HELDERSCHECOURANT Uit alle landen. PURALIMENTO'S No. 4350 ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1914 42e JAARGANG Op pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: t. De Week. 2. Ingezondenstukken. 3. Feuilleton. Onze nieuwe groote kaart, formaat 3'/> X 37. Meter, aangevende het Belgisch-Fransch-Duitsche front, van Sint Truyen in België, tot MUhlhausen in den Elzas, hebben wij heden voor ons bureau opgehangen. In afwachting. De week van 1 tot 8 Augustus 1914 zal ieder, die haar heeft mee- gemaaakt, niet licht uit het geheugen gaan. Deze koortsweek is nu voorbij. Onze mobilisatie is met bewonderens waardige snelheid en vlotheid ver- loopen, de daarbij aansluitende mili taire aanvullingsmaatregelen zijn nu eveneens achter den rug, Regeering en Parlement hebben met spontane energie de meest noodige buitenge wone voorzieningen getrotlèn, debe- lacheHjke metaalgierigheid van het publiek schijnt ook wat te luwen kortomde overgang van den vredes in den latenten oorlogstoestand is, met zijn groote schokken, volbracht. En het zal nu de taak worden van hot Nederlandsche leger én vooral ook van de rest van het Nederlandsche volk om zich allengs aan te passen aan den oorlogstoestand. Want allicht zal die toestand zooveel» weken, ja misschien zelfs maanden duren, dat men zich er in zal hebben te schikken als in het tijdelijk-normale. Het abnor male is tijdelijk normaal geworden gelijk alles 't onderstboven is gekeerd. Er breekt nu, zoo lang ons land niet in den oorlog wordt betrokken, een tijd aan van wachten. Voor het leger wordt dat een bijzonder onaangename tijd. Een periode van vermoeiende en verve lende werkeloosheid waarin nochtans de waakzaamheid geen oogenblik mag verslappen en die juist daarom, wegens het gelijkmatig aanhoudende van de spanning, zoo afmattend op de zenuwen werkt. Toch moet de waak zaamheid onverslapt blijven niet alleen bij de leger-autoriteiten maar bij eiken simpelen schildwacht aan de grens, omdat men, in de omstandig heden waarin wij nu verkeeren, elke miuuut op een verrassing, elk oogen blik op alles voorbereid moet zijn. Het kan weken lang rustig blijven en ineens kan er iets gebeuren dat, gelijk voor het Europa het revolver schot van den Servischen gymnasiast, voor ons land het kruit doet ont branden dat zoo lang droog gehouden werd. De verklaring van de Engelsche regeering betreffende de neutraliteit van de Schelde is zeker bij ons met even veel voldoening en waardeering ontvangen als die van de Duitsche aangaande de eerbiediging van onze onzijdigheid. En wij behoeven ook niet te twijfelen aan de oprechtheid van die beide verklaringen. Maar de schrikkelijke ervaring van België heeft ons te duidelijk getoond dat er oogenblikken kunnen komen waarin de waarheid van het woord van den psalmist „Vest op prinsen geen be trouwen", laat ons onderstellen: onder den druk van nooddwang tot werke lijkheid wordt, om ons niet te doen beseffen dat, beter dan alle beloften en verzekeringen, onze eigen weer macht onze onzijdigheid kan hand haven. De vraag van de Brusselache „Soir", of wij wel voornemens zijn om krachtigen weerstand te bieden aan een poging tot doortocht door Limburg, is er dan ook eene, die het blad niet stellen zou indien het in Nederland verscheen. Reeds op Maan dag 8 Aug. verklaarde onze premier en van alle burgers van ons nuch tere volk is de heer Öort vau der Linden zeker wel een der meest afkeerige van alle grootspraak: „Wij zijn gereed en besloten onze onzijdigheid en, moet het, ons volks bestaan te handhaven met al onze krachten." De gereedheid is er natuurlijk sedert dien niet minder op geworden. De beslotenheid, dat kunnen wij ver zekeren, evenmin. Wij zullen ons niet naar den eenen of naar den anderen kant laten trekken, noch door antipathieën, noch door beloften, noch door bedreigingen. Oók niet door lage speculaties op den uitslag van den strijd waarmee, tot onze spijt, de Soir op ons schijnt te willen inwerken. De verslagene zal van ons geen andere bejegening onder vinden dan do overwinnaar. En wij weten dat de aanzienlijke strijdmacht, die aan onze grenzen gereed staat, daar uitsluitend is saamgebracht om onze grenzen ongerept te houden ten aanzien van eiken overtreder. Overigens erkennen wij met waar deering dat de Belgische pers het hare heeft bijgedragen tot het weg nemen van het ongelukkige misver- staud dat bij-een doel van het Bel gische volk omtrent onze bedoelingen is gerezen. En wij donken er niet aan, om den Belgen dat misverstand erg kwalijk te nemen. In den vree- selyken ba.iert, waarin BelgiC geheel buiten zijn schuld is meegesleurd, mag men geen zoo nuchtere waar neming en heldere beoordeeling ver gen als anders ware te verwachten. Maar onze zuidelijke buren zullen zich wel herbezinnen en ons dan beter leeren verstaan. Anders dan waakzaam wachten kan het leger dus niet. En een groote weldaad zullen diegenen het bewij zen die plannen uitvoeren om het de verveliDg te helpen verdrijven un de opgewektheid er in te houden. Lied jeszangers als Speenhoff, Pisuisse, Blokzijl, maar dan nog velen meer, zouden nu van grooten dienst kunnen zijn. De Atheners, die eenmaal den Spartanen geen andere hulp zon den dan den zanger Tyrtaeus, hebben verbaasd gestaan over de moreele kracht die het Spartaansche leger daarmede verkreeg. Maar het volk buiten het leger kan wél meer doen dan waakzaam wachten. Het kan ook werkzaam wezen. Hoe donker de toekomst ook zij, zonder eenig lichtend uitzicht is deze niet. Velen ondervinden in ohb land, dat tot nu toe buiten den strijd bleef, denzelfden geweldigen, economischen druk dien men in de oorlogvoerende landen heeft te dragen. Voor de mi litaire verwoesting bleven wij nog gespaard, voor de economische ech ter niet. Wij ervaren, met al de be schaafde volken van Europa, het nadeel van den cultuurstaat die, tot op 't uiterste afhankelijk van inter nationaal verkeer en internationaal krediet, nu veel meer door den bui- tenlandschen toestand is geschokt dan een minder in de beschaving gevorderde natie het zou zijn. Dat wordt nu, door veler pogingen, met die van de Koningin en de Re geering voorop, zooveel doenlijk ver holpen. Doch wij hebben niet slechts het kwaad van den toestand zooveel mogelijk van ons af te wentelen, maar ook het goed, waar 't kan naar ons toe te trekken. De oude Hollandsche koopmans geest, die altijd nog leeft in ons volk, zal ook nu wel niet bij de pakken neerzitten, maar trachten, to make the most of it, het kwaad zooveel mogelijk ten goede te keeren. Duizen den financieele bronnen zijn plotseling dichtgestopt. Onze financiers zullen pogen, ze te heropenen of andere aan te boren. Tal van oude handelsre laties zijn opeens afgebroken. Onze kooplieden zullen nu reede bedacht zijn op het vinden van nieuwe. Laat ons, in al de ellende waarin wij zit ten, niet vergeten dat juist onze neutraliteit en dat mogen ook die Belgen bedenken die onze bedoelingen miskennen ons groote economische voordeelen biedt. Acht staten zijn in oorlog. Maar niet met ons. En er zijn er, in en buiten Europa, altijd geluk kig nog veel meer in vrede. Onze havens zijn vry en staan open voor de koopvaarders van heel de wereld. Van de oude kennissen blijven nu de meesten weg. Welnu, er zullen er nieuwe zijn te maken. En als dan eenmaal dit ontzettende onweder over Europa zal zijn heengedreven, dan zullen de oude schepen, in onze havens terugkeerend, naast nieuwe gemeerd liggen, die daarheen intusschen den weg zullen gevonden hebben. Maar daarvoor is aanpakken noodig, niet stilzitten. Langzaam zal dat alles gaan. Want snel gaat het onheil en traag het herstel. Doch het zal gaan, wanneer ons volk thans evenveel energie toont als onze Regeering reeds toonde. Wachten wij dus met ernst maar zonder den moed te laten zakken, de ontwikkeling der dingen rondom ons af. Het leger waakzaam. Het volk werkzaam. (H.blad.) BELGIË. De Duitschers in België. Brussel, 13 Aug. De slag rondom Diest, waarvan de beteekenis gister avond door het ministerie van oorlog zelf blijkbaar werd onderschat, is voor Belgis van groot belang geweest. Ziehier een verhaal ervan: Van 's ochtends vroeg trachtten de Duitschers zich een weg te banen naar Brussel, op twee verschillende plaatsen, langs Haelen, bij Diest, en niet ver van Thienen. Onze troepen lieten den vijand naderen; hij werd echter weldra, rond elf uur, op hevig geschutvuur onthaald. Het werd trouwens al even hevig beantwoord, maar de Duitsche artillerie haalt niet bij de onze, die op twee kilometer prachtig doel treft. De vijandige cavalerie rukte echter Yooruit langs twee zijden, langs Haelen en langs Corlenaeken. Tegen twee uur in den namiddag werd het gevecht geweldig, het ging weldra man tegen man. De charge werd van Belgische zijde doorgevoerd; daar het land zeer be bouwd is en de vlakte weinig open, werd de strijd gevoerd in kleine groepjes. Aldus werd op de Duitschers losgerukt, die niet vooruit konden en veel volk verloren. Hun getal was echter heel groot en zou mis schien aldus de overhand hebben verkregen, was het niet, dat zij onze troepen slechts konden bereiken over een paar bruggen over de Gethe, echte Thermopylen, waar de Belgen een prachtigen weerstand hebben go- boden. Niettegenstaande ontzettende verliezen, stroomden de Duitschers aldoor maar talrijker toe; op den weg van Herk naar Haelen werden zjj door onze mitrailleuses letterlijk weggemaaid. Eindelijk moesten zij zich terugtrekken hunne verliezen waren al te groot. Dit geschiedde te Haelen. Te Cortenaeken wareD de gebeurte nissen nagenoeg dezelfdede Belgen, eerst weinig talrijk, kregen dra ver sterking en list en moed verzekerden hun de overwinning, waarna ze ver der te Haelen mee gingen vechten. De strijd had zeven uur geduurdde Duitschers verloren zoowat drie dui zend man, de Belgen behielden hunne De nacht bleef kalm, maar de Duitschers bleken om vijf uur reeds weer strijdvaardig te zijn, de Belgen trouwens ook. Een nieuw gevecht, ditmaal te Herck-stad (ten O.Z.O. van Haelen), moet weer voor den vijand zeer slecht zijn uitgevallen. Wij vervolgen thans zijne cavalerie. Terwijl onze troepen aldus in het noorden werden aangevallen, poog den de Duitschers hedenochtend eene zelfde beweging langs het zuiden uit te voeren. In de streek vanEghezee trachtte eene volledige afdeeling cava lerie met mitrailleuses tusschen de forten van Namen en het gros van ons leger post te vatten, eene posi tie die voor don vijand van het grootste belang kon worden. Zij werd echter te Noville Taviers (ten Noorden van Eghezee) in de pan ge hakt. De Duitsche verliezen waren weer zeer talrijk. In minder dan vier-en-twintig uur hebben zij hunne belangrijkste kansen om Brussel te bereiken langs de twee gemakkelijk ste wegen verloren. Maastricht, 13 Aug. In Luik is de bevolking volkomen rustig en verzet zich geenszins tegen de Duitsche be zetting, die met tact optreedt. Be richten dat vele huizen daar zouden zijn verbrand of verwoest, zijn over dreven. Van het stadhuis waait nog steeds de Belgische vlag en de garde civique doet in overleg met de Duit sche militaire autoriteiten politie dienst. In een tweetal café's wordt muziek gemaakteen Duitsche mili taire kapel concerteert des namiddags ten aanhoore eener groote menigte, die zich kalm gedraagt. Naar aanleiding van de oorlogs verklaring van Engeland en Frank rijk aan Oostenrljk-Hongarije geeft de Manchester Guardian een over zicht van de strijdkrachten der par tijen in de Middellandsche Zee. Enge land heeft daar 3 slagkruisers, 4 pantserkruisers en 4 licht bewapende kruisers; Frankrijk 10 slagschepen, 6 pantserkruisers, en 3 licht bewa pende kruisers; Oostenrijk 10 slag schepen, waaronder verscheidene oude, 3 pantserkruisers, 3 kustverde digingsvaartuigen en 2 tweede-klas kruisersDuitschland, indien 't waar is dat de Goeben en de Breslau hun toevlucht hebben gezocht in de Dar- danellen, in 't geheel geen zeemacht. De Engelsch-Fransche overmacht aan torpedobootvernielers en onderzeeërs is overweldigend. Baron van Zuylen van Neyevalt. f De Brusselsche correspondent van de „Daily Chronicle" seint aan zijn blad, dat baron Van Zuylen van Neyevelt in den avond van 11 Aug. toen hij in een automobiel, die gebruikt werd door de Belgische genie, tus schen Luilf on Namen reed, gedood is door een schildwacht, die meende, dat de automobiel voorbij poogde te gaan zonder het wachtwoord te geven. Ook de soldaat, die den heer Van Zuylen vergezelde, werd gedood en hy zelf zwaar gewond. Maar in het hospitaal te Namen overleed hij. [Vermoedelijk wordt bedoeld een zoon van den voorzitter van de Fransche Automobiel Club, van na tionaliteit een Belg, van oorsprong een Nederlander. Red.] Brussel, 14 Aug. De kassier van de Luiksche bank, die op zijn fiets hier heen is gereden om geld te halen, vertelt, dat hij over Hoei en Namen is gegaan en vrij gemakkelijk uit Luik is weggekomen. De Duitschers gaan, volgens hem, ijverig voort met zich op de verdediging tegen een offensieve beweging voor te bereiden. Zij maken echter tevens den indruk, gereed te willen zijn voor een over haasten aftocht en werken met spoed aan schipbruggen over de Maas. Hun houding tegenover de bevolking van Luik moet op het oogenblik niets abnormaals bieden. Brussel, 18 Aug. (Uit Belgische bron). De „Empress of London", die den dienst tusschen Calais en Dover onderhoudt, is te Ostende aangekomen met 42 aviateurs aan boord en al het noodzakelijk materieel ten behoeve van een vliegstation te Ostende. Het gevecht bij Haelen. Pisuisse schrijft aan de Telegraaf Ziehier het verhaal van den strijd, zooals ik het vernam uit den mond van officieren en soldaten, die bij de affaire van Diest, zooals het heet, tegenwoordig waren. Een bataljon van een der linieregimenten lag in de loopgraven, die in de richting Oost-West boven het dorpje' Haelen waren aangebracht. Dit bataljon had de eervolle opdracht een eventueelen aanval te „rösister ii outrance". De aanval kwam en de opdracht werd vervuld. Even voor twaalven, Woens dagmorgen, ving de aanval der Duit schers aan. Cavalerie rukte op en zocht een vuurgevecht aan te binden, terwijl inmiddels Duitsche artillerie een omtrekkende beweging maakte en het liniebataljon in de flank onder vuur nam. Voornamelijk officieren, maar tal van manschappen mede, vielen de moordadige uitwerking der Duitsche shrapnels ten offer. A outran ce hield het bataljon zijn tegenstand vol en toen twee andere bataljons ter versterking waren jaangeruët, verliet hot zijn versterkingen en nam tegenover de Duitsche huzaren den aanval in handen. Een enkel peloton, zoo vertelde mij een officier vol trots, een simpele tachtig man, attakeerdc op de tlank de Duitsche artillerie, dreef haar terug en vermeesterde vyf kanonnen. Onder den ontstuiraigen tegenaan val der Belgen raakten de Duitsche troepen aan het wankelen en na elf uur strljdens, was' de zege den Belgischen wapens verzekerd. Zooals ik reeds seinde, verloren de Duitschers ongeveer 8000 man van de 6000, die in actie waren. Donderdagmiddag om zes uur be groef men bij Diets de Duitsche dooden. De verliezen der Belgen waren be halve dan in het bataljon, dat den eersten storm had doorstaan, bedui dend minder. Alleen, gelijk gezegd, bleven vele officieren op 't veld van eer. De Duitsche scherpschutters schij nen het voornamelijk op hen voorzien te hebben, redeD,waarom in gevechten, de Belgische officieren hunne distinc lieven verbergen. Hier in dezen noord oostelijken hoek, boven Tirlemont, blijft het broeien, al is het ook vrij zeker, dat de groote slag zuidolijker vallen zal. Brussel, 14 Augustus. (Van Belgi sche zijde.) Na eerst te hebben ge tracht, er de belangrijkheid van te verkleinen, erkennen de Duitschers thans, dat hunne verliezen voor Luik ontzaggelijk zijn geweest. Een Prui' sisch onderofficier, die te Brugge gevangen zit. legde daarvan dezer da gen een welsprekende bekentenis over af, door aan zijn familie te schrijven (natuurlijk werden 'smans brieven eerst nagelezen alvorens zij verzon den mochten worden)„Het bloedbad voor Luik was niet noodig geweest". Een Duitsch officier, eveneens krijgsgevangen te Brugge, vroeg om „op eerowoord" in vrijheid te worden Op eerewoord werd hem terug gevraagd. „Maar hoe kunnen wij daarop vertrouwen als uw keizer op zoo merkwaardige wyze het zijne nakomt FRANKRIJK. De landing der Engelschen aan de Fransche kust. Fransche en Belgische bladen heb ben al het bericht gebracht, dat te Havre Engelsche troepen van de striking force, het snelst te mobili- seeren gedeelte van de expeditionary force, aan wal zijn gezet. Een stad genoot bevestigt ons dit in den volgenden brief: „Zoo juist uit Havre in ons vader land teruggekeerd kan ik mededeelen dat Zondag 1.1. de eerste Engelschen in Havre zijn gesignaleerd. In den volgenden nacht kwamen vier Engel sche schepen binnen, bemand met ettelijke duizenden Engelsche infan teristen. Maandagmiddag zag ik een der grootste bodems van de Caste- liju binnenstoomen, welke met groot enthousiasme door de bevolking wera verwelkomd. Ook de Engelschen van hun kant juichten en joelden als feestgangers. Ik behoef u niot te zeggen hoe warm de verbroedering was. Een Fransch officier van de kuras siers vertelde mij, dat een ander groot contingent via Duinkerken is overgebracht. Als attachés bij den staf van generaal French waren eenige afstammelingen van aanzien lijke Napoleontische families aange wezen. In het Café Tortoni kon men dagelijks zien vereenigd een prins Murat, een hertog van Elchlingen (een nazaat van maarschalk Ney)en een hertog van Montebeilo (een nazaat van maarschalk Lajnnes), zo dienden tevens met een zestigtal andere ku rassiers als tolken. De stemming te Havre was kalm en waardig. Geen overmoed en geen noodelooze bluf. Zelfs de overwinning van Altkirchen en Mülhausen werd meer beschouwd als een moreel dan als een groot militair succes. By allen heerschte niettemin een vast vertrouwen op de ovorwinning. Het trouée de Belfort. Tusschen de Zuidelijke glooiingen der Vogeezen en de Noordelijke hel lingen van het Juragebergte bevindt zich een diepe dalinsnijding, die van oudsher door de volkeren als de groote heirweg voor landverhuizers gediend hoeft en talrijke legers heb ben er gebruik van gemaakt om de moeilijke bergwegen te vermijden. Het is de 22 K.M. breede Bour gondische Poort of trouée de Belfort. Aan Fransche .zijde ligt bij den ingang de belangrijkste stad en vesting Belfort, waar zich de spoor- weglljnen van drie nabuurstaten krui sen. Twee spoorlijnon leiden) in de Bo ven-Rijn vallei, naar Altkirch en Sennheim, drie in het Rhöne bekken (Pontarlier, Besangon, Vesoul en Dyon) en een door de Zuidelijke Vogeezen naar Eplnal. Daar komen de spoorlijnen samen van Besangon, Dyon en Parijs naar Mühlhausen en die van Belfort-Delle naar Zwitserland. Het was te voorzien, dat een dergelijk belangrijk kruispunt versterkt zou worden. Reeds in 1687 bouwde de groote Fransche vestingarchitect Vau- ban er zijn eersto forten. In het jaar 1870— 71 heeft de vesting zich onder den dapperen commandant overste Denfort-Roche- reau met succes geweerd. De bezet ting telde ongeveer 18,000 man, die over 370 kanonnen beschikte. Den 3den November werd de vesting door generaal-majoor van Tresckow met de le en 4e Pruisische landweer divisie ingesloten. Het belegerings- matoriaal kwam slechts zeer lang zaam ter plaatse, zoodat eerst den 3den December het vuur kon wor den geopend. Het bleek echter dat de beschieting geen uitwerking had. Het materiaal was niet vol doende. Weldra was er gebrek aan munitie, zoodat men den artillerie- aanval als mislukt moest beschou wen. Thans werd de verkorte aan- valswljze op het Perche-fort toegepast. Intusschen waren nieuwe kanonnen en voldoende munitie gearriveerd, zoodat nieuwe batterijen dicht bij de vesting konden worden opgesteld en einde December werd het vuur op nieuw geopend. Het belegeringswerk werd onder broken door een uitval van Bour- bakrs in het begin van Januari, die door de Trouée de Belfort in den Boven-Elzas de verbindingstroepen van het Duitsche leger wilde aan vallen. Eerst toen het generaal von Werder met het XlVe legerkorps gelukt was, den Franschen aanval in een driedaagschen slag aan de Lisaine (16—17 Januari 1871) ten Westen van Belfort af te slaan, kon de belegering voortgezet worden. Nadat na een langdurigen bard- nekkigen strijd het voorterrein bezet was, werd den 26en Januari een stormloop op het Perchefort onder nomen, welke geen succes had en waarna de Duitschers, onder zware verliezen, moesten terugtrekken. Nu moest de moeilijke en tijdroovende aanvalswijze met loopgraven toege past worden. Het aanleggen dezer loopgraven werd door .den rotsigen en bevroren bodem zeer bemoeilijkt. Den len Februari konden de beide Perche-forten bezet worden. Van hieruit werd de aanval tegen de stad en hare vestingen voortgezet. Toen het jia veel moeite gelukt was, hier 100 kanonnen in stelling te brengen en de beslissende strijd beginnen zou, gaf Denfert met mach tiging zijner regeering den 18en Fe bruari de vesting over. De bezetting trok met militaire eer af. De bele gering had 103 dagen, de artillerie- aanval 49 en de ingenieurs-aanval 24 dagen geduurd. Na den oorlog werd Belfort, over eenkomstig zijn groote strategische waarde, tot een groote gordelvesting en tot eon arsenaal eerste klasse omgebouwd. Talrijke forten, welke door beton-muren en pantserkoepels versterkt zijn, omgeven in een wijden kring de eigenlijke vesting. Zij zijn slechts l1/» tot 2 kilometer van elkaar verwijderd, zoodat zij elkaar in den strijd wederzijds kunnen ondersteunen. De omvang van den geheelen gordel beslaat ongeveer 40 kilometer. In het Noorden van Belfort bevindt zich de sperfortlinie der boven-Moesel, in het Zuiden wordt door sperforten de verbinding met de Jura-verstorkingen tot stand gebracht, zoodat de Trouée de Belfort tegen Duitschland volko men versperd is. Aan Duitsche zijde daarentegen is deze volkerenpoort volkomen open. Niet aan vestingmuren en pantser- koepols hebben de Duitschers de bescherming van het schoone en rijke land toevertrouwd, doch alleen aan de dapperheid hunner troepen. De grootste hier liggende stad, die tevens garnizoen is, is Mülhausen, de Kalikostad, zoo genaamd naar de talrijke katoenfabrieken, die zich hier bevinden. Ten Westen van Mülhausen heeft dezer dagen het gevecht tegen de Franschen plaats gevonden. Op de Luxemburgsche grens. Nog altijd tast men in het duister omtrent de bewegingen van de ver schillende partijen. We lezen van min of meer ernstige schermutselin gen op ver uiteenliggende punten van het reusachtige oorlogsterrein, maar de ingekomen gegevens zijn zoo vaag, het scherm dat is neer gelaten, zoo dik, dat het nog niet mogelijk schijnt met juistheid con clusies te trekken. Wat thans ge beurt doet denken aan twee worste laars, die elkaar voorzichtig gadeslaan, hier eens een klets geven, daar een arm vastgrijpen om dadelijk Weer te retireeren en te gelijk alle spieren gespannen houden, gereed voor de groote, beslissende worsteling. Wat in Belgié, in Noord-Frankrijk en Elzas en Lotharingen geschiedt - het zijn vermoedelijk niet veel meer dan gewelddadige verkenningen, po gingen om door aanraking met den vijand diens sterkte en opstelling te. weten komen. Toch is het zaak, al die berichten te lezen met de kaart naast zich, want zelfs het meest onschuldig uit ziende gevechtje kan een aanwijzing van beteekenis inhouden. Zoo de ontmoeting tusschen Fran sche en Duitsche troepen aan de rivier de Othain in Noord-Oost Frankrijk, waarvan een Reuterbericht uit Parijs melding maakt. Of daar nu Franschen of Duitschers terug zyn gegaan, en of de verliezen aan deze of gene zijde zwaarder waren, dat doet er betrek kelijk minder toe, zij het ook, dat wellicht aandacht verdient, dat er sprake is van een „overmacht van Duitsche troepen." Immers, dat k£n er op wijzen, dat daar een aanzien, Hjke Duitsche troepenmacht aanwezig is. Tevens verdient onderstreept te worden, dat het hier een tweedaagsch gevecht betreft, dus oogenschljnlljk een meer dan gewone schermutse ling. DUITSCHLAND. De Duitsche bladen berichten over de krijgsoperaties niet anders dan de generale staf hun toezendt. De „Köl- nische Zeitung" merkt op dat het publiek zich hiermee moet tevreden stellen, omdat het belang van het rijk zich tegen meer uitvoerige pu blicaties, ook omtrent de bewegingen van de vijandelijke troepen, verzet, en herinnert er dan aan dat het ver spreiden van berichten over militaire aangelegenheden strafbaar is met vestingstraf tot 3 jaar en boete tot 6000 Mark. Uit Berlijn. De belangstelling van de achter- blljvenden concentreert zich alléén op nieuwsberichten van de drie oor logster reinen. Het publiek bekommert zich betrekkelijk weinig om de tij dingen die uit Weenen geseind wor den, over den oorlog op Servisch gebied. Terwijl men de actie van en tegen Montenegro met tamelijke onverschilligheid leest. Zelfs de actie tegen Rusland wordt met minder spanning en hartkloppingen gelezen dan die tegen de Revanche-soldaten. n kent de rood-broeken van '70 hier weet by ondervinding, dat het daar vechten is tot het bitterste uiterste. respecteert den Franschen sol daat, kent zijn „elan" en zijn prach tigen moed. Niemand, niemand gelooft hier op een gemakkelijke overwinning. Krijgsgevangenen. Het totale aantal Duitsche gevan genen in Belgtë en Frankrijk bedraagt thans 3620. De Belgische regeering heeft aan Frankrijk verzocht de ge vangenen te intorneeren, daar zij geen gelegenheid hiertoe heeft. BLIKGROENTEN, Vruchten in flac., Geloiën, Jams, Tafelzuren en Limonades zijn zuiverder en smakelijker en toch niet duurder dan andere prima merkon. De geneeskundige Commissie Prof. Dr. P. ROITIWQA. Prof. Dr. R. K. SALTET, Prof. P. v. d. WIELEN, Hoogloeraren aan do AmstercLOnl vorsitelt, geeft D de meest mogelijke garantie voor hygiënische behandeling on zuiverheid der artikelen. Gegarandeerd vrij van kleur stoffen en conserveermiddelen. Hygiinischg Fabriak un Vsiduurzaamds Liviminiddtlin iiiMin. Da Duitsche handelsvloot. Het Parlementslid Sir Alfred Mond (een groot koopman en industrieel) heeft aan iemand van de „Daily News" gezegd, dat de Engelsche handel na den oorlog er, naar hij overtuigd is, beter voor zal staan dan ooit. Het is toch duidelijk, zegt hij, dat een groot deel van Duitschlands uitvoerhandel zich naar Engeland zal verplaatsen. Reeds hebben verschei den Engelsche huizen vragen om in lichtingen ontvangen van koopers, die tot nog toe met Duitschland handelden, en het zal niet moeilijk vallen dien handel te houden. Voor- loopig is er niets om zich bezorgd over te maken. Ik beken, .dat ik nauwelijks had durven hopen, dat het zaken drijven in de wereld na een week van Europeeschen oorlog betrekkelijk zoo goed zou gaan. Het ziet er naar uit, voegde hy er nog bij, alsof de Duitsche vloot een van de grootste fiasco's in de wereld zal blijken, hetgeen misschien wat haastig geoordeeld is. Londen. Londen, 14 Augustus. De admira liteit heeft doen weten, dat de con trole van Groot-Britannie over de handelsroutes zich lederen dag meer uitbreidt. De admiraliteit stelt alles in het werk om den handel op alle punten van den aardbol te vergemak kelijken, met name tusschen Enge land, Argentinië, Brazilië, Chili en Uruguay. Londen, 14 Aug. De Daily News verneemt uit Brussol, dat het gevecht bij Diest gisteren niet meer geweest schijnt te zijn dan een meten van krachten. De Duitschers zijn er door ingelicht en het opofferen van menschenlevens speelt, wanneer men oordeelt naar de slachting, dte er bij Luik heeft plaats gehad, een zeer kleine rol in hun veldtochtsplan. Het veldtochtplan van Duitschland. Uit de „Times" van 12 Augustus: Het is voor ons een de positie van het Duitsche korps aan de Fransche grens te ont dekken, als wij dat kunnen. Uit een overstelpende massa elkaar dekkende bewijzen, meent de schrijver tot het besluit te zijn gekomen, dat het gros van het Duitsche leger, hetwelk tegen Frankrijk gaat ope reeren, in het noorden van Lotha- ngen is verzameld. Er staan thans 20 legerkorpsen, allen gereed om op te rukken, met inbegrip van het 14e Oostenrljksche korps, hetwelk Lörrach bereikt heeft, en twee Duitsche korpsen, Damelijk de gardes uit Berlijn en het 18e uit Frankfort, die het front echter nog niet hebben bereikt. Het 14e, uit den Elzas, was ook op weg om per spoor naar het Noorden te worden vervoerd, zoodat het blijft te ontdekken, waar deze drie korpsen zich ophouden. Maar de algemeene opstelling kan nu niet meer gewijzigd worden en i8 volmaakt duidelijk. Het 14e Oosten rljksche en het 15e Duitsche korps staan bij Mörrach en in den Elzas. Het 21e korps bevindt zich tusschen Metz en Saarburg, dicht bij laatstge noemde plaats. De geheele rest der troepen staat ten noorden van de lijn Saarbrucken - Thionvllle-Montmedy. Aldus is de goed-georganiseorde concentratie zöne in het Rijkstand bijna geheel losgelaten ten bate van 'n opmarsch door de Belgische Ar dennen, een district, dat niet in Duitsche handen was bij het begin van den oorlog en gedeeltelijk niet zeer bruikbaar als operatieterrein wegens de geringe voortbrengselen. Daarin nu wordt het gros der Duitsche legers geworpen, en wol in een zeer compacten concentratievorm, herinnerend aan Napoleons bataillon carré de 200.000 hommes. Met een zoodanige formatie, een zoodanig aan tal en in zulk een land, moet de aanvoer van ammunitie en proviand verre van gemakkelijk zijn. Aan den anderen kant gelooven de Duitschers wellicht, dat de bosschen het voor de Fransche veldartillerie moeilijk zullen maken, haar overwicht in het gevecht voelbaar te maken. Op 1 en 2 dezer zijn alleen te Berlijn 1800 „oorlogshuwelijken" vol trokken, sommige zelfs bij het ziek bed waarop de bruiden van de opge roepen soldaten lagen. Van de Fransch-Dultsche grenzen. Parijs, 18 Augustus. Het eergiste ren begonnen gevecht bij Othain is gisteren op schitterende wijze voort gezet. Twee Fransche bataljons, die door een groote overmacht van Duit sche troepen werden aangetast, ver spreidden zich en deden vervolgens een tegen aanval, waarbij zij de Duit schers tot den overhaasten terugtocht dwongen. De Duitschers hadden tal rijke dooden en gewonden. De Fran schen maakten vele gevangenen en vermeesterden een batterij artillerie- geschut en 3 mitrailleuses. Het 21e dragonderregiraent van de Duitschers is weggevaagd door een Fransche batterij. De Duitsche colonnes ver spreidden zich, op den voet gevolgd door de Franschen. Negen officieren en een duizendtal gewonden en ge vangenen vielen in handen van de Franschen. De beschieting van Pont Amous- son bewees opnieuw de geringe werk- dadigbeid van het zware Duitsche geschut. Aan de Westgrens. Berlijn, 13 Augustus. Uit de laat ste berichten over de gevechten by Mülhausen en Lagarde blijkt, dat de behaalde successen nog grooter zijn dan men aanvankelijk meende. Bij Mülhausen zijn het 7o Fransche legerkorps en een divisie terugge slagen. Het blijkt thans, dat de strijd niet alleen zeer verbitterd was doch tot het handgemeen moet zijn door gevoerd, want een tegenstander, die in goede orde terugtrekt, zonder be slissend geslagen te zyn, laat geen vier kanonnen, 10 voertuigen en 628 gevangenen in des vijands handen. Grooter nog ia het succes by La- garde, waar een brigade van het 15e Fransche legerkorps werd terugge slagen, on waarbij 1000 onge wonden, meer dan een zesde van de combat tanten, werden gevangen genomen. Het gevolg dezer beide gevechten is, dat het Duitsche gebied van vij anden is gezuiverd, en het Fransche plan om naar het Rijkstand op te dringen, om de Duitsche mobilisatie en den opmarsch te belemmeren, mislukt is. Het „Berliner Tageblatt" vraagt: Zal men, nu de Duitsche legerautori- teiten hebben vastgesteld dat geen Franschman meor op Duitsch grond gebied Is nog gelooven, dat Mül hausen in handen dor Franschen is? Duitsche officieren geïnterneerd. Men seint ons van Schiermonnikoog: Twee Duitsche marineofficieren, die hedenmorgen op Borkum waren opgestegen, deden wegens een defect aan hun machine een landing aan het strand van Schiermonnikoog, bij paal vijf. Zy zyn ontwapend en in het dorp gebracht. ENGELAND. De wacht op zee. De maritieme medewerker van de „Times" wyst er op, dat nu de vloten al byna twee weken op zee zijn, en de grootste geheimzinnigheid wordt betracht, wat betreft hare bewegingen en het werk der zeelieden, de gedach ten der achterblyvenden in het land ongetwyfeld voortdurend zich zullen bezig houden met de vraaghoe gaat het onze mannen op zee, en hy scbryft dan „Indien do geschiedenis der groote oorlogen, die dit tand in vroegere tyden voerde, eenige aanwyzing geeft, zullen er lange perioden zyn van afwachten en waakzaamheid, waarin de zeelieden kruisende op wateren, steeds voorbereid op actie, maar de geestdrift van den strijd missend, een spanning van zenuw en spier hebben te voorduren, die, tenzy afgewisseld door ruct en ontspanning, hun kracht zou kunnen schadon by het doorstaan van den schok, als deze komt. Onge twyfeld hebben de marine autoriteiten aan deze phase in den arbeid van de vloot wel gedacht en maatregelen genomen om een hoogen physischen en raoreelen standaard te behouden.... Uit tal van brieven en briefkaarten van de schepen ter zee, die de ont vangers ons toonden, blijkt dat niet alleen het nieuws van den oorlog met geestdrift werd ontvangen, maar dat overal van hoog tot laag een gevoel van verademing kwam na de voor afgaande spanning.... Het is duideiyk dat het leven aan boord inspannend is. Het zou niet te verwonderen zijn als onze zeelieden van heden oen weinig jaloersch zyn op die van den ouden tyd, die zich niet druk behoefden te maken over mynen, vernielers en onderzeeërs. In de relazen over vroegere blokkades lezen we hoe door muziek, dans en zelfs tooneelvoorstellingen, middelen werden gevonden tegen de monotonie van het werk, on de officieren der schepen, ook Nelson en andere groote aanvoerders, juichten die vermakon toe ter voorkoming van het kwaad dat gedwongen werkloosheid zou kunnen stichten. Zooals Kemperfeit eens zeido: Stagnatie brengt corruptie. Maar de bemanningen van onze mo- ie schepen zullen wel of niet onder stagnatie hebben te ïyden. Of zy op groote schepen deelnemen aan een blokkade, op kruisers verken- ningsdienst doen, langs de kust patrouilleeren in jagers, hun leven wordt beschreven als zeer belang wekkend en opwindend. Van mono tonie is geen sprake. Inderdaad de toestanden zyn zoo, dat als het niet noodig was, dat een deel der bemanning rust nam, allen voortdurend waak- am zouden moeten zyn. De maritieme medewerker van de Times wyst er dan tenslotte op, dat er ongetwyfeld maatregelen zyn ge nomen om de bemanningen althans voor zekere tyden aan deze voort durende spanning te onttrekken. Op de grootere schepen is dat natuuriyk gemakkelijker dan op de kleine. En de schryver deelt mode hoe uit de door hem ontvangen mededoelingen biykt, hoe by v. op een der slagschepen de officieren beurtelings voor de be manning voordrachten houden over aanleiding, doel en vermoedeiyke resultaten van den oorlog,een nieuwig- heid die hy een uitnemende plaats vervanger acht van de ontspanningen aarmede men vroeger de zeelieden izig hield. Uit de verschillende corresponden ties concludeert de schrijver dat het land vertrouwen mag hebben, dat de zeelieden noch door overwerk zullen verstappen, noch door de inactiviteit van den vijand te vermetel zullen worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1