DE WIT's VERF.
Heldersche Courant
C. TROOST
CHEF KREUGER HZN
Acrobaten, Socialisten,
„Ons Belang".
„HELDRIA".
T. van Zuylen,
Kinderzeep,
Vergiftigde Levens.
WitteJCruis.
Verzoeke beleefd, tevens dringend,
het in bruikleen zijnde Materiaal,
wat niet meer gebruikt wordt, ten
spoedigste aan het Magazijn Bree-
waterstraat 64 terug te bezorgen.
DE MAGAZIJN-COMMISSIE.
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein.
Bekroond Binnen- en Buitenslands.
ATELIER geopend van 0-4 uur.
Onderkruipers en pianisten,
Spuitgasten en trommelslagers,
Buiksprekers en lintjesdragers,
allen zijn overtuigd van de nimmer
falende werking van Gedézalf tegen
eelt en likdoorns.
Gedézalf is a 30 ct. verkrijgbaar
bij de voornaamste Drogisten.
I
n .r
Begrafenis-Vereeniging
Aansprekers:
R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9.
J. J. BÜT, Breewaterstraat 57.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
Het Bestuur:
H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 83.
A. v. WAARDEN, Laan 28.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
HAARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, blijkt steeds hst beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij:
Spoorstraat, Coiffeur.
Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een
onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon
25 en 35 cent.
„HEURECA" werkt eveneens verrassend
zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat
het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent
per flacon. Proefllacon 20 cent.
Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac-
tieve plantenstoffen en beantwoorden vol
komen aan de eischen, welke men voor
dergelijke hoofdwaters stelt.
Verkrijgbaar b(| do Hoeren: Wyisma,Mlddenslr.;Win
kelman, Spoorslr.; P. H. do Goey, Spoorstr. en WeStgr.
Lunet, Nieuwstr- Do Bte-Bierstokor, Kolzerstr., un bij
don fabrikant S. C. O, do Man, Koningslr. 39.
Wulfruna Motorrijwielen 2l/a H.P. magneet en veerende vork 450.
Springfield Rijwielen in elke uitvoering verkrijgbaar.
Agent: A. J. SCHAAP, Keizerstraat 19, Heider.
Wearwell Rijwielen zijn snel, sierlük en goedkoop.
Agent: P. J. LAFEBER, Zuidstraat 2, Helder.
Prtl.Mui.nl.. |mporteurs GEBR. SIEBOL, Amsterdam.
"-ir
Nieuw!
Nieuw!
'als overvette grondzoep.
In ovoreenstemming met de hoogo
cisclien cn voorschriften der tegen
woordige hygiëne, gefabriceerd uit
grondzecp, die hiervoor speciaal is
vervaardigd uit de zuiverste vet-
soorten, bovendien nog geneutraliseerd
en verder met een zacht en aangenaam
parfum bereid.
Let op ons gedeponeerd fabrieks
merk „Ouderweelde" (naar de
schilder(j van Kate Bisschop.)
Stoom-Zeeplabriek „HEI KLAVERBLAO",
HAARLEM.
De maesl gsviaagde en voordeeligste zuivere bereids VERF is
Gevestigd 1876. - Fabriek Helder.
Verkrijgbaar gesteld bij de HeerenA. Korff Az., KanaalwegH. de
Wit Jbz., Keizerstraat 13 (direct bij 't Spoor)Texel: P. Boon Mz.,
CocksdorpA. Ellen Oosterend; Wielingen: Wed. Kalevei.d; Joh.
Take8 Tz., NoorderbuurtK o e g r a s D. Marees J u 1 i a n a d o r p M.
Noot 't Z a n d Z ij p eP. RuisIJ muiden: Firma D. C. Kaan.
En gros. - Verzandingen naar alle plaatsen. - En Detail.
Magazijn en Fabriek Binnenhaven 74, Helder. H. DE WIT.
Zonder eenigo prijsverhooging
worden door bemiddeling van het
Advertentie-Bureau van de
advertentiSn geplaatst in alle
Couranten en Tijdschriften.
Moet de advertentie in meerdere
Couranten worden geplaatst, dan
behoeft men slechts één copy te
geven.
HOEDEN- en PETTEN-MAGAZIJN SPOORSTRAAT 60-62.
Anti-kermis-actie.
Daartoe aangezocht door groep
„Helder" der Rein Leven Beweging
vergaderden verleden Vrijdag, 24 Juli,
de afgevaardigden van verschillende
vereenigingen en organisaties te dezer
stede, teneinde tot samenwerking te
komen in zake afschaffing van de
kermis. De Voorzitster van genoemde
groep, Mevr. van Maanen Martin,
die de leiding dezer vergadering op
zich had genomen, heette de aan
wezigen welkom en schetste uitvoerig
wat tot uitschrijving dezer vergadering
had geleid.
De bedoeling was een actie te voeren
togen de kermis in haar tegenwoor-
digen vorm, die een „feest" heet,
maar alle karakter van een werkelijk
feest mist. Integendeel, in de kermis-
week veroorlooven de menschen zich
dingen waarover ze zich in andere
tijden zeer terecht zouden schamen
en waarvan de gevolgen dikwijls
bestaan uit een half ziek lichaam,
een slechte ontevreden stemmingen
een leege beurs. De verleiding tot
drinken is sterker dan ooit, want,
heet het„het is maar ééns kermis I"
Men neemt het er eens flink vanen
ziet niet op een beetje geld. Desnoods
worden leveranciers zoolang niet
betaald of goederen, dekens zelfs,
verpand, om maar kermis te kunnen
vieren.
Voorstanders van de kermis meenen
dat het volk er behoefte aan heeft
en er nog niet buiten kan. Dat het
na afschaffing daarvan toch weer
dergelijk vormaak zal zoeken, mis
schien nog noodlottiger dan dat van
de kermis. Maar is dat wel juist
Is het niet een heele kleine minder
heid voor wie dat geldt en doen de
meesten niet mee uit sleur, een
voudig omdat de kermis er nu een
maal is? De verleiding voor dezen
ontnemen beteekent het betere in
hen tot ontwikkeling brengen, hen
dus gelukkiger maken. Het gemis
van het lagere genoegen zal ruim
schoots vergoed worden door het
genot dat het reinere leven hen
schenkt.
Een ander bezwaar dat tegen af
schaffing der kermis wordt aangevoerd
is dat de gemeentekas de inkomsten
uit huur van standplaatsen enz.
f5000. niet kan missen. Maar
men vergeet, dat waar aan den eenen
kant geld inkomt, het aan den anderen
kant in veel grootere mate de ge
meente verlaat. Het wordt meege
nomen door de eigenaars der kermis
tenten en de winkeliers lijden schade.
In plaats dat het geld iti de gemeente
blijft, gaat het eruit.
Op een vergadering onlangs te
Haarlem gehouden ter bespreking
van de kermiskwestie, werd besloten
om naast het ijveren voor afschaffing
van de kermis, te trachten de tradi-
tioneele voordeelen, verbonden aan
de kermis (fooien, vrije dagen) te
doen voortbestaan, in de verwachting
dat die dan voor betere genoegens
dan de kermis biedt, zullen worden
gebruikt. Men wilde daarbij dan ook
wijzen op de noodzakelijkheid van
een jaarlijksche vacantie voor iedereen,
opdat ieder zonder uitzondering enkele
dagen per jaar gelegenheid krijgt
voor ontspanning. Dit is een belang
rijk punt, dat aller overweging
verdient.
Pogingen om de kermis afgeschaft
te krijgen zijn hier reeds vroeger
van kerkelijke zijde gedaan, maar
zonder succes. Zij kwamen van een
enkelen kant en maakten daardoor
wellicht weinig indruk. Daarom is
samenwerking noodig van allen, die
één zijn in hun besef dat hier ge
werkt moet worden aan de opheffing
van het volk. Spr. zou wenschen dat
uit verschillende vereenigingen en
particulieren gevormd werd een co
mité van actie tot afschaffing der
kermis in haar tegenwoordigen vorm,
waarop dan tevens de plicht zou
rusten om na te gaan op welke
wyze een werkelijk, goed vermaak,
aan het volk kan worden verschaft.'
Van de gelegenheid tot gedachte
wisseling werd ruim gebruik gemaakt.
De heer de Jong, afgevaardigde
der Ned. Ver. tot afschaff. v. alcoh.
houdende dranken, wenschte ook
iets anders i. d. p. van de kermis in
haar tegenwoordigen vorm, maar niet
zooals het bijv. in Rotterdam is ge
gaan, waar de tooneelen op z.g.
„Dollen Zaterdag" eenvoudig ergerlyk
moeten zijn. In zijn vereeniging wil
men wat anders, n.I. een gemeente
schouwburg, die tenminste den gan-
schen winter speelt; verder geheele
afschaffing van de kermis.
De heer Tuk (Voorzitter van de
„Dageraad") had gehoopt een concreet
voorstel te vernemen. Nu dat niét
Waar liier kortheidshalve de vorooniglng
wordt genoemd, wordt steeds de ul'deeling
„Heldor" dier verooniging bedoeld.
het geval is wilde hij wel zijn pei-
soonlijke meening uitspreken cn die
is deze: de kermis dient afgeschaft;
maar waar dit niet ineens zal kun
nen, moet zij geleidelijk worden op
geheven, en is bijv. te beginnen met
inkorting van duur.
De heer Putman (der Herst. Evang.
Luth. Gemeente) sloot zich volkomen
bij den vorigen spreker aan en zou
dan liefst den Zaterdag en Zondag
het allereerst afgeschaft zien. Oók
hij is er tegen i. d. p. van de kermis
een ander feest te stellen.
De heeren Klaassen en Jongkees
bleken eveneens voor algeheele af
schaffing, want er zit h. i. niets geen
nut in de kermis, integendeel. De
Gereformeordo Kerk, waarvan zij af
gevaardigd zijn, had reeds meermalen
aan den Raad om afschaffing ver
zocht.
De heer Siegers is persoonlijk vóór
afschaffing van de kermis en ver
onderstelt dat ook zijn vereeniging,
de Ned. Christ. Geheol-Onthouders-
bond dat zal zijn.
De afgevaardigde van den Algem.
Ned. Geh.-Onth. Bond, de heer Hazes,
was vóór algeheele afschaffing der
kermis. Hij wenschte eenige ver
makelijkheden daarvoor in de plaats
en zoolang de kermis er nog is, dat
de café's dan bijv. vroeger sloten.
De heer van Maanen (Theosofische
Vereeniging) had een vrij mandaat,
was persoonlijk vóór geheele afschaf
fing, en wenschte een gemotiveerd
adres aan den Raad, waarin wordt
aangetoond hoe weinig nut, in matori-
eelen zin, de kermis heeft en hoe
veel schade in materieelen, zoowel als
in ethischen zin. Een kinderfeest
ware er jaarlijks voor in de plaats
te stellen, zonder dat volwassenen
daaraan deel kunnen nemen. Er is
dus aan te dringen op vroeger
sluitingsuur, vooral van de inrich
tingen met orgels. Ook de Zondags
rust moet bevorderd worden; vast
moot echter de geheele afschaffing
der kennis als einddoel voor oogen
staan.
De heer Boon verblijdde zich over
de eenstemmigheid ter zake van af
schaffing der kermis. Op dit punt
achtte hij samenwerking zeer wel
mogelijk, ondanks verschil van mo
tief. Misschien waren handteekeningen
te verzamelen, door ieder in eigen
kring, om daarna nog eens te ver
gaderen en een adres te richten tot
den Raad om afschaffing of beperking
der kermis, of om invoering van
plaatselijke keuze te dezer zake.
De afgevaardigde van de Jongel.
Vereen. Spr. 9: 10a, de heer Klik,
wilde ook geheele afschaffing; kon
dat niet, dan maar beperking voor-
loopig; geen volksfeesten voor de
kermis i. d. p.
De Voorzitster meende de verschil
lende meeningen der sprekers te
kunnen samenvatten. Allen weten
dat de kermis slecht is en dat zij
behoort te worden afgeschaft. Daar
om staan twee dingen te doen:
lo. Te zorgen dat het volk niet
heeft de verleiding die het nu heeft
2o. Te zorgen dat het volk ont
wikkelt in zijn smaak voor feest
vieren.
De heer Tuk drong er op aan, dat
reeds thans een adres aan den Raad
zou worden ingediend, met verzoek
om geheele afschaffing der kermis,
in verband met de komende be
grooting voor 1915. Mocht dit ver
zoek worden geweigerd, dan kon nog
een adres om beperking der kermis,
als in aangegeven zin, worden inge
diend. Daarnaast kon een comité van
actie worden gevormd, dat door
middel van de pers en bijv. het
houden van een lezing over dit
onderwerp, de publieke opinie zou
bewerken en weten om te zetten.
Zijn voorstel vond algemeene in
stemming; tot de vorming van be
doeld comité kon echter nog niet
worden overgegaan, omdat vele af
gevaardigden niet wisten of hun last
gevers met zulk een comité instem
den. Besloten werd een ontwerp-
adres aan den Raad om afschaffing
der kermis toe te zenden aan de
vereenigingen en organisaties te dezer
plaatse, van welke met eenigen grond
instemming kan worden verwacht,
met verzoek dit ontwerp-adres te
willen onderteekenen. Uit deze ge-
teekende ontwerpen zou dan later
kunnen worden nagegaan, wie aan
het indienen van het adres meedoen.
Op voorstel van den heer de Jong
werd besloten ook de plaatselijke
vakvereenigingen te verzoeken het
adres mede te onderteekenen.
Met een woord van dank aan allen
voor hun medewerking en onder het
uitspreken van de hoop daarvan
goede resultaten in de toekomst te
mogon zien, sloot de Voorzitster
daarop deze vergadering.
(Andere bladen wordt ver
zocht dit over te nemen.)
SPORT.
Voetbal.
Einde van het seizoen.
De laatste dag van ons voetbal
seizoen heeft geen gunstig verloop
kunnen hebbenhet weer werkte
daartoe niet mee. De eenige wedstrijd,
die gespeeld is, was weinig belangrijk
en daarom zullen we er kort over zijn.
Deze ontmoeting tusschen de 2e elftal
len van H.B.S. en H.F.C. begon 0111
circa half twee. Toen stelden zich
beide partijen a. v. op.
Hagenaar
Kwast Gode
Riomorls Keizer Wloring
Gues Boogli Kater Feu B- v. Sclie(|en.
9
Stoegers Kulster Bikart Reuvers Treffers
Do Waard Muller Vos
Ham Ten Hacken
Schut.
H.B.S. heeft het voordeel van den
wind en is daardoor iets sterker.
Ais Kater aftrapt, zien we tenminste
het spel zich dadelijk voor het H.F.C.-
doel verplaatsen, 't Is hiervoor echter
een erbarmelijk geknoei, samenspel
en schieten zien we niet. Bovendien
speelde H.F.C. eerst met 4 midden-
spelers, zoodat er altijd nog wel een
been was, dat den bal wegwerkte.
Kwast forceert twee hoekschoppen,
die geen resultaat hebben, als Bikart
over het doel schopt. H.F.C. speelt
met 4 man in de voorhoede. Toch
weten dezen het spel vaak te keeren.
Hun uitvallen zijn zelfs gevaarlijker,
dan het uitsluit systeem voor het
H.F.C.-doel. We zien Boogh wel tot
driemaal toe alleen een ren onderne
men. Verloor hij zijn kop nu maar
niet, dan zou hij eer van zijn werk
gehad hebben. Toch weet hij nog
2 maal mooi voor te zetten, zijn
collega aan den anderen kant loopt
toe en maakt goed gebruik dezer
voorzetten. Schut is er echter bij
en voorkomt gevaar. Aan de over
zijde zit men te dicht op elkaar. De
taak van de H.B.S.-middenlinie was
het geweest, hier wat ruimte te
maken en de boel uit elkaar te halen,
dan had de voorhoede meer succes
gehad. Bijna heeft zij dit toch, als
Gode een bal op het doel kopt en Hage
naar het leer net weet weg te slaan.
Een ander maal is het een schot
van De Waard, dat net naast gaat
en een mooie, hooge bal van Treffers,
dien Hagenaar corner moet stompen.
Met een blanco stand wordt echter
gedraaid. Dan heeft H.F.C. den wind
in den rug en is op haar beurt sterker.
•Dadelijk na den aftrap verliest zij
haar linksbuiten, die het veld moet
verlaten wegens een ongeval. Met
10 man wordt verder gespeeld. Boogh
gooit weer mooi voor, maar Feij is
steeds absent. Wiering zien we dik
wijls opbrengen, om Feij aan 't werk
te zetten. Ook Kater leidt dikwijls
den aanval. Een hoog schot van hem
weet de doelman nog net te houdert
men vergat echter in te loopen. Weer
zijn het de twee genoemdpn, die
opzetten en in een onbewaakt oogen-
blik weet Kater zijn club te doen
leiden (1—0). Bij H.F.C. schijnt men
wat overmoedig te worden. De backs
laten zich wel eens passeeren en
dringen soms te ver op. Dat zal hun
noodlottig worden. Bikart weet door
te breken, maar talmt te lang. Niette
min weet Reuvers bij de schermutse
ling onhoudbaar in te zetten en zoo
doende gelijk te maken. Het einde
komt met denzelfden stand, die vrij
wel de krachten weergeeft. B(j H.B.S.
waren ten Hacken, Vos, Treffers en
Bikart wel de besten krachten. H.F.C.
had Hagenaar, Wiering en Kater als
(C. v. S.)
INGEZONDEN.
Helder, 27 Juli 1914.
Aan de Redactie van de
„Heldersche Courant".
M(jnheer de Redacteur
Verzoeke beleefd het ondervolgende
stukje in uw blad te willen opnemen,
bij voorbaat onzen dank.
„Helder's Harmoniekapel".
Naar men ons mededeelt, wordt
van verschillende zijden critick ge
oefend op de houding van den Hel-
derschen Harmoniekapel en wel om
de navolgende redenen
Bij den optocht, die Zondag j.1.
26 Juli door de Gemeente werd ge
maakt en was samengsteld uit bo-
toogers voor het „Staatspensioen"
heeft onze Vereeniging muziek ge
maakt, door de stoet voorafgaande,
eenige marsehen ten beste te geven.
Nu schijnt het eenigen ingezetenen
van den Helder onbegrijpelijk toe,
dat een vereeniging die „neutraal"
is, zoo iets doen kan, en zoo maar
voor een groep betoogers met vaan
dels te gaan loopen, zonder zich
rekenschap to geven wat zij doet.
Dit nu is het, wat men ons hoogst
kwalijk neemt en ons deed besluiten
hiertegen te protesteeren.
Een muziek vereeniging kost uit den
aard der zaak aan instrumenten, nieuw
of tweedehandsche, muziek, onder
houd enz. een macht van geld en
als de kosten zouden moeten worden
bestreden van de jaarlijksche subsidie
en andere inkomsten, zooals bijdrage
van begunstigers (wat er niet veel
zyn), zou do Vereeniging spoedig
„over de kop gaan", en dat is nog
lang niet de wensch van bestuur en
leden.
Om nu de kosten te bestrijden,
zijn wij verplicht door het maken
van concerten, enz. onze kas te be-
voordeelen.
Nu kan het ons niets schelen, wie
er om muziek komen. Wij vragen
niet „Wat is U „Bent U bijgeval
ook S.D.A.P.-er" of anderszins?" Wij
vragen wat er te verdienen is en
hoe de kas er voor staat.
Bij ons geldt de leuze „Goede
instrumenten en muziek" en om dat
te bereiken, moet alles medewerken.
Zoo was laatst een predikant van
Texel by ons om muziek voor de mee
ting die gehouding is op Texel. Maar
aangezien de reiskosten te hoog waren
in vergelijking met het te verdienen
bedrag, konden wij dat niet aannemen,
en voor niets werken, doen wij niet
anders als voor liefdadige instellingen.
Waarheen is in de meeste gevallen
de eerste weg van eene commissie,
die een Uitvoering willen organi-
seeren, ten bate van de lijdende
menschhoid? Naar Helders Harmonie
kapel, die doet dat altijd, in samen
werking met de Vereeniging „Exel-
cior" is al raenigen avond gewerkt
voor dat doel.
Waarvan moeten dan de instru
menten onderhouden worden, en
andere onkosten worden bestreden
die bij zulke gevallen altijd in mindere
of meerdere mate ontstaan?
Kijk, wanneer nu eens' een enkele
van de verontwaardigde ingezetenen
van den Helder tot ons zouden
komen en zeggen „dat moeten jelui
zoo en zoo doen" dan waren wij
tevredey, maar tot nu toe werken
wij en zullen 't blijven doen tegen
vergoeding, voor ieder die bij ons
komt om muziek, mits wij op de
conditién kunnen ingaan.
Maar verontwaardigd zijn helpt
nietser werd ook niet op ingegaan
toen wij verontwaardigd waren,
omdat men ons voorbij liep ni6t de
opening van het nieuwe sportterein,
waarom werd toen een Muziekver-
eeniging gevraagd die niet neutraal
is, en wel degelijk een onderdeel is
van den R.-K. Volksbond?
Afgescheiden van de vraag -of wij
het wel gedaan hadden, want derge
lijke werkzaamheden worden toch
niet betaald naar waarde en wij zijn
er toen niet opingegaan, ofschoon wij
wel erg „verontwaardigd" waren.
Neen, critiek oefenen beteekent
niets, wanneer men niet door en door
op de hoogte is met den stand van
zaken en wij zouden een ieder aan
baden zich er van te onthouden, maar
integendeel een vereeniging die vol
gens het oordeel van hoogstaande
kunstenaars een der eerste van Noord -
Holland is, te steunen door donateur
te worden en Helders Harmonie
kapel te steunen ten einde haar
standpunt in de rij der Vereenigingen
te behouden.
Den heer van Aken, toonkunstnaar
te Amesfoort, betuigde o.a. op verzoek
van een der leden van den raad, dat
den Helder trots kon zijn, op zoo'n
muziek vereeniging.
U, mijnheer de Redacteur dankend
voor de verleende plaatsruimte ver
blijven w(j,
Bestuur en Leden van
„Helders Habmoniekapel."
twee eischen.
Een Engelsch blad vertelt ernstig
van een jongmenscb, dat een jong
meisje ten huwelijk vraagt. Op zijn
aanzoek krijgt hij ten antwoord
„De man, dien ik wensch te
huwen, moet aan twee eischen be
antwoorden hij moet toonen moed,
en hjj moet toonen hersens te be
zitten."
„"Welnu!" antwoordde de jonge
man„ik meen, dat ik je reeds ge
toond heb, over beide eigenschappen
te beschikken."
Het meisje sprak:
„Moed heb je inderdaad getoond
te bezitten, toen je me uit het water
heb gehaald, nadat onze roeiboot was
omgeslagen. Dit was echter geen
hersenwerk."
„Jawel", verzekerde de jonge
man, „want ik had de boot opzettelijk
laten omslaan, liefste!"
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.
48)
„Volkomen uitvoerbaar, mijnheer,
011 zelfs, indien gij de goedheid wil-
det hebben een bezoek aan mijne
werkplaats te brengen, zoudt gij
verbaasd staan over de reeds ver
kregen resultaten."
In zijn geestdrift had de uitvinder
al z|jne ellende en tot zelfs zijn hon
ger vergeten. Hij scheen overgeluk
kig eindelek iemand gevonden te
hebben die naar hem luisteren wilde,
en hem niet uitlachte om wat men
zijn hersenschim noemde.
Na eenige oogenblikken, hernam hij
„Maar, helaas! myne toestellen
kostten zooveelik moest vooral ook
met zulke dure vergiften werken,
dat mijn gansche erfdeel gedurende
de jaren mijner proefnemingen uit
geput raakte. Ik wendde mij tot
mijne broeders; zij dreven den spot
met mij, schreven mij dat ik hun
naam oneer aandeed en zonden mij
voor eens en altijd eenige honderden
franken toe. Ook deze hulp was spoe
dig verdwenen, en toch zweer ik u,
mijnheer, dat ik nimmer een penning
aan eigen genoegen heb besteed. Ik
leefde voor niets anders als voor
myne uitvinding. Na dion tijd hoorde
ik niets meer van mijne bloedver
wanten; ik was dood voor hen. Ik
beproefde verscheidene mannen tot
mijne denkbeelen over te halen, en
voor hunne kosten de zaak te begin
nen maar de wereld is vol doraooren
niemand geloofde aan de mogelijk
heid der zaakik kon zelfs niemand
bewegen in mijne werkplaats te
komen zien. Van daar, mijnheer, dat
ik het eindelijk gewaagd heb my tot
u te wenden. Ik heb u altijd hooren
roemen als een man van kennis en
van een ondernemenden geest. Wilt
gij mij ten minste verheugen met
de belofte tot mij te zullen komen?
Zoodra gij gezien zult hebben, zijt
gij overtuigd, dat weet ik vau te
voren."
Emmanuel de Josach had hem ge
durende de laatste minuten geen se
conde uit het oog verloren. Het was
alsof hij tot in de meest verborgen
schuilhoeken van het hart van dien
man wilde doordringen, en hij ant
woordde langzaam:
„Zulk een bezoek bindt mij nog tot
niets en gij kunt er dus op rekenen.
Maar mijne tafel staat gedekt, ik ben
alleen, en zoo gij mijn maal wilt
deelen, verlies ik zelf geen tijd en
kunnen wij verder samen praten."
De ongelukkige vond geen woorden
genoeg om zijn dank uit te spreken,
en een oogenblik later zaten beiden
aan den welvoorzienen disch.
De bankier scheen er genoegen in
te vinden zijn gast de fijnste wijnon
te schenken en dwong hem telkens
zooveel mogelijk van de versterken
de spijzen to nuttigen. Toen zijn hon
ger ten laatste gestild was, en de
heer des huizes de bedienden had
weggezonden, vroeg hij:
„Gij zeidet mij daareven met zulke
zware vergiften te moeten werken.
Hebt gij daarmede nog nooit een
ongeluk gehad?"
Lussac schudde glimlachend het
hoofd.
„Nooit," antwoordde hij. „Ik ga er
mede om, zooals de slangenbezweer
der met de gevaarlijkste adders. Ik
ken al hunue streken van buiten.
Josach bekeek aandachtig zijne
sigaar en hernam na een oogenblik
stilte
„Uwe uitvinding boezemt mij de
grootste belangstelliug in. Maar, ik
vrees dat gij, ofwel nooit zult slagen,
of wel haai op een flinke schaal zult
moeten op touw zetten. Hoeveol be
rekent gij dat er noodig zou wezen
tot het huren en inrichten van een
atelier, op een der drukste standen
der stad, en dat gelijk vloers, of wel
gy zult nooit iemand bij u krijgen;
en uw succes zal vooral van het be
zoek van nieuwsgierigen afhangen.
Maar daartoe is een zekere weelde
van omgeving noodig. Armoede
schrikt altijd af."
„Ik begrijp dat volkomen, mijnheer
maar ik geloof dat ik met twintig
duizend francs al een heel eind zou
komen,"
„Hm! ik zie wel dat gij u geen
denkbeeld maakt van de Parijsehe
huurprijzen; maar misschien met
wat goeden wil zou het voor die
som te doen zijn. Nu blijft ons ech
ter de vraag over hoeveel gij behoe
ven zoudt tot volmaking uwer ma
terialen."
Lussac, die reeds vreesde dat de
bankier zich door zooveel onkosten
zou laten afschrikken, antwoordde
niet dan aarzelend:
„Ook nog wel vijftienduizend frans."
„Laat ons liever eveneens twintig
mille nemen, want op het laatste
oogenblik valt alles altijd tegenwel
nu, mijn waarde mijnheer, dat ver
tegenwoordigt een heel kapitaal, en
ik vrees dat niemand u dat zal af
staan."
„Niemand inderdaad;" mompelde
de ongelukkige, „mijne laatste hoop
was dan ook nog op u gevestigd."
„Zoo gij wist hoeveel dergelijke be
zoeken ik ontving, zoudt gij inzien
dat ik binnen een jaar doodarm zou
wezen, indien ik al die ondernemin
gen steunde, en hoe lief de weten
schap mij ook zy ik heb kinderen,
en mag mij dus niet berooven van
hetgeen hun eenmaal rechtmatig zal
toekomen. Is het u echter alles waard
geholpen te worden?"
Eu zijn doorborende blik rustte
onafgebroken op den uitvinder, wiens
zwak gelaat thans door een koorts-
achtigen blos gekleurd werd.
„Alles, 0, alles!" riep hij uit.
l)e ongelukkige weifelde een oogen
blik maar stotterde daarop:
„Ik zou niet kunnen stelen; maar
voor de rest geloof ik dat ik tot alles
in staat zou zijn om het doel van
mjjn ganscho leven to bereiken."
„Luister dan," en de bankier schoof
zijn stoel tot vlak naast hem, opdat
geen sterveling anders zijn woorden
zou kunnen hooren. „Ik beschouw
het leven geheel anders dan het
meerendeel der menschen. Van het
oogenblik af waarop een denkend
wezen tot een gevaar wordt voor de
maatschappij, dat hij op het punt
staat duizenden rampzalig te maken,
wordt hy in myne oogen nog slechts
als een dolle hond, dien het een
plicht is af te maken."
Lussac antwoordde niet; zyn voor
hoofd was met groote zweetdroppels
bedekt.
„Er leeft een dergelijke man," her
nam de financier, „een man die de
wapens in handen heeft om ten eigen
bate eene der grootste, der roemrijk
ste ondernemingen van ons land te
verarmen en ten gronde te doen gaan.
De aandeelhouders zijn, bijna zonder
uitzondering, kleine industreelen of
wel lieden die spaarpenningen van
een leven van arbeid in die zaak
steken. Zy zou bloeien indien de el
lendeling hun lot niet opofferde aan
zijn brandenden dorst steeds schat
ten te verzamelen. Welnu, zyt gij
het met mij eens of niet dat een der
gelijk schepsel van de aarde moet
verdwijnen
De uitvinder wierp zijn gastheer
een angstigen blik toe en vroeg aar
zelend
„Maar zou de rechtbank zich daar
mede niet kunnen belasten?"
„Onmogelijk. De schurk is veel te
slim 0111 ooit anders als in het ver
borgene te handelen. Wilt gij waar-
ïyk tot eiken prijs uw onderneming
op touw zetten, dan kan ik zorgdra
gen, dat gij het daartoe benoodigde
geld ontvangt, ik bezorg u veertig
mille, waarop ik u heden reeds dui
zond franken uitkeer. Het overige
zult gij ontvangen den dag waarop
gij die daad hebt volbracht."
„Dus wilt gij dat ik een moorde
naar zal worden?" riep Lussac bijna
klagend uit.
„Voorzichtig; men zou u kunnen
hooren", sprak de bankier met ge-
fronsde wenkbrauwen, „het woord
„moordenaar" is slecht gekozen;
hier is geen sprake van een moord,
maar enkel en alleen van een daad
van rechtvaardigheid. Gij zoudt daar
mede hot ongeluk van tallooze on
schuldige slachtoffers voorkomen.
Doch het lijdt geen twijfel of ik wil
u daartoe niet dwingen; gij moet
volkomen vrij zyn in uwe keus."
„Een Lussac kan het schavot niet
beklimmen."
„Denkt gij dan dat ik u daaraan
zou blootstellen. Neen, mijn vriend,
daarvoor bestaat geen nood; de justi
tie zal dien dood niet anders dan
hoogst natuurlijk achten. Een nood
lottig toeval alleen, aan de onvoor
zichtigheid van het slachtoffer toe
te schryven."
„Ik begrijp er minder en minder
van."
„Ziehier: gij zult u tot dien man
begeven, gelijk gij tot mij gekomen
zijt. Hij is een geldwolf en zoo gij
hem 50 percent van de winst aan
biedt, voor het geval dat hij uwe uit
vinding in zijn kring helpt versprei
den, ben ik zeker dat hij aanstonds
bereid zal zijn een bezoek aan uwe
werkplaats af te leggen. Gij wacht
er u wel voor hem te spreken van
de vergiften die u tot uw arbeid noo
dig zijn, en spreekt hem alleen van
een bijzonder preparaat, waarvan gij
een proef zult klaarhebben in een
klein fiosclye. Dat fleschje zal een
voudig het sneldoodend vocht bevat
ten, waai-van gij mij zoo straks ge
sproken hebt. Gij zult hem zeggen
dat dit het gansche geheim uwer
uitvinding is, en ik ken hem
ik weet vooraf dat op dat oogenblik
de gedachte u uw geheim te ontste
len, bij hem op zal komen. Hij heeft
zich met chemie opgehouden, en zal
aan het fleschje willen ruiken, om te
raden welke bestanddeelen het bevat.
Gij ziet dat uw rol zeer onschuldig
zal zyn."
„En en gij zult my waarlyk
de middelen verschaffen om mijn
werk aan het licht te brengen?"
„Twijfelt gij daar nog aan? Welnu,
om u te bewijzen hoezeer de zaak
my ernst is,'zal ik u vooraf zesdui
zend frans geven."
Geheel en al bedweimd stemde de
ongelukkige toe.
(Wordt vervolgd).