Het laatste nieuws van den Oorlog. Nieuwe Abonnementen. G. Bramlage, demisaisons. Geïllustreerd Zondagsblad, HELDERSCHE COURANT HELDERSCHE COURANT. HELDERSCHE COURANT honig's maïzena. Visitekaartjes Steuncomité. CHEF KREUGER HZN Hulp voor Belgische vluchtelingen. Dagelijks bestaat gelegenheid tot het nemen van een abonnement op de bevat o.m. de laatste telegrammen van het oorlogsterrein. f 20.000. U „HET WITTE KRUIS", L|J „Ons Belang". HELDRIA T. van Zuylen, c Vergiftigde Levens. HE ER EN- en KINDERKLEEDING-MAGAZIJN WESTSTRAAT 11- ONTVANGEN voor het a.s. najaar een groote sorteering Nieuwste Stoffen. Chique modellen. Prima afwerking. CONCURREERENDE PRIJZEN. ZIE ÉTALAGE. Adressen. Het Oentraal-bureau is gevestigd ln 't Gebouw der Openbare Werken aan de Kerkgracht en is geopend op werk dagen van 10-12 en 2-5 uur. Alg. Secretaris Ds. H. BUISKOOL. Wie finantieelen steun wil geven, zende zijn bijdrage aan den Heer W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen ningmeester. Wie werk zoeken of werkkrachten noodig hebben, worden uitgenoodigd zich te richten tot het Subcomité, dat daarvoor dagelijks zitting houdt in het Gebouw van Openbare Werken, Centraal-Bureau, Kerkgracht, van 10-12 en 2—4'uur. Voor gratis hulp in de huishouding wende men zich tot den Heer W. VISSER, Stationstraat 4. Degene, die gratis een rantsoen eten wil bekomen, kan zich opgeven by Mevr. DE BOER -JONQKEES, Koning straat 28-30. Wie tengevolge van de mobilisatie flnantieele hulp uoodig heeft, melde zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag of Donderdag aan bij het Subcomité voor Uitkeering, Gebouw der Openbare Werken, 10—12 en 2 4 uur. Fotograaf, KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein. Bekroond Binnen- en Buitenslands. ATELIER geopend van 9-4 uur. In navolging van hetgeen reeds in andere plaatsen van ons land gedaan is voor uitgewekenen uit het zoo zwaar geteisterde België, gevoelen ondergetee- kenden zich gedrongen aan de burgers van den Helder hunne medewerking te vragen tot het verzamelen van schoe nen, kleeren (ook kindergoed) enz. voor deze ongelukkigen. Giften in geld zijn ook hartelijk welkom. leder, die zich moer bevoorrecht ge voelt, zie dus zijn kleerkast nog eens na en zende het aan de navolgende personen Mevr. NAUDIN TEN CATE-Gebki., Buitenhaven 4. Mej. BA IS, Dijkstraat 32. De heer v. d. BILT, Vosstraat.. Mevr. DE BOER—Jongkees, Koningstraat 28-30. Mevr.DE BRUIJN - v. Ringelensteijn Vischmarkt. Mevr. DIBBETZ-Romeny,. Hoofdgracht 86. Mevr. GUISE-Ltji.ofs, Hoofdgracht 65. Mevr. OOST1NG Trkntels, Stationsweg 6a. Zij, die or de voorkeur aan geven de goederen te doen afhalen, geven hun adres op aan: Mevr. GUISE-Lulofs, Hoofdgracht 65. Goederen kunnen ook dagelijks bezorgd worden tusschen 10 en 11.30 uur, Kanaal- weg No. 101a. vinden onze lezers rijk geïllustreerd in het Geïllustreerd Zondags blad, hetwelk tegen den prijs van slechts 37J cent per drie maanden (franco per post 45 cent) bij ons verkrijgbaar is. Niettegenstaande de groote kosten en "moeilijkheden, vooral in deze tijden daaraan verbonden, blijft de redactie van deze uitgave er zorg voor drageu, dat door een schat van fraaie, illustraties de abonné's een aanschouwelijk beeld krijgen van al wat er belangrijks ter wereld voorvalt. Ofschoon dit blad bij velen onzer lozers bekend is, zijn er nog, die tot hedon verzuimden hun verlangen te kennen te geven deze illustratie te ontvangen. Beleefd verzoeken wij hen, onderstaand inleokenbiljet aan onze administratie te zenden, opdat geregelde toezending volge. De geringe prijs zal voor geen onzer lezers een beletsel zijn. Proefnummer gratis aan ons bureau verkrijgbaar. Ondergeteekende wenscht geregeld te ontvangen, het legen den prijs van 37J cent per 3 maanden franco per post 45 cent. WOONPLAATS: NAAM: De ondergeteekende wenscht zich te ebonneeren op de voorheen genaamd ,,'t Vliegend Blaadje" (per kwartaal 65 cent, franco per post 90 cent) Naam Straat en nummer: .r^, Het reeds verschenen gedeelte van een kwartaal wordt niet in rekening gebracht. De Losse nummers verkrijgbaar op den dag van uitgifte des namiddags 1 uur aan ons bureau Koningstraat, i 2 Cents. ,_n_De N.V. Obligatie Maatschappij F~L gevestigd te 's-Gravenhage, Anna Paulownaplein 3. Wettige 3 Premie Obligaties f 4.50. 0p nummer 16363 viel heden de premie van f 20.000, geplaatst door de Hoofdvertegenwoordigers: JOH. J. RUIJTERS, Tenierstraat 19, den Haag; W. E. BACH, Nieuwe Achtergracht 6, Amsterdam. Gelden onmiddellijk uitbetaald. SOLIEDE VERTEGENWOORDIGERS GEVRAAGD. Nederlandsche Huisvrouwen Meer dan ooit, moet U thuis toezien, wanneer U bij Uwen winkelier een verpakt artikel koopt, of dat artikel wel in Nederland is gefabriceerd. Heeft U Maizena noodig, vraagt U dan U krijgt prima kwaliteit. U bespaart 2 a 3 cent per pakje. U helpt werkeloosheid bestrijden. Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon 25 en 35 cent. „HEURECA" werkt eveneens verrassend zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent per flacon. Proefilacon 20 cent. Deze hoofdwaters bestaan uit zuivere extrac- tieve plantenstoffen en beantwoorden vol komen aan de eischen, welke men voor dergelijke hoofdwaters stelt. Verkrijgbaar bij de Hoeren: Wjjtsma,Mlddonatr.;Win kelman, Spoorstr.; F. H. do Goeij, Spoorstr. en Weatgr.: Lunet, Nieuwst!.; De Bie-Bierstek.r, Keizerstr., en l>b don Tabrikant S. c. G. de Man, Koningstr. 39. Begrafenis-Vereeniging Aansprekers: R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9. J. J. BUT, Breewaterstraat 57. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. Het Bestuur: H. P. B. DISSEN, Gravenstraat 83. A. v. WAARDEN, Laan 28. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. 99 99 "H AARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Spoorstraat, Coiffeur. in lithografie (Steendruk) worden door ons niet meer geleverd. BOEKDRUKKERIJ C. DE BOER Jr. Beperkte dienstregeling, vastgesteld met ingang van 17 Augustus. Vertrek van M Aankomst te Helder I S g Amsterdam: 7.38 -O .2 10.16 12.33 .c -g 3.33 4.28 05 7.02 7.53 p s i 5 10.57 Vertrek van Aankomst te Amsterdam C C Helder 8.45 11.18 1200 S 2.38 4.20 O c o. 6.48 8.05 C 1o 10.43 De om 4.28 van hier verlrekkende trein heeft te Heer-Hugo waard aan sluiting op Leeuwarden. De trein van 4.10 uit Amsterdam, aankomst te Helder 6.48, is dus 10 minuten over het geheel verlaat. Hl. TiiiIi Eigan SlaombDül-Dndiininin|. Beperkte dienstregeling, aanvangende 1 September 1914. Vertrek TexelVertrek Nieuwediep 6.15 v.m., 7.30 v.m., 10.15 v.m., 11.45 v.m., 2.30 n.ra. 4.- n.m. DE WEEK. 16 September. Prinsjesdag-1914 is nu achter den rug. 't Is in Den Haag een saaie opening van de Staten-Generaal geweest, 't Zou onwaar, oneerlijk zijn 't te ontkennen. Er waren wei nig menschc-n op de been in de residentie. Er was voor de „gou den koets", slechts door één enkel koetsje gevolgd, veel minder aan dacht dan anders. De „menschen van buiten" waren vrijwel wegge bleven. Zij hebben geen geld of kunnen, willen 't ook misschien niet missen voor dingen, tot andere categorie dan 't allernoodigste behoorend. Toch heeft H. M. de Koningin, met den Prins-Gemaal op dien Dinsdag 15 September, te 1 ure zich opmakend naar de oude Ridder zaal, op het Haagsche Binnenhof, om de zitting'1914—'15 der Staten- Generaal geopend te verklaren, warme en heerlijk-eerlijke geestdrift gevon den. Zich uitend in het driewerf herhaald „Leve de Koningindat de vereenigde zitting aanhief, in de Ridderzaal, toen de Koningin de uit voerige, streng-zakelljke Troonrede met zachte stem, waarin nu en dan zekere weemoed was te bespeu ren had uitgesproken. Wij staan nu voor de nieuwe werk periode van de Staatsmachine. En niemand weet, wat de dag-van mor gen zal geven. De Voorzitters de nestor van de Tweede en de „echte" van de Eerste, hebben ons verzekerd, dat de Volksvertegenwoordiging niet anders wenscht dan met kracht, met ernst, met „Ausdauer", lettend op de omstandigheden des tijds, Regeering te steunen. Minister Bertling, ditmaal niet eens p.p. minister Treub wellicht sprekend, bracht in den middag van 15 September daarvoor dank aan nestor Lieftinck. De vraag is slechtswat heeft de Vertegenwoor diging thans te doen? „That is the question In de Tweede Kamer is president Borgesius wie twijfelde er aan!? praeses gebloven. En de heer Troelstra „vice-praeses" Eeno functie, deze laatste, door geenerlei offlciéele rege ling gewettigd, doch allengs in het leven geroepen nadat (bij het al- drukker worden van de avondzittiD- gen e. a.) in de budget-periode, de „speaker" het werk niet meer alleen öf konEn nummero-drie bleef de oud-praeses O. van Nispen, de Nijmeegsche. Waarom zich tegen den man, die op zóó voortreffelijke wijze de Kamerleiding waarnam, nog dertien blanco's verklaarden, 't be hoort tot de vele raadselen in dezen vreemde tijden Met meer recht dan ooit-tevoren kan men nu vragen „Wachter, wat is er van den nacht In den stikduisteren, onheilspel- lenden, mysterieusen, gevaarlijken nacht Wij vragen 't ons af, in herfsttijd van komende storm- en regenslagen. Waarin de nooöen al-maar stijgen. De studiosi den groentijd zelfs „schrap pen", wijl er geen lust voor jolyt is en 't geld beter kan worden gebruikt. Waarin de Maatschappij tot bevor dering van Toonkunst smeekbede richt tot de natie, óók om toch „kas sian" te hebben met de velen, die van „muzieklessen" moeten leven. Waarin een beroep op „onze jongens" van de mobilisatie wordt gedaan om dubbeltjes en centen te offeren aan den nood der tijden. Zijn die zoo groot, zoo erg, zoo dreigend? Het goederenvervoer van en naar onze oostelijke buren meldt men neemt toe. De middenstand wordt immers geholpen, - in Den Haag officiéél, al-vast met een ton. Het trein verkeer zal, - van 21 Septem ber af - nagenoeg normaal zijn. Welnu dan Ik herinner aan de waarschuwing van min. Treub om ons te pantseren tegen dat andere gevaar,hette-optimistisch zijn, in lichtzinnige oppervlakkigheid, tegen de zwartkijkerij, het pessimis me, dat immers ook zijn eigen ge varen met zich brengt Ten aanzien van wat de wetgeven de arbeid, de noodwetten, die nog moeten komen en het verdere, zal geven, tasten wij in het duistur. De Indische Begrooting voor 1915, per saldo een „nadeelig verschil" van ruim 47 millioen gevend, is in gekomen. Het Nationale Fonds voor verdedi ging, waarvan wij de bestemming nog niet kennen wordt niet zoo héél-sterk grooter. Dit weten wij wel heol zeker: straks zullen zeer zware, nieuwe lasten op ons moeten drukken. Nu laat ik nog heelemaal daar pogingen van slimmelingen mag ik, in dit verband de Lotisico-figuren noemen, thans met het Departement van Justitie iu onderhandeling?, - wier oog slechts gericht is op oigen be lang in kil-materieelen zin, zonder dat men met den strengen eisch dei- wet in botsing komt Maar wèl weten wij, dat aanstonds zullen volgen de harde, strenge eischen der noodzakelijkheid om ge reed te staan. Met materieele offers van groote beteekenis. Wanneer de nood nog veel harder gaat nijpen. Zullen we dan gereed zijn? En bereid Ook deze vraagteekens behooren tot do vole van doze zeef zware, vreemde, moeielljke tijden Mr. Antonio. Ambulance-dilettanten. Het is een Duitsche krant welke dit vertelt. Een der gewonden van het slag veld ligt stil en rustig in een van de hospitaal zalen, waar het ambu lancepersoneel de zorgen op zich heoft genomen. Behalve de genees- heeren en de pleegzusters bewegen zich evenwel van tijd tot tijd ook verschillende wei-doende dames door de zalen, die wel zeer weinig des kundig zqn, doch die men moeilijk den toegang kan weigeren, wijl zij aan het hoofd van verschillende co mités het hare hebben gedaan en daaruit een soort recht meenen te putten, zich nu ook met het verple- gingswerk te mogen bemoeien. Een dezer dames treedt aan het bed van een gewonde, die daar kalm ter neer ligt. „Kan ik iets voor u doen?" vraagd de behulpzame dame. „Nee, dank u wel," luidt het antwoord van den gewonden soldaat. „Maar misschien kan ik u het gelaat met wat azijn-wafer afwis- schen", dringt de dame aan. En ditmaal wascht zij den gewonde, zonder op zijn antwoord te wachten, met een sponsje met azijnwater over het gelaat. Als dit is afgeloopen, bedankt de gewonde soldaat op de volgende wijze: „Ik heb u 't pleiziertje niet willen onthouden, om m'n gezicht met dat zure goedje af te sponsen maar weet u, - u bent nu al de zes tiende vriendelijke dame, die me dat zelfde lapt!" FEUILLETON. Een beeld der werkelijkheid. 64) Zij wierp het hoofd achterover en zag hem uitdagend aan. „Gij wilt mij verwijten dat ik de kracht miste armoede en zorgen te dragen. Maak er mij liever een mis daad van dat ik mijn echtgenoot niet beminde. Indien ik hem lief had gehad, zooals ikeen ander bemin, dan zou ik mij, in weerwil van alles aan hem vastgeklemd heb ben, het somberste lot hebben ver kozen boven de smart van hem te scheiden." „Ik geloof u; maar meent gij dat dit in mijne oogen eene verontschul diging kan z|jn Wanneer een vrouw volkomen vrijwillig hare hand aan een man heeft gereikt, en die man heeft gedurende al de jaren van hun huwelijk geen ander doelwit voor oogen gehad dan haar geluk, meent gij dan, dat zij slechts behoeft te zeggen: ik heb mij indertijd ver gist; ik had hem niet lief; om hem daarna te mogen verlaten in de ure waarop hij het meest behoefte heeft aan hare teederheid?" „Wilt gij althans mijne verdedi ging niet aanhooren?" „Waartoe dat te doen?" vroeg hij hoofdschuddend, het onherstelbare is geschied. Zullen wij elkander noode- loos kwellen?" „Maar zoo ik u smeek?" „Dan heb ik slechts te gehoor zamen." „Kom dan modo. De plaats is daartoe hier bitter weinig geschikt. Een rijtuig zal ons binnen enkele oogenblikken naar mijne woning brengen en daar kunnen wij rustig spreken." „Het is goed," luidde het op den zelfden toon. „Mits dat ik geen vreemden behoef te ontmoeten." „Stel u gerust; mijne vriendelijke gastvrouw heeft twee kamers ge heel en al tot mijn particulier ge bruik afgestaan, en ik ontvang nooit anders als des avonds." Filips riep een ruituig aan, en gaf den koetsier, zonder eenige wei feling Marcello's adres op. „Gij wist dus waar ik woonde?" vroeg zij verbaasd, terwijl het paard zich in beweging zette. „Ja, ik vroeg het aan Onno." „Spreekt gij dan nog wel eens met hem over mij?" „Hij komt telkens weer op u terug! Uw beeld bevolkt al zijne liefste herinneringen, en zij voor wie geen geluk meer is weggelegd, ver toeven gaarne in het verleden. „Zijt gij hier voor geruimen tijd?" „Alleen zoolang als ik geloof dat mijne tegenwoordigheid Holdius nut tig kan zijn, om hem weder te doen her leven en moed te doen vinden, en niettegenstaande alles met het lot te worstelen." „Weet gij dat ik hem zou kun nen benijden?" „Doe dat niet. Vriendschap zelfs kan niet troosten over een verloren liefde." „En daarna?" „Daarna keer ik weder naar Mal- vinia terug." „Zijt gij dan enkel en alleen om zijnentwil overgekomen Hij knikte toestemmend. „Ik had gedacht," sprak zij vol bitterheid, „dat Onno hoog genoeg stond om zich niet by zijne vrienden te gaan beklagen." „Dan hebt gij u niet vergist. Het was juist zijn stilzwijgen, dat mij verwittigde dat er de een of andere ramp geschied was. Hij, die zulk een trouw briefschrijver was, die mij op de hoogte had gehouden van zijne pogingen om hier carrière te maken, liet op eens taal nog teeken meer van zich hooren. Indien hem een ongeluk overkome ware, zoudt gij mij zulks gemeld hebben. Er was dus eene droefheid over zijn leven neergedaald, waarvan hij mij niet sproken wilde, en na gewacht, te vergeefs gewacht hebben, liet ik mijn cow-boy het bestuur der zaken daarginds over en begaf mij op reis naar Europa." „Maar hoe hebt gij hem uitge vonden? Parijs is zoo groot." „Dat was toch niet moeilijk. Ik liet mij naar uwe vroegere woning brengen, en vernam aldaar uwe scheiding, zoowel als Omio's tegen woordig adres. Het was avond, men zeide mij toen ik daar aankwam dat hij zich in de opera bevond en ik kwam er aan op het oogenblik dat 't 3e bedtijf ten einde liep. Toen h|j zich door het kleine deurtje dei- muzikanten wilde verwijderen, riep ik hem toe; hij herkende mij aan stonds en w|j spraken samen af, elkander na afloop van het stuk op te wachten. Sedert zijn wij dagelijks bijeen geweest. Ik logeer in een hö- tel, want op zijn zolderkamertje is geen plaats, maar wij hebben toch veel tijd om samen te spreken." „En hoe is hij? Uw gezelschap moet hem wel doen." „Ik hoop het. In elk geval kan ik hem niet genoeg bewonderden. Niet alleen draagt hjj zijne armoede en de vergetelheid waarin hij leeft zon der een enkele klacht, maar nooit komt hem een woord van verbitte ring tegen u over de lippen. O! zoo de vrouwen wisten te erkennen wie hare liefde verdient!" Maar men was aangekomen, Marcelle gaf Haar tochtgenoot een wenk haar naar boven te volgen. „Ik ben voor niemand te spreken," zeide zij snel tot den bediende, die de deur opende. „Zeg aan mevrouw Locière dat ik bezoek heb." Een oogenblik later bevonden bei den zich in haar zitvertrek, een sier lijk gemeubelde kamer, waar alles van weelde en rijkdom getuigde. Filips liet een weemoedigen blik over het geheel glijden. „Het ziet er hier anders uit als bij Holdius," mompelde hjj. „Niets van dit alles behoort mij toe," zeide zij haastig om zich te verontschuldigen. „Ik geniet hier enkel gastvrijheid. Maar het is niet daarover dat ik u spreken, het is over het noodlot dat ons vervolgd heeft sedert huwelijk. Gij zijt ons reeds eenmaal te hulp gekomen, in ziende dat het leven, daarginds in die wildernisssen, voor mij zooveel als schijndood beteekende, hier ech ter werd alles nog duizendmaal erger. Alles liep Onno tegen; hij is thans weder aan de opera geplaatst maar op het oogenblik onzer schei ding verdiende hij slechts een gul den daags. Wat wil men daarmede beginnen, al is men ook nog zoo zuinig? Immers niets! En dan, de armoede op zichzelf genomen zou nog dragelijk zijn maar wat haar onduidelijk maakt, het is dat men daardoor geheel en al tot een andere maatschappelijken stand vervalt. Het zolderkamertje jaagt m|j minder schrik aan dan de buren, dan de aanraking met de lieden by wie eene vrouw ter markt moet gaan." „Zoo gij hom lief hadt gehad, zoudt gij dat alles als niets geteld hebben. Eene hooghartige ziel blijft hare waardigheid behouden, onver schillig in welk midden zij verplaatst wordt. Maar zelfs ik erken dat het lot dat u wachtte hard was, dat het u heel wat geestkracht en zelfver loochening zou hebben gekost er u aan te onderworpenwat meer zegt, ik heb ook aan Onno te kennen ge geven, dat hij volgens m|j het recht niet gehad had een dergelijk offer van u te eischen. Neen, hij had u rustig in uwe tegenwoordige omge ving moeten laten, en mij behooren te schrijven hoe de zaken stonden. Ik zou dan alles aangewend hebben om hem aan eene vaste betrekking te helpen. Geld vermag, helaaszoo veel in de wereld. En nu, nu is al les te laat!" „Ja, te laat!" herhaalde Marcelle, iu een leuningstoel nedervallende en het gelaat met de handen) bedek kende. „Ik vraag u niet wat gij verder met uw leven zult beginnen, Hol dius heeft daarover gezwegen, maar ik kan het raden. Zonder dat ware uwe echtscheiding niet noodzakelijk geweestgij hadt op een afstand van elkander kunnen leven, maar de na gedachtenis van uw kind die zich tusschen u beiden verhief ware eerbiedigd." „Elsa kon niets meer van mij vragen; zij was niet meer." „Maar zij was uw beider kind, en zelfs hare herinnering bleef u beiden verbinden." „Dus geeft gij mij ongelijk „Onvoorwaardelijk." „Gij keurt het af dat ik mijn toe komst door een tweede huwelijk zoek te verzekeren?" „Ja. Want de wet raag u van Onno gescheiden hebben; die man, wiens gansche leven in het uwe op ging, die zelfs nu nog niet kan na laten u te beminnen zal in weerwil van wereld en menschen, voor God en tot zelfs voor uw eigen geweten, uw echtgenoot blijven. Doe wat gij wilt, leg uw hart het stilzwijgen op dood alle gevoel in uzelve, toch zult gij erkennen, den dag waarop gij een ander naar het altaar volgt, een misdaad te bedrijven." „En gij durft mij dat alles te ver wijten? Gij?" riep zij uit, de be traande oogen naar hem opheffende. Wie zou daartoe zoozeer het recht bezitten als ik vroeg Filips somber, terwijl hij met eene onbeschrijfelijke uitdrukkiug van droefheid op haar nederblikte: „Heb ik u niet liefge had uit heel de kracht mijner ziel? En heb ik niet vrijwillig afstand ge daan van alle hoop, om u zonder eenig zelfverwijt het leven door te doen gaan Heb ik teruggebeéfd voor welk offer dan ook, om u groot te zien blijven onder alle beproevingen die u nog wachten konden? En hoe vind ik u daarna weer? O! Ik weet, wel dat niemand anders u den steen zal werpen, dat gy oogenschijnlijk lelieblank uw weg kunt vervolgen maar er is nog eene andere recht, bank dan die der publieke meeniug." „Dus wilt gij mij geen vergiffenis schenken?" „Ik wilde dat gij het mij mogelijk hadt gemaakt." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 4