HELDERSCHE COURANT
No. 4349
DONDERDAG 13 AUGUSTUS 1914
42e JAARGANG
Doordien er «oor
dit nummer bijna
geen advertentiën zijn ingeko
men, verschijnt ons blad voor
heden op de halve grootte.
Wie onnoodig in gebreke blijft
om zijn verplichtingen na te komen,
is mede-verantwoordelijk voor het
uitlokken van een algemeene ramp.
Indien het zakenleven verlamd wordt
door het uitblijven van betalingen,
moeten allerlei bedrijven worden
stop gezet en op groote schaal
personeel worden ontslagen. Wie de
heerschende werkloosheid en ellende
niet wil vergrooten, make door het
voldoen aan zijn financiëele ver
plichtingen voortzetting van het be
drijfsleven mogelijk.
Steuncomité.
Sub-commissie voor Werkverschaf
fing.
A. G. A. Verstegen, voorzitter.
P. Storm, secretaris.
M. A. Kolster.
D. J. Snel.
A. Krijnen.
J. de la Houssaye.
C. Kikkert.
Deze commissie zetelt dagelijks in
het Gebouw van den Marine Bond
van 10—12 en van 2 5 uur.
Om inlichtingen kan men ook
wenden tot elk der leden van de
commissie.
Van het Oorlogsterrein.
Betrekkelijke rust heerscht in de
streken, waar thans de strijdmachten
tegenover elkander staan. Wel komen
tal van berichten in, maar ze zijn
zoo onbetrouwbaar, zoo vaag, dat het
uiet de moeite waard is ze te publi-
ceeren. De groote menigte raakt
daardoor maar op een dwaalspoor.
En wij onthouden ons daarom deze
berichten op ons telegrammenbord
bekend te maken, terwijl wij in ons
blad diu berichten zoo spaarzaam
mogelijk zullen vermelden.
Maar men voelt, dat groote dingen
te gebeuren staan. De stilte van nu
gaat een hevigen storm vooraf, welke
zich zeer zeker spoedig zal ontkete
nen. Vermoedelijk zal op Belgisch
grondgebied, in het Noord-Oosten, het
eerste zeer ernstige treffen plaats
hebben, en wat tot dusver rond Luik
geschied is, zal in vergelijking daar
mede slechts kinderspel zijn.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
En opnieuw worden de Zuidelijke
Nederlanden het slagveld van Europa...
Overal elders zijn het verkenningen,
voorpostengevechten, up and downs
van den beginnenden oorlogin
Noord-België worden de maatregelen
voorbereid voor den eersten grooten
slag in dezen wereldoorlog, de slag
die voor België beslissend zal kunnen
zijn.
Want groote troepenafdeelingen
worden door Duitschland over Aken
naar Noord-België gezonden. De
bruggen over do Maas bij Lixhé dreu
nen van de marcheerende infanterie-
colonnes, de aanrijdende artillerie-
batterijen, do escadrons cavalerie.
Al die troepen worden gezonden
naar het terrein tusschen Tongeren
en Leuven, waar de eerste groote
ontmoeting zal plaats hebben.
In Leuven was het hoofdkwartier
van den Belgischen generalen staf.
Daar bevondeu zich waarschijnlijk
in de nabijheid de divisiën van het
Belgische veldleger, thans versterkt
door Fransche afdeelingen. Bij de
verkenningen der cavalerie bevond
zich een Fransch regiment chasseurs
:i cheval naast een regiment Belgische
lanciers.
Daar zal, als de verkenning vol
doende licht heeft gegeven, de eerste
ontmoeting plaats hebben. De ont
moeting, die thans door geheel Europa
met spanning en zorg wordt tegemoet
gezien.
ïn alle andere gedeelten van het
oorlogsterrein verkenningen, die wel
licht tot kleine of groote gevechten
kunnen aanleiding geven. Maar groote
beteekenis kunnen die niet hebben.
Wel wordt daarvan aan deze of gene
zijde grooten ophef gemaakt, maar
dat is meer om den moreelen moed
aan te wakkeren. De gevechten aan
de Fransch-Duitsche grens behooren
daartoe. Er zal waarschijnlijk omen
nabij Mülhausen door verschillende
afdeelingeu gestreden zijn. Maar zoo
wel de Fransche als de Duittche
mededeelingen over die gevechten
zijn niet van overdrijving vrij te
pleiten. De bezetting van Mülbauaen,
oen open plaats, door Fransche af
deelingen, is allicht juist geweest;
bij de nadering van sterkere Duit-
-3ohe troepen is die, plaats weer ont
ruimd, en trokken de Fransche troe
pen zich meer naai- hunne grens terug.
Nu is het natuurlijk niet te ver
wachten, in dit stadium van den strijd,
dat daar reeds groote troepenmachten
bijeen zijn, nog minder dat daarbij
zoo maar, in enkele uren, Fransche
legerkorpsen in de pan zouden zijn
gehakt „aufgerieben" zooals men in
Berlijn zeide. En evenmin mag men
aannemen, dat bij die gevechten,
zooals van Fransche zijde wordt ge
meld „de Franschen zich overal de
coeesters der Duitschers hebben be
loond, en dat de Duitschers overal in
den Jilzas het veld moesten ruimen".
Zulke mededeeling moeten cum
granosalis worden aanvaard. Eerst
als over eenige weken de disposities
der groote legers zich duidelijker af-
teekenen kan eenige conclusie worden
getrokken omtrent het, ook dan nog
zeer vermoedelijke, verloop van den
strijd.
De berichten van de Russisch-
Duitsche grens zijn nog steeds zeer
onbeteekenend. Het kan niet anders.
De zeer moeilijke en langzame mo
bilisatie der Russische troepen, ge
voegd bij het feit dat de Duitsche
hoofdmacht klaarblijkelijk naar de
Westergrens wordt gezonden, en dus
aan de Oostelijke grens nog slechts
on beteekenende troepen-afdeelingen
staan, maken oen belangrijke ont
moeting in het Oosten onmogelijk.
Beschouwingen omtrent den
opmarsch der Franschen naar
Elzas-Lotharingen.
Duitschland bezit aan de Westgrens
eene zoodanig sterke verdedigings
linie, zooals er misschien geen tweede
gevonden wordt.
Niettegenstaande deze sterke ver
dedigingslinie heeft men meermalen
betoogd, dat Duitschland bij een even-
tueelen oorlog tegen Frankrijk en
Rusland tegelijk, toch eerst aanvallend
tegen Frankrijk zou optieden en zich
niet tot de verdediging zou bepalen.
Dit nu zien wij in dezen tijd wer
kelijk gebeuren. Alleen vinden wij
dit onderscheid, dat de aanval ge
schiedt door het neutrale België,
omdat de Oostgrens van Frankrijk
zoo krachtig bevestigd is.
Hoe zou 't geweest zijn bij een
eventueelen opmarsch der Franschen
naar het Oosten?
Elzas-Lotharingen heeft geene na
tuurlijke verdedigingsmiddelen tegen
vijandelijke operaties uit het Zuid-
Westen. Daarom bevindt zich daar
de vesting Metz, welke zoowel bij
den aanval op Frankrijk als bij de
verdediging tegen Frankrijk van
bijzonder grooten invloed is.' In ver
band met de op slecht3 25 K.M.
verwijderde vestingwerken van
Diedenhofen, beheerscht Metz de Moe
zellinie. Deze geweldig versterkte
legerplaats, welke een groot leger kan
opnemen, zal zich op de flank van
de eventueele Fransche operatieltjn
bevinden en een geheel Fransch leger
eischen om deze plaats te kunnen
belegeren, daar het natuurlijk uitge
sloten is, deze vesting on ingesloten
in de flank te laten liggen. Tevens
moet er dan by de belegering op
gerekend worden, dat de verdediging
zeer actief gevoerd zal worden, zoodat
werkelijk een zeer beduidende troepen
macht hiervoor noodig zal zijn.
Eerst na eene insluiting van Metz
kunnen de Franschen overgaan tot
eene overschrijding der Duitsche
grenzen. Het grootste deel van het
Duitsche leger zal zich op de lijn
Metz—Zabern eoncentreeren, terwijl
het overige deel zich tusschen Zabern
en Colmar zal posteeren om tegen de
Franschen bij een eventueel oprukken
naar Dieuse en Saarburg concentrisch
te kunnen optreden. De Duitschers
zouden, indien hunne versterkingen
(reserve-divisies) nog niet aangekomen
waren, trachten beslissende gevechten
te ontwijken. Ook zou nog gewacht
moeten worden op de aankomst van
het zware belegeringsgeschut.
Het verder voortrukken der Fran
schen zou niet door het dal van de
Moezel geschieden, daar aan het eind
van dit dal zich de sterke vesting
Coblenz- Ehrenbreitstein bevindt. Na
tuurlijk heeft de raarsch plaats door
hot rijke gebied vau den Pfalz, welk
gebied tevens gemakkelijk te door
trekken is. Echter stuit men hier
na 5 dagmarschen op Straatsburg, dat
zich dan in de flank bevindt. Straats
burg is omringd door een hoofdwal,
heeft op pl. m. G K.M. afstand van
dien wal 14 forten op pl. m. 12 K.M.
afstand in de richting der Vogeezen
de vestingwerken van Molsheim.
Deze fortenkring strekt zich uit tot
over den rechteroever van den Rijn.
Straatsburg is dus een groote ver
sterkte legerplaats aan den Rijn, daar
waar de rivier zeer breed is en bij
een eventueele insluiting en belege
ring, de verbinding met het achter
land nog langen tijd in staat is te
bewaren.
Eerst bij een verder gelukken van
den aanval zal hot den Franschen
gelukken den rechteroever in bezit
te nemen en de vesting ook van deze
zijde insluiten.
Hiertoe moeten echter geweldige
strijdkrachten ter beschikking staan.
De vestingwerken van Straatsburg
hebben ongeveer den omvang van 40
K.M. en de afstand tusschen de
sterkste forten bedraagt l1/3 tot 6
K.M. Behalve dat Straatsburg hinder
lijk is, gelegen op de rechterflank
der voorwaarts dringende troepen,
zoo kunnen ook van hieruit kleine
afdeelingen tegen Fransche afdee
lingen uitgezonden worden over de
Vogeezen. Dit gebergte is nl. onge
schikt voor groote troepenbewegin
gen.
Veel gemakkelijker weg om den
Elzas binnen te-dringen biedt de Zuid
westhoek van den Elzas, waar de
Franschen tusschen de Vogeezen en
den Juraketen doordringen kunnen
zonder op natuurlijke en kunstmatige
hindernissen te stuiten. Dit nu is
gebeurd, de Franschen zijn tot Mül
hausen doorgedrongen, de Duitschers
terugdringende, ofschoon de laatste
berichten gewagen van een terugslaan
der Franschen. Een doordringen van
de Franschen door deze opening,
„Trouée de Belfort" genaamd, biedt
echter voor Duitschland geen ernstig
gevaar en wel om de volgende rede
nen:
Wanneer de Franschen hier over
den Rijn gingen, zoo zouden zij verder
langs het Badener Schwarzwald
moeten marcheeren. De kunstwerken
en bruggen zouden bijtijds vernield
zijn en de natuurlijke gesteldheid van
het terrein is daar niet gunstig voor
troepenbewegingen.Maar de hoofdzaak
is, dat een indringen der Franschen
hier zich alleen in Zuid-Duitschland
kan doen gevoelen, waarbij echter
de verbinding dezer troepen in den
rug gevaar kau loopen. Tevens kan
een beslissing van den oorlog niet
op het Zuid-Duitsche operatie-tooneel
vallen.
Eenzelfde resulaat zou ook volgen,
indien Frankrijk door Zwitserland
Duitschland binnendrong.
Aldus heeft Duitschland van Belfort
uit niets te vreezen. Intusschen
kunnen kleinere operaties van hieruit
plaats vinden. De overgang van den
Rijn bij Hüningen, zeer dicht bij do
Zwitsersche grenzen golegen, kan
gemakkelijk door de Franschen ge
schieden en zal wel van moreelen
invloed zijn, vooral op den Elzas,
maar zal toch geen overwegenden
invloed op den gang der hoofdopo-
raties hebben.
Ik hoop in dit korte bestek geslaagd
te zijn met de aantooning, dat Frank
rijk (evenals Duitschland), by de
krijgsoperaties alleen aan de Elzas-
Lotharingscho grens voor bijna on
overkomelijke hindernissen en moei
lijkheden zou komen te staan.
De Telegraaf.
Uit alle landen.
DUITSCHLAND.
Een Duitsch spion.
Het' Dbld. van N.-Brab. meldt uit
Roosendaal:
Tusschen Antwerpen en Esschen
zat gisteren een heer in den trein,
gekleed in een fantasiepak. Hij had
een handkoffertje bij zich en trok
absoluut door niets de aandacht der
medepassagiers.
Dicht bij Esschen gekomen echter,
haalde hij uit zijn borstzak een noti
tieboekje, schreef enkele regels op
een blaadje papier, scheurde dit uit
zijn boekje, rolde het op en stak het
in een busje, dat hij uit een zijner
zakken haalde.
Daarop opende hij zijn valiesje en
tot verrassing zijner medepassagiers
haalde hij daaruit een duif te voor
schijn. In een minimum van tijd had
hij het busje met het briefje aan een
der pooten van het beest bevestigd
en stelde dit door het portierraam
in vrijheid.
Een Belgische dame, die tegenover
den heer zat, werd plotseling zoo
opgewonden, dat zij den heer bij zijn
wangen greep en deze met haar
nagels begon te bewerken. Een for-
meele worsteling ontstond en de
dame gaf geen pardon.
Een der medereizigers trok aan de
noodrem, waarop de trein tot staan
werd gebracht. De heer werd onder
zocht en hierbij bleek, dat hy een
Duitscher was. Vqrdacht van spion-
nage werd hij aan handen en voeten
gebonden en naar Antwerpen terug
gevoerd. Ook de dame werd aange
houden, ten einde door de Justitie
te worden verhoord.
Een Engelsche vlieger aange
schoten.
Uit Roermond woidt bericht, dat
de Duitschers bij Arsbeck een Engel
sche vlieger aangeschoten hebben.
De gewonde vlieger is naar Rheydt
gevoerd.
Keizer Wilhelm en zijn volk.
De Duitsche Keizer heeft opnieuw
een oproeping tot zijn volk gericht,
waaruit wij enkele zinnon in een
Duitsch blad vermeld vinden. Die
zinnen zijn de volgende:
„Het gaat om al of niet zijn van
het rijk Wij zullen ons verdedigen
tot den laatsten ademtocht van man
en ros".
„Wij zullen dezen strijd bestaan
tegen een wereld van vijanden."
„Nog nooit is Duitschland over
wonnen, als het eensgezind was."
„Voorwaarts met God, die met
ons zal zijn, gelijk hij met onze va
deren is geweest."
Houdt uw mond!
Het Militiir-Wochenblatt van 6 dezer
bevat onder het bovenstaande op
schrift de volgende opwekking
„Wij richten deze vermaning in
dezen, voor ons geliefde vaderland
hoogst belangrijken, tijd tot alle
Duitschers.
Wie ook troepentransporten ziet,
met hen te maken heeft (zooals man
nen en vrouwen b.v,, die op de stations
ververschingen uitdeelen) of ervan
hoort, plaatse een drievoudig slot
voor zijn mond.
Wij Duitschers zijn geen kletsers
in ernstige tijden zooals nu handelen
wij.
Wie nu zijn mond tegen iedereen,
vooral tegen lieden die naar hun
spraak te oordeelen buitenlanders
kunnen zijn, hermetisch sluit, wie
blijkbaar overdreven berichten niet
verder verspreidt, die bewijst aan
zijn vaderland een ontzaglijken
dienst. En het vaderland dienen
willen wij immers allen! Daarom,
Duitsche landgenooten, houdt uw
mond
Tegen het oppotten van
goud en zilver.
De Yereeniging van Berlijnsche
banken en bankiers heeft eenige dagen
geleden besloten, om gesloten of ver
zegelde pakketten niet meer ter be
waring in kluizen en loketten aan
te nemen, als degeen die ze in be
waring geeft het pakket niet op ver
zoek open maakt en den inhoud toont.
Bevat het pakket specie, met name
goud, dan wordt de aanneming ge
weigerd, zelfs aan menschen die al
een vakje gehuurd hebben. Verder
zal streng toegezien worden, dat
menschen die hun loket openen, daar
niet heimelijk specie in wegbergen.
Berlijn. 11 Aug. Wolffs Bureau
zegt dat tegenover de misleidende en
valsche beweringen, welke in 't
buitenland worden verbreid, het
volgende (officieuse) relaas van den
gang der krijgsverrichtingen tot op
dit oogenblik kan worden gesteld:
Gebeurtenissen ter zee. In de Oost
zee: Libau beschoten en door mljn-
vesperring onbruikbaar gemaakt.
Aan Duitsche zijde geen verliezen.
Noordzee: Duitsche mijnen gelegd in
de Theems-monding. Een moderne
Engelsche kruiser vernietigd. De
kleine Duitsche boot, die de mijnen
legde, door de Engelschen tot zinken
gebracht. Middellandsche Zee: Ver
scheidene versterkte Fransche in
schepingsplaatsen aan de Algerynsche
kust door bombardementen vernield.
Aan Duitsche zyde geen verliezen.
Dit is een bewijs, dat de zeeoorlog
in overeenstemming met den Duit-
schen geest offensief wordt gevoerd
en reeds ten deele op de vijandelijke
kust is overgebracht.
Alle berichten over gevechten op
de Noordzee en Engelsche successen
zijn verzinsels.
Het leger is in vast bezit van
Luik.
Op drie, van Belfort gekomen
Fransche divisies is oen groote over
winning behaald ten Westen van
Mühlhausen, de Fransche verliezen
belangrijk, de Duitsche gering. Aan
de Oostgrens alle aanvallen afgesla
gen met belangrijke Russische ver
liezen en bezetting van Russisch
;rondgebied.
Berlijn, 11 Augustus. Een vooruit
geschoven gemengde brigade van het
Fransche 15de legerkorps is door de
Duitsche grenswacht bij La Garde in
Lotharingen aangevallen. De Fran
schen werden met zware, verliezen
in het bosch van Parroy, ten Noord
oosten van Lunéville, teruggeworpen
en lieten in Duitsche handen een
vaandel, twee batterijen, vier machine
geweren en 700 gevangenen.
Een Fransche generaal is bij dit
gevecht gesneuveld.
Berlijn, 11 Augustus. Van officieuse
zijde wordt beweerd dat er thans in
de heele wereld met behulp van de
door Engeland en Frankrijk beheersch-
te telegraaflijnen een leugencampagne
tegen Duitschland wordt gevoerd,
welke echter in Duitschland zelf niet
anders dan een humoristischen in
druk kan maken. Men zegt: „De
Franschen hebben in '70 zoo lang in
telegrammen en krantenberichten
overwonnen tot de Duitschers voor
Par(js stonden. Zoo zal het nu ook
weer gaan."
FRANKRIJK.
Het vijftiende Fransche legercorps
werd Dinsdag naar Lunéville terug
gedreven. De Franschen verloren 700
dooden, twee batterijen en vier mi-
trailleuses.
De Duitschers hebben Dinsdag de
Franschen gesommeerd Longwy over
te geven. De commandant weigerde.
Parijs (officieel). Het Fransche leger
is sinds Dinsdag over het geheele
front met de Duitsche troepenmacht
in contact gekomen, zoodat een
groote slag elk oogenblik te wach
ten is.
Aan de Fransch-Dultsch-
Luxemburgsche grenzen.
Parijs, 11 Augustus. Het Fransche
ministerie van oorlog deelt heden
avond om half twaaf het volgende
mede
De Fransche troepen zijn over
bijna het geheele front handgemeen
met den vijand. De Fransche solda
ten toonen overal een moed en een
vuur, die onweerstaanbaar zijn.
In de streek der Vogezen bij
Spincourt (op Fransch gebied, ten Z.
W. van de Luxemburgsche grens, en
Longwy hebben de Duitschers Maan
dagavond de Fransche voorposten
aangevallen, die zich eerst terugtrok
ken, doch spoedig aanvallend optra
den, nadat zij steun van de reserve
gekregen hadden. De vijand werd
met aanzienlijke verliezen terugge
worpen. De Fransche artillerie heeft
een Duitsche batterij vernield. Drie
kanonnen, drie mitrailleuses, twee
munitiewagens werden door ons ver-
meesterd. De Duitsche cavalerie regi
menten hebben zwaai- geleden.
In de streek tusschen Chateau-
Salins (in Lotharingen, ten N.O. van
Nancy) en de Moezel trachtte een
Duitsch bataljon met een batterij,
van Vic (aan de Fransch-Duitsche
grens) komende, onze voorposten aan
te vallen. Zy werden met groote ver
liezen teruggeslagen.
In dezelfde streek werd het dorp
Lagarde, op het ingelijfde gebied ge
legen (d. i. in Lotharingek, aan de
grens) met de bajonet genomen.
De Duitschers verschenen voor
Longwy (bij de Luxemburgsche grens),
dat zij tot de overgave sommeerden.
De commandant weigerde op fiere
wijze.
BELGIË.
Veronderstellingen.
Het gevecht in Noord-België.
Wellicht zal heden reeds een groot
gevecht geleverd worden tusschen
de Duitsche en de Fransche-Belgische
troepen in Noord-België, meldt Reuter
uit Brussel.
En dit zal ons in de volgende dagen
stof geven tot berichten en beschou
wingen.
Voor het oogenblik willen wy
slechts pogen een denkbeeld te geven
van het doel en de bewegingen dei-
beide partijen, die daar manoevreeren.
De Duitsche troepen, die België
binnenrukten en poogden een over
gang over de Maas te vinden, hadden
niet alleen ten doel door België naar
Frankrijk te trekken, maar moesten
nu ook zorgen, dat zij bij dien tocht
naar Frankrijk niet in den rug kon
den worden aangevallen door Jhot
Belgische leger.
Had België den doormarsch der
Duitsche troepen toegestaan, dan
ware dit onnoodig geweest. Dan had
den de Duitschers er zich toe kunnen
bepalen de spoorwegverbindingen
tusschen hun land en Noord-Frank rijk
te bewaken.
De weigering der Belgen, die zy
hadden kunnen verwachten, maakte
niet alleen de gevechten bij Visé
en Luik noodig, doch verplichtte de
Duitschers nu, terwijl een gedeelte
hunner troepen over Hoey naar
Namen oprukt, belangrijke troepen
massa's in het Noorden van België
te werpen, en daar het Belgische
veldleger tegen te treden.
Zoolang dit nog geheel of bijna
intact is, zou het voortrukken naar
Frankrijk, met een frissche, niet ver
slagen vijandelyke troepenmacht in
den rug, te gevaarlijk zijn. Daarom
moet allereerst die troepenmacht
worden onschadelijk gemaakt, en
vooral weggedrongen van zijn cen-
traal-reduit, de vesting Antwerpen.
Vandaar deze beweging der Duit
schers in de lijn Tongeren, 31. Truyen,
Leuven, Brussel.
De inval der Duitschers
in België.
Londen, 11 Augustus. De militaire
correspondent van de „Daily Tele-
graph" te Parijs seint Dinsdag, dat
het overtrekken van sterke Duit
sche troepenmachten, o. w. 2 divi
sies cavalerie, over de Maas beneden
Luik gerapporteerd is.
Het schijnt waarschijnlijk -aldus
verder dit bericht uit Engelsch-
Fransche bron dat het Duitsche
hoofdkwartier een belangrijke offen
sieve beweging voorbereidt, hetzij in
de richting van Brussel of in die van
Nijvel (Nivelles; zuidelijk van Brussel
in de richting van de Fransche grens)
hetzij zoowel in westelijke als in
zuidelijke richting.
De Duitsche troepen werpen rond
om de stad Luxemburg verschan
singen op en evenzoo langs het dal
van de Ourthe.
Van Fransche zijde is men Ijverig
doende om de troepen te verzamelen
op punten, waar men voornemens is
verdedigend op te treden of vanwaar
aanvallend te werk kan worden ge
gaan, zoodra het Duitsche aanvals
plan duidelijk is.
De Fransche vliegtuigen blijven
het hoofdkwartier goed op de hoogte
houden.
De aangevoerde troepenmachten,
die tegenóver elkaar staan, geven
elkaar in aantal zoo weinig toe, dat
2 of 3 legercorpsen meer aan één
kant zoowel in moreel als in mate-
riöel opzicht een zeer belangrijke
uitwerking zullen hebben. De laatste
woorden van reeds genoemden mili
tairen correspondent zijn onderstreept.
Het is duidelijk, dat dit een toespe
ling is op de Engelsche expeditie
macht.
Brussel, 11 Augustus. Ambtelijk
wordt medegedeeld, dat de toestand
voor het Belgische leger goed blijft.
Het heeft vandaag slechts enkele
voorposten-gevechten geleverd, ten
gevolge waarvan de Duitschers terug
getrokken schijnen te zijn. Sommige
punten, die gisteravond en vanoch
tend door hen bezet waren, zijn thans
ontruimd, zoo ook Landen (tusschen
Brussel en Luik). Een Duitsch vlieg
tuig heeft boven Brussel gevlogen;
er werden zonder succes tal van
schoten op den vlieger gelost.
Het hoofdkwartier van het Bel
gische leger zegt, dat er vandaag
geen enkel oorlogsfeit, dat het ver
melden waard is, voorgekomen is.
De Belgen hadden in kleine voor
posten-schermutselingen eenige ge
wonden. De verliezen aaD Duitsche
zijde waren aanzienlijker. Het is on-
j uist dat het station Landen in brand
staat. De Duitschers zijn niet voor
uit geschoven, slechts de cavalerie
doet voortdurend verkenningstochten
Hun strategisch doel ishet veld
leger der Belgisch-Fransche troepen
macht te'verslaan, een afdeeling
achter te laten, om Antwerpen te
maskeeren, en een uitval uit die
vesting in den rug van het opruk
kende Duitsche leger te beletten, en
zich zoo mogelijk van Brussel mees
ter te maken.
De Belgisch-Fransche troepen moe
ten dit pogen te beletten. Zij moeten
dus trachten dien opmarsch der
Duitsche troepen tegen te houden,
deze terug te werpen op de Maas,
en zoo zij daarin niet kunnen slagen,
een zoo groot mogelijke ongeschokte
troepenmacht binnen de vesting en
de stelling van Antwerpen te brengen,
zich dus van deze stelling niet door
een omtrekkende beweging der
Duitschers te laten afdringen. Is een
groote, ongeschokte, strijdbare en
van alles voorziene legerafdeeling in
Antwerpen, dan vormt deze een
voortdurende bedreiging in den rug
der Duitsche troepen en wordt het
Duitsche legerbestuur genoodzaakt
een zeer groote macht aan hare
offensieve legers tc onttrekken, om
de zeer uitgebreide stelling van
Antwerpen te omsingelen, of in elk
geval te beletten, dat de daarin op
gesloten troepen een „retour-ofl'ensif"
maken en den Duitschen opmarsch
pogen te verstoren.
Dit is in het kort de positie dei-
beide in Noord-België tegenover
elkaar staande legermachten, zooals
die uit de ontvangen berichten is op
te maken. Reeds zijn de vooruit
geschoven cavalerie-afdeelingen, wier
taak het is, dc positie en de sterkte
van de vijandelijke troepenmacht te
verkennen, op elkaar gestooten. Zij
ontmoetten elkander in de nabijheid
van Thienen en St. Truyen, bij
Orsmael-Gussenhoven. En zooals wij
hieronder mededeelen hebben zU daar
een gevecht geleverd, eerst mot de
karabyn, een vuurgevecht dus op
eenigen afstand, gevolgd door een
charge van deiBelgische lanciers op
de Duitsche cavalerie.
Omdat de strijd tusschen het Bel
gische veldleger en een aanzienlijke
Duitsche troepenmacht in Noord-
Belgie, dus ten Zuiden van onze
grenzen, wordt verwacht, zullen ten
noorden van die grens zeker Neder-
landsche troepen bijeengebracht zijn.
Niet om in dien strijd in te grijpen
dat zou met onze neutraliteit niet
in overeenstemming zijn.
Maar alleen, omdat de mogelijkheid
bestaat, dat een strijdende afdeeling
in den stryd door de vijandelijke
aanvallers wordt gedreven in de
richting van onze grens. Zoodra zulk
een afdeeling de grens nadert, zal
de Nederlandsche bevelhebber zorg
dragen op dit punt voldoende troepen
bijeen te hebben, om een grensschen-
ding te voorkomen. Hij zal den com
mandant der afdeelingen, die de grens
zouden willen overtrekken, doen
waarschuwen, dat zij zich op of nabij
Nederlandsch grondgebied bevinden,
en hen, zoo zij weigeren dat te ver
laten, interneeren en de wapens doen
afleggen.
Zoo handelde in 1870 het Zwit
sersche leger, toen Bourbaki met zijn
geheele troepenmacht naar de Zwit
sersche grens werd gedrongende
Fransche troepen werden aan de
grens ontwapend en mochten daarna
het gastvrije Zwitsersche gebied biu
nentrekken, waar zy verder tot het
einde van den oorlog werden ver
zorgd en verpleegd.
Het is dus mogelyk, dat ook over
onze grenzen kleinere of grootere
afdeelingen van een der strijdende
partijen worden gedrongen. Het is
dan de taak onzer legermacht met
deze te handelen, als de Zwitsersin
1870 met het leger van Bourbaki
deden, of de Belgen, in dienzelfden
oorlog, met de uiteengeslagen en
vluchtende afdeelingen van het Fran
sche leger by Sedan.
Brussel, Dinsdagmiddag I uur had
het eerste belangrijke treffen plaats
tusschen een regiment Belgen en
Duitsche ruiters tusschen Tirlemont
en St. Truien. Na heldhaftigen tegen
stand werden de Belgen teruggeslagen.
De Duitschers staken alles in brand.
Twee Duitsche aviateurs-officieren,
die by Namen moesten landen,
werden gevangen genomen.
Do slag by Tirlemont boteekent,
dat de Duitschers zeer sterk vooruit
zijn gedrougen. De Belgische hoofd
macht vond het wonschelijk een be-
slissenden slag te ontwijken.
Uit Luik werd Dinsdagavond
bericht, dat de forten grootendeels
nog in handen der Belgen zijn. Vluch
telingen uit Luik verklaren, dat de
toestand thans vreeselijk is. Tal van
huizen staan in brand.
De „Limburger Koerier" schroef
Dinsdag
Een feit van groote beteekenis is,
dat het Duitsche legerkorps meer en
meer op den linker Maasoever (dus
in de richting van het Belgische
veldleger) voortdringt.
„De verwarring in de Noorderko-
lonne is teneinde, en de voortruk-
kende beweging der Duitschere naai
den Linker Maasoever langs Visé
duurt voort. Zaterdag was de vaste
noodbrug, door de Duitsche ponton
niers aldaar (bij Lixhe) geslagen,
gereed. Heel de legertros is over;
Zondag werd reeds de bagage over
gebracht. Op tien meter afstand van
deze zijn de Duitschers bezig met
het slaan van een tweede vaste brug.
,,De voorhoeden dringen voorwaarts
in de richting van Tongeren Has
selt, waar het Belgische Fransche
leger ligt."
In die richting is dan ook het
slagveld te zoeken, waar de Duitsche
en Belgisch-Fransche troepen elkaar
zullen ontmoeten.
Maastricht, 12 'Augustus. Den
geheelen ochtend worden hier gewel
dige kanonades gehoord, komende
van den kant van Tongeren. Zooals
thans, hebben we hier de kanonnen
nog nooit hooren werken. De huizon
hier m de stad dreunen en telkens
denkt men, dat de ruiten zullen bars
ten.
Vermoed wordt, dat er bij Tonge
ren een groote veldslag plaats heeft.
Gisterenavond kwam hier van de
Tongerensche richting een gewond
Duitsch officier aan. Hij werd in de
hospitaal-barakken opgenomen.
Naar de „N. R. Ct." verneemt,
koinen te Gent steeds treinen met
Engelsche troepen voorby.
JAPAN.
De houding van Japan.
Peking, 11 Augustus. Japan heeft
zich niet neutraal verklaard.
Er zyn sterke aanwijzingen dat
het voornemens is weldra den oorlog
te verklaren aan Duitschland en zich
dan meester te maken van de haven
Tsiugtao in de Duitsche kolonie
Kiau-tsjau - waaruit de Duitsche
vloot vertrokken is.
(Japan zou dus voornemens zijn
hel bondgenootschap met Engeland
te handhaven en aan de zijde van
den Engelschen vriend te strijden;
het plaatst zich daardoor echter
tevens aan de zijde van den Rus-
sischen vijand van 1904.
Dat Japan heel veel meer voor-
deelen in dien oorlog kan behaion
dan zich meester maken van de
Duitsche kolonie Kiau-tsjau, en dus
zich vastnestelen in China, is niet
duidelijk.
De Japansche vloot kan echter
voor Engeland in den Stillen Oceaan
een zeer te waardeeren hulp wezen.
Parys, 11 Aug. De „Matin" zegt
dat Japan ongetwijfeld zijn strijd
macht bij die van Engeland zal voe
gen. Men gelooft dat de Japansche
vloot trachten zal Kiau tsjau te nemen
en zich meester zal maken van alle
Duitsche koopvaardijschepen in de
zeeën van het Verre Oosten.
De „Matin" acht het ook mogelijk,
dat de vloot en het leger van Japan
effectieven steun zullen verleenen
aan de strijdmachten van de Triple
Entente in Europa, indien de oorlog
eenigen tijd duurt.
Londen, 11 Augustus. Reuter's
Agentschap heeft van het Japansche
gezantschap alhier machtiging ont
vangen om te verklaren, dat daar
niets bekend is omtrent een ulti
matum. dat te Tokio zou zyn uit
gevaardigd.
Men houdt het gerucht voor on-
Londen, 11 Augustus. De corre
spondent van de „Times" te Tokio
seint dd. 6 Augustus, dat in Japan
groote opwinding heerscht. Do pers
dringt krachtig op een actie aan.
Het blad Asahi stelt het voor, alsof
Duitschland in Nederland is gevallen.
Het gaat zelfs zoo ver, dat het de
rijke Nederlandsche koloniën in de
toekomst reeds onder Duitsche vlag
ziet.
Uit Tokio wordt aan de „Daily
News" gemeld, dat het eerste en
tweede Japansche eskader, onder be
vel van admiraal Dewa, zee hebben
gekozen. In Engeland verwacht men
dat Japan de Engelsche belangen in
Oost-Azié met zijn vloot zal helpen
beschermen tegen de Duitsche vloot,
die met onbekende bestemming Tsing-
tao heeft verlaten en, naar men ver
moeden kan, jacht op Engelsche
schepen zal maken. In verband hier
mee is het gerucht, dat de Japanners
Tsingtao gaan bezetten, zeer begrijpe
lijk. Is het hun er werkelijk om te
doen in den geest vau het Engelsch-
Japansche verdrag te handelen, dan
kunnen zij Engeland een grooten
dienst bewyzen, door het Duitsche
eskader in Oost-Azië van zijn basis
in Noord-China af te sluiten.
OP ZEE.
De Engelsche vloot.
Waar toeft de Engelsche vloot?
Hoe staat zij tegenover de Duitsche'i
Men kan er over bespiegelen, men
kan er door redeneering misschien
iets over afleiden, er althans een
gooi naar doen. Maar feiten zijn hier
in Engeland niet bekend. Het pers
bureau dat de regeering heeft inge
steld, is niet overraededeelzaam. En
natuurlijk zyn er middelen genoeg
voor ondernemende verslaggevers om
jets over de bewegingen van c-en
groote vloot te weten te komen,
maar het wachtwoord van geheim
houding is uitgegeven en aoo bevat
Engelsche pers niets over de
vraag die alle Engelschen bezig
houdt: Wat geboiut er op de Noord
zee Wij weten nu, dat een Duitsche
mijnlegger tot zinken is gebracht,
dat een Engelsche lichte kruiser op
een mijn is geloopon en gezonken
en dat een Duitsche duikboot bij een
aanval op Engelsche kruisere is ver
ongelukt. Van een grooten slag -
kan men gerust zeggen is totnogtoe
geen sprake geweest. De Duitsche
linieschepen houden zich dus waar
schijnlijk in de buurt van hun oor
logshaven op den achtergrond. De
Engelsche vloot, behalve dat zij het
Kanaal sluit, houdt vermoedelijk in
wyde kringcD de Duitsche havens in
het oog; d. w. z. een deel bewaakt
de uitgangen van de Oostzee, Kattogat
ofSkagerrak,een ander deel Wilhelms-
hafon cn den Elbemond.
Wat zullen de Duitschers doen?
Een veronderstelling is geweest, dat
zij met hun duikbooten de blokkee-
rende vloten zullen bestoken. Er was
onzekerheid in hoever zij daarmee
succes zouden hebben, omdat men
de kracht van de duikbooten nog
slecht kent. Het eerste treffen
9 Augustus is goed afgeloopen
voor het linieschip. In de omstan
digheden is dat gunstig voor de
Engelschen, maar men kan uit dat
eene geval natuurlijk nog niet veel
afleiden. Een andure veronderstelling
is, dat zij, gebruikmakend van de
uitmuntende verbinding die hun het
Kiel-kanaal verschaft, hun schepen
van de Noordzee met die van de
Oostzee zullen vereenigen en zoo
met gezamenlijke kracht, op een dei-
beide Engelsche vloten zuilen aan
vallen. Dat dit laatste plan, dat op
papier heel mooi lijkt, in de praktijk
groote moeilijkheden moet oplovcren.
is bij een beschouwing van de kaart
duidelijk. De twee hypothetische
Engelsche vloten bunnen zich waar
schijnlijk zeer gemakkelijk vereenigen.
Maar het resultaat is, dat men geheel
in 't onzekere verkeert over wat do
toekomst kan brengen, want in hot
eerste geval zou hot bij gevaarlijke
schermutselingen blijven, in het
tweede geval zou er een groote zee
slag plaats vinden.
De Duitsche duikboot U 15.
De Duitsche duikboot, die bij den
aanval op een Engelsche kruiser
eskader in de Noordzee tot zinken
ia gebracht, de U 15, was volgens
de „Daily News", een van de belang
rijkste van de Duitsche onderzeërs.
Haar bemanning bestond uit 12
koppen.
In de Noordzee.
Londen, 12 Aug. De „Seotsinan",
oen te Edinburgh verschijnend dag
blad, gaf gisteren morgen een beschrij
ving van blijkbaar een ooggetuige
omtreut den aanval van een Duitsche
onderzeeboot op een Engelsch eskader.
Het blad geeft het volgende verhaal
Het Engelsche eskader van krui
sers, dat op zijn vaste plaats lag,
zag Zondag eenige onderzeebooteri
naderen, waarvan alleen de periscopen
boven het water uitstaken. Het aan
tal der onderzeeërs is wel bekend,
doch niet gepubliceerd. Het eskader
deed zich voor alsof het van de aan
wezigheid der onderzeeërs niets had
bemerkt, waardoor de Duitschers zich
lieten misleiden. In deze lijdelijke
houding kwam echter direct veran
dering, zoodra de dichtst bljzijnde
onderzeeër zich in de gevaarszüne
van het Engelsche eskader bevond.
De kruiser „Birmingham" stoomde
toen direct op haar los on loste een
schot op dc periscoop, welke maar
juist boven de zeeoppervlakte uitstak.
Het schot was uitstekend gemikt en
verbrijzelde den kijker, waardoor den
onderzeeër alle uitzicht werd beno
men. Zij dook direct en verkeerde in
groot gevaar door een der kruisers
overvaren te worden.
De andere Duitsche duikbooten