MEYs Stoffwasche
Breed 28, Hoorn. Eang dei
werkzi
linkeden; Breed 28, Hoorn.
STAM stoomt
STAM verft
HELDRIA
T. van Zuylen,
Beste Blazer
Scheepswerf ven II. I. ALKEMA,
„ST.
Heldersche
Auto
verhuur-
inrichting
W. PRINS,
KANAALWEG No. 89.
CHEF KREUGER HZN
Roomboter,
LOUIS DOBBELMANN's
Al deze soorten bevelen zich zelf aan.
LOUIS DOBBELMANN Ltd., - Rotterdam.
Duitsche Knip-Cursus.
|Verkooping
MEDISCH HAARGROEIMIDDEL
„EXCELSIOR".
W. VERHAGEN,
Middenstraat 16,
Depots
OT
Vergiftigde Levens.
Gestoomd wordt iederen werkdag. Karpetten,
Vloerkleeden, Dekens, Bedden, worden 1 2 maal
per week gestoomd. Gordijnen alle dagen en op
nieuw geappreteerd. Stoomgoederen en zwart te
verven rouwgoederen dus deaverlaugd binnen 24 uur
Zwart wordt iederen werkdag geverfd.
Alle kleuren blauw worden'sMaandags geverfd.
rood 's Woensdags
bruin en groen, Donderd. en Vryd.
Alle andere kleuren en zijde Zaterdags en Dinsdags.
Aanbevelend, M. STAM.
Het goedkoopst en degelijkst adres
voor moffelen, vernikkelen, en verdere
reparatie van Rijwielen, is bij
G. KOEDIJKER, BINNENHAVEN.
33
99
HAARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 'thoofdhaar, blijktsteeds het beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij:
Scheepswerf „De Hoop".
Uitstekende gelegenheid
voor reparatie, schoonmaken en bepant-
seren van visschersvaartuigen en andere
schepen. Altijd Koperverf voorradig.
Gevraagd bekwame Houtwerkers.
U. ZWOLSMAN Wz., Workum.
met inventaris, voor billijken
prijs te koop, aan de
te MAKKUM. Tevens beste
gelegenheid voor nieuw en oud
werk en bekleeden.
Concurreerende prijzen.
bedient beslist niet anders dan R.-K.
begrafenissen tegen concurreerende
prijzen.
H.H. Dragers ontvangen zonder
korting de loonen volgens tarief.
Leden en Donateurs van ,,St. Barbara"
genieten de bekende korting.
Informaties by de Aansprekers:
A. SCHENKELS Az., Hartesteeg 2a, en
M. RAMLER, Rozenstraat 76.
PRIJZEN
«oor hot rijden binnen de plaats
Per rit f0.80.
Huisduinen f 1.25.
Per uur14.00.
Naar bulten op conditie.
BBleetd aanbevelend,
W. PRINS.
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij hel Koningsplein.
Bekroond Binnen- en Buitenslands.
ATELIER geopend van 9-4 uur.
Heden noteer ik:
Ie kwaliteit
a 65 cent per pond.
R. BAKKER Dz.,
KEIZERSTRAAT 56, HELDER.
Vraagt in de Scheepstoko en bij Uwen Winkelier
uitsluitend
B.Z.K. PRUIMTABAK.
RBOKTABAK S.K. RECLAMEBAAI.
PORTORICO.
SHAGTABAK „FAAM ADELAAR".
SIGARETTEN „DEER REINA", met gouden mondstuk.
Let op het fabrieksmerk „DE GEKROONDE MOOREN"
en op den naam
uit één stuk vervaardigd, is praktisch, elegant,
van echt linnen niet te onderscheiden en
goedkooper dan het waschloon voor linnengoed.
Verkrijgbaar te Helder bij:
W. BIERENBROODSPOT, Spoorstraat 67.
HERMAN NYPELS, Spoorstraat hoek Koningstr.
H. ZEGEL, Rozenstraat 54-56.
NIEUW: Kragen volgens voorschrift
voor militairen, bij HERMAN NYPELS
en W. BIERENBROODSPOT, Spoorstraat 87.
Aanvang 15 September a.s.
Dames!
Er bestaat weder gelegenheid om in 3-4 maanden tijd de
nieuwste Costumes, Blouses, Strompelrokken, Mantelcostuums.
Ulsters, Jongenspakjes en Kinderkleedinu op maat te loeren
knippen en in elkander zetten. Voor het verlaten van den cursus
mag men 6RA TIS een Costuum of iets dergelijks vervaardigen.
Dames, die geen gelegenheid hebben een avondcursus te
volgen, kunnen ook PRIVAATLESSEN ontvangen. Billijke con
ditiën. Dames, die wenschen deel te nemen, worden beleefd
verzocht zich spoedig aan te melden. Aanbevelend,
Mej. M. P. VEEN-DE KOK.
Spoorstraat 53, Heldor.
Geknipte Patronen dagelijks te bekomen.
wegens faillissement
WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1914,
's morgens 10 uur,
in het Verkooplokaal aan de Loodsgracht,
van:
alle goederen behoorende tot het
faillissement BISMEIJER-SCHUTTE,
als:
Kruidenierswaren, Sponsen,
Borstelwerk, Limonaden,
Winkelinventaris enz. enz.
Voorts: INBOEDELGOEDEREN,
w.o. Salon-ameublement (rood trijp),
eiken Buffet, Verloeau, Salontafels, Spie
gels, Am. Orgel, Linnenkast, Veeren bed,
enz. enz.
Te bezichtigen daags vóór den
verkoopdag van 10-4 uur.
Deurw. W. BIERSTEKER.
Wettig gedep., beslist eenig doel
treffend middel tegen kale plekken,
uitvallen der haren en haarziekte.
Recept van een der meest gevierde
H.H. Doctoren te 's-Gravenhage. -
Heele llacon f 2.00, halve f 1.25.
Verkrijgbaar bij:
W. J. LAMMERS,
Kapper, - Kanaalweg 169.
aanspreker,
beveelt zich beleefd aan.
P.S. De bediening heeft plaats in
Uniform-Costuum.
100 Gulden belooning
wordt uitgeloofd voor het vinden en aan
brengen van het lijk van den Zeemiiicien
Pt DE JONG, omgekomen op Zondag
morgen i.l. in de Haaksgronden.
Adres: ib. DE JONG Cz., Bassingr. 29.
TE HELDER
DE BOER-KORVER,
Spoorstraat 38.
TE TEXEL
Wed. JAC. BOON, Den Burg.
TE WIERINGEN
C. SLIKKER.
TE ANNA PAULOWNA
Wed. P. BAAS.
-f
DE WEEK.
26 Augustus.
Men heeft deze week kunnen lezen
in de bladen, wat de Staadsraad en
oud-minister generaal Cool (de voor
malige directeur van de Krijgsschool)
een journalist, die een vraaggesprek
met dezen even bescheiden en minza-
men als gezaghebbenden man voerde,
heeft gezegd over verschillende aan
gelegenheden, met den oorlogstoe
stand in verband staande, en waar
over zoovelen onzer zich hebben
verontrustDat het angstzweet
telkens van hun haren drupte. Dat
ze vruchteloos in bange donkere
nachten den slaap zochten. Dat ze,
van prikkelbaarheid, ondragelijk wer
den voor hun omgeving. Dat zy hun
huisgenooten even alarmistisch, ge
jaagd, wanhopig maakten als zij
zeiven Over enkele uren de Prui
sen in het land. De arme Nederland-
sche driekleur neergehaald. Bloedbad
hier, Bartoloineus-nacht ft was op
24 Augustus 340 jaar geleden, dat
te Parijs de „bloednacht" plaats had.
Wat beduidt het cijfer van 5000 ge
slachte menschen, in 1574 nog vree-
selljk geacht, in de twintigste eeuw
van meliniet e. a. I)bloedbad daar.
De Landstorm zou in do week van
1-7 Augustus opkomenMaar
w&t voor LandstormAllen van zes
tien tot zestig jaren. Grootvaders en
kleinzoons naar „de vuurlinie". In
de café's zaten de „meneeren, die
alles weten"Gij kent immers
het vermaarde typete boomen,
kippenvel aan te jagen. Zij trokken
geheimzinnig-sombere gezichten. Ver
zekerden „zooeven geconfereerd te
hebben metJa, met wien Als
men dè.t eens wist. Met een zeer-
zeer-hooge. Met een, die „achter de
schermen" kijkt. En de menschen
sidderden. Luisterden, of zij nog niet
de eerste, aanzwellende tonen van
het Duitsche krijgslied hoorden...
Thans zijn de gemoederen wat tot
kalmte geraakt. Wij weten nu, dat
zeer zeker het gevaar van in
het conflict gemengd te worden niet
geweken is. Er zyn nog allerlei voet
angels en klemmen. Er blijven ver-
radelijke mijnen ronddrijven, waarvan
't een „bof' is, als het schip van
Staat er niet mee in aanraking komt
gelyk de arme „Alice II" en
„Houtdijk", in de Pinsche Golf. De
stuurlieden van het Staatshulkje
moeten nu buitengewoon voorzichtig
zyn en almaar op den uitkijk staan.
Er drijven zeer gevaarlijke raijoen
En nu stellig zal 't eon „tour de
force" wezen van bijvoorbeeld te ont
wijken den moedwil, den opzet van
ons listiglijk in het avontuur te be
trekken. Jan Publiek is nu eenmaal
even impressionabel als oppervlakkig.
Het gevaar van overval - in de
eerste dagen van het conflict zoo
groot - is voorbij. Jan Publiek wordt
zorgeloos. Die luchtige stemming
(heeft minister Treub pas gezegd) kan
in de praktijk en per slot van reke
ning nog gemakkelijker, bedenkelijker
worden na de overdreven paniek
stemming van de eerste dat
Waaruit alweer blijkt, hoeveel over
eenkomst Jan Publiek heeft met „het
groote kind"
Maar welke schrandere, pientere
„curatoren", leiders, voortrekkers
hebben wij nu aan de „groene tafel",
op het regeeringskussen. Hoe zeer
is speciaal ook minister Treub het
beeld van den schranderen, alles
overzienden man van Ijzeren zelf
bedwang; die in deze benarde dagen
gansch zijn reusachtige intellectueele
kraeht, gansch zijn stalen Ijver geeft
aan het pogen te beheerschen van
de zoo moeilijke crisis-situatie. Het
bundeltje wetsontwerpen, dat in de
zitting van Woensdag 26 Augustus
bij de Vertegenwoordiging komt,
geeft nieuwe getuigenis van de waak
zaamheid en het doorzicht, waarmee
de Regeering tal van maatregelen
voorbereidt, door den toestand van
het oogenblik gevorderd. Er zijn zeer
belangrijke voorstellen bij, de
Beurswet-1914, het „beursspel" onder
Regeerings-contróle plaatsendde
bijzondere maatregelen ten aanzien
van prolongatie; die betreffende de
mogelijkheid van uitstel van beta
ling, iets, dat op een moratorium
gelijkt, maar volle macht laat om
te beoordeelen, of er bij een debiteur
erkelijk noodstand is dan wel simula
tie of aggravatie. De vijf millioen extra
krediet voor Marine. Dan ookhet
voorstel tot tijdelijk buiten werking
stellen der bepaling, dat gedistilleerd
zonder voorafgaande voldoening van
accijns kan worden afgeleverd. De
mogelijkheid het mandaat van Wet
houders en Raads-commissien te ver-
jen tot het vooijaar-1915. 't Zijn
alle verstandige, practische voorstel
len, die de Vertegenwoordiging onge
twijfeld zonder veel debat zal beze
gelen
Ook de vijf millioen extra voor
Marine
Waardoor wij nu reeds vijf-en-vijftig
millioen gulden sinds 3 Augustus j.1.
hebben bestemd voor de „buitenge
wone omstandigheden"...
Misschien zullen sommigen zich
nog willen herinneren, hoe vóór
dat de groote wereld-brand losbrak
geroepen werd over den benarden
staat onzer geldmiddelen.
En nu reeds: 55 millioen, waarop
niemand kon verdacht zyn, toen (bij
de behandeling der nieuwe Inkomsten
belasting) in het Parlement werd
geweeklaagd over wat men toen
„noodstand" noemde!
Inderdaad: gelijk nu onze Regee
ring buitengewone geest- en werk
kracht aan den dag legt, zóó zal ook
zeer-buitengewone offervaardigheid
noodig zijn om 'tden Staat mogelijk
te maken, de loodzware verplichtin
gen te vervullen, nu op hem druk
kend. De vaderlander, die zijn naam
wil verzwegen hebben tot het uur
van zijn dood, en die minister Cort
v. d. Linden tien percent van zijn
vermogen aanbood (onder bepaalde
voorwaarden) als eerste bijdrage tot
een Fonds tot verdediging van Neder
land en zijne Koloniën, hij heeft
een schitterend voorbeeld gegeven.
Daar moet 't nu heenDe onbe
kende vaderlander schat zijn fortuin
op twaalf ton gouds. En hij geeft het
denkbeeld aan om een Fonds van
honderd millioen te vormen. Een
cijfer, dat zeker geweldig klinkt, doch
waarvan het overdreven-lijkende gan-
schelijk verdwijnt, wanneer men de
cijfers raadpleegt, aanduidend het z.g.
nationaal vermogen. Zeker, het
denkbeeld van den onbekenden vader
lander kan, neen, 't moet ver
wezenlijkt worden. Thans dienen allen
de handen ineen te slaan tot het
beramen van zeer-buitengewone maat
regelen, waarbij al wat naar egoisme
en schrielheid ljjkt, ver op den achter
grond moet blijven! De hoogste be
langen staan hier op het spel. Een
prachtig voorbeeld van wat samen
werking vermag te bereiken, biedt
ook het plan om 3 pCt. der korting
op het Pensioenfonds van het perso
neel Staatsspoorwegen en N. C. S. te
bestemmen voor het Koninklijk Na
tionaal Steun-comité. Daardoor zal
men f35.000 per maand kunnen
zenden naar het K. S. 0.
En 't is nóg een „vlieg in een
brouwketel"!
Wij moeten ons eraan gewennen,
dat cijfers van vele, vele tien dui
zenden, - in gewone omstandigheden
voldoende om grooten en bitteren,
zwaren nood te stelpen, thans inder
daad slechts nietige vliegjes in reus
achtige brouwketels zijn Het beeld
is absoluut niet te sterk gekozen.
Tot 22 Augustus waren bij het
Steun comité ruim acht duizend
aanvragen om hulp ingekomen. Ter
wijl ik dit schrijf, zal het cijfer wel
gestegen zijn tot misschien tien
duizend, of meer
Er is noodstand, dreigende of reeds
nijpende ellende in duizenden, vele
duizenden Nederlandsche gezinnen
van allerlei sfeer. Waarlijk niet slechts
in die van de „gewone armoe"!...
Tonnen gouds zijn noodig.
Gelijk wij soberheid en kalmte,
omzichtig wikken en wegen hebben
te betrachten als men ons komt
verontrusten met sensationeel© tij
dingen over schending onzer neutra
liteit, van welke zijde dan ook, met
verhalen over spionnen, e.d., zóó
is ook de grootst-mogelyke overdrij
ving (natuurlijk tot de grens, waar
begint hetgeen wij tegenover de
rechtmatige behoeften en aanspraken
van onze allemaasten verplicht zijn
en blijven) een nationale
plicht, op ons allen thans rustend
Mr. Antonio.
TWEEDE KAMER.
In ons vorig nummer vertelden
wy nog van de woorden van na
gedachtenis, door den Voorzitter ge
wijd aan wijlen Paus Pius X en het
antwoord daarop namens de katho
lieke fractie door den heer Nolens.
De Kamer ging daarna in afdee-
lingen tot onderzoek van de spoed-
eischende wetsontwerpen, die ver
volgens :n openbare zitting werden
behandeld. Zij slaagde er niet in nog
vóór den avond eindverslag omtrent
een of meerdere ontwerpen ulttebren-
gen, zoodat de vergadering verdaagd
moest worden tot des avouds.
Allereerst wordt des avouds rapport
uitgebracht over het ontweip ter
zake van uitstel der wethouderskeuze.
De commissie geeft in overweging
het ontwerp terug te nemen, daar
het volgens veler meening onnoodig
Bij het ontwerp bniteugewoon cre-
driet voor de marine voert de heer
Troelstra (s.d.a.p.) het woord. Hij
verklaart dat hij en zijne partyge-
nooten dezelfde houding zullen aan
nemen als bij het andere buitenge
wone oorlogscrediet. De vloot is wel
eens de „roode vloot" genoemd, zoo
zegt hij, maar thans is gebleken, en
het is door heel de pers erkend, dat
de geest onder de marine uitstekend
is. Ook herinnert hy er aan, dat de
Bond v. Minder Marinepersoneel alle
actie voor salarisverbetering heeft
stopgezet zoolang de tegenwoordige
omstandigheden duren, teneinde de
regeering in deze moeielijke dagen
niet af te leiden. Spr. legt namens
de soc. dem. fractie de volgende ver
klaring af:
De sociaal-democratische fractie in
de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal brengt op een oogenblik, dat de
door het imperialisme ontketende
wereldkrijg de burgers der strijdende
natiën ter wederzijdsche verdelging
tegen elkander ten oorlog heeft ge
voerd, aan alle volkeren en rassen
haar broederlijken groet. In het bij
zonder begroet zij de socialistische
arbeidersbeweging der strijdende
mogendheden, die wel het diepst de
pijn moeten gevoelen, die de dwang
tot broedermoord hun aandoet, omdat
het jaar, waarin zy het 25-jarig be
staan hunner internationale hadden
willen gedenken, tevens het jaar is,
waarin de tot het laatst volgehouden
pogingen dezer grootste vredesmacht
om den oorlog te keeren, zijn mislukt.
Nu de slagvelden worden gedrenkt
met het bloed van duizenden prole
tariërs, die geen de minste reden
hadden om elkander te haten, integen
deel, in hunne internationale vak- en
politieke organisaties broederlijk voor
de verheffing hunner klasse ver-
eenigd waren, nu aldus de nationale
strijd tijdelijk de Internationale broe
derschap brak, bindt zij de arbeiders
klassen aller landen op het hart, de
ellende, waarin de oorlog hen stortte,
niet te wyten aan elkander, maar
aan het kapitalisme, dat den oorlog
voortbracht en aan de nog te geringe
eenheid van wil en macht bij het
proletariaat om hem te keeren en zij
wekt hen op, de internationale, on
danks het nog onvoltooid zyn van
haar wereldmacht, trouw te blijven,
haar ook onder de grootste verschrik
kingen van deri noodtoestand, waarin
de oorlog hen plaatst, in het hart te
blijven dragen en hunne politieke
macht te gebruiken om bij het eerste
dagen der vredfesmogelykheid er voor
te Ijveren, dat de vrede wordt ge
sloten met erkenning van de zelf
standigheid der volkeren.
Als de partij van den arbeid in
een klein land, welks regeering in
geen opzicht aansprakelijk Is voor
het uitbreken van dezen oorlog en
dat alleen door strikte handhaving
zijner neutraliteit zijn taak om
buiten den oorlog te blijven kan
vervullen, acht zij zich dubbel
geroepen alle vrienden van den
vrede en speciaal de arbeiders
klasse aan te sporen om ook bij de
vervulling van hun nationalen plicht
verre te blijven van elke chauvinis
tische of nationalistische ophitserlj
en alles te doen, opdat uit de gru
welen van dezen oorlog liet inzicht
geboren worde, dat de vestiging van
een internationaal verbond der vrije
volkeren van Europa hun onderlingen
wedstrijd naar macht en winst moet
vervangen, opdat voortaan elke oorlog
onmogelijk zij.
Aangenomen wordt achtereenvol
gens het bovengenoemde ontwerp,
het ontwerp postwet en het ontwerp
bestendiging van den oorlogstoestand.
Minister "Cort van der Linden trekt
het ontwerp wethouderskeuze in.
Door den heer De Jong (u.1.)
worden eenige inlichtingen gevraagd
over hetgeen de minister van land
bouw heeft gezegd in een interview om
trent den aanwezigen voorraad. Hem
komt het voor, dat de pessimistische
roededeelingen in strijd zijn met het
geen in een beschouwing was te
lezen in de Haagsche Post opgenomen.
Hoe is dat verschil te verklaren
Aan den minister van oorlog vraagt
hij, of het niet te ver gaat om de
uitkeering voor vergoeding aan op
gekomen landweerplichtigen enz. af
hankelijk te stellen van de betaling
van huishuur. Het komt spr. voor,
dat veel burgemeesters zijn opgetre
den als een soort van deurwaarders.
Aan den minister van financiën
vraagt hij om bescherming van hen,
die polissen hebben van Lotisico,
voor zoover de gestorte gelden ten
minste nog aanwezig zijn.
De heer T r o e 1 b t r a (s.d.a.p.) be
spreekt de economische loeauiudcii
en de toenemende wei keloosheid.
Laat do volksvertegenwoordiging
vooral goed waken dat ten koste van
t\et algemeen niet te veel de bizon-
dere belangen worden behandeld van
enkelen. Spr. vraagt of de regeering
bereid is aan de Kamer over te leggen
lo. een soort van inventaris omtrent
de aanwezige voorraden 2o. een op
somming van de maatregelen, ge
nomen om die voorraden te reser-
veeren voor de consumptie, als ver
bod van uitvoer voor sommige arti
kelen. Ook vraagt hij maatregelen
inzake de pryzen, terwijl een derde
vraag is naar de maatregelen, die
zijn genomen om de voorraden aan
te vullen.
Ten vierde vraagt de heer Troelstra
naar den invloed, dien de oorlog
reeds gehad heeft op de bronnen van
inkomsten van de bevolking, ten
vijfde naar de wijze van steun aan
behoeftig gewordenen en ten laatste
naar de economisch-finantieele poli
tiek, welke de regeering wil volgen
om het hoofd te bieden aan de om
standigheden.
De minister van landbouw-,
n ij verheid en handel, de heer
Treub herinnert aan zyn verklaring
dat er geen honger zal worden ge
leden in ons land en dat de regeering
zich bewust is van de groote ver
antwoordelijkheid,diedaardoor op baai-
drukt. De regeering neemt daarvoor
tal van maatregelen, die zij in ge
wone omstandigheden niet op haar
eigen houtje zou uemen. Veel pro
ducten kimnen zonder gevaar worden
uitgevoerd. Vee en varkens b.v. Hier
van is de voorraad zoo groot, dat
uitvoer ervan noodig is, ook al, om
dat die dieren eten wat voor ons
noodig zou kunnen zijn. En wat het
opmaken van een inventaris betreft,
dat is juist in deze dagen zoo moei
lijk, ook al, omdat cijfers thans zoo
weinig zeggen. Men heeft b.v. ge
woonlijk rogge voor i£ maand. Is
er nu ook rogge voor 7£ maand, dan
zegt dat niets, omdat net gebeuren
kan, dat men rogge voor veevoeder
moet gebruiken. De regeering is di
ligent ie.; opzichte van uitvoer van
verschillende artikelen. Op verschil
lende punten antwoordt de minister
verder den heer Troelstra.
Van den aanvang af, stond het bij
de regeering vast, dat de steun voor
werkloozen in deze tijden niet mag
worden beschouwd als armenzorg.
Evenwel moesten zij, die steeds in
fondsen voor werkloosheid zelf heb
ben gestort, in gunstiger conditie
zijn dan de anderen, die in normale
tijden daarvoor niets over hadden.
Daarom moesten de gewone uitkee-_
ringen aan de aangeslotenen op de"
gewone wijze plaats hebben, doch
werd bepaald, dat de regeering voor
de helft de kosten zou op zich nemen
van hetgeen de gemeenten bovendien
aan andere werkloozen uitkeeren.
Het stigma van armenzorg kan even
wel ook op dezulken niet worden
gedrukt.
De algemeene gedachte vau do re
geering is deze, dat meu het normale
leven zooveel mogelijk zyn gang moet
laten gaan en de regeering alleen,
waar dit niet kan, moet ingrijpen.
Ongetwijfeld zal zij daarbij fouten
maken, maar wanneer zij later ver
antwoording zal moeten doen, zal
men dienen in acht te nemen, dat
de inaatregeleu moesten worden ge
nomen in zeer snel tempo en het
beter was in veel gevallen een fout
te riskeeren, dan te wachten.(Applaus).
Nadat de minister van oor
log, de heer Bosboom, nog op enkele
punten geantwoord heeft, wordt de
zitting gesloten. Maandagmiddag
wordt weder vergaderd, aangezien
nog eenige wetsontwerpen moeten
behandeld worden.
Beperkte dienstregeling,
vastgesteld met ingang van
17 Augustus.
Vertrek van
S
Aankomst te
Helder
fi
ai
Amsterdam
7.38
o
10.16
12.33
3.33
4.28
7.02
7.53
S3 jjj
.8
10.57
Vertrek van
ÜJ) Lj
H *5
Aankomst te
Amsterdam
Helder
8.45
•3
11.18
12.00
s a
2.38
4.10
O,
6.38
8.05
3 5
10.43
De om 4.28 van hier vertrekkende
trein heeft te Heer-Hugowaard aan
sluiting op Leeuwarden.
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.
57)
De portierster, die hem binnen
zag treden, zeide tot hem:
„Gij zult op het voorportaal uwer
verdieping een heer vinden die u op
wacht ik vroeg hem of ik de bood
schap niet kon overbrengen, maar
hij moest u zelf spreken."
De jonge kunstenaar antwoordde
haar dat het góed was en beklom
de frappen. Hij vond werkelijk op
de roodfluweelen bank voor zijne
deur een bekende zitten; het was de
directeur van den zoraertuin waar
hij gewoon was des avonds te spelen.
„Het spyt mij dat gij gewacht
hebt, mijnheer," zeide hij haastig,
terwijl hij de deur met zijn huis
sleutel opende, „wees zoo goed bin
nen te gaan. Terwijl myne vrouw
buiten is houden wij er geen dienst
boden op na, anders waart gij aan
stonds binnengelaten."
De directeur antwoordde niet; zijn
blik zwierf vol verbazing over de
fraaie meubels die de verschillende
vortrekken, welke hij doorloopen
moest, versierden en hij eindigde op
ietwat spottenden toon te zeggen:
„Het ziet ér lang niet kwaad uit
bij u. Menig rentenier mocht wen
schen zulk een tehuis te hebben."
Onno's eerlijk gelaat werd door
een purperen blos overdekt. Hij be
greep maar al te goed wat de man
veronderstelde.
„Ik had het ongeluk mijne moe
der te verliezen," zeide hij met tril
lende stem, „en een deel van hare
kleine nalatenschap besteedde ik om
mijne vrouw van eenige weelde te
omringen, het was de enkele vreug
de die ik haar verschaffen kon."
De directeur voelde zich beschaamd.
Deze eenvoudige woorden en de toon
waarop zy geuit waren, lieten hem
geen twijfel over of Onno sprak de
waarheid, en zich in den hem aan
geboden leuningstoel latende neer
vallen, hernam hij:
„Myn hemel I vriend, ik kom hier
niet met eene goede tijding. De
zaken gaan zeer slecht."
„Waarlyk?" sprak Holdius werk-
tuigelyk en den slag reeds aan voe
lende komen.
„Ja; gy kunt dat trouwens zelf
wel nagaan; het weder is dezen
ganschen zomer zoo onzeker, dat de
lieden zich des avonds nauweiyks
buiten wagen. Ik heb nu reeds tien
duizend francs minder verdiend dan
verleden jaar om dezen ty d en ik ben wel
gedwongen bezuinigingen te maken."
„Het spijt mij zeer voor u, en
waarschynlyk ook voor mij, wantik
mag u niet verbergen dat, zoolang
als ik geen betrekking gevonden heb
die beter met myn talent overeen
komt, myne werkzaamheden by u
mijn voornaamste middel van bestaan
uitmaken."
„Dan is het geducht jammer, Hol
dius, want wy moeten voortaan
scheiden. Ja, ziet gy, ik betreur het
van ganscher harte, want ik weet te
waardeeren hoeveel gaven er in u
schuilen; maar men moet zijn eigen
voordeel op het oog houden, en
mijne bezoekers zyn geen muziek
kenners. De viool is te goed voor
hen. Zij willen straatliedjes hooren
zingen, door de eene of andere vrouw
zonder stem, maar die hen vermaakt
Ik heb u dus moeten vervangen door
Yvette Guilbert."
Onno zat daar als versuft tegen
over hem, buiten staat een woord te
uiten, en zyn bezoeker vervolgde:
„Kent gy haar?"
„Neen," klonk het op doffen toon."
„Men kan wel zien dat gy uw
vrijen tijd niet aan uitgaan besteedt.
Yvette is eene ster van de eerste
grootte."
„Kent zij muziek?" vroeg Holdius
vol bitterheid."
„Geen noot. Zy zingt voortdurend
valsch, daarby is zy leeiyk en wat eene
onvergeefiyke fout in eene Fransche
vrouw is, zy is het toonbeeld van
onbevalligheid.
„Heeft zy nog meer gebreken?"
luidde het spottend.
„Ja, nog één; zij heeft eene on
aangename neusstem. De eerste in
druk is dan ook ellendig, en toch
voorspel ik u dat zij binnen korten
tyd heel Parijs tot zich zal trekken
en heel wat meer geestdrift verwek
ken zal dan ooit Sarah Bernhardt
of zelfs Rachel vermochten te doen."
„Waardoor betoovertzlj dan wel?"
„Door de onschuldige manier waar
op zij de liedjes voordraagt.
Y vette Guilbert is de verpersoon-
lyking der naiveteit, en daar houden
de menschen van."
„Met andere woorden: zy heeft
haar tyd begrepen."
„Juist; en daarin alleen schuilt
haar talent, maar het is genoeg om
de wereld dol op haar te maken."
„01 zeker; het komt er thans
maar op aan den lieden te toonen hoe
zeer men ze veracht. En waar hebt
gij dien parady'svogel ontdekt?"
„Bij Robert Salis, in zijn koffiehuis
„le Chat noir." Ik heb dan ook
reeds eene teekening ontworpen
voor de aanplakbiljetten, een teeke
ning die ieders aandacht zal trek
ken. Salis heeft eerst ontdekt wat
er in haar schuilde, hem komt daar
voor dus alle eer toe, en ik heb
daarom bedacht een groote zwarte
kat te teekenen, uit wier staart zij
opryst als een bloem. Haar donker
rood geverfd baar ontsiert het ge
heel wel een beetje; maar het ves
tigt tevens, door zyne afgrijselijke
kleur, de aandaeht op haar."
„En gy komt my zeggen dat gy
mij door deze nieuwe ster vervangt?"
„Gy weet niet hoezeer ik het be
treur, myn waarde. Ikzelf ben een
hartstochteiyk liefhebber van mu
ziek, en zou den dag zegenen, waar
op wij het publiek door ware kunst
konden trekken, maar ik vrees dat
onze bezoekers nog lange jaren zul
len behooren tot de wereld, die zich
niet om de oude meesters bekom
mert. Kon ik u nog maar behouden,
om met uw vioolspel hare liedjes af
te wisselen; doch er valt niet aan
te denken; zij die zich tot dusverre
tevreden stelde met tien gulden per
avond, eischt er thans vijfhonderd;
ik moet dus duizend entrees hebben
voordat ik er haar salaris uitheb. Gy
begrypt dat ik dus weder heel wat
bezuinigingen moet maken. Ik dank
de helft van myn orkest af."
„Zeer wel, mijnheer."
Hoe kalm hy over het uiterlijk
ook mocht blijven, zyne stem ge
leek zoozeer op een gereutel, dat de
directeur medelyden had en zeide:
„Ik weet hoe hard dergelijke te
leurstellingen zyn, en als ik er iets
aan kon veranderen zou ik het stel
lig doen; maar ik ben verplicht aan
myn gezin te denken. Ziet gy, Hol
dius, gij moet daarom den moed niet
laten varen; als ik u van dienst kan
zyn, zal ik niet in gebreke biyven.
Ik breng u zelfs een schitterend ge
tuigschrift mede, en er zyn nog andere
zomertuinen, waar myne aanbeveling
u zeer zeker van groot nut kan zyn."
„Ik dank u, mynbeer, ik zal be
proeven iets te vinden."
De directeur stond op, en over
handigde hem een papier waarop hy
inderdaad in hoogdravende bewoor
dingen het talent en den yver van
den jongen artist roemde.
„Hebt gy misschien eenige louis
noodig?" vroeg hy vol goedhartig
heid: „Ik kryg ze wel later terug,
alB het u schikt."
„Neen, ik dank u", antwoordde Hol
dius getroffen, en hem vol erkente
lijkheid de hand schuddende: „Gy
zijt een goed mensch, mynheer, en
het spijt mij, dat gij mij niet meer
noodig hebt; maar ik begrijp datgy
niet anders kunt handelen."
Zijn bezoeker was dieper ontroerd
dan hy wel wilde toonen. Zijn lang
durige omgang met kunstenaars zeide
hem dat hij dezen man een genade
slag had toegebracht, en vreezende
dat zy'ne eigene weekhartigheid hem
een poets zou spelen, haastte hy zich
afscheid te nemen.
Toen de deur zich achter hem ge
sloten had, bleef Onno als aan den
grond vastgenageld staan.
Alles was dus uit voor hem; hij
zou voortaan niets meer verdienen;
niet eens meer in staat zijn Marcelle
een weinig zakgeld te brengenWat
beteekende gebrek en armoede voor
hem? Ook al moest hy pakjesdra
ger wezen, hij zou nog wel altyd mid
del vinden een stuk brood machtig
te worden. Maar zy Zy die ni'et bui
ten weelde kon levendie nu reeds
haar bestaan zoo hard achtte; wat
zou zy aanvangen?
Zij zouden moeten verhuizenwaar
heen Naar een dier bedompte steeg
jes, waar zon noch lucht binnendrin
gen; waar pestholen, waar de dood
voortdurend onder den afschuwelijk-
sten vorm rondsluipt Zy zou daar
moeten leven naast vrouwen wier
aanraking haar een blos van schaamte
naar het aangezicht zou jagennaast
schipbreukelingen, wier onverdiende
rampspoed haar voordurend zou herin
neren hoe het lot zich voor enkele zon
der genade betoont. En hy zou dat alles
over haar gebracht hebben; hij, die haar
vergoodde, die hare minste wenschen
raadde, en nooit weder in staat zou
zyn ze te verwezenlijken!
Maai- dat getuigschrift? Indien hij
daar mede nog eens slagen kon!
Het was de laatste stroohalm van
hoop die hem overbleef; de jongste
reddingboei hem by het vergaan toe
geworpen; en hy was het aan zijno
liefde verschuldigd daarmede nog
alle pogingen tot behoud aan te
Heel dien dag, zonder aan eten of
drinken te denken, dwaalde hy door
Parys rond, en zocht hy naar de
eene of andere plaatsing. Naar mate
de avond naderde en hij nog niets ge
vonden had, werden zyne eischenal la
ger en lager, bezocht hy steeds kleinere
inrichtingen en toen hy eindelijk huis
waarts keerde had hy debetrekking van
orkest-directeur in een pas beginnend
cafó-chantant, op eene bezoluiging van
zestig francs in de maand, terwyl hem
voor eiken dag dat bij door ziekte of
anderzins afwezig bleef, twee gulden
zouden worden onthouden. Hot was
droog brood, niet meer.
Hy rilde thans van koortshet was
stil en donker in zyne woninggeen
hond zelfs kwam hem tegemoet om
hem met eene liefkoozing op te
beuren; en hij viel in een leuning
stoel neer, buiten machte meer een
lid te verroeren.
(Wordt vervolgd.)