HELDERSCHE COURANT Uit alle landen, No. 4352 DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1914 42e JAARGANG Het Steuncomité. Hut Steuncomité, te Helder opge richt, 7 Augustus 1914, is dadelijk mot. zijn arbeid begonnen. Nadat het Dagolijksch Bestuur en de verschil lende Subcomité's zich hadden ge vormd, is aan Ilelder's burgerij een oproep gericht om steun in deze voor velen zoo moeilijke dagen. Het Subcomité voor de Inzameling heeft lijsten aan de huizen gepresenteerd, waarop men voor giften in ééns of voor wekeiyksche en maandelijksche bijdragon teekenon kon. Op het oogen- blik is bij den penningmeester inge komen vrijwel 3600 gld., n.1. ruim 3200 gld., 'zijnde de opbrengst van de Hjsten en twee bussen, en bijna 400 gld., ons geschonken door ver schillende vereenigingen. Aan weke- lljksclie bijdragen is ruim 350 gld. geteekend en aan maandelijksche bijna 100 gld. Van twee lijsten is de inteekening nog niet bekend. Het Steuncomité erkent met dankbaar heid, dat bijna alle ingezetenen iets hebben bijgedragen om den nood der t|jdon zooveel mogelijk te lenigen; over het algemeen genomen is het resultaat dezer eerste inzameling zeker bevredigend te noemen. Tref fend is wel, dat vooral door de min der gegoeden naar de mate hunner krachten is gegeven, terwijl enkele onzer beslist gegoede burgers weder om liet bewijs hebben geleverd, dat zij óf zeer moeilijk van een klein deeltje van hun bezit afstand kunnen doen öf weinig gevoelen voor hunne niedemenschen. Gelukkig behooren dfze voorbeelden van schrielheid tot do uitzonderingen Bij het Subcomité voor Uitkeering en Onderzoek zijn de vorige week reeds een GO-fal aanvragen om onder steuning ingekomen. Na nauwgezet onderzoek is aan 50 gezinnen hulp veileend door verstrekking van geld of bons voor levensmiddelen, al naar gelang dit het Comité wenschelijk voorkwam. Het ligt voor de hand, dat wij, wat het verleenen van steun betreft, niet te hard van stal zijn ge- loepen, omdat de nood geleidelijk grooter en het aantal aanvragen natuurlijk elke week ook grooterzal worden. Wij vreezen, dat, wanneer de mobilisatie eenigen tijd aanhoudt, ei heel wat werkeloosheid en gebrek- zal komen, zoodat zuinigheid, vooral in dun beginne, voor het Steuncomité een dure plicht is. Weldra toch zul dan blijken, dat het ingezamelde be: ilrag volstrekt niet voldoende is om iu den nood te voorzien, zoodat het Dag. Bestuur nu reeds een beroep doot op de blijvende hulpvaardig heid van Helder's burgerij. De pen ningmeester W. Biersteker, Loods- gracht 21, is ton allen tijde bereid g'flen in ontvangst te nemen. B(j het verleenen van steun wordt door ons rekening gehouden met ver schillende omstandigheden. Kostwin ners, die door de mobilisatie uit hun gezin en hun verdienste zijn weg geroepen, hebben recht op een zekere vergoeding van Rijkswege, welke ver goeding grooter is naarmate het ge zin talrijker is. En al is deze ver goeding tot nu toe nog niet uitbe taald, ze zal weldra worden uitge keerd, en dan berekend van af den dag der indiensttreding, zoodat de huismoeders straks over een zeker bedrag de beschikking krijgen. Aan gezien echter de uitkeering van het Rijk niet voldoende is om de geregel de werkmansgozinnen in Stand te houden, suppleert het Steuncomité zoodanig, dat in de allereerste levens behoeften, voeding, woning on klee- ding, kan worden voorzien. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheid, dat de kostwinner zelf gedurende zijn diensttijd door het Rijk wordt gevoed en gekleed. Tevens wordt nauwkc-urigonderzocht, of do opgeroepen landweerman of milicien van zijn vasten patroon ook een deel van het vroegere loon ont vangt. Vaklui en arbeiders, die, hoewel zelf niet opgeroepen, tengevolge van de mobilisatie hunne verdiensten hebben verloren, zoodat hun gezin hulpbehoevend is geworden, krijgen van het Steuncomité een zoodanige ondersteuning in geld en bons voor levensmiddelen, dat zij voor gebrek zijn gevrijwaard. Men vergete echter nooit, dat de onderstand, door ons gegeven, onmogelijk zooveel kan be dragen, als het inkomen van het gezin bedraagt in normale omstandig heden. Aan de huisgezinnen van reserve- matrozen, die 30 gulden per maand verdienen en door het Rijk worden gevoed en gekleed, wordt geen steun verleend. En ook de visschers, die nu weer overal kunnen visschen, terwijl voor de visch voldoende aftrek is, vallen voorloopig niet in de termen om geholpen te worden. Tot zoover over de inzameling en de uitkeering. Verder kan nog worden meegedeeld, dat ook het Sub comité voor Werkzoekenden en dat voor Hulpverleening in de huishouding actief zijn. Het laatstgenoemde heeft de beschikking gekregen over het eten", dat van de maaltijden der militairen overblijft. Dagelijks, heeft, met medewerking van eenige dames, de uitdeeling plaats in de Vijzelstraat i-ii aan de Laan. Wie eens ernstig nadenkt over den Muidigen toestand en dan tevens zijn hart laat spreken, zal het met ons eens zijn, dat samenwerking en offer vaardigheid bitter noodig zijn. Hoe meer gebrek en achteruitgang voor komen worden door op t ijd steun l.e bioden aan goede gezinnen, die door do mobilisatie tijdelijk hulp behoevend zijn geworden, des te meer zullen wij in staat zijn om later bij velen den nood en de schul den buiten de deur te houden. Daar om, blijft ons helpen door uwe belangstelling, door uwe medewerking en vooral door uwe bijdragen! /.eer erkentelijk voor het werk, door de dames en hoeren collectanten voor de giften, door de burgerij ge schonken en toegezegd, Namens hot Steuncomité-Helder 1914, H. Buiskool, Alg. Secretaris. Het noordelijke Oorlogstooneel. Het krijgt er werkelijk allen schijn van, dat het uitgestrekte oorlogs terrein, waarop de worsteling der Duitsche en Pransche legers, in meer. of mindere mate gesteund door de wederzijdsche bondgenooten, zal plaats hebben, althans voorloopig gesplitst is in twee onderscheiden deelen: eenerzijds Noord-Frankrijk en België, anderzijds het Moezelgebied en de Van dit laatste terrein dringen nog maar uiterst vage geruchten en aanwijzingen door: in de Vogezen- overigens een terrein, dat zich weinig leent tot groote ontplooiing, maar dat zeer goed met groote troepenmassa's door te trekken is en allerminst als een strategische barrière is te be schouwen - schijlit hevig gevochten te worden om het bezit der passen, hetwelk van overwegend belang is voor de actie in liet Moezel- en Meurthegebied. Duidelijker teekent zich de toestand af in het noorden, in het gebied, dat van het zuidelijke oorlogstooneel gescheiden wordtdoor de lijn Verdun— Metz. Is liet bericht juist, dat de oostelijke en noordelijke forten voor Luik ge vallen zijn, dan betcekent dit een groot voordeel voor de Duitschers, die dan in die streek de vrije be schikking hebben gekregen over alle naderingswegen naar de Maas. In- tusschen blijft daarbij Namen altijd nog een hoogst gevaarlijke bedreiging. Onder dekking van die vesting schijnt een sterke Fransehe troepenafdeeling over Charleroi België binnen te trekken en reeds de belangrijke spoorweg- knoop Gembioux (westelijk van Namen) bezet te hebben, in aansluiting opden rechtervleugel van het Belgische leger, dat Antwerpen en Brussel dekt en vermoedelijk den druk te door staan zal krijgen van de Duitsche troepen massa's, welke van Aken via de bruggen bij Lixhe Noord-België zijn binnengetrokken (do val van hot' fort van Pontisse, het meeat noorde lijke fort op den linker Maasoever, dat het Maasdal naai hot noorden beheerscht, beteekenl. den verdoren onbelemmerden overgang over de Maas in het Noorden). Juist de vrije overtocht over de Maas noordelijk van Narnen moet den Duitschers veel waard zijn, daar z|j altijd de rivier kunnen passeeren buiten bereik van den vijand. Een gewelddadige rivierovergang tocli geldt als een van de moeilijkste krijgsverrichtingen. En toch is hel beslist noodig voor de bewegings vrijheid van de opereerende legers, dat zij kunnen beschikken over een voldoend aantal rivierovergangen. Het opblazen van alle bruggen door de Belgische genie zal dan ook onge twijfeld mede voor een groot, deel de reden zijn van de blijkbare vertraging in den Duitschen opmarsch. Hoewel wij volkomen in het duister tasten over de juiste opstelling der weder zijdsche troepenmassa's, wijst toch alles erop, dat over een tot nog toe ongekend breed front de strijd ge voerd zal worden. Immers, willen de massalegers hun geheele gevechts kracht kunnen uiteenzetten, dan moeten z|j zich, in verband met de tegenwoordige uitwerking der vuur wapens over fronten van wellicht honderden kilometers uitstrekken. BELGIË. Het slagveld bij Haelen. In de „Nieuwe Gazet" vinden wij de volgende beschrijving van het slagveld bij Haelen: Het slagveld van Haelen leverde Donderdag een akelig en gruwelijk schouwspel op. Aan den inkom van de gemeente Webbecom was nog eene barrikade opgeworpen, die be waakt werd door luitenant du Bus, van het 2e gidsen, en eenige ruiters. Voor die barrikade lag een hooge stapel rompen van gedoode Duitsche paarden, en rondom was het bloed in breede plassen verspreid. Een dikke zwerm vliegen en insekten was op het bloed en de paarden- rompon neergestreken. Wat verder, in het veld, waren eenige landbou wers bezig met eenen grooten kuil te delven. Rondom lag het veld be zaaid met lijken van Duitsche sol daten en rompen van doodgeschoten paarden. Meer dan 120 Duitschers hadden daar onze troepen aangeval len. Meer dan 50 bleven dood op het slagveld, waar de landbouwers nu bezig waren hun graf te delven. Onder die dooden lagen er vijftien officieren; do dooden waren deerlijk gesteld. De eenen hadden de borst of den buik opengereten door een lanssteek of eon bajonetstoot; den anderen was het hoofd vermorzeld door een houwitser of door mauser kogels, enz. De aangezichten waren verwrongen, de ledematen kramp achtig inoengetrokkon, en de mond stond ver open, alsof hij pas den laatsten kreet geslaakt had. De grond was doorweekt van het bloed. De huizen in den omtrek waren ver laten, verwoest en vernield, 't Was al dood en verwoesling wat men le zien kroeg. Verderop naar Haelen was 't het zelfde schouwspel van dood en ver nieling. In do grachten langs de baan lagen lijkon van Duitsche soldaten en paarden rompen. Het water, dat in de grachten stond, was rood ge verfd van 't bloed. In de groeven vond men ook Duitsche granaten, IJie niet ontploft zijn. Hier lag paard met de vier pooten in de lucht en daaronder het lijk van een officier daar was een jonge soldaat uitge strekt, de handen gekruist op de borst, waaruit een breede streep bloed vloeide. Verder nog ontwaarde men het eene lijk nevens het andero en overal bloed! Schrikwekkende worstelingen moe ten daar plaats gegrepen hebben. De Duitschers werden met gansche rijen weggemaaid en liggen langs beide kanten van den steenweg opgehoopt. Langs alle kanten ziet men in het veld platgebrande hoeven. Op de baan zelf kan men uiterst moeilijk vooruit, daar zij vol doode paarden ligt. De soldaten hebben zich zelfs tijdens het gevecht achter de lijken- hoopen als achter barrikaden ver schanst. De Belgische slachtoffers heeft men onmiddellijk begraven. De vijanden, vooral de uhlanen, schijnen erg van de hitto te lijden zij werpen hun hoofddeksels weg, om gezwinder te kunnen rijden en vechten. Te Haelen heeft men de Duitsche lijken in diepe kuilen langs beide kanten van de baan begraven. Brussel, 18 Aug. Volgens het blad „Le Peuple" is hedenmorgen te Sterrebeek een Duitsche aëroplane door Belgische soldaten beschoten en tot dalen gedwongen. De aëroplane werd bestuurd door een gewapenden officier, die na zijn val. waarbij zijn beencn worden verbrijzeld, nog poogde schoten te lossen op de Belgische soldaten. Men vond op den officier velschil lende stukken met inlichtingen op militair gebied. Troepenbeweging. Leuven, 18 Aug. Nadat sedert dr ie d:igen een absoluut stilzwijgen is bewaard gebleven, heeft hedenmorgen het Belgische leger een grooto terug trekkende beweging voltrokken. Laat ik er onmiddellijk aan toevoegen, dat dit terugtrekken niet het gevolg is van een nederlaag der Belgen. In tegendeel, deze terugwaartsche be weging moet m.i. veeleer als een strategische overwinning beschouwd werden. Dagen lang toch heeft men den Duitschers en iedereen doen ge- looven, dat het de bedoeling was ten noorden en ten zuiden van Thienen slag te leveren. Niemand mocht in het Belgische kamp komen, zelfs de naaste familieleden van de soldaten niet.. Het geheele postverkeer in België werd drie dagen stop gezet, op ver schillende plaatsen ten oosten van Dicst en Thienen trokken de Duitsche troepen een weinig terug om zich te versterken en op zijn alleronver wachtst werd hedenmorgen te Leuven bekend dat het hoofdkwartier was vertrokken. Nauwelijks was het ge rucht dienaangaande bekend gewor den of een electrische tram, de eerste die ik gedurende m|jn verblijf in de stad zag, reed tot voor hét hospitaal en bracht de lichtgewonden in enkele ritten naar het station. Nauwelijks waren deze in den trein of van alle kanten uit het noorden en oosten kwamen de soldaten het stationsplein op. Het geheele verkeer voor het publiek werd van 2 tot 5 uur stop gezet. Dit gaf nog al sensatie. Van alle kanten kwamen nu ook de groote vrachtauto's met proviand cn ver dwenen in westelijke richting. De kanonnen en machinegeweren wer den door de stad gevoerd, zelfs een gedemonteerde vliegmachine ontbrak niet in den stoet. Alles ging volkomen kalm en in de meest mogelijke orde. Trouwens op den weg en de velden tusschen Leuven en Thienen was en is waarschijnlijk nog eon behoorlijk aantal dekkingstroepen aanwezig. Diost en Aerschot is echter reeds door de Duitsche troepen bezet. Gisteren was ik nog te Thienen daar waren ze toen nog niet, doch de naburige bosschen wemelde het van ulanen. Vluchtelingen deelden mede, dat de Duitsche voorposten nu het stadje binnentrokken. Leuven werd vandaag overstroomd door vluchtelingen, doch zoodra het treinverkeer om 5 uur heropend was, gingen hondèrden verder. Toen het publiek echter zag, dat de stad nog niet geheel van troepen ontbloot werd, koerde de kalmte gaandeweg terug. Den geheelen dag zweefden de vliegtuigen boven de stad; de Duit sche werden hevig onder vuur ge nomen, doch zonder waarneembaar resultaat. (H.blad.) Aan de Llmburgsche grens. -Maastricht, 18 Augustus. Het door trekken van Duitsche troepen van Aken over Lixhe naar België, dat sedert Zondag vrijwel had opgehou den, is opnieuw begonnen. Een hard nekkig gerucht, dat Oostenrljksche troepen van belangrijke sterkte zich in de omgeving van Aken ophouden, doet hier seder eergister de ronde. Ik heb het niet persoonlijk kunnen vaststellen, doch het bericht schijnt mij na ingewonnen informaties thans waarschijnlijk. Bij Lixhe is een tweede dubbele brug door de Duitschers geslagen. Deze brug zou bij een échec der Duitsche wapenen in België onschat bare diensten kunnen bewijzen bij hot terugvloeien van troepen in de richting naar Duitschland. In Luik is de bevolking rustig; de stad is een groot leger kamp. Ieder gerucht van verwoesting of brand in de stad is tegen te spieken. Brussel, 18 Augustus. De Peuple zegt dat er onverwijld maatregelen zullen worden genomen om een manifest aan de leiders der sociaal democraten in Duitschland te zenden, waarin de met het volkenrecht in strijd z|jnde houding van den keizer en den rijkskanselier ten aanzien van Frankr ijk en België wordt geboek staafd. Alweer een weigering. Maastricht, 19 Augustus. Prins Ei tel Friedrich bevindt zich le Luik en logeert in het provinciaal paleis aldaar. Hij is benoemd tot comman dant van het lc garde-regiment te voet. Prins August Wilhelm logeerde gisternacht eveneens te Luik, in het Grand Hötel. Een hertog van Mecklen- burg-Schwerin nam ook zijn intrek in het provinciaal paleis en is per auto naar het front vertrokken. De nieuw benoemde gouverneur van Luik is luitenant-generaal von Kolewe. Officieel kan ik u mededeelen, dat zonder uitzondering alle forten zich in Duitsche handen bevinden. De directeur-generaal Greiner, van de welbekende wapen- en kruitfabriek Cockerill werd door het Duitsche oppercommando opgedragen projec tielen etc. te doen maken. Hij wei gerde die opdracht uit te voeren, waarop hein en tevens eenige hoofd ingenieurs dier fabriek gelast werd hun woning niet te verlaten, terwijl aan do fabriek de navolgende procla matie werd aangeplakt: „1. Van heden af neem ik het bestuur over de fabriek van C'ockei ill te Costi van den tegenwoordigen directeur-gc-neraal over. 2. Het personeel blijft in zijn be trekking gehandhaafd. 3. De arbeiders hebben zich strikt aan mijn bevelen te houden. 4. Hun loonen worden hun ge waarborgd. 5. Uit hoofde van de duurte der levensmiddelen zal het Pruisische ministerie van oorlog gedurende den oorlog aan de arbeiders een loons- ver hooging van 50 percent verleenen. (i. Hij die zijn werk met nauw gezetheid verricht en wiens gedrag niets te wenschen laat, zal goed be handeld worden. 7. De personen, die moeilijkheden veroorzaken of zich aan sabotage schuldig maken en de fabrikaten uit eigen beweging beschadigen, zullen terechtstaan voor den krijgsraad en zeer streng gevonnist worden. 8. liet werk zal zooveel mogelijk in alle afdeelingen hervat worden. Maandag, 17 Augustus 1914." w.g. Koppel, kolonel, attaché van de Duitsche regce- ring bij de tentoonstel ling t.e Luik. Maandag hebben zich geen arbei ders aangemeld. Het nieuwe aanbod aan België. Berlijn, 18 Aug. (Wolfflmr.) Naar aanleiding van het Duitsche aanbod aan België zegt de „Voss. Ztg." „Zoo niet reeds bewezen was, dat zich België in een Fransch-Duitschon oorlog in volkomen afhankelijkheid van Frankrijk bevond, zou de afwij king van de eerlijke en vriendschap pelijk gemeende voorstellen, met een verwijzing naar internationale ver plichtingen, het sterkst denkbare bewijs zijn voor de bindende over eenkomst tuSSChen België, Frankrijk en Engeland tegen Duitschland, die thans niet meer kan worden ongedaan gemaakt." De „Kreuz. Ztg.": „België toont dat het met onze tegenstanders voor onze vernietiging wil werken bij de sluiting van den vrede zal daarmede rekening worden gehouden". De „Tagliche Rundschau"„Onze Regeering was nog steeds voorne mens, ondanks Luik, ondanksde behan deling der Duitsche troepen in België, dit land tegemoet te komen. Ook de regeering zal thans overtuigd zijn, dat hier geen plaats meer is voor toegevendheid en samenwerking." Het „Berl. Tageblatt"„Men kan het in zoo warne en hartelijke woor den gedane aanbod van Duitschland slechts met sympathie begroeten - hoewel iedere sympathie voor België is uitgebluscht." DUITSCHLAND. Gevecht op de Russische grens. Berlijn, 18 Aug. Het generaal- commando van het eerste legercorps bericht, dat 17 Augustus een gevecht is geleverd bij Stallupönen (in Oost- Pruisen aan den spoorweg kort bij het grensstation Eydtkuhnen), waarbij de tot dat legerkorps beboorende troepen met onvergelijkelijke dapper heid hebben gevochten, zoodat de zege werd behaald. Meer dan drieduizend gevangenen en zes machinegeweren vielen in onze banden. Een groot aantal andere Russische machinegeweren, die niet meegevoerd konden worden, werden onbruikbaar gemaakt. Duitsche verliezen. Op de tweede doodenlijst, die de Duitsche bladen Zaterdag publiceerden, komen o. m. voor: oon generaal-majoor (von Wussow) en een luitenant kolonel van den staf, twee kolonels, één kapitein en 6 luitenants. De Evening Standard meent het gerucht, dat generaal von Ernmich, bevelhebber van het Duitsche leger voor Luik, (die pas de orde pour la mérite had ontvangen) dood is (het heette, gelijk men weet, dat hij zelf moord gepleegd had) te kunnen be vestigen en verzekert dat generaal Barwitz lot zijn opvolger benoemd is. Berlijn, 18 Augustus. Over den strijd bij MiUdhausen wordt aan de „Vos- sische Ztg." gemeld, dat hut Fransehe legerkorps, hetwelk van Belfort uit hel Duitsche gebied binnendrong, de stad MQhlhausen reeds bezet had. Versprcido afdeelingen der Fransehe strijdmacht trachten lot voorbij MQhl hausen door te dringen, toen onze versterkte grenstroepen met gefor ceerde marschen aanrukten en de Franschen terugwierpen. In de .straten van MQhlhausen is daarna zoo verbitterd gevochten, dal. ze met dooden en gewonden bezaaid waren. Zwart brood In Beieren. Het Beierachc ministerie van bin nen landsche zaken heeft een opYoeping uitgevaardigd, waarin lietde bevolking aanspoort, urn zich, nu de aanvoer vau graan uit het buitenland opge houden heeft cn het noodig is een voorraad meel in het binnenland bijeen te brengen, zich thans reeds aan het gebruik vau zwart brood in plaats van wittebrood te gewennen. Maarschalk von der Goltz aan het woord. Reeds heeft een telegram ons iets verteld van do uitlatingen van maar schalk von der Goltz in deTagover het Duitsche leger. Wij ontleenen er nog het volgende aan De voordeelen van het africhten, van het veel gesmade en belachelijk gemaakte africhten, blijken thans ten duidelijkste. Men richt niet af om uiterlijke schoonheid en regelmatig heid te bereiken, doch. wel om iedere soldaat in zijn bewegingen zoo flink, in het gebruiken van zijn wapens zoo bedreven mogelijk te maken. Hoe dikwijls heeft men vroeger niet geklaagd over de geweldige eischen, welke aan de soldaten gestold werden. En nu ziet men pas in, dat do soldaten door al die inspanning zich een taai heid verworven hebben en een uit houdingsvermogen in het marcheeren, welke van groot nut zullen blijken te zijn. Ook zal thans het goede recht van langdurige en inspannende schietoefeningen blijken. Wij waren er van te voren van overtuigd, dat het schieten van onze soldaten supe rieur zou zijn aan dat van krijgers van andere naties. Een overtuiging, waar intusschen geen bewijzen voor bijgebracht konden worden. Nii zijn de bewijzen er. In het Oosten ziet het er naar uit, of de Russische cavalerie door de eorste onaangename ervaringen voorloopig afgeschrikt is voor de gevreusde invallen in het Pruisische gebied. Men had er vroeger altijd den mond vol van, dat zes Russische cavaleriedivisies, voort durend totaal uitgerust aan onze grenzen stonden, vol komen gereed om ieder oogonblik door een plotselingon inval verwar ring te stichten, waarbij zij natuur lijk vau du Russische greusbrigades allen mogclijkc-n stt un zouden kunnen ontvangen. Van al dat moois is niets uitgekomen; de eerste gevaarlijke periode is reeds voorbij. De Russische cavalerie schijnt de lust vergaan te zijn, in te rijden tegen een zoo zeker vuur, als onze infanterie, met de uitnemende wapens waarover zij beschikt, vermag te geven. Zelfs de Japanners hebben in hun jongston oorlog niet zoo goed geschoten als ons voetvolk het gedaan heeft en nu doet. Dan dienen wij ons er ten zeerste over te verheugen, dat onze land weer troeperr zich zoogoed gehouden, zich tegen de Russische macht opge wassen getoond hebben. De goede, juiste opleiding die zij in hun soldaten- jaren genoten hebben, werkt in de landweermannen nog na. En wat er aan de Oostelijke gren zen gebeurd is, is ook en misschien in nog sterker mate aan de Fransehe grenzen geschied. De niet geringe verliezen, welke de vijand bij MQhl hausen en I^agarde geleden heeft aan kanonnen en machinegeweren, wijzen er op dat de tegenstanders als mili tairen niet de hoedanigheden bezitten, welke onze streng geschoolde soldaten zich eigen gemaakt hebben. De berichten over de slechte ver pleging en de niet voldoende voeding van onze troepen, berichten door vluchtelingen aangebracht moet men niet zoo grif aannemen. Deser teurs plegen nimmer van hun trouweloosheid en plichtverzaking te spreken, doch trachten steeds hun eerlooze handelwijze te verontschul digen door van nijpend gebrek cn honger te gewagen. In elk geval kan men als volkomen zeker aannemen dat de. verjilcging bij onze vijanden in het Oosten heel wat meer te wenschen laat dan de onze, en of dat anders zal worden staat nog te bezien. Natuurlijk is de val van Luik tot op heden de gewichtigste gebeurtenis. Over de mogelijke strategische gevol gen van dezen val wil ik thans niet spreken.. Immers ook zonder verdere gevolgen, is het reeds een feit van beteekenis. Luik is weliswaar geen plaats van den eersten rang, zooals Toul of Belfort, doch in elk geval een zeer sterke vesting met een fortenreeks over een afstand van 50 K.M. De gordelwerken waren bewapend met zware kanonnon onder pantserboseherming en met modern licht snelvuurgeschut. Dat zoo een plaats zoo snel genomen kon worden, had men tot dusver voor onmogelijk gehouden. De stormaanval van 7 Augustus heeft ten deze nieuwe gezichtspunten geopend. Wat of het meeste bijgedragen heeft tot dit succes zal eerst bepaald kunnen worden wanneer uitvoerige en zeer nauwkeurige mededeelingen gekomen zijn. Doch nu reeds is het zeker, dat de uitrusting 'van de artil lerie van ons veldleger van'dien aard is, dat men dergelijke stoute stukken ondernemen kan. Een en ander ver schaft ons goede kansen. Immers de vijand heeft stellig niet aan oen zoo snellen val van de vesting geloofd. Die val moet hem vorrast, in zijn vertrouwen geschokt hebben dat zal in de naaste toekomst wol blijken. Een schijnbare tegenspraak. Berlijn, 18 Aug. In het laatste ultimatum van Duitschland aan Bel gië wordt volgens de „Nordd. Allg." gezegd, dat het Belgische leger zijn wapencer In heldhaftigen tegenstand tegen een grooto overmacht heeft hooggehouden. In do publicatie van den Quartier- ineifltor-General wordt echter ver klaard, dat Luik genomen ls door zes zwakke brigades op vredessterkto. Deze schijnbare tegenspraak hooft opzien gebaard, en naar gebleken, is twijfel gewekt. De zaak i3 aldus: In het ultimatum wilde-men natuur lijk de togen wil en dank tot vijanden gemaakte Belgen tegemoet komen door een waardeerende beooideeling van het Belgische leger. De afwijzing van het ultimatum geeft aan Duitsch land echter weder de vrije hand, daar de verzekeringen van den Rijks kanselier omtrent de territoriale in tegriteit golden, zoo België den vrede bewaarde. Berlijn, 19 Aug. De „Voss. Ztg." meldt over de houding van Japan Als de oorlog mot Japan ook het. aantal tegenstanders nominaal doet toenemen, het is duidelijk dat dit voor den alleen beslissenden loop der gebeurtenissen op het Europeesche oorlogstooneel zonder eenige beteeke nis blijven zal. Wij hebben reeds in den korten tijd van den tegen woor- digen oorlog verleerd, ons door een oorlogsverklaring meer of minder uit onze kalmte te laten brengen, en wij vertrouwen vast en onveranderlijk op de zego onzer wapenen, waar door nog alleen het internationale web van onwaarheden kan worden vernietigd, waarmede onze tegen standers de waarheid en liet recht trachten te bedekken. Aan de Oostgrens. Berlijn, 19 Aug. De „Lokal-Anzei- ger" meldt van de Oostgrens: De Russen staken tien grensdorpen in brand, de bewoners moesten hun have in den steek laten en konden meestal slechts hun leven en hunne kleeren redden. De brandstichters schoten alles neer, wat in hun be reik kwam. In Radsen alleen werden zeven personen neergeschoten. Tc Stilttgart zijn uit Elzas Vrijdag opnieuw 50o gewonden aangekomen, namelijk 100 Duitschers en 100 Fran schen. De kleeding van de Franschen, zoo verzekert dit bericht, was in vele gevallen uiterst gebrekkig. Sommigen hadden verlakte laarzen niet gaten of schoenen van. zeildoek aan. Ande ren hadden scheuren in hun broek. Verder is te Stuttgart een trein met 300 ongedeerde Franscho krijgsge vangenen aangekomen. ENGELAND. Engeland's oorlogskosten. Londen, 18 Augustus. Uit den wekelijksche'n staat van de rijksmid delen blijkt, Jat Engeland verleden week 8,443,790 voor den oorlog heeft uitgegeven, en de voorafgaande week 12,189,531. Het ultimatium van Japan aan Duitschland. Parijs, 18 Augustus. De oud minister van buitenlandsche zaken Pichon schr ijft, dat de door Japan aan Duitsch land gelaten termijn voor liet ant woord op zijn ultimatum (tot 23 dezer 12 uur 's middags) niet zonder ge vaar is. Het ware beter geweest, dat Japan niet gedurende een week kwes t.ies hangende had gelaten, welke tot onderhandelingen en wrijvingen mei China aanleiding kunnen geven. Duitschland zal niet nqlaten achter- de Chineesche regeering post te vatten, door te verklaren, dat hetKiaotsjou aan China terug heeft gegeven. De bondgenooten der drievoudige entente zegt Pichon ten slotte - moeten deze handigheid, indien zij zich voor doel, zien te verijdelen. Japan en Duitschland. Londen, 18 Augustus. Heden wordt uitSjanghai gc-seind, dat de Japansche regeering de Chineesche heeft ver zocht, Duitschland te bewegen Tsing- tau zonder strijd Le ontruimen. Japan neemt maatregelen om Tsingtau te land en ter zee aan te vallen. FRANKRIJK. Parijs, 18 Augustus. De Echo de Paris meldt dat de Fransehe afdeeling van Skoetari last heeft gekregen om naar Cettinje to gaan, ten einde tol de verdediging van Montenegro mede te werken. (Deze Fransehe afdeeling kan dus eerlang tegenover de Duitsche komen te staan, met welke zij nog eenige weken geleden te zamen Skoetari be waakte. De Duitsche afdeeling strijdt n.1., naar gemeld, aan Oostenrijksche zijde. Red.) Aan de Fransch-Duitsche grens. Parijs, 18 Aug. Generaal Joffre, de opperbevelhebber van de Fransehe troepen, seint: In den loop van de vorige dagen hebben deze troepen in Elzas-Lotharingen belangrijke voor deelen behaald, die aan onze solda ten en hunne leiders alle eer aan doen. De Duitschers hebben overal groote verliezen geleden. De uitwerking van ons geschut was deinoraliseerend en verpletterend Gisteren zijn onze troepen den heelen dag in Boven Elzas (het zuide lijke gedeelte van Elzas tusschen Kol mar cn Bazel) voor Lge rukt. De Duitschers trekken terug en laten in die buurt overal gewonden en oorlogsmateriecl achter. Onze troepen hebben het grootste gedeelte van de dalen van de Voge zen aan den Elzaseischen kant van de berghellingen vermeesterd, van waar z|j spoedig de vlakte ten Z. van Saavburg zullen bereiken. De Duitschers hadden tegenover ons een versterkte stelling ingericht, die geducht met 2ware kanonnen be zet was. Gistermiddag zijn zij over haast teruggetrokken. De Franscho ruiterij vervolgt hen op hut oogenblik. Wij hebben aan den anderen kant de heele streek van de plassen lot ten Westen van Fénestrango (ten N. van Baarburg) bezet en rukken op van de rivier de Seille (die bij Metz in de Moezel uitmondt), waar van de Duitschers de meeste over gangen hebben verlaten. Onze ruite rij aLaat te ChAteau Salins (in Lot haringen). OOSTENRIJK. Weenen, 18 Augustus. Over het gevecht bij Sjabats vertelt een gu wond Hongaarsch officier nog, dat den 14den Augustus een brug over den Donau gereed was. De Oosten rijkers omgaven aan de overzijde van de rivier een terrein niet versperrin gen van prikkeldraad om den over- 'roeht van de troepen over de brug te verzekeren. Terwijl zij daarmee bezig waren drong een Servische divisie van de zijde die nog open was, dat terrein binnen. Er ontstond een hevig vuurgevecht, dat weldra een gevecht werd met de bajonetaan beide zijden waren de verliezen groot. Die aan Servischen kant echter grooter dan die aan Oostenrijksche zijde. liOnden, 18 Augustus. De Daily Niews verneemt uit Athene, dd. Dinsdag De Oostenrijksche ver liezen bij Sjftbals worden geschat op 12,000 dooden. Bij hun terugtocht over den Donau lieten zij 14 kanonnen achter. OP ZEE. Het doen zinken «an de „Alcor". Met een extrakein, tien wagens lang, is Dinsdagmiddag omstreeks vier uur oen gezelschap „gestrande" Amerikanen uit Duitschland aan het Centraal station te Amsterdam aan gekomen. De meeste gingen door naar Rotterdam, om van daar scheep te gaan naar de Voreonigde Staten. De reizigers droegen strikjes met du stars and stripes". Ook enkele Ja panners bevonden zich onder de reizigers. Met denzelfden trein kwam mede de bemanning van het Nederland- sche stoomschip „Alcor", van Van Nievt lt, Goudriaau's Stoomvaartmaat schappij te Rotterdam. Dit schip, word, naar men weet, in de Russi sche haven Hangö door do Russen tot zinken gebracht om de haven le versperren; de haven zeiven werd, naar men zich herinnert, eveneens door de Russen vernield. Kapitein H. Ebes van de „Alcor" vertelde ons het volgende: We waren den 26on Juli van Rotterdam naar Kroonstad vertrokken met een la ding van ruim 6000 ton steenkool. Den .Sisten Juli merkten we, dat in de Finsche golf de vuurschepen waren verwijderd en dat de lichten uit waren. Daar we bekend waren met het vaarwater voeren we toch de golf in. 's Avonds om lf uur zagen we vuurseinen; liet bleken •en paar Russische torpedobooten te zijn die met gedoofde lichten voeren en waarvan er een een schot voor onze boeg loste om ons te doen stop- pen. Er werd naar onze naiionaliteil gevraagd en toen werd ons gezegd, dat de vaart naar Kroonstad verbo den was en dat we naar Hangö moesten gaap. Ik besloot daarheen koers te zet ten, en er telegrafische or ders van mijn reoderij te vragen, 's Morgens om zes uur van den len Augustus kwamen we óp de reede aan. Daar vandaan moesten we op laat van de Russen naar de haven en toen we iu de haven lagen, kwam een officier, vergezeld van matrozen en soldaten, ons aanzeggen, dat we binnen een- half uur het schip moesten verlaten. Met dynamiet lieten de Russen de „Alcor" zinken en dienzelfden dag hebben ze ook hun eigen haven ge heel vernield. Kapitein Ebes kreeg van de Russen reisgeld voor zich en zijn bemanning. Bovendien werd hem een verklaring Ier hand gesteld, dat de Russen zijn schip met de lading wederrechtelijk beslag hadden genomen. Over Zweden keerden de opvarenden van de „Alcor" naar Nederland terug, waar ze na een reis van zestien dagen aankwamen. Vijfendertig Duitschers, die zich op do kolenboot Tubinko te Lissabon naar Hamburg haddon ingescheept, zijn op de Noordzee door een Engel- schen kruiser gevangen genomen. Langs een omweg hebben de ouders van de gevangenen hiervan kennis gekregen. Duitsche marine-uKbreldlng. Berlijn, 18 Augustus. (W. B.) Op de Duitsche werven wordt dag en nacht voortgewerkt aan den bouw van talryke oorlogschepen voor ver sterking van de vloot. Drie nieuwe onderzeebooten zijn feeds in dienst, gesteld. Op de Noordzee. Londen, 19 Augustus. Officieel wordt gemeld, dat eenige kleine gevechten plaats hadden in de laatste dagen tusschen Engelsehe vloot afdeelingen en Duitsche kruisersp'atl'ouilles, die op verkenning uit waren. Geen verliezen worden gemeld. Er is zekere beweging merkbaar in het zuidelijke deel der Noordzee. IN ONS LAND. Werkloozen. Dinsdagmorgen begaven zich eenige honderden werkloozen naai liet stad huis to Utrecht, teneinde don burge meester om work tu vragen. In een onderhoud, dat een tweetal hunner mot burgemeester Fockema Andreau had, zotten zij den toestand van ar moede, waarin zij gekomen waren, uiteen. De burgemeester inaandèhen aan, om vooral kalm to blijven en zegde hun toe, de zaak in het-college van B. en W. te zullen bespreken. Hij beloofde voorts alles te zullen doen, om te trachten, hen zoo moge lijk aan werk te helpen. Registers militair personeel zeemacht. Bij Kon. besluit van 17 dezer is de Oost-Indische ambtenaar met ver lof J. Bommel, laatstelijk beheerder der registers enz. van hut militair personeel der zeemacht in Neder- Uuidseli-lndië, opzijn verzoek, wegons physieke ongeschiktheid; gerekend vau en met I Juui 1914, eervol uit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1