MEYs Stoffwasche Breed 28, Hoorn. Eang dei werkzi linkeden; Breed 28, Hoorn. STAM stoomt STAM verft HELDRIA T. van Zuylen, Beste Blazer Scheepswerf ven II. I. ALKEMA, „ST. Heldersche Auto verhuur- inrichting W. PRINS, KANAALWEG No. 89. CHEF KREUGER HZN Roomboter, LOUIS DOBBELMANN's Al deze soorten bevelen zich zelf aan. LOUIS DOBBELMANN Ltd., - Rotterdam. Duitsche Knip-Cursus. |Verkooping MEDISCH HAARGROEIMIDDEL „EXCELSIOR". W. VERHAGEN, Middenstraat 16, Depots OT Vergiftigde Levens. Gestoomd wordt iederen werkdag. Karpetten, Vloerkleeden, Dekens, Bedden, worden 1 2 maal per week gestoomd. Gordijnen alle dagen en op nieuw geappreteerd. Stoomgoederen en zwart te verven rouwgoederen dus deaverlaugd binnen 24 uur Zwart wordt iederen werkdag geverfd. Alle kleuren blauw worden'sMaandags geverfd. rood 's Woensdags bruin en groen, Donderd. en Vryd. Alle andere kleuren en zijde Zaterdags en Dinsdags. Aanbevelend, M. STAM. Het goedkoopst en degelijkst adres voor moffelen, vernikkelen, en verdere reparatie van Rijwielen, is bij G. KOEDIJKER, BINNENHAVEN. 33 99 HAARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 'thoofdhaar, blijktsteeds het beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Scheepswerf „De Hoop". Uitstekende gelegenheid voor reparatie, schoonmaken en bepant- seren van visschersvaartuigen en andere schepen. Altijd Koperverf voorradig. Gevraagd bekwame Houtwerkers. U. ZWOLSMAN Wz., Workum. met inventaris, voor billijken prijs te koop, aan de te MAKKUM. Tevens beste gelegenheid voor nieuw en oud werk en bekleeden. Concurreerende prijzen. bedient beslist niet anders dan R.-K. begrafenissen tegen concurreerende prijzen. H.H. Dragers ontvangen zonder korting de loonen volgens tarief. Leden en Donateurs van ,,St. Barbara" genieten de bekende korting. Informaties by de Aansprekers: A. SCHENKELS Az., Hartesteeg 2a, en M. RAMLER, Rozenstraat 76. PRIJZEN «oor hot rijden binnen de plaats Per rit f0.80. Huisduinen f 1.25. Per uur14.00. Naar bulten op conditie. BBleetd aanbevelend, W. PRINS. Fotograaf, KONINGSTRAAT 98, bij hel Koningsplein. Bekroond Binnen- en Buitenslands. ATELIER geopend van 9-4 uur. Heden noteer ik: Ie kwaliteit a 65 cent per pond. R. BAKKER Dz., KEIZERSTRAAT 56, HELDER. Vraagt in de Scheepstoko en bij Uwen Winkelier uitsluitend B.Z.K. PRUIMTABAK. RBOKTABAK S.K. RECLAMEBAAI. PORTORICO. SHAGTABAK „FAAM ADELAAR". SIGARETTEN „DEER REINA", met gouden mondstuk. Let op het fabrieksmerk „DE GEKROONDE MOOREN" en op den naam uit één stuk vervaardigd, is praktisch, elegant, van echt linnen niet te onderscheiden en goedkooper dan het waschloon voor linnengoed. Verkrijgbaar te Helder bij: W. BIERENBROODSPOT, Spoorstraat 67. HERMAN NYPELS, Spoorstraat hoek Koningstr. H. ZEGEL, Rozenstraat 54-56. NIEUW: Kragen volgens voorschrift voor militairen, bij HERMAN NYPELS en W. BIERENBROODSPOT, Spoorstraat 87. Aanvang 15 September a.s. Dames! Er bestaat weder gelegenheid om in 3-4 maanden tijd de nieuwste Costumes, Blouses, Strompelrokken, Mantelcostuums. Ulsters, Jongenspakjes en Kinderkleedinu op maat te loeren knippen en in elkander zetten. Voor het verlaten van den cursus mag men 6RA TIS een Costuum of iets dergelijks vervaardigen. Dames, die geen gelegenheid hebben een avondcursus te volgen, kunnen ook PRIVAATLESSEN ontvangen. Billijke con ditiën. Dames, die wenschen deel te nemen, worden beleefd verzocht zich spoedig aan te melden. Aanbevelend, Mej. M. P. VEEN-DE KOK. Spoorstraat 53, Heldor. Geknipte Patronen dagelijks te bekomen. wegens faillissement WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1914, 's morgens 10 uur, in het Verkooplokaal aan de Loodsgracht, van: alle goederen behoorende tot het faillissement BISMEIJER-SCHUTTE, als: Kruidenierswaren, Sponsen, Borstelwerk, Limonaden, Winkelinventaris enz. enz. Voorts: INBOEDELGOEDEREN, w.o. Salon-ameublement (rood trijp), eiken Buffet, Verloeau, Salontafels, Spie gels, Am. Orgel, Linnenkast, Veeren bed, enz. enz. Te bezichtigen daags vóór den verkoopdag van 10-4 uur. Deurw. W. BIERSTEKER. Wettig gedep., beslist eenig doel treffend middel tegen kale plekken, uitvallen der haren en haarziekte. Recept van een der meest gevierde H.H. Doctoren te 's-Gravenhage. - Heele llacon f 2.00, halve f 1.25. Verkrijgbaar bij: W. J. LAMMERS, Kapper, - Kanaalweg 169. aanspreker, beveelt zich beleefd aan. P.S. De bediening heeft plaats in Uniform-Costuum. 100 Gulden belooning wordt uitgeloofd voor het vinden en aan brengen van het lijk van den Zeemiiicien Pt DE JONG, omgekomen op Zondag morgen i.l. in de Haaksgronden. Adres: ib. DE JONG Cz., Bassingr. 29. TE HELDER DE BOER-KORVER, Spoorstraat 38. TE TEXEL Wed. JAC. BOON, Den Burg. TE WIERINGEN C. SLIKKER. TE ANNA PAULOWNA Wed. P. BAAS. -f DE WEEK. 26 Augustus. Men heeft deze week kunnen lezen in de bladen, wat de Staadsraad en oud-minister generaal Cool (de voor malige directeur van de Krijgsschool) een journalist, die een vraaggesprek met dezen even bescheiden en minza- men als gezaghebbenden man voerde, heeft gezegd over verschillende aan gelegenheden, met den oorlogstoe stand in verband staande, en waar over zoovelen onzer zich hebben verontrustDat het angstzweet telkens van hun haren drupte. Dat ze vruchteloos in bange donkere nachten den slaap zochten. Dat ze, van prikkelbaarheid, ondragelijk wer den voor hun omgeving. Dat zy hun huisgenooten even alarmistisch, ge jaagd, wanhopig maakten als zij zeiven Over enkele uren de Prui sen in het land. De arme Nederland- sche driekleur neergehaald. Bloedbad hier, Bartoloineus-nacht ft was op 24 Augustus 340 jaar geleden, dat te Parijs de „bloednacht" plaats had. Wat beduidt het cijfer van 5000 ge slachte menschen, in 1574 nog vree- selljk geacht, in de twintigste eeuw van meliniet e. a. I)bloedbad daar. De Landstorm zou in do week van 1-7 Augustus opkomenMaar w&t voor LandstormAllen van zes tien tot zestig jaren. Grootvaders en kleinzoons naar „de vuurlinie". In de café's zaten de „meneeren, die alles weten"Gij kent immers het vermaarde typete boomen, kippenvel aan te jagen. Zij trokken geheimzinnig-sombere gezichten. Ver zekerden „zooeven geconfereerd te hebben metJa, met wien Als men dè.t eens wist. Met een zeer- zeer-hooge. Met een, die „achter de schermen" kijkt. En de menschen sidderden. Luisterden, of zij nog niet de eerste, aanzwellende tonen van het Duitsche krijgslied hoorden... Thans zijn de gemoederen wat tot kalmte geraakt. Wij weten nu, dat zeer zeker het gevaar van in het conflict gemengd te worden niet geweken is. Er zyn nog allerlei voet angels en klemmen. Er blijven ver- radelijke mijnen ronddrijven, waarvan 't een „bof' is, als het schip van Staat er niet mee in aanraking komt gelyk de arme „Alice II" en „Houtdijk", in de Pinsche Golf. De stuurlieden van het Staatshulkje moeten nu buitengewoon voorzichtig zyn en almaar op den uitkijk staan. Er drijven zeer gevaarlijke raijoen En nu stellig zal 't eon „tour de force" wezen van bijvoorbeeld te ont wijken den moedwil, den opzet van ons listiglijk in het avontuur te be trekken. Jan Publiek is nu eenmaal even impressionabel als oppervlakkig. Het gevaar van overval - in de eerste dagen van het conflict zoo groot - is voorbij. Jan Publiek wordt zorgeloos. Die luchtige stemming (heeft minister Treub pas gezegd) kan in de praktijk en per slot van reke ning nog gemakkelijker, bedenkelijker worden na de overdreven paniek stemming van de eerste dat Waaruit alweer blijkt, hoeveel over eenkomst Jan Publiek heeft met „het groote kind" Maar welke schrandere, pientere „curatoren", leiders, voortrekkers hebben wij nu aan de „groene tafel", op het regeeringskussen. Hoe zeer is speciaal ook minister Treub het beeld van den schranderen, alles overzienden man van Ijzeren zelf bedwang; die in deze benarde dagen gansch zijn reusachtige intellectueele kraeht, gansch zijn stalen Ijver geeft aan het pogen te beheerschen van de zoo moeilijke crisis-situatie. Het bundeltje wetsontwerpen, dat in de zitting van Woensdag 26 Augustus bij de Vertegenwoordiging komt, geeft nieuwe getuigenis van de waak zaamheid en het doorzicht, waarmee de Regeering tal van maatregelen voorbereidt, door den toestand van het oogenblik gevorderd. Er zijn zeer belangrijke voorstellen bij, de Beurswet-1914, het „beursspel" onder Regeerings-contróle plaatsendde bijzondere maatregelen ten aanzien van prolongatie; die betreffende de mogelijkheid van uitstel van beta ling, iets, dat op een moratorium gelijkt, maar volle macht laat om te beoordeelen, of er bij een debiteur erkelijk noodstand is dan wel simula tie of aggravatie. De vijf millioen extra krediet voor Marine. Dan ookhet voorstel tot tijdelijk buiten werking stellen der bepaling, dat gedistilleerd zonder voorafgaande voldoening van accijns kan worden afgeleverd. De mogelijkheid het mandaat van Wet houders en Raads-commissien te ver- jen tot het vooijaar-1915. 't Zijn alle verstandige, practische voorstel len, die de Vertegenwoordiging onge twijfeld zonder veel debat zal beze gelen Ook de vijf millioen extra voor Marine Waardoor wij nu reeds vijf-en-vijftig millioen gulden sinds 3 Augustus j.1. hebben bestemd voor de „buitenge wone omstandigheden"... Misschien zullen sommigen zich nog willen herinneren, hoe vóór dat de groote wereld-brand losbrak geroepen werd over den benarden staat onzer geldmiddelen. En nu reeds: 55 millioen, waarop niemand kon verdacht zyn, toen (bij de behandeling der nieuwe Inkomsten belasting) in het Parlement werd geweeklaagd over wat men toen „noodstand" noemde! Inderdaad: gelijk nu onze Regee ring buitengewone geest- en werk kracht aan den dag legt, zóó zal ook zeer-buitengewone offervaardigheid noodig zijn om 'tden Staat mogelijk te maken, de loodzware verplichtin gen te vervullen, nu op hem druk kend. De vaderlander, die zijn naam wil verzwegen hebben tot het uur van zijn dood, en die minister Cort v. d. Linden tien percent van zijn vermogen aanbood (onder bepaalde voorwaarden) als eerste bijdrage tot een Fonds tot verdediging van Neder land en zijne Koloniën, hij heeft een schitterend voorbeeld gegeven. Daar moet 't nu heenDe onbe kende vaderlander schat zijn fortuin op twaalf ton gouds. En hij geeft het denkbeeld aan om een Fonds van honderd millioen te vormen. Een cijfer, dat zeker geweldig klinkt, doch waarvan het overdreven-lijkende gan- schelijk verdwijnt, wanneer men de cijfers raadpleegt, aanduidend het z.g. nationaal vermogen. Zeker, het denkbeeld van den onbekenden vader lander kan, neen, 't moet ver wezenlijkt worden. Thans dienen allen de handen ineen te slaan tot het beramen van zeer-buitengewone maat regelen, waarbij al wat naar egoisme en schrielheid ljjkt, ver op den achter grond moet blijven! De hoogste be langen staan hier op het spel. Een prachtig voorbeeld van wat samen werking vermag te bereiken, biedt ook het plan om 3 pCt. der korting op het Pensioenfonds van het perso neel Staatsspoorwegen en N. C. S. te bestemmen voor het Koninklijk Na tionaal Steun-comité. Daardoor zal men f35.000 per maand kunnen zenden naar het K. S. 0. En 't is nóg een „vlieg in een brouwketel"! Wij moeten ons eraan gewennen, dat cijfers van vele, vele tien dui zenden, - in gewone omstandigheden voldoende om grooten en bitteren, zwaren nood te stelpen, thans inder daad slechts nietige vliegjes in reus achtige brouwketels zijn Het beeld is absoluut niet te sterk gekozen. Tot 22 Augustus waren bij het Steun comité ruim acht duizend aanvragen om hulp ingekomen. Ter wijl ik dit schrijf, zal het cijfer wel gestegen zijn tot misschien tien duizend, of meer Er is noodstand, dreigende of reeds nijpende ellende in duizenden, vele duizenden Nederlandsche gezinnen van allerlei sfeer. Waarlijk niet slechts in die van de „gewone armoe"!... Tonnen gouds zijn noodig. Gelijk wij soberheid en kalmte, omzichtig wikken en wegen hebben te betrachten als men ons komt verontrusten met sensationeel© tij dingen over schending onzer neutra liteit, van welke zijde dan ook, met verhalen over spionnen, e.d., zóó is ook de grootst-mogelyke overdrij ving (natuurlijk tot de grens, waar begint hetgeen wij tegenover de rechtmatige behoeften en aanspraken van onze allemaasten verplicht zijn en blijven) een nationale plicht, op ons allen thans rustend Mr. Antonio. TWEEDE KAMER. In ons vorig nummer vertelden wy nog van de woorden van na gedachtenis, door den Voorzitter ge wijd aan wijlen Paus Pius X en het antwoord daarop namens de katho lieke fractie door den heer Nolens. De Kamer ging daarna in afdee- lingen tot onderzoek van de spoed- eischende wetsontwerpen, die ver volgens :n openbare zitting werden behandeld. Zij slaagde er niet in nog vóór den avond eindverslag omtrent een of meerdere ontwerpen ulttebren- gen, zoodat de vergadering verdaagd moest worden tot des avouds. Allereerst wordt des avouds rapport uitgebracht over het ontweip ter zake van uitstel der wethouderskeuze. De commissie geeft in overweging het ontwerp terug te nemen, daar het volgens veler meening onnoodig Bij het ontwerp bniteugewoon cre- driet voor de marine voert de heer Troelstra (s.d.a.p.) het woord. Hij verklaart dat hij en zijne partyge- nooten dezelfde houding zullen aan nemen als bij het andere buitenge wone oorlogscrediet. De vloot is wel eens de „roode vloot" genoemd, zoo zegt hij, maar thans is gebleken, en het is door heel de pers erkend, dat de geest onder de marine uitstekend is. Ook herinnert hy er aan, dat de Bond v. Minder Marinepersoneel alle actie voor salarisverbetering heeft stopgezet zoolang de tegenwoordige omstandigheden duren, teneinde de regeering in deze moeielijke dagen niet af te leiden. Spr. legt namens de soc. dem. fractie de volgende ver klaring af: De sociaal-democratische fractie in de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal brengt op een oogenblik, dat de door het imperialisme ontketende wereldkrijg de burgers der strijdende natiën ter wederzijdsche verdelging tegen elkander ten oorlog heeft ge voerd, aan alle volkeren en rassen haar broederlijken groet. In het bij zonder begroet zij de socialistische arbeidersbeweging der strijdende mogendheden, die wel het diepst de pijn moeten gevoelen, die de dwang tot broedermoord hun aandoet, omdat het jaar, waarin zy het 25-jarig be staan hunner internationale hadden willen gedenken, tevens het jaar is, waarin de tot het laatst volgehouden pogingen dezer grootste vredesmacht om den oorlog te keeren, zijn mislukt. Nu de slagvelden worden gedrenkt met het bloed van duizenden prole tariërs, die geen de minste reden hadden om elkander te haten, integen deel, in hunne internationale vak- en politieke organisaties broederlijk voor de verheffing hunner klasse ver- eenigd waren, nu aldus de nationale strijd tijdelijk de Internationale broe derschap brak, bindt zij de arbeiders klassen aller landen op het hart, de ellende, waarin de oorlog hen stortte, niet te wyten aan elkander, maar aan het kapitalisme, dat den oorlog voortbracht en aan de nog te geringe eenheid van wil en macht bij het proletariaat om hem te keeren en zij wekt hen op, de internationale, on danks het nog onvoltooid zyn van haar wereldmacht, trouw te blijven, haar ook onder de grootste verschrik kingen van deri noodtoestand, waarin de oorlog hen plaatst, in het hart te blijven dragen en hunne politieke macht te gebruiken om bij het eerste dagen der vredfesmogelykheid er voor te Ijveren, dat de vrede wordt ge sloten met erkenning van de zelf standigheid der volkeren. Als de partij van den arbeid in een klein land, welks regeering in geen opzicht aansprakelijk Is voor het uitbreken van dezen oorlog en dat alleen door strikte handhaving zijner neutraliteit zijn taak om buiten den oorlog te blijven kan vervullen, acht zij zich dubbel geroepen alle vrienden van den vrede en speciaal de arbeiders klasse aan te sporen om ook bij de vervulling van hun nationalen plicht verre te blijven van elke chauvinis tische of nationalistische ophitserlj en alles te doen, opdat uit de gru welen van dezen oorlog liet inzicht geboren worde, dat de vestiging van een internationaal verbond der vrije volkeren van Europa hun onderlingen wedstrijd naar macht en winst moet vervangen, opdat voortaan elke oorlog onmogelijk zij. Aangenomen wordt achtereenvol gens het bovengenoemde ontwerp, het ontwerp postwet en het ontwerp bestendiging van den oorlogstoestand. Minister "Cort van der Linden trekt het ontwerp wethouderskeuze in. Door den heer De Jong (u.1.) worden eenige inlichtingen gevraagd over hetgeen de minister van land bouw heeft gezegd in een interview om trent den aanwezigen voorraad. Hem komt het voor, dat de pessimistische roededeelingen in strijd zijn met het geen in een beschouwing was te lezen in de Haagsche Post opgenomen. Hoe is dat verschil te verklaren Aan den minister van oorlog vraagt hij, of het niet te ver gaat om de uitkeering voor vergoeding aan op gekomen landweerplichtigen enz. af hankelijk te stellen van de betaling van huishuur. Het komt spr. voor, dat veel burgemeesters zijn opgetre den als een soort van deurwaarders. Aan den minister van financiën vraagt hij om bescherming van hen, die polissen hebben van Lotisico, voor zoover de gestorte gelden ten minste nog aanwezig zijn. De heer T r o e 1 b t r a (s.d.a.p.) be spreekt de economische loeauiudcii en de toenemende wei keloosheid. Laat do volksvertegenwoordiging vooral goed waken dat ten koste van t\et algemeen niet te veel de bizon- dere belangen worden behandeld van enkelen. Spr. vraagt of de regeering bereid is aan de Kamer over te leggen lo. een soort van inventaris omtrent de aanwezige voorraden 2o. een op somming van de maatregelen, ge nomen om die voorraden te reser- veeren voor de consumptie, als ver bod van uitvoer voor sommige arti kelen. Ook vraagt hij maatregelen inzake de pryzen, terwijl een derde vraag is naar de maatregelen, die zijn genomen om de voorraden aan te vullen. Ten vierde vraagt de heer Troelstra naar den invloed, dien de oorlog reeds gehad heeft op de bronnen van inkomsten van de bevolking, ten vijfde naar de wijze van steun aan behoeftig gewordenen en ten laatste naar de economisch-finantieele poli tiek, welke de regeering wil volgen om het hoofd te bieden aan de om standigheden. De minister van landbouw-, n ij verheid en handel, de heer Treub herinnert aan zyn verklaring dat er geen honger zal worden ge leden in ons land en dat de regeering zich bewust is van de groote ver antwoordelijkheid,diedaardoor op baai- drukt. De regeering neemt daarvoor tal van maatregelen, die zij in ge wone omstandigheden niet op haar eigen houtje zou uemen. Veel pro ducten kimnen zonder gevaar worden uitgevoerd. Vee en varkens b.v. Hier van is de voorraad zoo groot, dat uitvoer ervan noodig is, ook al, om dat die dieren eten wat voor ons noodig zou kunnen zijn. En wat het opmaken van een inventaris betreft, dat is juist in deze dagen zoo moei lijk, ook al, omdat cijfers thans zoo weinig zeggen. Men heeft b.v. ge woonlijk rogge voor i£ maand. Is er nu ook rogge voor 7£ maand, dan zegt dat niets, omdat net gebeuren kan, dat men rogge voor veevoeder moet gebruiken. De regeering is di ligent ie.; opzichte van uitvoer van verschillende artikelen. Op verschil lende punten antwoordt de minister verder den heer Troelstra. Van den aanvang af, stond het bij de regeering vast, dat de steun voor werkloozen in deze tijden niet mag worden beschouwd als armenzorg. Evenwel moesten zij, die steeds in fondsen voor werkloosheid zelf heb ben gestort, in gunstiger conditie zijn dan de anderen, die in normale tijden daarvoor niets over hadden. Daarom moesten de gewone uitkee-_ ringen aan de aangeslotenen op de" gewone wijze plaats hebben, doch werd bepaald, dat de regeering voor de helft de kosten zou op zich nemen van hetgeen de gemeenten bovendien aan andere werkloozen uitkeeren. Het stigma van armenzorg kan even wel ook op dezulken niet worden gedrukt. De algemeene gedachte vau do re geering is deze, dat meu het normale leven zooveel mogelijk zyn gang moet laten gaan en de regeering alleen, waar dit niet kan, moet ingrijpen. Ongetwijfeld zal zij daarbij fouten maken, maar wanneer zij later ver antwoording zal moeten doen, zal men dienen in acht te nemen, dat de inaatregeleu moesten worden ge nomen in zeer snel tempo en het beter was in veel gevallen een fout te riskeeren, dan te wachten.(Applaus). Nadat de minister van oor log, de heer Bosboom, nog op enkele punten geantwoord heeft, wordt de zitting gesloten. Maandagmiddag wordt weder vergaderd, aangezien nog eenige wetsontwerpen moeten behandeld worden. Beperkte dienstregeling, vastgesteld met ingang van 17 Augustus. Vertrek van S Aankomst te Helder fi ai Amsterdam 7.38 o 10.16 12.33 3.33 4.28 7.02 7.53 S3 jjj .8 10.57 Vertrek van ÜJ) Lj H *5 Aankomst te Amsterdam Helder 8.45 •3 11.18 12.00 s a 2.38 4.10 O, 6.38 8.05 3 5 10.43 De om 4.28 van hier vertrekkende trein heeft te Heer-Hugowaard aan sluiting op Leeuwarden. FEUILLETON. Een beeld der werkelijkheid. 57) De portierster, die hem binnen zag treden, zeide tot hem: „Gij zult op het voorportaal uwer verdieping een heer vinden die u op wacht ik vroeg hem of ik de bood schap niet kon overbrengen, maar hij moest u zelf spreken." De jonge kunstenaar antwoordde haar dat het góed was en beklom de frappen. Hij vond werkelijk op de roodfluweelen bank voor zijne deur een bekende zitten; het was de directeur van den zoraertuin waar hij gewoon was des avonds te spelen. „Het spyt mij dat gij gewacht hebt, mijnheer," zeide hij haastig, terwijl hij de deur met zijn huis sleutel opende, „wees zoo goed bin nen te gaan. Terwijl myne vrouw buiten is houden wij er geen dienst boden op na, anders waart gij aan stonds binnengelaten." De directeur antwoordde niet; zijn blik zwierf vol verbazing over de fraaie meubels die de verschillende vortrekken, welke hij doorloopen moest, versierden en hij eindigde op ietwat spottenden toon te zeggen: „Het ziet ér lang niet kwaad uit bij u. Menig rentenier mocht wen schen zulk een tehuis te hebben." Onno's eerlijk gelaat werd door een purperen blos overdekt. Hij be greep maar al te goed wat de man veronderstelde. „Ik had het ongeluk mijne moe der te verliezen," zeide hij met tril lende stem, „en een deel van hare kleine nalatenschap besteedde ik om mijne vrouw van eenige weelde te omringen, het was de enkele vreug de die ik haar verschaffen kon." De directeur voelde zich beschaamd. Deze eenvoudige woorden en de toon waarop zy geuit waren, lieten hem geen twijfel over of Onno sprak de waarheid, en zich in den hem aan geboden leuningstoel latende neer vallen, hernam hij: „Myn hemel I vriend, ik kom hier niet met eene goede tijding. De zaken gaan zeer slecht." „Waarlyk?" sprak Holdius werk- tuigelyk en den slag reeds aan voe lende komen. „Ja; gy kunt dat trouwens zelf wel nagaan; het weder is dezen ganschen zomer zoo onzeker, dat de lieden zich des avonds nauweiyks buiten wagen. Ik heb nu reeds tien duizend francs minder verdiend dan verleden jaar om dezen ty d en ik ben wel gedwongen bezuinigingen te maken." „Het spijt mij zeer voor u, en waarschynlyk ook voor mij, wantik mag u niet verbergen dat, zoolang als ik geen betrekking gevonden heb die beter met myn talent overeen komt, myne werkzaamheden by u mijn voornaamste middel van bestaan uitmaken." „Dan is het geducht jammer, Hol dius, want wy moeten voortaan scheiden. Ja, ziet gy, ik betreur het van ganscher harte, want ik weet te waardeeren hoeveel gaven er in u schuilen; maar men moet zijn eigen voordeel op het oog houden, en mijne bezoekers zyn geen muziek kenners. De viool is te goed voor hen. Zij willen straatliedjes hooren zingen, door de eene of andere vrouw zonder stem, maar die hen vermaakt Ik heb u dus moeten vervangen door Yvette Guilbert." Onno zat daar als versuft tegen over hem, buiten staat een woord te uiten, en zyn bezoeker vervolgde: „Kent gy haar?" „Neen," klonk het op doffen toon." „Men kan wel zien dat gy uw vrijen tijd niet aan uitgaan besteedt. Yvette is eene ster van de eerste grootte." „Kent zij muziek?" vroeg Holdius vol bitterheid." „Geen noot. Zy zingt voortdurend valsch, daarby is zy leeiyk en wat eene onvergeefiyke fout in eene Fransche vrouw is, zy is het toonbeeld van onbevalligheid. „Heeft zy nog meer gebreken?" luidde het spottend. „Ja, nog één; zij heeft eene on aangename neusstem. De eerste in druk is dan ook ellendig, en toch voorspel ik u dat zij binnen korten tyd heel Parijs tot zich zal trekken en heel wat meer geestdrift verwek ken zal dan ooit Sarah Bernhardt of zelfs Rachel vermochten te doen." „Waardoor betoovertzlj dan wel?" „Door de onschuldige manier waar op zij de liedjes voordraagt. Y vette Guilbert is de verpersoon- lyking der naiveteit, en daar houden de menschen van." „Met andere woorden: zy heeft haar tyd begrepen." „Juist; en daarin alleen schuilt haar talent, maar het is genoeg om de wereld dol op haar te maken." „01 zeker; het komt er thans maar op aan den lieden te toonen hoe zeer men ze veracht. En waar hebt gij dien parady'svogel ontdekt?" „Bij Robert Salis, in zijn koffiehuis „le Chat noir." Ik heb dan ook reeds eene teekening ontworpen voor de aanplakbiljetten, een teeke ning die ieders aandacht zal trek ken. Salis heeft eerst ontdekt wat er in haar schuilde, hem komt daar voor dus alle eer toe, en ik heb daarom bedacht een groote zwarte kat te teekenen, uit wier staart zij opryst als een bloem. Haar donker rood geverfd baar ontsiert het ge heel wel een beetje; maar het ves tigt tevens, door zyne afgrijselijke kleur, de aandaeht op haar." „En gy komt my zeggen dat gy mij door deze nieuwe ster vervangt?" „Gy weet niet hoezeer ik het be treur, myn waarde. Ikzelf ben een hartstochteiyk liefhebber van mu ziek, en zou den dag zegenen, waar op wij het publiek door ware kunst konden trekken, maar ik vrees dat onze bezoekers nog lange jaren zul len behooren tot de wereld, die zich niet om de oude meesters bekom mert. Kon ik u nog maar behouden, om met uw vioolspel hare liedjes af te wisselen; doch er valt niet aan te denken; zij die zich tot dusverre tevreden stelde met tien gulden per avond, eischt er thans vijfhonderd; ik moet dus duizend entrees hebben voordat ik er haar salaris uitheb. Gy begrypt dat ik dus weder heel wat bezuinigingen moet maken. Ik dank de helft van myn orkest af." „Zeer wel, mijnheer." Hoe kalm hy over het uiterlijk ook mocht blijven, zyne stem ge leek zoozeer op een gereutel, dat de directeur medelyden had en zeide: „Ik weet hoe hard dergelijke te leurstellingen zyn, en als ik er iets aan kon veranderen zou ik het stel lig doen; maar ik ben verplicht aan myn gezin te denken. Ziet gy, Hol dius, gij moet daarom den moed niet laten varen; als ik u van dienst kan zyn, zal ik niet in gebreke biyven. Ik breng u zelfs een schitterend ge tuigschrift mede, en er zyn nog andere zomertuinen, waar myne aanbeveling u zeer zeker van groot nut kan zyn." „Ik dank u, mynbeer, ik zal be proeven iets te vinden." De directeur stond op, en over handigde hem een papier waarop hy inderdaad in hoogdravende bewoor dingen het talent en den yver van den jongen artist roemde. „Hebt gy misschien eenige louis noodig?" vroeg hy vol goedhartig heid: „Ik kryg ze wel later terug, alB het u schikt." „Neen, ik dank u", antwoordde Hol dius getroffen, en hem vol erkente lijkheid de hand schuddende: „Gy zijt een goed mensch, mynheer, en het spijt mij, dat gij mij niet meer noodig hebt; maar ik begrijp datgy niet anders kunt handelen." Zijn bezoeker was dieper ontroerd dan hy wel wilde toonen. Zijn lang durige omgang met kunstenaars zeide hem dat hij dezen man een genade slag had toegebracht, en vreezende dat zy'ne eigene weekhartigheid hem een poets zou spelen, haastte hy zich afscheid te nemen. Toen de deur zich achter hem ge sloten had, bleef Onno als aan den grond vastgenageld staan. Alles was dus uit voor hem; hij zou voortaan niets meer verdienen; niet eens meer in staat zijn Marcelle een weinig zakgeld te brengenWat beteekende gebrek en armoede voor hem? Ook al moest hy pakjesdra ger wezen, hij zou nog wel altyd mid del vinden een stuk brood machtig te worden. Maar zy Zy die ni'et bui ten weelde kon levendie nu reeds haar bestaan zoo hard achtte; wat zou zy aanvangen? Zij zouden moeten verhuizenwaar heen Naar een dier bedompte steeg jes, waar zon noch lucht binnendrin gen; waar pestholen, waar de dood voortdurend onder den afschuwelijk- sten vorm rondsluipt Zy zou daar moeten leven naast vrouwen wier aanraking haar een blos van schaamte naar het aangezicht zou jagennaast schipbreukelingen, wier onverdiende rampspoed haar voordurend zou herin neren hoe het lot zich voor enkele zon der genade betoont. En hy zou dat alles over haar gebracht hebben; hij, die haar vergoodde, die hare minste wenschen raadde, en nooit weder in staat zou zyn ze te verwezenlijken! Maai- dat getuigschrift? Indien hij daar mede nog eens slagen kon! Het was de laatste stroohalm van hoop die hem overbleef; de jongste reddingboei hem by het vergaan toe geworpen; en hy was het aan zijno liefde verschuldigd daarmede nog alle pogingen tot behoud aan te Heel dien dag, zonder aan eten of drinken te denken, dwaalde hy door Parys rond, en zocht hy naar de eene of andere plaatsing. Naar mate de avond naderde en hij nog niets ge vonden had, werden zyne eischenal la ger en lager, bezocht hy steeds kleinere inrichtingen en toen hy eindelijk huis waarts keerde had hy debetrekking van orkest-directeur in een pas beginnend cafó-chantant, op eene bezoluiging van zestig francs in de maand, terwyl hem voor eiken dag dat bij door ziekte of anderzins afwezig bleef, twee gulden zouden worden onthouden. Hot was droog brood, niet meer. Hy rilde thans van koortshet was stil en donker in zyne woninggeen hond zelfs kwam hem tegemoet om hem met eene liefkoozing op te beuren; en hij viel in een leuning stoel neer, buiten machte meer een lid te verroeren. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 4