Queen Anne Meubelen,
In woede ontstoken
A. Klopper Zonen
Firma DE DIE BIERSTEKER,
Thee E. Brandsma
Blijvend Resultaat
Fa.S.A. KANNEWASSER
i ZONEN,
El WITST AAL
bij A.WIERINGA,
Thee
NatuurvJollen
Ondergoederen
DAMES, HEEREN en KINDEREN.
Meubelfabriek
Loodsgracht 69.
AMSTERDAMSCHE
MIJ VAM LEVENSVERZEKERING.
Vergiftigde Levens.
Totitieman zegt tot zijn urouuj
lüat poetst dat d'.rclciC ivondergauai.
Wie 12 verschillende ABC-advertentiën uitknipt enaan de „ERDAL"-fabriek, Amster
dam, (met 5 cent port) inzendt, ontvangt gratis de geheele serie artistieke Sluitzegels.
dreigde een bootwerker alles kort en
klein te slaan, toen hy ontdekte, dat
men hem inplaats van Geöézalf tegen
eelt eo likdoorns, waardelooze namaak
verkocht had. Gedézalf is a 30 cent.
verkr. bij de voornaamste Drogisten.
SPOORSTRAAT Nr. 120.
R. M. IS
onovertroffen van kwaliteit en zeer
waterhoudend, 70, 80, 90 en 100
cent per pond.
Pakjes van >/2 - 1 2l/s ons.
In het oude Victualiehuis.
R. MAALSTEED, Oijkstraat 22, Helder
Wederverkoopers provisie.
ondervindt inen bij het gebruik van
Dr. LAPPONFs-Zenuwhoofdpijn-pas-
tilles. Zij, die jarenlang aspirin of
phenacetin slikten, zonder blijvend
succes, genezen radicaal door het
gebruik van Dr. LAPPONI Zenuw
hoofdpijnpastilles. Prfla p. fl. fO.75,
proefbusjes 25 ets. Verkrijgbaar bij
DE BIE—Biersteker, Keizerstr. 93.
DE
VAN
Jansen &Tilanus
FRIEZENVEEN.
Verkrijgbaar bij:
KANAALWEG 148-149,
ZUIDSTRAAT 82,
in alla qualitaitan en maten voor
Geïllustreerde Prijscourant
gratis verkrijgbaar.
Diners
worden dagelijks aanhuis bezorgd.
Bestellingen 's morgens voor 12
uur aan het van ouds bekend
KOOKHUIS OIJKSTRAAT 13.
Beleefd aanbevelend,
A. DOL.
Speciaal adres
voor OVERHEMDEN naar maat.
OVERHEMDEN met piqué borst
f 2.75, prima kwaliteit.
in MAHONIE- en EIKENHOUT
voor Salon en Huiskamer.
is het neusje
van de Zalm.
KEIZERSTRAAT 93, HELDER.
Texel: A. Wuis, C. C. Rijf, P. Kiel, Daalder, J. P. Dros, D. Kuiter,
Wed. Blom, P. Brouwer. Wieringen N. Omes, M. Gorter. Juliana-
dorp: M. Noot. Anna Paulowna: Neuvel en A. Wiggers. 't Zand:
G. A. de Wit. Oodeslois: G. v. Doorn. Schagen: Rotgans en Purmer.
Breezand: G. Borst. Helder: D. Bruin v/h. Balgkanaal.
Vraagt Uwen Winkelier
Voor 's morgens, 's middags, 's avonds.
AMSTERDAM. KEIZERSGRACHT 547-549.
BIJKANTOOR VOOR NED.-INDIË
SOERABAJA SOCIETEITSTRAAT.
GUNSTIGE VOORWAARDEN. CONCURREERENDE TARIEVEN.
INLICHTINGEN VERSTREKT OAARHE HERMAN NYPELS, HELDER.
P. KIKKERT ZONEN.
GRAND HOTEL „TEXEL'
Eigen Stalhouderij
en verhuurinrichting van Automobielen.
Telefoon 7 en 15.
INGEZONDEN.
Volkszang.
De plaatselijke afdeeling dei- Maat
schappij tot Bevordering der Toon
kunst heeft succes gehad met het
initiatief te nemen tot het oprichten
van eene vueeniging voor den volks
zang. Wat het voorloopige comité
de vorige week in eene vergadering
had besloten was niet bekend, doch
het resultaat was eene algemeene
vergadering op Donderdag 23 Juli in
Bellevue, waarbij vele bestuursleden
van volksvereenigingen en andere
personen van invloed waren uitge-
noodigd.
Iu deze zeer druk bezochte ver
gadering bracht het comité, bij monde
van den heer Stumphius, verslag uit,
voornamelijk behandelende de ver
schillende middelen, welke kunnen
worden aangewend om het doel te
bereiken waarover later. Hierna
werd de vraag gesteld, of men ge
negen was tot het oprichten van
eene Vereeniging tot Veredeling van
den Volkszang. Na algemeen toe
stemmend antwoord, deelde de voor
zitter namens het comité mede, dat
dit hiermede zijne taak als voltooid
beschouwde en dat men nu kon
overgaan tot het kiezen van een
definitief bestuur der thans opgerichte
vereeniging. Dit bestuur, dat daarna
de functien bij onderlinge schikking
verdeelde, bestaat uit de H.H.Jos.
M. C. Haak voorzitter, W. de Boer
secretaris, J. Blom penningmeester
en H. P. Baak, J. Baert, J. Delgorge
en Joh. van Scheyen leden, terwijl
de heer A. J. C. Mooy als directeur
en technisch adviseur zal optreden.
De jonge vereeniging, die voorzeker
ieders sympathie zal wegdragen, wil
trachten haar doel geleidelijk- en zon
der de minste pressie te bereiken en
wel in de eerste plaats door het
Nederlandsche lied bekend te doen
worden. Waarom toch worden in
vele dorpen wel goede liederen ge
zongen, en hoort men deze in do
straten van groote plaatsen weinig
of nooit? Omdat het lied op de dorps
school geleerd zonder stoornis tot in
huis wordt gebracht en meestal op
dien zelfden dag in vele huisgezinnen,
voor vele huizen en tuinen wordt
gezongen, terwijl in groote steden
reeds tien pas buiten de school het
muzikale geheugen op een zware
proef wordt gesteld door een straat
orgel beschouwingen houdende over
„Het hoedje van Manus"of door een
gramophoon jankende over „Een
hengel in den hand". Wanneer er
echter een krachtig streven is om
door muziekkorpsen, openlucht zang
koren, zelfs door gramophoon en
draaiorgels gezonde Hollandsche lie
deren als Michiel de Ruyter, De Ne
derlandsche Vlag en dergelijke bekend
te maken, dan zal er eeno groote stap
in de goede richting zijn gedaan om
de spes patriae zonder onze bengels
direct tot brave Hendrikken te trans-
formeeren smaak in goede liederen
te doen krijgen.
De nieuwe vereeniging nu wil,
behalve het zangonderwijs aan de
jeugd krachtig te steunen, ook de
volwassenen muzikaal ontwikkelen
en tracht dit te bereiken door bij
openbare muziekuitvoeringen de me
lodieën van flinke Hollandsche liederen
te doen hooren, den tekst dezer
liederen verkrijgbaar te 3tellen en nu
en dan zangvereenigingen uittenoo-
digen dezen te vertolken, waarna ten
slotte, nadat men gehoord heeft hoe
mooi onze liederen zijn en hoe deze
moeten worden gezongen, de be
staande vereenigingen de kern zullen
vormen van een groot koor uit en
dooi- het volk. Hierdoor zal het
Nederlandsche lied de bekendheid
krijgen die het verdient en wanneer
dan van den Dollart tot de Schelde,
van Hollands noordpunt tot de mer
gelgroeven in Maastricht de schoone,
vaderlandsche liederen algemeen
worden gezongen, dan zal het doel
bereikt zijn van de
Vereeniging tot Veredeling
van den Volkszang.
José Crochettos.
OPEN BRIEF
aan den schrijver van „Kijkjes uit
mijn venster", voorkomende in de
Heldersche Courant van Donderdag
23 Juli 1914.
Geachte Heer.
Het zij mij vergund, u dank te
zeggen voor uwe mededeeling van
de wijze waarop de goedgeloovige
menigte er nog steeds invliegt bij
heeren zwendelaars in huwelijks
zaken.
Hot deed mij werkelijk goed, te
zien dat de pers het publiek op deze
wijze inlicht, zooiets moest veel meer
gebeuren.
Mijn goede luim werd echter totaal
bedorven toen ik, in diezelfde courant
waarin uwe waarschuwing voorkwam,
evenals zoovele andere keeren, weer
moest lezen onder de rubriek „Inge
zonden mededeelingen" de heilzame
werking voor degene die aan de maag
lijden door de nog meer heil aan
brengende Pink Pillen a fl.75 per
doos verkrijgbaar enz. Ik miste, zeer
tot mijn spijt, een portret van de
een of andere juffrouw, waaronder
de altijd unisono klinkende verklaring
dat „zij" of „hij" na jarenlang lijden,
na het gebruik van enkele doozen
radicaal was genezen. Blijkt het dan
eens bij nader onderzoek dat die „zij"
of „hij" heelemaal niet bestaan of
reeds het tijdelijke met het eeuwige
hebben verwisseld, dank zij de heil
zame werking der nooit volprezen
Pink Pillen, dan toch nog is de
kwakzalver met zijne helpers er het
beste bij gevaren.
Tot overmaat van rampen las ik
bovendien nog steeds in diezelfde
courant op de laatste pagina eene
advertentie, waarin naar het heette,
duizenden lijders aan hoofdpijn wer
den genezen door het gebruik van
Dr.Lapponi's zenuwhoofdpijnpastilles.
Kijk geachte „Kijkjesschrijver" toen
ik dit alles zoo las, merkte ik direct
dat u op een bovenhuis woont, hier
door toch is hot te verklaren, dat u
bij het kijken uit uw venster niet
ziet wat er voor uw eigen deur ge
schiet doch wel bij uwen buurman.
Het oud Hollandsche spreekwoord
van „splinter en balk" blijkt altijd
nog wel van toepassing te zijn.
Het moge voor oude trouwlustige
vrijgezellen minder aangenaam zijn
wanneer zij door handige oplichters
op de hak worden genomen instede
van in een behoorlijk uitgerust huwe
lijksbootje te worden geloodst, doch
het is m. i. veel gevaarlijker aan
kwakzalversreclameartikelen zijn ooi-
te leenen en den geneesheer voorbij
te loopen; hierdoor raakt mon niet
alleen zijn geld, doch ook in vele
gevallen zijn gezondheid kwijt.
Dat kwakzalvers, trots herhaalde
waarschuwingen aan het publiek, zeer
goede zaken maken, bewijzen de in
vele bladen voorkomende ellenlange
advertenties en de niet minder kost
bare reclame, die jaar en dag maar
steeds weer worden gemaakt voor
Pink Pillen, Nierpillen, Abdijsiroop
(afkomstig uit het onbekende Klooster
Sar.cta Paulo) enz. De Sambuit-zalf
is gelukkig even spoedig verdwenen
als ze is opgekomen.
Het bovenstaande resumeerende,
heb ik de eer u beleefd te verzoeken
t.z.t. van uit uw zolderraampje ook
eens deze dingen goed te observeeren
en naar bevind van zaken het publiek
voor een en ander te waarschuwen.
Het zal u ongetwijfeld evengoed
als mij bekend zijn dat juist zij, die
het minst kunnen missen, door een
geheel misplaatst vertrouwen in
kwakzalversartikelen, het meest aan
deze parasieten afdokken.
Met beleefden groet,
B. Heringa,
Schrijver-majoor Marine-Hospitaal.
Helder, 24 Juli 1914.
KIJKJES UIT MIJN VENSTER.
Ook een brief je zonder
omslag.
Q Met buitengewoon veel aandacht
namen we kennis van den „Open
Brief' aan ons gericht.
Het spreekwoord: Keulen en Aken
zijn niet op één dag gebouwd, lijkt
vreeselijk antiek. Maar we willen
gaarne de een of andere goede raad
geving in ons laadje leggen, om er
bij gelegenheid daadwerkelijk gebruik
van te maken. Waarlijk, er zijn wel
minderwaardiger onderwerpen be
handeld.
Over de zoogenaamde belangrijke
gedane ontdekkingen of vindingen
op medisch gebied, door lui die zich
inspannen om je gezondheid en je
boddy te beveiligen over de vele
verbazingwekkende,nooit mogelijk
geachte radicale genezingen door
allerlei verdachte medicamenten
over de oude en nieuwe kwakzalvers
middeltjes die meestal de tot nu toe
voor ongeneeslijk geldende ziekten
en kwalen prachtig herstelden
over deze dikwijls opbeurende lectuur
in de bladen kan wel eens een pittig
woordje geschreven worden.
Ik zeg: opbeurende lectuur.
De menschheid kan tegenwoordig
met hoe langer hoe meer gerustheid
de toekomst tegemoet gaan, dank zij
degenen, die knap en kranig en on
vermoeid voor het lijdende volk
werken geheel op eigen houtje,
buiten de échte wetenschap, de
gestudeerde dokters en de geleerde
professoren om.
Ik las dezer dagen nog het feit,
dat het een man te Philadelphia,
Mr. Teddy Sendwich, gelukt is,
iemands maag, welke niet al te best
meer deugde, te amputeeren en den
patiënt in plaats van dat weggenomen
orgaan 'n maag van een 'k weet
niet precies meer wélk dier aan
te naaien, welke operatieve manipu
latie met het beste succes is bekroond.
Geen heerlijke uitkomst?
En dan moet je weten, dat die
Mr. Teddy Sendwich een gelukzoeker,
een kwakzalver is.
Maar deze ontdekking op chirurgisch
gebied is nog kinderwerk bij hetgeen
een andere Amerikaan in de stad
New-York vertoont. Deze heeft zich
daar als wonderdokter gevestigd, en
om te zorgen dat zijn zaakje weldra
bloeit, maakt hij dagelijks per adver
tentie bekend: prima levers a, zoo
veel, (bij groote afname flink rabat)
stellen goede longen (voor oud, buiten
gewoon koopje); een zoo goed als
nieuw, bijna niet gebruikt hart; ge
zonde, goed fiinctionneerende nieren,
per stuk of per paar; bloedvaten,
spieren, zenuwen in groote voorraad
voorhanden, doch alleen bij 't gros
verkrijgbaar, enz., enz. De man, een
benijdenswaardige handelsgeest eigen
gaat al een stapje verder en stelt in
de Vereenigde Staten overal make
laars aan in menschelijke organen.
Door dezen tusschenhandel kan je
krijgen: strottenhoofden, blindedar
men, adamsappels, buikvliezen, mil
ten, galblazen, endeldarmen, al vleesch-
klieren, slagaders, trommelvliezen,
enz., enz.
Stel, dat er een tak van deze
medische industrie vandaag of morgen
naar Holland komt hoe gemakkelijk
zyn we dan te helpen!
Dan hoor je van de oprichting van
een groot- en kleinhandel in die
artikels, n.1. te Amsterdam, Rotter
dam, Utrecht, Haarlem, Alkmaar en
wellicht Den Helder. Dan hoor je
van ondernemingen, die zich toeleggen
op de leverantie van bepaalde prima
organen en lichaamsdeelen.Dan krijgen
we een Maatschappij tot het verrichten
van chirurgische werken, een N.V.
tot het onzichtbaar herstellen van
aangedane longen, een luchtpijpen-
fabriek, een hersencultuurmaatschap-
pij, een oogappelsmaatschappij, enz.
enz. Doch daarmee zijn we lang niet
aan 't einde. Ook de allerarmsten
onzer medemenschen, die van het
een en ander willen profiteereu en
geen duiten genoeg hebben, zullen
hiertoe al spoedig in de gelegenheid
worden gestelddan komen er han
dige zakenlui, die verhuurkantoren
oprichten, waar je voor korten of
langen tijd tegen een gering prijsje
die organen kan huren. Ga eens na,
wolk een nut dit kan stichten. B.v.
iemand met een zwakke maag is
uitgenoodigd voor een royaal diner.
Om zich nu eens flink te goed te
doen, huurt hij voor dien dag een
prima boeren-arbeidersmaag met toe-
behooren. Of een ernstiger geval
een gemeenteraadslid moet vóór de
verkiezing uitmunten in welsprekend
heid, maar noch zijn stembanden,
noch zijn tong zijn hiervoor inge
richt. Geen nood dan. Voor den duur
der campagne huurt h(j een speciaal
mond- en keel-binnenwerk en alles
is in orde.
Ik durf niet verder in de toekomst
kijken, maarhet is niet onmogelijk
dat we het een en ander in Neder
land zullen beleven. We hebben toch
meer wonderlijke zaakjes uit den
vreemde in ons gastvrij land zien
oprichten
Er is een tijd geweest dat dr.
Sanden,de man uit de Damstraat te
Amsterdam, zich daar neerzette om
met duivelenslimheid zijn electrische
gordels in Nederland te verkoopeu.
Wie heugt zich niét de walgelijke
reclameplaten in de couranten, het
beeld èn het woord om de menschen
met kwalen en gebreken te verlok
ken? Honderden heeft hij er ver
kocht aan hen die hunkerden om
hun abnormaal gestel wat op te
knappen en toen de oogen van het
bedrogen, publiek goed open gingen,
de winstgevende zaak ten slotte niet
meer wilde en vóór dr. Sanden zijn
hielen lichtte, deed hij alles om
van die prullen af te komen. Elec
trische banden van f 100. werden
aangeboden voor f75.—, toen voor
f50. later voor f25.— en eindelijk
voor f 10. Hier wonen burgers die
zulke banden bezitten en van wie
ik dat gescharrel weet en die gefopte
Nieuwediepers hebben mij verklaard
dat zij er nóóit een gewenscht resul
taat van hebben gehad en dat zij
nu hun leergeld betreuren. Door
schade moeten sommige goedge-
loovigen wijs worden.
Dr. Sanden is reeds een heel tijdje
met de noorderzon vertrokken ener
zijn weer anderen in zijn plaats ge
komen om te speculeeren op het
lichaamslijden van beklagenswaar-
digen.
Alle menschenvrienden zijn ver
plicht hun medemenschèn op de in
den regel schoonklinkende, maar
valsche hulp van deze en van andere
geweten loozo klanten opmerkzaam
te maken en ik wil hieraan met
geestdrift meedoen. Maar de waarlijk
lijdende mensch is niet zoo gauw te
overtuigen. Zij, wier toestand letter
lijk tot wanhoop brengt, probeeren
alles vaak in stilte, zonder dat
de huisdokter, die geen raad meer
weet, er iets van verneemt. Som
mige ernstige zieken, door genees-
heeren reeds opgegeven of niet tot
geheele beterschap gebracht, hebben
nog hoop op herstel, doen eigenwijs
het uiterste, laten kwakzalvers komen,
slikken in wat door kennissen of
vrienden wordt verzonnen en ge
prezen en men neemt zijn toevlucht
tot de middelen die opgeschroefd en
verleidelijk gepubliceerd staan. De
longteringlijder, zelfs in het laatste
tijdperk der ziekte, hoopt - hij hoopt
op de lente, op den zomer, op den
herfst, op den winter en ik ken van
deze ongelukkigen, die in hun
treurigen en helaas verloren toestand
het leven dan toch maar trachten te
rekken met - kwakzalversmiddeltjes.
Zoo iemand bij mij in de buurt heeft
veel geld uitgegeven aan den dokter,
is bij den professor geweest, bij De
Haas te Zoeterwoude, bij een Slaap
ster te Rotterdam, bij een Boertje te
Staphorst, bij een Wonder-dokter te
Haarlem niets hielp. Toen begon
hij met allerlei pillen, met kruiden
van een schoenlapper-dokter te Lim
burg, met abdijsiroop, met eiwitstaai,
met pillen en poeders van Engelsche,
Duitsche en Ameribaansche vinding.
Eq nu ik hem Zaterdag jl. toevallig
sprak en vroeg hoe het ging, zei hij
moedeloos: slécht het heeft mij
zoowat tweehonderd gulden gekost,
maar nu ben ik ten einde raad en
ik kan morgen niet eens naar de
kerk want m'n Zondagsche pak staat
bij Oome Jan.
Dit is één staaltje van een per
soon, die alles offerde om zich te
doen herstellen. En dat men alleen
onder den armen en eenvoudigen
stand menschen treft die aldus wagen
om zichzelf te redden, moeten we
maar niet gelooven. Een plaats
genoot, die ik heel goed ken en die
het financieel best doen kan en wiens
lijden al een paar jaar duurt, wil
noch met een dokter noch met een
professor iets te doen hebben hij
„loopt hoog" met kwakzalvers van
buiten en hij heeft alle kwakzalvers
middelen gebruikt die Engelsclien,
Duitsohers, Franschen en Amerikanen
in Holland populair pogen temaken
on wanneer je hem de kosten hoort
noemen van alles bij elkaar, dan is
het verschrikkelijk.
Doe maar eens wat om dit pu
bliek te waarschuwen tegen verkeer
de medicamenten.
Er bestaan van die middelen in
menigte en ze zijn eerst door velen
verworpen nadat 5f hunne nutteloos
heid uf zelfs hunne schadelijkheid
gebleken was. Niettemin, als er weer
eens zoo'n nieuw geneesmiddel in
plaats kwam, dan ging een gejuich
op van blijde hoop onder de lijders
die tevergeefs terugzoeken den ver
loren schat die zij betreurende ge
zondheid.
Het pad van de praktijk is vol
distelen en doornen en het schijnt
wel of de menschen alleen dan luiste
ren wanneer ze door het gebruik van
schadelijke kwakzalversmiddelen to
taal geen baat kregen en zelfs onher
stelbaar ongelukkig werden, zoodai.
men ze ten slotte veroordeelde als
zeer gevaarlijk. Er zijn ziekelijke
menschen, die zich niet aan het ver
stand laten brengen hoeveel geld ze
weggooien aan die middelen, welke
bovendien onheil kunnen aanrichten.
Er zijn menschen, die geen gelegen
heid aangrijpen om zich te doen
raden voor een deskundige behande
ling waarvan zij gezegende gevolgen
kunnen oogsten. Herhaalde malen is
het publiek reeds gewaarschuwd en
wel door mannen die op dit terrein
diepgaande studiën maakten. Doch
deze lieden erkennen zelf dat het
slechts lapmiddelen zijn in de prak-
lijk. Nee, wij hebben wetten noodig
wetten van den Staat, die voor
altijd onschadelijk maken het geknoei
en bedrog van individuen wij
hebben wetten noodig die ten op
zichte van de schadelijke kwakzalvers
middelen ons volkomen beschermen
en behoeden voor zwendel en gevaar.
Zij„Geloof j(j, Frans, dat het „uit
het oog uit het hart" is?"
Hy: „Wel neen, draai het gas maar
uit, dan zal ik je het tegendeel be
wijzen."
In het restaurant.
Neef (die zijn oom van 't land in
eene deftige restauratie brengt):
„Kijk oom, ik druk op dezen knop
en bestel."
Oom: „En dan?"
Neef: „Dan drukt u op dezen knop
en betaalt."
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.
47)
„Noem mij liever in eens eene
ronde som, waarvoor ik m(jne brie
ven terug kan koopen."
„Nu verbaast gij mij toch. Meent g(j
dan dat ik zoo weinig waarde zou
hechten aan die kleine bewijzen uwer
vriendschap? Neen, mijn beste baron,
zoolang gij zaken drijft, en ik ben
overtuigd dat dit uw leven lang zal
voortduren, wensch ik uwe trouwe
compagnon te zijn."
„Dat niet! Ik wil het niet!" riep
Emmanuel de Josach uit, „en nie
mand kan mij daartoe dwingen."
„Daarin hebt gij gelijk. Tot spoe
dig dus en aangename wandeling."
Hij wendde zich doodbedaaard om,
en wilde zich verwijderen. Maar de
bankier hield hem terug.
,Waar gaat gij heen?" vroeg h(j
op gesmooorden toon.
„Naar graaf Karei de Suez."
„Waartoe?"
„Hem aantoonen hoe belangeloos
uwe diensten tot dusverre waren.
Welk eene beuzeling bij voorbeeld
gij geëischt hebt voor de vervalsching
der photographieën. Oik weet wel de
photograaf vroeg ook z'n aandeel, maar
g(j hebt alleen de rekening geschreven
en ze bedroeg geen kleinigheid."
HoeGij weet
„Ik weet genoeg om u voortaan,
des verkiezende, een kosteloos ver
blijf in een van 's lands gebouwen
te verschaffen. Bepaal dus zelf maar
wat gij wilt."
„Het is wel, gij zult een aandeel
in mijne winsten hebben," klonk het
nauwelijks hoorbaar."
„De helft, geen cent minder, en ik
zal daartoe al uwe inkomsten na
moeten zien."
„Het zij zoo, de helft."
„Dan ben ik voldaan, en heb ik
de eer u te groeten. Zoodra ik u
noodig heb zal ik b(j u komen. Tot
zoolang vaarwel."
En hij verwijderde zich, met den
bedaarden tred van iemand die zich
meester gevoelt over het lot en do
omstandigheden.
Emmanuel de Josach, daarentegen,
spoedde zich huiswaarts met eene
uitdrukking yoI wanhoop op het ge
laat. Zou hij dan, gelijk de ellende
ling het hem voorspeld had, tot het
eind zijner dagen, aan zyne wet
onderworpen blijven Neen, dat was
onhoudbaar, hij zou nooit in staat
zijn het te dragen en krankzinnig
worden onder dien voortdurenden
angst, want vroeg of laat zou de
dokter zich toch als een verrader
tegen hem keerenhij gevoelde dat
en hij herinnerde zich daarbij een
verhaal dat men omtrent Cornelis
Hartt vertelde. Toen hy in Amerika
was gekomen, had hij aldaar een
zijner vroegere stadgenooten herkend,
een man die jaren te voren, in een
oogenblik van jeugdigen waanzin, de
kas waarover hij gesteld was had
bestolen. Hij was naar de Nieuwe
Wereld gevlucht en had aldaar, door
berouw aangegrepen; een nieuw leven
van eerlijke en hardnekkigen arbeid
begonnen. Niet alleen had hij zijne
eerste verdiensten gebruikt om het
ontvreemde, plus de renten, terug te
zenden, maar hij poogde overal in
het verborgen wel te doen, als hoop
te hij daarmede het verleden uit te
wisschen. De fortuin had hem be
gunstigd, en hij was reeds een ver
mogend man, toen de gewezen apo-
thekersleering in Amerika aankwam
Op zekeren avond meldde hij zich
bij hem aan en zeide hem herkend
te hebben. Indien h(j zijne anteceden
ten in een der groote dagbladen mede
deelde, was bij verloren, maar dat
zou Cornelis Hartt oprecht leed doen,
en hij stemde er dus in toe hot stil
zwijgen te- bewaren tegen eene bil
lijke vergoeding zijner bescheiden
heid.
De ongelukkige was buiten zich-
zeiven van angst. Hoeook al mocht
men twaalf jaren lang getracht heb
ben zich op te heffen van een val
en te herstellen wat slechts te her
stellen viel, nooit zoumen de dwaas
heid zijner jeugd te niet kunnen
doen! Hij wilde tot eiken prys de
eer zijner vrouw en kinderen redden
en gaf zijn bezoeker wat hij slechts
vroeg.
De avonturier haastte zich die
som in eene winstgevende zaak te
steken, maar hij bleef den schijn aan
nemen doodarm te zijn en zes maan
den later meldde hij zich opnieuw
bij zijn stadgenoot aan, om hem te
zeggen dat hij ten prooi was aan
zulk eene ellende, dat hij nogmaals
gedwongen was een beroep op zyn
beurs te doen.
Van dat uur af werd hij zijn bloed
zuiger, ontnam hij hem langzamer
hand alles wat hij verdiend had. De
rampzallige man verloor het hoofd,
onder die voortdurende bedreiging;
zijne zaken werden door hem ver
waarloosd; hij was buiten staat
nieuwe ondernemingen op touw te
zetten, en de dag brak aan, waarop
h(j zijn beul bekennen moest niet
langer aan zijne eischen te kunnen
voldoen. Cornelis Hartt weigerde hem
te gelooven, maar toen zijn slachtof
fer zijne boeken voor hem had open
gelegd en hij daaruit duidelijk ge
zien had dat de man niet overdreef,
nam hij afscheid van hem en wreek
te zich over hetgeen hij zijne „teleur
stelling" noemde, door denzelfden
avond eenige regelen betreffende het
verleden van zijn landgenoot in de
couranten te doen opnemen. Nauwe
lijks was een dier bladen den wan
hopige in handelen gekomen, of hij,
die zelfs nooit den moed had gehad
het geheim zijns levens aan zijne
vrouw toe te vertrouwen, begaf zich
naar zijn kantoor en verliet het land.
Hij had de kracht gemist voor zijne
echtgenoote en kinderen te blozen.
Emmanuel de Josach had vroeger
gemeend' dat alleen de wangunst dit
verhaal omtrent den schatrijken dok
ter in omloop had gebracht. Thans
echter begreep hij dat Hartt's ver
mogen geen anderen grondslag had
gehad, en dat hij voort zou gaan ook
hem tot het eind toe uit zuigen.
„Indien men de wereld van zulk
een ondier verloste," mompelde hij,
„zou men een weldaad doen.
Het was in deze stemming dat hij
zijne villa bereikte en, voor het hek
daarvan staande werd aangehouden
door een man, met ingezonken wan
gen, holle oogen en vernieten klee
ding, maar die toch blijkbaar niet.
tot het volk behoorde. De onbekende
nam den ronden, vilten hoed van het
hoofd en zeide op ontmoedigen toon
„Vergeef mij u hier opgewacht te
hebben, baron; maar de bediende
wilde mij in uwe afwezigheid niet
binnenlaten."
De bankier zag hem verstoord aan.
„Had gij mij dan te spreken?"
vroeg hij kortaf.
„Ja, mijnheer, over eene belang
rijke uitvinding."
„Dat spijt mij; want ik heb geen
oogenblik tijd heden. Kom morgen
terug."
De vreemdsoortige bezoeker draai
de verlegen den in de handen rond.
„Het is waar, baron," antwoordde
hij met neergeslagen oogen, „dat ik
morgen niet wëër zou kunnen ko
men. Ik zou dood zijn van den hon
ger. Het is vier dagen geledon dat
ik iets gegeten heb."
De bankier, die in alle omstandig
heden gaarne voor een monschlie-
vend man doorging, tastte in den
zak en haalde er een zilverstuk uit
te voorschijn.
„Ziehier," sprak hij. „Gij zult hier
mee gemakkelijk tot morgen avond
kunnen rondkomen."
Maar de vreemdeling wees met
trotsch gebaar het geld af.
„Neen, mijnheer," zeide hij, „niet
vóórdat gij mij aangehoord hebt. Zoo
ik u kan overtuigen van het gewicht
m(jner ontdekking en gij wilt er mij,
tegen een aandeel in de verdiensten,
het noodige geld op voorschieten om
de zaak te exploiteeren, dan is het
wat anders; maar tot zoolang zou
het een aalmoes zijn en ik sterf lie-
ver dan iets aan te nemen."
„Nu, in vredesnaam dan: volg
mij doch wees zoo kort mogelijk,
want ik heb maar een kwartier aan
u af te staan.
De financier was lang niet altijd
zoo bereid een onbekende aan te hoo
ren; maar hy wist zelf niet waar
om, de man had iets in zijn uiter
lijk dat hem trof. Indien hij eens
werkelijk een geniale uitvinding bad
gedaan, zou dat misschien opwegen
tegen de eischen van Cornelis Hartt.
Hij geleide hem dus zijn studeer
vertrek binnen en schoof hem een
stoel toe.
„Spreek," zeide hij daarop, „luis
ter."
„Mijnheer," begon de onbekgnde,
„Ik ben geen gewoon bedelaar. M(jn
vader was de heer van ons dorp, en
wij behooren tot een oud adelljk ge
slacht. Ik was, evenals mijne broe
ders, voor hot leger bestemd; maar
dat vooruitzicht trok mij bitter wei
nig aan. Heel den dag door, hield
ik mij bezig met natuurkunde en
dergelijke wetenschappen, en zou
het daarin misschien vergebracht
hebben, zoo mijn vader dat niet als
een oneer voor onze familie had be
schouwd. Een Lussac die leeraar zou
worden, al mocht hij ook ooit tot
professor opklimmen scheen hem iets
monsterachtigs toe. Ik werd dus of
ficier, en sleet mijne dagen in eeno
kleine garnizoensplaats, waar ik van
verveling dreigde om te komen, toen
myn vader stierf en mij een vrij aan
zienlijk erfdeel naliet. Behoef ik u
wel te zeggen dat ik onmiddelijk
mijn ontslag indiende, en mij nog
uitsluitend aan mijne geliefkoosde
studies overgaf.
Enkele weken later reeds was ik op
het spoor eener grootsche ontdekking.
Ik wilde namelijk een preparaat vin
den waardoor de spiegels van een
vertrek voor eeuwig het levensgroot
beeld zouden kunnen behouden dei-
personen die daarvoor gestaan had
den. Bedenk slechts van hoeveel
waarde dit zijn voor al degenen die
iemand liefhadden en hem voor al
tijd zouden kunnen aanschouwen, ge
lijk hij hun een oogenblik verscho
nen was. De photographie met hare
stijve, kleine poppetjes zou daarnaast
geheel en al verbleeken."
„Inderdaad, het denkbeeld was zeer
gelukkig," sprak zijn toehoorder na
denkend. „maar hebt g(j het wel uit
voerbaar bevonden
(Wordt vervolgd.)