Het laatste nieuws
van den Oorlog.
Nieuwe
Abonnementen.
G. Bramlage,
demisaisons.
Geïllustreerd Zondagsblad,
HELDERSCHE COURANT
HELDERSCHE COURANT.
HELDERSCHE COURANT
honig's maïzena.
Visitekaartjes
Steuncomité.
CHEF KREUGER HZN
Hulp
voor Belgische vluchtelingen.
Dagelijks bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de
bevat o.m. de laatste telegrammen
van het oorlogsterrein.
f 20.000.
U „HET WITTE KRUIS", L|J
„Ons Belang".
HELDRIA
T. van Zuylen,
c
Vergiftigde Levens.
HE ER EN- en KINDERKLEEDING-MAGAZIJN
WESTSTRAAT 11-
ONTVANGEN voor het a.s. najaar een groote sorteering
Nieuwste Stoffen. Chique modellen. Prima afwerking.
CONCURREERENDE PRIJZEN. ZIE ÉTALAGE.
Adressen.
Het Oentraal-bureau is gevestigd
ln 't Gebouw der Openbare Werken aan
de Kerkgracht en is geopend op werk
dagen van 10-12 en 2-5 uur. Alg.
Secretaris Ds. H. BUISKOOL.
Wie finantieelen steun wil geven,
zende zijn bijdrage aan den Heer
W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen
ningmeester.
Wie werk zoeken of werkkrachten
noodig hebben, worden uitgenoodigd
zich te richten tot het Subcomité,
dat daarvoor dagelijks zitting houdt
in het Gebouw van Openbare Werken,
Centraal-Bureau, Kerkgracht, van 10-12
en 2—4'uur.
Voor gratis hulp in de huishouding
wende men zich tot den Heer W. VISSER,
Stationstraat 4.
Degene, die gratis een rantsoen
eten wil bekomen, kan zich opgeven
by Mevr. DE BOER -JONQKEES, Koning
straat 28-30.
Wie tengevolge van de mobilisatie
flnantieele hulp uoodig heeft, melde
zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag
of Donderdag aan bij het Subcomité
voor Uitkeering, Gebouw der Openbare
Werken, 10—12 en 2 4 uur.
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein.
Bekroond Binnen- en Buitenslands.
ATELIER geopend van 9-4 uur.
In navolging van hetgeen reeds in
andere plaatsen van ons land gedaan
is voor uitgewekenen uit het zoo zwaar
geteisterde België, gevoelen ondergetee-
kenden zich gedrongen aan de burgers
van den Helder hunne medewerking te
vragen tot het verzamelen van schoe
nen, kleeren (ook kindergoed)
enz. voor deze ongelukkigen.
Giften in geld zijn ook hartelijk
welkom.
leder, die zich moer bevoorrecht ge
voelt, zie dus zijn kleerkast nog eens
na en zende het aan de navolgende
personen
Mevr. NAUDIN TEN CATE-Gebki.,
Buitenhaven 4.
Mej. BA IS, Dijkstraat 32.
De heer v. d. BILT, Vosstraat..
Mevr. DE BOER—Jongkees,
Koningstraat 28-30.
Mevr.DE BRUIJN - v. Ringelensteijn
Vischmarkt.
Mevr. DIBBETZ-Romeny,.
Hoofdgracht 86.
Mevr. GUISE-Ltji.ofs,
Hoofdgracht 65.
Mevr. OOST1NG Trkntels,
Stationsweg 6a.
Zij, die or de voorkeur aan geven
de goederen te doen afhalen, geven
hun adres op aan:
Mevr. GUISE-Lulofs,
Hoofdgracht 65.
Goederen kunnen ook dagelijks bezorgd
worden tusschen 10 en 11.30 uur, Kanaal-
weg No. 101a.
vinden onze lezers rijk geïllustreerd in het Geïllustreerd Zondags
blad, hetwelk tegen den prijs van slechts 37J cent per drie maanden
(franco per post 45 cent) bij ons verkrijgbaar is.
Niettegenstaande de groote kosten en "moeilijkheden, vooral in deze
tijden daaraan verbonden, blijft de redactie van deze uitgave er zorg
voor drageu, dat door een schat van fraaie, illustraties de abonné's een
aanschouwelijk beeld krijgen van al wat er belangrijks ter
wereld voorvalt.
Ofschoon dit blad bij velen onzer lozers bekend is, zijn er nog, die
tot hedon verzuimden hun verlangen te kennen te geven deze illustratie
te ontvangen.
Beleefd verzoeken wij hen, onderstaand inleokenbiljet aan onze
administratie te zenden, opdat geregelde toezending volge.
De geringe prijs zal voor geen onzer lezers een beletsel zijn.
Proefnummer gratis aan ons bureau verkrijgbaar.
Ondergeteekende wenscht geregeld te ontvangen, het
legen den prijs van 37J cent per 3 maanden franco per post 45 cent.
WOONPLAATS: NAAM:
De ondergeteekende wenscht zich te ebonneeren op de
voorheen genaamd ,,'t Vliegend Blaadje"
(per kwartaal 65 cent, franco per post 90 cent)
Naam
Straat en nummer:
.r^, Het reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht. De
Losse nummers verkrijgbaar op den dag van uitgifte des namiddags 1 uur aan ons bureau Koningstraat,
i 2 Cents.
,_n_De N.V. Obligatie Maatschappij F~L
gevestigd te 's-Gravenhage, Anna Paulownaplein 3.
Wettige 3 Premie Obligaties f 4.50.
0p nummer 16363 viel heden de premie van f 20.000, geplaatst door de
Hoofdvertegenwoordigers: JOH. J. RUIJTERS, Tenierstraat 19, den Haag; W. E.
BACH, Nieuwe Achtergracht 6, Amsterdam.
Gelden onmiddellijk uitbetaald.
SOLIEDE VERTEGENWOORDIGERS GEVRAAGD.
Nederlandsche Huisvrouwen
Meer dan ooit, moet U thuis toezien, wanneer U bij Uwen winkelier
een verpakt artikel koopt, of dat artikel wel in Nederland is gefabriceerd.
Heeft U Maizena noodig, vraagt U dan
U krijgt prima kwaliteit. U bespaart 2 a 3 cent per pakje.
U helpt werkeloosheid bestrijden.
Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een
onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon
25 en 35 cent.
„HEURECA" werkt eveneens verrassend
zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat
het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent
per flacon. Proefilacon 20 cent.
Deze hoofdwaters bestaan uit zuivere extrac-
tieve plantenstoffen en beantwoorden vol
komen aan de eischen, welke men voor
dergelijke hoofdwaters stelt.
Verkrijgbaar bij de Hoeren: Wjjtsma,Mlddonatr.;Win
kelman, Spoorstr.; F. H. do Goeij, Spoorstr. en Weatgr.:
Lunet, Nieuwst!.; De Bie-Bierstek.r, Keizerstr., en l>b
don Tabrikant S. c. G. de Man, Koningstr. 39.
Begrafenis-Vereeniging
Aansprekers:
R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9.
J. J. BUT, Breewaterstraat 57.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
Het Bestuur:
H. P. B. DISSEN, Gravenstraat 83.
A. v. WAARDEN, Laan 28.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
99
99
"H AARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij:
Spoorstraat, Coiffeur.
in lithografie
(Steendruk)
worden door ons
niet meer geleverd.
BOEKDRUKKERIJ
C. DE BOER Jr.
Beperkte dienstregeling,
vastgesteld met ingang van
17
Augustus.
Vertrek van
M
Aankomst te
Helder
I S g
Amsterdam:
7.38
-O .2
10.16
12.33
.c -g
3.33
4.28
05
7.02
7.53
p s
i 5
10.57
Vertrek van
Aankomst te
Amsterdam
C C
Helder
8.45
11.18
1200
S
2.38
4.20
O c o.
6.48
8.05
C 1o
10.43
De om 4.28 van hier verlrekkende
trein heeft te Heer-Hugo waard aan
sluiting op Leeuwarden.
De trein van 4.10 uit Amsterdam,
aankomst te Helder 6.48, is dus
10 minuten over het geheel verlaat.
Hl. TiiiIi Eigan SlaombDül-Dndiininin|.
Beperkte dienstregeling, aanvangende
1 September 1914.
Vertrek TexelVertrek Nieuwediep
6.15 v.m., 7.30 v.m.,
10.15 v.m., 11.45 v.m.,
2.30 n.ra. 4.- n.m.
DE WEEK.
16 September.
Prinsjesdag-1914 is nu achter den
rug. 't Is in Den Haag een
saaie opening van de Staten-Generaal
geweest, 't Zou onwaar, oneerlijk
zijn 't te ontkennen. Er waren wei
nig menschc-n op de been in de
residentie. Er was voor de „gou
den koets", slechts door één enkel
koetsje gevolgd, veel minder aan
dacht dan anders. De „menschen
van buiten" waren vrijwel wegge
bleven. Zij hebben geen geld of
kunnen, willen 't ook misschien
niet missen voor dingen, tot
andere categorie dan 't allernoodigste
behoorend. Toch heeft H. M. de
Koningin, met den Prins-Gemaal op
dien Dinsdag 15 September, te 1 ure
zich opmakend naar de oude Ridder
zaal, op het Haagsche Binnenhof,
om de zitting'1914—'15 der Staten-
Generaal geopend te verklaren, warme
en heerlijk-eerlijke geestdrift gevon
den. Zich uitend in het driewerf
herhaald „Leve de Koningindat
de vereenigde zitting aanhief, in de
Ridderzaal, toen de Koningin de uit
voerige, streng-zakelljke Troonrede
met zachte stem, waarin nu en
dan zekere weemoed was te bespeu
ren had uitgesproken.
Wij staan nu voor de nieuwe werk
periode van de Staatsmachine. En
niemand weet, wat de dag-van mor
gen zal geven.
De Voorzitters de nestor van
de Tweede en de „echte" van de
Eerste, hebben ons verzekerd, dat
de Volksvertegenwoordiging niet
anders wenscht dan met kracht, met
ernst, met „Ausdauer", lettend op
de omstandigheden des tijds,
Regeering te steunen.
Minister Bertling, ditmaal niet
eens p.p. minister Treub wellicht
sprekend, bracht in den middag
van 15 September daarvoor dank
aan nestor Lieftinck. De vraag is
slechtswat heeft de Vertegenwoor
diging thans te doen?
„That is the question
In de Tweede Kamer is president
Borgesius wie twijfelde er aan!?
praeses gebloven. En de heer Troelstra
„vice-praeses" Eeno functie, deze
laatste, door geenerlei offlciéele rege
ling gewettigd, doch allengs in het
leven geroepen nadat (bij het al-
drukker worden van de avondzittiD-
gen e. a.) in de budget-periode, de
„speaker" het werk niet meer alleen
öf konEn nummero-drie bleef
de oud-praeses O. van Nispen, de
Nijmeegsche. Waarom zich tegen
den man, die op zóó voortreffelijke
wijze de Kamerleiding waarnam, nog
dertien blanco's verklaarden, 't be
hoort tot de vele raadselen in dezen
vreemde tijden
Met meer recht dan ooit-tevoren
kan men nu vragen „Wachter, wat
is er van den nacht
In den stikduisteren, onheilspel-
lenden, mysterieusen, gevaarlijken
nacht
Wij vragen 't ons af, in herfsttijd
van komende storm- en regenslagen.
Waarin de nooöen al-maar stijgen.
De studiosi den groentijd zelfs „schrap
pen", wijl er geen lust voor jolyt is
en 't geld beter kan worden gebruikt.
Waarin de Maatschappij tot bevor
dering van Toonkunst smeekbede
richt tot de natie, óók om toch „kas
sian" te hebben met de velen, die
van „muzieklessen" moeten leven.
Waarin een beroep op „onze jongens"
van de mobilisatie wordt gedaan om
dubbeltjes en centen te offeren aan
den nood der tijden. Zijn die zoo groot,
zoo erg, zoo dreigend?
Het goederenvervoer van en naar
onze oostelijke buren meldt men
neemt toe. De middenstand wordt
immers geholpen, - in Den Haag
officiéél, al-vast met een ton. Het
trein verkeer zal, - van 21 Septem
ber af - nagenoeg normaal zijn.
Welnu dan
Ik herinner aan de waarschuwing van
min. Treub om ons te pantseren tegen
dat andere gevaar,hette-optimistisch
zijn, in lichtzinnige oppervlakkigheid,
tegen de zwartkijkerij, het pessimis
me, dat immers ook zijn eigen ge
varen met zich brengt
Ten aanzien van wat de wetgeven
de arbeid, de noodwetten, die nog
moeten komen en het verdere,
zal geven, tasten wij in het duistur.
De Indische Begrooting voor 1915,
per saldo een „nadeelig verschil"
van ruim 47 millioen gevend, is in
gekomen.
Het Nationale Fonds voor verdedi
ging, waarvan wij de bestemming
nog niet kennen wordt niet zoo
héél-sterk grooter.
Dit weten wij wel heol zeker:
straks zullen zeer zware, nieuwe
lasten op ons moeten drukken. Nu
laat ik nog heelemaal daar pogingen
van slimmelingen mag ik, in dit
verband de Lotisico-figuren noemen,
thans met het Departement van
Justitie iu onderhandeling?, - wier
oog slechts gericht is op oigen be
lang in kil-materieelen zin, zonder
dat men met den strengen eisch dei-
wet in botsing komt
Maar wèl weten wij, dat aanstonds
zullen volgen de harde, strenge
eischen der noodzakelijkheid om ge
reed te staan.
Met materieele offers van groote
beteekenis. Wanneer de nood nog
veel harder gaat nijpen.
Zullen we dan gereed zijn?
En bereid
Ook deze vraagteekens behooren
tot do vole van doze zeef zware,
vreemde, moeielljke tijden
Mr. Antonio.
Ambulance-dilettanten.
Het is een Duitsche krant welke
dit vertelt.
Een der gewonden van het slag
veld ligt stil en rustig in een van
de hospitaal zalen, waar het ambu
lancepersoneel de zorgen op zich
heoft genomen. Behalve de genees-
heeren en de pleegzusters bewegen
zich evenwel van tijd tot tijd ook
verschillende wei-doende dames door
de zalen, die wel zeer weinig des
kundig zqn, doch die men moeilijk
den toegang kan weigeren, wijl zij
aan het hoofd van verschillende co
mités het hare hebben gedaan en
daaruit een soort recht meenen te
putten, zich nu ook met het verple-
gingswerk te mogen bemoeien.
Een dezer dames treedt aan het
bed van een gewonde, die daar kalm
ter neer ligt.
„Kan ik iets voor u doen?"
vraagd de behulpzame dame.
„Nee, dank u wel," luidt het
antwoord van den gewonden soldaat.
„Maar misschien kan ik u het
gelaat met wat azijn-wafer afwis-
schen", dringt de dame aan.
En ditmaal wascht zij den gewonde,
zonder op zijn antwoord te wachten,
met een sponsje met azijnwater over
het gelaat.
Als dit is afgeloopen, bedankt de
gewonde soldaat op de volgende wijze:
„Ik heb u 't pleiziertje niet
willen onthouden, om m'n gezicht
met dat zure goedje af te sponsen
maar weet u, - u bent nu al de zes
tiende vriendelijke dame, die me dat
zelfde lapt!"
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.
64)
Zij wierp het hoofd achterover en
zag hem uitdagend aan.
„Gij wilt mij verwijten dat ik de
kracht miste armoede en zorgen te
dragen. Maak er mij liever een mis
daad van dat ik mijn echtgenoot
niet beminde. Indien ik hem lief
had gehad, zooals ikeen ander
bemin, dan zou ik mij, in weerwil
van alles aan hem vastgeklemd heb
ben, het somberste lot hebben ver
kozen boven de smart van hem te
scheiden."
„Ik geloof u; maar meent gij dat
dit in mijne oogen eene verontschul
diging kan z|jn Wanneer een vrouw
volkomen vrijwillig hare hand aan
een man heeft gereikt, en die
man heeft gedurende al de jaren van
hun huwelijk geen ander doelwit
voor oogen gehad dan haar geluk,
meent gij dan, dat zij slechts behoeft
te zeggen: ik heb mij indertijd ver
gist; ik had hem niet lief; om hem
daarna te mogen verlaten in de ure
waarop hij het meest behoefte heeft
aan hare teederheid?"
„Wilt gij althans mijne verdedi
ging niet aanhooren?"
„Waartoe dat te doen?" vroeg hij
hoofdschuddend, het onherstelbare is
geschied. Zullen wij elkander noode-
loos kwellen?"
„Maar zoo ik u smeek?"
„Dan heb ik slechts te gehoor
zamen."
„Kom dan modo. De plaats is
daartoe hier bitter weinig geschikt.
Een rijtuig zal ons binnen enkele
oogenblikken naar mijne woning
brengen en daar kunnen wij rustig
spreken."
„Het is goed," luidde het op den
zelfden toon. „Mits dat ik geen
vreemden behoef te ontmoeten."
„Stel u gerust; mijne vriendelijke
gastvrouw heeft twee kamers ge
heel en al tot mijn particulier ge
bruik afgestaan, en ik ontvang nooit
anders als des avonds."
Filips riep een ruituig aan, en
gaf den koetsier, zonder eenige wei
feling Marcello's adres op.
„Gij wist dus waar ik woonde?"
vroeg zij verbaasd, terwijl het paard
zich in beweging zette.
„Ja, ik vroeg het aan Onno."
„Spreekt gij dan nog wel eens
met hem over mij?"
„Hij komt telkens weer op u
terug! Uw beeld bevolkt al zijne
liefste herinneringen, en zij voor wie
geen geluk meer is weggelegd, ver
toeven gaarne in het verleden.
„Zijt gij hier voor geruimen tijd?"
„Alleen zoolang als ik geloof dat
mijne tegenwoordigheid Holdius nut
tig kan zijn, om hem weder te doen her
leven en moed te doen vinden, en
niettegenstaande alles met het lot
te worstelen."
„Weet gij dat ik hem zou kun
nen benijden?"
„Doe dat niet. Vriendschap zelfs
kan niet troosten over een verloren
liefde."
„En daarna?"
„Daarna keer ik weder naar Mal-
vinia terug."
„Zijt gij dan enkel en alleen om
zijnentwil overgekomen
Hij knikte toestemmend.
„Ik had gedacht," sprak zij vol
bitterheid, „dat Onno hoog genoeg
stond om zich niet by zijne vrienden
te gaan beklagen."
„Dan hebt gij u niet vergist. Het
was juist zijn stilzwijgen, dat mij
verwittigde dat er de een of andere
ramp geschied was. Hij, die zulk een
trouw briefschrijver was, die mij op
de hoogte had gehouden van zijne
pogingen om hier carrière te maken,
liet op eens taal nog teeken meer
van zich hooren. Indien hem een
ongeluk overkome ware, zoudt
gij mij zulks gemeld hebben. Er
was dus eene droefheid over zijn
leven neergedaald, waarvan hij mij
niet sproken wilde, en na gewacht,
te vergeefs gewacht hebben, liet ik
mijn cow-boy het bestuur der zaken
daarginds over en begaf mij op reis
naar Europa."
„Maar hoe hebt gij hem uitge
vonden? Parijs is zoo groot."
„Dat was toch niet moeilijk. Ik
liet mij naar uwe vroegere woning
brengen, en vernam aldaar uwe
scheiding, zoowel als Omio's tegen
woordig adres. Het was avond, men
zeide mij toen ik daar aankwam dat
hij zich in de opera bevond en ik
kwam er aan op het oogenblik dat
't 3e bedtijf ten einde liep. Toen h|j
zich door het kleine deurtje dei-
muzikanten wilde verwijderen, riep
ik hem toe; hij herkende mij aan
stonds en w|j spraken samen af,
elkander na afloop van het stuk op
te wachten. Sedert zijn wij dagelijks
bijeen geweest. Ik logeer in een hö-
tel, want op zijn zolderkamertje is
geen plaats, maar wij hebben toch
veel tijd om samen te spreken."
„En hoe is hij? Uw gezelschap
moet hem wel doen."
„Ik hoop het. In elk geval kan ik
hem niet genoeg bewonderden. Niet
alleen draagt hjj zijne armoede en
de vergetelheid waarin hij leeft zon
der een enkele klacht, maar nooit
komt hem een woord van verbitte
ring tegen u over de lippen. O! zoo
de vrouwen wisten te erkennen wie
hare liefde verdient!"
Maar men was aangekomen,
Marcelle gaf Haar tochtgenoot een
wenk haar naar boven te volgen.
„Ik ben voor niemand te spreken,"
zeide zij snel tot den bediende, die
de deur opende. „Zeg aan mevrouw
Locière dat ik bezoek heb."
Een oogenblik later bevonden bei
den zich in haar zitvertrek, een sier
lijk gemeubelde kamer, waar alles
van weelde en rijkdom getuigde.
Filips liet een weemoedigen blik
over het geheel glijden.
„Het ziet er hier anders uit als
bij Holdius," mompelde hjj.
„Niets van dit alles behoort mij
toe," zeide zij haastig om zich te
verontschuldigen. „Ik geniet hier
enkel gastvrijheid. Maar het is niet
daarover dat ik u spreken, het is
over het noodlot dat ons vervolgd
heeft sedert huwelijk. Gij zijt ons
reeds eenmaal te hulp gekomen, in
ziende dat het leven, daarginds in
die wildernisssen, voor mij zooveel
als schijndood beteekende, hier ech
ter werd alles nog duizendmaal
erger. Alles liep Onno tegen; hij is
thans weder aan de opera geplaatst
maar op het oogenblik onzer schei
ding verdiende hij slechts een gul
den daags. Wat wil men daarmede
beginnen, al is men ook nog zoo
zuinig? Immers niets! En dan, de
armoede op zichzelf genomen zou
nog dragelijk zijn maar wat haar
onduidelijk maakt, het is dat men
daardoor geheel en al tot een andere
maatschappelijken stand vervalt. Het
zolderkamertje jaagt m|j minder
schrik aan dan de buren, dan de
aanraking met de lieden by wie
eene vrouw ter markt moet gaan."
„Zoo gij hom lief hadt gehad,
zoudt gij dat alles als niets geteld
hebben. Eene hooghartige ziel blijft
hare waardigheid behouden, onver
schillig in welk midden zij verplaatst
wordt. Maar zelfs ik erken dat het
lot dat u wachtte hard was, dat het
u heel wat geestkracht en zelfver
loochening zou hebben gekost er u
aan te onderworpenwat meer zegt,
ik heb ook aan Onno te kennen ge
geven, dat hij volgens m|j het recht
niet gehad had een dergelijk offer
van u te eischen. Neen, hij had u
rustig in uwe tegenwoordige omge
ving moeten laten, en mij behooren
te schrijven hoe de zaken stonden.
Ik zou dan alles aangewend hebben
om hem aan eene vaste betrekking
te helpen. Geld vermag, helaaszoo
veel in de wereld. En nu, nu is al
les te laat!"
„Ja, te laat!" herhaalde Marcelle,
iu een leuningstoel nedervallende en
het gelaat met de handen) bedek
kende.
„Ik vraag u niet wat gij verder
met uw leven zult beginnen, Hol
dius heeft daarover gezwegen, maar
ik kan het raden. Zonder dat ware
uwe echtscheiding niet noodzakelijk
geweestgij hadt op een afstand van
elkander kunnen leven, maar de na
gedachtenis van uw kind die zich
tusschen u beiden verhief ware
eerbiedigd."
„Elsa kon niets meer van mij
vragen; zij was niet meer."
„Maar zij was uw beider kind, en
zelfs hare herinnering bleef u beiden
verbinden."
„Dus geeft gij mij ongelijk
„Onvoorwaardelijk."
„Gij keurt het af dat ik mijn toe
komst door een tweede huwelijk
zoek te verzekeren?"
„Ja. Want de wet raag u van
Onno gescheiden hebben; die man,
wiens gansche leven in het uwe op
ging, die zelfs nu nog niet kan na
laten u te beminnen zal in weerwil
van wereld en menschen, voor God
en tot zelfs voor uw eigen geweten,
uw echtgenoot blijven. Doe wat gij
wilt, leg uw hart het stilzwijgen op
dood alle gevoel in uzelve, toch zult
gij erkennen, den dag waarop gij
een ander naar het altaar volgt, een
misdaad te bedrijven."
„En gij durft mij dat alles te ver
wijten? Gij?" riep zij uit, de be
traande oogen naar hem opheffende.
Wie zou daartoe zoozeer het recht
bezitten als ik vroeg Filips somber,
terwijl hij met eene onbeschrijfelijke
uitdrukkiug van droefheid op haar
nederblikte: „Heb ik u niet liefge
had uit heel de kracht mijner ziel?
En heb ik niet vrijwillig afstand ge
daan van alle hoop, om u zonder
eenig zelfverwijt het leven door te
doen gaan Heb ik teruggebeéfd voor
welk offer dan ook, om u groot te
zien blijven onder alle beproevingen
die u nog wachten konden? En hoe
vind ik u daarna weer? O! Ik weet,
wel dat niemand anders u den steen
zal werpen, dat gy oogenschijnlijk
lelieblank uw weg kunt vervolgen
maar er is nog eene andere recht,
bank dan die der publieke meeniug."
„Dus wilt gij mij geen vergiffenis
schenken?"
„Ik wilde dat gij het mij mogelijk
hadt gemaakt."
(Wordt vervolgd.)