HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4379
DONDERDAG 22 OCTOBER 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.80
Zondagsblad 37i 45 0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertenti6n van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2J cent.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de 2e helft van October.
Dondord.
Vriidiig 23
Zatordug 21
Parallelweg
Kijkduin
Marine-cantino
Lezing mei lichlb. Oliaillet
Voordr., cither- en andere muz.
Stafmuzlek
Zang- en M uz.-uitv. leid. Jaegers
Zangk. „Ons Doel" met Stafmuz.
7-8 u. Marine,Batt.Vischm-W.-oev,
O.-oev., Harss., Sch. a.d. Parall.w
V/a-lO'A u. Enlrue op programma
8 u. Binnenhaven 2 en „Bellona"
0p pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen
1. Ingezonden.
2. Van de grens bij Esschen.
3. Neutrale satire.
4. Feuilleton, enz.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Een mededeeling van de Daily
Chronicle", over de bezetting van
Ostende door de geallieerde troepen
is geblekon even onjuist te zijn, als
de later ontvangen mededeeling uit
dezelfde bron, dat Brugge door de
Engelsch-Belgische macht is bezet.
Integendeel, volgens de Times"
zijn de Duitsche troepen ten Zuiden
van Ostende in gevecht met een En
gelsch-Belgische legermacht tussehen
Nieuwpoort en Dismuyden, een be
richt, dat ook door den Duitschen
generalen staf in officieels mededee
ling wordt bevestigd.
Maar de „Times" verneemt nog
verder, dat aan de Fransche kust
een gevecht plaats had tussehen
Duitsche kustbatterijen en Engelsche
kanonneerbooten. In het telegram,
waarin van deze beschieting melding
wordt gemaakt, is echter de plaats
waar het gevecht werd geleverd niet
'genoemd. Het is dus vrijwel onmo
gelijk om eenig denkbeeld te krijgen
van de uitgestrektheid vau deu Duit
schen opmarsch langs de zeekust.
In Frankrijk zelf zou de linken
vleugel der verbondenen tussehen de
Lys en het kanaal van La Bassée
eenige voordeeleu hebben in de rich
ting van Rijssel, na een hardnekkig
gevecht bij La Bassée en in de lijn
Ablain—St. Nazalre.
En overigens schijnt volgons de
berichten over de geheele linie van
de Maas, over de Argonuen, tot
bij Atrecht en La Bassée hevig te
worden gevochten, zonder dat er over
en weer belangrijke voordeeleu wer
den behaald.
Telegrammen uit Petrograd in de
„Times" geven een denkbeeld van
de gevechten die op het Oostelijk
gevechtsterrein worden geleverd.
De „Nowoje Wremya", zoo meldt
het Engelsche blad, zegt dat de
Duitsch-Oostenrijksche troepen den
aanval begonnen bij Sandsmir en
zich snel uitbreidden in Noord-Weste-
lijke richting op den linkeroever van
den Weichsel. Zij rukten op in twee
groepen; de eeue in de richting van
Iwangorod, in de lijn Opstof—San-
domir, had een frondlengte van 32
K.M., de andere in de richting van
Warschau, in de lijn Mazconow—
Ysodjek, die ongeveer dezelfde front
lengte had.
Deze beide groepen vormden den
rechter- en den linkervleugel van
de aanvalscolonne, die door zwaar
geschut werden gesteund. Het cen
trum, de hoofdmacht, rukte in eche
lons op. Door hun zware artillerie
hoopten de Duitschers de Russen uit
hunne stellingen te verdrijven, wat
echter volgens deze mededeeling uit
Russische bron niet gelukte.
Het plan der Duitschers was, door
verschillende operaties, te trachten
de zeer sterke verdedigingslijn van
den Weichsel te forceeren. Een dier
operaties was ondernomen om, door
den overtocht van de Nierna, een
omtrekkende beweging te kunnen
uitvoeren over Bialystotkeen andere
was op een meer zuidelijk punt
Ljublin en Chalm gericht.
Thans pogen de Oostenrijkers over
Przemysl en de San den rechteroever
van den Midden-Weichsel te bereiken.
De poging der Russen, om Przemysl
in een stormaanval te nemen, is af
geslagen en volgens de Duitsche be
richten zouden de Russen daarbij
70,000 man hebben verloren.
De „Times" zegtDe Duitsch-
Oostenrijksche troepen verdedigen die
stad met groote hardnekkigheid en
zij is wol voorzien van "amunitie en
levensmiddelen. De Russen doen hun
best, om door nachtelijke aanvallen
de stad te nemen.
Van zulk een aanval weet de „B. Z.
am Mittag" het volgende mede te
deelen
In een der voorwerken hadden de
Russen elf bataljons ondergebracht.
Iedere afdeeling kroop door het gras
achter de andere aan. Daar een der
zoeklichten beschadigd was en een
slagschaduw gaf, kwamen de Russen
om het fort heen en stormden plot
seling over de borstwering. De bezet
ting trok naar de kazematten terug,
en schoot vandaar met de machine-
geweeren. De Russen drongen de
kazematten binnen, waarin
ontzettend handgemeen ontstonder
werd gevochten met bajonetten, knup
pels en handgranaten. Aan een der
deuren stond een onderofficier, die
man voor man, als zij wilden binnen
dringen, neerschoot; daar vielen een
majoor en veertig man....
Eeneadeten een vuurwerker wisten
door een moorddadig vuur een telefoon
te bereiken, en ondersteuning te
vragen. Doch toen deze aankwamen
was de aanval reeds afgeslagen. In
de kazematten lagen 300 dooden en
gewonden150 man waren gevangen
Uit Weenen wordt gemelddat het
hoofdkwartier reeds sedert een week
in het bevrijde Przemysl gevestigd is.
Zondag kwam de eerste postauto
de stad binnen hot verkeer is her
steld en allerlei noodige behoeften
worden aangevoerd.
Voor de buitenste forten ten Oosten
van de vesting wordt nog gevochten
tussehen de terugwijkende Russische
troepen en de Oostenrljksch-Duitsche
ontzettingslegers. (H.blad.)
Op het Westelijk oorlogstooneel.
Fransch communiqué.
Parijs, 20 Oct. (Reuter.) Het com
muniqué van elf uur luidt: De dag
kenmerkte zich door Duitsche aan
vallen op alle deelen van het front:
in het uiterste noorden waar het
Belgische leger zich uitnemend hield,
bij La Basseé waar de Duitschers het
offensief bijzonder krachtig inzetten;
ten noorden van Atrecht (Arras); b(j
Mameln, tussehen Peronne en Albert,
bij Vanquois, ten oosten van de Ar-
gonyen, en eindelijk op do hoogten
van de Maas en in de streek van
Champion.
Overal werden de Duitsche aan
vallen afgeslagen.
De Duitschers
in Frankrijk en België.
Parijs, 20 October. De officieele
mededeeling van vanmiddag drie uur
luidt:
Ondanks hevige aanvallen van de
Duitschers heeft het Belgische leger
zich langs do Yser weten te hand
haven. Andere gevechten zijn gaande
in de streek van Yperen.
Op onzen linkervleugel houden de
Duitschers nog steeds de omstreken
van Rijssel in de richting van Armen-
tières, Veurne en La Bassée bezet.
Aan de Maas heeft de vijand te
vergeefs getracht onze troepen, die
op den rechter-oever der rivier het
schier-eilandje bij het fort Camp des
Romains binnendrongen, terug te
drijven.
Den toestand samenvattend kan
warden gezegd dat wij den 19en op
verscheidene punten plaatselijke voor
deden hebben behaald.
De groote slag.
Berlijn, 20 Oct. (Bureau Nordon.)
De „Stampa" bevat verslagen uit
Noord-Frankrijk, waarin o. a. wordt
gezegd, dat hot lot van Frankrijk,
Belgie, Eugeland en Duitschland af
hangt van den afloop van den slag,
die thans in het noordwesten vau
Frankrijk wordt uitgevochten, de
grootste, die ooit geleverd is.
Terwijl de gewonden van het front
worden weggevoerd, heeft achter de
vuurlinie steeds versterking met
nieuwe troepen plaats.
Het is onmogelijk de troepenmacht
aan beide zijden te schatten. Deze
moet in ieder geval reusachtig zijn,
meent het blad.
Andere oorlogscorrespondenten be
richten naar Londen, dat welk resul
taat deze reuzeslag ook zal hebben,
hij niet beslissend zal zijn voor het
resultaat van den oorlog, want men
kan zeggen, dat de slag van thans
slechts ten doel heeft het bezetten
van de kust tot Ostende.
Prins Wolrad van Waldeck
Pyrmnnt t.
Den Haag, 20 Oct. H. M. de Ko
ningin-Moeder ontving gisteravond
het telegraphisch bericht, dat op het
westelijk oorlogsveld bij een patrouil
le-rit is gesneuveld Prins Wolrad
Friedrich van Waldeck en Pyrmont,
half-broeder van Hare Majesteit, lui
tenant bij de Pruisische garde-dra
gonders. Prins Wolrad was de eenige
zoon uit het tweede huwelijk van
wijlen den regeerenden vorst van
Waldeck en Pyrmont met de prin
ses van Sleeswijk-Holstein-Sonder-
burg-Glücksburg. De Vorstin-Weduwe,
moeder van den gesneuvelden prins,
verblijft nog te Arolsen en verliest
in den overledene haar eenig kind.
Londen, 21 October. (Part.) Tom-
linson, de correspondent van de Daily
News meldt, dat de Duitschers van
La Bassée in noordoostelijke richting
en van de Fransche en de Belgische
kust in Oostelijke richting steeds
sneller worden teruggedreven. Hij
spreekt weer van een terugtocht van
het Duitsche leger uit Frankrijk, die
reeds gaande zou zijn. Ook zegt hij
dat de Engelschen zwaarder geschut
gekregen hebben. De hevige regens
maken een moeras van het gevechts
terrein.
Zoowel Fransche als Engelsche
ooggetuigen verklaren, dat alleen de
zware kanonnen en de bekwame tak-
tiek van de Duitschers hen vau een
groote nederlaag in Frankrijk redden,
vervolgt de correspondent. Het is
een klacht zoowel van de Fransche
als van de Engelsche soldaten, dat
zij nooit een kans krijgen voor
bajonetaanval.
De strijd in Noord-Frankrijk.
Londen, 21 October. Er is geen
bepaald nieuws van bet front, maar
de militaire medewerker van de
Times" wijst er op, dat de beteeke-
nis van den slag, die nu in noorde
lijk Frankrijk wordt geleverd, moeilijk
te overschatten is. Want de over
winning aan de eene of andere zijde
zou beteekenen, dat de strategische
vrijheid hersteld zou worden. Indien
de Duitschers de nederlaag lijden,
zou Belgie door de bondgenooten her
nomen kunnen worden; indien geen
beslissing werd verkregen zouden de
toestanden gelijk thans aan de Aisne
heerschen, in zekeren zin ook hier
herhaald worden.
Duitsche kustbatterijen door
Engelsche kanonneerbooten
bestookt.
Londen, 21 Oct. Een telegram aan
e „Times" van de Fransche kust
van 20 Oct. meldt, dat, terwijl twee
Engelsche kanonneerbooten in den
morgen van den 19en een vuurgevecht
begonnen met Duitsche kustbatterijen,
zij aangevallen werden door Duitsche
ouderzeebooten. Engelsche torpedo
booten kwamen daarop te hulp en
verdreven de Duitsche onderzeeërs.
Vervolgens werd het vuurgevecht
met de kustbatterijen voortgezet.
Berlijn, 21 Oct. (Wolff.) Uit het
groote hoofdkwartier
Aan het Ysorkanaal zijn onze
troepen nog in hevigen strijd ge
wikkeld. De vijand ondersteunde zijn
artillerie van uit zee ten Noordwesten
Nieuwpoort. Een Engelsche
torpedoboot werd daarbij door ons
geschut buiten gevecht gesteld.
De gevechten ten Westen van
Rijssel duren voort. Onze troepen
z\fn ook daar tot den aanval over
gegaan, en hebben den vijand op
verscheidene plaatsen teruggeworpen.
Daarbij zijn ongeveer 2000 Engelschen
krijgsgevangen gemaakt en verschei
dene machine geweren vermeesterd.
In de Engelsche loopgraven.
Londen, 21 October. De corres
pondent vau de „New-York World"
aan de Aisne seint aan zijn blad
Ik heb juist een nacht in de Engel
sche loopgraven aan de Aisne door
gebracht en 90 man een aanval van
1000 Duitschers in een nederlaag
zien veranderey, toen de vijand om
keerde en vluchtte om dekking te
zoeken daar waar hij vandaan was
gekomen. Een Engelsch machinege
weer begon de Duitschers ook van
uit de flank te bestoken en bracht
hun een verlies van niet minder dan
100 man toe. ZQoals ik den volgenden
dag kou zien, lagen er ruim vijftig
meer lichamen tussehen de loopgra
ven dan daar den vorigen nacht
waren geweest en verscheidene van
de minder ernstig gewonden waren
ongetwijfeld weg kunnen komen.
Het was een nacht van ontzetting
en de stank der lijken, die sedert
vele dagen tussehen de verschansin
gen lagen, was ondragelijk. De wind
woei in onze richting. Ik kon het
niet langer uithouden en ging de
heuvels af naar een van de schuil-
n voor het geschutvuur. Hoe
de mannen in de loopgraven het
konden harden, was mij een raadsel.
Den volgenden morgen geraakte
een hooiberg, waarheen vele ster
vende manschappen waron gekropen,
in brand door het granaatvuur en
de lijken werden eveneens verbrand.
Er waren daar ook gewonden, die
vier dagen lang binnen 50 yards van
de linie hadden gelegen.
De aanval, waarvan ik getuige was
geweest, was er maar één uit tien
tallen andere, die gedurende een
maand op vele punten van de twin
tig mijlen lange Engelsche linie aan
de Aisne bijna altijd bij nacht onder
nomen waren. In dien tijd hebben
de Engelschen zeer weinig terrein ver
loren, ofschoon het aantal verliezen
aan menschenlevens meer dan 10.000
heeft bedragen. Daar de DuitseherB
gewoonlijk de aanvallers waren, moe
ten zij tussehen do 40 en 50 duizend
man hebben verloren en het kunnen
er meer geweest zijn, want de ver
liezen aan Engelsche zijde in den
door mij bijgewoonden aanval be
droegen 1 doode en 5 gewonden. De
laatsten werden gewond door geweer
vuur, de doode viel ten offer aan een
ontploffende granaat, een kolenbak,
zooals de Engelschen zeggen, wegens
den zwarten rook, die de Duitsche
granaten verspreiden. Deze ontplof
fing geschiedde zoo dicht bij mij,
dat ik ray geen rekenschap van het
gebeurde had kunnen geven, voor
dat ik ontdekte, dat ik op den bodem
van een vijf voet lange loopgraaf
lag, zoo bedekt met puin, dat ik mij
bijna niet los kon werken.
De loopgraaf lag ongeveer vier
mijlen ten noorden van de Aisne en
twaalf tot veertien mijlen ten oosten
van Soissons. De positie was een
maand tevoren mot groote verliezen
vermeesterden enkel door prachtige
en voortdurende daden van helden
moed kon zij gehouden worden. De
Duitschers waren, op minder dan 90
M. afstand verder, verschanst en had
den volop dekking achter zich, ter
wijl de Engelschen zich alleen voor
vernietiging hadden kunnen bewaren,
door zichzelf in te graven. Zij hiel
den de steile opwaartsche glooiing
bezet, met scbutters-loopgraven nabij
den top van het steilste gedeelte.
Ook het terrein, dat tussehen hen en
de Duitschers lag, liep weer geleide
lijk glooiend af. Men gaf den Duit
schers het voordeel van een gemak-
keltjken aanloop bij het bestormen
der schansen. Maar ofschoon zij den
vorigen nacht zes aanvallen hadden
gedaan, waren zij telkens halverwege
door het aanhoudende vuur gestuit.
Na beschreven te hebben hoe zy
op deze manier zoo dicht bij de
schansen gekomen waren, gaat het
bericht voort, dat er iets vreemd
soortigs was in het schouwspel van
hun nadering. Het was laat in den
middag en volkomen stil. Het kanon
vuur zelfs zweeg. De correspondent
liep het veld over, zonder zelfs één
geweerschot tot zich te trekken; in
dien hij had geweten dat hij binnen
280 M. van de Duitsche voorposten
was, zou hij zich daar natuurlijk niet
gewaagd hebben.
Maar de Duitschers schoten blijk
baar niet op mij omdat ik in burger-
kleeren was. Vlak beneden mij was
een klein gehucht aan den oever van
een smal riviertje en daar speelden
kinderen op straat. Zoodoende ver
moedde ik niet, dat ik zoo vlakbij
de linie was. Ik merkte dat er nauwe
lijks een dak in het dorp ongerept
was en dat er twee gebouwen in de
lucht waren gevlogen. Maar ik had
reeds zoovele steden in dien toestand
gezien, dat het mij niet bijzonder
trof. Juist toen ik het veld was
overgestoken, zeiden zij mij in hun
kleine schietkuilen, die in onregel
matige rijen aangelegd waren, „goe
den dag", zonder eenige belangstel
ling aan den dag te leggen voor ik
tot hen sprak. Toen leken sommigen
lichtelijk verrast, dat ik Engelsch
sprak. Naderhand begreep ik, dat dié
manschappen, die voortdurend onder
vuur waren geweest, zoo bek-af waren
dat hun zenuwen niet meer reageer
den. Aan één kant in een stelling,
die meer voor het vuur open lag dan
do anderen, meende ik een gemak-
kolijken schuilplaats te ontwaren met
takken op den grond. Daar lag een
luitenant een sigaret te rooken en
een geïllustreerd Londensch weekblad
van de vorige week te lezen.
Hy noodigde mij uit bij hem te
komen en vroeg mU, wat ik daar te
maken had. Het spijt mij te moeten
zeggen, dat ik hem een leugen ver
telde, omdat ik wist, hoe streng de
voorschriften tegen correspondenten
waren. Na enkele minuten floot een
granaatkartets over ons heen; en de
slag was zoo dicht by, dat ik onwil
lekeurig bukte, maar de luitenant
deed het niet. En enkele manschap
pen deden het - voor zoover ik van
plaats, waar ik zat, kon zien
evenmin.
Enkele hunner sliepen, en ver
roerden zich zelfs niet. De granaat
kartets sprong juist voorbij het dorp,
maar was t,e hoog gegaan, zooals
met Duitsche granaat-kartetsen ge
woonlijk het geval is. De luitenant
legde mij uit, waarom hij zoo onver
schillig was. Hij kon aan het geluid
hooren, dat het projectiel over hun
hoofd heenging; en zijn zenuwen
waren aan dat geluid zóó gewend
geraakt, dat zij er niet langer op
reageerden, zooals de mijne nog wel
deden.
Uit België.
In een persgesprek heeft de heer
vau Kol, lid dor Eerste Kamer, die
na een elfdaagsche reis door Belgie
Zondag te Voorschoten is terugge
keerd, een en ander van zijn bevin
dingen meegedeeld. Hij begon met te
zeggen dat hij spoedig weder naar
het door den oorlog geteisterde ge
bied zal trekken. Het doel zijner reis
is zich op de hoogte te stellen van
don loop van den oorlog. Hierover
zijn hem reeds belangrijke gegevens
verstrekt. Ook heeft de heer van Kol
met enkele leden van den Perma
nenten Raad van het Internationaal
Bureau te Brussel overleg gepleegd
omtrent het herstel der int. verbin
dingen tuBSchen de sociaal-democra
tische partijen in de onderscheidene
landen.
Deze besprekingen zijn nog niet
ten einde gebracht en worden door
den heer Troelatra in de noordelijke
landen van Europa voortgezet. Verder
heeft de heer van Kol aan het Duit
sche socialistische partijbestuur het
dringende verzoek gericht, of er
partijgenooton, leden van den Rijks
dag, met hem willen meegaan op
zijn volgende reis door Belgie, opdat
zij de al of niet juistheid der ver
nomen klachten atfn de feiten kunnen
toetsen en persoonlijk onderzoeken.
Het Duitsche Partijbestuur zal vol
gens bedoeling van den heer van Kol
die Rijksdagleden aanwijzen.
De heer van Kol heeft de volgende
reis gemaakt
Maastricht, Mouland, Visé,
Luik, Tienen, Leuven, Brussel,
Enghien, N i n o v eBrussel, Nivelles;
Brussel, Waveren, Jodoignes,
Jemeppe, Seraing, Luik.
Tweemaal is de heer van Kol van
Luik naar de Ardennen geweest,
eenmaal over Louvegnóe, verder
van Luik naar Maastricht, Bilsen,
Hammont, Achel, Neerpelt, Moll,
Turnhout,Herenthals,Kessel, Lier,
Mortsel, Berchem, Antwerpen,
Mechelen, Dendermonde,
N e 11 e, Gent, Selzaete, Sas van Gent,
Terneuzen.
De gespatieerde plaatsnamen zijn
die steden en dorpen, welke volgens
don heer van Kol geheel of bijna
geheel verbrand of verwoest zijn.
Bevoegde personen vertelden dat
er minstens evenveel Belgische bur
gers als soldaten gedood zijn. De
berichten in de Nederlandsche bladen
zijn beneden de werkelljkhold
De heer van Kol roemde zeer het
optreden der Nederlandsche consuls,
met name te Antwerpen en Gent,
in het belang der Nederlandsche on
derdanen en in het algemeen belang,
evenals hunne flinke houding tegen
over de Duitsche autoriteiten, wat
meestal gustige resultaten opleverde.
Het Nederlandsche gezantschap te
Brussel is overstelpt met werk, maar
verricht met energie, moed en toe
wijding zijn moeilijke maar schoone
Nederland, zeide de heer van
Kol, kan tegenover de historie trotsch
zijn op wat het doet, zoowel binnen
als buiten het land.
Antwerpen.
Antwerpen komt langzamerhand
weer een weinig op dreef. Het is
natuurlijk nog erg stil in de stad.
Maar gaandeweg, naarmate er meer
naar hun woonplaats terugkeeren,
komt er meer leven in. Verschillende
tramlijnen loopen reeds.
Voor de bewoners zal het in vele
gevallen goed zijn terug te koeren.
Wel handhaaft het Duitsche bestuur
zoo streng mogelijk de orde, maar
de bewaking der huizen brengt zeer
veel moeilijkheden met zich. Op ver
schillende plaatsen in de voorsteden
is dan ook reeds ingebroken. Het
Duitsche bestuur maakt echter met
hen, die op dergelijk „werk" betrapt
worden, korte metten. Zij worden
verhoord eh daarna gefusileerd.
De Duitschers schijnen vastbesloten
de winkels welke op den daarvoor
gestelden termijn nog niet geopend
zijn open te breken.
Twee van de drie gasfabrieken
werken weder. Ook de waterleiding
veer in orde gemaakt, zoodat de
stad zuiver drinkwater heeft. Er
zijn maatregelen genomen om het
onderwijs zoo spoedig mogelijk te
hervatten.
De Duitschers gedragen zich ove
rigens zeer goed en zijn erg behulp
zaam. Het verlaten der stad gaat
even gemakkelijk als het binnenkomen
en als om hun aanwezigheid te ver
zachten, doen de matrozen weder
wat zij kunnen om de passagiers by
het instijgen op den hoogen trein,
midden op de spoorbaan, te helpen.
De Hamburgsche senator Strandes
ia naar Belgie vertrokken om de post
van burgerlijk gouverneur van Ant
werpen op zich te nemen.
Rondom Luik.
Een correspondent van de „Daily
Mail", die zich een tijdlang in een
dorp bij Luik had schuil gehouden
en toen naar Nederland is gegaan,
vertelt dat de Duitschers zich rondom
de forten sterk verschansen. Zij doen
hun best om de vernielde koepels te
herstellen, maar zouden daarin nog
niet geslaagd zijn. Duitschers, die te
Luik wonen, helpen bij het herstellen
van de machineriön. Zij vellen de
bosschen rondom de forten en leggen
mijlen lange schansen met prikkel
draadversperringen aan. Op de brug
gen z\jn barrikaden en andere ver
sperringen aangebrachtop sommige
openbare gebouwen zijn machine
geweren geplaatst.
Ook bouwen de Duitschers een
nieuwe Zeppelinloods ten N. van de
stad. Een tijdelijke, die eerst was
opgericht, had niet voldaan.
Van het Oosteli]koorlogstooneel.
Weenen, 20 October (Wolff). Offi
cieel wordt gemeld d.d. 19 October
's middags.
In den slag ten Oosten van Chyrow
en Przemysl bracht ons de dag van
gisteren opnieuw groote successen.
Zeer verbitterd was de strijd bij
Mezyniec (in de Karpathen ten Zuiden
van Chyrow).
De hoogten bij Magiera, die tot nu
toe in handen van den vijand waren
en aan onzen opmarsch ernstige
moeilijkheden in den weg legden,
werden des namiddags door onze
troepen genomen na een voorafgaand
hevig artilleriegevecbt.
Ten Noorden van Mezyniec vorderde
onze aanval zoover, dat een storm
loop tegen den vijand ondernomen
kon worden.
In de streek ten Oosten van Przemysl
zijn onze troepen voortgerukt tot aan
de hoogten van Medyka.
Aan den Zuidelijken vleugel werden
aanhoudende Russische aanvallen, die
nachts vooral tegen de hoogten
ten Zuid-Westen van Stary-Stariibor
plaats hadden, afgeslagen.
In de dalen van de Stryj en Sivica
dringen onze troepen aanhoudend
strijdend vooruit.
Ook aan de San werd gisteren op
verscheidene punten gestreden. Een
na het vallen van den avond onder
nomen aanval op onze troepen, die
bij Jaroslaw de rivier overschreden
hadden, mislukte volkomen.
In Russisch Polen wierp de ver-
eenigde Duitsche en Oostenrijk-Hon-
gaarsche cavalerie groote vijandelijke
cavalerie-corpsen, die ten Westen van
Warchau beproefden voort te drin
gen achter Socbarchou (aan den spoor
weg Warschau-Lowicz) terug.
In GallclB.
Weenen. 20 Oct. (W. B.) Offlcieeel
wordt medegedeeld onder dagteeke-
ning van 20 Oct., 's nam.: De veld
slag i-n Midden Gallicie is nog toege
nomen in hevigheid, vooral ten noor
den van de Striwia.
Onze aanval strekt zich voortdurend
verder uit naar het oosten.
Van beiden zijden wordt met de
grootste verbittering gestreden, om
eenige hoogten van buitengewoon be
lang.
Alle pogingen van den vijand om
ons de Magiera weder te ontrukken,
z(jn mislukt. Onze troepen hebben de
hoogten ten noordoosten van Tyzko
wice, waarom reeds zooveel gestreden
is, veroverd.
Ten zuiden van de Magiera is de
vijand uit verschilende plaatsen ver
dreven-
In deze gevechten zijn weder veel
Russen, waaronder een generaal,
krijgsgevangen gemaakt en werden
ook machine-geweren buitgemaakt
De Stryj, de Koeroesmezoe en de
Sereth zijn weder in onze macht ge
raakt, na hardnekkige verdediging
door den vijand.
Het gevecht bij Radymno.
Berlijn, 20 October. Over den strijd
bij Radymno seint de oorlogscorres
pondent van het „Berliner Tageblat"
het volgende
Gisteren heb ik van uit den pantser
toren van een fort den strijd bij
Radymno aanschouwd. Reeds gedu
rende den tocht naar Przemysl, toen
onze auto den gordel van forten, ver
schansingen en redouten van Przem
ysl doorreed, werd een dof gerommel
hoorbaar, dat beteekendeEen slag
is aan den gang.
Van den pantsertoren af overzie
ik den horizon naar alle zijden. In het
Noorden en Westen verraden dikke,
zwarte rookwolken, dat daar dorpen
in brand staan. In Noordoostelijke
richting rechts van den koepelvormi-
gen toren der wit-schitterende Ortho
doxe kerk van Radymno, kronkelen
witte rookwolken omhoog. Op de
vlakte aan gene zijde van Przemysl
over de hoogteketen in het Zuiden
zien wij een aantal witte rookwolkjes.
Voor ons is slechts het Noordelijk
operatietooneol vóór de duisternis
valt, nog bereikbaar. Uit het Noord
oosten ongeveer in de richting van
Machovice, waar de Honveddivisie
eergisteren, na een stryd van drie
dagen, door een aanval in het front
en op de flank, de Russen terugwierp,
bereikt ons oor het gedonder der
Oostenryksche kanonnen. In het veld
rechts van den straatweg is vaak een
zwak lichten als vluchtige zonnestraal
op lleschscherven zichtbaar. Door
den veldkijker herken ik de tirailleurs-
linie der onzen, die geleidelijk
opdringt.
Radymno, dat, behalve een enkele
teruggekeerde jodenfamilie, haast
geen bewoners meer heeft, schijnt
totaal uitgestorven. In de stad zien
wij van uit de kerk bij den spoorweg-
dam beweging. Twee doorschoten
spoorwagens staan op de rails. Een
spoortrein, waarin zich spoorweg
arbeiders bevinden, die de brug over
de San bij Radymno willen herstellen,
rijdt er over heen. Het gedonder van
het geschut neemt in hevigheid toe.
Duidelijk is het fluiten der granaten
hoorbaar. Het blykt, dat de Russen
die op den anderen oever van de San
staan, het gemunt hebben op de ver
bindingswegen tussehen Jaroslaw
en Przemysl. Krakend dringt een
granaat in den goederenwagen van
rydenden trein. Granaten en
shrapnela bestrijken de leege straten
voor ons en beletten ons verder te
lijden. De herstelde communicatie
lijn mag echter niet opgegeven worden.
Terwijl wij terugkeeren en de avond
snel valt, komen ons reeds schimmen-
achtige colonnes artillerie en cavalerie,
die ter versterking' gezonden zijn,
tegen. Op de plat getrapte velden
branden duizenden kampvuren.
Wel hebben de Russen zich achter
de San teruggetrokken, maar bieden
daar toch den Oostenrijkschen troepen,
die ook reeds plaatselijk de San zijn
overgetrokken, hardnekkigen tegen
stand. Zoo b.v. ten noorden bij Ra
dymno en ten noordoosten tussehen
de San en de Wysznia. Het Oosten-
rijksche leger moet hun het terrein
voet voor voet ontworstelen en mag
tevreden zijn, als het zoodoende per
dag een kilometer avanceert. De voor
Przemysl nog staande Russen, worden
op vijf armee-corpsen getaxeerd.
Heden is het weer gelukt een Russi-
schen vlieger naar beneden te schieten.
In de loopgraven te Eydtkuhnen.
Dr. Phil. Poppe, lid van de Redac
tie van het „Berliner Tageblatt", als
reserve-officier in dienst, schrijft hier
omtrent het volgende aan dat blad,
d.d. 12 Oct.:
Geachte collega.
Sedert 8 dagen zitten wij thans in
de loopgraven. Des avonds ziet men
eenige kilometers achter zich de lich
ten van het station van Eydtkuhnen
en Wirballen. Dagelijks suizen de
granaten en schrapnelis over onze
schuilplaatsen, waarin, zooals ook nu
weer het geval is, de regen op het
stroo druppelt. Daar huist men naast
elkaar, indjen men niet op patrouille
behoeft te gaan. Als het geschut
vuur te hevig wordt, moeten wij vol
lediger dekking zoeken. Op het dogen-
blik valt er juist een granaat in onze
nabijheid, en gooit zand naar binnen.
Eens hadden wij hier een goede tref
fer, die ons een paai man kostte.
Een andere maal veroorzaakte een
scherf van een schrapnell het verlies
van een officier. Onze artillerie is
natuurlijk ook niet lui uitgevallen,
en zoo gaat het toornige gebrom van
de Ijzeren hommels steeds door.
Men leert hier geduld en kalmte,
koude handen en voeten verdragen.
Dit laatste is van voorbljgaanden
aard. In het stroo worden zij spoedig
weder warm. Van wasschen is hier
geen sprake. Zeep en handdoeken
moeten' in de ransel op betere tijden
wachten. Het eten kan ook alleen
na het vallen van den avond uit de,
eenige kilometers achterwaarts ge
legen veldkeuken aangebracht worden.
Men moet dan een zoo weinig
mogolljk rook gevend vuurtje aan
leggen om het een beetje warm te
maken. Brood, kaas, spek, geconser
veerd vleesch worden dagelijks met
smaak genuttigd en een stukje cho
colade dient als dessert, zoolang ten
minste de voorraad strekt of een
handige kerel -wat uit Eydtkuhnen
haalt. De aankomst van de veldpost
is een gebeurtenis van belang, en
men voelt zich door de groeten die
hij brengt met huis verbonden.
Hieruit kunt ge afleiden met hoe
veel vreugde ik de krantenzendingen
begroet. Zij gaan de geheele compagnie
door en worden verslonden, zelfs
wanneer het Septembernummers zijn.
Twee dagen voor w(j in de loop
graven trokken kwam ook je zending
sigaren, waarvoor ik je bartelyk be
dank. Ik had wel direct een kaart
willen schrijven, maar in de geheele
compagnie was geen veld postkaart
meer te vinden, en daarenboven had
ik stijve vingers. Het velletje waarop
ik je thans schrijf, behoort tot het
laatste restje van mijn schrijfmateri
aal. De enveloppen zijn in myn ransel
door de vochtigheid onbruikbaar ge
worden. Wij kunnen echter weer
spoedig veldbriefkaarten verwachten.
Binnenkort z(jn hier groote be
wegingen op til. Hoe en wat weten
wij niet. Wij wachten en zijn onder-
tussehen een bolwerk tegen de Russen,
opdat zy ons Oost-Pruisen niet weder
overstroomen.
OP ZEE.
Schepen vernietigd.
Een Duitsch officieel communiqué
bevestigt de vernietiging van de
Engelsche onderzeeboot „E 3" in het
Duitsche gedeelte van de Noordzee,
en maakt bovendien melding van het
Reuter-bericht omtrent het zinken, op
17 October, van een Japanschen
kruiser de „Tachachicko", door het
stooten op een mijn in de Golf van
Kiautschau, waarbij bijna de geheele
bemanning omkwam.
Berlijn, 20 Oct. (W. B.) Wij ver
nemen dat bij den ondergang van de
Engelsche onderzeeboot (dc „E 8"),
aan Duitsche zijde geen verliezen
werden geleden.
Duitsche torpedoboot te gronde
gegaan.
Tokio, 20 Oct. (Officieel.) De Duit
sche torpedoboot „S. 90", die onder
begunstiging van de duisternis uit
Tsingtau was ontkomen, is terugge
vonden 60 mijlen ten zuiden van
Kiautsjau, waar zij aan den grond
was geraakt en vernield.
De „Hawke".
De kapitein van een Noorschen
treiler, die met 48 man van de be
manning der „Hawke" te Sta vanger
is aangekomen, deelt aan Aften Pos
ten mee, dat volgens de geredde En
gelsche officieren, de kruiser door de
torpedo van de Duitsche duikboot is
getroffen op het oogenblik dat het
oorlogsschip stil lag om de post van
andere schepen over te nemen. De
kruiser zonk zoo snel, dat er geen
tijd was om de reddingsbooten uit
te zetten, behalve één enkele, die
toevallig klaar buiten boord hing. In
dien het overig deel van de beman
ning zich nog heeft kunnen redden,
moet daartoe gebruik zijn gemaakt
van de aan boord aanwezige vlotten.
Toen de „Hawke" werd getroffen
lagen or twee andere Engelsche oor
logsschepen in de buurt, die onmid-
lijk met volle kracht wegstoomden
bij 't zien zinken van de „Hawke".
Aan boord van het getroffen schip
was men door het gebeurde volkomen
verrast.
De Engelsche trawler „United"
kwam heden Maandag - te Lowe-
stoft terug en had aan boord twee
geredde schipbreukelingen vau de
Zaterdag gezonken Duitsche destroy-
ers. De bemanning der visschersboot
zag het zeegevecht op een afstand.
De Duitsche schepen kwamen het
eerst in zicht en deden alle moeite
te ontkomen, toen zy het Engelsche
'smaldeel bemerkten. De laatste sche
pen stoomden echter met full speed
op den vyand toe en het gevecht
ving aan. De trawler had zich voor
de veiligheid voldoende ver verwij
derd. De Duitscho schepen werden
binnen een uur na elkander in den
grond geboord. Het eerste zonk spoe
dig na den aanvang van het gevecht.
De trawler vond naderhand de twee
door baar geredde Duitschers ineen
kleine reddingboot, die mede aan
boord van de trawler werd geheschen.
Uit het verre Oosten.
Duitsche eilanden bezet.
Tokio, 20 Oct. Hot ministerie van
marine* bericht, dat de (Duitsche)
Mariannen-, Marshall-, Oost-Carolinen-
en West Carolinen-eilanden (alle in
den Grooten Oceaan) om militaire
redenen bezet zfjn.
ENGELAND.
Nederland's houding.
De bijzondere oorrespondent van
de „Daily Chronicle" had een onder
houd met den Britschen gezant in
den Haag. Deze verjdaardc dat Nf
derland te midden van allerlei mo
lybheden loyaal jegens Engeland