HELDERSCHE COURANT
Steuncomité.
PURALIMENTO'S
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1914
42e JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. De Week.
2. Tweede Kamer.
3. Feuilleton.
Adressen.
Het Centraal-bureau is gevestigd
in 't Gebouw der Openbare Werken aan
de Kerkgracht en is geopend op 'werk
dagen Yan 10—12 en 2-5 uur. Alg.
Secretaris Ds. H. BUISKOOL.
Wie flnantieelen steun wil geven,
zende zijn bijdrage aan den Heer
W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen
ningmeester.
Wie werk zoeken of werkkrachten
noodig hebben, worden uitgenoodigd
zich te richten tot het Subcomité,
dat. daarvoor dagelijks zitting houdt
in het Bebouw van den Marinebond, van
10-12 en 2—5 uur.
Voor gratis hulp in de huishouding
wende men zich tot den Heer W. VISSER,
Stationstraat 4.
Degene, die gratis een rantsoen
eten wil bekomen, kan zich opgeven
by Mevr. DE BOER-J0N8KEES, Koning
straat 28-30.
Wie tengevolge van de mobilisatie
llnantieele hulp noodig heeft, melde
zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag
of Donderdag aan .bij het Subcomité
voor Ultkeering, Gebouw der Openbare
Werken, 10—12 en 2-4 uur.
Wel weten de Pransche berichten
heel precies mede te deelen, hoeveel
gesneuvelde Duitschers er per K.M.
zijn. De Duitsche generale staf daaren
tegen waagt zich aan zulke zeer
approximatieve schattingen niet.
De klachten over de Engelsche
hulp in Frankrijk, dat meer hulp
troepen schijnt verwacht te hebben
dan Engeland kon uitzenden, worden
besproken in de Westm. Gazette. Dit
blad zegt, dat Engeland Belgis niet
in den steek heeft gelaten. „De strijd
is pas begonnen en zal niec geëindigd
worden zonder dat Engeland in staat
is, met grootc vasthoudendheid eraan
deel te nemen. Met de Engelsche
vloot en het leger, dat onder bedek
king dier vloot kan worden gevormd,
heeft Engeland groote vooraeelen voor
het land zelf en voor de bondgenooten.
En zoo Engeland die goed weet te
gebruiken, zal aan dit land de beslis
sende taak te beurt vallen, evenals
voor honderd jaren in den strijd tegen
Napoleon."
De Algemeene toestand.
Twee voorstellingen liggen vóór
ons van hetgeen gebeurt aan de
Westelijke grens van het Duitsche
Rijk, op het Duitsch-Fransche oor
logsterrein.
De Duitsche voorstelling, getee-
kend door den souschef van den
Duitschen generalen siaf, den Gene-
ral-Quartiermeister von Stein, zegt
dat de Fransche troepen over dege-
heele linie van Kamerrijk tot de
Vogezen verslagen en in terugtocht
zijn. De Engelscheu verslagen bij
Maubeuge. De Fransch-Belgische troe
pen tusschen Sambre en Maas terug
geslagen tot voorbij Maubeuge, de
Franschen in Lotharingen terugge
slagen in Zuidelijke richting. En de
Belgische troepenmacht uit Antwer
pen, die klaarblijkelijk door een aan
val in den rug van het Duitsche
leger de Fransoh-Engelsche bond
genooten wilde steunen, werd op
Antwerpen teruggeslagen.
En overal, zeggen de Duitsche be
richten, werden de vijanden in dórouhe
teruggeslagen.
De Fransche berichten geven Loe,
dat de Engelsche troepen over een
zekeren afstand werden teruggesla
gen. Doch zij betoogen, dat de Fran
ache troepen hunne posities konden
•behoudenen dat zelfs in de Vogezen
de Duitschers tot den terugtocht ge
dwongen zijn.
Nu is het in de geheel reeks ope
ratien reeds gebleken, dat de be
richten van den Duitschen generalen
staf onopgesmukt, zonder omwegen,
de naakte waarheid vertellen. En
dat de Fransche berichten aan over
drijving lijden, hebben niet alleen
wij opgemerkt, maar is een oorzaak
van ontstemming in Engeland.
In een artikul van den „Mauch.
Guardian" werd geklaagd over de
„suppressio veri" in de officieele
Fransche berichten, en waarin gezegd
werd, dat bladen van zoo uiteen-
loopende richting als de ,/L'emps" on
de „Humanité" het „een grove fout
achten van de Regeering om het volk
als kinderen te behandelen, en liet
de waarheid over onaangename -ge
beurtenissen te onthouden."
Een soortgelijke klacht betreft de
publicatie der verlieslijsten. De Duit
sche generale staf publiceert eiken
dag officieele lijsten van de verliezen,
van het eigen leger, waarin alle
dooden en gewonden worden ver
meld, met bijvoeging van de gewonde
deelen, en van de vermelding of de
wond ernstig of licht is. De Fransche
staf heeft tot dusver nog geen enkele
verlieslyst gepubliceerd, waardoor in
Frankrijk steeds overdreven gerüchten
in omloop zijn en het vertrouwen
wordt geschokt. Dit is een opmerking,
die uit Parijs aan den „Manch.
Guardian" wordt geseind, en dus van
de zijde dier geallieerden komt.
DUITSCHLAND.
Verliezen.
De achtste Pruisische verlieslijst
vermeldt aan dooden: 15 officieren
en 113 man, aan gewonden: 24 offi
cieren en 513 man, aan vermisten:
174 man, tezamen 39 officieren en
800 man. Hierbij komt nog een hoog
geplaatst ambtenaar van de veldpost,
die aan ziekte gestorven is, tezamen
dus een verlies van 840 man.
Het gelieele verlies tot nn toe be
draagt 3389 man.
De verliezen van de marine en van
de Saksische, Beiersche en Wurtem-
bergsche legers worden afzonderlijk
opgegeven.
De Duitsche luchtschepen.
Van ambtelijke zijde verneemt de
„Lokal-Anzeiger"
Onjuiste berichten in de pers over
de deelneming van een luchtschip
aan den strijd om Luik, hebben
naar uit tal van brieven van lezers
blijkt den onjuisten indruk ge
vestigd, dat het luchtschip, om den
aanval krachtdadig te ondersteunen,
tot 600 M. en lager had moeten dalen.
Op dergelijke geringe hoogten zou
het luchtschip nog daargelaten
het groote doel, dat het den vijand
zou bieden - gevaar loopen, door
de ontploffing van zyn eigen projec
tielen beschadigd te worden. Zulk
een fout is daarom, gelijk van zelf
spreekt, niet gemaakt. Alle voor
stellen van uitvinders, die op dat
onjuiste bericht rusten, zijn daarom
nutteloos.
Negen paters Redemptoristen
doodgeschoten.
De Parijsche correspondent van
„De Tijd" meldt, dal, negen paters
Redemptoristen door Duitsche sol
daten zijn doodgeschoten. De patera
woonden in het klooster tu Reidis-
heim. Touu deze stad voor de eerste
maal door do Fransche troepen was
ingenomen, werden eenige Fransche
soldaten door de paters gastvrij ont
vangen. De Duitschers zaten echter
de soldaten, die vluchtelingen bleken
te zijn, up de hielen, drongen het
klooster binnen en schoten negen
paters op het kloosterplein dood,
tegelijk met de gastvrij ontvangen
Franschen.
Een dorp verwoest.
Straatsburg i. d. Elzas, 27 Aug.
Uit Dahlheim in Lotharingen wordt
aan de „Mörchinger Naehrichten"
gemeldNadat op 20 Aug. uit de
huizen op de Duitsche troepen was
goschoten. werd op bevel van den
commandant het dorp beschoten en
met den grond gelijk gemaakt.
Dahlheim was een dorp in het
district Chateau Salins en had. 286
In Oost-Pruisen.
Uit een bericht, hetwelk het Ber-
liner Tageblatt uit Dirsehau heeft
ontvangen, blijkt, dat men van Zater
dagavond af bezig is uitgestrekte
streken in Oost-Pruisen, in het bizon
der een strook bij Elbing, onder
water te zetten. Dit is geen teeken,
zegt het Berliner Tageblatt, dat het
er voor de Duitschers slimmer uit is
gaan zien. Het is een maatregel van
voorzorg, die men al lang had beraamd.
Uit de buurt komeu nu tallooze vluch
telingen te Dirsehau aan. Zij hebben
op bevel van den commandant van
Marienburg hun -dorp verlaten. Zij
komen met den trein of op allerhand
andere vervoermiddelen. Met hen
komen bewoners van Gumbinnen en
Interburg. Zij worden vriendelijk
ingehaald en verpleegd, zoo meldt
het Berliner Tageblatt verder.
De stemming van de heele bevol
king is uitnemend, zij heeft het
vertrouwen op de Duitsche wapenen
nog niet verloren.
Er komen te Dirsehau ook transpor
ten Russische gevangenen voorbij.
Uit de verhalen der Duitsche gewon
den blykt, dat er vinnig is gestreden.
Het groot aantal sabelwonden bewijst
dat er vele cavalerie-gevechten heb
ben plaats gevonden.
Waarom Duitschland In het
Westen aanvalt.
In de Duitsche pers komt een be
schouwing voor van den gepensio
neerden luitenant-generaal v. Blume
over de redenen die Duitschland
dwingen, in de eerste plaats zijn
krachten te eoncentreeren op het
westelijke oorlogsterrein.
Nu Duitschland van twee kanten
door tegenstanders bedreigd wordt
is het zaak eerst met den gevaarlijk
sten af te rekenen, om zich dan te
keeren tegen den ander, wiens op-
marsch intusschen zooveel mogelijk
moet worden vertraagd.
Duitschland had zich naar twee
fronten tot verdediging kunnen be
palen en zou zich dan zijn tegenstan
ders wel van het lijf hebben gehouden,
maar de uitslag van den strijd zou
in dat geval negatief zijn geweest,
in dien zin, dat Duitschland op geen
enkele schadeloosstelling voor de
zware offers, die het, zich moet ge
troosten, aanspraak zou hebben kun
nen maken.
Het doel van Duitschland is daarom,
eerst Frankrijk zoo „murw te slaan",
dat het voor langen tijd als tegen
stander niet meer te vreezen is, om
daarna met Rusland af te rekenen,
en te hernemen wat men thans in
het oosten moet prijsgeven.
„Als Ruslaad eindigt de schr.
ons zelf dan niet schadeloos kan
stellen voor het ons berokkende na
deel, zal zijn bondgenoot die daartoe
steeds bereid is gebleken, hem wel
willen bijspringen."
Engeland en Oostenrijk-Hongarije
schakelt de schrijver in deze beschou
wing uit. Al erkent hij dat de Engel
sche vloot Duitschland aanzienlijke
schade zal toebrengen, ueu schade
die grooter wordt naarmate de oorlog
langer duurt, hij acht den invloed
van het Engelsche expeditieleger op
den gang van zaken klein.
Oostenrijk-Hongarije, 't welk thans
Duitschland nog maar weinig tegen
de Russen kan helpen, zal in de
eindafrekening ook een hartig woordje
niedespreken.
De vluchtelingen uit
Oost-Pruisen.
Berlijn, 27 Augustus. De te Berlijn
aangekomen vluchtelingen uit Oost-
Pruisen, die huis en hof verlieten
om aan de brutaliteiten der Russische
wUze van oorlogvoeren te ontkomen,
hebben door de verspreiding van niet
te controleeren geruchten een zekere
onrust in de bevolking gebracht, die
wellicht ook tot in het buitenland is
doorgedrongen. Een vertegenwoordi
ger van den generaion staf heeft aan
de pers opnieuw de verzekering ge
geven, dat de militaire toestand zoo
wel in het Westen als in het Oosten
het recht geeft tot vertrouwen eir dat
men intusschen in binnen en buiten
land zich beeft kunnen overtnigeu,
dat de mededeelingen van de Duitsche
militaire autoriteiten steeds met de
feiten overeenstemmen. Als men deze
verzekering mag gelooven, zullen
vermoedelijk op het Oostelijk oorlogs
terrein nog voor het einde van deze
maand beslissende dingen gebeuren.
De iapansche aanval op
Klau-Tschau.
Het „Berliner Tageblatt", dat ons
sinds 1 Aug. geregeld gratis wordt
toegezonden, is ten zeerste veront
waardigd over Engeland's houding
inzake de oorlogsverklaring van
Japan aan Duitschland. „Wat moet
er van je terechtkomen, Engeland?"
roept het blad uit. Of men zich Japan
niet langs diplomatieken weg van
het lijf had kunnen houden, is eene
vraag, die later zal worden beant
woord, zegt het blad. Eventueele
fouten verontschuldigen de gele
mitsdadigerspolitiek niet. Het blad
wydt dan eenige woorden aan dezen
lafhartigen rooftocht naar de zwak-
BLIKGROENTEN,
Vruchten in flac., Geleien, Jams,
Tafelzuren en Limonades
zijn zuiverder en smakelijker en
toch niet duurder dan andere
prima merken.
De geneeskundige Commisaie
Prof. Dr. P. RUITINGA,
Pror. Dr. R. K. SALTET,
Prof. P. v. d. WIELEN,
Hoogleeraron aan de Arasterd.Dnl versiteit,
geelt U dc meest mogelijke garantie voor
hyglanischo behandeling en zuiverheid
der artikelen.
Gegarandeerd vrij van kleur
stoffen en conserveermiddelen.
Htgiiniiche Fabiiek van Veiduuizaandt
Laiensmiddelen imlardaia.
(Volksfantasie).
Actueele schets van P. N. v. R.
By den Windwijzer drong al meer
en meer volk op uit de oude, lage
huisjes van 't Westen en door de
Artilleriestraat klonk roezighol het
stemmen-gerucht als een gonzend
krakeel, gedempt en luidruchtig
tegelyk, van lioden die op het late
uur de omgeving in opschudding
brachten en ook naar den Zeedijk
trokken om er zeer nieuwsgierig en
scherp naar den overkant te staren,
met een rilling over de ruggen en
met angst in de vertrokken ge
zichten.
Daar in de verte stolpte de hemel,
als violet porselein doorvonkt van
sterren, een wijde stilte rondom het
geopende graf van 't schepenberkhof
en over .het vloedwater van den
Noorder- en Zuiderhaaks spiegelde
een glinster-groene weerschijn, pur
per blauwig, doorvlekt van kleurig
oliedrijfsel en de golven klotsten
zoetjes in zomerig duister tegen On
rust, waar een helder wit nacht
lichtje de donkering inpriemde, schich-
tig-klaar en dan weer spook-snel uit
gedoofd.
Maar verderop in de eenzaamheid
van het Westen hing ueu onrustige
ouweerawoeling in de lucht, de wind
lag er dood als was 't dolle schepsel
gekold door zeeduivelen en hier aan
de kim was het één ge tui mei van
gedrochtelijke zwartigheden tegen
elkaar in.
Groene en roode seinvuurtjes van
voorbijvarende torpedobooten sterden
laag over de golf-rollingeu en pijpen
basten een wrangtonigen zang dooi
de stille duisternis waarin zooeven
de flikkerglanzen en spelingen van
een zoeklicht hadden rondgespiegeld.
En in deze richting keken de
buurtmenschen mot verschrokken
wijdgespalkte oogen, onder hun hui
verende handen, alsof zij in de ver
beelding waren dat er een gruwbaar
onheil dreigde alsof zij luisterden
naar een klagende en schreiende
siréne van schip-in-nood, naar de
roepende stemmen van hen die met
radeloosheid langzaam ten onder
moesten gaan in de onpeilbare diep
ten des doods.
„Je kan geen steek zien", jam
merde een vrouw in nachtgewaad,
die met een pantoffel haar jongens
wegjoeg omdat ze half ontkleed naar
buiten waren gekomen om te zien
wat er gaande was.
Een troep kerels en vrouwen en
meiden en jongens en kleine kinde
ren rekten de hoofden en tuurden
aandachtig yoor zich uit en een oude
zeerob, die er pas bijgekomen was
en van de ongewone drukte niets
begreep, strompelde nuar een jongen,
beschermde stad. Dit volk, zoo zegt het,
welks individueele waarde wy veel te
hoog hebben geschat, tracht Kiau-
Tschaute stelen, zooals het by de
Chineezen de cultuur en by de Euro-
peeërs de kleeding stal.
Maar deze Japansche rooftocht was
slechts mogelijk, aldus gaat het blad
voort, wijl de huidige regeering in
Engeland hem toeliet en wilde.
Grey, Churchill en koning Edwards
diplomatieke kamerdionaar, Sir Ed
ward Ni cbolson, hebbende gele bende
tegen Kiau-Tschau opgehitst. Wilden
zij beweren, dat ook Duitschland door
geweld bezit heeft genomen van deze
plaats, die eigenlijk den Chineezen
toebehoort? Een dergeiyk voorwend
sel paste allerminst voor het land-
hongerige Engeland en zou boven
dien ook niet volgens de waarheid
zijn. Toen de Duitsche zeeman en
de Duitsche ingenieur het stuk Chi-
neesche aarde betraden, was het
leeg, onvruchtbaar, arm. Duitsche
arbeid en Duitsche intelligentie heb
ben daar de verwonderlijke werken
tot stand gebracht. Ieder, die er ooit
geweest is, spreekt niet dan met
bewondering van de schoonheid en
de kracht der kolonie, de praktische
inrichting van een en ander, de
nette straton, de schaduwrijke lanen.
Al die jaren heeft een aantal Duit
schers, zelfs geheele families, schep
pend en opbouwend aldaar geleefd.
En tegen dit Duitsche werk, tegen
deze woonstedon, tegen dit plekje
Europa, laat Sir Edward Grey de
gele roovers los
Zeer zeker is de door Japan be
raamde aanval en de oorlogsverkla
ring aan Duitschland door niets te
te motiveeren, en wij deelen ten
volle in de verontwaardiging van
het blad. Dat Duitschland ten op
zichte van Belgis evenzoo gehandeld
heeft en zich niet ontzag de grenzen
van dit land te schenden toen het
zich tegen zijn plannen verzette, -
het blad begrijpt, dat. het. betere deel
van Engeland mot Duitschlands voor
beeld voor oogeu, de dingen anders
ziet en beoordeelt dan de Dultscher.
Maar de Engelschman vergeet, zoo
gaat het blad voort, dat eerbied
voor de rechten van vreemden
niet steeds het kenmerk van het
karakter van Groot-Brittannie is
geweest. Wij begrypen niet, zegt het
het blad verder, dat die Engelschen,
die In zich nog den ouden trots
hebben bewaard hunner natie, zich
niet er over schamen, dat hunne
natie tot schildknaap heeft gediend
van het Russendom en tot bloed-
verzorger van het Japansche roof
dier. Die Engelschman, die in Indië
zelfs op den beschaafden Pars neer
ziet als op een minderwaardige, houdt
behulpzaam de ladder vast wanneer
het- slechtste dievenvolk van Azië
in Europeesche woningen wil in
breken?
Sir Edward Grey volgt slechts zyn
dorre haat, waar hy de Japanners
tegen de Duitsche bezetting ophitst,
want op Duitschlands positie heeft
deze verovering geen invloed. En is
het niet een verblinding, als deze
man aan het biy vend nut zijner han
delingen gelooft en de geweldige
nadeelige invloeden niet rekent? Als
hy den weg naar Indië vrijgemaakt
heeft om de Russen te bevredigen,
bereidt hij de ruïne van don Engel
schen invloed in China voor
Tot zoover het „Tageblatt".
Maar wat anders in 's hemelsnaam,
zouden op onze beurt wij willen
vragen, dan haat, dorre, verblinde
haat, kenmerkt dezen ganschen,
jammerlijken wereldkrijg? Waarvoor
moest Duitschland Frankrijk aanval
len en België schenden en een gruwel
brengen over het bloeiende Vlaamsche
•land? Waarvoor vernietigt het eigen
handel, straks misschien eigen vloot,
de levens van velen zyner beste
jonge krachten
FRANKRIJK.
Het nieuwe Fransche ministerie.
Parijs, 27 Aug. De reorganisatie
van het kabinet, waarvan het resul
taat is de vorming van een groot
ministerie van patriotten van alle
politieke partyen, vindt overal in
stemming. De bladen juichen het toe
dat aan het ministerie van oorlog
nu als hoofd optreedt de bekwame
organisator Millerand, die sedert het
begin van den oorlog zich op onder
geschikte plaats aan het departement
van oorlog bezig hield met de belang
rijke quaestie van de verzorging van
het leger. Eveneens juicht men toe
dat de buitenlandsche zaken worden
toevertrouwd aan den man die het
stelsel der Fransche bondgenootschap
pen ontwierp. Zelfs de „Figaro", die
Delcassé zoo vaak bestreed, schryft
nu niet alleen dat men geen betere
keuze had kunnen doen, maar dat
men zelfs geen andere had kunnen
doen. De „Humanité" schrijft naar
aanleiding van het intreden in het
ministerie van Sembat en Guesde,
dat de socialistische groep erkende
de verantwoordelykheid in den door
de gebeurtenissen ontstanen toestand
niet te .kunnen ontgaan, en het blad
meldt dat morgen een verklaring
zal versohynen omtrent haar aandeel
in den arbeid voor de nationale ver
dediging, waarvoor ze nu twee ver
tegenwoordigers in de regeering man
daat heeft gegeven.
zyn hand op diens schouder leggend.
„Wat is t'r toch aan de hand?
Ik lag al in de kooi mot je wete,
maar m'n schoondochter porde me
en zei dat er op dijk zooveel geloop
en herrie was."
„Och baas, ze zeggen dat er een
luchtschip op de kust is."
Hèèèèè?" schrok het mannetje en
hy werd nu zeer opmerkzaam en be
gon met heete begeerigheid te loeren.
„Is er iets gebeurd?" informeerde
een burgerjuffrouw voorzichtig en
zenuwachtig aan een visscherman.
Deze veegde met grooten rooden
zakdoek een parelende droppel van
zyn neus weg, die er geruimen tijd
roekeloos aan getrild had, keek haar
gewichtig aan met zyn beenig ge
zicht vol plooien en zei
„Er mot 'n „Zeppelin" in de lucht
zyn."
„Groote Godhygde het wyfje en
kreeg een kleur op haar glimmend
zeepgezicht. „En zitten d'r spion
nen in?"
„Natuurlijk en ook bomme en
granate en dynamiet," sprak hy
ernstig en wees daarby met groot
gebaar naar de troebelige vochtige
mistigheid in zee.
„Hebbe we eindelyk van 't jaar
eens 'n schip op de bol vroeg een
huisvrouw met omslagdoek over d'r
wit jak en die ook al niets snapte
van de volksverzameling.
„O, mensch zwyg er van stil
Te Parijs.
In den niets-ontzienden oorlog zyn
ook kunstschatten niet veilig. Te
Parys zyn dan ook bizondere voor
zorgsmaatregelen getroffen ter be
scherming van de kostbaarste kunst
producten, in 't bizonder met 't oog
op bommen werpende luchtschepen.
Zoo is de Venus van Milo, welke in
'70 in een onderaardsche bewaarplaats
werd geborgen, thans in veiligheid
gebracht in pantser-omhulling. In
het vertrek waar de hervonden Jo-
conde glimlacht, zyn de vensters met
ijzeren luiken afgesloten. De musea
worden voorloopig niet meer open
gesteld. Intusschen biyven alle kunst
werken waar ze zyn, anders dan in
1870, toen de kostelijkste schilderyen
van 't Louvre naar Havre werden
gebracht aan boord van een kruiser,
welke er mee rondvoer tot de oorlog
voorbij was.
De militaire toestand.
Parys, 27 Augustus. (Part.) Alle
berichten van het oorlogsterrein zeg
gen dat de groote slag vandaag met
groote hevigheid en verbittering is
voortgezet. De algemeene toestand
schynt hier vertrouwen in te boezemen.
Men geeft zich er ten volle reken
schap van dat het Fransche leger
stydt tegen het geduchste leger
der wereld.
De taktiek, het doel en de hoop
van de Duitschers was, het Fransche
leger snel te verpletteren, na den
opmarsch door België, om daarna
hun hoofmaebt beschikbaar te krijgen
tegen Rusland. Het Fransche leger
weert zich echter met groote vol
harding en koestert zelfs de hoop
weer tot den aanval te kunnen over-
n, al heeft de eerste poging in die
richting gefaald. De tegenstand van
het Fransche leger, gesteund door
Engelsche troepen, is zoo sterk ge
weest en op sommige plaatsen zoo
schitterend, dat het Duitsche leger
zeer groote verliezen heeft geleden
en, naar de berichten van vanavond
melden, geen voordeelen van betee-,
kenis heeft behaald. De Franschen
zyn over een deel van hun front een
weinig teruggetrokken, maar op een
ander deel - tusschen de Vogezen en
Nancy vooruitgedrongen.
Gelijk vanzelf spreekt zyn do ver
liezen aan Fransche zijde in den reeds
dagen lang woedenden strijd, ook
zwaar.
Alle verhalen van gewonden en
ooggetuigeu, zoomede de officieele
rapporten wijzen er op, dat deze
strijd vreeseiyk en grootsch Is. Overal
langs het front komen woedende
moorddadige gevechten van man
tegen man voor. Van beide kanten
zyn de verliezen van menschenleveus
reusachtig.
Men vertelt met allon schyn
van waarheid hier reeds vantoo-
neelen, die zoowel heldhaftigheid als
verschrikking ademen.
Parys, 27 Aug. In zyn dagelyksch
overzicht van den militairen toestand
zegt de „Teraps"
Laat ons niet uit het oog verlie
zen het Russische leger, dat voort-
rukt en iederen dag grooter wordt.
Het telt thans dertien legercorpsen
aan het front en zal er weldra dertig
tellen. Duitschland beschikt aan de
oostgrens bij lange na niet over de
noodige krachten om de Russen tegen
te houden. Ziedaar de oorzaak van
de hevigheid der aanvallen in Noord-
Frankrijk. Duitschland zal onvermy-
deiyk gedwongen worden een dun-
ning te houden onder de troepen die
het tegenover de onze heeft gesteld.
De groote strijd in Noord- en
Noordoost Frankrijk.
Berlijn, (W. B.) (Zonder opgave
van datum en vermoedelijk door de
censuur besnoeid).
Uit hot groote hoofdkwartier: Het
Duitsche Westerleger is, negen dagen
na het begin van zyn concentratie,
onder voortgezette overwinningen in
Fraosch gebied binnengedrongen. Van
Kameryk (Cambrai) af tot aan de Zui
delijke Vogezen toe is de vyand
overal verslagen en bevindt hy zich
in vollen terugtocht. De omvang van
zijn verliezen aan gevallenen, gevan
genen en oorlogsmaterieel kan by
de reusachtige uitgebreidheid van de
gezamenlyke slagvelden in een ge
deeltelijk onoverzienlyke woudrijk een
bergachtige streek nog niet by be
nadering geschat worden.
Het leger van veldmaarschalk (Ge-
neral-oberst) von Kluck wierp het
Engelsche leger bij Maubeuge terug
en viel het met een omtrekkende
beweging heden ten Zuidwesten van
Maubeuge opnieuw aan.
De legers van veldmaarschalk von
Bülow en veldmaarschalk von Hausen
(oud-minister van oorlog in Saksen)
hebben tusschen de Sambre, de Maas
en Namen ongeveer acht legercorp
sen van Fransche en Belgische troe
pen volledig verslagen, in gevechten,
welke verscheidene dagen geduurd
hebben. De vyand wordt op het
oogenblik voorbij Maubeuge, ten
oosten van deze stad, vervolgd.
Namen viel na een beschieting van
ree dagen.
De aanval op Maubeuge is ingeleid.
Het leger van hertog Albrecht van
Wurtemberg heeft de door hem ver
slagen troepen over de Semois ver
volgd en is over de Maas getrokken.
Het leger van den Duitschen kroon
prins veroverde een sterke stelling
vooiby Longwy en sloeg een krach-
tigen aanval uit de richting van
Verdun terug. Dit leger rukt naar
de Maas op. Longwy is gevallen.
Het leger van den kroonprins van
Beieren werd by de vervolging in
Lotharingen door nieuwe vyandelijke
strydkrachten van uit Nancy en uit
het Zuiden aangevallen.
Veldmaarschalk von Heeringen
(oud-minister van oorlog van het
Duitsche rijk) zet de vervolging in de
Vogezen naar het Zuiden voort.
De Elzas is door den vijand ont
ruimd.
Uit Antwerpen deden 4 Belgische
divises gisteren en eergisteren een
aanval op onze verbindingslijnen in
de richting van Brussel. De tot op
sluiting van Antwerpen achtergelaten
strijdkrachten versloegen deze Bel
gische troepen, maakten vele ge van
hen en vermeesterden kanonnen.
De Belgische bevolking heeft byna
overal aan de gevechten deelgenomen.
Daarom zijn de strengste maatregelen
tot onderdrukking van het bende
wezen der franctireurs genomen.
De bescherming van do vorbin-
dingslynen moest totnogtoe aan onze
legers zelve overgelaten worden.
Daar de tot dat deel achtergelaten
troepen echter in het front noodig
zyn voor den verderen opmarsch,
heeft Z. M. de mobiliseering van den
landstorm gelast. Deze wordt tot be-
veiling van de verbindingslijnen en
de bezetting van België opgeroepen.
Dit onder Duitsch bestuur komende
land zal voor alle behoeften van het
leger gebruikt worden om het gebied
van het vaderland te ontlasten.
w.g. VON STEIN,
kwartiermeester-generaal.
Beriyn, 28 Augustus. (Wolff.) Uit
het groote hoofdkwartier:
Het Engelsche leger, waarbij zich
3 Fransche divisies territoriale troepen
hadden aangesloten, is ten Noorden
van St. Quentin geheel verslagen en
in vollen terugtocht over genoemde
plaats. (St. Quentin ligt 60 K. M.
van het meest nabij gelegen punt
zat er maar 'n flinke boot, dan
konden de mannen misschien nog
wat verdienen - maar het is véél
érger."
„Watte?"
„D'r is een luchtschip in de buurt
en nou denken ze dat-ie daar ergens
zweeft."
Er kwamen voortdurend nog meer
lieden van beneden naar den grint
weg en die in deze dagen zooveel
zenuwmoordende angsttydingen lezen
over den oorlog, schenen thans op
geschrikt en stapten direct over de
tramrails op de keien, waar ze als
uitverkorenen heelemaal vlak voor
aan stonden.
't Werd een hevig gedrang en
overal hoorde je mompelen van het
gearriveerde luchtschip - een ge
rucht dat een schok door de menigte
deed gaan. Men praatte er levendig
over. Maar hoe was 't nou toch mo
gelijk dat zoo'n ding hierheen kwam.
De kustwacht waakte toch en die
had zeker bijtyds gewaarschuwd en
dan was onze marine er wel op uit
gegaan. En als je nou maar wat kon
zien in die wolkon, doch het leek
net of je zwart glas voor do oogen
had. Men keek star in de duistere
verte, aangeprikkeld tot een vurige
oplettendheid. Doch niemand ont
dekte iets. Doorgaans was zoo'n
luchtschip bij avond toch verlicht en
dan zou je tenminste wat van de
lijnen, van het figuur moeten zien.
van de Fransch-Belgische grens.)
Verscheidene duizenden gevangenen
7 batterijen veldgeschut en 1 zware
batterij zijn in onze handen.
Ten Z.O. van Méziéres (Westelyk
van Sedan, a/d Fransche Maas) zijn
onze troepen na voortgezette ge
vechten met een breed front de Maas
overgetrokken.
Onze linkervleugel heeft, na ge
durende 9 dagen slaags te zyn ge
in het gebergte, de Fransche
bergtroepen teruggedreven tot ten
Oosten van Epitial (Westelyk van de
Vogezen, 45 K.M. van de Fransch
Duitsche grens) en rukken nog zege
vierend op.
Parijs. 27 Augustus. (Reuter.) Het
officiëele bericht, tegen middernacht
bekend gemaakt behelst o. m.
In het Noorden werd het Engelsche
leger door een groote overmacht aan
gevallen en is het, na schitterend
tegenstand geboden te hebben, gedwon
gen geworden een weinig terug te
trekken.
Onze legers op den rechtervleugel
handhaven zich in hun stollingen.
Onze troepen wierpen verscheidene
aanvallen van de Duitschers op de
Maas met groote kracht terug. Een
vaandel werd veroverd.
De Belgische veldtroepen, die mede
Namen hebben verdedigd, en een
Fransch regiment, dat hen had ver
sterkt, hebben onze liniën bereikt.
In België heeft het Belgische leger
uit Antwerpen zich door een aan
vallende beweging los gemaakt. Het
houdt verscheidene Duitsche divisies
vast.
In de Vogezen hebben onze troe
pen het offensief hervat en de vyan
delijke strijdkrachten aangevallen, die
ons gisteren gedwongen hadden terug
te trekken. De Duitschers hebben
gisteren de onversterkte stad Saint
Dié (a.d. Meurthe, ten W. v.d. Vo
gezen) beschoten en geplunderd.
In de streek tusschen de Vogezen
on Nancy wordt ons offensief sedert
5 dagen onophoudeiyk voortgezet.
De verliezen der Duitschers zyn zeer
groot. Ten Z.O. van Nancy werden
op een front van 3 K.M. 25000, by
Vitrimont (W. N. W. van Lunéville)
op een front van 4 K.M. 4500 lijkeu
van den vyand gevonden.
De tot officier in het Legioen van
Eer benoemde gouverneur van de ge
capituleerd hebbende, zeer oude en
slechts door een bataljon verdedigde
vesting Longwy is overste Darche.
BELGIË.
Antwerpen In 't donker.
Onder dit opschrift lezen wij in de
„Nieuwe Gazet"
Wie heeft er ooit Antwerpen gezien,
als dezen nacht?
Om halfnegen, wanneer de regen
nog neerdruilde in de roeten duister
nis, was 't de rechte nacht voorden
aanvang van 't Wonderjaar.
De krijgsgouverneur b3d op 't laatste
oogenblik bevel uitgevaardigd, dat
alle neringdoende huizen om 8 uren
reeds gesloten moesten worden, dat
alle licht op den openbaren weg
moest worden uitgedoofd, en dat alle
tramverkeer moost ophouden.
Dat was nu wel eens de ware staat
van beleg.
Als een vuurtje zoo verspreidde
zich het nieuws, al was het nog
nergens aangezegd, en de politie
moest dan ook byna nergens meer
de menschen tot sluiten aanmanen.
Dat is ook weer wat, dat we ge
woon moeten worden.
Een massa menschen, die verrast
waron op weg naar huis, hadden nu
door een nooit geziene duisternis
naar huis te sukkelen. Voor buiten-
menschen is dat zoo erg niet, die
hebben kattenoogeu. Maar die moeten
de Sinjoren nog krijgen.
Intusschen namen zede zaak alweer
koeltjes op. Ze struikelden van het
voetpad, botsten elkaar op 't lijf,
hielden Peer voor Pauw en Pauw
voor Kobe liepen ook wel eens
een straat abuisMaar het goed
humeur verloor er waarachtig nog
niets van zyn rechten by.
Op de Meir zaten de menschen op
de drempels, onder de neergelaten
zonnetenten van de koffiehuizen en
wisselden hun indrukken over deze
nieuwigheid.
Het eerste half uur was 't ergste.
Hier en daar had men toch nog
een lantaarn laten branden, alvast
de rood witte gaslampen, die de na-
byheid van een brandsein aanduiden.
Daarmee stelden de late wandelaars
het weeral! En dan waren er in den
vooravond ook toch nog vele boven
vensters verlicht.
Hadden ze wel goed gekeken? Maar
een paar andere schelle stemmen
schreeuwden rumoerig in 't rond en
men luisterde opnieuw gretig. Een
luchtschip ging in tyd van oorlog
altijd met gedoofde lichten er op
uit en de klem* van z'n huid was
precies als de wolken, zoodat je
moeite had hem daarvan te onder
scheiden.
Er werd een kringetje gevormd
om de mannen die aan 't woord
waren en intusschen trok een brand-
gloed den geheelen horizon langs,
steeds donkerder, dieper van kleur
wordende, tot dat hij pal West door
gruwelijk zwarte, op elkander ge
stapelde wolkmassa's werd gebroken.
Van achter dat geweldige tumult
van loodzware, gezwollen verdiepin
gen schoot plotseling een geheim
zinnig en reusachtig monster en het
publiek wees er naar en stond schuw
bij elkaar gedrongen. Diit was de
luchtdreadnought en fluisterend en
wijfelend en druk uitleggend werd
nu gefantaseerd. Steeds hooger en
zwaarder dreigender werden de pik
zwarte vulkaantoppen die uit zee
opdoemden en in deze chaos van
wilde, woeste wolken werd men
wéér het luchtschip gewaar. Al dich
ter dromde men saAm en met open
monden werd gekeken. Opeens deed
het luchtschip als een reuzen-eieren-
dop die van een hellend vlak rolde
en aan de „flanken", waar het eerst
klapperde, rommelde en trommelde,
werden de „motorvleugels" stom.
Uit een „middenloop" werden een
aantal zware zwarte kilo's geworpen
en in een „kamertje" van luchtig
modernen revolutie-bouw was het
vol leven, vol beweging, vol critiek
en het scheen alsof de „bemanning"
daar binnen als dollen heen en weer
liepen. Het gevaarte ging steeds
schuiner naar omlaag en van een
hoogte 1500 meter boven de
zandbanken van den Noorder- en
Zuiderhaaks, die hard zijn en niets
meegeven (volgens berekening en
verklaring van een jutter) tul-
melde hy met den voorsteven in
vale nevelen, krakend en kreunend,
als met het hoofd tegen een muur
te pletter gestooten met het ge
luid van duizenden yzeren vaten die
van een rots rolden. Toen de ont
zaglijke luchtdreadnought schynbaar
in een draaikolk lag en op en neer
deinsde op de breed wiegende baren
van de onmetelijke Noordzee, werd
hij als een wrak bij de kim -
door de golven verslonden, of het
een armzalig stuk zeilhout gold van
enkele honderden tonnen, niet uit
gerust met dubbele schotten en de
aller-modernste technische inrich
tingen.
De bygeloovige Heldersche men
schen zagen elkaar in stomme ont
roering aan. Die wel wyzer waren
begonnen te lachen van ingehouden
pret. Doch de ernstigen keken weer
naar den overkant, waar een boven
dek van ruim honderd ellen zicht
baar was en waar electrisch licht
flauw brandde en waar een paar
schoorsteenen rook spuwden. DAt
was een onzer oorlogsschepen, die
er op af ging, die het zou onder
zoeken, aldus meende men.
Nu werden de sombere wolken,
de voortschietende onweersgevaar
ten uit het Westen naai" het Noord
en Zuid uiteen gedreven en er kwam
opening in het zwart en men zag
licht-gryze nevolen-veeren en nog
hoogor daarboven een lucht, teeder
van kleur, met wolkjes rosewit als
April-bloesems met roerlooze
witte wolkjes, die als duiven in het
hemelblauw nestelden.
Maar trots dit mooie slot der na
tuur én trots de koelbedaarde en
waardige houding van aanwezige
visschers die je op dit punt van 't
Nieuwediep dag en nacht kunt vin
den, heerschte or toch paniek onder
het te hoop geloopen volk en die de
„keldcring" van den wal moe door
gemaakt hadden, met stier-oogen en
bleeke kaken die dachten dat het
uur van ramp en ellende was ge
slagen, ijlden ontsteld heen en ver
telden links en rechts het sensatio-
neele nieuwtje dat een échte „Zep
pelin", met een lading Brisant-gra-
nateu on vreemde soldaten, in de
branding was neergevallen.