HELDERSCHE COURANT
No. 4390
DINSDAG 17 NOVEMBER 1914
42e JAARGANG
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de tweede helft van November.
Dinsdag 17
Langestraal
Lezing ds..Warners,
met voordrachten en muziek
Woenad. 18
Wachtschip
Stafmuziek
6'/s~7'/a u-
Popul. wetensch. lez. Francken
Sn. Kaarten op aanvrage hij Com.
Doudard. 19
Blunonh.'.ST
Muziekgezelschap „Harmonie"
8 u. Ook voor W.-oever en Sloepen-
loodsen.
Parallelweg
Muziekgezelschap „Winnubst"
Sn.
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. De strijd in Z.-W. België.
2. Een strijd met Ouitsche vliegeniers.
3. Vlaamsche ruiters.
4. Na den slag.
5. Uit veldpostbrieven.
6. Feuilleton, enz.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Het gehuil van den killen noor
den wiud, en de eerste sneeuwval
kondigen, met niet te weerspreken
duidelijkheid, den naderenden winter
aan. En dat is voor de krijgsver
richtingen in liet westen en in het
oosten een leelyke tijd. Sneeuw is
gevallen en niet weinig in de
Vogezen, mist, dikke mist, hing bo
ven de loopgraven aan de Aisne.
En daardoor wordt den beiden par
tyen belemmerd de noodige waar
nemingen te doen, zoodat nu de tijd
aanbreekt waarin plaats is voor
verrassingen. Tot nog toe waren die
vrywel uitgesloten. Het nieuwe oog
van de aanrukkende troepen, de vlieg
machine, nam elke gelegenheid weg
om door een verraasenden aanval
op een nauwkeurig verkend punt
eenig succeB te behalen, Geen enkele
beweging van de vijandelijke macht
kon worden volvoerd, zonder dat het
waakzame oog van een vlieger het
zag en het den commandant der
tegenpartij mededeelde. Daaraan is
voor een groot deel de stilstand in
de bewegingen der beide partijen toe
te schrijven. Langs de linie, die zich
van de Zwitsersche grens tot aan
de Noordzee uitstrekt, is wel eens
een gelegenheid geweest voor de
eene of andere partij om door de
linies heen te breken, maar zoodra
daartoe maatregelen werden geno
men, troepenversterkingen werden
aangevoerd, artillerie en mitrailleurs
werden verzameld, werd daarvan
door de vliegers melding gemaakt,
en de tegenpartij kon zich gereed
maken dien aanval te weerstaan, ot
af te weren.
Onder de bedekking van den nacht
werd dan nog wol eens een poging
gewaagd, maar de opzet was verra
den, voordat tot de uitwerking kon
worden overgegaan.
Thans komen de mlfet, de vroeg
invallende duisternis, de korte don
kere dag en de lange nacht de poging
gen der troepenaanvoerders te üulp.
Geholpen door den mist pogen de
beide partijen elkander dichter te
naderen; en de „Times" meldt zefs
dat aan de Aisne de loopgraven
tusschen 50 en 300 Meter van de
yzerdraadversperringen der tegen
partij worden aangelegd. Maar de
gelegenheid, om met een aanzienlijke
troepenmacht op eenig punt dtorde
linies der tegenpartij te breken, is
nog niet gekomen.
De Duitschers hebben er moeite
genoeg voor gedaan. Vooral in het
gedeelte tusschen La Bassée en de
zee. De Pruisische Garde heeft ver
leden week met alle kracht gepoogd
bij Yperen door de linies der Fransch-
Engelsche strijdmachten te trekken;
maar ondanks den moed en de vast
beradenheid, waaraan in Engelsche
berichten over dien aanval hulde
werd gebracht, konden de Duitschers
niet tot Yperen doordringen. Wel
drongen de Duitsche troepen op drie
plaatsen door de vijandelijke linie,
doch zij konden van dat tijdelijk
voordeel geen gebruik maken, daar
hun belet werd verder terrein te
winnen.
Het moet een verschrikkelijke strijd
geweest zijn, die daar werd geleverd
aan beide zijden waren de verliezen
ontzettend groot. En hoewel de aan
val gedeeltelijk gelukte, ontbrak de
gelegenheid er partij van te trekken.
Zy kwamen door de vijandelijke
linie heen maar hadden er niets
aan; want zij waren niet krachtig
genoeg meer om hun aanval door te
zetten.
De herhaalde aanvallen op dien
uitersten rechtervleugel, waarbij op
do meest roekelooze wijze met men-
schenlevens wordt omgegaan, moeten
een strategisch doel hebben. Anders
zouden zy volkomen onbegrijpelijk
zyn.
In het „Vaderland" bespreekt de
oud-minister van oorlog, generaal
Staal, dat doel.
De generaal zet voorop, niet goed
te begrijpen, waarom de Duitschers
hier nu met alle geweld den aanval
willen doorzetten.
„De offers die zij hier brengen zijn
veel te groot om aannemelijk te
maken, dat het hun om een schijn
manoeuvre te doen is en dat zij de
aandacht willen afleiden van een
ander punt der lange slaglinie, waar
op zij ten slotte den beslissenden
slag zouden willen toebrengen."
En de generaal kan moeilijk aan
nemen, dat het hun te doen zou zijn
om Calais en Duinkerken. Zooals hij
reeds vroeger opmerkte, hebben zy
aan die plaatsen weinig of niets,
zoolang hunnerzijds geen sprake kan
zyn van een krachtige poging tot
landen in Engeland. En daarvan kan
geen sprake wezen zoolang zy blijk
baar nog op het vasteland niet be
schikken over een voldoende over
macht om daar den slag te winnen,
waarop het vóór alles aankomt.
Het eenig denkbare acht de gene
raal, dat zy, „geen kans ziende om
op eenig punt der lange slaglinie in
een doorbreking van deze te slagen,
op den uitersten vleugel met inspan
ning van alle krachten de overwinning
willen trachten te behalen, ten einde
althans op eenig punt, een beslissing
te verkrygen.
Op het Oostelijk oorlogsterrein ls
de toestand wel plotseling veranderd.
Was er reeds bekend dat een gevecht
in vollen gang was, thans reeds.deelen
berichten uit Beriyn de beslissing
mede. Men werkt op het Russisch-
Duitsche front dus blijkbaar spoediger
af dan op het Westelijke oorlogsveld.
Wat het Duitsche bericht aangaat,
het is wel aan te nemen dat de
Russen op een zeer sterkeu tegen
stand zyn gestooten. De Duitschers
toch hebben allen tyd gehad om
hunne opnamestellingen uiterst zorg
vuldig in te richten. Het snelle op
rukken der Russen vormde een te
groote bedreiging om niet alles in
het werk te stellen om den vijand te
beletten Duitsch grondgebied te be
treden. En het is den Duitschers
gelukt dit te voorkomen. Volgens
het bericht uit Beriyn toch zyn de
Russen over het geheele Poolscüe en
Oost-Pruisische front teruggedreven,
en wel het meest tusschen de Weieh-
sei en de Warta, alwaar zij heeten
teruggeslagen te zijn tot aan Kutno
(ongeveer 40 K.M. ten Z.W. van Plozk).
Hierbij zouden 23000 gevangenen
gemaakt zyn.
Of door dezen grooten tegenslag
de opmarsch der Russen ongedaan
gemaakt is valt echter te betwyfelen.
Wel is zij voorloopig tot staan ge
bracht. Waarschynlyker is het een
herhaling van de geschiedenis in
Oost-Pruisen, en zoodra de Russen
van den tegenslag voldoende hersteld
zijn, zal hun opmarsch dan ookwel
weer beginnen. Hetgeen echter met
den ingetreden winter en de toene
mende koude vele en groote bezwaren 1
zal opleveren.
Op Zee is geen nieuws, tenzy het
optreden van Duitsche .onderzeeërs
in het Kanaal, dat bewyst dat de
Duitsche marine een handig gebruik
maakt van de haven van Zeebrugge
on van daar uit onderzeebooten langs
de Fransche en Engelsche kust laat
patrouilleeren. Dat eenige dier onder
zeeërs door Fransche en Engelsche
torpedobooten zyn vernietigd, wordt
in officieuse berichten medegedeeld
maar deze zijn itóg niet officieel be
vestigd.
De officieele legerberichten
van 13, 14 en 15 November.
Geen verandering. Dat is eiken dag
weer het slot der communiqué's. Het
gevecht gaat steeds voort. Hier wint
de een, daar de ander, en den vol
genden dag gaat het weer andersom.
Het gevolg is dat het front zoo goed
als geen wijziging ondergaat. Zoo
meldt het Fransche communiqué van
14 November een kleine vordering
ten zuiden van Bixschoote. By Ype
ren werd ten O. van deze plaats
een gehucht door de Franschen her
nomen, terwyi ten Z. een aanval
van de Pruisische garde werd afge
slagen.
Het Belgische communiqué maakt
melding van eenaanval der Duitschers
op hec bruggehoofd van Nieuwpoort,
welke werd afgeslagen.
De Duitsche berichten omtrent den
stryd in Vlaanderen vermelden dat
de operaties veel last ondervinden
van het slechte weder. Vooral van de
mist. Van het overige gedeelte van
het westeiyk front wordt weinig ver
meld. Alleen geeft een Duitsch bericht
aan dat ee» beheerschende positie
der Franschen by Berry au Bac ge
nomen is. Van Fransche zijde is
daarover nog niets gehoord.
Uit Terneuzen wordt gemeld dat,
onder de troepen te Gent en te Brugge
het gerucht wordt verspreid dat Calais
door de Duitschers is genomen. Dit
zou moeten dienen om de stemming
onder de soldaten te verbeteren. Dat
deze niet zoo bijzonder is, laat zich
licht begrijpen. Vooral nu in den
laatsten tyd velen als slachtoffer van
het weer vallen. Het aantal zieken
moet dan ook zeer groot zyn. Vooral
het getal ïyders aan longontsteking
neemt steeds toe.
De berichten van de geallieerden
van den 15 November zijn een weinig
optimistischer. Volgens een bericht
aan de „Times»' bevinden de bond-
genooten zich in een gunstige positie.
Verschillende aanvallen derDuitschers
zouden weder zijn afgeslagen. De
Belgische en Fransche berichten mel
den dit eveneens. Het Duitsche leger-
bericht daarentegen maakt melding
van een slecht vorderen in Vlaanderen
maar van het nemen van een belang
rijk steunpunt in de Argonnen. Dit
is het 3e in een paar dagen. Als het
zoo doorgaat houden de Franschen
geen enkel „belangryk" steunpunt
meer over. Welke deze belangrijke
steunpunten zijn wordt echter niet
gemeld. Het lijkt daarom voorhands
noodig deze mededeelingen onder
voorbehoud aan te nemen. In deze
tyden hebben de menschen en vooral
de soldaten in het veld af en toe een
opwekkend bericht noodig
Van het Oosteiyk oorlogsterrein
komt weinig nieuws. Naar het schijnt
zit er by de Russen niet die vaart
meer in als in het begin van den
terugtocht der Duitschers. Waar
schijnlijk is het ook dat de Duitschers,
nu zy eenmaal hunne van te voren
in gereedheid gebrachte en dus waar-
schynlyk zeer sterke stellingen be
reikt hebben, den Russen handenvol
werk zullen geven. De Duitsche zoo
wel als de Russische berichten maken
melding van een nog steeds voort
durend gevecht, waarvan de beslissing
nog niet gevallen is. Langs het ge
heele front is op het oogenblik het
gevecht in vollen gang. Van Stallu-
pönen tot Possessern (ten N. van
Lötzen), in de streek van Soldau en
Neidenburg, by de Warthe, van
Kalisch tot Weljun (ten N.O. van
Kreuzburg, op Russisch gebied). In
de omstreken van Czenstochow waren
de Oostenrykers de aanvallers, doch
zij werden volgens de Russische be
richten teruggeslagen. In Galicie
trachten de Oostenrykers een ver
dediging te organiseeren ten W. van
de Dunajew, op het front van Jaslo.
Met welken uitslag is nog niet be
kend. Verder maken de Russische
berichten melding van een oprukken
van de troepen naar de passen van
de Karpathen.
Van het Turksch-Russische ge
vechtsterrein komt niets positiefs.
Volgens de Russische berichten van
Zaterdag duurde toen het gevecht
om de stellingen van Keuprikeui nog
voort, terwyl de Turken meldden dat
deze reeds genomen waren en de
Russen tot den aftocht gedwongen
werden. Turksche berichten melden
verder, dat alle blokhuizen aan de
grens van het district Trebizonde
(aan de Zwarte Zee) by verrassing
genomen zijn. In Russische berichten
wordt echter geen melding van deze
feiten gemaakt. Deze geven daaren
tegen berichten over het verslaan
van een afdeeling Turksche ruitery
by Kara-Kilisse (op Turksch gebied).
Wat van deze berichten te gelooven
is, kan moeiiyk uitgemaakt worden
zoolang nadere berichten ontbreken.
Een bericht van meer belang is
de officieele mededeeling uit het
Turksche hoofdkwartier, dat de Tur
ken de stelling van Kotur op Per
zisch gebied bezet hebben. Deze
stelling werd tot nog toe door de
3sen bezet gehouden. Het is thans
vraag wat Perzié in dit geval zal
doen. Zal het zijn onzydigheid hand
haven, of zich by Turkye aansluiten.
Met het oog op de groote propaganda
welke in Perzié voor den heiligen
oorlog gemaakt wordt, is het laatste
niet onmogelyk.
Berichten uit Konstantinopel maken
ook melding van een uitbreiding van
den Heiligen oorlog over Algiers en
Marokko. Deze berichten zyn echter
nog niet bevestigd. In verband met
overdreven mededeelingen welke
reeds vroeger uit Konstantinopel ge
komen zijn over opstanden in China
en Engelsch-Indié, is het goed aan
de berichten over Marokko en de
andere koloniën niet te veel waarde
te hechten zoolang ze nog niet zijn
bevestigd.
In Zuid Afrika worden af en toe
nog kleine schermutselingen geleverd
met de overbiyfselen van derebellen,
commando's. Tot nu toe met ongunstig
resultaat Yoor de laatsten.
Ook van de zee komt weinig of
geen nieuws. Het eenige is dat de
Engelschen denken een of twee Duit
sche onderzeeéra te hebben opgeruimd,
door er na te dreggen met een helsche
machine aan een ketting, op de
manier waarop men mynen viscbt.
Het gevolg was dat men op een
gegeven oogenblik een ontploffing
onder water waarnam, waarna veel
olie aan de oppervlakte dreef. Men
vermoedde toen dat de onderzeeër
waar men op deze origineele wyze
jacht op maakte, getroffen was, waar
dan ook wel reden voor bestond.
Verder rapporteerde een Fransche
torpedoboot eveneens een onderzeeér
te hebben onschadelyk gemaakt.
Op het Westetijk oerlogstooneel.
De Dultscherslln Frankrijk
en Belglh.
Parys, 16 Nov. (Reuter). Officieel
bericht van 11 uur 's avonds:
Het belangrykste voorval van den
dag van gisteren is het terugwerpen
van den vyand op den rechteroever
van het Yser-kanaal. Het gedeelte
van den linkeroever, dat de Duitschers
nog bezet hielden, is nu geheel ont
ruimd.
Ten zuiden van Bixschoote hebben
wij een klein bosch heroverd, dat by
een nachteiyben aanval was verloren
gegaan. Aan het einde van den dag
beproefde de vyand ten zuiden van
Yperen zonder succes een aanval.
Van het overige gedeelte van het
front geen nieuws.
De strijd In Noord-Frankrijk.
Een cavalerie-officier vertelt in den
„Berliner Lokal-Anzeiger" het eëh en
ander van een dag in het front, dat
een goede voorstelling geeft van den
vreesiyken stryd, die daar gestreden
wordt:
„Wy meenden den vyand te zien
aftrekken. Was het de uiterste vleugel,
die daar den terugtocht aanvaardde?
Dan was het ons gelukt een beslissing
te weeg te brengen, die den doorslag
kon geven voor het geheele front.
Wij hadden ons te vroeg verheugd.
Eenige uren later wisten wij, dat wy
door een groote overmacht aangevallen
werden. Voorloopig was het parool
krachtig onze stelling vast te houden
en den laatsten man er aan te wagen
om een ongeluk af te wenden. Snel
werden de bevelen verdeeld. Eerst de
colonnes beschieten, dan aanvallen
op R. De compagnie werd van den
weg af naar den rand van het bosch
gevoerd, en nu in tirailleurlixiie voor
uit gebracht tusschen weiden, akkers,
sloten en kreupelhout, in een terrein,
dat de verdediger ruimschoot dekking
bood en zeer bezwaariyk was voor do
aanvallers. Wy kwamen ten minste
vooruit. De eene compagnie volgde
op de andere. De reserven bleven
byeen iu het bosch. Spoedig werden
de verliezen talryker. Steeds vaker
zag men troepen gewonden door
kameraden! gesteund of gedragen,
steeds talryker werden de bloedsporen
en het Roode-Kruiskamp op den
achtergrond vulde zich snel. Plotseling
wordt het vuur heviger en schynt
het naderbij te komen. De vyand on
derneemt met een overmacht een
hevigen uitval uit R. Zyn voorste
linie bereikt ons bijna. Wy bleven op
onzen post, zonden alleen onze hand-
paarden achteruit. De generaal wachtte
kalm op de achterste batay'ons, die
zoo snel mogeiyk naar voren gehaald
moesten worden. Want een tweede
aanval zouden wy zonder versterking
niet kunnen uithouden. Nieuwe infan
terie wordt in het vuur gebracht. De
strijd komt tot staan.
Maar wy willen meer. Wy willen
vooruit, te meer daar wy vernemen,
dat onze zus ter-divisie reeds C. ge
nomen heeft. Opnieuw komt het bevel
voorwaarts. Wij verwachten, dat wy
door de nieuwe bataljons van zelf
vooruit zullen komen, daar de over
macht is te groot. Wy voelen dat de
onzen zich slechts met de grootste
dapperheid onder ontzagiyke verliezen
staande kunnen houden. Ik meldt
den stand van het gevecht aan den
divisie-staf, die meer naar achter
staat. Ik loop tegen den berg zoo
hard ik kan. Men spreekt daar over
de rechter zy-colonne, onze andere
brigade. Als wij die nu maar hier
hadden. Automobielen, wielryders,
ordonansen worden haar achterna
gestuurd. Zij moet uit het Zuidwesten
eveneens aanvallen. Een verlaten
rywiel brengt mij weer in de naby-
heid van den vyand, haast tusschen
de vyanden. Want van de' hoogte af
is er geen houden aan, ik moet my
laten vallen. Ik kiuip naar den rand
van het bosch. Daar tref ik den
generaal. Ik meldt hem, dat nog twee
bataljons actieve infanterie tot zyn
beschikking zyn gesteld. Vol spanning
verwachten wij hun aankomst. Tel
kens klim ik naar boven, op den weg,
om naar ze uit te kyken. Ik weet
vooruit, dat zij er nog niet kunnen
zyn en hoop toch. Boven aan den
is het een verschrikkelijk tooneel.
Bijna alle paarden van de artillerie-
liggen dood. Nog een ander tooneel
heeft zich hier afgespeeld. Een van
onze. dapperen escadrons-chefs is
persoonlyk vooruit gereden om het
terrein te verkennen Een zwaar
schot in den arm heeft hem omver
geworpen. Onze dokter is er spoedig
by, maar ook hem stelt een schot
buiten gevecht. Een ander officier
gaat naar de gevaariyke plek om de
twee kameraden te helpen. Maar een
doodelijk schot in het hoofd maakt
daaraan een einde. Slechts weinige
minuten geleden moet dit alles ge
beurd zijn. Daat^vevschijnt aan oen
buiging van den weg de infanterie.
Ik ga snel tegemoet, om de beide
majoors op te zoeken. Kort deel ik
hun mede, wat de generaal wil. Een
half uur later is de een dood, de
andere zwaar gewond. Snel worden
de compagnieën in het vuur gebracht.
Van hen verwachten wij, dat zy R.
zullen nemen.- Zy zullen de andere
troepen mee voorwaarts slepen. Krach
tig dringen zy vooruit. By iederen
sprong echter wordt het vyandeiyk
vuur heviger. Ondanks de ontzettende
verliezen bereiken zy spoedig de
voorste posities, slechts eenige hon
derd meter van den muur van het
kerkhof te R. Verder voorwaarts te
komen, gelukt ook hun niet, en schynt
inderdaad onmogelijk. Iedere poging
wordt door den vijand uit volkomen
gedekte posities zoo hevig met infan
terie- en machinegeweervuur beant
woord, dat verder doordringen een
nutteloos opofferen van duizenden
menschenleyens, meestal reservisten
met vrouw en kind, zou beteekenen.
Een laatste poging moet echter nog
worden gedaan. De laatste reserve
er by halen, luidt het bevel. Wy
hadden nog drie pioniers-compagnieën.
Dit zyn de laatste-versterkingen, die
wy hebben. Zy treden als infanteristen
op, alsof zij nooit anders gedaan
hebben. Een korte pauze in het vuur.
Nu worden de bajonetten opgeplant.
En dan marsch, vooruit. Alles wat
nog heele ledematen en een hart in
'1 ïyf heeft springt op. Onmiddellijk
weer de dichte kogelhagel van het
kerkhof. De aanvallers komen tot
staan. Schreeuwend wat wij kunnen
en met signalen en teekens trachten
wy de linie in gang te houden. Het
gaat niet, het gaat werkelijk niet.
Wy zien in, dat de verliezen te ver
schrikkelijk zyn. Niet verder dus.
De laatste gedekte stelling wordt
weer ingenomen en hier zullen wy
het uithouden tot den laatsten man.
Het is vyf uur 's middags. Wy
begrijpen, dat zonder beschieting van
het kerkhof door de artillerie en zonder
een versterking van de troepen hier
niets te beginnen is. Het wordt
avond, het duister valt in en dat is
op dit oogenblik onze beste bondge
noot.
De officier vertelt dan hoe eerst
den volgenden dag de aanval gelukte.
Een Engelsch parlementslid, Ray-
mond Greene, die zitting heeft voor
North Hackney, heeft in een naar
huis geschreven brief van den 5den
o. m. het volgende meegedeeld, dat
de gruwelen van het huidige oorlogs
spel typeert.
„Indien mijn vrienden uit North
Hackney mij konden zien, zouden zij
hun afgevaardigde zeker niet her
kennen. Wij worden bedekt met
mudderonze kleeren zitten dik onder
de klei en wy zien er uit als een
troep werklui in de ijzermynen. De
manschappen zyn werkelyk holden;
zy biyven by hun taak zonder te
mopperen. Zij worden goed gevoed:
nog nooit is er voor de menage van
een leger zöö goed gezorgd. Wy
krijgen goede berichten van hetnieuwe
leger thuis; en zoodra het klaar
zal zyn om over te komen zal het
hier zeer welkom zyn. Meer mannen
zouden onze taak hier vergemakke-
ïyken. Het zware geschutvuur van
den vijand richt de meeste schade
aan. Tien meter van waar ik stond
werden een dag of twee geleden in
een der loopgraven vier manschappen
en een officier aan Darden geschoten.
Ik werd bedekt met aarde en brokken
vleesch. De tooneelen die er bij zoo
iets voorvallen zyn vreeseiyk; maar
tot op zekere hoogte zijn wij aan
gruwelen gewend geraakt."
Volgens een telegram uit Genéye
aan de Vossische Zeitung, is daar
uit Marseille bericht ontvangen, dat
17 schepen met Japansche artilleristen
naar die haven onderweg zyn en daar
binnenkort worden verwacht.
Lord Roberts, f
Londen, 15 November. Maarschalk
Lord Roberts is overleden. By een
bezoek aan de Indische troepen in
Frankrijk, waar hy eerekolonel van
was, vatte hy Donderdag kou. Hy
kreeg longontsteking en is daaraan
bezweken.
Jeugdige Duitsche soldaten.
Naar het Berliner Tageblatt" meldt
hebben zich aan onderscheidene scho
len in Beriyn (zonder de voorsteden)
jeugd-compagnieén gevormd, die zich
bezig zullen houden met de militaire
voorbereiding der jeugd. In totaal
zijn alleen in de stad Berlijn 120
zulke compagnieën gevormd, met
rond 12000 jeugdige personen. Hier
onder zyn gymnasia, hoogere burger
scholen, scholen voor m.u.l.o., vak
ambachtsscholen, vereenigingen
met christeiyk karakter, turn- en
sportvereenigingen, enz.
De leiders dezer jeugd-compagnieén
bestaan meestal uit leeraren, terwyl
stedelyke- of Rijksambtenaren, die
hebben, alsook oud onder
officieren e.d. met de militaire leiding
belast zyn.
Ook in de voorsteden is men ijverig
bezig met de oprichting van zulke
korpsen. In geheel groot-Berlijn ne
men ongeveer 20000 jongelieden, in
de provincie Brandenburg met inbe
grip van Beriyn 60000 aan de oefe
ningen, die tweemaal 's weeks op
de vrije namiddagen en Zondags
gehouden worden, deel.
Nederlandsche volksliederen in het
Duitsche leger.
Naar aanleiding van den liederen-
avond van den heer Van Trigt schre
ven wij, dat de Duitschers, de muzi
kale natie bij uitnemendheid, met
onze volksliederen van Valerius zoo
dweepten en ze zelfs op hun scholen
zongen. Het onderstaande fragment
uit een brief van een veldkok is eene
illustratie van wat wy schreven.
Hy schrijft uit Bapaume (ten westen
van Kameryk en ten zuiden van
Atrecht, in Noord-Frankryk), d.d. 28
October.
Zondag zijn wy voor het eerst sinds
den Veldtocht naar de kerk geweest.
Er werd geroepen „vrijwilligers voor I"
maar niemand wilde wegblijven en
intusschen de wacht houden. Het
eerste lied, dat gezongen werd, was
hel „Nederlandsche dankgebed". Je
weet, lieve Anna, dat ik dit altyd
gaarne gezongen heb, en ik heb dan
ook ter dege meegedaan.
Hoeveel Hollanders zouden dit
„Dankgebed" hebben kunnen mee
zingen
Wij lezen in de Haagsche Post
„Wy hoorden toevallig van een zie
kenhuis in een aanzienlyke Duitsche
stad, niet ver van onze grenzen,
waarin zevenhonderd gewonden lagen,
en er was maar één dokter met een
assistent, die nog student is. Zou dat
niet iets z(jn voor Nederlandsche dok
ters om zich als hulp aan te bieden,
geiyk ze immers ook in de Balkan
oorlogen hebben gedaan Voor de
neutraliteit konden zy zich ook voor
andere oorlogvoerende mogendheden
beschikbaar stellen."
De Franc-tireurs.
Over de Franc-tireurs bevat het
Oorlogsreglement geen enkele bepa
ling en dit veroorlooft de Duitschers
ook nu nog, even als in 1870, met
groote verachting te spreken over
het Franc-tireurs-Unwesen. Het zyn
nu de Belgen, die zich schuldig ge
maakt hebben aan deze misdaad,
welke de Duitschers, zoo' zy dit ont
dekken, met den kogel straffen.
Het merkwaardige hiervan is dat
het misdryf, waarop aldus de zwaarst
denkbare straf is gesteld, noch in
eenig tractaat, noch in eenig nationaal
strafwetboek voorkomt. Het groote
beginsel van het strafrecht „geen
straf zonder voorafgaande wettelyke
strafbepaling" wordt hier eenvoudig
ter zyde gelaten.
Indien men in de verschillende
nationale wetboeken van strafrecht
nagaat, of omtrent het zedelyk stel
lig geoorloofde Franc-tireurswezen
iets bepaald is, zal men er alleen
wettelijk erkende niet-straf baarheid
vinden, want de meeste hebben eene
bepaling in den geest van Art. 41
van ons W; v. S. luidende
„Niet strafbaar is hy, die een feit
begaat, geboden door de noodzakeiyke
verdediging van eigen of eens anders
lijf, eerbaarheid of goed tegen oogen-
blikkelijke, wederrechtelijke aanran
ding." Zelfs overschrijding van de
grenzen van noodzakelijke verdedi
ging is in dit geval straffeloos.
Wanneer nu Art. 43 van het Oor
logsreglement den bezetter den plicht
oplegt de openbare orde te handhaven
zooveel mogeiyk volgens 's lands
wetten, en de daarop volgende arti
kelen hem voorschryven eerbied voor
de eer, de familierechten, het leven
der bewoners en voor den privaten
eigendom met uitdrukkelyk verbod
van plundering, dan kan toch de
burger in wiens huis eene gewapende
bende dringt, om er den baas in te
spelen, ik behoef dit niet verder
te omschrijven, met recht zich
verzetten tegen zulk een optreden,
dat hy niet eens van zyn eigen leger
behoefde te dulden. Het is mogeiyk,
I en zelfs waarschyniyk, dat by dien
ongeiyken strijd hij het onderspit
delft, maar het is volkomen men-
schelyk en in het minst niet misda
dig, wanneer hij, wetende dat zoo
wel in het eene als in het andere
geval, alles wat hem lief is met ruwe
hand wordt aangerand en zyne per-
soonlykheid dus wordt vernietigd,
nog eerst twee of drie van die aan
randers hun bedi-yf met den dood
laat betalen.
Het is eveneens zeer natuurlijk en
menschelijk dat een bezettingsleger
voor niets banger is dan voor eene
dergeiyke wanhopig strijdende bevol
king, want wanneer allen die wapens
kunnen voeren op deze wijze optre
den, en vóór zelf doodgeschoten te
worden twee vijanden uit de wereld
helpen, dan wordt een bezettings
troep ernstig gedund. Daarom is het
begrijpelijk, dat voor eigen levens
behoud de vyand jacht maakt op
Franc-tireurs en die strijd tusschen
Franc-tireffrs en een invallend leger
is een der gruwelen aan eiken go-
wapenden inval verbonden. Het is
echter onbehooriyk een onderscheid
te maken tusschen dit gedeelte van
den stryd en het andere. Het bommen
werpen op spelende kinderen in eene
niet versterkte stad is zedelyk stel
lig minder verdedigbaar dan het
optreden der Franc-tireurs en wy
moeten -het dus afkeuren, wanneer
men deze verdedigers van eigen huis,
die weten dat zij hun leven op het
spel zetten, ook nog als misdadigers
wil brandmerken. Alleen een tot de
spits gedreven militarisme, dat voor
zich zelf en zyne vakgenooten het
monopolie van doodschieten opeischt,
kon het Franc-tireurswezen tot mis
daad stempelen.
De kleine volken mogen hieraan
nooit mededoen. Zy hebben, wanneer
zy worden aangevallen door een o ver-
machtigen vyand, onmiddellijk ge
bruik te maken van Art. 2 van het
Oorlogsreglement en door algeheele
volkswapening openlijk afgekondigd,
en. openlijk ten uitvoer gelegd, het
geheele volk de rechten van „oorlog
voerenden" te verzekeren.
(De „Telegraaf').
Op het oostelijk Oorlogstooneel.
De verdediging van Przemysl.
Weenen, 14 Nov. (W. B.) De ver
dediging van Przemysl wordt evenals
bij de eerste insluiting metdegroot-
Bte kracht gevoerd. Gisteren b.v. werd
de vyand door een uitval naar het
noorden tot aan de hoogten van
Rokietnica teruggedreven.
De Oostenryksche troepen leden
daarby slechts zeer geringe verliezen.
Enkele op zichzelf staande uitvallen
van vyandelijke detachementen in
de Karpathen werden zonder moeite
afgeslagen.
Ook op het overig gedeelte van
het front kunnen de Russische ver
kenners niet doordringen.
Russische nederlagen.
Berlijn, 16 Nov. (W. B.). Officieel
meldt het groote hoofdkwartier:
De stryd in het Oosten duurt voort.
Gisteren wierpen onze in Oost-Pruisen
strijdende troepen den vy'and terug
in de streek zuidelijk van Stallupönen.
De uit West-Pruisen opereerende
troepen hielden by Soldau den op
marsch der Russische strydmacht
tegen en wierpen de oprukkende
sterke Russische troepenmacht op
den rechteroever van den Weichsel
in de zegeryke gevechten by Lipno
tot Plock terug. In die gevechten
werden tot gisteren 5000 man krijgs
gevangenen gemaakt en 10 machine
geweren buit gemaakt.
In de sedert eenige dagen, ter
voortzetting van ons succes by
Wlodawetsj plaats hebbende ge vechten
is de beslissing gevallenverschillen
de tegen ons oprukkende Russische
legerkorpsen werden tot voorby Kutno
teruggeslagen. Zy verloren 28.000
man aan gevangenen, 70 mitrailleurs
een aantal kanonnen, dat nog
niet vaststaat.
Aan het Eindh. Dagblad wordt uit
Veghel gemeld
Een brief van onzen vroegeren
dorpsgenoot, den weleerw. paler v. d.
Berg, priester in Galicie (Oostenrijk),
aan zyn familie alhier, geeft ons een
denkbeeld van de hevige gevechten,
welke op het Oostelijk oorlogstooneel
gestreden zyn. Z. E. schrijft o. m.,
dat op zekeren dag de doode soldaten
moesten begraven wordon. Daartoe
werd een gracht gegraven, twee meter
breed en 7 K.M. lang. De lijken wer
den er naast elkaar in drie lagen in
gelegd. Een ruwe berekening geeft
ons het verschrikkelijke getal van
ruim 40,000 menschenlevens, in den
bloei der jaren op het slagveld ge1-
bleven, en dat in eenige uren.
Van het Turksch-Russische
gevechtsterrein.
KonstantiDopel, 15 Nov. (Wolff.)
Uit het hoofdkwartier:
Gisteren hebben de Turksche troe
pen in Lasistan (oostelyk van Tre
bizonde, aan de Zwarte Zee) de stel
ling Liman-Sisi aangevallen. De vy
and leed groote verliezen. De Russen
wilden versterkingen landen; deze
werden echter verstrooid.
Een andere Turksche afdeeling be
zette Duzheuy. Wy vermeesterden
daarby veel oorlogsvoorraad en levens
middelen.
Heden hebben de Russen zonder
succes de post Kokmoesj ab lslsj, in
de nabijheid van de grens gebom
bardeerd.
Van hei Oostenrljksch-
Servlsche gevechtsterrein.
Boedapest, 15 November. Door de
verovering van Obrenovats zijn de
spoorweg van Waljewo naar Obre
novats en de verbindingswegen van
Waljewo met de Save in het bezit
der Oostenrykers. Op den spoorweg
werd veel oorlogsvoorraad buit
gemaakt.
De aan drie zyden ingesloten Serviërs
bieden op de heuvels om Way'ewo
opnieuw tegenstand.
Ub, Karaenitsa eu Strubitsa zijn
door de Oostenrykers bezet. Gedurende
deze week weiden meer dan 5000
gevangenen gemaakt, 28 kanonnen
en 16 machinegeweren vermeesterd.
Tslngtao.
Weenen, 18 November. (Wolff.)
Ambtelijk: Den kruiser „Kaiserin
Elisabeth" (4080 ton, in 1890 vau
stapel geloopun) heelt men voor
Tsingtao, nadat haar schietvoorraad
was verbruikt, laten zinken, waarop
de bezetting te land den strijd heeft
voortgezet. Van de bemanning zijn
er 8 gedood en 80 gewond.
Opstand In Marokko?
Konstantinopel, 15 Nov. (Wolff.)
Het blad Tasir-i-Efkiar verneemt dat
de tegen Frankryk afgekondigde hei
lige oorlog zich in Marokko uitbreidt.
Volgens het blad Sasdel, dat in Tan-
ger wordt uitgegeven, zyn 10,000
Marokkanen onder aanvoering van
Abd-ul Melik in Tozza binnengerukt.
Zy namen daar de Fransche beamb
ten gevangen.
Een stryd die is uitgevochten tus
schen Marokkanen en Franschen in
de buurt van Tanger eindigde met
een nederlaag van ue Franschen.
Op Zee.
De zeeslag bij Coronel.
Berlijn, 14 Nov. (W.B.) Omtrent
het zeegevecht van Coronel fs het
volgende officieele draadlooze telegram
ontvangen van den chef van het
kruiserseskader: Op 1 Nov. ontmoette
de Schar nhorst", „Gneisenau", „Leip-
zig" en „Dresden" ter hoogte van
Coronel de Engelsche kruisers „Good
Hope", „Monmouth" en „Glasgow"
en den hulpkruiser „Otranto". De
„Nürnberg" was gedurende den slag
niet bij de andere schepen.
By zware zee werd het vuur op
grooten afstand geopend on het ge
schut der vijandelijke schepen in 52
minuten tot zwygen gebracht. Bij
het vallen van de duisternis werd
het vuren gestaakt.
De „Good Hope" word door artil
lerievuur en een ontploffing zwaar
beschadigd en gedurende de duisternis
uit het gezicht verloren, de „Mon
mouth" werd op de vlucht door de
„Nürnberg" gevonden. Het had sterke
slagzijde. Het werd beschoten en
kenterde. Tengevolge van de hooge
zee en het gebrek aan booten was
het niet mogelijk de bemanning te
redden.
De „Glasgow", die naar hot schynt
slechts weinig beschadigd werd, ont
kwam, de hulpkruisor vluchtte nadat
hij ernstig getroffen was, buiten het
bereik van het vuur.
Wy leden geen verliezen en onze
schepen werden slechts weinig be
schadigd.
De Duitsche vloot.
Valparatso, 14 Nov. (Router.) De
Duitsche kruisers „Leipzig" en „Dres
den" zijn hedenochtend vroeg ver
trokken.
Japansche torpedoboot
gezonken.
Tokio, 14 Nov. (Officieel.) Een Ja
pansche torpedoboot, die mynen op
ruimde in de baai van Kiautsjau, is
op een mijn gestooten en gezonken.
Een Duitsche duikboot
gezonken
Londen, 15 November De Times
maakt een Diet gedagteekend tele
gram openbaar, waarvan de plaats
van afzending niet wordt medege
deeld, behelzende, dat, volgens de
Petit Calaisien een Fransche torpe
doboot Vrydag heeft medegedeeld, dat
ze buiten Duinkerken een Duitsche
duikboot tot zinken gebracht had die
haar by Westende had aangevallen.
Berlijn, 15 Nov. Uit Mytilene wordt
gemeld, dat een Engelsch-Fransch
eskader de belangrykste havensteden
van Klein-Azié blokkeert en dat
Fransche schepen op grooten afstand
schotenopdebuitenforten van Smyrna
hebben gelost.
Londen, 14 November. Aan de
Morning Post" uit Kristiania
„Morgenbladct" meldt, dat Neder
land zich tot het overhandigen van
de nota's aan de oorlogvoerende
staten by de Skandinavische landen
heeft aangesloten.
HetPanama-kanaal en de oorlog.
Washington, 15 November. Presi
dent Wilsoo heeft een verklaring
afgekondigd, betreffende de inacht
neming der neutraliteit in de Panama
kanaal-strook. In het kanaal en de
kanaalzone zal het gedurende den
oorlog verboden zyn, aan vliegtuigen,
behoorende aan een der oorlogvoe
rende mogendheden om op te gaan,
neer te komen of er over te vliegen.
Schepen der oorlogvoerenden mogen
van hunne installaties voor draad
looze telegrafie niet anders gebruik
maken dan voor zaken, het Kanaal
betreffende.
By deze proclamatie is een afdruk
gevoegd van de overeenkomst, aan
gegaan door de Vereenigde Staten
met de republiek Panama, waarin
wordt vastgesteld, dat de gastvrijheid
door Panama aan schepen van dc
oorlogvoerenden te verleenen zich
niet tot de kanaalzone uitstrekt,
welke zone voor den tyd van drie
maanden voor die schepen biyft. Ook
is het aan de oorlogvoeronden ver
boden troepen of munitie te ontsche
pen. Nooit mogen er meor dan drie
oorlogsschepen ook van de oorlog-
(voerenden zich tegeiykertijd in
hot kanaal of de zeehavea in de
kanaalstrook ophouden,