HELDERSCHECOURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4387 DINSDAG 10 NOVEMBER 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct,, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37* 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elko regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-ezemplaar 2J cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de eerste helft van November. Dinsdag 10 Oost-Batterij Lezing met lleUtb.-Van Dam 8u. WoSOBlL 11 Tivoli E nsemble-Kokelaar 7J4-10U. Entree op programma. Marino-cantinu Holdor's Gemengd Kuor Su. Marine, Zoldor Marinewerf, Heldin, Torp.-inag., Langestraal. Nautilus Bioscoop RumpfT-Staalmaii Su. Donderd. 18 Neptunus 8 u. Erfprins Stufmuzluk 7-8 u. Op pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. Sport. 2. Ingezonden. 3. Feuilleton, enz. DE OORLOG. De algemeene toestand. Hevig is de strijd voortdurend in het westen en verder komen doen de partijen niet. Het is natuurlijk, dat de strijd het hevigst woedt op beide vleugels. En daarbij hebben de Duitschers een klein voordeel behaald in het Argonnenwouddaar werd de belangrijke hoogte Vienne-le-Chateau, waarom wekenlang gestreden werd, genomen, en eenige kanonnen en mitrailleurs buit gemaakt. Maar hoe groot dit voordeel -is, kan uit de ontvangen berichten niet worden opgemaakt. Aan de Yser en bij Yperen werden daarentegen alle aanvallen van de Duitsche troepen door de geallieerden afgeslagenen de „Times"-correspon- dent in West-Vlaander en meldt zelfs, dat de aanvallen minder hevig wor den een troepenmacht, die sedert veertien dagen dag in, dag uit aan vallen doet, tegen een vqand, die deze met goed gevolg weet te door staan, moet ten slotte wel de hoop verliezen op succes. Die hoop leeft nog steeds in het Duitsche rijk en voornamelijk in Ber lijn. De tijdelijke tegenslagen zullen blijken slechts tijdelijk te zijn, zegt men daar; de finale zal toch een overwinning van de Duitsche troepen worden. Maar op het slagveld zelf, waar men de ontzettende slachting waarneemt, den krachtdadigen tegen stand voelt, en opmerkt hoe moeilijk het is een duim breed grond vooruit te komen, moeten buien van neer slachtigheid voorkomen, als in den brief, dien de Engelschen vonden in een der loopgraven bij Yperen, en die door een reserve-officier aan zijn vrouw geschreven was, een brief die een wanhoopskreet geleek. Zulke brieven worden meer gevon den en geven dan aanleiding aan den tegenstander, om zijn tegenaan vallen met nog meer kracht door te zetten. Het is daarom, dat in Duitschland wordt opgekomen tegen de veel schrijvende Duitsche officieren en sol daten, wier brieven, zoo zij door den vijand worden gevonden vaak belang rijke inlichtingen geven over de krijgsverrichtingen of over den mo- reelen toestand. Zulke epistels, dag boeken, oorlogsherinneringen, gevon den bij gedooden of in ontruimde loopgraven of woonstations, kunnen, naar men in Duitschland meent, veel kwaad berokkenen, en zouden, dus beter achterwege kunnen blijven. Hot jongste Fransche legerbericht, dat den toestand over het geheele front in Frankrijk schetst, zegt: .Gisteren heerschte er een betrek kelijke kalmte aan de Yser. stroom afwaarts van Dixmuiden. In die stad en te Bioschoote zijn de vijandelijke aanvallen afgeslagen. Ten zuidwesten van Ypres, hebben wij den aanval hervat, te zamen met de Engelsche troepen en een zeer heftigen aanval van de Duitschers afgeslagen. Tus- scheu Armentières en het kanaal van La Bassée, heeft het Britsclie leger veneens een he vigen aanval op Nieu w- Kapellen afgeslagen. „In de streek van Vailly gingen v.i; voort terrein te herwinnen. Noord oostelijk van Verdun hebben wij ons meester gemaakt van de dorpen Maucourt en Mogeville. „Op onzen rechtervleugel zijn de Duitsche aanvallen op de vooruit stekende gedeelten van de Grand Couronne de Nancy uitgeloopen op gevoelige verliezen voor den vijand. Een door dezen gewaagden overval op de heuvelen, die de bergengte van Santo-Marie beheerschen, is totaal mislukt." Hierin wordt dus de van Duitsche zijde gemelde bezetting van de hoogte Vienne-la-Chateau niet erkend, integendeel van kleine Fransche overwinningen bij Verdun en Nancy melding gemaakt. Heel veel wijziging in de algemeene posities der beide legers is echler niet te molden. De overwinningen van do Russen in Polen, en de terugwerping der Oostenrijkers over de San worden nu bevestigd door de officieele Russi sche berichten. De Russen melden, dat de gebeele San en de omstreken van Przemysl door de Oostenrijkers zijn verlaten en dat deze terugtrekken over de Karpathen-passen, zoodat Galicié bijna geheel ontruimd is. Een millioen Duitschers, die deelnamen aan de aanvallende beweging bij Warschau werden genoodzaakt terug te trekken tot achter de Wartha, een half millioen Oostenrijkers werd over de San teruggedreven. Da Russen hebben nu bovendien oen nieuwen strijd moeten aanvaarden in het Zuiden, tegen de Turken. Hun aanval richt zich in de eerste plaats tegen Armenië, waar de hoofdstad Erzeroem het strategisch object van den Russischen aanval vormt. De strijd in Armenie, te midden der Armenische christenen, welke zeker niet bijzonder ingenomen zijn met het Turksche bestuur en dus geen redenen hebben zich krachtig tegen de Russische invallers te verzetten, kan zeer belangrijk wordenreeds is de Turksche stelling bij Koepritoei door de Russen genomen en werden de pogingen der Turken om haar te hernemen door de Russen afgeslagen. 0v6r den strijd ter zee aan de Chileensche kust deelt de „Times" nog eenige bijzonderheden mede. Het schijnt daaruit te blijken, dat de „Monmouth", na het gevecht, op de kust is geraakt bij Caap Carranzo, 70 mijlen noordelijk van Talcahuana; waarschijnlijk kon daar een gedeelte der bemanning worden gered. Het blad wijst er verder op, dat slechts drie Duitsche schepen te Valpa- raiso zijn binnengevallen, de „Scharn- horst", de „Gneisenau" en de „Dres- den"; daaruit maakt het blad de wel eenigzins voorbarige gevolgtrekking dat dan de Duitsche kruisers „Leip en „Bremen", die ook aan den slag hadden deelgenomen, gezonken moeten zijn. De Duitsche berichten zeggen im mers: De „Leipzig" en de „Bremen" (een naamsverwisseling waarschijn lijk) zijn met vier gewapende trans portschepen buiten de haven gebleven. Van de Engelsche schepen is nog steeds niets bekend van de „Canopus" en van de kolenschepen, die het Engel sche eskader vergezelden. De „Times" hoopt, dat zij ergens aan de Chileen sche kust tusschen de kleine eilandjes, waar vele ankerplaatsen zijn, ver borgen liggen, en dat er wel eens bericht van zal komen. Waar de „Glasgow" gebleven is, is niet bekendwaarschijnlijk is het schip te Coronel binnengevallen de Times" zegt daarvan: De meening dat de „Glasgow" geïnterneerd moest worden is beslist onjuist; met de vergunning van de Chileensche autori teiten is het niet in strijd met de internationale overeenkomsten, dat het Engelsche schip in een neutrale haven blijft zoolang als noodig is, voor de reparatie. De Duitsche kruiser „Geier" is op Honoloeloe geïnterneerd, daar het schip langer in de haven verbleef dan de Amerikaansche autoriteiten had den toegestaande kruiser wordt ontwapend, de bemanning aan den wal gebracht en tot na den oorlog vastgehouden. Eveneens is een Duitsche boot van den Norddeutschen Lloyd, die naar men meende voor militaire doeleinden werd gebruikt, geïnterneerd. De „N. Rott. Ct." schrijft dd. 9 Nov. Wederom hebben de Russen, even als in Augustus, Duitsch gebied be treden, en zulks is het rechtstreeks gevolg van hun succes aan den Weichsel. Ook in Duitschland kan men thans weten tot welke gevolgen dit succes heeft geleid. De generale staf heeft het publiek daarover zeer kort, maai- voor wie lezen wil, niet temin zeer duidelijk ingelicht. Na de mededeeling dat de Duitsche en Oostenrijksche troepen, die voor den Weichsel stonden, voor aanmerkelijke versterkingen van de Russen waren „uitgeweken", is nu de mededeeling van den 7den November gekomen, dat Russische cavaleriedivisies, die boven Kolo de Warte waren over getrokken, zijn teruggeworpen. De Duitsche lezer kan hieruit dus weten, dat de Duitschers voor Warschau een nederlaag hebben geleden en een 150 K.M. (tot ovop de Warte) zijn moeten wijken. Wie het soms uit die mededeelingeu nog niet mocht begrijpen, wordt verder door de Oostenrijksche oorlogscorresponden ten, op omzichtige wijze, op de hoogte gebracht. Van het krijgsbedrijf aan Weichsel cn San sedert 20 Öctober, een over zicht van Russische zyde bevestigt volkomen den indruk dien wij ons op grond van de berichten erover had den gemaakt. De Duitschers, die op den linker vleugel van het Oostenrljksch-Duit- sche leger voor Warschau en ten Noorden van de Pilitsa stonden, weken waarschijnlijk in hoofdzaak tengevolge van een flankbedreiging het eerst in Zuidwestelijke richting. De gemengde Duitsch-Oostenrijksche troepen, ten Zuiden van de Pilitsa langs den Weichsel, tegen Iwangorod geschaard, moesten die beweging volgen. Eindelijk moest Sandomir, tegenover de samenvloeiing van Weichsel on San, worden prijsgege ven, als natuurlijk gevolg daarvan moesten ten slotte ook de Oosten rijkers de San los laten. Bij dezen gang van zaken mag het opmerkelijk worden genoemd dat hier de Oosten rijksche troepen niet voor de Duit sche hebben ondergedaan. Zooals gezegd, komen de Oostenrijksche berichten, hoewel zij het relaas na tuurlijk anders inkleeden, met de Russische overeen. Alleen in één opzicht spreken de Oostenrijksche en de Russische berichten elkaar lijnrecht tegen. De Oostenrijkers toch zeggen ons: In Polen lieten de Rus sen hun geweldige overmacht gel den, doch werden gedwongen dit in Zuidwestelijke richting te doen, in stede van tegen Duitschland, zooals het plan was. De Russen vertellen ons echter dat het juist hun doel was hun vijanden in Zuidwestelijke richting terug te drijven. Dit is mo gelijk, maar men zal dit dan toch wel als een voorloopig doel hebben te beschouwen. Want het is niet recht duidelijk, hoe de Russen met succes naar Berlijn kunnen mar- cheeren, als aan de grens van Silezié en in het Zuidwesten van Polen, alsmede in Oost-Pruisen nog aan zienlijke vijandelijke strijdkrachten staan. De bezetting van Pleschen in Posen is ongetwijfeld een feit van groote moreele beteekenis en wijst uit hoe vérstrekkend de gevolgen van den slag aan den Weichsel zijn. Maar alvorens de Russen hun op- marsch naar het hart van Duitsch land kunnen .beginnen, moeten er o. i. eerst nog belangrijke slagen worden uitgestreden. De communiqué's van 7 en 8 November. De verschillende communiqué's van het Westelijk oorlogstooneel gedateerd op 7 en 8 November, geven weder tal van tegenstrijdigheden. Zoo wordt bijvoorbeeld in het Duit sche legerbericht van 7 Nov. vermeld, dat de aanval van de Franschen op Vailly werd afgeslagen, welk dorp reeds Vrijdag volgens het Fransche communiqué hernomen was. Daar op kwam van Fransche zijde het bericht, dat ook het dorp Soupir heroverd was. En dit laatste wordt in het Duitsche bericht van 7 Nov. erkend. Het lijkt daarom waarschijn lijker, dat het Fransche bericht juist geweest is. Even tegenstrijdig zijn de berichten omtrent den strijd rond Yperen. Reeds sedert eenige dagen maken beide partijen vorderingen, maar het merk waardige is wel, dat zij juist tegen en voorbij elkander gaan. Zoo spreekt het Fransche bericht over voortgang der geallieerden ten N.O. van Yperen en de Duitsche mededeeling van voort gang der Duitsche troepen ten Z.W. van dezelfde plaats. Of dit nu tegenstrijdigheden zijD, of dat de onwaarschijnlijkheid van deze berichten moet worden toege schreven aan de rekbaarheid van het begrip „ten N.O." of „ten Z.W.", zal nog wel nader blijken. Voorloopig is er in deze berichten voor geen van beide partijen iets positiefs te vinden. Precies eender is het met het Bel gische communiqué en het bericht van de „MorningPost" (eenEngelsch dagblad). Volgens de Belgische be richten trekken de Duitschers hun troepen terug, om deze naar de Duitsche Oostgrens te kunnen zenden, terwijl juist de correspondent van de „Morning Post" te St. Petersburg meldde, dat de Duitschers hun beste troepen uit Polen haalden en naai de Yser stuurden. Deze berichten passen niet by elkaar, of zij geven een troepenverwisseling aan. Ook Mor moeten wij echter wachten, tot het licht de duisternis heeft ver dreven. De verdere mededeelingen in de berichten betreffen enkele op zich zelf staande gevallen. Een aanval der Duitschers op de hoogten bij St. Marie aux Mines is afgeslagen, terwijl de Duitschers, volgens Duitsche be- richten, vorderen in het Argonner woud. Van hot Oostelijk oorlogstooneel zijn de berichten een weinig duide lijker. Hoewel geen enkel Duitsch officieel bericht de groote achter- waartsche beweging van het Duitsche leger in Polen gemeld heeft, blijkt thans uit een officieel bericht omtrent het overtrekken van de Warthe bij Kolo, dat de berichten van Russische zijde ontvangen, waarheid hebben gesproken. Volgens het Duitsche be richt werden de cavalerie-divisies, welke deze beweging uitvoerden, teruggeworpen. Niettemin blijkt hier uit, dat de Russen reeds dicht aan de Pruisische grens staan. (Volgens een later bericht zijn reeds enkele afdeelingen cavalerie de grens over getrokken). Russische berichten ma ken verder melding van een optrekken in Oost-Pruisen. De troepen zouden daar reeds staan bij Stallupönen. De berichten uit Weenen maken daarentegen melding van een onver- anderden toestand op het N-.O. oorlogs terrein, m.a.w. in Polen. Dit klinkt wel eigenaardig tegenover het Duit sche bericht, dat de overtrekking van de Warthe erkent, hetgeen toch wel een verandering in positie ge noemd dient te worden. Over den toestand in Galicié kwam nog geen bericht van Oostenrijksche of Duitsche zijde. Van Russische zijde daarentegen wordt gemeld, dat door hen ten Z. van Przemysl meer dan 1000 gevangenen gemaakt werden. Hieruit zou dus blijken, dat de Russen ook daar weder aan de winnende hand zljD, en de ontzetting van Przemysl dus slechts van tijde- lijken aard zal zijn geweest. Turksche berichten maken melding van een nieuwe beschieting van eenige havens aan de Zwarte Zee. Hierbij werd een Grieksche koopvaardij- stoomer in den grond geschoten. De Russen hebben daarentegen het offen sief te land aangenomen en trekken vanuit den Kaukasus het Turksche gebied binnen. De opstand in Zuid-Afrika neemt niet dien onivangaan welke men,inDuitsch- land vooral, verwacht had. Enkele troepen onder De Wet en Conrey, bij welk commando zich ook generaal Beyers moet bevinden, trokken naar den Oranje-Vrijstaat, terwijl een an dere afdeeling naar Zuidwest-Afrika trachtte te trekken. Eenige spoorweg bruggen zijn door de opstandelingen vernield. In het zuiden van den Vrij staat en in de Kaapprovincie is alles rustig. In een gevecht bij Bronkhorst- Spruit werden 70 opstandelingen gevangen genomen. Op het Westelijk oorlogstooneel. De Oultschers in Frankrijk en België. Parijs, 7 November. (Reuter.) Offi cieel bericht van 11 uur 's avonds: De Duitschers hebben heden over het geheele front bedrijvigheid ont wikkeld, doch al hun aanvallen zijn afgeslagen, in het bijzonder die op Cambrin, Aix, Noulette en Le Ques- noy in Santerre. In de streek van Albert, hebben wij eenige loopgraven genomen en ten noordoosten van Vailly hebben wij onze oude loop graven opnieuw bezet. Op de Maas heuvels hebben wij het dorp Saint Remi met de bajonet De Duitschers in Frankrijk en België. Parijs, 8 November. (Reuter.) Offi cieel bericht van 11 uur 's avonds: In het noorden schijnt de vijand zijn bedrijvigheid te hebben samenge trokken in de streek van Yperen, zonder resultaat echter. Wij handha ven ons overal. Aan de Aisne hebben wij ten noord oosten van Soissons de hoogvlakte van Vregny bereikt, waar wij nog niet waren geweest. Overigens geen nieuws. Parijs, 8 Nov. (Stouter.) (Commu niqué van 11 uur.) In liet noorden schijnt de vijand zijn krachten te hebben geconcentreerd in de buurt van Yperen, maar zonder resultaat. W(j handhaven ons overal. Aan de Aisne hebben wij ten noord oosten van Soissons het plateau van Vregny bereikt, waar wij nog geen vasten voet hadden gekregen. Overigens valt niets te vermelden. Londen, 9 Nov. De correspondent van de Times te Warschau zegt, zijn indrukken samenvattende, dat de Russische organisatie ten slotte in alle richtingen in beweging is ge raakt en dat Duitschland binnen een maand of aan een inval van het zich nu steeds voortbewegende groote leger zal moeten blootstaan, of gioote troepenmachten van zijn beste soldaten uit het westen zal moeten terugtrekken. Atrecht. Londen, 9 Nov. Uit Boulogue wordt aan de „Times" geseind, dat het bom bardement van Atrecht (Arras) op 30 Öctober met groote hevigheid is hernieuwd. Het dak van de kathedraal, het koor en de zijkapellen zijn ver nield, het binnenste is slechts een hoop puin. Het oude mannenhuis is ook door granaten getroffen, 30 oude mannen werden gedood, 17 gewond. De vijand heeft in de buurt van Atrecht dagen lang een onophoudolijk geschutvuur onderhouden, maar alle pogingen om de stad in storm te nemen zijn tot dusver afgeslagen. Een charge der lanclers. Londen, 9 Nov. De correspondent van de „Daily Mail" in Noord- Frankrijk meldt, dat de verbonden troepen tegenover een overmacht van Duitsche marine-troepen met scheepsgeschut, verplicht waren Ramscapelle te ontruimen. Vijf dui zend Bengaalsche lanciers werden ter hulp gezonden. De afgezeten lanciers chargeerden met de lans in de hand. Op dit schitterend schouw spel barstte in de gelederen van de infanterie der bondgonooten een luid hoera uit. De infanterie snelde even eens met gevelde bajonet voorwaarts en de Duitsche zeelieden trokken terug. Zij zochten beschutting yn een dorpje, maar de bondgenooten vervolgden hen ook hier tot in de huizen toe. De vijand moest Rams capelle weer ontruimen, met achter lating van twaalf scheepskanonnen; meer dan 1000 gevangenen vielen in onze handen. In België. Twee mannen, die Zaterdagmiddag van Antwerpen te voet Breda be reikten, veklaarden, dat niemand Belgié meer mag verlaten. De wegen naar Nederland worden door Duitsche soldaten streng bewaakt. Willen Bel gen, zelfs voorzien van goede passen, langs deze wegen het land verlaten, dan worden zij teruggewezen en bij eventueel verzet gearresteerd. De twee mannen hadden langs zijpaadjes en sluipend door de bosschen over Hoogstraeten onze grens bereikt. De conducteur der Zuid-Nederland- sche stoomtram, die om vijf uur van de grens bij Wernhoutsberg te Breda kwam, deelde mede, dat voor de grens talrijke personen stonden, wien door Duitsche soldaten verboden werd Belgié te verlaten. Een 42-c.M. In" Fransche handen? -'SS Volgens bericht aan de Engelsche bladen (zie ons vorig nummer) zou tijdens den mislukten aanval van de Duitschers op de voorsteden van Atrecht een trein in handen van de Franschen, zijn gevallen waarop een gedemonteerden 42 c. M. stuk geschut werd vervoerd. Behalve het kanon zouden de Franschen ook de noodige munitie hebben veroverd. Dit bericht verdient wel eenige nadere bevestiging. Immers, de vraag rijst al dadelijk: Wat wilden de Duit schers dan met een 42-c.M. op dat gedeelte van de gevechtslinie, waar toch geen doelpunten zijn voor der gelijk geschut? De slag aan de Belgische kust. De Londensche berichtgever van het „Handelsblad" schrijft d.d. 5 November „In de „Daily Chronicle" geeft een der correspondenten, de heer T. E. Elias, een lezenswaardige beschrijving van hetgeen het Engelsche leger in slgie heeft gedaan tusschen Woens- g 28 en Zaterdag 31 Öctober j.1. „Het vechten", dus zegt hij, „begon Woensdags, toen geheel Engeland oog had voor den slag aan de kust en die slag werd inderdaad gestreden langs de lijn Nieuwpoort—Arras, doch de Duitschers concentreerden vooral hun krachten op de Britten te Yperen. Zij hadden de hoop opgegeven, de Bondgenooten aan de kust te verslaan en hen te omsingelen door een om trekkende bewegingzij liepen zelfs gevaar zei ven omsingeld te worden. Hun rechtervleugel kon niettegen staande groote versterkingen van kanonnen en manschappen niet voor uit komen, zelfs zou hun achteruit trekken spoedig een 'kwestie van dagen zy'n en elke achterwaartsche beweging aan den rechtervleugel be- teekende van zelf de ontruiming van hun versterkte posities te Yperen^en Rijssel. Woensdagavond werd een algemeen oprukken op onze posities naar het noorden van Yperen gelast, maar onze mannen werden niet verrast. Kanonnen stonden gereed om dood en verderf te zaaien, zoodra de loop graven verlaten zouden worden. Er was geen plan aan onzen kant om een voorwaartsche beweging te maken, waar alles te Nieuwpoort goed ging. Doch de Duitschers, tot wanhoop gedreven door de totale mislukking van hun opmarsch naar Calais, hadden geen andere keuze dan zich te werpen tegen den doode- lijken kogelregen uit onze loopgraven en het vreeselljk vuur onzer weg maaiende maxims. Drie dagen lang duurde de strijd voort met aanvallen en tegenaan vallen door infanterie en cavalerie. De eerste aanloop der Duitschers werd door de onzen gemakkelijk tegengehouden. Ontzettende verliezen werden onder dion dollen aanval geleden en de mannen vielen twee en drie hoog op de eerste honderd yards. Op som mige plaatsen lagen de lijken ter hoogte van een heg en beletten de tweeden en derden aanval der Duit schers. Doch steeds kwamen meer troepen en steeds kwamen meer vijandelijke bataljons opzetten achter hun geval len vrienden, bij honderden door onze geweren en granaten weggemaaid. Onze mannen waren daarop voor bereid. Ongeveer 25 yards voor onze loopgraven waren putten gegraven, sommige 20 voet diep en soms 2C voet breed. Die waren overdekt met takken en losse zoden, precies als bij Bannockburn, eeuwen geleden. Daarin vielen de Duitschers b(j hoopen, angstig schreeuwende als zy, te laat, den krygslist ontdekten. Onze troepen keken dat kalm aan en scho ten er zoovelen mogeiyk neer voor zij die putten bereikt hadden, opdat die putten niet te spoedig vol zouden liggen. Doch de Duitschers, ofschoon zij de putten meer dan vulden, kwa men steeds opzetten in grooter getale en weerstonden het vuur kranig. De putten waren het tooneel vaD schrikking geworden. De Duitschers worstelden, schreeuwden en vochten met elkander in de vergeefsche hoop zich er uit te kunnen werken. Velen hunner werden gedood door de bajo netten dergenen, die er vóór hen waren ingevallen en velen werden getroffen door de geweren hunner makkers. Eenmaal ontplofte een granaat in een der putten aan den rechtervleugel der Britten en de verwarde menschen- massa er in werd dood geslagen. Geruimen tyd hielden onze mannen in de loopgraven zich onledig met het neerleggen dier ongelukkige Duitschers, die over de lijken inden put trachten te gaan en toen zulks onraogeiyk bleek, bereidden zy zich voor op den bajonet-aanval. Ik ver nam dat die worsteling om onze eerste loopgraven-rij 24 uur duurde. De vernietiging was natuuriy k niet aan één kant en de loopgraven waren gevuld met ïyken van Duitschers en Britten. De overmacht dwong echter onze mannen op den tweeden dag te reti- reer'en, want het gevecht was onaf gebroken voortgezet. Het was een gevecht geworden man tegen man, waarin slechts nu on dan orde kwam door het succes van charges van nieuwe regimenten aan weerszijden aangevoerd. Wy hadden ongeveer vijf mijlen jeretireord toen de derde dag aan- >rak. Eon algemeene voorwaartsche beweging werd bevolen en onze regi menten drongen op de Duitschers in voor den beslissenden kamp. Die aan vallen waren niet te weerstaan, zy drongen alles voor zich uit. Het was by een dier charges dat de London Scottisch, de trots der Territorials, hun vuurdoop ondergin- en zich met roem overdekten. Zij waren in den vroegen ochtend van Parijs gekomen en in den na middag namen zij deel aan eon ge- meenschappeiyken aanval die door zyn hardnekkigheid en de weigering onzer troepen zich gewonnen te geven, de schaal ten onzen voordeele deed overgaan. Nooit tevoren was iets schitteren dere in dezen oorlog getoond. De Brit ten, ofschoon verre in de minderheid, hielden zich staande. Hoewel hun lijn eenige myien achteruit gebogen was, hadden de Duitschers geweldige ver liezen te lyden. Zij hadden niet ge rekend op de Britsche aanvullings troepen, die Zaterdag op kwamen een leger van verschejongemannen, zooals de London Scottish, dien ge vraagd was op het laatste oogenblik op te treden, en eon leger dat niet vermoeid was door veertien dagen ageeren in natte en modderige loop graven. Dit aanvullingsleger viel aan en verraste de Duitschers en hun krach tige aanval drong de Duitschers spoe dig terug over het terrein, dat deze den vorigen dag veroverd hadden zoo chargeerden zij over vijftien mij len. De London Scottish waren in de voorste gelederen en Engeland en de Empire kunnen trotsch op hen zijn. Na drie dagen vechten zijn de Engelsche troepen tien mijlen vooruit op hun posities der vorige week.en de pogingen der Duitschers waren mislukt zy zijn flink onder handen genomen door Sir John French' „ver achtelijk klein leger". Nooit te voren zyn zooveel Britsche troepen in één slag vereend geweest, en nooit te voren ook dat het in ge dachten gehouden worde en zoomo gelijk te Beriyn verspreid hebben Pruisen zóó geleden, zóó veel dooden gekregen; zulk een schade ondervonden zoo veel kastijding ver duurd, als in dit open gevecht met de Eogelschen. Van het Oostelijk front. Uit Kopenhagen wordt aan de Times gemeld, dat men te Berlijn niet gerust is over het terugtrekken van het Duitsche leger naar deSile- zische grens. De militaire autoriteiten zeggen, dat de beweging toegeschre ven moet worden aan den slechten toestand van de wegen in Polen, maar daarmede nemen zij de onge rustheid niet weg. Tot dusver was beweerd, dat de capitulatie van War schau aanstaande was en de slechte toestand van de wegen wordt geen joed excuus gevonden voor het niet- lezetten van de hoofdstad van Polen, wat het doel vun de Duitschers was. Die bezetting, zoo was er gezegd, het voornaamste doel zijn van den eersten veldtocht tegen Rusland. De van Duitsche militaire zyde I gegeven verklaring voor het terug trekken van de Silezische grens zegt ook, dat het noodig is voor het Duitsche leger om spoorwegen direct achter zich te hebben voor den jrooten slag, die op komst is. Men ïeeft aangekondigd, zoo vervolgt de berichtgever der Times, dat de uit slag van den komenden slag niet twyfelachtig is en dat het Russische leger geheel vernietigd zal worden. Ten einde een goeden terugtocht van het Russische leger, nadat het ver slagen is, te beletten, is het noodig, zoo is er gezegd, het naar de grens te laten oprukken. Duitschland en Oostenryk-Honga- rlje hebben nu ongeveer drie millioen soldaten op de linie van Thornnaar Krakau samengetrokken en dat wordt voldoende geacht om de Russische strijdmacht te verpletteren. Toch, zoo besluit de berichtgever der Times, biyft Berlijn, niettegenslaande de ver zekeringen der militairen, ongerust, hoewel dat gevoelen niet openlijk wordt geuit. Het wordt als een on- vermydoiyke noodzakelijkheid voor Duitschland boschouwd om Breslau tot het eind toe te verdedigen. Zoo de Duitschers verslagen worden, dan zullen ze gedwongen worden een groot gedeelte van hun leger uit Frankrijk en Belgié Daar Sileziö terug te roepen. Beriyn, 8 November. (Wolff.) Offi cieele mededeeling van vanochtend uit het groote hoofdkwartier: Onze aanvallen by Yperen en ten westen van Rijssel zyn gisteren voortgezet. Aan de westzyde van Argonne is de belangrijke heuvel by Vienne le Chateau, waarom weken lang ge streden is, door onze troepen ge nomen. Daarby zyn twee kanonnen en twee machinegeweren buitge maakt. Voor 't overige is de mistige dag op het westelijk oorlogaterrein rustig verloopen. De Duitschers aan de Oostgrens. Petrograd, 8 Nov. (Reuter.) In het gebied van Kalisch werd door de Russische troepen de aanwezigheid opgemerkt van een uieuwo cavalerie divisie, die vroeger in Belgié ope reerde. In de lijn Chorzele-Mlava-Kypin zijn alle Duitsche troepenafdeelingeu van liet Russische gebied verdreven. St. Petereburg, 8 November. De groote genorale staf deelt mede: In Oost-Pruisen hebben onze troe pen den vyand uit de streek van Wirballen verdreven en zyn tot Stallupönen opgerukt.' Op den linkeroever van de Weichsel is onze ruiterij tot in Duitschland doorgedrongen en heeft den spoor weg by het station Pleschen ten noordwesten van Kalisj opgebroken. In de laatste gevechten aan de San hebben wy 125 officieren en 12.000 soldaten gevangen genomen. Ten zuiden van Przemysl hebben wy den 6en dezer meer dan 1000 man gevangen Beriyn, 8 November. (Wolff. Offi cieel.) Naar het groote hoofdkwartier meedeelt is van het oostelijk oorlogs terrein niets nieuws te melden. Breslau bedreigd Londen, 9 Nov. Uit Kopenhagen wordt aan de „Times" bericht, dat te Breslau groote ongerustheid hoerscht, ten gevolge van geruchten uit Rus- sischo bron, dat do Russische generale staf besloten lieeft binnen een paar weken een poging te doen om de Silezische grens over te trokken on Breslau le bezetten. Boeren, die te Breslau aankwamen, verklaarden dat zij kanongebulder hoorden in de rich ting van Potrikan. Te Breslau komen belangryke versterkingen aan van vestingen in Oost-Duitschland. De bestorming van Tslng-tau. Tokio, 8 Nov. Volgons nader inge komen berichten zyn bij de bestorming van Taing-tau 2800 krijgsgevangenen gemaakt. De verliezen der Japanners bedroegen 12 officieren gewond on 426 manschappen gedood of gewond. Na den val van Klautsjau. Berlijn, 6 Nov. (W. B.) De „Lokal. Anzeiger schryft: „Onvergeteiyk zal in de Duitsche landen de heldhaftige strijd oni Kiautsjau biyven, onver- geteiyk ook voor allen, die er aan deelnamen. Maar nooit zullen wij de Japanners deze gewelddaad vergeven,'en Engeland evenmin, dat hen er toe aanzette. Wij weten, dat wij thans nog niet met Japan kunnen afrekenen en het kan misschien nog jaren land genoegen hebben van het geroofde. Onze molens hier kunnen slechts langzaam malon, maar al verloopen er ook jaren, wij zullen er zeker niet te dikwyis ovor spreken, maar er beslist steeds aan denken. En als dan na jaar en dag het oogenblik der afrekening is aan gebroken, dan zal even eenstemmig als thans de smartkreet de juchtoon: „Wee u Nippon!" door Duitschland weerklinken". De Tftgliche Rundschau meent dat de val van Tsingtau pas het einde is van het eerste tooneel in den roof tocht van Japan. Het moet wel tot verwikkelingen komen met China 011 tot een ernstig gevaar voor de Amori- kaansche belangen in China. China zelf is weliswaar heden nog onmachtig Amerika drijft onder Wilson en Bryan een politiek van passief toezien. Het heeft geduld dat de Japannors zich op onze Zuidzee eilanden hebben genesteld, ofschoon zy een rechtstreek- sche bedreiging vormen voor de Phi- lippynen en de Samoagroep en het zal ook de roof van Kiautsjau gelaten en misschien met heimelijk leedver maak aanzien, ofschoon in Tsing tau, wat misschien al wol spoedig biykeu zal, ook Amerikaansche belangen met Duitsch bloed verdedigd werden. De Japanners, door het bondgenoot schap met Engeland brutaal gemaakt en niet meer doorjRusland bedreigd, zullen het den Amerikanen al spoedig duidelijk maken, dat de door binnen- landsche armoede en door overbevol king aangekweekte eerzucht zich niet zal vernoegen met het brok Kiautsjau, maar verder zal willen gaan en dat het dan in de Amerikaansche belan gensferen zal ingrijpen. Dan zal men in Amerika minder koeltjes gaan denken ovor het opgeofferde Tsingtau als heden het geval is. Het Berliner Tageblatt schryft: Engeland zal do gevolgen van het thans uitgestrooide zaad in niet al te verre toekomst wel oogsten. Tokio, 7 November. Soezoeki de ondorminister van marine, hoeft, sprekende over de toekomst van Tsing tau, gezegd, dat het tijdens den duur van den oorlog door Japan bestuurd zal worden. Na den oorlog zal Japan onderhandelingen met China openen. In Servië. Weenon, 8 Nov. (W. B.) Officieel wordt medegedeeld: Op het Zuid westelijk oorlogstooncol duurden de gevechten gisteron don geheelen dag op allen fronten met onverminderde hevigheid voort. Ondanks den hard- nekkigen tegenstand van den vijand, die tot don laatsten man meestreed, werd in de streek by Kroepanje de ééne schans na de andere door onze dappere troepen genomen. Ook Ko- stajnik, een door de Serviéra voor on neembaar gehóuden belangrijk steun punt, word stormenderhand veroverd. Het aantal der gevangenen en der buitgemaakte stukkon is tot dusverre slechts bij benadering bekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1