HELDERSCHE COURANT Steuncomité. PURALIMENTO'S ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1914 42e JAARGANG Op pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. De Week. 2. Tweede Kamer. 3. Feuilleton. Adressen. Het Centraal-bureau is gevestigd in 't Gebouw der Openbare Werken aan de Kerkgracht en is geopend op 'werk dagen Yan 10—12 en 2-5 uur. Alg. Secretaris Ds. H. BUISKOOL. Wie flnantieelen steun wil geven, zende zijn bijdrage aan den Heer W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen ningmeester. Wie werk zoeken of werkkrachten noodig hebben, worden uitgenoodigd zich te richten tot het Subcomité, dat. daarvoor dagelijks zitting houdt in het Bebouw van den Marinebond, van 10-12 en 2—5 uur. Voor gratis hulp in de huishouding wende men zich tot den Heer W. VISSER, Stationstraat 4. Degene, die gratis een rantsoen eten wil bekomen, kan zich opgeven by Mevr. DE BOER-J0N8KEES, Koning straat 28-30. Wie tengevolge van de mobilisatie llnantieele hulp noodig heeft, melde zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag of Donderdag aan .bij het Subcomité voor Ultkeering, Gebouw der Openbare Werken, 10—12 en 2-4 uur. Wel weten de Pransche berichten heel precies mede te deelen, hoeveel gesneuvelde Duitschers er per K.M. zijn. De Duitsche generale staf daaren tegen waagt zich aan zulke zeer approximatieve schattingen niet. De klachten over de Engelsche hulp in Frankrijk, dat meer hulp troepen schijnt verwacht te hebben dan Engeland kon uitzenden, worden besproken in de Westm. Gazette. Dit blad zegt, dat Engeland Belgis niet in den steek heeft gelaten. „De strijd is pas begonnen en zal niec geëindigd worden zonder dat Engeland in staat is, met grootc vasthoudendheid eraan deel te nemen. Met de Engelsche vloot en het leger, dat onder bedek king dier vloot kan worden gevormd, heeft Engeland groote vooraeelen voor het land zelf en voor de bondgenooten. En zoo Engeland die goed weet te gebruiken, zal aan dit land de beslis sende taak te beurt vallen, evenals voor honderd jaren in den strijd tegen Napoleon." De Algemeene toestand. Twee voorstellingen liggen vóór ons van hetgeen gebeurt aan de Westelijke grens van het Duitsche Rijk, op het Duitsch-Fransche oor logsterrein. De Duitsche voorstelling, getee- kend door den souschef van den Duitschen generalen siaf, den Gene- ral-Quartiermeister von Stein, zegt dat de Fransche troepen over dege- heele linie van Kamerrijk tot de Vogezen verslagen en in terugtocht zijn. De Engelscheu verslagen bij Maubeuge. De Fransch-Belgische troe pen tusschen Sambre en Maas terug geslagen tot voorbij Maubeuge, de Franschen in Lotharingen terugge slagen in Zuidelijke richting. En de Belgische troepenmacht uit Antwer pen, die klaarblijkelijk door een aan val in den rug van het Duitsche leger de Fransoh-Engelsche bond genooten wilde steunen, werd op Antwerpen teruggeslagen. En overal, zeggen de Duitsche be richten, werden de vijanden in dórouhe teruggeslagen. De Fransche berichten geven Loe, dat de Engelsche troepen over een zekeren afstand werden teruggesla gen. Doch zij betoogen, dat de Fran ache troepen hunne posities konden •behoudenen dat zelfs in de Vogezen de Duitschers tot den terugtocht ge dwongen zijn. Nu is het in de geheel reeks ope ratien reeds gebleken, dat de be richten van den Duitschen generalen staf onopgesmukt, zonder omwegen, de naakte waarheid vertellen. En dat de Fransche berichten aan over drijving lijden, hebben niet alleen wij opgemerkt, maar is een oorzaak van ontstemming in Engeland. In een artikul van den „Mauch. Guardian" werd geklaagd over de „suppressio veri" in de officieele Fransche berichten, en waarin gezegd werd, dat bladen van zoo uiteen- loopende richting als de ,/L'emps" on de „Humanité" het „een grove fout achten van de Regeering om het volk als kinderen te behandelen, en liet de waarheid over onaangename -ge beurtenissen te onthouden." Een soortgelijke klacht betreft de publicatie der verlieslijsten. De Duit sche generale staf publiceert eiken dag officieele lijsten van de verliezen, van het eigen leger, waarin alle dooden en gewonden worden ver meld, met bijvoeging van de gewonde deelen, en van de vermelding of de wond ernstig of licht is. De Fransche staf heeft tot dusver nog geen enkele verlieslyst gepubliceerd, waardoor in Frankrijk steeds overdreven gerüchten in omloop zijn en het vertrouwen wordt geschokt. Dit is een opmerking, die uit Parijs aan den „Manch. Guardian" wordt geseind, en dus van de zijde dier geallieerden komt. DUITSCHLAND. Verliezen. De achtste Pruisische verlieslijst vermeldt aan dooden: 15 officieren en 113 man, aan gewonden: 24 offi cieren en 513 man, aan vermisten: 174 man, tezamen 39 officieren en 800 man. Hierbij komt nog een hoog geplaatst ambtenaar van de veldpost, die aan ziekte gestorven is, tezamen dus een verlies van 840 man. Het gelieele verlies tot nn toe be draagt 3389 man. De verliezen van de marine en van de Saksische, Beiersche en Wurtem- bergsche legers worden afzonderlijk opgegeven. De Duitsche luchtschepen. Van ambtelijke zijde verneemt de „Lokal-Anzeiger" Onjuiste berichten in de pers over de deelneming van een luchtschip aan den strijd om Luik, hebben naar uit tal van brieven van lezers blijkt den onjuisten indruk ge vestigd, dat het luchtschip, om den aanval krachtdadig te ondersteunen, tot 600 M. en lager had moeten dalen. Op dergelijke geringe hoogten zou het luchtschip nog daargelaten het groote doel, dat het den vijand zou bieden - gevaar loopen, door de ontploffing van zyn eigen projec tielen beschadigd te worden. Zulk een fout is daarom, gelijk van zelf spreekt, niet gemaakt. Alle voor stellen van uitvinders, die op dat onjuiste bericht rusten, zijn daarom nutteloos. Negen paters Redemptoristen doodgeschoten. De Parijsche correspondent van „De Tijd" meldt, dal, negen paters Redemptoristen door Duitsche sol daten zijn doodgeschoten. De patera woonden in het klooster tu Reidis- heim. Touu deze stad voor de eerste maal door do Fransche troepen was ingenomen, werden eenige Fransche soldaten door de paters gastvrij ont vangen. De Duitschers zaten echter de soldaten, die vluchtelingen bleken te zijn, up de hielen, drongen het klooster binnen en schoten negen paters op het kloosterplein dood, tegelijk met de gastvrij ontvangen Franschen. Een dorp verwoest. Straatsburg i. d. Elzas, 27 Aug. Uit Dahlheim in Lotharingen wordt aan de „Mörchinger Naehrichten" gemeldNadat op 20 Aug. uit de huizen op de Duitsche troepen was goschoten. werd op bevel van den commandant het dorp beschoten en met den grond gelijk gemaakt. Dahlheim was een dorp in het district Chateau Salins en had. 286 In Oost-Pruisen. Uit een bericht, hetwelk het Ber- liner Tageblatt uit Dirsehau heeft ontvangen, blijkt, dat men van Zater dagavond af bezig is uitgestrekte streken in Oost-Pruisen, in het bizon der een strook bij Elbing, onder water te zetten. Dit is geen teeken, zegt het Berliner Tageblatt, dat het er voor de Duitschers slimmer uit is gaan zien. Het is een maatregel van voorzorg, die men al lang had beraamd. Uit de buurt komeu nu tallooze vluch telingen te Dirsehau aan. Zij hebben op bevel van den commandant van Marienburg hun -dorp verlaten. Zij komen met den trein of op allerhand andere vervoermiddelen. Met hen komen bewoners van Gumbinnen en Interburg. Zij worden vriendelijk ingehaald en verpleegd, zoo meldt het Berliner Tageblatt verder. De stemming van de heele bevol king is uitnemend, zij heeft het vertrouwen op de Duitsche wapenen nog niet verloren. Er komen te Dirsehau ook transpor ten Russische gevangenen voorbij. Uit de verhalen der Duitsche gewon den blykt, dat er vinnig is gestreden. Het groot aantal sabelwonden bewijst dat er vele cavalerie-gevechten heb ben plaats gevonden. Waarom Duitschland In het Westen aanvalt. In de Duitsche pers komt een be schouwing voor van den gepensio neerden luitenant-generaal v. Blume over de redenen die Duitschland dwingen, in de eerste plaats zijn krachten te eoncentreeren op het westelijke oorlogsterrein. Nu Duitschland van twee kanten door tegenstanders bedreigd wordt is het zaak eerst met den gevaarlijk sten af te rekenen, om zich dan te keeren tegen den ander, wiens op- marsch intusschen zooveel mogelijk moet worden vertraagd. Duitschland had zich naar twee fronten tot verdediging kunnen be palen en zou zich dan zijn tegenstan ders wel van het lijf hebben gehouden, maar de uitslag van den strijd zou in dat geval negatief zijn geweest, in dien zin, dat Duitschland op geen enkele schadeloosstelling voor de zware offers, die het, zich moet ge troosten, aanspraak zou hebben kun nen maken. Het doel van Duitschland is daarom, eerst Frankrijk zoo „murw te slaan", dat het voor langen tijd als tegen stander niet meer te vreezen is, om daarna met Rusland af te rekenen, en te hernemen wat men thans in het oosten moet prijsgeven. „Als Ruslaad eindigt de schr. ons zelf dan niet schadeloos kan stellen voor het ons berokkende na deel, zal zijn bondgenoot die daartoe steeds bereid is gebleken, hem wel willen bijspringen." Engeland en Oostenrijk-Hongarije schakelt de schrijver in deze beschou wing uit. Al erkent hij dat de Engel sche vloot Duitschland aanzienlijke schade zal toebrengen, ueu schade die grooter wordt naarmate de oorlog langer duurt, hij acht den invloed van het Engelsche expeditieleger op den gang van zaken klein. Oostenrijk-Hongarije, 't welk thans Duitschland nog maar weinig tegen de Russen kan helpen, zal in de eindafrekening ook een hartig woordje niedespreken. De vluchtelingen uit Oost-Pruisen. Berlijn, 27 Augustus. De te Berlijn aangekomen vluchtelingen uit Oost- Pruisen, die huis en hof verlieten om aan de brutaliteiten der Russische wUze van oorlogvoeren te ontkomen, hebben door de verspreiding van niet te controleeren geruchten een zekere onrust in de bevolking gebracht, die wellicht ook tot in het buitenland is doorgedrongen. Een vertegenwoordi ger van den generaion staf heeft aan de pers opnieuw de verzekering ge geven, dat de militaire toestand zoo wel in het Westen als in het Oosten het recht geeft tot vertrouwen eir dat men intusschen in binnen en buiten land zich beeft kunnen overtnigeu, dat de mededeelingen van de Duitsche militaire autoriteiten steeds met de feiten overeenstemmen. Als men deze verzekering mag gelooven, zullen vermoedelijk op het Oostelijk oorlogs terrein nog voor het einde van deze maand beslissende dingen gebeuren. De iapansche aanval op Klau-Tschau. Het „Berliner Tageblatt", dat ons sinds 1 Aug. geregeld gratis wordt toegezonden, is ten zeerste veront waardigd over Engeland's houding inzake de oorlogsverklaring van Japan aan Duitschland. „Wat moet er van je terechtkomen, Engeland?" roept het blad uit. Of men zich Japan niet langs diplomatieken weg van het lijf had kunnen houden, is eene vraag, die later zal worden beant woord, zegt het blad. Eventueele fouten verontschuldigen de gele mitsdadigerspolitiek niet. Het blad wydt dan eenige woorden aan dezen lafhartigen rooftocht naar de zwak- BLIKGROENTEN, Vruchten in flac., Geleien, Jams, Tafelzuren en Limonades zijn zuiverder en smakelijker en toch niet duurder dan andere prima merken. De geneeskundige Commisaie Prof. Dr. P. RUITINGA, Pror. Dr. R. K. SALTET, Prof. P. v. d. WIELEN, Hoogleeraron aan de Arasterd.Dnl versiteit, geelt U dc meest mogelijke garantie voor hyglanischo behandeling en zuiverheid der artikelen. Gegarandeerd vrij van kleur stoffen en conserveermiddelen. Htgiiniiche Fabiiek van Veiduuizaandt Laiensmiddelen imlardaia. (Volksfantasie). Actueele schets van P. N. v. R. By den Windwijzer drong al meer en meer volk op uit de oude, lage huisjes van 't Westen en door de Artilleriestraat klonk roezighol het stemmen-gerucht als een gonzend krakeel, gedempt en luidruchtig tegelyk, van lioden die op het late uur de omgeving in opschudding brachten en ook naar den Zeedijk trokken om er zeer nieuwsgierig en scherp naar den overkant te staren, met een rilling over de ruggen en met angst in de vertrokken ge zichten. Daar in de verte stolpte de hemel, als violet porselein doorvonkt van sterren, een wijde stilte rondom het geopende graf van 't schepenberkhof en over .het vloedwater van den Noorder- en Zuiderhaaks spiegelde een glinster-groene weerschijn, pur per blauwig, doorvlekt van kleurig oliedrijfsel en de golven klotsten zoetjes in zomerig duister tegen On rust, waar een helder wit nacht lichtje de donkering inpriemde, schich- tig-klaar en dan weer spook-snel uit gedoofd. Maar verderop in de eenzaamheid van het Westen hing ueu onrustige ouweerawoeling in de lucht, de wind lag er dood als was 't dolle schepsel gekold door zeeduivelen en hier aan de kim was het één ge tui mei van gedrochtelijke zwartigheden tegen elkaar in. Groene en roode seinvuurtjes van voorbijvarende torpedobooten sterden laag over de golf-rollingeu en pijpen basten een wrangtonigen zang dooi de stille duisternis waarin zooeven de flikkerglanzen en spelingen van een zoeklicht hadden rondgespiegeld. En in deze richting keken de buurtmenschen mot verschrokken wijdgespalkte oogen, onder hun hui verende handen, alsof zij in de ver beelding waren dat er een gruwbaar onheil dreigde alsof zij luisterden naar een klagende en schreiende siréne van schip-in-nood, naar de roepende stemmen van hen die met radeloosheid langzaam ten onder moesten gaan in de onpeilbare diep ten des doods. „Je kan geen steek zien", jam merde een vrouw in nachtgewaad, die met een pantoffel haar jongens wegjoeg omdat ze half ontkleed naar buiten waren gekomen om te zien wat er gaande was. Een troep kerels en vrouwen en meiden en jongens en kleine kinde ren rekten de hoofden en tuurden aandachtig yoor zich uit en een oude zeerob, die er pas bijgekomen was en van de ongewone drukte niets begreep, strompelde nuar een jongen, beschermde stad. Dit volk, zoo zegt het, welks individueele waarde wy veel te hoog hebben geschat, tracht Kiau- Tschaute stelen, zooals het by de Chineezen de cultuur en by de Euro- peeërs de kleeding stal. Maar deze Japansche rooftocht was slechts mogelijk, aldus gaat het blad voort, wijl de huidige regeering in Engeland hem toeliet en wilde. Grey, Churchill en koning Edwards diplomatieke kamerdionaar, Sir Ed ward Ni cbolson, hebbende gele bende tegen Kiau-Tschau opgehitst. Wilden zij beweren, dat ook Duitschland door geweld bezit heeft genomen van deze plaats, die eigenlijk den Chineezen toebehoort? Een dergeiyk voorwend sel paste allerminst voor het land- hongerige Engeland en zou boven dien ook niet volgens de waarheid zijn. Toen de Duitsche zeeman en de Duitsche ingenieur het stuk Chi- neesche aarde betraden, was het leeg, onvruchtbaar, arm. Duitsche arbeid en Duitsche intelligentie heb ben daar de verwonderlijke werken tot stand gebracht. Ieder, die er ooit geweest is, spreekt niet dan met bewondering van de schoonheid en de kracht der kolonie, de praktische inrichting van een en ander, de nette straton, de schaduwrijke lanen. Al die jaren heeft een aantal Duit schers, zelfs geheele families, schep pend en opbouwend aldaar geleefd. En tegen dit Duitsche werk, tegen deze woonstedon, tegen dit plekje Europa, laat Sir Edward Grey de gele roovers los Zeer zeker is de door Japan be raamde aanval en de oorlogsverkla ring aan Duitschland door niets te te motiveeren, en wij deelen ten volle in de verontwaardiging van het blad. Dat Duitschland ten op zichte van Belgis evenzoo gehandeld heeft en zich niet ontzag de grenzen van dit land te schenden toen het zich tegen zijn plannen verzette, - het blad begrijpt, dat. het. betere deel van Engeland mot Duitschlands voor beeld voor oogeu, de dingen anders ziet en beoordeelt dan de Dultscher. Maar de Engelschman vergeet, zoo gaat het blad voort, dat eerbied voor de rechten van vreemden niet steeds het kenmerk van het karakter van Groot-Brittannie is geweest. Wij begrypen niet, zegt het het blad verder, dat die Engelschen, die In zich nog den ouden trots hebben bewaard hunner natie, zich niet er over schamen, dat hunne natie tot schildknaap heeft gediend van het Russendom en tot bloed- verzorger van het Japansche roof dier. Die Engelschman, die in Indië zelfs op den beschaafden Pars neer ziet als op een minderwaardige, houdt behulpzaam de ladder vast wanneer het- slechtste dievenvolk van Azië in Europeesche woningen wil in breken? Sir Edward Grey volgt slechts zyn dorre haat, waar hy de Japanners tegen de Duitsche bezetting ophitst, want op Duitschlands positie heeft deze verovering geen invloed. En is het niet een verblinding, als deze man aan het biy vend nut zijner han delingen gelooft en de geweldige nadeelige invloeden niet rekent? Als hy den weg naar Indië vrijgemaakt heeft om de Russen te bevredigen, bereidt hij de ruïne van don Engel schen invloed in China voor Tot zoover het „Tageblatt". Maar wat anders in 's hemelsnaam, zouden op onze beurt wij willen vragen, dan haat, dorre, verblinde haat, kenmerkt dezen ganschen, jammerlijken wereldkrijg? Waarvoor moest Duitschland Frankrijk aanval len en België schenden en een gruwel brengen over het bloeiende Vlaamsche •land? Waarvoor vernietigt het eigen handel, straks misschien eigen vloot, de levens van velen zyner beste jonge krachten FRANKRIJK. Het nieuwe Fransche ministerie. Parijs, 27 Aug. De reorganisatie van het kabinet, waarvan het resul taat is de vorming van een groot ministerie van patriotten van alle politieke partyen, vindt overal in stemming. De bladen juichen het toe dat aan het ministerie van oorlog nu als hoofd optreedt de bekwame organisator Millerand, die sedert het begin van den oorlog zich op onder geschikte plaats aan het departement van oorlog bezig hield met de belang rijke quaestie van de verzorging van het leger. Eveneens juicht men toe dat de buitenlandsche zaken worden toevertrouwd aan den man die het stelsel der Fransche bondgenootschap pen ontwierp. Zelfs de „Figaro", die Delcassé zoo vaak bestreed, schryft nu niet alleen dat men geen betere keuze had kunnen doen, maar dat men zelfs geen andere had kunnen doen. De „Humanité" schrijft naar aanleiding van het intreden in het ministerie van Sembat en Guesde, dat de socialistische groep erkende de verantwoordelykheid in den door de gebeurtenissen ontstanen toestand niet te .kunnen ontgaan, en het blad meldt dat morgen een verklaring zal versohynen omtrent haar aandeel in den arbeid voor de nationale ver dediging, waarvoor ze nu twee ver tegenwoordigers in de regeering man daat heeft gegeven. zyn hand op diens schouder leggend. „Wat is t'r toch aan de hand? Ik lag al in de kooi mot je wete, maar m'n schoondochter porde me en zei dat er op dijk zooveel geloop en herrie was." „Och baas, ze zeggen dat er een luchtschip op de kust is." Hèèèèè?" schrok het mannetje en hy werd nu zeer opmerkzaam en be gon met heete begeerigheid te loeren. „Is er iets gebeurd?" informeerde een burgerjuffrouw voorzichtig en zenuwachtig aan een visscherman. Deze veegde met grooten rooden zakdoek een parelende droppel van zyn neus weg, die er geruimen tijd roekeloos aan getrild had, keek haar gewichtig aan met zyn beenig ge zicht vol plooien en zei „Er mot 'n „Zeppelin" in de lucht zyn." „Groote Godhygde het wyfje en kreeg een kleur op haar glimmend zeepgezicht. „En zitten d'r spion nen in?" „Natuurlijk en ook bomme en granate en dynamiet," sprak hy ernstig en wees daarby met groot gebaar naar de troebelige vochtige mistigheid in zee. „Hebbe we eindelyk van 't jaar eens 'n schip op de bol vroeg een huisvrouw met omslagdoek over d'r wit jak en die ook al niets snapte van de volksverzameling. „O, mensch zwyg er van stil Te Parijs. In den niets-ontzienden oorlog zyn ook kunstschatten niet veilig. Te Parys zyn dan ook bizondere voor zorgsmaatregelen getroffen ter be scherming van de kostbaarste kunst producten, in 't bizonder met 't oog op bommen werpende luchtschepen. Zoo is de Venus van Milo, welke in '70 in een onderaardsche bewaarplaats werd geborgen, thans in veiligheid gebracht in pantser-omhulling. In het vertrek waar de hervonden Jo- conde glimlacht, zyn de vensters met ijzeren luiken afgesloten. De musea worden voorloopig niet meer open gesteld. Intusschen biyven alle kunst werken waar ze zyn, anders dan in 1870, toen de kostelijkste schilderyen van 't Louvre naar Havre werden gebracht aan boord van een kruiser, welke er mee rondvoer tot de oorlog voorbij was. De militaire toestand. Parys, 27 Augustus. (Part.) Alle berichten van het oorlogsterrein zeg gen dat de groote slag vandaag met groote hevigheid en verbittering is voortgezet. De algemeene toestand schynt hier vertrouwen in te boezemen. Men geeft zich er ten volle reken schap van dat het Fransche leger stydt tegen het geduchste leger der wereld. De taktiek, het doel en de hoop van de Duitschers was, het Fransche leger snel te verpletteren, na den opmarsch door België, om daarna hun hoofmaebt beschikbaar te krijgen tegen Rusland. Het Fransche leger weert zich echter met groote vol harding en koestert zelfs de hoop weer tot den aanval te kunnen over- n, al heeft de eerste poging in die richting gefaald. De tegenstand van het Fransche leger, gesteund door Engelsche troepen, is zoo sterk ge weest en op sommige plaatsen zoo schitterend, dat het Duitsche leger zeer groote verliezen heeft geleden en, naar de berichten van vanavond melden, geen voordeelen van betee-, kenis heeft behaald. De Franschen zyn over een deel van hun front een weinig teruggetrokken, maar op een ander deel - tusschen de Vogezen en Nancy vooruitgedrongen. Gelijk vanzelf spreekt zyn do ver liezen aan Fransche zijde in den reeds dagen lang woedenden strijd, ook zwaar. Alle verhalen van gewonden en ooggetuigeu, zoomede de officieele rapporten wijzen er op, dat deze strijd vreeseiyk en grootsch Is. Overal langs het front komen woedende moorddadige gevechten van man tegen man voor. Van beide kanten zyn de verliezen van menschenleveus reusachtig. Men vertelt met allon schyn van waarheid hier reeds vantoo- neelen, die zoowel heldhaftigheid als verschrikking ademen. Parys, 27 Aug. In zyn dagelyksch overzicht van den militairen toestand zegt de „Teraps" Laat ons niet uit het oog verlie zen het Russische leger, dat voort- rukt en iederen dag grooter wordt. Het telt thans dertien legercorpsen aan het front en zal er weldra dertig tellen. Duitschland beschikt aan de oostgrens bij lange na niet over de noodige krachten om de Russen tegen te houden. Ziedaar de oorzaak van de hevigheid der aanvallen in Noord- Frankrijk. Duitschland zal onvermy- deiyk gedwongen worden een dun- ning te houden onder de troepen die het tegenover de onze heeft gesteld. De groote strijd in Noord- en Noordoost Frankrijk. Berlijn, (W. B.) (Zonder opgave van datum en vermoedelijk door de censuur besnoeid). Uit hot groote hoofdkwartier: Het Duitsche Westerleger is, negen dagen na het begin van zyn concentratie, onder voortgezette overwinningen in Fraosch gebied binnengedrongen. Van Kameryk (Cambrai) af tot aan de Zui delijke Vogezen toe is de vyand overal verslagen en bevindt hy zich in vollen terugtocht. De omvang van zijn verliezen aan gevallenen, gevan genen en oorlogsmaterieel kan by de reusachtige uitgebreidheid van de gezamenlyke slagvelden in een ge deeltelijk onoverzienlyke woudrijk een bergachtige streek nog niet by be nadering geschat worden. Het leger van veldmaarschalk (Ge- neral-oberst) von Kluck wierp het Engelsche leger bij Maubeuge terug en viel het met een omtrekkende beweging heden ten Zuidwesten van Maubeuge opnieuw aan. De legers van veldmaarschalk von Bülow en veldmaarschalk von Hausen (oud-minister van oorlog in Saksen) hebben tusschen de Sambre, de Maas en Namen ongeveer acht legercorp sen van Fransche en Belgische troe pen volledig verslagen, in gevechten, welke verscheidene dagen geduurd hebben. De vyand wordt op het oogenblik voorbij Maubeuge, ten oosten van deze stad, vervolgd. Namen viel na een beschieting van ree dagen. De aanval op Maubeuge is ingeleid. Het leger van hertog Albrecht van Wurtemberg heeft de door hem ver slagen troepen over de Semois ver volgd en is over de Maas getrokken. Het leger van den Duitschen kroon prins veroverde een sterke stelling vooiby Longwy en sloeg een krach- tigen aanval uit de richting van Verdun terug. Dit leger rukt naar de Maas op. Longwy is gevallen. Het leger van den kroonprins van Beieren werd by de vervolging in Lotharingen door nieuwe vyandelijke strydkrachten van uit Nancy en uit het Zuiden aangevallen. Veldmaarschalk von Heeringen (oud-minister van oorlog van het Duitsche rijk) zet de vervolging in de Vogezen naar het Zuiden voort. De Elzas is door den vijand ont ruimd. Uit Antwerpen deden 4 Belgische divises gisteren en eergisteren een aanval op onze verbindingslijnen in de richting van Brussel. De tot op sluiting van Antwerpen achtergelaten strijdkrachten versloegen deze Bel gische troepen, maakten vele ge van hen en vermeesterden kanonnen. De Belgische bevolking heeft byna overal aan de gevechten deelgenomen. Daarom zijn de strengste maatregelen tot onderdrukking van het bende wezen der franctireurs genomen. De bescherming van do vorbin- dingslynen moest totnogtoe aan onze legers zelve overgelaten worden. Daar de tot dat deel achtergelaten troepen echter in het front noodig zyn voor den verderen opmarsch, heeft Z. M. de mobiliseering van den landstorm gelast. Deze wordt tot be- veiling van de verbindingslijnen en de bezetting van België opgeroepen. Dit onder Duitsch bestuur komende land zal voor alle behoeften van het leger gebruikt worden om het gebied van het vaderland te ontlasten. w.g. VON STEIN, kwartiermeester-generaal. Beriyn, 28 Augustus. (Wolff.) Uit het groote hoofdkwartier: Het Engelsche leger, waarbij zich 3 Fransche divisies territoriale troepen hadden aangesloten, is ten Noorden van St. Quentin geheel verslagen en in vollen terugtocht over genoemde plaats. (St. Quentin ligt 60 K. M. van het meest nabij gelegen punt zat er maar 'n flinke boot, dan konden de mannen misschien nog wat verdienen - maar het is véél érger." „Watte?" „D'r is een luchtschip in de buurt en nou denken ze dat-ie daar ergens zweeft." Er kwamen voortdurend nog meer lieden van beneden naar den grint weg en die in deze dagen zooveel zenuwmoordende angsttydingen lezen over den oorlog, schenen thans op geschrikt en stapten direct over de tramrails op de keien, waar ze als uitverkorenen heelemaal vlak voor aan stonden. 't Werd een hevig gedrang en overal hoorde je mompelen van het gearriveerde luchtschip - een ge rucht dat een schok door de menigte deed gaan. Men praatte er levendig over. Maar hoe was 't nou toch mo gelijk dat zoo'n ding hierheen kwam. De kustwacht waakte toch en die had zeker bijtyds gewaarschuwd en dan was onze marine er wel op uit gegaan. En als je nou maar wat kon zien in die wolkon, doch het leek net of je zwart glas voor do oogen had. Men keek star in de duistere verte, aangeprikkeld tot een vurige oplettendheid. Doch niemand ont dekte iets. Doorgaans was zoo'n luchtschip bij avond toch verlicht en dan zou je tenminste wat van de lijnen, van het figuur moeten zien. van de Fransch-Belgische grens.) Verscheidene duizenden gevangenen 7 batterijen veldgeschut en 1 zware batterij zijn in onze handen. Ten Z.O. van Méziéres (Westelyk van Sedan, a/d Fransche Maas) zijn onze troepen na voortgezette ge vechten met een breed front de Maas overgetrokken. Onze linkervleugel heeft, na ge durende 9 dagen slaags te zyn ge in het gebergte, de Fransche bergtroepen teruggedreven tot ten Oosten van Epitial (Westelyk van de Vogezen, 45 K.M. van de Fransch Duitsche grens) en rukken nog zege vierend op. Parijs. 27 Augustus. (Reuter.) Het officiëele bericht, tegen middernacht bekend gemaakt behelst o. m. In het Noorden werd het Engelsche leger door een groote overmacht aan gevallen en is het, na schitterend tegenstand geboden te hebben, gedwon gen geworden een weinig terug te trekken. Onze legers op den rechtervleugel handhaven zich in hun stollingen. Onze troepen wierpen verscheidene aanvallen van de Duitschers op de Maas met groote kracht terug. Een vaandel werd veroverd. De Belgische veldtroepen, die mede Namen hebben verdedigd, en een Fransch regiment, dat hen had ver sterkt, hebben onze liniën bereikt. In België heeft het Belgische leger uit Antwerpen zich door een aan vallende beweging los gemaakt. Het houdt verscheidene Duitsche divisies vast. In de Vogezen hebben onze troe pen het offensief hervat en de vyan delijke strijdkrachten aangevallen, die ons gisteren gedwongen hadden terug te trekken. De Duitschers hebben gisteren de onversterkte stad Saint Dié (a.d. Meurthe, ten W. v.d. Vo gezen) beschoten en geplunderd. In de streek tusschen de Vogezen on Nancy wordt ons offensief sedert 5 dagen onophoudeiyk voortgezet. De verliezen der Duitschers zyn zeer groot. Ten Z.O. van Nancy werden op een front van 3 K.M. 25000, by Vitrimont (W. N. W. van Lunéville) op een front van 4 K.M. 4500 lijkeu van den vyand gevonden. De tot officier in het Legioen van Eer benoemde gouverneur van de ge capituleerd hebbende, zeer oude en slechts door een bataljon verdedigde vesting Longwy is overste Darche. BELGIË. Antwerpen In 't donker. Onder dit opschrift lezen wij in de „Nieuwe Gazet" Wie heeft er ooit Antwerpen gezien, als dezen nacht? Om halfnegen, wanneer de regen nog neerdruilde in de roeten duister nis, was 't de rechte nacht voorden aanvang van 't Wonderjaar. De krijgsgouverneur b3d op 't laatste oogenblik bevel uitgevaardigd, dat alle neringdoende huizen om 8 uren reeds gesloten moesten worden, dat alle licht op den openbaren weg moest worden uitgedoofd, en dat alle tramverkeer moost ophouden. Dat was nu wel eens de ware staat van beleg. Als een vuurtje zoo verspreidde zich het nieuws, al was het nog nergens aangezegd, en de politie moest dan ook byna nergens meer de menschen tot sluiten aanmanen. Dat is ook weer wat, dat we ge woon moeten worden. Een massa menschen, die verrast waron op weg naar huis, hadden nu door een nooit geziene duisternis naar huis te sukkelen. Voor buiten- menschen is dat zoo erg niet, die hebben kattenoogeu. Maar die moeten de Sinjoren nog krijgen. Intusschen namen zede zaak alweer koeltjes op. Ze struikelden van het voetpad, botsten elkaar op 't lijf, hielden Peer voor Pauw en Pauw voor Kobe liepen ook wel eens een straat abuisMaar het goed humeur verloor er waarachtig nog niets van zyn rechten by. Op de Meir zaten de menschen op de drempels, onder de neergelaten zonnetenten van de koffiehuizen en wisselden hun indrukken over deze nieuwigheid. Het eerste half uur was 't ergste. Hier en daar had men toch nog een lantaarn laten branden, alvast de rood witte gaslampen, die de na- byheid van een brandsein aanduiden. Daarmee stelden de late wandelaars het weeral! En dan waren er in den vooravond ook toch nog vele boven vensters verlicht. Hadden ze wel goed gekeken? Maar een paar andere schelle stemmen schreeuwden rumoerig in 't rond en men luisterde opnieuw gretig. Een luchtschip ging in tyd van oorlog altijd met gedoofde lichten er op uit en de klem* van z'n huid was precies als de wolken, zoodat je moeite had hem daarvan te onder scheiden. Er werd een kringetje gevormd om de mannen die aan 't woord waren en intusschen trok een brand- gloed den geheelen horizon langs, steeds donkerder, dieper van kleur wordende, tot dat hij pal West door gruwelijk zwarte, op elkander ge stapelde wolkmassa's werd gebroken. Van achter dat geweldige tumult van loodzware, gezwollen verdiepin gen schoot plotseling een geheim zinnig en reusachtig monster en het publiek wees er naar en stond schuw bij elkaar gedrongen. Diit was de luchtdreadnought en fluisterend en wijfelend en druk uitleggend werd nu gefantaseerd. Steeds hooger en zwaarder dreigender werden de pik zwarte vulkaantoppen die uit zee opdoemden en in deze chaos van wilde, woeste wolken werd men wéér het luchtschip gewaar. Al dich ter dromde men saAm en met open monden werd gekeken. Opeens deed het luchtschip als een reuzen-eieren- dop die van een hellend vlak rolde en aan de „flanken", waar het eerst klapperde, rommelde en trommelde, werden de „motorvleugels" stom. Uit een „middenloop" werden een aantal zware zwarte kilo's geworpen en in een „kamertje" van luchtig modernen revolutie-bouw was het vol leven, vol beweging, vol critiek en het scheen alsof de „bemanning" daar binnen als dollen heen en weer liepen. Het gevaarte ging steeds schuiner naar omlaag en van een hoogte 1500 meter boven de zandbanken van den Noorder- en Zuiderhaaks, die hard zijn en niets meegeven (volgens berekening en verklaring van een jutter) tul- melde hy met den voorsteven in vale nevelen, krakend en kreunend, als met het hoofd tegen een muur te pletter gestooten met het ge luid van duizenden yzeren vaten die van een rots rolden. Toen de ont zaglijke luchtdreadnought schynbaar in een draaikolk lag en op en neer deinsde op de breed wiegende baren van de onmetelijke Noordzee, werd hij als een wrak bij de kim - door de golven verslonden, of het een armzalig stuk zeilhout gold van enkele honderden tonnen, niet uit gerust met dubbele schotten en de aller-modernste technische inrich tingen. De bygeloovige Heldersche men schen zagen elkaar in stomme ont roering aan. Die wel wyzer waren begonnen te lachen van ingehouden pret. Doch de ernstigen keken weer naar den overkant, waar een boven dek van ruim honderd ellen zicht baar was en waar electrisch licht flauw brandde en waar een paar schoorsteenen rook spuwden. DAt was een onzer oorlogsschepen, die er op af ging, die het zou onder zoeken, aldus meende men. Nu werden de sombere wolken, de voortschietende onweersgevaar ten uit het Westen naai" het Noord en Zuid uiteen gedreven en er kwam opening in het zwart en men zag licht-gryze nevolen-veeren en nog hoogor daarboven een lucht, teeder van kleur, met wolkjes rosewit als April-bloesems met roerlooze witte wolkjes, die als duiven in het hemelblauw nestelden. Maar trots dit mooie slot der na tuur én trots de koelbedaarde en waardige houding van aanwezige visschers die je op dit punt van 't Nieuwediep dag en nacht kunt vin den, heerschte or toch paniek onder het te hoop geloopen volk en die de „keldcring" van den wal moe door gemaakt hadden, met stier-oogen en bleeke kaken die dachten dat het uur van ramp en ellende was ge slagen, ijlden ontsteld heen en ver telden links en rechts het sensatio- neele nieuwtje dat een échte „Zep pelin", met een lading Brisant-gra- nateu on vreemde soldaten, in de branding was neergevallen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1