglas was
dien Zaterdagmiddag toevallig zeer
helder. Of wij het gevalletje wul of
niet persoonlijk hebben meegemaakt,
is ónze zaak, doch het feit is precies
weergegeven, weet u, al waren de
„giegelende spruiten" volwassen per
sonen. Wij hebben geen reden om
een nader onderzoek in to stellen,
maar indien uw vrouw - voor wie
u gedwee de pen opneemt niet
heeft gezegd aan het adres der poiitie
wat wij schreven, welnu, laat zij
dan, die er mans genoeg voor is,
zelf verklaren hoe de kwestie zich
ditn heeft toegedragen en laat zij
dan ook tevens eens wat jc noemt
„met zwart op wit" mededeelen „de
manier waarop de bedoelde agent
heeft gehandeld en over zijn optreden",
dat u - volgens uw schrijven aan
onze redactie noodzaakt om te
protesteeren. Daaruit zal dan wel
blijken of wij een juiste voorstelling
hebben gegeven.
Ingezonden Mededeeling.
Een der voornaamste verschijnse
len tot bet herkennen van aandoenin
gen der nieren en blaas levert ons
de verandering in het uitzicht der
urine. Het water kan troebel zijn,
donkergekleurd, en bij staan een be
zinksel achterlaten, hetzij wit of rood
(gelijkend op stof van baksteen). Deze
verschijnselen wijzen op overvloed
van urinezuur in het bloed en vormen
de oorzaak van rheumatiek, jicht,
niersteen.
Overvloedige urineafschoiding, uri
ne helder als water, schuimend, eiwit
houdend, wijzen op aandoeningen der
nieren, welke reeds ver gevorderd
kunnen zijn.
Voortdurende aandrang, vooral 's
nachts, met branderig gevoel, wijst
op aandoeningen der blaas onunne-
leiders. Ook kan druppelsgewijze
loozing en zelfs verstopping der urine
optreden, en de urine kan bloed be
vatten, zand of steentjes.
Alle bovengenoemde verschijnselen
duiden ernstige ziekten dor nieren
en blaas aan, niet alleen door de ellen
de, die zij met zich brengen, doch
ook door hetgeen u verder te wachten
staat.
FoBter's Rugpijn Nieren Pillen zyn
een speciaal geneesmiddel voor deze
kwalen. Zij bewerken, dat dc nieren
de urinestof, het urinezuur cn het
overtollige water uit het blood af
voeren, herstellen zoodoende de ge
regelde urineloozing en nemen don
oorsprong van uw ziekte weg.
Te Den Helder verkrijgbaar bij de
Fa. De Bie—Biersteker, Keizerstr. 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel a f 1.75 voor één, of f 10.
voor zes doozeu.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (52)
le bedrijf, van 's morgens 6 tot 9
uur voormiddags van den St. Nico
laasdag. Hoorn muziek en Optocht.
De schooljeugd, gewapend met reus
achtige koehoorns, trekt in optocht
blazende door het dorp. Geweldige
schok. Iedereen ontwaakt.
2e bedrijf, van 3 uur's namiddags
tot 5 a 6 uur. Optocht van gemaskerde
meiqjes eu knapen, gevolgd door
andere kinderen in gewone kleeding.
Het geheele dorp geraakt in opschud
ding, vele nieuwsgierigen begeven
zich op de straat; eene kijklustige
menigte vertoont zich in de deuren
en voor de ramen der huizen.
3e bedrijf, van 6 tot 10 uur 's na
middags. „St. Nicolaas" of „Sinter
klaas" verschijnt. Het is een ge
maskerd persoon, gewapend met oen
heidebezem in de handen en een
ketting aan den eenen voet. In vollen
draf snelt hij de straten door en
veegt „alle klein volk" van de straat.
De kinderen vluchteu huiswaarts,
bevreeBd voor den „straatveger". Nu
verschijnen ouderen, (zelfs gehuwde
mannen en vrouwen) jongelingen on
maagden gemaskerd op straat.. Zij
gaan huis in, huis uit, nu eens in
troepjes, dan weer alleen. In de
meeste huizen worden deze bezoekers
getrakteerd op chocolade, koek onz.
Niet zelden ziet men gemaskerde
paren en groepen.
{Wordt vervolgd.)