HELDERSCHE COURANT
Uit alle landen,
No. 4352
DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1914
42e JAARGANG
Het Steuncomité.
Hut Steuncomité, te Helder opge
richt, 7 Augustus 1914, is dadelijk
mot. zijn arbeid begonnen. Nadat het
Dagolijksch Bestuur en de verschil
lende Subcomité's zich hadden ge
vormd, is aan Ilelder's burgerij een
oproep gericht om steun in deze
voor velen zoo moeilijke dagen. Het
Subcomité voor de Inzameling heeft
lijsten aan de huizen gepresenteerd,
waarop men voor giften in ééns of
voor wekeiyksche en maandelijksche
bijdragon teekenon kon. Op het oogen-
blik is bij den penningmeester inge
komen vrijwel 3600 gld., n.1. ruim
3200 gld., 'zijnde de opbrengst van
de Hjsten en twee bussen, en bijna
400 gld., ons geschonken door ver
schillende vereenigingen. Aan weke-
lljksclie bijdragen is ruim 350 gld.
geteekend en aan maandelijksche
bijna 100 gld. Van twee lijsten is
de inteekening nog niet bekend. Het
Steuncomité erkent met dankbaar
heid, dat bijna alle ingezetenen iets
hebben bijgedragen om den nood der
t|jdon zooveel mogelijk te lenigen;
over het algemeen genomen is het
resultaat dezer eerste inzameling
zeker bevredigend te noemen. Tref
fend is wel, dat vooral door de min
der gegoeden naar de mate hunner
krachten is gegeven, terwijl enkele
onzer beslist gegoede burgers weder
om liet bewijs hebben geleverd, dat
zij óf zeer moeilijk van een klein
deeltje van hun bezit afstand kunnen
doen öf weinig gevoelen voor hunne
niedemenschen. Gelukkig behooren
dfze voorbeelden van schrielheid tot
do uitzonderingen
Bij het Subcomité voor Uitkeering
en Onderzoek zijn de vorige week
reeds een GO-fal aanvragen om onder
steuning ingekomen. Na nauwgezet
onderzoek is aan 50 gezinnen hulp
veileend door verstrekking van geld
of bons voor levensmiddelen, al naar
gelang dit het Comité wenschelijk
voorkwam. Het ligt voor de hand,
dat wij, wat het verleenen van steun
betreft, niet te hard van stal zijn ge-
loepen, omdat de nood geleidelijk
grooter en het aantal aanvragen
natuurlijk elke week ook grooterzal
worden. Wij vreezen, dat, wanneer
de mobilisatie eenigen tijd aanhoudt,
ei heel wat werkeloosheid en gebrek-
zal komen, zoodat zuinigheid, vooral
in dun beginne, voor het Steuncomité
een dure plicht is. Weldra toch zul
dan blijken, dat het ingezamelde be:
ilrag volstrekt niet voldoende is om
iu den nood te voorzien, zoodat het
Dag. Bestuur nu reeds een beroep
doot op de blijvende hulpvaardig
heid van Helder's burgerij. De pen
ningmeester W. Biersteker, Loods-
gracht 21, is ton allen tijde bereid
g'flen in ontvangst te nemen.
B(j het verleenen van steun wordt
door ons rekening gehouden met ver
schillende omstandigheden. Kostwin
ners, die door de mobilisatie uit hun
gezin en hun verdienste zijn weg
geroepen, hebben recht op een zekere
vergoeding van Rijkswege, welke ver
goeding grooter is naarmate het ge
zin talrijker is. En al is deze ver
goeding tot nu toe nog niet uitbe
taald, ze zal weldra worden uitge
keerd, en dan berekend van af den
dag der indiensttreding, zoodat de
huismoeders straks over een zeker
bedrag de beschikking krijgen. Aan
gezien echter de uitkeering van het
Rijk niet voldoende is om de geregel
de werkmansgozinnen in Stand te
houden, suppleert het Steuncomité
zoodanig, dat in de allereerste levens
behoeften, voeding, woning on klee-
ding, kan worden voorzien. Hierbij
wordt rekening gehouden met de
omstandigheid, dat de kostwinner
zelf gedurende zijn diensttijd door
het Rijk wordt gevoed en gekleed.
Tevens wordt nauwkc-urigonderzocht,
of do opgeroepen landweerman of
milicien van zijn vasten patroon ook
een deel van het vroegere loon ont
vangt.
Vaklui en arbeiders, die, hoewel
zelf niet opgeroepen, tengevolge van
de mobilisatie hunne verdiensten
hebben verloren, zoodat hun gezin
hulpbehoevend is geworden, krijgen
van het Steuncomité een zoodanige
ondersteuning in geld en bons voor
levensmiddelen, dat zij voor gebrek
zijn gevrijwaard. Men vergete echter
nooit, dat de onderstand, door ons
gegeven, onmogelijk zooveel kan be
dragen, als het inkomen van het
gezin bedraagt in normale omstandig
heden.
Aan de huisgezinnen van reserve-
matrozen, die 30 gulden per maand
verdienen en door het Rijk worden
gevoed en gekleed, wordt geen steun
verleend. En ook de visschers, die
nu weer overal kunnen visschen,
terwijl voor de visch voldoende aftrek
is, vallen voorloopig niet in de termen
om geholpen te worden.
Tot zoover over de inzameling en
de uitkeering. Verder kan nog worden
meegedeeld, dat ook het Sub comité
voor Werkzoekenden en dat voor
Hulpverleening in de huishouding
actief zijn. Het laatstgenoemde heeft
de beschikking gekregen over het
eten", dat van de maaltijden der
militairen overblijft. Dagelijks, heeft,
met medewerking van eenige dames,
de uitdeeling plaats in de Vijzelstraat
i-ii aan de Laan.
Wie eens ernstig nadenkt over den
Muidigen toestand en dan tevens zijn
hart laat spreken, zal het met ons
eens zijn, dat samenwerking en offer
vaardigheid bitter noodig zijn. Hoe
meer gebrek en achteruitgang voor
komen worden door op t ijd steun
l.e bioden aan goede gezinnen, die
door do mobilisatie tijdelijk hulp
behoevend zijn geworden, des te
meer zullen wij in staat zijn om
later bij velen den nood en de schul
den buiten de deur te houden. Daar
om, blijft ons helpen door uwe
belangstelling, door uwe medewerking
en vooral door uwe bijdragen!
/.eer erkentelijk voor het werk,
door de dames en hoeren collectanten
voor de giften, door de burgerij ge
schonken en toegezegd,
Namens hot
Steuncomité-Helder 1914,
H. Buiskool,
Alg. Secretaris.
Het noordelijke Oorlogstooneel.
Het krijgt er werkelijk allen schijn
van, dat het uitgestrekte oorlogs
terrein, waarop de worsteling der
Duitsche en Pransche legers, in meer.
of mindere mate gesteund door de
wederzijdsche bondgenooten, zal plaats
hebben, althans voorloopig gesplitst
is in twee onderscheiden deelen:
eenerzijds Noord-Frankrijk en België,
anderzijds het Moezelgebied en de
Van dit laatste terrein dringen nog
maar uiterst vage geruchten en
aanwijzingen door: in de Vogezen-
overigens een terrein, dat zich weinig
leent tot groote ontplooiing, maar dat
zeer goed met groote troepenmassa's
door te trekken is en allerminst als
een strategische barrière is te be
schouwen - schijlit hevig gevochten
te worden om het bezit der passen,
hetwelk van overwegend belang is
voor de actie in liet Moezel- en
Meurthegebied.
Duidelijker teekent zich de toestand
af in het noorden, in het gebied, dat
van het zuidelijke oorlogstooneel
gescheiden wordtdoor de lijn Verdun—
Metz.
Is liet bericht juist, dat de oostelijke
en noordelijke forten voor Luik ge
vallen zijn, dan betcekent dit een
groot voordeel voor de Duitschers,
die dan in die streek de vrije be
schikking hebben gekregen over alle
naderingswegen naar de Maas. In-
tusschen blijft daarbij Namen altijd
nog een hoogst gevaarlijke bedreiging.
Onder dekking van die vesting schijnt
een sterke Fransehe troepenafdeeling
over Charleroi België binnen te trekken
en reeds de belangrijke spoorweg-
knoop Gembioux (westelijk van
Namen) bezet te hebben, in aansluiting
opden rechtervleugel van het Belgische
leger, dat Antwerpen en Brussel dekt
en vermoedelijk den druk te door
staan zal krijgen van de Duitsche
troepen massa's, welke van Aken via
de bruggen bij Lixhe Noord-België
zijn binnengetrokken (do val van hot'
fort van Pontisse, het meeat noorde
lijke fort op den linker Maasoever,
dat het Maasdal naai hot noorden
beheerscht, beteekenl. den verdoren
onbelemmerden overgang over de
Maas in het Noorden).
Juist de vrije overtocht over de
Maas noordelijk van Narnen moet den
Duitschers veel waard zijn, daar z|j
altijd de rivier kunnen passeeren
buiten bereik van den vijand. Een
gewelddadige rivierovergang tocli
geldt als een van de moeilijkste
krijgsverrichtingen. En toch is hel
beslist noodig voor de bewegings
vrijheid van de opereerende legers,
dat zij kunnen beschikken over een
voldoend aantal rivierovergangen. Het
opblazen van alle bruggen door de
Belgische genie zal dan ook onge
twijfeld mede voor een groot, deel de
reden zijn van de blijkbare vertraging
in den Duitschen opmarsch. Hoewel
wij volkomen in het duister tasten
over de juiste opstelling der weder
zijdsche troepenmassa's, wijst toch
alles erop, dat over een tot nog toe
ongekend breed front de strijd ge
voerd zal worden. Immers, willen de
massalegers hun geheele gevechts
kracht kunnen uiteenzetten, dan
moeten z|j zich, in verband met de
tegenwoordige uitwerking der vuur
wapens over fronten van wellicht
honderden kilometers uitstrekken.
BELGIË.
Het slagveld bij Haelen.
In de „Nieuwe Gazet" vinden wij
de volgende beschrijving van het
slagveld bij Haelen:
Het slagveld van Haelen leverde
Donderdag een akelig en gruwelijk
schouwspel op. Aan den inkom van
de gemeente Webbecom was nog
eene barrikade opgeworpen, die be
waakt werd door luitenant du Bus,
van het 2e gidsen, en eenige ruiters.
Voor die barrikade lag een hooge
stapel rompen van gedoode Duitsche
paarden, en rondom was het bloed
in breede plassen verspreid. Een
dikke zwerm vliegen en insekten
was op het bloed en de paarden-
rompon neergestreken. Wat verder,
in het veld, waren eenige landbou
wers bezig met eenen grooten kuil
te delven. Rondom lag het veld be
zaaid met lijken van Duitsche sol
daten en rompen van doodgeschoten
paarden. Meer dan 120 Duitschers
hadden daar onze troepen aangeval
len. Meer dan 50 bleven dood op het
slagveld, waar de landbouwers nu
bezig waren hun graf te delven.
Onder die dooden lagen er vijftien
officieren; do dooden waren deerlijk
gesteld. De eenen hadden de borst
of den buik opengereten door een
lanssteek of eon bajonetstoot; den
anderen was het hoofd vermorzeld
door een houwitser of door mauser
kogels, enz. De aangezichten waren
verwrongen, de ledematen kramp
achtig inoengetrokkon, en de mond
stond ver open, alsof hij pas den
laatsten kreet geslaakt had. De grond
was doorweekt van het bloed. De
huizen in den omtrek waren ver
laten, verwoest en vernield, 't Was
al dood en verwoesling wat men le
zien kroeg.
Verderop naar Haelen was 't het
zelfde schouwspel van dood en ver
nieling. In do grachten langs de baan
lagen lijkon van Duitsche soldaten
en paarden rompen. Het water, dat
in de grachten stond, was rood ge
verfd van 't bloed. In de groeven
vond men ook Duitsche granaten,
IJie niet ontploft zijn. Hier lag
paard met de vier pooten in de lucht
en daaronder het lijk van een officier
daar was een jonge soldaat uitge
strekt, de handen gekruist op de
borst, waaruit een breede streep bloed
vloeide. Verder nog ontwaarde men
het eene lijk nevens het andero en
overal bloed!
Schrikwekkende worstelingen moe
ten daar plaats gegrepen hebben. De
Duitschers werden met gansche rijen
weggemaaid en liggen langs beide
kanten van den steenweg opgehoopt.
Langs alle kanten ziet men in het
veld platgebrande hoeven. Op de
baan zelf kan men uiterst moeilijk
vooruit, daar zij vol doode paarden
ligt. De soldaten hebben zich zelfs
tijdens het gevecht achter de lijken-
hoopen als achter barrikaden ver
schanst.
De Belgische slachtoffers heeft men
onmiddellijk begraven.
De vijanden, vooral de uhlanen,
schijnen erg van de hitto te lijden
zij werpen hun hoofddeksels weg,
om gezwinder te kunnen rijden en
vechten.
Te Haelen heeft men de Duitsche
lijken in diepe kuilen langs beide
kanten van de baan begraven.
Brussel, 18 Aug. Volgens het blad
„Le Peuple" is hedenmorgen te
Sterrebeek een Duitsche aëroplane
door Belgische soldaten beschoten en
tot dalen gedwongen. De aëroplane
werd bestuurd door een gewapenden
officier, die na zijn val. waarbij zijn
beencn worden verbrijzeld, nog poogde
schoten te lossen op de Belgische
soldaten.
Men vond op den officier velschil
lende stukken met inlichtingen op
militair gebied.
Troepenbeweging.
Leuven, 18 Aug. Nadat sedert dr ie
d:igen een absoluut stilzwijgen is
bewaard gebleven, heeft hedenmorgen
het Belgische leger een grooto terug
trekkende beweging voltrokken. Laat
ik er onmiddellijk aan toevoegen, dat
dit terugtrekken niet het gevolg is
van een nederlaag der Belgen. In
tegendeel, deze terugwaartsche be
weging moet m.i. veeleer als een
strategische overwinning beschouwd
werden. Dagen lang toch heeft men
den Duitschers en iedereen doen ge-
looven, dat het de bedoeling was ten
noorden en ten zuiden van Thienen
slag te leveren. Niemand mocht in
het Belgische kamp komen, zelfs de
naaste familieleden van de soldaten
niet.. Het geheele postverkeer in België
werd drie dagen stop gezet, op ver
schillende plaatsen ten oosten van
Dicst en Thienen trokken de Duitsche
troepen een weinig terug om zich
te versterken en op zijn alleronver
wachtst werd hedenmorgen te Leuven
bekend dat het hoofdkwartier was
vertrokken. Nauwelijks was het ge
rucht dienaangaande bekend gewor
den of een electrische tram, de eerste
die ik gedurende m|jn verblijf in de
stad zag, reed tot voor hét hospitaal
en bracht de lichtgewonden in enkele
ritten naar het station. Nauwelijks
waren deze in den trein of van alle
kanten uit het noorden en oosten
kwamen de soldaten het stationsplein
op. Het geheele verkeer voor het
publiek werd van 2 tot 5 uur stop
gezet. Dit gaf nog al sensatie. Van
alle kanten kwamen nu ook de groote
vrachtauto's met proviand cn ver
dwenen in westelijke richting. De
kanonnen en machinegeweren wer
den door de stad gevoerd, zelfs een
gedemonteerde vliegmachine ontbrak
niet in den stoet. Alles ging volkomen
kalm en in de meest mogelijke orde.
Trouwens op den weg en de velden
tusschen Leuven en Thienen was en
is waarschijnlijk nog eon behoorlijk
aantal dekkingstroepen aanwezig.
Diost en Aerschot is echter reeds
door de Duitsche troepen bezet.
Gisteren was ik nog te Thienen
daar waren ze toen nog niet, doch
de naburige bosschen wemelde
het van ulanen. Vluchtelingen deelden
mede, dat de Duitsche voorposten nu
het stadje binnentrokken.
Leuven werd vandaag overstroomd
door vluchtelingen, doch zoodra het
treinverkeer om 5 uur heropend was,
gingen hondèrden verder. Toen het
publiek echter zag, dat de stad nog
niet geheel van troepen ontbloot werd,
koerde de kalmte gaandeweg terug.
Den geheelen dag zweefden de
vliegtuigen boven de stad; de Duit
sche werden hevig onder vuur ge
nomen, doch zonder waarneembaar
resultaat. (H.blad.)
Aan de Llmburgsche grens.
-Maastricht, 18 Augustus. Het door
trekken van Duitsche troepen van
Aken over Lixhe naar België, dat
sedert Zondag vrijwel had opgehou
den, is opnieuw begonnen. Een hard
nekkig gerucht, dat Oostenrljksche
troepen van belangrijke sterkte zich
in de omgeving van Aken ophouden,
doet hier seder eergister de ronde.
Ik heb het niet persoonlijk kunnen
vaststellen, doch het bericht schijnt
mij na ingewonnen informaties thans
waarschijnlijk.
Bij Lixhe is een tweede dubbele
brug door de Duitschers geslagen.
Deze brug zou bij een échec der
Duitsche wapenen in België onschat
bare diensten kunnen bewijzen bij
hot terugvloeien van troepen in de
richting naar Duitschland.
In Luik is de bevolking rustig; de
stad is een groot leger kamp. Ieder
gerucht van verwoesting of brand
in de stad is tegen te spieken.
Brussel, 18 Augustus. De Peuple
zegt dat er onverwijld maatregelen
zullen worden genomen om een
manifest aan de leiders der sociaal
democraten in Duitschland te zenden,
waarin de met het volkenrecht in
strijd z|jnde houding van den keizer
en den rijkskanselier ten aanzien van
Frankr ijk en België wordt geboek
staafd.
Alweer een weigering.
Maastricht, 19 Augustus. Prins
Ei tel Friedrich bevindt zich le Luik
en logeert in het provinciaal paleis
aldaar. Hij is benoemd tot comman
dant van het lc garde-regiment te
voet. Prins August Wilhelm logeerde
gisternacht eveneens te Luik, in het
Grand Hötel. Een hertog van Mecklen-
burg-Schwerin nam ook zijn intrek
in het provinciaal paleis en is per
auto naar het front vertrokken.
De nieuw benoemde gouverneur
van Luik is luitenant-generaal von
Kolewe.
Officieel kan ik u mededeelen, dat
zonder uitzondering alle forten zich
in Duitsche handen bevinden.
De directeur-generaal Greiner, van
de welbekende wapen- en kruitfabriek
Cockerill werd door het Duitsche
oppercommando opgedragen projec
tielen etc. te doen maken. Hij wei
gerde die opdracht uit te voeren,
waarop hein en tevens eenige hoofd
ingenieurs dier fabriek gelast werd
hun woning niet te verlaten, terwijl
aan do fabriek de navolgende procla
matie werd aangeplakt:
„1. Van heden af neem ik het
bestuur over de fabriek van C'ockei ill
te Costi van den tegenwoordigen
directeur-gc-neraal over.
2. Het personeel blijft in zijn be
trekking gehandhaafd.
3. De arbeiders hebben zich strikt
aan mijn bevelen te houden.
4. Hun loonen worden hun ge
waarborgd.
5. Uit hoofde van de duurte der
levensmiddelen zal het Pruisische
ministerie van oorlog gedurende den
oorlog aan de arbeiders een loons-
ver hooging van 50 percent verleenen.
(i. Hij die zijn werk met nauw
gezetheid verricht en wiens gedrag
niets te wenschen laat, zal goed be
handeld worden.
7. De personen, die moeilijkheden
veroorzaken of zich aan sabotage
schuldig maken en de fabrikaten uit
eigen beweging beschadigen, zullen
terechtstaan voor den krijgsraad en
zeer streng gevonnist worden.
8. liet werk zal zooveel mogelijk
in alle afdeelingen hervat worden.
Maandag, 17 Augustus 1914."
w.g. Koppel, kolonel, attaché
van de Duitsche regce-
ring bij de tentoonstel
ling t.e Luik.
Maandag hebben zich geen arbei
ders aangemeld.
Het nieuwe aanbod aan België.
Berlijn, 18 Aug. (Wolfflmr.) Naar
aanleiding van het Duitsche aanbod
aan België zegt de „Voss. Ztg."
„Zoo niet reeds bewezen was, dat
zich België in een Fransch-Duitschon
oorlog in volkomen afhankelijkheid
van Frankrijk bevond, zou de afwij
king van de eerlijke en vriendschap
pelijk gemeende voorstellen, met een
verwijzing naar internationale ver
plichtingen, het sterkst denkbare
bewijs zijn voor de bindende over
eenkomst tuSSChen België, Frankrijk
en Engeland tegen Duitschland, die
thans niet meer kan worden ongedaan
gemaakt."
De „Kreuz. Ztg.": „België toont
dat het met onze tegenstanders voor
onze vernietiging wil werken bij de
sluiting van den vrede zal daarmede
rekening worden gehouden".
De „Tagliche Rundschau"„Onze
Regeering was nog steeds voorne
mens, ondanks Luik, ondanksde behan
deling der Duitsche troepen in België,
dit land tegemoet te komen. Ook de
regeering zal thans overtuigd zijn,
dat hier geen plaats meer is voor
toegevendheid en samenwerking."
Het „Berl. Tageblatt"„Men kan
het in zoo warne en hartelijke woor
den gedane aanbod van Duitschland
slechts met sympathie begroeten -
hoewel iedere sympathie voor België
is uitgebluscht."
DUITSCHLAND.
Gevecht op de Russische grens.
Berlijn, 18 Aug. Het generaal-
commando van het eerste legercorps
bericht, dat 17 Augustus een gevecht
is geleverd bij Stallupönen (in Oost-
Pruisen aan den spoorweg kort bij
het grensstation Eydtkuhnen), waarbij
de tot dat legerkorps beboorende
troepen met onvergelijkelijke dapper
heid hebben gevochten, zoodat de
zege werd behaald.
Meer dan drieduizend gevangenen
en zes machinegeweren vielen in
onze banden. Een groot aantal andere
Russische machinegeweren, die niet
meegevoerd konden worden, werden
onbruikbaar gemaakt.
Duitsche verliezen.
Op de tweede doodenlijst, die de
Duitsche bladen Zaterdag publiceerden,
komen o. m. voor:
oon generaal-majoor (von Wussow)
en een luitenant kolonel van den staf,
twee kolonels, één kapitein en 6
luitenants.
De Evening Standard meent het
gerucht, dat generaal von Ernmich,
bevelhebber van het Duitsche leger
voor Luik, (die pas de orde pour la
mérite had ontvangen) dood is (het
heette, gelijk men weet, dat hij zelf
moord gepleegd had) te kunnen be
vestigen en verzekert dat generaal
Barwitz lot zijn opvolger benoemd is.
Berlijn, 18 Augustus. Over den strijd
bij MiUdhausen wordt aan de „Vos-
sische Ztg." gemeld, dat hut Fransehe
legerkorps, hetwelk van Belfort uit
hel Duitsche gebied binnendrong, de
stad MQhlhausen reeds bezet had.
Versprcido afdeelingen der Fransehe
strijdmacht trachten lot voorbij MQhl
hausen door te dringen, toen onze
versterkte grenstroepen met gefor
ceerde marschen aanrukten en de
Franschen terugwierpen.
In de .straten van MQhlhausen is
daarna zoo verbitterd gevochten, dal.
ze met dooden en gewonden bezaaid
waren.
Zwart brood In Beieren.
Het Beierachc ministerie van bin
nen landsche zaken heeft een opYoeping
uitgevaardigd, waarin lietde bevolking
aanspoort, urn zich, nu de aanvoer
vau graan uit het buitenland opge
houden heeft cn het noodig is een
voorraad meel in het binnenland
bijeen te brengen, zich thans reeds
aan het gebruik vau zwart brood in
plaats van wittebrood te gewennen.
Maarschalk von der Goltz aan
het woord.
Reeds heeft een telegram ons iets
verteld van do uitlatingen van maar
schalk von der Goltz in deTagover
het Duitsche leger. Wij ontleenen er
nog het volgende aan
De voordeelen van het africhten,
van het veel gesmade en belachelijk
gemaakte africhten, blijken thans ten
duidelijkste. Men richt niet af om
uiterlijke schoonheid en regelmatig
heid te bereiken, doch. wel om iedere
soldaat in zijn bewegingen zoo flink,
in het gebruiken van zijn wapens
zoo bedreven mogelijk te maken.
Hoe dikwijls heeft men vroeger niet
geklaagd over de geweldige eischen,
welke aan de soldaten gestold werden.
En nu ziet men pas in, dat do soldaten
door al die inspanning zich een taai
heid verworven hebben en een uit
houdingsvermogen in het marcheeren,
welke van groot nut zullen blijken
te zijn. Ook zal thans het goede
recht van langdurige en inspannende
schietoefeningen blijken. Wij waren
er van te voren van overtuigd, dat
het schieten van onze soldaten supe
rieur zou zijn aan dat van krijgers
van andere naties. Een overtuiging,
waar intusschen geen bewijzen voor
bijgebracht konden worden. Nii zijn
de bewijzen er. In het Oosten ziet
het er naar uit, of de Russische
cavalerie door de eorste onaangename
ervaringen voorloopig afgeschrikt is
voor de gevreusde invallen in het
Pruisische gebied. Men had er vroeger
altijd den mond vol van, dat zes
Russische cavaleriedivisies, voort
durend totaal uitgerust aan
onze grenzen stonden, vol
komen gereed om ieder oogonblik
door een plotselingon inval verwar
ring te stichten, waarbij zij natuur
lijk vau du Russische greusbrigades
allen mogclijkc-n stt un zouden kunnen
ontvangen. Van al dat moois is niets
uitgekomen; de eerste gevaarlijke
periode is reeds voorbij. De Russische
cavalerie schijnt de lust vergaan te
zijn, in te rijden tegen een zoo zeker
vuur, als onze infanterie, met de
uitnemende wapens waarover zij
beschikt, vermag te geven. Zelfs de
Japanners hebben in hun jongston
oorlog niet zoo goed geschoten als
ons voetvolk het gedaan heeft en
nu doet.
Dan dienen wij ons er ten zeerste
over te verheugen, dat onze land
weer troeperr zich zoogoed gehouden,
zich tegen de Russische macht opge
wassen getoond hebben. De goede,
juiste opleiding die zij in hun soldaten-
jaren genoten hebben, werkt in de
landweermannen nog na.
En wat er aan de Oostelijke gren
zen gebeurd is, is ook en misschien
in nog sterker mate aan de Fransehe
grenzen geschied. De niet geringe
verliezen, welke de vijand bij MQhl
hausen en I^agarde geleden heeft aan
kanonnen en machinegeweren, wijzen
er op dat de tegenstanders als mili
tairen niet de hoedanigheden bezitten,
welke onze streng geschoolde soldaten
zich eigen gemaakt hebben.
De berichten over de slechte ver
pleging en de niet voldoende voeding
van onze troepen, berichten door
vluchtelingen aangebracht moet
men niet zoo grif aannemen. Deser
teurs plegen nimmer van hun
trouweloosheid en plichtverzaking te
spreken, doch trachten steeds hun
eerlooze handelwijze te verontschul
digen door van nijpend gebrek cn
honger te gewagen. In elk geval kan
men als volkomen zeker aannemen
dat de. verjilcging bij onze vijanden
in het Oosten heel wat meer te
wenschen laat dan de onze, en of
dat anders zal worden staat nog te
bezien.
Natuurlijk is de val van Luik tot
op heden de gewichtigste gebeurtenis.
Over de mogelijke strategische gevol
gen van dezen val wil ik thans niet
spreken.. Immers ook zonder verdere
gevolgen, is het reeds een feit van
beteekenis. Luik is weliswaar geen
plaats van den eersten rang, zooals
Toul of Belfort, doch in elk geval
een zeer sterke vesting met een
fortenreeks over een afstand van
50 K.M. De gordelwerken waren
bewapend met zware kanonnon onder
pantserboseherming en met modern
licht snelvuurgeschut. Dat zoo een
plaats zoo snel genomen kon worden,
had men tot dusver voor onmogelijk
gehouden. De stormaanval van 7
Augustus heeft ten deze nieuwe
gezichtspunten geopend.
Wat of het meeste bijgedragen
heeft tot dit succes zal eerst bepaald
kunnen worden wanneer uitvoerige
en zeer nauwkeurige mededeelingen
gekomen zijn. Doch nu reeds is het
zeker, dat de uitrusting 'van de artil
lerie van ons veldleger van'dien aard
is, dat men dergelijke stoute stukken
ondernemen kan. Een en ander ver
schaft ons goede kansen. Immers de
vijand heeft stellig niet aan oen zoo
snellen val van de vesting geloofd.
Die val moet hem vorrast, in zijn
vertrouwen geschokt hebben dat zal
in de naaste toekomst wol blijken.
Een schijnbare tegenspraak.
Berlijn, 18 Aug. In het laatste
ultimatum van Duitschland aan Bel
gië wordt volgens de „Nordd. Allg."
gezegd, dat het Belgische leger zijn
wapencer In heldhaftigen tegenstand
tegen een grooto overmacht heeft
hooggehouden.
In do publicatie van den Quartier-
ineifltor-General wordt echter ver
klaard, dat Luik genomen ls door zes
zwakke brigades op vredessterkto.
Deze schijnbare tegenspraak hooft
opzien gebaard, en naar gebleken, is
twijfel gewekt. De zaak i3 aldus:
In het ultimatum wilde-men natuur
lijk de togen wil en dank tot vijanden
gemaakte Belgen tegemoet komen
door een waardeerende beooideeling
van het Belgische leger. De afwijzing
van het ultimatum geeft aan Duitsch
land echter weder de vrije hand,
daar de verzekeringen van den Rijks
kanselier omtrent de territoriale in
tegriteit golden, zoo België den vrede
bewaarde.
Berlijn, 19 Aug. De „Voss. Ztg."
meldt over de houding van Japan
Als de oorlog mot Japan ook het.
aantal tegenstanders nominaal doet
toenemen, het is duidelijk dat dit
voor den alleen beslissenden loop der
gebeurtenissen op het Europeesche
oorlogstooneel zonder eenige beteeke
nis blijven zal. Wij hebben reeds in
den korten tijd van den tegen woor-
digen oorlog verleerd, ons door een
oorlogsverklaring meer of minder uit
onze kalmte te laten brengen, en wij
vertrouwen vast en onveranderlijk
op de zego onzer wapenen, waar
door nog alleen het internationale
web van onwaarheden kan worden
vernietigd, waarmede onze tegen
standers de waarheid en liet recht
trachten te bedekken.
Aan de Oostgrens.
Berlijn, 19 Aug. De „Lokal-Anzei-
ger" meldt van de Oostgrens: De
Russen staken tien grensdorpen in
brand, de bewoners moesten hun
have in den steek laten en konden
meestal slechts hun leven en hunne
kleeren redden. De brandstichters
schoten alles neer, wat in hun be
reik kwam. In Radsen alleen werden
zeven personen neergeschoten.
Tc Stilttgart zijn uit Elzas Vrijdag
opnieuw 50o gewonden aangekomen,
namelijk 100 Duitschers en 100 Fran
schen. De kleeding van de Franschen,
zoo verzekert dit bericht, was in vele
gevallen uiterst gebrekkig. Sommigen
hadden verlakte laarzen niet gaten
of schoenen van. zeildoek aan. Ande
ren hadden scheuren in hun broek.
Verder is te Stuttgart een trein met
300 ongedeerde Franscho krijgsge
vangenen aangekomen.
ENGELAND.
Engeland's oorlogskosten.
Londen, 18 Augustus. Uit den
wekelijksche'n staat van de rijksmid
delen blijkt, Jat Engeland verleden
week 8,443,790 voor den oorlog
heeft uitgegeven, en de voorafgaande
week 12,189,531.
Het ultimatium van Japan aan
Duitschland.
Parijs, 18 Augustus. De oud minister
van buitenlandsche zaken Pichon
schr ijft, dat de door Japan aan Duitsch
land gelaten termijn voor liet ant
woord op zijn ultimatum (tot 23 dezer
12 uur 's middags) niet zonder ge
vaar is. Het ware beter geweest, dat
Japan niet gedurende een week kwes
t.ies hangende had gelaten, welke tot
onderhandelingen en wrijvingen mei
China aanleiding kunnen geven.
Duitschland zal niet nqlaten achter-
de Chineesche regeering post te vatten,
door te verklaren, dat hetKiaotsjou
aan China terug heeft gegeven. De
bondgenooten der drievoudige entente
zegt Pichon ten slotte - moeten
deze handigheid, indien zij zich voor
doel, zien te verijdelen.
Japan en Duitschland.
Londen, 18 Augustus. Heden wordt
uitSjanghai gc-seind, dat de Japansche
regeering de Chineesche heeft ver
zocht, Duitschland te bewegen Tsing-
tau zonder strijd Le ontruimen. Japan
neemt maatregelen om Tsingtau te
land en ter zee aan te vallen.
FRANKRIJK.
Parijs, 18 Augustus. De Echo de
Paris meldt dat de Fransehe afdeeling
van Skoetari last heeft gekregen om
naar Cettinje to gaan, ten einde tol
de verdediging van Montenegro mede
te werken.
(Deze Fransehe afdeeling kan dus
eerlang tegenover de Duitsche komen
te staan, met welke zij nog eenige
weken geleden te zamen Skoetari be
waakte. De Duitsche afdeeling strijdt
n.1., naar gemeld, aan Oostenrijksche
zijde. Red.)
Aan de Fransch-Duitsche grens.
Parijs, 18 Aug. Generaal Joffre, de
opperbevelhebber van de Fransehe
troepen, seint: In den loop van de
vorige dagen hebben deze troepen in
Elzas-Lotharingen belangrijke voor
deelen behaald, die aan onze solda
ten en hunne leiders alle eer aan
doen.
De Duitschers hebben overal groote
verliezen geleden. De uitwerking van
ons geschut was deinoraliseerend en
verpletterend
Gisteren zijn onze troepen den
heelen dag in Boven Elzas (het zuide
lijke gedeelte van Elzas tusschen
Kol mar cn Bazel) voor Lge rukt. De
Duitschers trekken terug en laten
in die buurt overal gewonden en
oorlogsmateriecl achter.
Onze troepen hebben het grootste
gedeelte van de dalen van de Voge
zen aan den Elzaseischen kant van
de berghellingen vermeesterd, van
waar z|j spoedig de vlakte ten Z.
van Saavburg zullen bereiken.
De Duitschers hadden tegenover
ons een versterkte stelling ingericht,
die geducht met 2ware kanonnen be
zet was. Gistermiddag zijn zij over
haast teruggetrokken.
De Franscho ruiterij vervolgt hen
op hut oogenblik.
Wij hebben aan den anderen kant
de heele streek van de plassen lot
ten Westen van Fénestrango (ten
N. van Baarburg) bezet en rukken
op van de rivier de Seille (die bij
Metz in de Moezel uitmondt), waar
van de Duitschers de meeste over
gangen hebben verlaten. Onze ruite
rij aLaat te ChAteau Salins (in Lot
haringen).
OOSTENRIJK.
Weenen, 18 Augustus. Over het
gevecht bij Sjabats vertelt een gu
wond Hongaarsch officier nog, dat
den 14den Augustus een brug over
den Donau gereed was. De Oosten
rijkers omgaven aan de overzijde van
de rivier een terrein niet versperrin
gen van prikkeldraad om den over-
'roeht van de troepen over de brug
te verzekeren. Terwijl zij daarmee
bezig waren drong een Servische
divisie van de zijde die nog open was,
dat terrein binnen. Er ontstond een
hevig vuurgevecht, dat weldra een
gevecht werd met de bajonetaan beide
zijden waren de verliezen groot. Die
aan Servischen kant echter grooter
dan die aan Oostenrijksche zijde.
liOnden, 18 Augustus. De Daily
Niews verneemt uit Athene, dd.
Dinsdag De Oostenrijksche ver liezen
bij Sjftbals worden geschat op 12,000
dooden. Bij hun terugtocht over den
Donau lieten zij 14 kanonnen achter.
OP ZEE.
Het doen zinken «an de „Alcor".
Met een extrakein, tien wagens
lang, is Dinsdagmiddag omstreeks
vier uur oen gezelschap „gestrande"
Amerikanen uit Duitschland aan het
Centraal station te Amsterdam aan
gekomen. De meeste gingen door
naar Rotterdam, om van daar scheep
te gaan naar de Voreonigde Staten.
De reizigers droegen strikjes met du
stars and stripes". Ook enkele Ja
panners bevonden zich onder de
reizigers.
Met denzelfden trein kwam mede
de bemanning van het Nederland-
sche stoomschip „Alcor", van Van
Nievt lt, Goudriaau's Stoomvaartmaat
schappij te Rotterdam. Dit schip,
word, naar men weet, in de Russi
sche haven Hangö door do Russen
tot zinken gebracht om de haven le
versperren; de haven zeiven werd,
naar men zich herinnert, eveneens
door de Russen vernield.
Kapitein H. Ebes van de „Alcor"
vertelde ons het volgende: We waren
den 26on Juli van Rotterdam naar
Kroonstad vertrokken met een la
ding van ruim 6000 ton steenkool.
Den .Sisten Juli merkten we, dat in
de Finsche golf de vuurschepen waren
verwijderd en dat de lichten uit
waren. Daar we bekend waren
met het vaarwater voeren we toch
de golf in. 's Avonds om lf uur
zagen we vuurseinen; liet bleken
•en paar Russische torpedobooten te
zijn die met gedoofde lichten voeren
en waarvan er een een schot voor
onze boeg loste om ons te doen stop-
pen. Er werd naar onze naiionaliteil
gevraagd en toen werd ons gezegd,
dat de vaart naar Kroonstad verbo
den was en dat we naar Hangö
moesten gaap.
Ik besloot daarheen koers te zet
ten, en er telegrafische or ders van
mijn reoderij te vragen, 's Morgens
om zes uur van den len Augustus
kwamen we óp de reede aan. Daar
vandaan moesten we op laat van de
Russen naar de haven en toen we
iu de haven lagen, kwam een officier,
vergezeld van matrozen en soldaten,
ons aanzeggen, dat we binnen een-
half uur het schip moesten verlaten.
Met dynamiet lieten de Russen de
„Alcor" zinken en dienzelfden dag
hebben ze ook hun eigen haven ge
heel vernield.
Kapitein Ebes kreeg van de Russen
reisgeld voor zich en zijn bemanning.
Bovendien werd hem een verklaring
Ier hand gesteld, dat de Russen zijn
schip met de lading wederrechtelijk
beslag hadden genomen. Over
Zweden keerden de opvarenden van
de „Alcor" naar Nederland terug,
waar ze na een reis van zestien
dagen aankwamen.
Vijfendertig Duitschers, die zich
op do kolenboot Tubinko te Lissabon
naar Hamburg haddon ingescheept,
zijn op de Noordzee door een Engel-
schen kruiser gevangen genomen.
Langs een omweg hebben de ouders
van de gevangenen hiervan kennis
gekregen.
Duitsche marine-uKbreldlng.
Berlijn, 18 Augustus. (W. B.) Op
de Duitsche werven wordt dag en
nacht voortgewerkt aan den bouw
van talryke oorlogschepen voor ver
sterking van de vloot. Drie nieuwe
onderzeebooten zijn feeds in dienst,
gesteld.
Op de Noordzee.
Londen, 19 Augustus. Officieel wordt
gemeld, dat eenige kleine gevechten
plaats hadden in de laatste dagen
tusschen Engelsehe vloot afdeelingen
en Duitsche kruisersp'atl'ouilles, die
op verkenning uit waren.
Geen verliezen worden gemeld.
Er is zekere beweging merkbaar
in het zuidelijke deel der Noordzee.
IN ONS LAND.
Werkloozen.
Dinsdagmorgen begaven zich eenige
honderden werkloozen naai liet stad
huis to Utrecht, teneinde don burge
meester om work tu vragen. In een
onderhoud, dat een tweetal hunner
mot burgemeester Fockema Andreau
had, zotten zij den toestand van ar
moede, waarin zij gekomen waren,
uiteen. De burgemeester inaandèhen
aan, om vooral kalm to blijven en
zegde hun toe, de zaak in het-college
van B. en W. te zullen bespreken.
Hij beloofde voorts alles te zullen
doen, om te trachten, hen zoo moge
lijk aan werk te helpen.
Registers militair personeel
zeemacht.
Bij Kon. besluit van 17 dezer is
de Oost-Indische ambtenaar met ver
lof J. Bommel, laatstelijk beheerder
der registers enz. van hut militair
personeel der zeemacht in Neder-
Uuidseli-lndië, opzijn verzoek, wegons
physieke ongeschiktheid; gerekend
vau en met I Juui 1914, eervol uit