H EVEA
Ingezonden Mededeeling.
Iop Rij WIEL., RIJTUIG. «O AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, hoogeiand (Oraningen.)|
RUSLAND.
Duitsche ambassade-ambtenaar
vermoord.
Berlijn, 13 Aug. Hofrat" Kattner,
ambtenaar aan de Duitsche ambas
sade te Petersburg, sedert meer dan
dertig jaren in Duitschen consulairen
en diplomatieken dienst, die na het
vertrek van den ambassadeur met
het overige personeel van de ambas
sade daar voorloopig nog was ach
tergebleven, is door het Petersburg-
sehe gepeupel op gruwelijke wijze
vermoord.
Naar de „Berl. Lokal Anzeiger'
bericht, drong een moordzuchtige
menigte het in het centrum van
Petersburg gelegen gebouw van de
ambassade binnen, vermoordde den
grijzen Duitschen ambtenaar, plun
derde het gebouw on stak het daarna
in brand.
Toen politie en brandweer aanrukte,
waren de genoemde wandaden reeds
geschied.
Denemarken.
Londen, 13 Augustus. De Daily
News verneemt uit Kopenhagen, dat
Deonsche exporteurs en reeders alle
booten met levensmiddelen voor
Engeland gisteren hebben laten ver
trekken, ondanks een waarschuwing
der Engelsche admiraliteit tegen de
Duitsche mijnen in de Noordzee.
Alle kapiteins en bemanningen ver
klaren zich bereid zee te kiezen.
Bulgarije.
Wat doet Bulgarije?
Sofia, 13 Aug. Het hier verschijnend
blad „Kambaua" bevat een hoofd
artikel, waariu wordt uiteengezet dat
Bulgarije in geen geval met Rusland
mag samengaan, wijl zelfs in het
niet waarschijnlijke geval van een
Russische overwinning alleen Servie
proflteoren zou ten koste van Bul-
■garije. Bulgarije moet alles in het
werk stellen om tot vernietiging van
Servie bij te dragen en daartoe met
Turkije en het Drievoudig Verbond
innige aansluiting zoeken.
OP ZEE.
In de Noordzee.
Berlijn, 13 Aug. WolfTs nieuws
agentschap is gemachtigd tegenover
de anders luidende berichten van het
Engelsche departement van buiten-
landsche zaken te verklaren, dat
nergens in de Noordzee van Duitsche
zijde schokmijuen gelegd werden, die
gevaarlijk zijn voor neutrale koop
vaardijschepen. Dergelijke mynen zijn
uitsluitend in de onmiddellijke nabij
heid van de Engelsche kusten gelogd,
De „Goeben" en de „Breslau"
Het offlcieele Engelsche persbureau
laat op het bericht, dat er zeer goode
redenen zijn om te gelooven, dat de
Duitsche oorlogsschepen „Goeben" en
„Breslau" de wijk hebben genomen
in de Dardanellen en met beide
schepen zal gehandeld worden naar
internationale gebruiken, volgen
„Met de ontwapening en oplegging
van die schepen is de veiligheid van
den handel (in de Middellandache
Zee) bijna geheel verzekerd."
Parijs, 13 Augustus. De Fransche
bladen sprekon over een koop vau
de „Goeben" on de „Breslau", de
twee Duitsche kruisers in de Middel
landache Zee, door Turkije. De „Petit
Parisien" zegt, dat die koop waar
schijnlijk is en dat do zonderlinge
handel aanleiding zal geven tot be
sprekingen tusschen de 'drie landen
der drievoudige entente on de Porte,
De Duitsche kruiser „Goeben'
In ons vorig nummei is de offlcieele
mededeeling vermeld, die van Duit
sche zijde omtrent de bewegingen van
den gepantserdeu kruiser „Goeben"
en den kleineren kruiser „Breslau",
die zich in de Middel landsche Zee
bevinden, is gedaan. Uit die mede
deeling blijkt, dat de beide oorlogs
schepen te Messina kolen hebben in
genomen, en daarna, ondanks de be
waking van de haven door Britsche
en misschien ook Fransche oorlogs
schepen, er in geslaagd zijn ongehin
derd deze haven weer uit te komen.
In do offlcieele Duitsche mededeeling
wordt dan verder gezegd, dat om
begrijpelijke redenen over de verdere
bewegingen der schepen geen bij
zonderheden kunnen worden meege
deeld.
Echter, er is van offlcieele Engol-
sche zijde nu een nadere mededeeling
gekomen. Het offlcieele Britsche pers
bureau n.1. doelt medeEr is goede
reden om aan te nemen, dat de
Duitsche oorlogsschepen „Goeben"
en „Breslau" toevlucht hebben gezocht
in de Dardanellen, en dat nu met beide
schepen zal worden gehandeld vol
gens internationaal gebruik
„Met de ontmanteling en vast
houding dezer schepen zal de veilig
heid der scheepvaart vrijwel volkomen
verzekerd zijn."
De internationale regelen schrijven
voor, dat olk oorlogschip dat in oor
logstijd de Dardanellen binnenkomt,
voor den verderen duur der vijande
lijkheden buiten gevecht moet worden
gesteld. Is het dus waar - volkomen
zeker is blijkens de inkleeding
liet bericht der Engelsche admiraliteit
nog niet dat de heide Duitsche
schepen naar de Dardanellen zijn ge
vlucht, dan zijn zij voorloopig voor
Duitschland verloren. En in Engeland
verheugt men zich al dat nu geen
enkel Duitsch schip meer in de
Middeliandsche Zee is om den zee
handel te bedreigen.
De „Goeben" is een nieuw schip
van de Duitsche vloot, van het type
der Dreadnought-kruisers. Eerst drie
jaren geleden liep het van stapel.
Het schip hoeft een tonneninhoud
van 22.640 ton - iB dus 3940 tou
grooter dan het eerste Duitsche schip
van dit typo de „Von der Taun" en
is bewapend met tien 11 inch kanon
non en vier torpedolanceerbuizen. Het
had een turbine-vermogen van 70.000
P.K., een snelheid van 28b knoopen en
een bemanning van ruim 1000 kop
pen. Voor de Engelsohen is het zeker
te hopen, dat het vermoeden van
de admiraliteit juist is, daar anders
dat schip, dat aan de .jacht die er
op gemaakt is, tot dusver wist te
ontkomen, nog veel overlast in de
Middeliandsche Zee kan brengen, al
was het, zooals we gisteren reeds
als de ïneenittg van den maritiemen
medewerker van de „Times" mee
deelden, alleen maar, wegens den
schrik dien de vrije beweging van
dat machtige oorlogsschip onder de
de koopvaarders moet wekken.
Duitsche kruisers in de
Dardanellen.
Konstantinopel, 14 Aug. Do „Goe
ben" en de „Breslau" hebben de
Duitsehu vlag nog niet gestreken,
noch de équipages aau land gezet.
Londen, 13 Augustus. (Vau Engel
sche zijde). De „Daily Chronicïe"
verneemt uit West-Hartlepool het
volgende
Heden (Donderdagmiddag', arriveer
de hier het Deensche stoomschip
„Hulda Moersh". De kapitein vertelde
de volgende merkwaardige geschie
denis
Het stoomschip bemerkte Woens
dagnamiddag op 15 mijl afstand van
Spurnhead een aantal scheepsmasten,
totaal 7 aan 6 ervan was de Duitsche
vlag zichtbaar. Kapitein Petersen,
wetende, dat de oorlog tusschen
Engeland en Duitschland was uitge
broken, maakte uit hetgeen hij gezien
had op, dat aldaar een gevecht had
plaats gevonden, en dat de masten,
welke men zag, behoorden tot de
wrakken van gezonken Duitsche
oorlogsschepen. Het Deensche stoom
schip voer tusschen de zichtbare
masten door, ofschoon het zeer waar
schijnlijk was, dat nog meer schepen
gezonken waren. Bij zijn aankomst
te Hartlepool bracht de kapitein
rapport uit bij zijn agenten en later
ook bij de douane-autoriteiten. Laatst
genoemden weigerden een verklaring
af te leggen, terwijl de kapitein
Petersen de zaak niet verder wilde
bespreken.
Den correspondent van de „Daily
Chronicïe" word bovenstaand ver
haal door den eersten officier van
het Ooonsche stoomschip bevestigd.
Deze voegde er aan toe, dat do mas
ten 2 vadem boven water uitstaken.
De „Chronicïe" toonde dit bericht
aan het offlcieele persbureau, doch
dit kon de juistheid er van noch
bevestigen, noch ontkennen.
Aangehouden Duitsche schepen.
Londen, 13 Augustus. De lading
van de Belgia, van de Hamburg
Amerikalijn, welk stoomschip te
Bristol in beslag is genomen en naar
Newport gebracht, wordt daar thans
gelost. De lading bestaat uit meer
dan 40,000 quarters (een quarter
12.7 K.G.) tarwe, eenige honderden
tonnen koper in staven, een groote
hoeveelheid tabak, eenige duizenden
balen katoen, een hoeveelheid hout
blokken en stammen, phoshaaterts
en ongeveer zestig alligators en slan
gen.
De Duitsche onderzeebooten.
Naar aanleiding van het in den
grond boren van de Duitsche onder
zee-boot „U 15" door den kruiser
„Birmingham", schrift de maritieme
medewerker van de „Daily Chronicïe"
het volgende:
Het was voor de eerste maal, dat
een onderzeeboot een poging heeft
gedaan, om een grool oorlogschip in
den grond te boren. Nocli in den
Russisch— Japanschen oorlog, noch
in den Turksch-Italiaanschen oor
log is dat geschied.
De „U 15" - d. w. z. „Untersee-
boot 15" is een van de 30 Duit
sche onderzeeërs.
In Duitschland werd in den laat-
sten tijd een groote activiteit aan
den dag gelegd, om onderzeebooten
te bouwen.
Admiraal Von Tirpitz had niet
veel vertrouwen in onderzee-booten,
doch werd door de marine-staf over
tuigd van het nut, dat deze vaartui
gen kunnen hebben. Het bouwen van
onderzee-booten begon in Duitschland
eerst in 1906. De booten, vóór dien
tijd gebouwd, zijn klein, en niet ge
schikt voor liet varen in volle zee.
De niouwc booten zijn grooter en
sneller.
Naar de „Daily Telegraph" nog
meedeelt, was blijkbaar het plan van
Duitschland, om de. Britsche vloot
door aanvallen van onderzeeërs in
het leggen van mijnen te belemme
ren, vóór de groote vloten elkaar
zouden ontmoeten.
Voorts bericht het blad nog, dat
de Duitsche onderzee-boot-flottieljes
versterkt zijn met een aantal vaar
tuigen, geschikt voor het offensief.
Zij hebben een waterverplaatsing van
900 ton en een snelheidvan20knoopen.
Zij hebben voldoende petroleumvoor-
raad, om 2000 mijl te varen, zonder
dat de tanks bijgevuld behoeven te
worden. Deze onderzee-booten heb
ben ook kanonnen. Een ervan, een
8.8 c.m. kanon verdwijnt in de boot,
als deze duikt en een kanon van
kleiner kaliber, een z.g. éénponder
kan op het dek blijven staan, als de
boot duikt. Dit kanon is zoo gecon
strueerd, dat het niet. van hel. zee
water te lijden heeft.
Hoewel deze aanval van de „II
15" op het eerste Engelsche kruiser
eskader dus mislukt is, kan men
nog andere aanvallen van grootere
Duitsche onderzeërs verwachten.
Triest, 14 Augustus. Het stoom
schip „Baron Gautsch", dat 's middags
Lussin Grande (gelegen op het Oosten-
rijksch eiland Lussin in de Adriatische
Zee) verliet met bestemming naar
Triest, is vergaan. Tegen den avond
waren 130 iiersoneu gered en 20 lijken
geborgen.
de voorstelling van het Wolft'-bureau
te Berlijn Het is onwaar, dat de be
woners in den omtrek van Luik heb
ben deelgenomen aan de gevechten;
het is onwaar, dat in hinderlaag ver
borgen inwoners Duitsche genees-
heeren, die gewonden verpleegden,,
hebben gefusileerd. Het is onwaar,
dat gewonden bloot hebben gestaan
aan wreedheden van de zijde der
Belgen. België is onderteekenaar van
de conventie van den Haag betreffende
de wetten en gebruiken in deri oor
lóg, Het komt deze conventie nauw
gezet na. Van het begin der vijande
lijkheden af hebben de Belgische
autoriteiten de bevolking eraan her
innerd, dat de burgers zich volko
men moesten onthouden van het ge
bruik maken hunner wapenen tegen
de overweldigers en dat alleen het
leger en de landweer, beiden aan de
gestelde voorwaarden voldoen, daar
toe liet recht en don plicht hebben.
Aan een ons ter inzage verstrekt
particulier schrijven uit Brussel ont-
leenen wij het volgende: ...'t Is een
hachelijke toestand, maar zoolang de
vijand nog niet te dicht voor de deur
staat en de tioopen zich zoo flink
houden als in Luik, is er misschien
nog kans dat Brussel gespaard blijft
en' kunnen wij er nog niet toe be
sluiten ons huis te verlaten. ...'t Is
bewonderenswaardig met zooveel
geestdrift en eensgezindheid oud en
jong hier onder de wapens gegaan
is en ais verwezenlijking van hun
wapen „L'Union fait la force" hebben
de Belgen zich tot dusverre bizonder
flink en krachtig betoond-
De eerste dagen zijn hier wel hot
agiteerendst geweest en toen Dins
dagavond iedereen werd opgebeld
en er rondgeroepen werd dat het
waterleidingswater vergiftigd was,
was 't een vreeselijke paniek. Geluk
kig kon de tijding spoedig tegenge
sproken worden. Nu is alles vrij kalm,
maai er is iets verontrustends in en
rustig zijn wij eigenlijk geen oogen-
blik, want elk oogenblik en op allerlei
wijzen worden er spionnon ontdekt,
zoodat, wij zonder op vulkanischen
bodem te zijn, toch zeggen kunnen
op een krater te leven. Bommen
overal en wie weet wat er nog uit
de lucht kan komen. Alle Duitschers
zijn geëxpulseerd (uitgezet Red. H.G.),
maar er huizen hier toch nog genoeg,
naar het schijnt, verscheidene zijn in
priesterkleeding gesnapt on gefusil
leerd.
Het eerste treffen te Luik.
Granville Forteseue, dio de bestor
ming van de Ban Ju. San-forten bij
Port Arthur door de Japanners heeft
bijgewoond, heeft gedurende de beide
eerste dagen van de Duitsche aan
vallen op Luik in die stad vertoefd
en daarover uit Brussel eon relaas
aan de Daily Telegraph gezonden,
het eerste sobere bericht over de voor
vallen van en 6 Augustus. Wij
geven or hier de hoofdzaak van weer
In den avond van den 5en enden
vroegen ochtend van den 6en vielen
de Duitschers met alle macht de stad
Luik aan. Ongeveer om half twaalf
des avonds, op 't hooren van een
hevige kanonnade, stak Forteseue bij
Fragnéo de rivier over en volgde
van de hoogten ten Zuidon van dc
stad het gevecht.
Hot was volle maan. De Duitsche
aanval richtte zich tegen de forten
van Fléron, Ernbourg en Boncelles.
De Duitsche artillerie werkte schitte
rend. Granaat op granaat sprong
boven de wallen van dc forten. Over
de werking van het tegenvuur dei-
Belgen kon de correspondent niet
oordeelen, daar de Duitsche geschuts-
posities op bewonderenswaardige
wijze gedekt waren. De woeste aard
van het terrein en de duisternis be
gunstigden de aanvallen. Voor zoo
veel viel na te gaan, werd er geen
belegeringsgeschut gebruikt. De Duit
schers schoten met granaten van
een sterk ontploffend vermogen. Te
ongeveer 3 uur in den ochtend kwam
er infanterie-vuur uit do bosschen
ten westen van de Ourthe tusschen
Embourg en Boncelles, 't Was niet
mogelijk iets anders te onderscheiden
dan de stralen van 't geweervuur.
Het terrein in ;de nabijheid vau de
forten was niet schoongemaakt
blijkbaar inderhaast versterkt.
De Belgische infanterie, 't 9e en
14e linie-regiment, bezette het gebied
tusschen de forten Fléron, Embourg
en Boncelles. Het 9e doorstond den
schok van den aanval, die over de
heelo linie werd afgeslagen.
Tegen 4 uur, bij 'taanbreken vau den
dag, waren de Duitsche gelederen te
onderscheiden. De Duitschers vochten
in gesloten orde, volgens ouderwet-
sche taktiok. Tegen 5 uur was het
treffen op z'n hevigst. Omstreeks
dien tijd was -het fort Fléron tot
zwijgen gebracht. Later werd verteld
dat het Duitsche vuur veel van 't
Belgisch geschut had vernield.
Tusschen de infanterie-bataljons
zag men kleine afdeelingen Duitsche
cavalerie, doch tot een cavalerie-aan
vai werd niet overgegaan.
Tegen 8 uur minderde de aanval.
In 't heuvelachtige terrein konden
de Duitschers zich gemakkelijk ver
bergen. 't Viel niet juist na te gaan
hoe sterk ze daar waren; mogelijk
één divisie. Zij bezetten de tusschen
ruimten tusschen de forten en hadden
het gemunt op de bruggen ten zuiden
van de stad, waarover de spoorlijnen
van Hervé en Verviors naar Luik
loopen.
De aanval werd over de heele linie
teruggeslagen. 'I: Eene bataljon na
't andere werd teruggeworpen dooi
de Belgen, wier 9e linie-regiment als
duivels vocht.
Forteseue acht het een groot voor-
doel voor de Belgen dat de Duitschers
in gesloten orde aanrukten. Géén
wonder, dat de Duitsche bataljons,
aldus in 't gevecht geworpen, werden
gedecimeerd. Toch zal 't aantal ver
liezen wel niet zoo groot zijn als
werd opgegeven. 25.000 lijkt den
correspondent te hoog geschat, Bij
de bestorming van Port Arthur ver
loren de Japanners in 5 dagen 16.000
man.
Londen, 13 Augustus. Dc oorlogs
verklaring van Engeland aan Oosten-
rijk-Hongarije zal e'en eind maken aan
een onmogelijken toestand, die na
tuurlijk niet van langen-duur had
kunnen zijn. HeL feit dat Oostenr(jk-
Hongarijt- twee legerkorpsen togen
Frankrijk heeft in het ve'-J gebracht,
maakt hot voortbestaan van den
vrede tusschen Oostenrijk-Hongarije
en een bondgenoot van Frankrijk
onmogelijk.
De Engelsche vloot, beschouwt Oos-
tonrijk-Hongarije reeds als vijand.
Want vandaag is een Oostenrijkscli
s. s. als prijs in Plymouth binnen
gebracht.
De oorlogsverklaring zal duizenden
Oostenrijkers in Engeland aan de
zelfde ougeniakkeu en ellende bloot
stellen als thans door de Duitschers
wordt geleden.
Londen, 13 Augustus. Het pers
bureau publiceert hol: volgende:
Sedert middernacht, Oosten rij ksche
tijd, bestaat er oorlog tusschen Oos
tenrijk en Engeland. De admiraliteit
heeft bevel gegeven de vijandelijk
heden aan te vangen.
Parijs, 13 Augustus. Sedert van
nacht twaaf uur is de oorlogstoe
stand van Frankrijk en Engeland
met Oostenrijk Hongarije officieel.
Daar de diplomatieke betrekkingen
tusschen Frankrijk en Oostenrijk van
te voren reeds afgebroken waren,
heeft sir E. Grey gisteravond aan
den Oostonrijkschen gezant te Lon
den de verklaring der Fransche
regeering overgebracht, zeggende,
dat Engeland zich daarbij aansloot.
Frankrijk en Engeland hebben dus
door dezelfde acte den oorlog ver
klaard.
„Britannia rules the waves."
Londen, 13 Augustus. De admira
liteit heeft tot de buitenlandsche
reeders, die op Engeland varen, een
■ondschrijven gericht, waarin zij zegt,
dat men ongestoord voort moet gaan
mot hel, verzenden van documenten
in ladingen in onzijdige of Engelsche
schepen. Do admiraliteit verklaart,
dat op dit oogenblik de Engelsche
schepen op den Atlantischeu Oceaan
reeds bijna even zoo veilig zijn als
in tijd van vrede, terwijl do bewa
king van de zeevaart wegen door
Engeland nog met eiken dag toe
neemt.
BELGIË.
(Zie ook de eerste bladzijde.)
Een officieel bericht van Belgische
zijde behelst het volgende
De regeering van het koninkrijk
België heeft met verontwaardiging bij
alle regeeringen geprotesteerd tegen
Engeland verklaart den oorlog
aan Oostenrijk-Hongarlje.
Londen, 13 Augustus. Gisteravond
om 10 ure is besloten dat Engeland
den oorlog verklaart aan Oostenrijk
Hongarije.
gebruiken steunende rechten der be
volking worden aangerand.
Het dool van vorenstaande mede
deeling is geenszins om eenige on
gerustheid te wekken.
Maar wel acht de Regeering liet
noodig elke mogelijkheid tijdig onder
de oogen te zien en er voor te zorgen,
dat, moeht een zoo zware ramp over
ons komen, deze niet door eigen
schuld, door eigen onwaardig of ge
welddadig optredon der ingezetenen
nog zwaarder zou worden gemaakt
dan zij op zichzelve reeds zou zijn.
Aan de Commissarissen der Ko
ningin in de Provinciën Noord-Bra
bant, Limburg en Zeeland is door
den Opperbevelhebber van land- en
zeemacht bereids een circulaire ver
zonden van overeenkomstige strek
king als de vorenstaande.
Onzijdigheid.
Aan de Commissarissen dor Ko
ningin iu de verschillende Provinciën
is de volgende door de Ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Oorlog
ouderteekendc circulaire gericht.
Wij hebben de eer Uhoogedelge-
strengen uit te noodigeu bet volgende
door bemiddeling van de burgemees
ters ter kennis van de ingezetenen
te brengen.
Nu Nederland omringd is door
oorlogvoerende mogendheden met elk
waarvan het goede betrekkingen
onderhoudt, is het van het hoogste
belang dat de door de Regeering
afgekondigde onzijdigheid niet alleen
door de Regeering zelve, maar ook
door elk Nederlander in het bijzonder
wordt in acht genomen.
Daardoor is het.'niet voldoende dat
men zich onthoude van inbreuken
op de onzijdigheid, die strafrechtelijk
vervolgbaar zijnook uitingen van
partijdigheid in het openbaar, bij
monde of geschrifte, behooren ach
terwege te blijven.
Dc houding van elk Nederlander
zij inderdaad onzijdig, naar de regelen
van eerlijkheid en goede trouw.
Bij zoodanige houding bestaat de
meeste kans, dat de onzijdigheid
van ons land door de oorlogvoeren
den wordt geëerbiedigd.
Zekerheid daaromtrent kan echter
uiteraaid nimmer worden gegeven.
Het is uit dien hoofde dat de Re
geering zich verplicht acht de na
volgende wenken on aanbevelingen
te geven, voor hot geval dat onze
onzijdigheid mocht worden geschon
den, met name wanneer troopon der
oorlogvoerenden wederrechtelijk ons
grondgebied mochten binnendringen.
In de allereerste plaats zij er dan
op gewezen, dat het keeren van
vreemde troepen uitsluitend de taak
is van de militaire macht. Wordt
die laak aan haar overgelaten, dan
is de vijand verplicht de eer, de
familierechten, hol, leven on den
privaat-eigendom der bewoners te
eerbiedigen.
Door de ingezetenen, niet tot de
militaire macht behoorende, hoe groot
en hoe billijk ook hunne verontwaar
diging moge zijn, mag geen enkele
daad van gewold of tegenweer worden
verricht. Deden zij dit wel, dan zou
den zij niet alleen zich zelf, maar
ook familie, vrienden, landgenooten
blootstellen aan maatregelen van
wedervergelding. De voordeelen, wel
ke de burger door een eigengereoh-
tigd optreden zou meenen te kunnen
bereiken, zinken in het niet tegenover
de schade en het leed, dat hij zich
en anderen daarmede berokkent. Elke
uiting van wraak lokt onvermijdelijk
geduchte weerwraak uit. Zucht tot
zelfbehoud zal den indringer dwingen
tot het spreiden van schrik onder
de bevolking, wanneer deze zich
niet geheel onzijdig weet te houden.
Wanneer daarentegen de bevolking
met kalmte en waardigheid een
eventueeie bezetting ondergaat, dan
behoeft men voor veiligheid van
persoon en goed niet bedacht te
zijn. Het volkenrecht, dat door het
leger van elke beschaafde natie wordt
geëerbiedigd, verbiedt moord, plun
dering of roof. De indringer die vreemd
gebied bezet, is verplicht alle maat
regelen te nemen die kunnen strek
ken om de openbare orde cn het
openbare leven te herstellen en te
verzekeren, zooveel mogelijk onder
eerbiediging van de in het bezette
land geldende^wetten.
Onze bestuursorganen behooren
daarbij in het belang der bevolking
hun medewerking te verleenen, door,
wanneer hun dit niet bepaald onmo
gelijk wordt gemaakt, hun post te
blijven bekleeden en den goeden gang
van zaken te blijven bevorderen. Zij
behooren zich in verbinding te stel
len met de vreemde autoriteit, ten
einde als tusschenpersonen tusschen
haar en de bevolking op te treden.
Op hon ook rust de plicht een krach
tig protest te doen hooren, wanneer
de bij internationale tractaten ge
waarborgde of op de volkenrechtelijke
Boncelles.
Een Belg in Engeland, heeft van
zijn broer, dio zich bij dc Belgische
troepen bevindt, een blief ontvangen
over de vernieling van het Belgische
dorpje Boncelles, door de Belgen zelf.
„Om 10 uur Maandagavond (3 Aug.)
werden de vreedzame inwoners van
Boncelles (een dorpje vlak bij 't fort
van dien naam bezuiden Luik) plot
seling herinnerd aan de vreeselijke
beteekenis van het woord „oorlog".
Een genie-officier vergezeld dooreen
groot aantal sappeurs, klopte aan
iedere deur en bracht de boodschap,
dat alle huizen moesten worden ver
brand om het schietveld der kanonnen
van het fort vrij te maken. Er mocht
geen oogenblik verloren gaan-; en wie
wilde mocht een schuilplaats zoeken
in het fort. Terwij] de officier sprak,
droegen de sappeurs hout, poets
katoen, petroleum, enz. aan.
De mensohen die om de forten
wonen weten, eens en voor altijd,
dat in oorlogstijd de noodzakelijkheid
zich kan voordoen, dat de fortautori-
toiten de huizen der dorpelingen
laten vernielen. Maar iu dit geval
waren zij 's middags niet gewaar
schuwd, en de meeste menschen
waren al naar bed gegaan toen men
nog laat iu den avond hun lot kwam
aanzeggen. Ik kan de hartverscheu
rende tooncelen, die wij dien nacht
hadden te aanschouwen, niet be
schrijven. Al wat ik mij er van
herinner is dat de vrouwen weenden,
de kinderen baden. Stel het u eens
voorde meesten van die vrouwen
hebben mannen, broeders, zonen in
de gelederen, en thans komt men
Haar huizen verbranden. Enkele
vrouwen smeekten den soldaten om
tenminste wat huisraad te mogen
redden, maar de troepen namen haar
vriendelijk doch vastberaden bij een
arm en zetten haar op straat. In-
tusschen waren de soldaten de huizen
binnengegaan met hout, hooi en
petroleum en staken er overal den
brand in. De vrouwen, die de bran
dende huizen wilden binnengaan, om
zoo mogelijk nog iets te redden, wer
den teruggedrongen door dfe soldaten.
Het was begonnen te regenen en
hier en daar was het vuur uitgegaan.
Maar de soldaten kwamen dan met
nieuwe voorraden met petroleum
gedrenkt poetskatoen, die aan dc
punt van de bajonetten naar binnen
werden gestoken.
Een man, dio juist uit zijn huis
naar buiten was gebracht en die eerst
met verdwaasd gezicht het werk der
soldaten had aangestaard, kwam
plotseling in actie on hielp in per
soon de soldaten zijn huis in brand
steken. Toen dit voorbeeld eenmaal
gegeven was, hielp al spoedig de
geheele mannelijke bevolking mee.
Toen om half elf de noodklok begon
te luiden, stonden er zeker 50 bóeren-
stulpen in brand.
Daarop moest deoude, merkwaardige
dorpskerk met haar vierkanten toren
er aan gelooven. Hout en poetskatoen
waren tot bij het altaar en in den
toren zoo hoog mogelijk opgetast.
Even later was een reusachtige vuur
toorts al wat er van over was.
In het geheel werden op deze
wijze 130 huizen vernield en daarna
werden alle hoornen van het dorp
omgekapt".
vijandelijkheden. De generaals Lati-
glois en Maillard zijn van tegenover
gestelde meening. Generaal von den
Goltz zegt dat een enkele groote slag
niet, beslissend kan zijn, maar hij
meent dat de actie onophoudelijk
moet worden voortgezet en intensief
moet worden gevoerd tot de georga
niseerde tegenstand van den vijand
is gebroken.
Von Bernhardi gelooft dat de ont
zaglijke in aantal vrijwel overeen
stemmende massa's der moderne
legers, de vernietiging van het even
wicht door een enkelen slag nauwe
lijks waarschijnlijk maken. Maaralle
soldaten erkennen dat uiterste snel
heid van operatie wenschelijk is in
dien succes zal worden verkregen
door actie en niet door uitputting.
Om deze reden meent generaal
Von Schlieffen dat een enkele groote
slag feitelijk den oorlog kan beëindi
gen. Langdurige oorlogen, zegt hij,
zijn onmogelijk geworden in een tijd,
waarin het bestaan van een natie
afhankelijk is van den voortgang van
handel en bedrijf en waarin een snelle
beslissing noodig is tot herstel van
den normalen staat, van zaken. „Stra
tegische uitputting" acht hij onmoge
lijk nu voor het te velde houden van
manschappen honderden millioenen
aan geld noodig zijn.
De duur van den oorlog.
De „Daily Chronicïe" zet in een
artikel van zijn maritieme en mili-
Lare medewerkers uiteen, dat men
niet te spoedig een beslissenden slag
moet verwachten en herinnert daar
bij aau de lessen van 1870.
In 1870 verliet de Fransche am
bassadeur te Berlijn, de heer Benedetti,
die stad op 13 Juli, cn de Fransche
oorlogsverklaring werd den 19den Juli
verzonden. Op den 27sten hadden de
eerste schermutselingen aan de grens
en de ^vuurdoop" plaats. Het ge
vecht b" Weissenburg werd op 4
Augustus geleverd en op 6 Aug. le
den de Frauschen de nederlaag bij
Wórth. Dat waren de openingsge
vechten van den oorlog. Op 14 Augus
tus werd gevochten bij Colomby-
Neuiliy, op 16 Augustus bij Mars-la-
Tour, op 18 Aug. bij Gravelotte,
maar Sedan capituleerde eerst 1 Sep
tember. Er ging dus een maand
voorbij eer beslissende operaties
plaats hadden. De uitbreiding dei-
legermachten, de vergrooting der corp
sen, de grootere legertreinen, maken
mobilisatie en beweging moeilijker.
Nieuwe strategische spoorwegen mo
gen wellicht de operatiën bespoedi
gen, in de bestaande omstandigheden
is niet te verwachten, dat beslissende
gebeurtenissen reeds aanstaande zijn,
al zijn de Engelsche deskundigen in
het genoemde blad zoo voorzichtig
hierbij te voegen, dat 'de mogelijk
heid natuurlijk niet mag worden
uitgesloten.
Is, zoo vragen de medewerkers van
de „Daily Chronicïe" dan, is het Duit
sche operatieplan door de belemme
ring bij Luik in de war gebracht?
„Moltke zeide dat geen enkel plan
zekere voorbereidingen zou kunnen
treffen voor hetgeen zou gebeuren
na de eerste ontmoeting met den
vijand". Hij was van meening, dat
de eerste groote actie waarin een
partij de nederlaag leed, den volgen
den loop van den oorlog zou wijzigen.
Enkele Fransche officieren deelen in
die meening. Zoo zegt generaal Bo
naal, dat de uitslag van een oorlog
in nauw verband staat met het re
sultaat van den eersten slag, die dus
de beslissing zou kunnen geven bin-
nen een maaud na de opening dor
IN ONS LAND.
De stormloop
op de spaarbanken geëindigd.
Een bewijs voor de toenemende
kalmte is wel het feit, dat aan de
particuliere spaarbanken in ons land
thans vrijwel de rust is teruggekeerd.
Zoo worden bijv. aan de Spaarbank
voor de Stad Amsterdam niet alleen
weder flinke bedragen ingelegd, maar
van de opgevraagde sommen worden
zeer aanzienlijke bedragen 11 Aug.
jl. bijv. bijna 23/s ton niet opge
nomen.
Gelukkig dat de menschen het
dwaze inzien van het weghalen dei-
gelden van de spaarbanken, waardoor
zij niet alleen rente missen, maar ook
alle kans loopen hun geld te ver
liezen. Men begint te begrijpen, dat
de ingelegde gelden veiliger zijn op
de spaarbanken dan bij de menschen
thuis.
Nederland en Duitschers.
De uit België verdreven bekende
Duitsche dichter Sternheim schrijft
in het „Berliner Tageblatt". Van harte
moet ik hier verklaren in welken
humanen geest, broederlijk en ver
standig helpend tegelijk, de Neder
landers bij den doortocht door hun
land zich het lot der door het ongeluk
vervolgden aantrekken. Geen Duit-
scher die Neerlaiids bodem in deze
dagen moest betreden, zal anders met
diepe erkentelijkheid aan dit land
blijven denken.
Oorlogskaarten.
Goede oorlogskaarten zijn op het
oogenblik hier ter stede nog niet
verkrijgbaar. Heden ontvingen wij
echter van de N.V. Steendrukkerij
Van de Ven, Den Haag, een mooie
duidelijke kaart van Europa, die tegen
50 cents in den handel wordt ge
bracht. Bij die kaart worden nog
gratis verstrekt een serie natievlag
getjes en een bijlage, bevattende de
sterkte der legers, vloten, namen
der kruisers, enz. enz.
Visscherij.
Van de Urker visschersvloot, die
wegens den oorlogstoestand op de
Noordzoo vau daar was teruggekeerd
en sind werkloos in de haven van
Urk heeft gelegen, zijn lieden (Don
derdag) een 3<>-tal botters via IJmuiden
naar „buiten" uitgezeild.
Na ingewonnen advies van bevoegde
zijde had de burgemeester in eene
vergadering met de schippers dei-
vloot, mededeeldj dat het thans nog
wel mogelijk geacht wordt, zonder
gevaar, op niet te verren afstand
van de kust, n.1. in onze territoriale
wateren, zelfs bij nacht, te visschen.
Wenschelijk is daarbij het steeds
voeren dor Nederlandsohe vlag en het
gebruiken der lichtseinen.
Nederlandsche onzijdigheid.
Parijs, 13 Aug. Nederland heeft
officiéél aan Frankrijk zijne verze
keringen van strikte onzijdigheid her
haald.
Goederenvervoer.
Met ingang van gisteren worden,
voor zoover de dienst zulks zal toe
laten en een verbod tot uitvoer uit
de Stelling Amsterdam zulks niet
belet, door de stations der H. IJ. S.
Maatschappij weder alle soorten van
goederen als ijl- en vrachtgoed in
locaal verkeer en in binnenlandsch-
rechtstreekseh verkeer met de overige
Nederlandsche Spoorwegen, ten ver
voer aangenomen.
Geen werkkrachten noodig.
Het bureau voor arbeidsbemidde
ling te Schagen heeft wel vele aan
vragen ontvangen van werkzoeken
den, doch zeer weinig van werkgevers.
Er bestaat dus voor werkeloozen
voorloopig zoo goed als geen kansin
Noord-Holland in den landbouw werk
vinden.
De visschersvloot te IJmuiden.
Thans is het treurig feit te ver
melden, dat de geheele visschers
vloot, op een paar trawlers na, die
zich bij IJsland bevinden, te IJmui
den tot niets is gedoemd. Alle fa
brieken en werkplaatsen worden bin
nen enkele dagen stopgezet, daar dit
alles in verband staat met het vis-
scherijbedrijf.
Het grootste deel der haringlog-
gers in het toeleidingskanaal is naar
Amsterdam opgesleept, om wellicht,
het is niet te hopen, in dit seizoen
niet meer uit te varen te visscherij.
Vergoeding aan hen, die onder de
wapenen zijn geroepen.
In verband met de talrijke vragen,
tot ons gericht, welke vergoeding
uitgekeerd kan worden aan hen, die
de wapenen dragen, deelen wij mede,
dat de maximium uitkeering voor
de militie fl en voor de landweer
fl.50 bedraagt.
De vergoeding voor den landstorm
kan, naar gelang van den leeftijd
fl, fl.50 en f2 bedragen.
Landstorm.
Tot goed begrip van de beteekenis
der thans uitgevaardigde machtiging
tot oproeping van den landstorm,
dienu, dal; de bewuste maatregel alleen
personen omvat boneden de 40 jaar
en overigens slechts betrekking heeft
op hen, die in 1913 ontslagen zijn als
landweerman, als milicien van een
bereden korps of als zee-milicien
voorts behooren er nog toe, de in 1913
van den militie-dienst vrijgestelden en
vry'-geloten benevens de oud-vrij-
wiliigers, ontslagen op of na 24 Mei
1913. Opkomst behoeft voor nadere
oproeping niet te geschieden.
Een koopman, die in de streek van
Gendringen groenten voor Wezel op
koopt, vertelt, dat er Dinsdagavond
500 Belgische krijgsgevangenen te
Wezel aankwamen. De woede dei-
bevolking was zoo groot, dat zij mei
denzelfden trein verder werden ge
zonden.
Droevig ongeval.
Te Tilburg heeft gistermorgen
een milicien, oppasser van een offi
cier, ten huize van den heer H.,
waar de officier ingekwartierd is de
20-jarige dienstbode van den heer H,,
bij ongeluk doodgeschoten. De oppas
ser haalde de geladen revolver van
den officier uit den foudraal, tijdens
welke handeling bij toeval een schot
afging en de dienstbode in het hoofd
trof. Hevig ontsteld liep de oppas
ser naar zijn luitenant, om het onge
luk mede te deelen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Een driftkop.
Gisterenmiddag waren twee jongona
van 12 en 13 jaar bezig met visschen
op den steiger aan de Buitenhaven.
Door eenig verschil ontstak de oudste
dermate in toorn dat hij zijn mak
kertje te water gooide. Gelukkig werd
het ongeval opgemerkt door den
matroos J. van Nieshoven, die zich
gekleed te water begaf en het geluk
smaakte den drenkeling, die niet kon
zwemmen en reeds met den stroom
wegdreef, op den wal te brengen.
Treurige daad.
De 63-jarige G. F. alhier, sprong
gisterenmiddag in een vlaag van
waanzin in den vollen putbak en
wilde op deze wijze een einde aan
zijn leven maken. Zijn schoonzoon,
die in den tuin aan 't werk was,
snelde haastig toe en met behulp
van een paar buren wist men den
ongelukkigen man weer omhoog te
halen.
Ter bedevaart van Lourdes.
Ons was ter oore gekomen, dat
bij de bedevaartgangers, die door
bemiddeling van onze regeering in
Lourdes een tweetal extra-treinen
kregen om naar Nederland te kunnen
terugkeeren, eene stadgenoote was,
en natuurlijk gingen wij aanstonds
op stap om eens het een en ander
te weten te komen van de reis.
Onze zegsvrouw kon ons echter
weinig over de reis vertellen. Maan
dagmiddag 2 uur uit Lourdos vol
trokken, was zij, eerst Donderdag
middag 5 uur in Rozendaal. De reis,
die in gewone omstandigheden 36
uur vordert, eischte er thans meer
dan het dubbele, en zij was dan ook
blij weder in het vaderland te zijn.
De Fransche bevolking was boven
mate hartelijk voor de Hollanders
de twee treinen bevatten 700 bede
vaartgangers, waaronder verschei
dene zieken, en op schier elk station
werden bloemen gebracht en frisch
water en hulde gebracht aan Holland.
„Vive la Hollande!" riepen de sol
daten en „Vive la Franco!" riepen
ze terug.
Ging echter de reis voorspoedig,
dank zij de goede zorgen van do
Fransche regeering - aan één slation
slechts had men gemopperd, dal liet
onverantwoordelijk was in oorlogs
tijd zooveel menschen te vervoeren
minder voorspoedig ging hot vertrek
uit Lourdes. Er waren telegrammen
gewisseld en den bedevaartgangers
was beloofd, dat voor de terugreis
gezorgd zou worden. Do geheele
bedevaart mislukte eigenlijk, want
ternauwernood aangekomen, kwam
alweer een telegram om te verLrek-
ken. De bedevaartgangers kwamen
Zaterdags'aan en hoorden reeds don
volgenden dag dat ze weder weg
moesten wegens de mobilisatie; ïn-
tusschen werd het Woensdag alvorens
eon dinifitief telegram kwam. Toen
alle reizigers gepakt en gezakt klaar
stonden aan het station, kwam weer
eene afzegging en dat herhaalde zicli
eenige malen; aldoor was er nog
geene gelegenheid tot vertrek. Vrij
dags en Zaterdags hebben de men
schen nagenoeg den geheelen dag
klaar gestaan voor den trein, maar
eerst Maandags was or gelegen voor
vertrek. En ook toen ging het hor
tend en stooteudoveral werd gestopt
en overal waren militairen. Maar
ook overal vriendelijkheid en harte
lijkheid, want daarover was onze
zegsvrouw niet uitgepraat, over de
hartelijkheid van de Franschen.
Te Esschen werden de ambulance
wagens door de Belgische regeering
opgecommandeerd. De zieken voeren
er echter niet slecht bij, want ze
kregen er gemakkelijke tweede-klasse
wagens voor in de plaats.
„Maar of ik blij was de schepen
van Nieuwediep weer te zien, meneer",
eindigde de juffrouw, „want ik was
gaar". Hetgeen wij gaarne geloofden.
Ter navolging.
Naai- nien ons mededeelt is van
den Burgemeester van Texel, namens
de burgerij, bij het Stelling hoofd
kwartier ontvangen eene belangrijke
zending lectuur, sigaren en versna
peringen ter verdeeling onder de te
Helder vertoevende militairen.
Goed zoo, Texel's burgerij, moge
uw goede voorbeeld navolging vinden.
De Groote Landbouwtentoon
stelling September 1914 te Schagen
gaat niet door.
Parmantig.
Men meldt aan de „NCt.", dat,
in navolging van Rotterdam en Am
sterdam, een Noord-Hollandsche dorp
je van 1000 zielen ook begonnen is
met de uitgifte van gemeentelijke
zilverbons van fl!