DE WIT's VERF. Heldersche Courant C. TROOST CHEF KREUGER HZN Acrobaten, Socialisten, „Ons Belang". „HELDRIA". T. van Zuylen, Kinderzeep, Vergiftigde Levens. WitteJCruis. Verzoeke beleefd, tevens dringend, het in bruikleen zijnde Materiaal, wat niet meer gebruikt wordt, ten spoedigste aan het Magazijn Bree- waterstraat 64 terug te bezorgen. DE MAGAZIJN-COMMISSIE. Fotograaf, KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein. Bekroond Binnen- en Buitenslands. ATELIER geopend van 0-4 uur. Onderkruipers en pianisten, Spuitgasten en trommelslagers, Buiksprekers en lintjesdragers, allen zijn overtuigd van de nimmer falende werking van Gedézalf tegen eelt en likdoorns. Gedézalf is a 30 ct. verkrijgbaar bij de voornaamste Drogisten. I n .r Begrafenis-Vereeniging Aansprekers: R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9. J. J. BÜT, Breewaterstraat 57. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. Het Bestuur: H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 83. A. v. WAARDEN, Laan 28. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. HAARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 't hoofdhaar, blijkt steeds hst beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Spoorstraat, Coiffeur. Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon 25 en 35 cent. „HEURECA" werkt eveneens verrassend zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent per flacon. Proefllacon 20 cent. Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac- tieve plantenstoffen en beantwoorden vol komen aan de eischen, welke men voor dergelijke hoofdwaters stelt. Verkrijgbaar b(| do Hoeren: Wyisma,Mlddenslr.;Win kelman, Spoorslr.; P. H. do Goey, Spoorstr. en WeStgr. Lunet, Nieuwstr- Do Bte-Bierstokor, Kolzerstr., un bij don fabrikant S. C. O, do Man, Koningslr. 39. Wulfruna Motorrijwielen 2l/a H.P. magneet en veerende vork 450. Springfield Rijwielen in elke uitvoering verkrijgbaar. Agent: A. J. SCHAAP, Keizerstraat 19, Heider. Wearwell Rijwielen zijn snel, sierlük en goedkoop. Agent: P. J. LAFEBER, Zuidstraat 2, Helder. Prtl.Mui.nl.. |mporteurs GEBR. SIEBOL, Amsterdam. "-ir Nieuw! Nieuw! 'als overvette grondzoep. In ovoreenstemming met de hoogo cisclien cn voorschriften der tegen woordige hygiëne, gefabriceerd uit grondzecp, die hiervoor speciaal is vervaardigd uit de zuiverste vet- soorten, bovendien nog geneutraliseerd en verder met een zacht en aangenaam parfum bereid. Let op ons gedeponeerd fabrieks merk „Ouderweelde" (naar de schilder(j van Kate Bisschop.) Stoom-Zeeplabriek „HEI KLAVERBLAO", HAARLEM. De maesl gsviaagde en voordeeligste zuivere bereids VERF is Gevestigd 1876. - Fabriek Helder. Verkrijgbaar gesteld bij de HeerenA. Korff Az., KanaalwegH. de Wit Jbz., Keizerstraat 13 (direct bij 't Spoor)Texel: P. Boon Mz., CocksdorpA. Ellen Oosterend; Wielingen: Wed. Kalevei.d; Joh. Take8 Tz., NoorderbuurtK o e g r a s D. Marees J u 1 i a n a d o r p M. Noot 't Z a n d Z ij p eP. RuisIJ muiden: Firma D. C. Kaan. En gros. - Verzandingen naar alle plaatsen. - En Detail. Magazijn en Fabriek Binnenhaven 74, Helder. H. DE WIT. Zonder eenigo prijsverhooging worden door bemiddeling van het Advertentie-Bureau van de advertentiSn geplaatst in alle Couranten en Tijdschriften. Moet de advertentie in meerdere Couranten worden geplaatst, dan behoeft men slechts één copy te geven. HOEDEN- en PETTEN-MAGAZIJN SPOORSTRAAT 60-62. Anti-kermis-actie. Daartoe aangezocht door groep „Helder" der Rein Leven Beweging vergaderden verleden Vrijdag, 24 Juli, de afgevaardigden van verschillende vereenigingen en organisaties te dezer stede, teneinde tot samenwerking te komen in zake afschaffing van de kermis. De Voorzitster van genoemde groep, Mevr. van Maanen Martin, die de leiding dezer vergadering op zich had genomen, heette de aan wezigen welkom en schetste uitvoerig wat tot uitschrijving dezer vergadering had geleid. De bedoeling was een actie te voeren togen de kermis in haar tegenwoor- digen vorm, die een „feest" heet, maar alle karakter van een werkelijk feest mist. Integendeel, in de kermis- week veroorlooven de menschen zich dingen waarover ze zich in andere tijden zeer terecht zouden schamen en waarvan de gevolgen dikwijls bestaan uit een half ziek lichaam, een slechte ontevreden stemmingen een leege beurs. De verleiding tot drinken is sterker dan ooit, want, heet het„het is maar ééns kermis I" Men neemt het er eens flink vanen ziet niet op een beetje geld. Desnoods worden leveranciers zoolang niet betaald of goederen, dekens zelfs, verpand, om maar kermis te kunnen vieren. Voorstanders van de kermis meenen dat het volk er behoefte aan heeft en er nog niet buiten kan. Dat het na afschaffing daarvan toch weer dergelijk vormaak zal zoeken, mis schien nog noodlottiger dan dat van de kermis. Maar is dat wel juist Is het niet een heele kleine minder heid voor wie dat geldt en doen de meesten niet mee uit sleur, een voudig omdat de kermis er nu een maal is? De verleiding voor dezen ontnemen beteekent het betere in hen tot ontwikkeling brengen, hen dus gelukkiger maken. Het gemis van het lagere genoegen zal ruim schoots vergoed worden door het genot dat het reinere leven hen schenkt. Een ander bezwaar dat tegen af schaffing der kermis wordt aangevoerd is dat de gemeentekas de inkomsten uit huur van standplaatsen enz. f5000. niet kan missen. Maar men vergeet, dat waar aan den eenen kant geld inkomt, het aan den anderen kant in veel grootere mate de ge meente verlaat. Het wordt meege nomen door de eigenaars der kermis tenten en de winkeliers lijden schade. In plaats dat het geld iti de gemeente blijft, gaat het eruit. Op een vergadering onlangs te Haarlem gehouden ter bespreking van de kermiskwestie, werd besloten om naast het ijveren voor afschaffing van de kermis, te trachten de tradi- tioneele voordeelen, verbonden aan de kermis (fooien, vrije dagen) te doen voortbestaan, in de verwachting dat die dan voor betere genoegens dan de kermis biedt, zullen worden gebruikt. Men wilde daarbij dan ook wijzen op de noodzakelijkheid van een jaarlijksche vacantie voor iedereen, opdat ieder zonder uitzondering enkele dagen per jaar gelegenheid krijgt voor ontspanning. Dit is een belang rijk punt, dat aller overweging verdient. Pogingen om de kermis afgeschaft te krijgen zijn hier reeds vroeger van kerkelijke zijde gedaan, maar zonder succes. Zij kwamen van een enkelen kant en maakten daardoor wellicht weinig indruk. Daarom is samenwerking noodig van allen, die één zijn in hun besef dat hier ge werkt moet worden aan de opheffing van het volk. Spr. zou wenschen dat uit verschillende vereenigingen en particulieren gevormd werd een co mité van actie tot afschaffing der kermis in haar tegenwoordigen vorm, waarop dan tevens de plicht zou rusten om na te gaan op welke wyze een werkelijk, goed vermaak, aan het volk kan worden verschaft.' Van de gelegenheid tot gedachte wisseling werd ruim gebruik gemaakt. De heer de Jong, afgevaardigde der Ned. Ver. tot afschaff. v. alcoh. houdende dranken, wenschte ook iets anders i. d. p. van de kermis in haar tegenwoordigen vorm, maar niet zooals het bijv. in Rotterdam is ge gaan, waar de tooneelen op z.g. „Dollen Zaterdag" eenvoudig ergerlyk moeten zijn. In zijn vereeniging wil men wat anders, n.I. een gemeente schouwburg, die tenminste den gan- schen winter speelt; verder geheele afschaffing van de kermis. De heer Tuk (Voorzitter van de „Dageraad") had gehoopt een concreet voorstel te vernemen. Nu dat niét Waar liier kortheidshalve de vorooniglng wordt genoemd, wordt steeds de ul'deeling „Heldor" dier verooniging bedoeld. het geval is wilde hij wel zijn pei- soonlijke meening uitspreken cn die is deze: de kermis dient afgeschaft; maar waar dit niet ineens zal kun nen, moet zij geleidelijk worden op geheven, en is bijv. te beginnen met inkorting van duur. De heer Putman (der Herst. Evang. Luth. Gemeente) sloot zich volkomen bij den vorigen spreker aan en zou dan liefst den Zaterdag en Zondag het allereerst afgeschaft zien. Oók hij is er tegen i. d. p. van de kermis een ander feest te stellen. De heeren Klaassen en Jongkees bleken eveneens voor algeheele af schaffing, want er zit h. i. niets geen nut in de kermis, integendeel. De Gereformeordo Kerk, waarvan zij af gevaardigd zijn, had reeds meermalen aan den Raad om afschaffing ver zocht. De heer Siegers is persoonlijk vóór afschaffing van de kermis en ver onderstelt dat ook zijn vereeniging, de Ned. Christ. Geheol-Onthouders- bond dat zal zijn. De afgevaardigde van den Algem. Ned. Geh.-Onth. Bond, de heer Hazes, was vóór algeheele afschaffing der kermis. Hij wenschte eenige ver makelijkheden daarvoor in de plaats en zoolang de kermis er nog is, dat de café's dan bijv. vroeger sloten. De heer van Maanen (Theosofische Vereeniging) had een vrij mandaat, was persoonlijk vóór geheele afschaf fing, en wenschte een gemotiveerd adres aan den Raad, waarin wordt aangetoond hoe weinig nut, in matori- eelen zin, de kermis heeft en hoe veel schade in materieelen, zoowel als in ethischen zin. Een kinderfeest ware er jaarlijks voor in de plaats te stellen, zonder dat volwassenen daaraan deel kunnen nemen. Er is dus aan te dringen op vroeger sluitingsuur, vooral van de inrich tingen met orgels. Ook de Zondags rust moet bevorderd worden; vast moot echter de geheele afschaffing der kennis als einddoel voor oogen staan. De heer Boon verblijdde zich over de eenstemmigheid ter zake van af schaffing der kermis. Op dit punt achtte hij samenwerking zeer wel mogelijk, ondanks verschil van mo tief. Misschien waren handteekeningen te verzamelen, door ieder in eigen kring, om daarna nog eens te ver gaderen en een adres te richten tot den Raad om afschaffing of beperking der kermis, of om invoering van plaatselijke keuze te dezer zake. De afgevaardigde van de Jongel. Vereen. Spr. 9: 10a, de heer Klik, wilde ook geheele afschaffing; kon dat niet, dan maar beperking voor- loopig; geen volksfeesten voor de kermis i. d. p. De Voorzitster meende de verschil lende meeningen der sprekers te kunnen samenvatten. Allen weten dat de kermis slecht is en dat zij behoort te worden afgeschaft. Daar om staan twee dingen te doen: lo. Te zorgen dat het volk niet heeft de verleiding die het nu heeft 2o. Te zorgen dat het volk ont wikkelt in zijn smaak voor feest vieren. De heer Tuk drong er op aan, dat reeds thans een adres aan den Raad zou worden ingediend, met verzoek om geheele afschaffing der kermis, in verband met de komende be grooting voor 1915. Mocht dit ver zoek worden geweigerd, dan kon nog een adres om beperking der kermis, als in aangegeven zin, worden inge diend. Daarnaast kon een comité van actie worden gevormd, dat door middel van de pers en bijv. het houden van een lezing over dit onderwerp, de publieke opinie zou bewerken en weten om te zetten. Zijn voorstel vond algemeene in stemming; tot de vorming van be doeld comité kon echter nog niet worden overgegaan, omdat vele af gevaardigden niet wisten of hun last gevers met zulk een comité instem den. Besloten werd een ontwerp- adres aan den Raad om afschaffing der kermis toe te zenden aan de vereenigingen en organisaties te dezer plaatse, van welke met eenigen grond instemming kan worden verwacht, met verzoek dit ontwerp-adres te willen onderteekenen. Uit deze ge- teekende ontwerpen zou dan later kunnen worden nagegaan, wie aan het indienen van het adres meedoen. Op voorstel van den heer de Jong werd besloten ook de plaatselijke vakvereenigingen te verzoeken het adres mede te onderteekenen. Met een woord van dank aan allen voor hun medewerking en onder het uitspreken van de hoop daarvan goede resultaten in de toekomst te mogon zien, sloot de Voorzitster daarop deze vergadering. (Andere bladen wordt ver zocht dit over te nemen.) SPORT. Voetbal. Einde van het seizoen. De laatste dag van ons voetbal seizoen heeft geen gunstig verloop kunnen hebbenhet weer werkte daartoe niet mee. De eenige wedstrijd, die gespeeld is, was weinig belangrijk en daarom zullen we er kort over zijn. Deze ontmoeting tusschen de 2e elftal len van H.B.S. en H.F.C. begon 0111 circa half twee. Toen stelden zich beide partijen a. v. op. Hagenaar Kwast Gode Riomorls Keizer Wloring Gues Boogli Kater Feu B- v. Sclie(|en. 9 Stoegers Kulster Bikart Reuvers Treffers Do Waard Muller Vos Ham Ten Hacken Schut. H.B.S. heeft het voordeel van den wind en is daardoor iets sterker. Ais Kater aftrapt, zien we tenminste het spel zich dadelijk voor het H.F.C.- doel verplaatsen, 't Is hiervoor echter een erbarmelijk geknoei, samenspel en schieten zien we niet. Bovendien speelde H.F.C. eerst met 4 midden- spelers, zoodat er altijd nog wel een been was, dat den bal wegwerkte. Kwast forceert twee hoekschoppen, die geen resultaat hebben, als Bikart over het doel schopt. H.F.C. speelt met 4 man in de voorhoede. Toch weten dezen het spel vaak te keeren. Hun uitvallen zijn zelfs gevaarlijker, dan het uitsluit systeem voor het H.F.C.-doel. We zien Boogh wel tot driemaal toe alleen een ren onderne men. Verloor hij zijn kop nu maar niet, dan zou hij eer van zijn werk gehad hebben. Toch weet hij nog 2 maal mooi voor te zetten, zijn collega aan den anderen kant loopt toe en maakt goed gebruik dezer voorzetten. Schut is er echter bij en voorkomt gevaar. Aan de over zijde zit men te dicht op elkaar. De taak van de H.B.S.-middenlinie was het geweest, hier wat ruimte te maken en de boel uit elkaar te halen, dan had de voorhoede meer succes gehad. Bijna heeft zij dit toch, als Gode een bal op het doel kopt en Hage naar het leer net weet weg te slaan. Een ander maal is het een schot van De Waard, dat net naast gaat en een mooie, hooge bal van Treffers, dien Hagenaar corner moet stompen. Met een blanco stand wordt echter gedraaid. Dan heeft H.F.C. den wind in den rug en is op haar beurt sterker. •Dadelijk na den aftrap verliest zij haar linksbuiten, die het veld moet verlaten wegens een ongeval. Met 10 man wordt verder gespeeld. Boogh gooit weer mooi voor, maar Feij is steeds absent. Wiering zien we dik wijls opbrengen, om Feij aan 't werk te zetten. Ook Kater leidt dikwijls den aanval. Een hoog schot van hem weet de doelman nog net te houdert men vergat echter in te loopen. Weer zijn het de twee genoemdpn, die opzetten en in een onbewaakt oogen- blik weet Kater zijn club te doen leiden (1—0). Bij H.F.C. schijnt men wat overmoedig te worden. De backs laten zich wel eens passeeren en dringen soms te ver op. Dat zal hun noodlottig worden. Bikart weet door te breken, maar talmt te lang. Niette min weet Reuvers bij de schermutse ling onhoudbaar in te zetten en zoo doende gelijk te maken. Het einde komt met denzelfden stand, die vrij wel de krachten weergeeft. B(j H.B.S. waren ten Hacken, Vos, Treffers en Bikart wel de besten krachten. H.F.C. had Hagenaar, Wiering en Kater als (C. v. S.) INGEZONDEN. Helder, 27 Juli 1914. Aan de Redactie van de „Heldersche Courant". M(jnheer de Redacteur Verzoeke beleefd het ondervolgende stukje in uw blad te willen opnemen, bij voorbaat onzen dank. „Helder's Harmoniekapel". Naar men ons mededeelt, wordt van verschillende zijden critick ge oefend op de houding van den Hel- derschen Harmoniekapel en wel om de navolgende redenen Bij den optocht, die Zondag j.1. 26 Juli door de Gemeente werd ge maakt en was samengsteld uit bo- toogers voor het „Staatspensioen" heeft onze Vereeniging muziek ge maakt, door de stoet voorafgaande, eenige marsehen ten beste te geven. Nu schijnt het eenigen ingezetenen van den Helder onbegrijpelijk toe, dat een vereeniging die „neutraal" is, zoo iets doen kan, en zoo maar voor een groep betoogers met vaan dels te gaan loopen, zonder zich rekenschap to geven wat zij doet. Dit nu is het, wat men ons hoogst kwalijk neemt en ons deed besluiten hiertegen te protesteeren. Een muziek vereeniging kost uit den aard der zaak aan instrumenten, nieuw of tweedehandsche, muziek, onder houd enz. een macht van geld en als de kosten zouden moeten worden bestreden van de jaarlijksche subsidie en andere inkomsten, zooals bijdrage van begunstigers (wat er niet veel zyn), zou do Vereeniging spoedig „over de kop gaan", en dat is nog lang niet de wensch van bestuur en leden. Om nu de kosten te bestrijden, zijn wij verplicht door het maken van concerten, enz. onze kas te be- voordeelen. Nu kan het ons niets schelen, wie er om muziek komen. Wij vragen niet „Wat is U „Bent U bijgeval ook S.D.A.P.-er" of anderszins?" Wij vragen wat er te verdienen is en hoe de kas er voor staat. Bij ons geldt de leuze „Goede instrumenten en muziek" en om dat te bereiken, moet alles medewerken. Zoo was laatst een predikant van Texel by ons om muziek voor de mee ting die gehouding is op Texel. Maar aangezien de reiskosten te hoog waren in vergelijking met het te verdienen bedrag, konden wij dat niet aannemen, en voor niets werken, doen wij niet anders als voor liefdadige instellingen. Waarheen is in de meeste gevallen de eerste weg van eene commissie, die een Uitvoering willen organi- seeren, ten bate van de lijdende menschhoid? Naar Helders Harmonie kapel, die doet dat altijd, in samen werking met de Vereeniging „Exel- cior" is al raenigen avond gewerkt voor dat doel. Waarvan moeten dan de instru menten onderhouden worden, en andere onkosten worden bestreden die bij zulke gevallen altijd in mindere of meerdere mate ontstaan? Kijk, wanneer nu eens' een enkele van de verontwaardigde ingezetenen van den Helder tot ons zouden komen en zeggen „dat moeten jelui zoo en zoo doen" dan waren wij tevredey, maar tot nu toe werken wij en zullen 't blijven doen tegen vergoeding, voor ieder die bij ons komt om muziek, mits wij op de conditién kunnen ingaan. Maar verontwaardigd zijn helpt nietser werd ook niet op ingegaan toen wij verontwaardigd waren, omdat men ons voorbij liep ni6t de opening van het nieuwe sportterein, waarom werd toen een Muziekver- eeniging gevraagd die niet neutraal is, en wel degelijk een onderdeel is van den R.-K. Volksbond? Afgescheiden van de vraag -of wij het wel gedaan hadden, want derge lijke werkzaamheden worden toch niet betaald naar waarde en wij zijn er toen niet opingegaan, ofschoon wij wel erg „verontwaardigd" waren. Neen, critiek oefenen beteekent niets, wanneer men niet door en door op de hoogte is met den stand van zaken en wij zouden een ieder aan baden zich er van te onthouden, maar integendeel een vereeniging die vol gens het oordeel van hoogstaande kunstenaars een der eerste van Noord - Holland is, te steunen door donateur te worden en Helders Harmonie kapel te steunen ten einde haar standpunt in de rij der Vereenigingen te behouden. Den heer van Aken, toonkunstnaar te Amesfoort, betuigde o.a. op verzoek van een der leden van den raad, dat den Helder trots kon zijn, op zoo'n muziek vereeniging. U, mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte ver blijven w(j, Bestuur en Leden van „Helders Habmoniekapel." twee eischen. Een Engelsch blad vertelt ernstig van een jongmenscb, dat een jong meisje ten huwelijk vraagt. Op zijn aanzoek krijgt hij ten antwoord „De man, dien ik wensch te huwen, moet aan twee eischen be antwoorden hij moet toonen moed, en hjj moet toonen hersens te be zitten." „"Welnu!" antwoordde de jonge man„ik meen, dat ik je reeds ge toond heb, over beide eigenschappen te beschikken." Het meisje sprak: „Moed heb je inderdaad getoond te bezitten, toen je me uit het water heb gehaald, nadat onze roeiboot was omgeslagen. Dit was echter geen hersenwerk." „Jawel", verzekerde de jonge man, „want ik had de boot opzettelijk laten omslaan, liefste!" FEUILLETON. Een beeld der werkelijkheid. 48) „Volkomen uitvoerbaar, mijnheer, 011 zelfs, indien gij de goedheid wil- det hebben een bezoek aan mijne werkplaats te brengen, zoudt gij verbaasd staan over de reeds ver kregen resultaten." In zijn geestdrift had de uitvinder al z|jne ellende en tot zelfs zijn hon ger vergeten. Hij scheen overgeluk kig eindelek iemand gevonden te hebben die naar hem luisteren wilde, en hem niet uitlachte om wat men zijn hersenschim noemde. Na eenige oogenblikken, hernam hij „Maar, helaas! myne toestellen kostten zooveelik moest vooral ook met zulke dure vergiften werken, dat mijn gansche erfdeel gedurende de jaren mijner proefnemingen uit geput raakte. Ik wendde mij tot mijne broeders; zij dreven den spot met mij, schreven mij dat ik hun naam oneer aandeed en zonden mij voor eens en altijd eenige honderden franken toe. Ook deze hulp was spoe dig verdwenen, en toch zweer ik u, mijnheer, dat ik nimmer een penning aan eigen genoegen heb besteed. Ik leefde voor niets anders als voor myne uitvinding. Na dion tijd hoorde ik niets meer van mijne bloedver wanten; ik was dood voor hen. Ik beproefde verscheidene mannen tot mijne denkbeelen over te halen, en voor hunne kosten de zaak te begin nen maar de wereld is vol doraooren niemand geloofde aan de mogelijk heid der zaakik kon zelfs niemand bewegen in mijne werkplaats te komen zien. Van daar, mijnheer, dat ik het eindelijk gewaagd heb my tot u te wenden. Ik heb u altijd hooren roemen als een man van kennis en van een ondernemenden geest. Wilt gij mij ten minste verheugen met de belofte tot mij te zullen komen? Zoodra gij gezien zult hebben, zijt gij overtuigd, dat weet ik vau te voren." Emmanuel de Josach had hem ge durende de laatste minuten geen se conde uit het oog verloren. Het was alsof hij tot in de meest verborgen schuilhoeken van het hart van dien man wilde doordringen, en hij ant woordde langzaam: „Zulk een bezoek bindt mij nog tot niets en gij kunt er dus op rekenen. Maar mijne tafel staat gedekt, ik ben alleen, en zoo gij mijn maal wilt deelen, verlies ik zelf geen tijd en kunnen wij verder samen praten." De ongelukkige vond geen woorden genoeg om zijn dank uit te spreken, en een oogenblik later zaten beiden aan den welvoorzienen disch. De bankier scheen er genoegen in te vinden zijn gast de fijnste wijnon te schenken en dwong hem telkens zooveel mogelijk van de versterken de spijzen to nuttigen. Toen zijn hon ger ten laatste gestild was, en de heer des huizes de bedienden had weggezonden, vroeg hij: „Gij zeidet mij daareven met zulke zware vergiften te moeten werken. Hebt gij daarmede nog nooit een ongeluk gehad?" Lussac schudde glimlachend het hoofd. „Nooit," antwoordde hij. „Ik ga er mede om, zooals de slangenbezweer der met de gevaarlijkste adders. Ik ken al hunue streken van buiten. Josach bekeek aandachtig zijne sigaar en hernam na een oogenblik stilte „Uwe uitvinding boezemt mij de grootste belangstelliug in. Maar, ik vrees dat gij, ofwel nooit zult slagen, of wel haai op een flinke schaal zult moeten op touw zetten. Hoeveol be rekent gij dat er noodig zou wezen tot het huren en inrichten van een atelier, op een der drukste standen der stad, en dat gelijk vloers, of wel gy zult nooit iemand bij u krijgen; en uw succes zal vooral van het be zoek van nieuwsgierigen afhangen. Maar daartoe is een zekere weelde van omgeving noodig. Armoede schrikt altijd af." „Ik begrijp dat volkomen, mijnheer maar ik geloof dat ik met twintig duizend francs al een heel eind zou komen," „Hm! ik zie wel dat gij u geen denkbeeld maakt van de Parijsehe huurprijzen; maar misschien met wat goeden wil zou het voor die som te doen zijn. Nu blijft ons ech ter de vraag over hoeveel gij behoe ven zoudt tot volmaking uwer ma terialen." Lussac, die reeds vreesde dat de bankier zich door zooveel onkosten zou laten afschrikken, antwoordde niet dan aarzelend: „Ook nog wel vijftienduizend frans." „Laat ons liever eveneens twintig mille nemen, want op het laatste oogenblik valt alles altijd tegenwel nu, mijn waarde mijnheer, dat ver tegenwoordigt een heel kapitaal, en ik vrees dat niemand u dat zal af staan." „Niemand inderdaad;" mompelde de ongelukkige, „mijne laatste hoop was dan ook nog op u gevestigd." „Zoo gij wist hoeveel dergelijke be zoeken ik ontving, zoudt gij inzien dat ik binnen een jaar doodarm zou wezen, indien ik al die ondernemin gen steunde, en hoe lief de weten schap mij ook zy ik heb kinderen, en mag mij dus niet berooven van hetgeen hun eenmaal rechtmatig zal toekomen. Is het u echter alles waard geholpen te worden?" Eu zijn doorborende blik rustte onafgebroken op den uitvinder, wiens zwak gelaat thans door een koorts- achtigen blos gekleurd werd. „Alles, 0, alles!" riep hij uit. l)e ongelukkige weifelde een oogen blik maar stotterde daarop: „Ik zou niet kunnen stelen; maar voor de rest geloof ik dat ik tot alles in staat zou zijn om het doel van mjjn ganscho leven to bereiken." „Luister dan," en de bankier schoof zijn stoel tot vlak naast hem, opdat geen sterveling anders zijn woorden zou kunnen hooren. „Ik beschouw het leven geheel anders dan het meerendeel der menschen. Van het oogenblik af waarop een denkend wezen tot een gevaar wordt voor de maatschappij, dat hij op het punt staat duizenden rampzalig te maken, wordt hy in myne oogen nog slechts als een dolle hond, dien het een plicht is af te maken." Lussac antwoordde niet; zyn voor hoofd was met groote zweetdroppels bedekt. „Er leeft een dergelijke man," her nam de financier, „een man die de wapens in handen heeft om ten eigen bate eene der grootste, der roemrijk ste ondernemingen van ons land te verarmen en ten gronde te doen gaan. De aandeelhouders zijn, bijna zonder uitzondering, kleine industreelen of wel lieden die spaarpenningen van een leven van arbeid in die zaak steken. Zy zou bloeien indien de el lendeling hun lot niet opofferde aan zijn brandenden dorst steeds schat ten te verzamelen. Welnu, zyt gij het met mij eens of niet dat een der gelijk schepsel van de aarde moet verdwijnen De uitvinder wierp zijn gastheer een angstigen blik toe en vroeg aar zelend „Maar zou de rechtbank zich daar mede niet kunnen belasten?" „Onmogelijk. De schurk is veel te slim 0111 ooit anders als in het ver borgene te handelen. Wilt gij waar- ïyk tot eiken prijs uw onderneming op touw zetten, dan kan ik zorgdra gen, dat gij het daartoe benoodigde geld ontvangt, ik bezorg u veertig mille, waarop ik u heden reeds dui zond franken uitkeer. Het overige zult gij ontvangen den dag waarop gij die daad hebt volbracht." „Dus wilt gij dat ik een moorde naar zal worden?" riep Lussac bijna klagend uit. „Voorzichtig; men zou u kunnen hooren", sprak de bankier met ge- fronsde wenkbrauwen, „het woord „moordenaar" is slecht gekozen; hier is geen sprake van een moord, maar enkel en alleen van een daad van rechtvaardigheid. Gij zoudt daar mede hot ongeluk van tallooze on schuldige slachtoffers voorkomen. Doch het lijdt geen twijfel of ik wil u daartoe niet dwingen; gij moet volkomen vrij zyn in uwe keus." „Een Lussac kan het schavot niet beklimmen." „Denkt gij dan dat ik u daaraan zou blootstellen. Neen, mijn vriend, daarvoor bestaat geen nood; de justi tie zal dien dood niet anders dan hoogst natuurlijk achten. Een nood lottig toeval alleen, aan de onvoor zichtigheid van het slachtoffer toe te schryven." „Ik begrijp er minder en minder van." „Ziehier: gij zult u tot dien man begeven, gelijk gij tot mij gekomen zijt. Hij is een geldwolf en zoo gij hem 50 percent van de winst aan biedt, voor het geval dat hij uwe uit vinding in zijn kring helpt versprei den, ben ik zeker dat hij aanstonds bereid zal zijn een bezoek aan uwe werkplaats af te leggen. Gij wacht er u wel voor hem te spreken van de vergiften die u tot uw arbeid noo dig zijn, en spreekt hem alleen van een bijzonder preparaat, waarvan gij een proef zult klaarhebben in een klein fiosclye. Dat fleschje zal een voudig het sneldoodend vocht bevat ten, waai-van gij mij zoo straks ge sproken hebt. Gij zult hem zeggen dat dit het gansche geheim uwer uitvinding is, en ik ken hem ik weet vooraf dat op dat oogenblik de gedachte u uw geheim te ontste len, bij hem op zal komen. Hij heeft zich met chemie opgehouden, en zal aan het fleschje willen ruiken, om te raden welke bestanddeelen het bevat. Gij ziet dat uw rol zeer onschuldig zal zyn." „En en gij zult my waarlyk de middelen verschaffen om mijn werk aan het licht te brengen?" „Twijfelt gij daar nog aan? Welnu, om u te bewijzen hoezeer de zaak my ernst is,'zal ik u vooraf zesdui zend frans geven." Geheel en al bedweimd stemde de ongelukkige toe. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 4