jnden Mededeeling. Men meldt uit Schiermonnikoog: Een geladen Engelsche torpedo is heden bij paal 7 aangespoeld. De aangespoelde torpedo kan de eerste door de E. 9 op de Duitsche torpedoboot afgevuurde torpedo ge weest zyn die, gelijk werd bericht, niet is ontploft. De Engelsche duikboot E 9 die buiten onzo territoriale wateren, in de buurt van Schiermonnikoog, een Duitschen torpedojager in den grond heeft geboord, is dezelfde, die den Duitschen kruiser Hela vernield had. De Engelsche pers brengt hulde aan haren wakkeren commandant, luite- uant Max Horton. De Daily Mail merkt op, dat de voorspelling van Sir Percy Scott tot dusver gerechtvaardigd is gebleken, aangezien beide partijen voor ver kenningen en gevechten hoe langor hoe meer van hun duikboot partij trekken. De duikbooten van de Duit- schers zijn hun eenige oorlogsvaar tuigen die ongemerkt buiten hun havens kunnen optreden en het zal daarom wel waar zijn, dat Duitsch- land bezig is, om vijftig van die booten te bouwen. Er zyn echter grenzen aan het bemannen van die bodems gesteld. De bemanning dient zorgvuldig- geoefend en opgeleid te zijn. Daar Engeland nu ten minste zes jaar eerder met het bouwen er van begonnen is en het voor den oorlog begon een veel grooter aantal ervan bezat, verkeert het in gunstige omstandigheden, om hun aantal te vermeerderen, nu hun waarde ge bleken is. Duitsch Legerberlcht. Berlijn, 8 Oct. (W. B.) De generale staf deelde uit het hoofdkwartier hedenavond het volgende mede: Van het Westelijk oorlogstooneel vallen geen gebeurtenissen van groote beteekenis te vermeiden. Kleine vor deringen zijn gemaakt hij St. Michiel en in het woud van Argonne. Voor Antwerpen is het fort Broen- douck genomen. De aanval op de binnenste fortenlinie en daarmede ook de beschieting van het daarach ter liggende deel der stad is begon nen nadat de commandant der ves ting de verklaring had gegeven dat hij de verantwoordelijkheid op zich nam. De luchtschiphal te Dusseldorf is getroffen door een bom, geworpen door een vijandelijken vlieger. In het dak is een gat geslagen en het omhulsel van een in de hal gesta tioneerd luchtschip vernield. In het Oosten heefteen uit Lomsja oprukkende Russische colonne Lyck bereikt. Russisch Legerberlcht. Petrogad, 8 Oct. (P. T. A.) De Groote Generale Staf bericht: De Gevechten aan het Oost-Pruisische front duren met dezelfde heftigheid voort. Ondanks de nieuwe versterking, die de Duit- sohers hebben gekregen, werden alle aanvallen in de omstreken van Wir- ballen en Philipof met groote ver liezen teruggeslagen. Bij een nachtelijken aanval maakten de Russische troepen zich meester van het dorp Kamenka bij Bockalarjef en veroverden op. den vijand een aantal vuurmonden. In het bosch Massaltsjisna, ten W. van Ratsjika omsingelden onze troepen in den nacht een Duitsch detachement, dat gedeeltelijk in de pan werd hakt, ten deele uiteen gedreven, daarbij aan ons zijn mitrailleuses in handen latende. Onze troepen maakten zich meester van de stad Biala. In andere streken valt niets belang rijks te vermelden. Het gevecht tegen het garnizoen van Premysl verloopt onder voor ons gunstige omstandigheden. Onze troe pen hebben storüierderhand een ver sterking van de hoofdstelling genomen. Volgens een telegram van den opperbevelhebber van 8 Oct. heeft de Tsaar, die gisteren het hoofdkwartier verliet, den trein te Bjelostok laten stoppen om zich te begeven naar de vesting Ossowetz en daar persoonlijk zijn dank te brengen aan het garnizoen voor de dappere verdediging van deze vesting. De Tsaar bevindt zich dus zeer dicht btf het front. In Galiclë. Weenen, 8 Oct. (W. B.) (Officieel) Hedenmiddag werd bij hefc verder voortdringen van onze troepen de vijand op den weg naar Przemysl bij Barycz ten westen van Dynow verslagen. Ook Rzeszow is heroverd. Daarbij werd geschut buitgemaakt. Aan de Weichsel en de San namen wij vele vluchtende Russen gevangen en maakten wij voertuigen buit. Nieuwe aanvallen op Przemysl zijn schitterend afgeslagen. De vijand ver loor vele duizenden en gewonden. In de gevechten bij Maramaros— Sziget, waar wij de zego behaalden, wedijverden de Hongaarsche en Oost- Galicische landstorm en de leden van het Poolsche legioen in dapperheid. Het beleg van Przemysl. St. Petersburg (Petrograd), 9 Oct' (Per. tel.-ag.) De groote generalestaf deelt mede De strijd tegen het garnizoen van Przemysl heeft plaats onder voor ons gunstige omstandigheden. Onze troe pen hebben met een stormaanval een sterk werk van de hoofdstelling ge nomen. Op het Westelijk oorlogstooneel. Frantch legarbericht. Parijs, 8 Oct. (Reuter.) Officieel communiqué van 11 uur. Over het geheel genomen is de toestand on veranderd gebleven. De ingenomen posities blijven dezelfde ondanks eenige hevige gevechten in de om geving van Roye. Da slag In Frankrijk. De Duitsche generaal der infanterie von Blume zegt in een beschouwing in de „Lokal-Anzeiger" over den slag in Frankrijk, dat twee eenigszlns gelijkwaardige legermachten, als die welke thans tegenover elkander staan en welke elk zeker op een millioen man kunnen geschat worden, weken lang met elkander kunnen worstelen, zonder dat er een van beide tot wijken genoodzaakt is, en dat tenslotte die partij zal overwinnen, welke niet alleen het beste is opgewassen tegen moeilijkheden als de proviandeering der troepen, de munitie aanvulling, de verpleging, maar vooral en dit geeft volgens von Blume den doorslag die de grootste physieke en psy chische kracht kan ontwikkolen. Natuurlijk gelooft von Blume, dat deze partij de Duitsche zal blijken te zijn. De Indische hulptroepen. In Duitschland wordt dikwijls be weerd, dat do Indische hulptroepen, die Engeland gerequireerd heeft voor den veldtocht in Noord-Frankrijk, niet bestand zullen zijn tegen den Europeeschen winter. D.e Berlijnsche hoogleeraar Rothmann schrijft in het „Berliner Tageblatt", dat deze ziens wijze onjuist is. Hij zegt: De Indische troepen, die Engeland thans in het veld zendt, komen uit de noordelijke hellingen van de Hi- malaja. De besten hunner zijn de Ghurka-regimenten, die gerequireerd worden uit de bergen van Nepal. Nepal is een van de weinige, nog bijna onafhankelijke, staten van het Noord-Indische bergland. Zijn gedeel telijk Mongoolsche, gedeeltelijk Arische bevolking leeft op hoogten van duizend tot drieduizend meter. De bekenden wereldreizigers Otto Ehlers, die twintig jaar geleden weken lang vertoefde in de anders zoo af gesloten bergen van Nepal' prijst den militairen geest van de Nepaleezen, die hij de meest oorlogszuchtige natie van Azié noemt. Tewyl men in Nepal zelfs onder de soldaten groote, flinke menschen zien kan met zuiver Arische gelaatstrekken, ja, soms blondharigen met blauwe oogen, die doen denken aan Duitsche boerenjongens, bestaan de Ghurka-regimenten van hetBritsch- Indische leger voornamelijk uit kleine, gedrongen lieden met Mongoolsche gelaatstrekken. Het zijn vechtlustige, flinke soldaten, die in de eerste plaats goed schieten. Hun garnizoenen liggen voornamelijk in de bergen van de Himalaja, Assam en Burma, daar zij het heete klimaat van de Indische laagvlakte niet kunnen verdragen. Ehlers vergelijkt hen met de jagers in het Duitsche en de hooglanders in het Britsche leger. Raadsoveriicht. Onder het opschrift „gewone din gen" besprak de hoefijzer"-corres- ponden t van het Handelsblad" Woens dagavond eene door den heer Troel stra in het „Volk" opgeworpen onder stelling, deze n.1., dat de thans be staande politieke vrede, de„gods vrede", zooals die genoemd wordt, naar alle waarschijnlijkheid wel niet lang meer zal worden gehandhaafd. „Er zijn al teekenen", zoo schreef genoemde correspondent, „die wijzen op ver slapping van de straffe zelftucht en op een terugglijden, in den ouden toestand." Inderdaad, zoo is het, en het feit geeft den philosoflsch-aangelegden mensclr stof tot nadenken en be peinzen van hot onbegrepens dezer droevige dagen. Nietwaar, je mag onderling van inzichten verschillen omtrent de evolutionaire baan waarin je je eigen leven en dat van je medemonschen wilt dwingen te gaan, met het onvermijdelijke gevolg, dat bedoeld leven zoo goed als geen stap verder komt in zijn ontwikkelings- phase, je mag verschillende poli tieke meeningeu hebben, verschil lende gelooven, verschillende inzich ten omtrent het peil der „bescha ving", waarop we staan; de oor log, mijne lezers, hebben wij onvoor waardelijk en ten eenenraale uitge schakeld uit ons gedachten-complex. Oorlogvoeren, dat is iets barbaarsch. Nu ja, men doet het nog wel, maar dat zijnde volken, die wat minder geëquilibreerd zyn, wier hartstochten wat meer aan de oppervlakte liggen en die zich wat minder kunnen be- heerschen. Maar de kern van het beschaafd Europa, u en ik, voert geen oorlog meer. En genoeglijk rollen onze levens voort. We houden een groote massa principes hoog, hebben vaste „ope ratie terreinen" in onzen geest van waar uit we met grover of kleiner geschut (wie met pek omgaat wordt er mee besmet en wie met oorlogs terminologie opstaat en inslaapt, kan aan het dagelijksch gebruik niet ont komen) de openbare meening bom bardeeren. We leven voort; onze inzichten verschillen omtrent „prin cipieels" punten, we kibbelen zoowat en plukharen, en, als de vergadering afgeloopen is, boomen we vriend schappelijk nog wat na onder een sigaartje en een glaasje„Nou zeg, jij schoot ook uit je slof zooeven", of „heb je dat nou allemaal gemeend wat je straks zei Maar over den oorlog zijn we 't allemaal eens: die past niet in ons kader van evo- lutioneerende menschheid. De oorlog, mijneheeren, is een verouderd insti tuut, dat in beschaafd Europa niet meer thuishoort, tenzij bij enkele volkereD, die (zie boven). Totdat je d'r plotseling midden in zit. In den. oorlog, met al den aan kleve daarvan. Wat doe je dan? Je wordt bang. Je hebt hem uitgeschakeld uit je levensbeschouwing, je levensphilo- sofie is er niet op ingericht, je wordt er door overvallen. En kruipt iq je schulp-zuiver menschelljk. Plotseling hebben alle geschillen afgedaan. Politieke, principieels kwes ties bestaan niet; grooter dan de bestaande economische nooden is het dreigend gevaar van hot onbekende, onbegrepene, ongedachteAls spelende en kijvende kinderen, die zich met wat speelgoed vermaken, wordt je plotseling opgeschrikt door een onweer en kruipt angstig bijeen onder de moederlijke veilige hoede. Om de felle bliksemstralen niet te zien verbergje het gezicht in moeders schoot, en zoo zitje, en moeder tracht suggestief, met vertellingen er don moed in te houden. O die moederlijke regeering! De veel-gesmade, veel-veroordeelde, hevig verguisde en scherp gecritiseerde, wat kr(jgt zij plotseling een aureool van heiligheid! Hoe zit zij, breeduit met haar schoot, gereed om de augs- tige gezichten te verbergen, zoo noodig de bedreigde levens te beschermen, met sussende woorden de gemoederen te kalmeeren De „godsvrede" is geboren Maar ziedaar: de bui diijft over. Wel ratelt en woedt het onweer nog voort, maar de afstand is groot: tusschen den bliksemstraal en den slag kan men vele seconden tellen. En wat doen de kinderen De kin deren vatten hun spel weer op Jantje slaat weldra Pietje een nieuw blauw oog, en Kobusje trekt zijn zusje aan 't haar, omdat zij princi pieel met hem van inzichten verschilt. En genoegelijk rollen onze levens voort. We blijven een groote massa principes hoog houden, hebben vaste „operatie-terreinen" enzoovoort (zie boven). Een goed verstaander zal na het bovenstaande gelezen te hebben, be grijpen dat en waarbm het Dinsdag avond iewat warm in den Raad toe ging. Dat en waarom er heftige vlammen van principieele kwesties oplaaiden, die de discussies in" den laaienden brand zetten van do harts tochten. Het was logisch en onver mijdelijk, het was psychologisch en zuiver menschelljk, dat, nu de bui voorloopig weer wat was afgedreven, de afgebroken discussies werdeu voortgezet. En hoe Als een klaterende water val ruischten de woorden door de groene zaal der vroeden, als een daverende echo klonk het ach en wee der principes in de ooren der aanwezigeD. Wehe, wenn sie losgelassen, Wachsend ohne Widersfand, Durch die volkbelebten Gassen Walzt den ungeheuren Brand Aldus Schiller. Zijn woord is op de debatten m den Dinsdagschen raad toepasselijk. Er ontstond een brand, een vuurgloed, een auto-da-fé zelfs van parlementaire uitdrukkingen. Machtig en zwaar scheurden de woor den van den heer Verstegen de stilte, als een stormvloed bruischto en ruischte het van diens edelachtbare lippen tot een paroxisme van passie. Als een stormwind daverde de heer Van den Berg met zijn korte, snelle zinnen en het onvermijdelijke „dank u wel, meneer de Voorzitter" tot slot. Zóo heftig rolde en golfde de stroom der eloquentie van deze lippen dat ze de parlementaire welvoegelljkheid eene wijle overschreden. Slechts de heer Biersteker bleef kalm, ijselijk en wijselijk kalm. Het was de kalmte der wijsheid, eb tegelijk de kalmte der ijselijkheid. En of de heer Van den Berg nu al zei <dat men in een Oude Mannen- en Vrouwenhuis geen zuigelingenkamer ging inrichten (wat wij voor ons nog niet zoo zeker weten als deze geachte spreker, want iu tijden van oorlogsgevaar kan het raar loopen in de wereld), en of de heer Verstegen nu al opponeerde tegen 's heeren Biersteker's twijfel aangaande de richtige functioneering derwerkeloozenkasseu, niets vatf dit alles was in staat de harmonie te doen herstellen dio fel en hevig verstoord was Dinsdagavond. 't Was jammer: de heer Verstegen stond moederziel alleen in 't begin, tot tenslotte ons jongste raadslid, de heer Van Breda, hem bijviel. Maar met z'n tweeën konden ze niet op tegen de felle oppositie uit de monden van de beide geachte afgevaardigden Biersteker en Van den Borg, noch tegen de zwijgende, vernietigende kritiek dor overigen Maar wat was er in 's hemelsnaam dan aan de hand? vraagt de lezer. Waarvoor die vele woorden, zonder dat wij nochtans iets wijzer worden Stil, lezer, stil. Zeide het niet de heer Biersteker zoo treffend juist: ^Vaak doet een al te groote over moed in overijling handelen" (het kan ook wandelen zijn, daar wil ik af zijnje hoort wel eens meer slecht op de tribune). Wees niet overmoedig, handel noch wandel (u ziet, het is allebeiverkeerd) in overijling. Laat mij u kalm en categorisch des Pudels Kern uiteenzetten. De kwestie was deze. Minister Treub had den gemeentebesturen aan geschreven om mede te werken tot de oprichting van (tijdelijke) werke- loozen kassen. De bedoeling van den minister was de bestaande vakver- eenigingskassen te ontlasten van den zwaren druk, dien zij in deze tijden te verduren hebbeu. Zij konden dan, volgens de bedoeling des ministers, intact blijven, d. w. z. tot op 25 °/0 van het kapitaal, eu straks, als de toestand weer normaal wordt, weder als gewoon functioneeren. De ge meenten zouden dan tot 75% bij moeten passen, en de Regeering ver goedde de helft daarvan. Deze ministerieele aanschrijving, die niet een bevel, slechts een ver zoek was, werd gesteund door eenige plaatselijke vakvereeniginge'n met te zamen 115 leden. Maar deze af- deelingen o.a. de afdeeling van den Typografenbond en van den Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden hebben te zamen slechts drie werkeloozen, t. w.: één typograaf, en twee vrouwelijke kantoorbedien den, die bij hare ouders thuis zijn. En op grond daarvan zeiden B. en W.we vinden het niet noodig om voor die 3 personen een werkeloozen- fonds op te richten. Een standpunt dat men verdedigen kan, (en dat ook geducht verdedigd werd.) Maar de heer Verstegen, Voorzit ter der afd. Helder vaD de S.D.A.P. en dus volbloed vakvereenigingsman, plaatste zich op ander standpunt. We moeten niet kijken naar die 3 werkeloozen, we moeten kijken naar de instelling, naar het instituut als zoodanig. Het is in den tegen- woordigen tijd van belang, datzoo'n instituut er kome, opdat we klaar zijn als de werkeloosheid grooter wordt. Ja maar, zei de heer Biersteker, wacht eens even. De minister wil, dat de bestaande organisaties vóór 1 Augustus reeds hebbeu gefunctio neerd. En hoe komen we dat aan de weet. Er zijn kassen bij met con héél gering bedrag aan geld, o.a. Óen Vér- eoniging met een weerstandskas van fl. Dat is toch niet wat je noemt. Die zou dus al van do gemeente kunnen trekken als ze maar een kwartje in kas had. Dat gaat niet. Laten we dan liever een definitief Werkloozenfonds oprichten en een Arbeidsbeurs, en beginnen met een onderzoek. Juist zoo, zei dr. Van den Berg, we hebben een werkloozenfonds noodig als we werkloozen hebben. Zult gij, meneer Verstegen, in een Oude Mannen en Vrouwenhuis zuige lingenkamers bouwen? De heer Verstegen beweerde maar, dat do heer Biersteker de quintessens niet snapte. Een ^refinitief werkloo zenfonds is nuttig en een arbeiders- beurs ook, maar die zijn in een veertien dagen niet optorichton, en we moeten nu met spoed werken. De heer Adriaanse luisterde glim lachend toe. De heer Biersteker declameerde hetgeen wij boven aanhaalden over overmoed en overijling. De heer v. d. Berg vond dat drie werkeloozen niets was. Lieve lezer, op onze aanteekeningen staan massa's blauwe kruisjes. Elk blauw kruisje is een incident, een kruisvuur, een oplaaiiug van harts tochtelijke uitroepen, een interruptie, een tot de orde roepen, een het woord ontnemen. Zelfs de pu blieke tribune deed mee. We zullen in begrijpelijke dus oorlogstaal spieken. Het krioelde in den Raad van shrapnels, grana ten, grof geschat, mitrailleur-vuur. Maar de strijders bleven in hun ver schanste positie, veilig, moedig, strij dend tot liet uiterst. We zeiden hetf^Teeds: de heer Ver stegen kreeg hulp. De heer Van Breda, ook vereenigingsman, voelde warm voor de organisaties en plaatste zich op het standpunt van den eerstge noemde. Voor niet-georganiseerden zou de oprichting van een gemeen telijk werkeloozen-fonds, zoo betoogde deze hoer, een prikkel zijn zich te orgauiseeren, voor wèl georguniseer- den, die een zwakke kas hebben, be- teekent het de noodzakelijkheid die kas sterk te maken Het was vergeefs. „Voor drio wer keloozen kunnen wij geon fonds oprichten", zei do Voorzitter. „U kijkt te bekrompen als u zoo rede neert", antwoordde de heer Verstegen. „Er zijn toch levensverzekering-maat schappijen, die evenmin voldoende geld hebben voor eiken verzekerde, en het is immers ondenkbaar, dat. zij aan eiken verzekordo tegelijk zou den moeten uitkeeren", betoogde deze heer. „Daarvan woid ik geen lid", interrumpeerde dr. van den Berg. „U niet, maar anderen wel", was het slagvaardige antwoord, „ze bestaan, dat zegt al genoeg". „Waarom werkt de heer Vorstcgon uiet liever mede aan de oprichting van een blijvend werkeloozeufoiids vroeg de Biersteker. Zie zoo, daarvan zou hij wel niet terughebben. „Meneer", zeide de hoer Verstegen, „dat heb ik vier jaar geleden al voor gesteld en werd uitgelachen door do heeren." Daar ging toen niemand op in Zoo ging het eonigen tijd genou- gelijk door. De Voorzitter zuchtteen keek naar de klok, on zei: „och heeren, alsjeblieft, heb medelijden. We willen allemaal vroeg naar huis". Toen schoidden ze er allemaal uit. 't Gaf toch niet. En conform 't. ad vies van B. en W. werd besloten geon Werkeloozenfonds op te richten. Die minister ook... kan wolzoovool 'willen Niettemin was het weer eens eon verkwikking zoo'n raadsvergadering bij to wonen in dezen kommervollen tijd. Och ja, laten we onze principes hooghouden. Genoegolljk rollen onzo levens voort... Als er weuronweer aan komt zetten is het Immers nog tijd genoeg PLAATSELIJK NIEUWS. Het Comité tot Ondersteuning van Belgische vluchtelingen We hebben indertijd toen het comité een paar weken aan 't inza melen van goederen was geweest melding gemaakt van de sympathie en den daadwerkelljben steun, dien dit comité mocht ondervinden. Een vijftigtal groote en kleine kisten, gevuld met allerlei goede kleedingstukken en draagbaar, zelfs nieuw schoeisel, konden aan het centraal-comité in Amsterdam wor den toegezonden. Vandaar uit is het verspreid naar de plaatsen waar be hoefte was. Dankbaar mag ook ons comité den liefdadigheidszin onzer plaatsgenoo- ten roemen. Maar daar beruiken ons nieuwe noodkreten. Arm, zwaar geteisterd België stuwt in de laatste dagen tienduizenden vluchtelingen over de grenzen, do meesten berooid van alles, 't Is in-droevig de beschrijving te lezon van deze deerniswekkende intochten in onze^zuidelijke plaatsen, in onze groote steden, Rotterdam, Utrecht, Alkmaar Neen, sommen we niot op. De Nederlandsche liefdadigheidszin verloochent zich niet. Liefderijk wor den de arme uitgewekenen overal ontvangen. Maar om allen te herbergen, te kleeden, te voeden is zoo ontzettend veel noodig Lezen wij niet dat zelf het Alge meen Steuncomité in Amsterdam de ellende niet kon aanzion on van zijn voorraad, dien het toch ook noodig kan hebben maar Goddank! voor 't oogenblik nog niet noodig heeft, afstaat aan het Hulpcomité voor de Belgen En waar den Helder als vesting uitteraard niet zeer geschikt is tot het herbergen van vluchtelingen, daar moeten wij een anderon weg zoeken om hulp te bieden. En nietwaar dat willen wij toch om der barmhartigheidswille? Het Belgische Comité zal in het bekende perceel op den Kanaal weg weer zittiug houden om goederen voor de ongelukkigen in ontvangst te nemen, of adressen op te nemen waar die kunnen gehaald worden. Wel is waar er is reeds veel ge geven maar de nood dringt opnieuw. Ach, er is zooveel noodig. En niet alleen kleeren maar ook dekking en waren en gold. Komt plaatsgenootcn, er wordt veel gevraagd iu deze tijden, maar laat medelijden uw hart nog eens bewegen om te doen wat gij kunt voor deze ongelukkigen. Elk der comité-leden neemt alles aan. Zalig zijn de barmhartigen Met instemming nemen wij het volgende over uit „De Telegraaf': Wal gij aan dezen zult doen In scharen komen zij tot ons, achter zich de rookkolommen van hun bran dend erfdeel,, het kanongebulder als de stem der vernietiging van monseh en huis en al wat hun dierbaar was. Zij komen met starenden blik, vrouwen, kinderen, grijsaards en vragen niet. Zij ontvluchten het verderf, maar vragen niet, want zij hebben het allerergste gezien en gevoeld en hopen niet meer. Wie het beest in den mensch ont ketend heeft, aanschouwd in zijn vernietiging, zijn daden, heeft gevoeld aan al wat hem lief was, die gelooft niet meer aan raenschelijk medelijden wie méér heeft doorstaan dan hij dragen kan, vertwijfelt en hoopt niet meer. Zij vragen niet, want héél hun wezen is één smeekbede als zij ons land betreden - een oase in de oorlogswoestijn. Een smeekbede aan het verwante volk, dat vrij bleef toevallig van moord en brandschatting, dat verschoond bleef van gruwelen hoewel niet méér onschuldig dan zij En als wij hen aanzien, dan flitst in ons op, dat wij hadden kunnen zijn als dezen, dat voor enkele maan den geen mensch aan dit gebeuicn had geloofd, dat wij éénmaal kunnen staan als zij En al vreezen wij zelf niet, al voelen wij ons sterk, dan bekruipt ons bij het zien dezer schare ramp- zaligen de angst voor de onzen, die kunnen worden als zij. En naast die smeekbede van hun ellendig wezen, hooren wij den angst kreet der dapperen, die in hun laatste «ogenblikken gedacht hebben aan vrouw en kindoren, vaders en moeders, die nu tot óns komen in vertwijfeling. Nederlanders, geeftGij hebt weinig te misssn iu deze moeilijke dagen, maar geeft al wat gij missen kunt. Uw schenking, hoe klein ook, is eon heilige gift, een daad van naasten liefde, die zal gelden in de toekomst als tegenwicht van den dierlijken oorlogshaatdie u waardig maakt te blijven een oase van menschelijkheid in 'den chaos van beestachtige» harts tocht.. Gij kunt u grooter roem verwerven dan de vernietiger, gij kunt een band leggen van njeuschenliefde, hechter dan slaafschó ketenen; gij moogtuw hart niet verharden door voorzichtig heid, want zij die tot ons komen, zyti hulpeloos. Laat Nederland de naam zijn van het land, dat in dezen oorlog méér gaf dan het kon, om de ellende te lenigen van zijn ongelukkige broedors. W(j zullen uw giften gaarne v zamelen en verantwoorden en af dragen aan de bevoegden, die-mèt ons werken aan dit schoono doel' Ta hulp! Professor II. Burger, die zooals men weet - gisteren te Roosendaal aankwam om hulp te brengén namens het Amsterdamsche Comité, seint: Do toestand te Roosendaal en vooral to Bergen- op-Zoom is onhoudbaar. Tienduizenden zitten daar langs de wegen en straten on moeten daal den nacht doorbrengen. De weg van Esschen naar Roosendaal is geheel gevuld. Snelle maatregelen zijn drin gend noodzakelijk, in de eerste plaats veel meer treinenmaterieel. Noodig is gelegenheid tot inkwartiering van honderden in onze kleinere steden, van duizenden in de grootere. To Bergen-op-Zoom neemt het aantal vluchtelingen steeds toe, die allen op straat blijven, en er komen geen treinen om ze weg te brengen! De Lutersche Jongelings-Vei- eeniging „Een is uw Meester" houdt op Zondag 11 Oct. een openbare ver gadering in de Luthersche kerk, waarin liet Luth. Gemengd Koor zal mede werken. De toegang is, ook voor mili tairen, geheel vrij. Zeevaartschool. Bij het heden te Utrecht gehouden examen slaagde voor het voorloopig Machinistendiploma de heer A. Gomes leerling der Zeevaartschool alhier Geslaagd voor het voorloopig machinisten diploma do heer H. Kiemers, alhier. Nieuwe telefoonaansluiting. 2 X 41 Hom dr. C. ton, chirurg, Weststraat 4. Dr. H. J. Oosting, Stationsweg, (huishoudaansl.) 242 Riel Van, luit. t. z., Havenplein. Speenhoff-avonden. 't Worden nu Speeuhofl'-raiddagen eu -avonden. Want op de avond voorstellingen kunnen alle militairen niet onder dak worden gebracht. '8 Middags en 's avonds is overste Speonhoff in touw voor zijn mannen niet minder dan 7 maal treedt lilj op. Natuurlijk is telkens de zaal stampvol. Een aardig incident had Donderdag avond plaats. Een landweerman-post bode miste zijn portemonnaie met f 14.— inhoud. Hij gaf hiervan ken nis aan den heer Polak, die het ge val wereldkundig maakte. Maar de portemonnaië noch de f 14.— kwamen terecht, 'n Zoet winstje voor den „eerlijken" vinder. Toen besloten twee dames van onderofficieren den landweerman te helpen aan zijn geld en ziju porte monnaie. Zij deelden haar plannetje aan den heer Speenhof!' mee, die ei- dadelijk mee was ingenomen en aan het publiek uiteenzette wat de dames bedoelden. Zij wilden straks eene collecte houden en uit de opbrengst de schade, die de verliezer had leden, vergoeden. Onder luid applaus werd „bij acclamatie" - is dat niet de term? aldus besloten. Zoo gezegd zoo gedaaD. Gewapend met de petten van haar echtgenooten' stevige, soliede rljkspetten, gingen zij rond. Ieder gaf wat, behalve, natuurlijk, de „eerlijke" vinder, on zoo kwam er, toen alles on alles geleld was, de kapitale som van nagenoeg vijf-en twintig gulden uit de rijkspetten. Dat was een blijdschap bij de col- Iectrices en bij Speenhof!' en echt- gonoote! Want het mooie van de zaak was dit: de landweerman-post bode miste f 14.— -{- een portemon- Daie, en kreeg die^ som, benevens^ f i.25 voor een hieuwe portemonnaie* terug. Er was omstreeks vljf-en-twin- tig gulden dus bleef er, voor 't Steun-Comitë een winstje van een kleine flO.— over. Zoo ziet de lezer, dat onzo jongens, die, plotseling uit bedrijf en werk kring gerukt, de soldatenjas aan moeten trekken, wel de sympathie genieten van de bevolking. Maar tevens ziet-ie er uit, dat die gestolen portemonnaie met f14.— nog een aardige rente heeft opgebracht. Zoo dat uit het kwade thans het goede ge boren is. Wat wel eens meer gebeurt in 't leven. Kerkconcert in de Nieuwe Kerk, op Zondag den Hen October, des namiddags le 3 uur, te geven door: mej. A. M. Biegel, sopraanmej. Joh. Feenstra, altden heer Prins, baryton; mej. A. Vos, orgel; den heer Fl. Nap, viool. Programma ia. Aan mijn Vaderland G. II. Uailing I). Kerstnacht J Sopraan H c 0ür<J 3. Air, VlooiJ. 8. Baeli ia. Ik ken een lied W. de Mol 1). Waa mir als kind Bariton [die muller sang) C. Bolim ia. Where 'er you walk t A,, G- l-\ Hltndol b. Vater Unser f H. v. Eyken 6a. Sarabande v,„.i G. F. Handel b. Ave verum corpus i v 1001 W. H. Mozarl 7a. Gelukkig Vaderland I Valerlus b. Mijne Moedortaai j °opr. l. K, LirautslJuys Sa. Meln Heim l F. Welcker b, Wilhelmus Bar-vtonVolkslied Toegang vrij! De enkele centen gevraagd voor het programma, dienen voor bestrij ding der onkosten. Het saldo wordt voor een goed doc-1 (steun vluchte lingen enz.) besteed. Kinderen beneden 10 jaar geen toegang Lectuur voor Militairen. Naarmate het seizoen voortschrijdt en de avonden langer worden, neemt het bezoek in de Openbare Leeszaal toe, vooral van militairen. In de avonduren mouten reeds buitenge wone maatregelen genomen worden om plaats te maken voor al die bezoekers, die daar couranten on tijd schriften lezen, maar soms ook met ernstige studie bezig zijn. Ook van het bibliotheekje, dat spe ciaal voor de militairen gereserveerd is en waaruit hun boeken worden medegegeven naar hunne forten en andere verblijfplaatsen, wordt een druk gebruik gemaaktzoo druk, dat het aantal boekeu te klein blijkt. Daarom richt het bestuur nogmaals het verzoek tot de ingezetenen om boeken of tijdschriften voor dit doel af te staan. Door dit te doen werkt men mede met de pogingen die gedaan worden, om het verblijf der mililaifen tijdeus de mobilisatie zooveoi mogelijk tc vei .langenamen. Men kan de boeken, enz. doen bezorgen aan de Openbare Leeszaal, Brcewaterstraat, hoek Californtostr. of aldaar bericht zenden, dat con on ander kan worden afgehaald. vergunning, om het gewicht der veldpoBtbrieven te verhoogen van 250 tot 500 gram, ten einde aldus aan de manschappen van het leger kleine kleedingstukken en verbruiks voorwerpen te doen toekomen. Uit den aard is de toevloed dier kleine pakjes zeer groot en een gevolg daar van kan zijn eene tijdelijke vertra ging van het overige briefverkeer. 12 October loopt deze vergunning af. („N. Rott. Ct."). Aanvoer van Graan. To Rotterdam werd deze weck het door de regeering aangekochtu graan aangebracht. Do Soestdijk en de Sloterdljk, bei- den van de H.-A.-L. brachten samen ongeveer 12.000 ton graan aan. Het lossen geschiedde gedeeltelijk met elevators, gedeeltelijk met de hand, in lichters, welke het graan naar de spoorhaven brachten, alwaar het ver der gedistribueerd werd. De „Rotterdam". Het stoomschip „Rotterdam" van de Holland—Amerikalijn was van New-York vertrokken met een lading van 1500 ton koper. Het schip was reeds dicht onder de Eng. kust, toen ook koper door de Engelsche regeering tot contrabande werd verklaard. Inderdaad is koper niet zoo onschuldig als het wel lijkt. Het wordt bij Krupp verwerkt, bij de fabricage der mon stergranaten. Om echter Holland ter wille te zijn heeft Engeland in over leg met de verschepers in Amerika hot koper gekocht tegen marktprijs, eu toegestaan dat de „Rotterdam" niet in Engeland behoefde te lossen, en dat het koper voorloopig te Rotter dam kan worden opgeslagen. De „Potsdam", welke eveneens koper aan boord had, schijnt van deze faciliteiten geen gebruik te kun nen maken, omdat de scheepspapieren niet aanwezig zijn. Het blijkt uit alles voldoende, dat Engeland met de belangen van den neutralen handel zooveel mogolijk rekening houdt. Do betrokken Neder landers, die hier in Londen mot haar hebbon te handelen, onze gezant, Jlir. de Marees van Swiudereii in de eerste plaats, zijn dan ook vol waar deering. WinterdienstHoll. Spoor. Vertrek en aankomst der tieinen. VAN DEN HELDER NAAK AMSTERDAM. Vertrek Aankomt» G.269.10 7.40 micltroln 9.10 12. -2.21 1.15 Alleen Zaterdags 3.11 4,10G.08 8.3010.54 VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER. Vorlruk Aankomst 6.04 9.47 gedeeltelijke snclti 12.54 ■8.3G 9.05 Sneltrein 6.07 11.14 10.35 BINNENLAND. De Nederlandsche mail. De Nederlaudsche mail per „Uoin- brandt" overgebracht, werd lieden hier tc lande verwacht. Crediet van 50 millioen. De Tweede Kamer heeft goedge keurd het tweede buitengewone oor- logs-credlet van 50 millioen gulden en het wetsontwerp tot bestendiging van den staat van oorlog en beleg. De tarwe op de Alkmaarsche markt onteigend. De Burgemeester van Alkmaar heeft op de markt van gisteren on geveer 900 mud tarwe onteigend, welke op de Alkmaarsche markt was aangevoerd, tegen den prijs van f 12.60 per 100 K.G. Het was oen eigenaardig gezicht, do Burgemeester met een der Wet houders, geëscorteerd door een inspec teur en 2 agenten van politie, al de tarwe in beslag to zien nemen, die op de markt direct betaald werd. Hr. Ms. pantserschip „Kortej naer" is gisteren te Bermuda aan gekomen. Na vertrek zal de eerste plaats van bestemming Horta zijn. Uit Maastricht. De 150 Belgische militairen, die het lijk van den burgemeester van Lanaeken vergezelden, gingen bij de Nederlandsche grens voor de Neder landsche posten staan. Toen zijn do Duitschers gekomen en hebben hen voor de keus gesteld, zich over te geven of de Nederlandsche grens over te gaan. Anders zou Hamont worden in brand gestoken. Toen zijn ze de Nederlandsche grens overgetrokken on hebben zich overgegeven. Postverkeer met Duitschland. Wij kunnen met beslistheid ver zekeren, dat or geen sprake is van eeuig verbod van doorzending van brieven enz. uit Duitschland naar Nederland. De desbetreffende mededeeling, is vermoedelijk een misverstand ge weest, gevolg van de in Duitschland voor den Lijd van een week gegeven Burgerlijke Stand van Heldar, van 8 en 9 Oct. 1914. ONDERTROUWD: F. H. B. de Bar- banson en J. S. Hackonitz. BEVALLEN. H. G. van 't Vim - Kuiper, z. A. J. Bergsma- de Koek; d. M. E. de Vrij—Woud, z. J. Hoogen dijk Blokker, d. H. van der Pol Stipkes, z. T. Tiessen—Mens, d. L. C. van iVelzen—Sluijters, z. G. Jonk mans—Hendriks, d. LIJST van ingekomen en vertrokken personen. INGEKOMEN: Naam: Beroep: Woonplaats: Van- Gel.: T.acoger8,korp.-z.v.pl.,leVroonslr.05,A'dam. N.ll. J. f,. Klukel. bankw., Di)kstraat2, id. U.K. II. J. Uepelaor van Driel geb.Gravin van Limburg Stierum.z., Djikstr. 10, Arnhem. N.ll. W.F.deLange,zonder,Visobstr.l9,Alkmaar. Uuuu. J.Tjjssen, zonder, Langeslraal24, Boroulo. N.ll. D.Veldhulzon,smid,Molenstraat 121, A'dam. L.v.HoIdsnïucker.z .llold.pold^c.VlIsslriKO". M.v.d,Slruys,booronkn.,Kerkgr.2,Wal8uui(D.) J.P.A.Mcüer,pijperlekl.A.ohterstrA3b,R'daiii. K.Ü. B.Tenlüe,B.vuurw.,2evroon8tr.38,A'dam. N.ll. W. v. (1. Pias, arbeider, Onrust 16, Alkmuur. 1*. J. v. d. Geest, Hoogstraat 45, A'dam. A.CoBtorman8,asp.-reglstr..Kan.w.26,Ariilioiii. S.Boekhuizen1marin.,Aclitor8ti'.6a,.l)ragtoii. (lor. C, M. Nlomoljor, cllchom., Gasalr. 23, Wilr«ck (BelgiS). E,L, A. v.Polt, aannemer, Keizerstr.9, Pretoria. Geen. W.v.MnrloiSg.-torp.m.jleQov.dw.slr.l.^A'clumN.)], VERTROKKEN NaamBeroepVanNaarGol, ,I,A.Klait8sen,gepd.,Calil'orniestr. 2c, Horst. N.11 J. Kopuol, werkman, Molenstraat 70, ZUpu. E. C. WloBoliahn, zonder, GaBstr.2-1 d, A'dam. E.L. G.WoBtra,ad.j.Inl.,Koning8lr.l2ILoou warden. N.ll. M.li.Tuli),timmerman,Bloiusteeg2,Woerdon. D.O. G.P,H,BlsmeUer.kp.-mar.,Sl.d.sLr.76,3cholon. R.C. C.Mulonaar, zonder, Pijlsteeg 2, Prlncenbago. J.H.Munses, marinier, Gasstr.SSb, A'dam. E.L» MARKTBERICHTEN. Hoorn, 8 Oct. 1914. KAAS. Aanvoer 201 stapels, wegondo 7H.13b K.G. Prijs: kleine 133.50, co in ml es ie T3i tniildolbare F—.—, fabrieks f33.50. Handel atug. Alkmaar, 9 Oct. 1914. KAAS. Kleine volvette met rijk9merk f kleine fubriekskaas f 33.50, kleine boerenkiel.-, f 32.50, vlug, commissie fabriokskaas f 32, cuinmis- uie boerenkaas 131.-, middelbare fabriekskass 130.—, middelbare boerenkaas C30.-. Aange voerd 380 stapels, wegende 235.000 K.G. Handel slecht. Alkmaar, 9 Oct. 1914. Heden werden ter graanmarkt aangovubrd 5763 H.L. Tarwe f 10.—af 10.25, rogge f 10.50 a CO.-, gorst winter fO.OOaO., id. cliev.18775 af 9.60, luver f5.- a 15.50, paardeboonen f 9.- a f9.50, bruin* boenen f 15.—a f16.— citroen boonen f2L- a f23.—.duivenboenen f00.—witteboonon f 22.6(1 a f26.-, gele f-.—, Karweizaad f—a f-.-, Rood mosterdzaad f19.75,geel id. f-.—blauw- maanzaad f-.-. Erwtengroene f 12.50a f21.-, grauwo f18.- a f27.-, vale f18.- a f21.-. Stoomvaartberichten. Stoomvaart-Maatschappij Nederland. Roopat, uitreis,arriveordo 6 Oct. to Genua. Kottl, uitreis, vertrek 8 Oct. van Cardill'. Kambangan, tliuisrois, arriv. 8 Oct. to Maraollle. Kangeau, uitreis, arriv. 7 Oct. to Oolombu. Rombrundt, thuisreis, arriv, 8 Oct. te GruveHuml. Vondol, thuisreis, vertrok 9 Oct. van Colombo. Rotterdamsche Lloyd. DJobros. van Groonock naar Rotterdam, pusHoonlo 8 Oct. Dunnet Hcad. Kitwi, uitreiB, vertrok 7 Oct. van Londou en pure aoordo donzolfdon dag Dover. Monade, uitreis, passeerde 8 Oct. Lizard. Oplilr, uitreis, arriv. 8 Oct. te Padang. 'i'ornato, v. Saigon n. Havre, pass. 8 öct. Lizard. Coloa" Kon. Holl. Lloyd. Rünlaud. ui trots, vortrok80cL van Cardifl. Zaanland, uitreis, vertrok 8 Oct. van Llssabeu. Golrio, uitreis, is 9 Oct. Dungeness gepasseerd. Kon. West-Indische Maildienst. Prins Frederlk Hendrik vertrok 7 Oct. van Kow- York naar West-Indië. Pr. Maurits vertr. 9 Oct. v. A'dam n. Paramarl bo Java Bengalen Lijn. Ceram arriveerde BOct. van Calcutta te Batavia. Haven te Nleuwediep. 9 October. Aangekomen van Leith en vertrok ken naar Harlingen sjs. „Amulet". Idem van Goole on vortrolrkon nuur Harlingon sa. „Friesland". VISSCHERIJBERICHTEN. Nleuwediep, 3 October. Aangobracht door 20 korders2 tot 10 stuks tong fö.85 per stuk, 10 tot 30 stuks middeltong f0.40 por stuk, 10 lot 80' stuks kleine tong f0.15 per stuk, 1 tot 2 mand stortschol f6.00 a f8.00 por mand, 1 tot -i muiid kleine schol f3.00 a f4.00 por mand, 1 mand schar voor f4.00. 9 October. Van 23 korders: 2 tot 10 stukn tong f0.80 per stuk, 10 tot 40 stuks mlddeltoug f 056 ft f0.45 per atuk, 10 tot 40 stuks kleine tong fO.16 per atuk, 1 tarbot voor f4.00, 1 tol 2 mand stortschol f0.00 a f8.00 por mand, 1 tot 10 October. Aangekomen vau Louden ou vol trokken naar Harlingen het Engel sche mn. „Merauw".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2