leger heeft bekend gemaakt, dat elke Duitscher in burgerkleeren,die achter het Fransche front wordt aangetroffen als spion zal worden behandeld. Elke Duitscher die aangeroepen, niet dade lijk blijft staan, zal worden doodge schoten. De toestand. Parijs, 6 Oct. (via Londen.) Het communiqué van elf uur 's avonds luidt: Het karakter van den toestand is hetzelfde gebleven. Op onzen linkervleugel, ten Noor den van de Oise, wordt de actie hoe langer hoe feller. In het centrum is het betrekkelijk kalm. Eenig terrein is gewonnen in de streek ten Noorden van de hoogten langs de Maas. Duitsche.beweglngen ap de Fransch-Belgische grens. Londen. 7 Oct. (Reuter.) De „Times'! correspondent in België seinde 6 Oct., dat een zeer belangrijke Duitsche troepenbeweging plaatst moet heb ben in Zuid-België. Dien namiddag marcheerde een troepenmacht, ter sterkte van 20,000 man infanterie, cavalerie en artillerie en een draadlooze telegraafafdeeling, door Templeuve ten noorden van Doornik in westelijke richting naar de Fransche grens. Het waren allen jonge manschappen. Onjuistheden. Uit Berlijn seint men aan het „Handelsblad" Gravin De Baye heeft in de Fran sche pers medegedeeld, dat de Kroon prins kostbaarheden uit haar slot zou hebben geroofd. Een feit is het echter, dat de Kroonprins nimmer op het kasteel Baye vertoeft heeft, ook de troepen zijner armee zijn nimmer in doze streek, 25 K.M. zuidwestelijk van Epernay gelegen, geweest. Alle beweringen over verwoestin gen van de bezittingen van president Poincaré door de Duitsche troepen zijn eveneens onjuist; de bezitting Roubecourt van president Poincar' stond gedurende de dagen van C tot 9 September in het. brandpunt der gevechten tegen Verdun; ze werd daarbij door de Fransche artillerie in brand geschoten. Van Fransche zijde. Omtrent de krijgsverrichtingen deelt de Fransche legatie in den Haag liet volgende mede: Op onzen linkervleugel heeft het front den 5den een steeds grooter uitbreiding ondergaan. Groote troepen Duitsche cavalerie zijn gezien in de omstreken van Rijsel, welke vijande lijke afdeeling voorafgaan, die aan rukken door de streek ten noorden van de linie Tourcoing-Arraentières- Bailleul. Om Atrecht heen en op den rechteroever van de Somme blijft de toestand vrijwel dezelfde. Tusschen de Somme en de Oise is afwisselend voorwaats gerukt en achteruit ge weken. Bij Lassigny heeft de vijand een gewichtigen aanval beproefd, welke mislukt iswij hebben 500 gevangenen gemaakt. Op den rechteroever van de Aisne, ten Noorden van Soissons, te Coffies, zijn wij, met zeer krachtigen steun van liet Engelsche leger, eon weinig vooruitgerukt. Wij hebben eenige vorderingen gemaakt in de streek van Berry-au-Bac. Van het óverige gedeelte van het front valt niets te melden. Het Fransche gezantschap te 's-Gra- venhage deelt het volgende mede: „De Duitsche dagbladen hebben tegensproken de plundering, door het leger van den Kroonprins, van het kasteel van baron de Baye en die tegenspraak is door de Nederlandsche pers overgenomen. De plundering is maar al te waar. Zij wordt bevestigd door een brief, welke barones de Baye zelf gericht heeft tot het dagblad „Le Matin" van 29 September. Daarin wordt mede gedeeld, dat de prachtige verzame lingen dezer familie, die weggesloten waren in vitrines, geplaatst in eene galerij van 45 meter lengte, ingepakt werden, met bestemming naar Duitschland. Al wat zonder kunst waarde was, werd vervolgens vernietigd. Barones de Baye heeft niets dan een aantal voorwerpen gehouden, die in kisten waren gepakt en die door de Duitschers moesten worden achtergelaten in hun spoed om weg te komen toen de Fransche aanval begon. Zouden de Duitsche dagbladschrij vers óók in twijfel willen stellen de stelselmatige plundering van de fraaie woning, welke de heer Marnard, zoon van den oud-directeur der „Figaro", te Villers Cotterets bezat? Do heer Magnard werd doodgeschoten, omdat hij, met de wapenen in de hand, de door zijn vader geërfde kunstwerken wilde verdedigen. Dadelijk daarna kwamen de verhuiswagens, waarin de gobelin-behangsels werden mede gevoerd en de schilderijen van de Fransche schilderschool, de 18de eeuwsche meubelen en de kostbare voorwerpen, die deze woning sierden, een der meest artistieke van 1*11© de France. Deze verfoeilijke feiten zijn ongelukkigerwijze niets dan de zuivere waarheid." Van het Oostenrljksch- Russlsche front. Weenen, 6 Oct. (Wolff.) Officieel wordt door den plaatsvervangend chef van den generalen staf von Hoefen bekend gemaakt, dat het plotselinge vooruitdringen van de Duitsch - Oostenrijksch - Hongaarsche strijdkrachten in Russisch Polen de ■Russen volkomen schijnt te hebben verrast. Wel hebben deze sterke krachten uit Galicië naar 't Noorden verplaatst, doch bij hun pogingen om de Weichsel in de richting van Opatow (ten O. van Kielce) over te trekken, zijn zij door de bondge- nooten over de rivier teruggeworpen. Onze troepen hebben het Russische bruggehoofd bij Sandomir (aan de Weichsel in Russisch Polen, bij de grens van Galicië) veroverd. In Galicië rukken wij volgens ons krijgsplan op. Bij Tamobrzog (in Galicië, ten Z. van Sandomirz) is oen Russische infanteriedivisie door de onzen uit haar stellingen geworpen. De Russen in Galicië. Berlijn, 7 October. (Van Duitsche zijde.) Naar Poolsclie bladen weten mede te deelen, hebben de Russen uit het Ossolinskische Nationale Mu seum te Lemberg 1030 schilderstuk ken, 28,000 kopergravures, 17,000 muntstukken, 4300 medaljes, 142,000 boekwerken, 5000 manuscripten, 5300 autografieën, 17,000 andere documen ten en verscheidene nationale Poolsche ■elikwiën weggehaald en naar St. Petersburg doen brengen. De slag bij Au'gostowo. Volgens de Roeskoje Slowo waren tot Donderdag na den slag bij Augos- towo 11.000 Duitschers door fle Russen gevangen genomen. De „duizend" gevangenen waarvan in een telegram van den Russischen staf sprake was, moeten er meer geweest zijn. Het aantal wordt in- een telegram uit Petersburg opgegeven als duizend", het getal voor het woord duizend was door den censor geschrapt. Verder waren „vele kanonnen" genomen. Mon schijnt den vijand geen aanwij zing te willen geven over het juiste aantal gevangenen en kanonnen. Trouwens ook in de ambtelijke be richten van de Fransche zijde is steeds angstvallig vermeden om het juiste aantal gevangenen en kanonnen, dut genomen was, te vermelden. Zoo doende hebben wij pas uit de'l'inies moeten vernemen, dat de Franschen in het geheel 63000 gevangenen in handen hadden. OP ZEE. „Oe Kaiser Wilhelm der Grosse". De Kolnische Zeilung ontvangt uit Berlijn nadere bijzonderheden over den ondergang van den Duitschen hulpkruiser „Kaiser Wilhelm dei- Grosse", die den 26en Augustus in de Spaansche haven Rio del Oro uit twee kolenschepen steenkool laadde, toen de Engelsche kruiser Higbflyer opdaagde en seinde: „Geef u over." Eerst gaf de Kaiser geen antwoord, doelt bij tweede-sommatie volgde het bescheid: „Duitsche oorlogsschepen geven zich niet over. Ik verzoek u, de Spaansche onzijdigheid te eerbie digen." Highflyer„Gij laadt nu voor de tweede maal kolen in deze haven. Als gij u niet over geeft., open ik dadelijk het vuur." Kaiser: „Ik laad hier voor de eerste maal kolen. Voor 't overige is dat een aangelegenheid, die Spanje aan gaat." Highilyer„Geef u dadelijk over." Kaiser „Ik heb u niets meer te zeggen." Na deze wisseling van seinen open de de Hyghflyer het vuur, dut dooi den Kaiser, die ongeveer 2000 M. van de kust lag en zich dus in Spaansche territoriale wateren be vond, werd beantwoord. Na ongeveer anderhalf uur moet de Kaiser. die tévoren een deel der bemanning en de krijgsgevangen van vroeger buit gemaakte schepen op de koienboolen had overgebracht, het gevecht, staken bij gebrek aan munitie. Twee gra naten van de Hyghflyer hadden nl. het voorste laadruim beneden de de waterlijn getroffen, dat vol wa ter liep, zoodat men niet meer bij de munitie kon komen. De voerder beval nu, het schip te doen zinken, hetgeen met 12 dynamiot- patronen geschiedde. De bemanning verliet in de booten' het schip (de kapitein 't laatst, toen de golven al over het dek spoelden) en roeide naar land, waar zij aankwam vóór de inmiddels uitgezette booten van de Hyghflyer, die toen op een sig naal van den kruiser terugkeerden. In het Spaansche fort op de kust zijn de Duitschers, onder wie twee gewonden, goed ontvangen. Zij be vinden zich thans te Las Palmas op de Canarisehe eilanden. Duitsche torpedoboot vernield. Schiermonnikoog, 6 Oct. Heden middag omstreeks 1 uur kruiste on geveer 10 a 12,000 M. ten N.O. van het eiland, patrouilleerende voor de monding van de Ëems, een Duitsche torpedoboot. Het weer was helder en de bewegingen van het vaartuig waren duidelijk te volgen. Plotseling werd een ontploffing gehoord; aan den boeg vertoonde zich een hoog opschuimende waterzuil. De torpedo- boot helde onmiddellijk over en ver dween na 3 minuten voor de oogen der toeschouwers op het strand onder water. Kort daarna vertoonden zich in de buurt van de plaats waar de boot was gezonken, eveneens duidelijk waarneembaar, twee koepels van onderzeeërs. Het was natuurlijk niet te zien van welke nationaliteit deze waren, zoodat de mogelijkheid blijft bestaan, dat de Duitsche torpedoboot op een eigen of mogelijk ook op een der laatste dagen daar gelegde Engel sche mijn is gestooten, en door eigen onderzeeërs geassisteerd word. Een poos nadat de onderzeeërs weer verdwenen waren, stoomde met groote snelheid uit de Eomsmonding een Duitsche kruiser naar de plaats des onheils, die booten uitzette, en verscheidene op en aan wrakstukken ronddrijvende schipbreukelingen op pikte. Later stoomde de kruiser terug naar den Eemsmond; hedenmiddag voeren echter nog verscheidene tor pedobooten rond op de bewuste plaats. De namen der vorongelukten van de drie Engelsche kruisers, Aboukir, Hogue en Cressy, zijn thans gepubli ceerd in de Engelsche bladen. Het zijn er in 't geheel 1472, van wie 60 officieren. Antwerpen. Het beleg van Antwerpen. Men schrijft aan de N. R. Ct. uit Vlaanderen Maandagochtend Het nieuws over de krijgsverrich tingen van Zaterdag en Zondag is bijzonder schaarschde censuur werkt met onverbiddelijke gestrengheid, en daar was reden toe, want er was in Vlaanderen een groote troepenbe weging gaande. Nu deze lil hoofd zaak is afgeloopen, mag er wel ver meld worden, dat er in de laatste' dagen een zeer aanzienlijke Engelsche troepenmacht op het vaste Tand is aangekomen on op dit oogenblik zich in de nabijheid van Bolgie's meest, bedreigde punten bevindt. Ik heb doze troepen gezien; zij zijn in uit stekende conditie en op de zorgvul- diste wijze uitgerust. In hun trein bevinden zich auto's met machine- kanonnen, gansche reeksen Londen- sche autobussen met de reclame's vin Pears nog op de imperiales, auto's met vliegtuigen; het merk waardigste is wel dat alle voertuigen uitsluitend met mechanische tractie zijn, zoodat deze troepenmacht bij zonder gemak van bewegen zal hebben. Het lijdt geen twijfel dat wij nu zeer belangrijke gebeurtenissen te verwachten hebben. Uit Antwerpen seint de Belgische correspondent van de „Tijd" dat do Duitsche verdragende kanonnen reeds de dorpen en gehuchten vlak om de tweede verdedigingslinie beschieten, op welk terrein het Belgische be zettingsleger den tegenstander moet tegenhouden. De Belgen - getuigt hij vechten niet groote verbittering en met te ineer vuur, nu de Engelsche troepen zijn aaugekomen. Te Antwerpen zegt men dat liet 30 a 40,000 man zijn, doch deze schatting acht de corr. sterk overdreven; hij gelooft dat het maar 3000 zijn. Dan bespreekt hij de vraag, die op het oogenblik de ge- heele bevolking beklemt, of de stad zal worden blootgesteld aau de ellende en de verwoesting van een bombar dement, als volgt: Er zijn m.i. aanwijzingen, dat koning Albert de stad zal sparen. In veel kringen is de overspanning zoo intens, dat men verklaart: „Eerder de stad straat voor straat verdedigen, dan ons over te geven Maar ik ging dezer dagen een kijkje nemen rondom het fort Stabroek dicht aan de Nederlandsche grens. Wat viel me daar op? De ver schansingen, prikkeldraadversperrin gen, loopgraven enz., enz., zijn niet aangebracht in de richtÏDg van den vijand, die Antwerpen ook uit het noordon zou willen omsingelen. Neen, wij verwachten met onze kanonnen en mitrailleurs den vijand uitsluitend- uit Antwerpen zelf. Alles is ingericht tegen troepen, die uit do provincie zelf naderen. Dat gaf mij te denken. Ik stol mij nu voor, dat, zoodra de tweede for tenlinies in handen van den vijand zijn, de stad eenvoudig onverdedigd zal worden gelaten. Het hoofdkwar tier trekt zicli langs Eeckeren en Capelle terug op Stabroek en ver dedigt daar tot het uiterste hot vaderland, dat in de laatste dagen toonde nog zoo.'diep in 't hart der Beigen begraven' te liggen. Dan zal alles wel in een laatste gevecht beslist worden. Indien liet leger verliest, is de eer schitterend gewroken. Wie vlucht, kan zich spoedig in Hollandsch Putten terugtrekken, ol' bereikt misschien nog, gedekt in zijn eervollen aftocht door de versterkings- werken tusschen Capelle en Stabroek! de Schelde, om vandaar uit nog een laatsten strijd te wagen in Vlaan deren. Actie tegen Antwerpen. Antwerpen, 6 Oct. (Officieel.) Do toe stand te Antwerpen is ernstig. Luite nant-generaal De Guise, bevelliebbor der versterkte stelling, heeft heden avond aan de burgemeesters der ge meenten binnen de versterkte stelling den volgenden brief gezonden: „Ik heb de eer ter kennis der bevolking te brengen, dat het bombardement der Antwerpsehe agglomeratie en om streken onvermijdelijk is. De bedreiging met of de uitvoering van het bombardement zal echter geen invloed hebben op den duur van den weerstand, die tot het uiterste zal worden doorgedreven. Personen, die zich aan de uitwerking van bedoelde beschieting willen ont trekken, zijn verzochtzich inden kortst mogelijken tijd te verwijderen in noor delijke of nooid-oostelijke richting." Van DiJitsche zijde wordt de vol gende episode bericht van het beschie ten der Antwerpsehe forten door de Duitschers. Het fort Waelhem hield zich tot Zaterdagmorgen staaDde. In den nacht van Woensdag op Donder dag gebruikte de bezetting de vol gende krijgslist: zij liet drie vaten kruit in de lucht vliegen en stak eecige vaten petroleum in brand. De Duitschers meenden toen dat het fort verloren was en naderden. Daarop bracht het mitrailleursvuur der Belgen hun groote verliezen toe, maar de list hielp ten slotte niets. Zaterdagnacht om half een werd het fort door de Duitschers veroverd. Spoedig daarop vielen ook de andere forten in handen der Duitschers. Zondagmorgen zweeg het Duitsche geschutvuur en daarin meenden de Belgen een goed teek en te zien. De reden was echter, dat de Duitschers bezig waren hun zware geschut in de veroverde forten op te bouwen. In een hoofdartikel verklaart de Engelsche „Morning Post": „Het is kwellend te moeten beseffen, dat de Britsche waarborgen België niet hebben beschermd en dat Engeland, hoe het zich ook inspant om na enkele maanden krachtdadig te kun nen optreden, nu niet in staat is den aanval op Antwerpen te verhinderen. Wat men hier dient te beseffen is, dat het lot van Antwerpen en veel meer bovendien, afhangt van het resultaat van den grooten veldslag in Frankrijk. Als het Duitsche leger daar wordt verslagen, dan zal de aanval op Antwerpen moeten worden opgegeven, zeker in ieder geval als hij niet te ver is gevorderd, wanneer de overwinning is behaald. Mocht het Duitsche leger den slag in Frank rijk winnen, dan is het moeielijk te zien, hoe Antwerpen anders dan door eigen inspanning kan worden gered." Te Brussel. Londen, 6 Oct. Kettle, de corre spondent van de „Daily News", seint zeer onrustbarend nieuws uit Brus sel. Volgens zijn mededeelingen zijn verschillende huizen in de voorste den en het hotel L'Espórance aan de Gare du Midi in vlammen opge gaan. Naar het heet, treden do Duit sche soldaten hoe langer hoe uit dagender op en is er groote aanlei ding tot ongerustheid. Belgische vluchtelingen. Volgens betrouwbare schatting be vinden zicli thans te Breda en om liggende gemeenten tweeduizend vluchtelingen. Velen van hen zijn van voldoende geldmiddelen voorzien en huren kamers of leegstaande huizen. Steeds komen er nog nieuwe. De stoomboot „Telegraaf III" is te Rotterdam aangekomen met 330 vluchtelingen uit Antwerpen, grooten- deels Belgen, waarm^ler 25 kinderen. De toestand te Esschen; wordt wan hopig. Gedreven door niet redeneeren- de ulanenvrees bestormden duizenden menscheu de enkele treinen tusschen Esschen en Roosendaal, nietsontziende In hun wilde vlucht. Het is uiterst gewenscht voort durend extra-treinen te laten loopen. De beambten te Roosendaal werken met grooten opofferenden ijver, maar meer materieel is dringend noodig. Men seint uit Vlissingen: Gisteren kwamen hier weer stamp volle booten vluchtelingen aan. Velen gingen door naar Engeland, doch honderden werden weder op Walche ren ondergebracht. Ook passeerden booten direct van Antwerpen" naar Engeland. Breda wordt tengevolge van het bombardement op Antwerpen over stroomd door vluchtelingen. De Zuid- Nederlandsche Tram bracht veertig stampvolle wagens gevluchten aan. De treinen uit Roozendaal zijn overvol en doen het. aantal vluchte lingen met honderden stijgen. Met alle mogelijke vehikels, zelfs tc voet, komen ze naar Breda. Uit Rotterdam. Nimmer heeft men in onze stad zooveel ellende in zulk een kort be stek vereenigd gezien als gisteravond aan de stations D. P. en Beurs. Dit werd veroorzaakt door de aankomst van Belgische vluchtelingen uit Ant werpen' en omliggende gemeenten. Als je je lijf will. redden, vlucht dan naar iiet noorden en het noord oosten dit was liet wachtwoord, dat gistermorgen door den militairen commandant van Antwerpen aan de non-combattanten was gegeven, al dus vertellen de vluchtelingen. En met duizenden hebben zij zich toen opgemaakt om dezen raad op te vol gen, niets medenemende dan wat in do haast bijeen gegrepen werd. Zij, die liet konden halen, namen den trein, anderen gingen met alle mo gelijke vervoermiddelen of te voot. Gisteravond omstreeks half zeven kwam de eerste trein met vluchte lingen hier aan. Slechts weinigen stapten hier uit, de meeaten gingen naar Den Haag en Amsterdam én er was ook een gezelschap, sterk 170 man, bij, dat reisde op een collectief biljet en aan het stat ion D.P. overstapt" voor Haarlem. Daarna volgden de treinen met vluch telingen elkander onafgebroken op. Met een uur vertraging kwam aan het station D. P. orn 8 uur een extra- trein met duizend vluchtelingen aan, een andere volgde omstreeks kwart voor tienen met oen gelijk aantal, ongerekend degenen, die de gewone treinen aanbrachten. De beide oxtr treinen hadden het station D.P. tot eindpunt. Maar het grootst aantal kwam om 8 uur aan. Vrouwen met vijf en zes kinderen, ieder kind sjouwende mot vrachten veel te zwaai' voor hun leef tijd, verschoppelingen in alle opzich ten, heele gezinnen van een hoogbe jaarden grootvader met kinderen on kleinkinderen, vrouwen die haar kin deren kwijt waren, mannen die hun vrouwen zochten. Allen, zonder uit zondering, zwervers, niet wetonde waarheenmenschen in overspannen toestand, wien schrik en angst op het gelaat stond te lezen. Sommigen wezenloos en doelloos voor zich uit- starende, ineengezakt in den hoek van een wachtkamer, waar het toe val hun bracht. Honderden vulden zoo de wachtkamers der 3de klasse van beide stations. Dit waren de meest rampzaligen, menschen van alles ontbloot, velen met geen cen time op zak. Menschen, die niets gegeten of gedronken hadden, nadat zij gistermorgen om elf uur in den trein waren gestapt. Belgische kinderen. In de „N. Rott. Crt" van Dinsdag avond staat op een oproep "van heL Bestuur der Vereeniging „Tehuis voor Belgische Kinderen" met ver zoek om plaatsing binnen veertien dagen van 1000 kinderen van Belgi sche gezinnen. In het daaropvolgend Ochtenblad kon de redactie reeds módedeelen, dat er meer aanbiedingen waren in gekomen dan er kinderen waren Zooiets doet goed om te lezen in deken van haat vervulden tijd FRANKRIJK. Spionnen. De correspondent van het Alge meen Handelsblad schrijft hierover: Een paar jaar geleden publiceerde de hoofdredacteur van de royalistische Action Francaise", de geestige schoon wel eens wat te kwajongens-achtige Léon Daudet, een boek, „L'Avant- •Guerre", dat een opsomming bevatte van de toebereidselen die Duitseh- iand, met het oog op een aanstaan den oorlog, in Frankrijk zelf aau het nemen was. Tot mijn schande moet ik thans bekennen dat ik inder tijd de waarde van de foiten, die in dit boek werden opgesomd, schrome lijk heb onderschat. Eerst geleidelijk, naarmate de in dringers genoodzaakt worden stap voor stap den aanvankelijk door hen bezetten grond weer te ontruimen, blijkt nu hoe zorgvuldig ze hun oor log ook op Fransch gebiod reeds jaren van te voren hadden voorbe reid. Een paar staaltjes daarvan mag ik, dunkt me, wel mededeelen. Zoo zijn er een aantal gevallen, waarin zoodra een Duitsche troopen macht in een van de grootero of kleinere plaatsen van do Noordelijke Fransche departementen verschonen was, een der soldaten of onderoffi cieren de leiding nam, on met vol maakte topogrnphische kennis zijn j kameraden bracht naar de puuleii waar ze zijn moesten, waar ze een voordeclige stelling konden innemen, waar ze eten of paarden konden vinden, en zoo meer. En bijna altijd herkenden de inwoners in zoo'n weg wijzer iemand die als arbeider, als boerenknecht, als handwerksman, als kellner, als winkelier jaren in hun midden had gewoond, van wien ze nooit geweten hadden dat hij geen Franschman was of dien ze, al wisten ze dat, altijd als hun kameraad had den beschouwd en behandeld. Meestal trouwens trachtten de betrokkenen hun identiteit in het geheel niet te verbergen, en begroetten ze onder weg met luiden groet hun „vrienden" van vroeger, van nog héél kort ge loden, want de meeston waren pas enkele dagen voor de mobilisatie op onverklaarbare en plotselinge wijze verdwenen. Van hoeveel gewicht voor de invallers de aanwijzingen waren die deze ex-inwoners van de streek hun gaven moge blijken uit do boodschap die een fabrikant in een der groote noordelijke steden zicli namens een zijner vroegere werklui hoorde overbrengen: „dat ze den bies moesten hebben en den bonte, den ouden schimmel mocht hij gerust voor zich zelf houden Een ander sterk staaltje van spion- nage vertelt de „Tribune de 1'Aube". Onder de gekwetsten die zich in een Dijonsche ambulance bevonden was ook een officier van den Duitschen generalen staf, die zich langen tijd hield alsof hij geen Fransch verstond. Een Duitsch-sprekende dame van het Roode Kruis won zijn vertrouwen, en aan haar vertelde hij eindelijk dat hij was aangewezen tot militair gouverneur van Dijonde benoeming had den Ten September moeten in gaan, hetgeen verhinderd was door liet feit dat Dijon op dien datum nog altijd Fransch en hij gewond en ge vangen genomen was Men waarschuwde den Dljonschen dokter die de gewonden behandelde, en nu kwam uit dat de officier, die intiissclien volkomen correct Fransch was gaan spreken, jaren lang als ingenieur verbonden geweest was aan een groote Dijonsche fabriek. Tegen liet eind van Juli was hij eensklaps verdwenen, zonder dat men nog eenig kwaad vermoeden had ge had, en eerst door het feit dat in eerste dagen van. Augustus Duitschland aan zijn adres een brief met militaire stempels erop gekomen was, was het bekend geworden dat de Fransche ingenieur niets anders was dan een Duitsche spion. De Indische troepen in Frankrijk. Onder dezen titel schrijft de Lon- dcnsche correspondent van de N. Rott. Crt. d.d. 2 Oct. aan zijn blad Gisteravond bracht de Star nog hot bericht en de foto, waarmee vandaag de ochtendbladen prijkten „de Indische troepen in Marsoillc! Het was oud nieuws alweer en de censor had het ettelijke dagen opge houden. Het is een gebeurtenis, die in meer dan één opzicht van belang is. Zeventigduizend van zulke prachti ge krijgers, die veisch en bezield van Oosterschen krijgslusl;, op het slagveld aankomen, vormen eon niet te ver smaden versterking voor de verbon denen. Het komt in den eindelodSen slag in de Aisne blijkbaar op verster kingen aan en hier is een versterking, waartegen de Duitschers bezwaarlijk meer iets te stellen zullen hebben. Maar dan, welk een schouwspel, de getulbando en gebaarde Hindoes, vechtend in Frankrijk aan do zijde van hun Engelsche „overheerschers", zooals de Duitschers zeiden, „mede onderdanen", zooals de nieuwe term luidt. En dit is niet enkel frazo. Het is wel zeker, dat het optreden dei- Indiërs in Engoland's crisis op de positie van hun land in liet rijk invloed zal hebben. Do leiders van het Indische volk, die deze manifestatie van loyauteit hebben op touw gezet, wisten voortreffelijk wat zij deden, De Indiërs vechten niet als huurlingen in dezen strijd. Zij storten hun bloed voor de zaak van zelfbestuur in hun eigen land. Het is een van de merkwaardigste verschijnselen die deze oorlog hoeft opgeleverd, dat de Duitschers in hun waardeering van hun tegenstanders, van neutrale volken, van bondgenooten zelfs zoo schromelijk hebben misge tast. Vooral van het Engelsche rijk 'nebben zij weinig begrepen. Duitsche krijgsgevangen naar Algiers. De Franschen zenden hun krijgs gevangenen blijkbaar naar Algiers. Althans, blijkens een bericht uit Al giers van 29 Sentember, zijn daar de eerste transporten krijgsgevangenen aangekomen. Met een extratrein zijn zij naar het binnenland gevoerd en geïnterneerd te Tiziowzou en Fort National. De geboren Elzassers zijn ondergebracht te Medea, daar men onderscheid wilde maken tusschen 'hen en de krijgsgevangenen uit het overige Duitschland.' Fransche granaten. Wij hebben al meermalen gelezen, dat de gassen en dampen uit de Fransche granaat-kartetsen in een besloten ruimte een bedwelmend-ver giftige uitwerking hebben, zoodat men de slachtoffers later in de houding, waarin zij zich het laatst bevonden, als lijken vindt, Nu meldt Reuter in eon telegram Uit Parijs van 4 dezer bijzonderheden, die dat schijnen te bevestigen. De Franschen kwamen een kasteel binnen, waar Duitschers zich ophielden en dat beschoten was. In het salon troffen zij een gezelschap doode Wurtemburgers aan, die in hun laatste houding als versteend waren. Sommigen stonden aan het venster met aangelegde wapens, den vinger nog aan den trekker. Anderen zaten met speelkaarten in de handen en hadden een sigaret in den mond. Een officier stond nog met den mond open. Hij was gedood op het oogen blik, dat hij eon bevel gaf. OOSTENRIJK. De stemming in Oostenrijk. De Londonsche „Daily Tolegraph" verneemt dd. Vrijdag uit St. Poters- burg liet volgendo over de stemming in Oostenrijk. In de Russische hoofdstad was lijding ontvangen, dat aartshertog Fricdrich als opperbevelhebber van hot Üostenrijksche leger was vervan- ren door den troonopvolger prins farel Frans Jozef. De gedrukte stem ming in Weenen neemt snel toe. In verscheiden openbare vergaderin gen zijn resoluties tegen een voort zetting van den oorlog aangenomen. Het pessimisme onder het Oosten- Ijksch-Hongaarsche volk neemt hand over hand toe, en is nog zeer ver ergerd door het uitbreken van de cholera, die in sommige provincies een epidemisch karakter heeft aan genomen. Vrijdag was in Weenen bekend geworden, dat de Oostenrijkers in Galicië beoosten de Wislokrivier geen enkele positie, behalve Pzremysl, meer bezet houden. Het Oostenrijk- sohe leger verkeert in een staat van volkomen demoralisatie. De toestand in Weenen. Een Reuter-bericht uit Parijs aau de Engelsche bladen geeft een vermoedelijk wel wat gekleurd relaas van den staat van zaken in Weenen. Wij laten den tekst van dat telegram hier volgen: Daar de hospitalen en alle tijdelijke toevluchtsoorden voor zieke en ge wonde soldaten vreeselijk overvuld zijn, heeft het gemeentebestuur be sloten houten hospitaal-barakken op te slaan, waai- 10.000 menschen ver pleging zullen kunnen vinden. Een groot gebouwen-complex, waartoe de Weensche universiteit behoort, is ter beschikking van den verplegingsdienst Het leger armen en werkloozen zwelt met den dag aan. Duizenden zijn in gevaar, van gebrek om te komen. De plaatselijke autoriteiten achten het noodzakelijk, dagelijks kostelooze maaltijden te verstrekken aan 100.000 personen. In verschil lende centra van de stad zijn groote keukens ingericht, waar voedsel wordt toebereid' voor twee- tot vijfduizend personen. Zoowel het Kljlc en de gemeente als particulieren hebben zich de leniging der armoede aange trokkenechter klaagt de burgemees ter, dat de particuliere liefdadigheid niet genoeg doet. In werkelijkheid hebben de Weeners en ook het publiek in heel de monarchie zooveel en aan zooveel verschillende commissies moeten geven, dat zij de zaak beu beginnen te worden, en dat. zij de geringste'voorwendsels te baat nemen omaan verdere hulpverleening te ontsnappen. ENGELAND. Aangaar.de de aanwerving voor liet Engelsche oorlogsleger meldde de Times gisteren, dat er Maandag, sedert het uitbreken van den oorlog, nage noeg 600.000 man onder de wapenen zijn gekomen, waarvan tusschen de 85.000 on 8G.00O uit Londen. Aan de verlioogiug van do eischen wordt toegeschreven, dat er in de laatste weken niet zooveel bij kwamen als te voren, maar het aanLal jonge mannen dal zich aanbiedt, blijft aan zienlijk. De algemeene toestand. De belegering, wolliclit hut bom bardement van Antwerpen, is voor heden het meest belangrijke. De commandant der versterkte stelling, generaal De Guise, heeft do burgerij gewaarschuwd, dat liet bombarde ment kan worden verwacht. Voor het oogenblik is het echter de strijd tusschen de beide forten linies, die alle. aandacht in beslag neemt. Do buitenste fortenlinie tus schen de Demer en het Maas-Schelde- kanaal is gevallen. Maar de overgang van do rivier de Nethe wordt den Duitschen troepen door het Belgische leger, met een Engelsche troepen macht versterkt, ernstig betwist. Het schijnt dat een marme-afdeeling en een gedeelte van het landleger in België zijn aangekomende op vattingen omtrent de sterkte ervan loopen zeer uiteen, van 3000 tot 80 a 40.000 man, maar wij hebben redenen om aan te nemen dat de sterkte van dit Engelsche leger on geveer 10 a 15.000 man zal zijn, En nu is het niet alleen numerieke sterkte, maar de moreele invloed dien de hulp der bondgenooten voor België heeft, welke zooveel gewicht in de schaal legt. Reeds heeft de komst der Engelschen de kalmte doen terugkeeren, en het zelfver trouwen, in Antwerpen; en tevens heeft zij bijgedragen tot krachtiger en hardnekkiger verzet in de en- ceinte tusschen de beide fortenlinios. Om het stadje Lier word gisteren krachtig gestreden; het geheele ter rein om de Nethe was het tooneel van den strijd en voet voor voet werd het door de Engelsch-Belgische troepen aan de Duitschers betwist. Voorloopig is het de bedoeling dm den overgang van de Nethe aan de Duitsche troepen te beletten, en te zorgen, dat de Duitschers niet in de gelegenheid komen om hun zware artillerie op te stellen op een wijze, dat zij de stad over de binnenste fortenÜnie heen, zullen kunnen be schieten. Het is nu echter gebleken, dat de Duitschers in de veroverde forten hun geschut hebben geplaatst, on vandaar de waarschuwing van gene raal De Guise. Op het westelijk oorlogsterrein breidt zich het front nog steeds uit. Voortdurend hebben de Franschen en Engelschen hun linkervleugel ver lengd, met het doel den Duitschen rechtervleugel om te trekken. Voort durend hebben de Duitschors daar nieuwe troepen tegenover kunnen stellen en het gevolg moest zijn ver lenging van het front. Door den loop van het krijgsbedrijf was echter het Duitsche front vrijwel in den vorm van een hoek komen te staan en de berichten hebben aan leiding tot de veronderstelling gege ven, dat zij een ernstige poging hebben gedaan om ongeveer bij het hoekpunt door te breken, ten einde het gedeelte van het Fransch-Engel- sche leger, dat op het Noord-Zuid loopende front Atrecht - Albert—Royo staat, van de rost te scheiden. Deze poging heeft echter niet tot een re sultaat geleid. Het was te verwachten, dat die verlenging van het front maar niet onbepaald zou kunnen voortgaan. Een oogenblik schoon te moetun ko men, dat een van de partijen inataat zou zijn ter zijde van zijn front een troepenmacht te ontwikkelen, aan merkelijk grooter dan de tegenpartij op dat punt kon concentreeren. Welke partij zou daartoe het eerst bij machte zijn? Deze vraag werd in den laatsten tijd meermalen, met name door de Engelsche pers, gesteld. En het ant woord luiddede Franschen en Engel schen.' Fransche troepen zouden per spoor naar het Noorden worden ge voerd, voortdurend kwamen in do Noord-Fransche en Belgische havens versche Engelsche troepen aan, die op verschillende punten naar liet Oosten werden gezonden. Reeds werd gestreden bij Douai, ten Oosten van Atrecht en bij Doornik. Maar wal; leeren ons thans de laatste berich ten Dat een Duitsche strijdmacht oprukt langs de lijn Tourcoing (vlak ten Noorden van Rjjssel)- Armentières (vlak ten Westen van Tourcoing, op een afstand van ongeveer 20 K.M.), dat de Duitsche voorhoede ten Wes ten van Rijssel en Lens (ruim 30 K.M. ten Zuiden van Armentières) voeling heeft gekregen met de voor hoede van de Franschen c-n Engel schen. Dit is dus de streek, waar de bondgenooten, naar hun zeggen, terrein hebben verloren. Beteeken), dit nu, dat het den Duitschers is gelukt hier een macht te ontplooien, die hun vijanden niet kuDnen tegen houden Zullen zij hier naar het Westen oprukken en den linkervleu gel van de verbonden legers met omtrekkiug dreigen, zoodat hij moet terugtrekken Zoo kan het worden, maar zoo is het nog niet. Wel kan men aannemen, dat de machtsont plooiing van de Duitschers in deze streek voor de Franschen en Engel schen onverwacht is gekomen. Zij moeten een eiadweegs terug. Maar de vraag is slechts, waar zullen zij hun weder het hoofd kun- nen bieden en met welken uitslag Waar nu het Duitsche bericht zegt, dat de Duitsche voorhoede reeds ton Westen en Zuidwesten van Rijssel in voeling is met de vijandelijke ruiterij, kan men zeer spoedig in die buurt een botsing verwachten, die vérstrekkende gevolgen kan heb ben, als een van de partijen er een boölissend succes weet te behalen. De terugtocht van de Duitschers in de gouvernementen Soewalki en Lomza schijnt aan de grens van Oost- Pruisen tot staan te zijn gekomen. Voorts hebben de Duitschers en Oostenrijkers aan beide zijden van den Weichsel huil marscli voortgezet, en hunne berichten maken melding van plaatselijke voordeelen. De Rus sen schijnen hier, zooals ook van Russische zijde was gemeld, terug te trekken en voorloopig een slag te vermijden. Een bericht uit Hongaarsche bron, sprak er van, dat zelfs in de Kaï- pathen Duitschers meevechten. Dal Duitschland op vier onderscheidene ooi logsterreinen legers in liet veld weet te brengen (om win hot beleg van Antwerpen niet te spreken) mag inderdaad een punt van aanmerking heeten. Burgerlijke Stand van Helder, van 7 en 8 Oct. 1914. ONDERTROUWD: J. Bos on A.- C. Lijding. GETROUWD: A. J. de Vries on E. G. E. Meijer. BEVALLEN: M. do Ooms-van Oers, z.J. II, Dauvo Isaksson, d. 'OVERLEDEN: Geeno. MARINE EN LEGER. Do officier-machinist 2e ld. W. O, ,'nnse wordt 8 dezer te Rotterdam geplaatst un au du fabriek Foijonoord belast met toezicht o don aanmaak machinerieën voor de marine. De machinist der marine A.J. de "Vries word ld dezer wegens lichaamsgebreken e istor*-' den zeedienst ontslagen. Stoomvaartberlchten. Stoomvaart-Maatschappij Nederland. Pr. der Nederlanden, uitreis, pass. 6 Oct. Perlru. Radja, thuisreis, passeerde 5 Oct. Perim lloeton, thuisreis, vertrok 6 Oct. van Sabang. Koningin Emma, thuisreis, arriv. 6 Oct. to Suez. Vondel, thuisrois, vertrok 5 Oct, van Sa bang. Rembrandt, thuisreis, pass.7 Oct. Dungeinss. Rotterdamsche Lloyd. Kawi. uitreis,arriveerde 5 Oct te Londen. Soerakarta, thuisreis, arriv. 6 Oct. te Marseil Ie Djobres, thuisreis, vertrok 6 Oct. van Oreenuck Tambora, uitreis, passeerde 1 Oct, Pantel larla. Mcnado, uitreis, passeerde 7 Oct, Dover. Kon. Holl. Lloyd. Dellland arriv. 1 Oct. van A'dam te Cardiff. Frisia, thuisreis, vertrok 6 Oct. van Folkeslone. Tubantia, thuisr., pass. 1 Oct. Fernando Noruulia. Frisia arriv. 7 Oct, van Buenos-Ayres te A'dam. Zaanland, uitreis, vertrok 7 Oct. van Letxoea. (lolria vertrok 7 Oct. van A'dam n. Buenos-A y ros. Kon. West-indische Maildienst. Lodew.v.Nassau, thuisr., arriv. 6 Oct. to Lissabon. Haven te Nieuwediep. 7 Octobor. Aangekomen van Harlingen on ver trokken naar Londen s.s, „Faloon" en „Starliug". 3 October. Idem van Londen en vertrokken naar Harlingen het Engelsche a.s. „Leeu warden". Idem van Huil en vertrokken naar Harlingen hot Nederl. a.s. „Minister Tak". VISSCHERIJBERICHTEN. 10.20 por stuk, 6 mand stortschol f7.00 n por mand, 12 mand kleine schol f8.00 a l per mand, 2 mand schar f8.50 per mand. 8 October. V.in. 8 uur nietB. MARKTBERICHTEN. Schagen, 8 Oct. 1014. - Paarden f h - Veulens (X— 0 Ossen 14 Stieren 160.- 2 0 Geldekoeien (magere) 130.— 2 1 Geldekoeien (vette) 200.— 3 O Kalfkoeien 180.- 3 0 Vaarzen 100.— 1 - Pinken 0.— 0 Graskalveren 80.— 8 Nuchtere Kalveren 8.— - Rammen 0— - 0 Schapen (magere) 20.- 0 Schapen (vette) 28,— 0 Overnouders 16 - Lammeren O.— - Bokken en Geiten 0.- - Varkens (magere) 0 - 6 Varkens (vette) p. K.0. 0.68 O Biggen jj - n 0 Kondncn 0.16 0 Kippen stuk 020 0 Eenden 0.40 - Duiven 0.— - Ganzen O.— - Zwanen 0, - 0 K.G. Boter p. K.G. 1.66 0 K.G. Kaas 0.40 0 Kipoieron p. 100 stuks 0.60 - Eendoieren p. 100 stuks 0.— PLAATSELIJK NIEUWS. Naar wü vernemen geeft do mu ziek- vereeniging „Helder's Harmonie Kapel" a.s. Vrijdag 9 Oct., des avonds van 8 tot 9 uur, een Concert op hel. Dijkje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2