H EVEA Ingezonden Mededeeling. Iop Rij WIEL., RIJTUIG. «O AUTOBANDEN waarborgt soliditeit. Fabriek Hevea, hoogeiand (Oraningen.)| RUSLAND. Duitsche ambassade-ambtenaar vermoord. Berlijn, 13 Aug. Hofrat" Kattner, ambtenaar aan de Duitsche ambas sade te Petersburg, sedert meer dan dertig jaren in Duitschen consulairen en diplomatieken dienst, die na het vertrek van den ambassadeur met het overige personeel van de ambas sade daar voorloopig nog was ach tergebleven, is door het Petersburg- sehe gepeupel op gruwelijke wijze vermoord. Naar de „Berl. Lokal Anzeiger' bericht, drong een moordzuchtige menigte het in het centrum van Petersburg gelegen gebouw van de ambassade binnen, vermoordde den grijzen Duitschen ambtenaar, plun derde het gebouw on stak het daarna in brand. Toen politie en brandweer aanrukte, waren de genoemde wandaden reeds geschied. Denemarken. Londen, 13 Augustus. De Daily News verneemt uit Kopenhagen, dat Deonsche exporteurs en reeders alle booten met levensmiddelen voor Engeland gisteren hebben laten ver trekken, ondanks een waarschuwing der Engelsche admiraliteit tegen de Duitsche mijnen in de Noordzee. Alle kapiteins en bemanningen ver klaren zich bereid zee te kiezen. Bulgarije. Wat doet Bulgarije? Sofia, 13 Aug. Het hier verschijnend blad „Kambaua" bevat een hoofd artikel, waariu wordt uiteengezet dat Bulgarije in geen geval met Rusland mag samengaan, wijl zelfs in het niet waarschijnlijke geval van een Russische overwinning alleen Servie proflteoren zou ten koste van Bul- ■garije. Bulgarije moet alles in het werk stellen om tot vernietiging van Servie bij te dragen en daartoe met Turkije en het Drievoudig Verbond innige aansluiting zoeken. OP ZEE. In de Noordzee. Berlijn, 13 Aug. WolfTs nieuws agentschap is gemachtigd tegenover de anders luidende berichten van het Engelsche departement van buiten- landsche zaken te verklaren, dat nergens in de Noordzee van Duitsche zijde schokmijuen gelegd werden, die gevaarlijk zijn voor neutrale koop vaardijschepen. Dergelijke mynen zijn uitsluitend in de onmiddellijke nabij heid van de Engelsche kusten gelogd, De „Goeben" en de „Breslau" Het offlcieele Engelsche persbureau laat op het bericht, dat er zeer goode redenen zijn om te gelooven, dat de Duitsche oorlogsschepen „Goeben" en „Breslau" de wijk hebben genomen in de Dardanellen en met beide schepen zal gehandeld worden naar internationale gebruiken, volgen „Met de ontwapening en oplegging van die schepen is de veiligheid van den handel (in de Middellandache Zee) bijna geheel verzekerd." Parijs, 13 Augustus. De Fransche bladen sprekon over een koop vau de „Goeben" on de „Breslau", de twee Duitsche kruisers in de Middel landache Zee, door Turkije. De „Petit Parisien" zegt, dat die koop waar schijnlijk is en dat do zonderlinge handel aanleiding zal geven tot be sprekingen tusschen de 'drie landen der drievoudige entente on de Porte, De Duitsche kruiser „Goeben' In ons vorig nummei is de offlcieele mededeeling vermeld, die van Duit sche zijde omtrent de bewegingen van den gepantserdeu kruiser „Goeben" en den kleineren kruiser „Breslau", die zich in de Middel landsche Zee bevinden, is gedaan. Uit die mede deeling blijkt, dat de beide oorlogs schepen te Messina kolen hebben in genomen, en daarna, ondanks de be waking van de haven door Britsche en misschien ook Fransche oorlogs schepen, er in geslaagd zijn ongehin derd deze haven weer uit te komen. In do offlcieele Duitsche mededeeling wordt dan verder gezegd, dat om begrijpelijke redenen over de verdere bewegingen der schepen geen bij zonderheden kunnen worden meege deeld. Echter, er is van offlcieele Engol- sche zijde nu een nadere mededeeling gekomen. Het offlcieele Britsche pers bureau n.1. doelt medeEr is goede reden om aan te nemen, dat de Duitsche oorlogsschepen „Goeben" en „Breslau" toevlucht hebben gezocht in de Dardanellen, en dat nu met beide schepen zal worden gehandeld vol gens internationaal gebruik „Met de ontmanteling en vast houding dezer schepen zal de veilig heid der scheepvaart vrijwel volkomen verzekerd zijn." De internationale regelen schrijven voor, dat olk oorlogschip dat in oor logstijd de Dardanellen binnenkomt, voor den verderen duur der vijande lijkheden buiten gevecht moet worden gesteld. Is het dus waar - volkomen zeker is blijkens de inkleeding liet bericht der Engelsche admiraliteit nog niet dat de heide Duitsche schepen naar de Dardanellen zijn ge vlucht, dan zijn zij voorloopig voor Duitschland verloren. En in Engeland verheugt men zich al dat nu geen enkel Duitsch schip meer in de Middeliandsche Zee is om den zee handel te bedreigen. De „Goeben" is een nieuw schip van de Duitsche vloot, van het type der Dreadnought-kruisers. Eerst drie jaren geleden liep het van stapel. Het schip hoeft een tonneninhoud van 22.640 ton - iB dus 3940 tou grooter dan het eerste Duitsche schip van dit typo de „Von der Taun" en is bewapend met tien 11 inch kanon non en vier torpedolanceerbuizen. Het had een turbine-vermogen van 70.000 P.K., een snelheid van 28b knoopen en een bemanning van ruim 1000 kop pen. Voor de Engelsohen is het zeker te hopen, dat het vermoeden van de admiraliteit juist is, daar anders dat schip, dat aan de .jacht die er op gemaakt is, tot dusver wist te ontkomen, nog veel overlast in de Middeliandsche Zee kan brengen, al was het, zooals we gisteren reeds als de ïneenittg van den maritiemen medewerker van de „Times" mee deelden, alleen maar, wegens den schrik dien de vrije beweging van dat machtige oorlogsschip onder de de koopvaarders moet wekken. Duitsche kruisers in de Dardanellen. Konstantinopel, 14 Aug. Do „Goe ben" en de „Breslau" hebben de Duitsehu vlag nog niet gestreken, noch de équipages aau land gezet. Londen, 13 Augustus. (Vau Engel sche zijde). De „Daily Chronicïe" verneemt uit West-Hartlepool het volgende Heden (Donderdagmiddag', arriveer de hier het Deensche stoomschip „Hulda Moersh". De kapitein vertelde de volgende merkwaardige geschie denis Het stoomschip bemerkte Woens dagnamiddag op 15 mijl afstand van Spurnhead een aantal scheepsmasten, totaal 7 aan 6 ervan was de Duitsche vlag zichtbaar. Kapitein Petersen, wetende, dat de oorlog tusschen Engeland en Duitschland was uitge broken, maakte uit hetgeen hij gezien had op, dat aldaar een gevecht had plaats gevonden, en dat de masten, welke men zag, behoorden tot de wrakken van gezonken Duitsche oorlogsschepen. Het Deensche stoom schip voer tusschen de zichtbare masten door, ofschoon het zeer waar schijnlijk was, dat nog meer schepen gezonken waren. Bij zijn aankomst te Hartlepool bracht de kapitein rapport uit bij zijn agenten en later ook bij de douane-autoriteiten. Laatst genoemden weigerden een verklaring af te leggen, terwijl de kapitein Petersen de zaak niet verder wilde bespreken. Den correspondent van de „Daily Chronicïe" word bovenstaand ver haal door den eersten officier van het Ooonsche stoomschip bevestigd. Deze voegde er aan toe, dat do mas ten 2 vadem boven water uitstaken. De „Chronicïe" toonde dit bericht aan het offlcieele persbureau, doch dit kon de juistheid er van noch bevestigen, noch ontkennen. Aangehouden Duitsche schepen. Londen, 13 Augustus. De lading van de Belgia, van de Hamburg Amerikalijn, welk stoomschip te Bristol in beslag is genomen en naar Newport gebracht, wordt daar thans gelost. De lading bestaat uit meer dan 40,000 quarters (een quarter 12.7 K.G.) tarwe, eenige honderden tonnen koper in staven, een groote hoeveelheid tabak, eenige duizenden balen katoen, een hoeveelheid hout blokken en stammen, phoshaaterts en ongeveer zestig alligators en slan gen. De Duitsche onderzeebooten. Naar aanleiding van het in den grond boren van de Duitsche onder zee-boot „U 15" door den kruiser „Birmingham", schrift de maritieme medewerker van de „Daily Chronicïe" het volgende: Het was voor de eerste maal, dat een onderzeeboot een poging heeft gedaan, om een grool oorlogschip in den grond te boren. Nocli in den Russisch— Japanschen oorlog, noch in den Turksch-Italiaanschen oor log is dat geschied. De „U 15" - d. w. z. „Untersee- boot 15" is een van de 30 Duit sche onderzeeërs. In Duitschland werd in den laat- sten tijd een groote activiteit aan den dag gelegd, om onderzeebooten te bouwen. Admiraal Von Tirpitz had niet veel vertrouwen in onderzee-booten, doch werd door de marine-staf over tuigd van het nut, dat deze vaartui gen kunnen hebben. Het bouwen van onderzee-booten begon in Duitschland eerst in 1906. De booten, vóór dien tijd gebouwd, zijn klein, en niet ge schikt voor liet varen in volle zee. De niouwc booten zijn grooter en sneller. Naar de „Daily Telegraph" nog meedeelt, was blijkbaar het plan van Duitschland, om de. Britsche vloot door aanvallen van onderzeeërs in het leggen van mijnen te belemme ren, vóór de groote vloten elkaar zouden ontmoeten. Voorts bericht het blad nog, dat de Duitsche onderzee-boot-flottieljes versterkt zijn met een aantal vaar tuigen, geschikt voor het offensief. Zij hebben een waterverplaatsing van 900 ton en een snelheidvan20knoopen. Zij hebben voldoende petroleumvoor- raad, om 2000 mijl te varen, zonder dat de tanks bijgevuld behoeven te worden. Deze onderzee-booten heb ben ook kanonnen. Een ervan, een 8.8 c.m. kanon verdwijnt in de boot, als deze duikt en een kanon van kleiner kaliber, een z.g. éénponder kan op het dek blijven staan, als de boot duikt. Dit kanon is zoo gecon strueerd, dat het niet. van hel. zee water te lijden heeft. Hoewel deze aanval van de „II 15" op het eerste Engelsche kruiser eskader dus mislukt is, kan men nog andere aanvallen van grootere Duitsche onderzeërs verwachten. Triest, 14 Augustus. Het stoom schip „Baron Gautsch", dat 's middags Lussin Grande (gelegen op het Oosten- rijksch eiland Lussin in de Adriatische Zee) verliet met bestemming naar Triest, is vergaan. Tegen den avond waren 130 iiersoneu gered en 20 lijken geborgen. de voorstelling van het Wolft'-bureau te Berlijn Het is onwaar, dat de be woners in den omtrek van Luik heb ben deelgenomen aan de gevechten; het is onwaar, dat in hinderlaag ver borgen inwoners Duitsche genees- heeren, die gewonden verpleegden,, hebben gefusileerd. Het is onwaar, dat gewonden bloot hebben gestaan aan wreedheden van de zijde der Belgen. België is onderteekenaar van de conventie van den Haag betreffende de wetten en gebruiken in deri oor lóg, Het komt deze conventie nauw gezet na. Van het begin der vijande lijkheden af hebben de Belgische autoriteiten de bevolking eraan her innerd, dat de burgers zich volko men moesten onthouden van het ge bruik maken hunner wapenen tegen de overweldigers en dat alleen het leger en de landweer, beiden aan de gestelde voorwaarden voldoen, daar toe liet recht en don plicht hebben. Aan een ons ter inzage verstrekt particulier schrijven uit Brussel ont- leenen wij het volgende: ...'t Is een hachelijke toestand, maar zoolang de vijand nog niet te dicht voor de deur staat en de tioopen zich zoo flink houden als in Luik, is er misschien nog kans dat Brussel gespaard blijft en' kunnen wij er nog niet toe be sluiten ons huis te verlaten. ...'t Is bewonderenswaardig met zooveel geestdrift en eensgezindheid oud en jong hier onder de wapens gegaan is en ais verwezenlijking van hun wapen „L'Union fait la force" hebben de Belgen zich tot dusverre bizonder flink en krachtig betoond- De eerste dagen zijn hier wel hot agiteerendst geweest en toen Dins dagavond iedereen werd opgebeld en er rondgeroepen werd dat het waterleidingswater vergiftigd was, was 't een vreeselijke paniek. Geluk kig kon de tijding spoedig tegenge sproken worden. Nu is alles vrij kalm, maai er is iets verontrustends in en rustig zijn wij eigenlijk geen oogen- blik, want elk oogenblik en op allerlei wijzen worden er spionnon ontdekt, zoodat, wij zonder op vulkanischen bodem te zijn, toch zeggen kunnen op een krater te leven. Bommen overal en wie weet wat er nog uit de lucht kan komen. Alle Duitschers zijn geëxpulseerd (uitgezet Red. H.G.), maar er huizen hier toch nog genoeg, naar het schijnt, verscheidene zijn in priesterkleeding gesnapt on gefusil leerd. Het eerste treffen te Luik. Granville Forteseue, dio de bestor ming van de Ban Ju. San-forten bij Port Arthur door de Japanners heeft bijgewoond, heeft gedurende de beide eerste dagen van de Duitsche aan vallen op Luik in die stad vertoefd en daarover uit Brussel eon relaas aan de Daily Telegraph gezonden, het eerste sobere bericht over de voor vallen van en 6 Augustus. Wij geven or hier de hoofdzaak van weer In den avond van den 5en enden vroegen ochtend van den 6en vielen de Duitschers met alle macht de stad Luik aan. Ongeveer om half twaalf des avonds, op 't hooren van een hevige kanonnade, stak Forteseue bij Fragnéo de rivier over en volgde van de hoogten ten Zuidon van dc stad het gevecht. Hot was volle maan. De Duitsche aanval richtte zich tegen de forten van Fléron, Ernbourg en Boncelles. De Duitsche artillerie werkte schitte rend. Granaat op granaat sprong boven de wallen van dc forten. Over de werking van het tegenvuur dei- Belgen kon de correspondent niet oordeelen, daar de Duitsche geschuts- posities op bewonderenswaardige wijze gedekt waren. De woeste aard van het terrein en de duisternis be gunstigden de aanvallen. Voor zoo veel viel na te gaan, werd er geen belegeringsgeschut gebruikt. De Duit schers schoten met granaten van een sterk ontploffend vermogen. Te ongeveer 3 uur in den ochtend kwam er infanterie-vuur uit do bosschen ten westen van de Ourthe tusschen Embourg en Boncelles, 't Was niet mogelijk iets anders te onderscheiden dan de stralen van 't geweervuur. Het terrein in ;de nabijheid vau de forten was niet schoongemaakt blijkbaar inderhaast versterkt. De Belgische infanterie, 't 9e en 14e linie-regiment, bezette het gebied tusschen de forten Fléron, Embourg en Boncelles. Het 9e doorstond den schok van den aanval, die over de heelo linie werd afgeslagen. Tegen 4 uur, bij 'taanbreken vau den dag, waren de Duitsche gelederen te onderscheiden. De Duitschers vochten in gesloten orde, volgens ouderwet- sche taktiok. Tegen 5 uur was het treffen op z'n hevigst. Omstreeks dien tijd was -het fort Fléron tot zwijgen gebracht. Later werd verteld dat het Duitsche vuur veel van 't Belgisch geschut had vernield. Tusschen de infanterie-bataljons zag men kleine afdeelingen Duitsche cavalerie, doch tot een cavalerie-aan vai werd niet overgegaan. Tegen 8 uur minderde de aanval. In 't heuvelachtige terrein konden de Duitschers zich gemakkelijk ver bergen. 't Viel niet juist na te gaan hoe sterk ze daar waren; mogelijk één divisie. Zij bezetten de tusschen ruimten tusschen de forten en hadden het gemunt op de bruggen ten zuiden van de stad, waarover de spoorlijnen van Hervé en Verviors naar Luik loopen. De aanval werd over de heele linie teruggeslagen. 'I: Eene bataljon na 't andere werd teruggeworpen dooi de Belgen, wier 9e linie-regiment als duivels vocht. Forteseue acht het een groot voor- doel voor de Belgen dat de Duitschers in gesloten orde aanrukten. Géén wonder, dat de Duitsche bataljons, aldus in 't gevecht geworpen, werden gedecimeerd. Toch zal 't aantal ver liezen wel niet zoo groot zijn als werd opgegeven. 25.000 lijkt den correspondent te hoog geschat, Bij de bestorming van Port Arthur ver loren de Japanners in 5 dagen 16.000 man. Londen, 13 Augustus. Dc oorlogs verklaring van Engeland aan Oosten- rijk-Hongarije zal e'en eind maken aan een onmogelijken toestand, die na tuurlijk niet van langen-duur had kunnen zijn. HeL feit dat Oostenr(jk- Hongarijt- twee legerkorpsen togen Frankrijk heeft in het ve'-J gebracht, maakt hot voortbestaan van den vrede tusschen Oostenrijk-Hongarije en een bondgenoot van Frankrijk onmogelijk. De Engelsche vloot, beschouwt Oos- tonrijk-Hongarije reeds als vijand. Want vandaag is een Oostenrijkscli s. s. als prijs in Plymouth binnen gebracht. De oorlogsverklaring zal duizenden Oostenrijkers in Engeland aan de zelfde ougeniakkeu en ellende bloot stellen als thans door de Duitschers wordt geleden. Londen, 13 Augustus. Het pers bureau publiceert hol: volgende: Sedert middernacht, Oosten rij ksche tijd, bestaat er oorlog tusschen Oos tenrijk en Engeland. De admiraliteit heeft bevel gegeven de vijandelijk heden aan te vangen. Parijs, 13 Augustus. Sedert van nacht twaaf uur is de oorlogstoe stand van Frankrijk en Engeland met Oostenrijk Hongarije officieel. Daar de diplomatieke betrekkingen tusschen Frankrijk en Oostenrijk van te voren reeds afgebroken waren, heeft sir E. Grey gisteravond aan den Oostonrijkschen gezant te Lon den de verklaring der Fransche regeering overgebracht, zeggende, dat Engeland zich daarbij aansloot. Frankrijk en Engeland hebben dus door dezelfde acte den oorlog ver klaard. „Britannia rules the waves." Londen, 13 Augustus. De admira liteit heeft tot de buitenlandsche reeders, die op Engeland varen, een ■ondschrijven gericht, waarin zij zegt, dat men ongestoord voort moet gaan mot hel, verzenden van documenten in ladingen in onzijdige of Engelsche schepen. Do admiraliteit verklaart, dat op dit oogenblik de Engelsche schepen op den Atlantischeu Oceaan reeds bijna even zoo veilig zijn als in tijd van vrede, terwijl do bewa king van de zeevaart wegen door Engeland nog met eiken dag toe neemt. BELGIË. (Zie ook de eerste bladzijde.) Een officieel bericht van Belgische zijde behelst het volgende De regeering van het koninkrijk België heeft met verontwaardiging bij alle regeeringen geprotesteerd tegen Engeland verklaart den oorlog aan Oostenrijk-Hongarlje. Londen, 13 Augustus. Gisteravond om 10 ure is besloten dat Engeland den oorlog verklaart aan Oostenrijk Hongarije. gebruiken steunende rechten der be volking worden aangerand. Het dool van vorenstaande mede deeling is geenszins om eenige on gerustheid te wekken. Maar wel acht de Regeering liet noodig elke mogelijkheid tijdig onder de oogen te zien en er voor te zorgen, dat, moeht een zoo zware ramp over ons komen, deze niet door eigen schuld, door eigen onwaardig of ge welddadig optredon der ingezetenen nog zwaarder zou worden gemaakt dan zij op zichzelve reeds zou zijn. Aan de Commissarissen der Ko ningin in de Provinciën Noord-Bra bant, Limburg en Zeeland is door den Opperbevelhebber van land- en zeemacht bereids een circulaire ver zonden van overeenkomstige strek king als de vorenstaande. Onzijdigheid. Aan de Commissarissen dor Ko ningin iu de verschillende Provinciën is de volgende door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Oorlog ouderteekendc circulaire gericht. Wij hebben de eer Uhoogedelge- strengen uit te noodigeu bet volgende door bemiddeling van de burgemees ters ter kennis van de ingezetenen te brengen. Nu Nederland omringd is door oorlogvoerende mogendheden met elk waarvan het goede betrekkingen onderhoudt, is het van het hoogste belang dat de door de Regeering afgekondigde onzijdigheid niet alleen door de Regeering zelve, maar ook door elk Nederlander in het bijzonder wordt in acht genomen. Daardoor is het.'niet voldoende dat men zich onthoude van inbreuken op de onzijdigheid, die strafrechtelijk vervolgbaar zijnook uitingen van partijdigheid in het openbaar, bij monde of geschrifte, behooren ach terwege te blijven. Dc houding van elk Nederlander zij inderdaad onzijdig, naar de regelen van eerlijkheid en goede trouw. Bij zoodanige houding bestaat de meeste kans, dat de onzijdigheid van ons land door de oorlogvoeren den wordt geëerbiedigd. Zekerheid daaromtrent kan echter uiteraaid nimmer worden gegeven. Het is uit dien hoofde dat de Re geering zich verplicht acht de na volgende wenken on aanbevelingen te geven, voor hot geval dat onze onzijdigheid mocht worden geschon den, met name wanneer troopon der oorlogvoerenden wederrechtelijk ons grondgebied mochten binnendringen. In de allereerste plaats zij er dan op gewezen, dat het keeren van vreemde troepen uitsluitend de taak is van de militaire macht. Wordt die laak aan haar overgelaten, dan is de vijand verplicht de eer, de familierechten, hol, leven on den privaat-eigendom der bewoners te eerbiedigen. Door de ingezetenen, niet tot de militaire macht behoorende, hoe groot en hoe billijk ook hunne verontwaar diging moge zijn, mag geen enkele daad van gewold of tegenweer worden verricht. Deden zij dit wel, dan zou den zij niet alleen zich zelf, maar ook familie, vrienden, landgenooten blootstellen aan maatregelen van wedervergelding. De voordeelen, wel ke de burger door een eigengereoh- tigd optreden zou meenen te kunnen bereiken, zinken in het niet tegenover de schade en het leed, dat hij zich en anderen daarmede berokkent. Elke uiting van wraak lokt onvermijdelijk geduchte weerwraak uit. Zucht tot zelfbehoud zal den indringer dwingen tot het spreiden van schrik onder de bevolking, wanneer deze zich niet geheel onzijdig weet te houden. Wanneer daarentegen de bevolking met kalmte en waardigheid een eventueeie bezetting ondergaat, dan behoeft men voor veiligheid van persoon en goed niet bedacht te zijn. Het volkenrecht, dat door het leger van elke beschaafde natie wordt geëerbiedigd, verbiedt moord, plun dering of roof. De indringer die vreemd gebied bezet, is verplicht alle maat regelen te nemen die kunnen strek ken om de openbare orde cn het openbare leven te herstellen en te verzekeren, zooveel mogelijk onder eerbiediging van de in het bezette land geldende^wetten. Onze bestuursorganen behooren daarbij in het belang der bevolking hun medewerking te verleenen, door, wanneer hun dit niet bepaald onmo gelijk wordt gemaakt, hun post te blijven bekleeden en den goeden gang van zaken te blijven bevorderen. Zij behooren zich in verbinding te stel len met de vreemde autoriteit, ten einde als tusschenpersonen tusschen haar en de bevolking op te treden. Op hon ook rust de plicht een krach tig protest te doen hooren, wanneer de bij internationale tractaten ge waarborgde of op de volkenrechtelijke Boncelles. Een Belg in Engeland, heeft van zijn broer, dio zich bij dc Belgische troepen bevindt, een blief ontvangen over de vernieling van het Belgische dorpje Boncelles, door de Belgen zelf. „Om 10 uur Maandagavond (3 Aug.) werden de vreedzame inwoners van Boncelles (een dorpje vlak bij 't fort van dien naam bezuiden Luik) plot seling herinnerd aan de vreeselijke beteekenis van het woord „oorlog". Een genie-officier vergezeld dooreen groot aantal sappeurs, klopte aan iedere deur en bracht de boodschap, dat alle huizen moesten worden ver brand om het schietveld der kanonnen van het fort vrij te maken. Er mocht geen oogenblik verloren gaan-; en wie wilde mocht een schuilplaats zoeken in het fort. Terwij] de officier sprak, droegen de sappeurs hout, poets katoen, petroleum, enz. aan. De mensohen die om de forten wonen weten, eens en voor altijd, dat in oorlogstijd de noodzakelijkheid zich kan voordoen, dat de fortautori- toiten de huizen der dorpelingen laten vernielen. Maar iu dit geval waren zij 's middags niet gewaar schuwd, en de meeste menschen waren al naar bed gegaan toen men nog laat iu den avond hun lot kwam aanzeggen. Ik kan de hartverscheu rende tooncelen, die wij dien nacht hadden te aanschouwen, niet be schrijven. Al wat ik mij er van herinner is dat de vrouwen weenden, de kinderen baden. Stel het u eens voorde meesten van die vrouwen hebben mannen, broeders, zonen in de gelederen, en thans komt men Haar huizen verbranden. Enkele vrouwen smeekten den soldaten om tenminste wat huisraad te mogen redden, maar de troepen namen haar vriendelijk doch vastberaden bij een arm en zetten haar op straat. In- tusschen waren de soldaten de huizen binnengegaan met hout, hooi en petroleum en staken er overal den brand in. De vrouwen, die de bran dende huizen wilden binnengaan, om zoo mogelijk nog iets te redden, wer den teruggedrongen door dfe soldaten. Het was begonnen te regenen en hier en daar was het vuur uitgegaan. Maar de soldaten kwamen dan met nieuwe voorraden met petroleum gedrenkt poetskatoen, die aan dc punt van de bajonetten naar binnen werden gestoken. Een man, dio juist uit zijn huis naar buiten was gebracht en die eerst met verdwaasd gezicht het werk der soldaten had aangestaard, kwam plotseling in actie on hielp in per soon de soldaten zijn huis in brand steken. Toen dit voorbeeld eenmaal gegeven was, hielp al spoedig de geheele mannelijke bevolking mee. Toen om half elf de noodklok begon te luiden, stonden er zeker 50 bóeren- stulpen in brand. Daarop moest deoude, merkwaardige dorpskerk met haar vierkanten toren er aan gelooven. Hout en poetskatoen waren tot bij het altaar en in den toren zoo hoog mogelijk opgetast. Even later was een reusachtige vuur toorts al wat er van over was. In het geheel werden op deze wijze 130 huizen vernield en daarna werden alle hoornen van het dorp omgekapt". vijandelijkheden. De generaals Lati- glois en Maillard zijn van tegenover gestelde meening. Generaal von den Goltz zegt dat een enkele groote slag niet, beslissend kan zijn, maar hij meent dat de actie onophoudelijk moet worden voortgezet en intensief moet worden gevoerd tot de georga niseerde tegenstand van den vijand is gebroken. Von Bernhardi gelooft dat de ont zaglijke in aantal vrijwel overeen stemmende massa's der moderne legers, de vernietiging van het even wicht door een enkelen slag nauwe lijks waarschijnlijk maken. Maaralle soldaten erkennen dat uiterste snel heid van operatie wenschelijk is in dien succes zal worden verkregen door actie en niet door uitputting. Om deze reden meent generaal Von Schlieffen dat een enkele groote slag feitelijk den oorlog kan beëindi gen. Langdurige oorlogen, zegt hij, zijn onmogelijk geworden in een tijd, waarin het bestaan van een natie afhankelijk is van den voortgang van handel en bedrijf en waarin een snelle beslissing noodig is tot herstel van den normalen staat, van zaken. „Stra tegische uitputting" acht hij onmoge lijk nu voor het te velde houden van manschappen honderden millioenen aan geld noodig zijn. De duur van den oorlog. De „Daily Chronicïe" zet in een artikel van zijn maritieme en mili- Lare medewerkers uiteen, dat men niet te spoedig een beslissenden slag moet verwachten en herinnert daar bij aau de lessen van 1870. In 1870 verliet de Fransche am bassadeur te Berlijn, de heer Benedetti, die stad op 13 Juli, cn de Fransche oorlogsverklaring werd den 19den Juli verzonden. Op den 27sten hadden de eerste schermutselingen aan de grens en de ^vuurdoop" plaats. Het ge vecht b" Weissenburg werd op 4 Augustus geleverd en op 6 Aug. le den de Frauschen de nederlaag bij Wórth. Dat waren de openingsge vechten van den oorlog. Op 14 Augus tus werd gevochten bij Colomby- Neuiliy, op 16 Augustus bij Mars-la- Tour, op 18 Aug. bij Gravelotte, maar Sedan capituleerde eerst 1 Sep tember. Er ging dus een maand voorbij eer beslissende operaties plaats hadden. De uitbreiding dei- legermachten, de vergrooting der corp sen, de grootere legertreinen, maken mobilisatie en beweging moeilijker. Nieuwe strategische spoorwegen mo gen wellicht de operatiën bespoedi gen, in de bestaande omstandigheden is niet te verwachten, dat beslissende gebeurtenissen reeds aanstaande zijn, al zijn de Engelsche deskundigen in het genoemde blad zoo voorzichtig hierbij te voegen, dat 'de mogelijk heid natuurlijk niet mag worden uitgesloten. Is, zoo vragen de medewerkers van de „Daily Chronicïe" dan, is het Duit sche operatieplan door de belemme ring bij Luik in de war gebracht? „Moltke zeide dat geen enkel plan zekere voorbereidingen zou kunnen treffen voor hetgeen zou gebeuren na de eerste ontmoeting met den vijand". Hij was van meening, dat de eerste groote actie waarin een partij de nederlaag leed, den volgen den loop van den oorlog zou wijzigen. Enkele Fransche officieren deelen in die meening. Zoo zegt generaal Bo naal, dat de uitslag van een oorlog in nauw verband staat met het re sultaat van den eersten slag, die dus de beslissing zou kunnen geven bin- nen een maaud na de opening dor IN ONS LAND. De stormloop op de spaarbanken geëindigd. Een bewijs voor de toenemende kalmte is wel het feit, dat aan de particuliere spaarbanken in ons land thans vrijwel de rust is teruggekeerd. Zoo worden bijv. aan de Spaarbank voor de Stad Amsterdam niet alleen weder flinke bedragen ingelegd, maar van de opgevraagde sommen worden zeer aanzienlijke bedragen 11 Aug. jl. bijv. bijna 23/s ton niet opge nomen. Gelukkig dat de menschen het dwaze inzien van het weghalen dei- gelden van de spaarbanken, waardoor zij niet alleen rente missen, maar ook alle kans loopen hun geld te ver liezen. Men begint te begrijpen, dat de ingelegde gelden veiliger zijn op de spaarbanken dan bij de menschen thuis. Nederland en Duitschers. De uit België verdreven bekende Duitsche dichter Sternheim schrijft in het „Berliner Tageblatt". Van harte moet ik hier verklaren in welken humanen geest, broederlijk en ver standig helpend tegelijk, de Neder landers bij den doortocht door hun land zich het lot der door het ongeluk vervolgden aantrekken. Geen Duit- scher die Neerlaiids bodem in deze dagen moest betreden, zal anders met diepe erkentelijkheid aan dit land blijven denken. Oorlogskaarten. Goede oorlogskaarten zijn op het oogenblik hier ter stede nog niet verkrijgbaar. Heden ontvingen wij echter van de N.V. Steendrukkerij Van de Ven, Den Haag, een mooie duidelijke kaart van Europa, die tegen 50 cents in den handel wordt ge bracht. Bij die kaart worden nog gratis verstrekt een serie natievlag getjes en een bijlage, bevattende de sterkte der legers, vloten, namen der kruisers, enz. enz. Visscherij. Van de Urker visschersvloot, die wegens den oorlogstoestand op de Noordzoo vau daar was teruggekeerd en sind werkloos in de haven van Urk heeft gelegen, zijn lieden (Don derdag) een 3<>-tal botters via IJmuiden naar „buiten" uitgezeild. Na ingewonnen advies van bevoegde zijde had de burgemeester in eene vergadering met de schippers dei- vloot, mededeeldj dat het thans nog wel mogelijk geacht wordt, zonder gevaar, op niet te verren afstand van de kust, n.1. in onze territoriale wateren, zelfs bij nacht, te visschen. Wenschelijk is daarbij het steeds voeren dor Nederlandsohe vlag en het gebruiken der lichtseinen. Nederlandsche onzijdigheid. Parijs, 13 Aug. Nederland heeft officiéél aan Frankrijk zijne verze keringen van strikte onzijdigheid her haald. Goederenvervoer. Met ingang van gisteren worden, voor zoover de dienst zulks zal toe laten en een verbod tot uitvoer uit de Stelling Amsterdam zulks niet belet, door de stations der H. IJ. S. Maatschappij weder alle soorten van goederen als ijl- en vrachtgoed in locaal verkeer en in binnenlandsch- rechtstreekseh verkeer met de overige Nederlandsche Spoorwegen, ten ver voer aangenomen. Geen werkkrachten noodig. Het bureau voor arbeidsbemidde ling te Schagen heeft wel vele aan vragen ontvangen van werkzoeken den, doch zeer weinig van werkgevers. Er bestaat dus voor werkeloozen voorloopig zoo goed als geen kansin Noord-Holland in den landbouw werk vinden. De visschersvloot te IJmuiden. Thans is het treurig feit te ver melden, dat de geheele visschers vloot, op een paar trawlers na, die zich bij IJsland bevinden, te IJmui den tot niets is gedoemd. Alle fa brieken en werkplaatsen worden bin nen enkele dagen stopgezet, daar dit alles in verband staat met het vis- scherijbedrijf. Het grootste deel der haringlog- gers in het toeleidingskanaal is naar Amsterdam opgesleept, om wellicht, het is niet te hopen, in dit seizoen niet meer uit te varen te visscherij. Vergoeding aan hen, die onder de wapenen zijn geroepen. In verband met de talrijke vragen, tot ons gericht, welke vergoeding uitgekeerd kan worden aan hen, die de wapenen dragen, deelen wij mede, dat de maximium uitkeering voor de militie fl en voor de landweer fl.50 bedraagt. De vergoeding voor den landstorm kan, naar gelang van den leeftijd fl, fl.50 en f2 bedragen. Landstorm. Tot goed begrip van de beteekenis der thans uitgevaardigde machtiging tot oproeping van den landstorm, dienu, dal; de bewuste maatregel alleen personen omvat boneden de 40 jaar en overigens slechts betrekking heeft op hen, die in 1913 ontslagen zijn als landweerman, als milicien van een bereden korps of als zee-milicien voorts behooren er nog toe, de in 1913 van den militie-dienst vrijgestelden en vry'-geloten benevens de oud-vrij- wiliigers, ontslagen op of na 24 Mei 1913. Opkomst behoeft voor nadere oproeping niet te geschieden. Een koopman, die in de streek van Gendringen groenten voor Wezel op koopt, vertelt, dat er Dinsdagavond 500 Belgische krijgsgevangenen te Wezel aankwamen. De woede dei- bevolking was zoo groot, dat zij mei denzelfden trein verder werden ge zonden. Droevig ongeval. Te Tilburg heeft gistermorgen een milicien, oppasser van een offi cier, ten huize van den heer H., waar de officier ingekwartierd is de 20-jarige dienstbode van den heer H,, bij ongeluk doodgeschoten. De oppas ser haalde de geladen revolver van den officier uit den foudraal, tijdens welke handeling bij toeval een schot afging en de dienstbode in het hoofd trof. Hevig ontsteld liep de oppas ser naar zijn luitenant, om het onge luk mede te deelen. PLAATSELIJK NIEUWS. Een driftkop. Gisterenmiddag waren twee jongona van 12 en 13 jaar bezig met visschen op den steiger aan de Buitenhaven. Door eenig verschil ontstak de oudste dermate in toorn dat hij zijn mak kertje te water gooide. Gelukkig werd het ongeval opgemerkt door den matroos J. van Nieshoven, die zich gekleed te water begaf en het geluk smaakte den drenkeling, die niet kon zwemmen en reeds met den stroom wegdreef, op den wal te brengen. Treurige daad. De 63-jarige G. F. alhier, sprong gisterenmiddag in een vlaag van waanzin in den vollen putbak en wilde op deze wijze een einde aan zijn leven maken. Zijn schoonzoon, die in den tuin aan 't werk was, snelde haastig toe en met behulp van een paar buren wist men den ongelukkigen man weer omhoog te halen. Ter bedevaart van Lourdes. Ons was ter oore gekomen, dat bij de bedevaartgangers, die door bemiddeling van onze regeering in Lourdes een tweetal extra-treinen kregen om naar Nederland te kunnen terugkeeren, eene stadgenoote was, en natuurlijk gingen wij aanstonds op stap om eens het een en ander te weten te komen van de reis. Onze zegsvrouw kon ons echter weinig over de reis vertellen. Maan dagmiddag 2 uur uit Lourdos vol trokken, was zij, eerst Donderdag middag 5 uur in Rozendaal. De reis, die in gewone omstandigheden 36 uur vordert, eischte er thans meer dan het dubbele, en zij was dan ook blij weder in het vaderland te zijn. De Fransche bevolking was boven mate hartelijk voor de Hollanders de twee treinen bevatten 700 bede vaartgangers, waaronder verschei dene zieken, en op schier elk station werden bloemen gebracht en frisch water en hulde gebracht aan Holland. „Vive la Hollande!" riepen de sol daten en „Vive la Franco!" riepen ze terug. Ging echter de reis voorspoedig, dank zij de goede zorgen van do Fransche regeering - aan één slation slechts had men gemopperd, dal liet onverantwoordelijk was in oorlogs tijd zooveel menschen te vervoeren minder voorspoedig ging hot vertrek uit Lourdes. Er waren telegrammen gewisseld en den bedevaartgangers was beloofd, dat voor de terugreis gezorgd zou worden. Do geheele bedevaart mislukte eigenlijk, want ternauwernood aangekomen, kwam alweer een telegram om te verLrek- ken. De bedevaartgangers kwamen Zaterdags'aan en hoorden reeds don volgenden dag dat ze weder weg moesten wegens de mobilisatie; ïn- tusschen werd het Woensdag alvorens eon dinifitief telegram kwam. Toen alle reizigers gepakt en gezakt klaar stonden aan het station, kwam weer eene afzegging en dat herhaalde zicli eenige malen; aldoor was er nog geene gelegenheid tot vertrek. Vrij dags en Zaterdags hebben de men schen nagenoeg den geheelen dag klaar gestaan voor den trein, maar eerst Maandags was or gelegen voor vertrek. En ook toen ging het hor tend en stooteudoveral werd gestopt en overal waren militairen. Maar ook overal vriendelijkheid en harte lijkheid, want daarover was onze zegsvrouw niet uitgepraat, over de hartelijkheid van de Franschen. Te Esschen werden de ambulance wagens door de Belgische regeering opgecommandeerd. De zieken voeren er echter niet slecht bij, want ze kregen er gemakkelijke tweede-klasse wagens voor in de plaats. „Maar of ik blij was de schepen van Nieuwediep weer te zien, meneer", eindigde de juffrouw, „want ik was gaar". Hetgeen wij gaarne geloofden. Ter navolging. Naai- nien ons mededeelt is van den Burgemeester van Texel, namens de burgerij, bij het Stelling hoofd kwartier ontvangen eene belangrijke zending lectuur, sigaren en versna peringen ter verdeeling onder de te Helder vertoevende militairen. Goed zoo, Texel's burgerij, moge uw goede voorbeeld navolging vinden. De Groote Landbouwtentoon stelling September 1914 te Schagen gaat niet door. Parmantig. Men meldt aan de „NCt.", dat, in navolging van Rotterdam en Am sterdam, een Noord-Hollandsche dorp je van 1000 zielen ook begonnen is met de uitgifte van gemeentelijke zilverbons van fl!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2