Laatste berichten. op een afstand van 12 mijlen, met de „Scharnhorst" en de „Gneisenau" aan het hoofd. Om 6 u. 18 min. in den avond word bevel gegeven dat de snelheid 17 knoop moest zijn, en de „Good- Hope" seinde naar de „Canopus": „Ik begin nu den vijand aan te vallen." De vijand, thans op een afstand van 15.000 yards stoomende, behield dezen afstand. De zon was nu achter ons, en daar zij boven den horizon bleef, hadden wij het voordeel van het licht. Maar de afstand was te groot. Om 6 u. 55 min. ging de zon onder. Toen veranderde de situatie, wat de zichtbaarheid der schepen betreftde omtrekken van onze schepen staken tegen den gloed van de ondergaande zou af, en het licht maakte het ons moeilijk om den vijand te zien, die om 3 u. 3 min. het vuur opende op een afstand van 12,000 yards, dat snel beantwoord werd door de „Good- Hope", „Moumouth" en „Glasgow". De twee eskaders kwamen naar el kander toe, en elk schip schoot zijn tegenstander in de vijandelijke linie. De duisternis en de hooge zee maakten het vuren moeilijk; in het bijzonder voor de kanonnen van de „(lood Hope" en „Monmouth", die in hot tusschendek stonden. De vijand vuurde salvo's en schoot zich snel in. Zijn derde salvo veroorzaakte brand in het voordek van beide sche pen, welke nog tot. 7 u. 45 min. in brand stonden. Om 7 u. 50 min. ont stond midscheeps een ontploffing op de „Good Hope". De vlammen kwa men 200 voet hoog. De algeheelo vernieling van het schip moet aan deze ontploffing te wijten zijn. De „Monmouth" zonk met het voor schip en draaide met zijn achtersteven naar de open zee, aan de „Glasgow" dit seinende. De „Glasgow" seinde om 8 u. 30 min. aan de „Monmouth", dat de vijand ons vervolgde, maar ontving geen antwoord. Terwijl de maan scheen, naderden de vijandelijke schepen en daar de Glasgow" niet in staat was de „Mon mouth" te helpen, stoomde hij met volle kracht weg, om een vernieling te ontgaan. Om 8 u. 50 min. verloor men den vijand uit het gezicht. Een half uur later bemerkte men een 75 tal vuur stralen, die zonder twijfel van den laatsten aanval op de „Monmouth" afkomstig waren. Niets kan meer bewonderd wor den, dan het gedrag van de officie ren en manschappen, hoewel zij aan een heftig vuur blootgesteld waren, zonder de gelegenheid te hebben, dit in gelijke mate te beantwoorden. Allen hielden het hoofd koel en er werd niet maar op los geschoten. Do discipline was gedurende het ge vecht dezelfde als bij oefeningen. Toen het doel ophield zichtbaar te zijn, hielden de kanonniers op met vuren. Deze ernstige tegenslag was absoluut niet in staat, om invloed te oefenen op den geest der beman ning van de schepen. Het is ons aller wensch zoo spoedig mogelijk weer den vijand te ontmoeten. Sedert de „Correntia", een Eugelsch bewapend koopvaardijschip van de Houlder-lijn, den 5den October met een lading bevroren vleesch uit Beu- nos Aires naar Li ver pool is ver trokken, heeft men niets meer van het schip gehoord. Men vreest nu, dat het verongelukt is. In gewone omstandigheden zou het schip, dat 15 mijl loopt, de reis in 21 dagen hebben gedaan. De „Correntia" is een schip van 8500 ton, gebouwd in 1912, en staat geboekt voor een waarde van 150.000. De lading wordt geschat op een waarde van 210.000. Het schip had een dradelooze telegraaf. De kapitein van de „Vandyck" (een door Karlsruhe buitgemaakt schip) verklaart, dat de Karlsruhe niet de „Correntia" heeft buitgemaakt. Men onderstelt nu, dat de „Corentia" in gevecht is gekomen met den Duitschen hulpkruiser „Kroonprinz Wilhelm", die op de Noordkust van Zuid-Amerika is gezien, en de twee schepen elkaar in den grond hebben geboord. Een Duitsch stoomschip in Sabsng geïnterneerd. Reuter soint gisternacht uit Batavia De commandant en de marconist van het in de baai van Sabang ge ïnterneerde Duitsche stoomschip „1'reussen', zijn gearresteerd. „Hoewel de verbinding tusschen de antennes en de telograafkamer verbroken was, bleek een geheime draad met een ontvanger verborgen te zijn onder het kussen' van den marconist. „De gevangenen zyn naar Medan gezonden, waar zij zullen terechtstaan wegels schending van de Nederland- sche neutraliteit". Het hier bedoelde schip is de „Preus; sen" van de Haraburg-Amerika-lIjn, dat sedert 3 Augustus te Sabang is opgelegd. MARINE EN LEGER. De lioofdmachinist W, G- M. Brouwer ui maclilniBt A. de Jong worden overgeplaatst lioord v»n Hr. M*. pantstsrschlp „Holland". De maclilnlst J. VerduUn, van Hr. Ms. mi|i legger „Medusa", wordt werkzaam gesteld 1>U do Hotterd. Maatschappij voor scheops- en werk tuigbouw Foyonoord. MARKTBERICHTEN. Behagen, 10 Nov. 1914. - Paarden f 0.- ii - Veulens 0-- Ossen 0.- S Stieren 110— 1' a) Geldekoolen (magere) 140— 1: 113 Geldekoolen (Vette) '-3XI. - 4 00 Kalfkoeleu „200— „2 VI Vaaraon „100.- h - Pinken 0— 60 Graskalveren 80— ao Nuchtere kalveren 8.— - Kammen 0— - Schapen (magere) 0— 410 Schapen (vette) «4— 800 Overlioudere 18-— - Lammeren 0— - Bokken ou Geilen O.— w - Varkens 0— ÏO Varkens (vette) p. K.O. 46— UI Biggen 4— lBOKonUnon U.2G 100 Kippon 0.60 - Benden 0— n - Duiven 0— - Gangen O— - Zwanen 0— SBO K-O. Boter 60 Kaas 0.60 400 Klpeleron p. 100 stuks 10— 1 - Kendeleren p. 100 stuks 0— Magere geldekoelen handel 'stug. Idem v Vlug, kalikoeten matig, vaarzen vlug. STOOMVAARTBERICHTEN. Stoomvaart-Maatschappij „Nederland". ibrandt, uitreis, is 10 Nov. Po or, van Amsterdam naar Bal iScilly gepasseord. dngin der Hederlondeu, tliul Isrein, arriveerde Koningin 17 Nov. te Gravesend. Banka, uitreis, is 17 Nov. Gibraltar gepase. Grotius, Batjan en Java, tbuisrois. vertrokken 17 Nov. van Port-Sald. Klas, uitruis, vertrok 12 Nov. van Djeddah. Prins dor Nederlanden, thuisreis, vertrok 10 Nov. Sabang. Rotterdamsche Lloyd. Gorontalo, uitreis, pass. 10 Nov. Dover. Menadoarrlv. 15 Nov. van R'dam te Batavia. Palembang, van New-York naar Java, is 10 Nov. SI. Ilelona gepasseerd. Wiiis, uitreis, vertrok 15 Nov. van Colombo. Medan, thuisreis, vertrok 17 Nov. v. Port-Sald. Kon. Holl. Loyd. Kennemorland, uitreis, vertrok 17 Nov. v. Santos. Zaanland vertr. 17 Nov. v. B.-Ayros n. A'dani. ITollandia, arriveerde 18 Nov. van Buenos-Ayros te IJmuldon. Is te 5u. 95nam. opgevaren naar Amsterdam. Kon. West-indische Maildienst. vyne, thuisr, verlr. 18 Nov. v.Falmouth. Lodewijk' van Nassau, van Amsterdam nnar Montevideo, pass. 15 Nov. Fernando Noronha. Prins Frederik Hendrik, thuisreis, vertr. 17Nov. Lissabon. Java Bengalen Lijn. Coylon arriv. 15 Nov. van Java te Oalcutta. Haven te Nieuwediep. 17 Nov. Aangekomen van Harilngen en vertrok ken naar Londen het Bngelseho ».s. „Starllng". 18 Nov. ld. van Harilngen en vortrokken naar Huil s.s. „Minister Tak". Harilngen en vertrokken naar Lelth s „Amulet Staatsloterij. Trekking van Dinsdag 17 November. 5e Klasse, 14e lijst. No. 11997 f 1500. No. 399 6191 9379 elk f 1000. No. 8597 6277 9803 11413 14105 14472 1560S elk f 400. No. 10125 11043 15802 19271 olfe f200. No. 1930 7095 7648 10609 11042 11506 14376 17047 17403 19549 elk f 100. 5de kl., 15e lijst. - Trekking 18 Nov. Getrokken prijzen. (Naar de voorloopigo lijst..) Prijs vim f 1000: 6069 8735 400; 918611921 200: 1412 9422 9622 141481425215035 100: 713 5660 7498 8462 14671 16618 Burgerlijke Stand van Helder, van 17 en 18 Nov. ONDERTROUWD: C. Th. A. Ver- duiju en N. Bruijn. BEVALLEN: E. Heijmans-Haas beek, d.; L. Hoogendoorn - Kroes, z. W. A. Stadtman Sieking, d.; M. D. J. Nijpels-Schouten, z.J. J. Wage naar—Loos, z. OVERLEDEN: A. A. Murray wed. W. G. Donick Patljn, oud 51 jaar (gedomicilieerd te 's-Hage). PLAATSELIJK NIEUWS. Met ingang van 1 Jan. a.s. is benoemd tot tijd. leeraar in de Fran- scho taal aan de R. H. B. S. al hiel de heer D. Inklaar te Haarlem, leeraar aan de Handelsdagschool te Zaandam. Bij resolutie vau den minister van Koloniën is onzo plaatsgenoot, de lieer C. H. J. van Breda, ter be schikking gesteld om t.c worden be noemd tot ambtenaar bij den Gouver- neraents-accouutant. Het lijk der vrouw, bij Kaap- hoofd aangespoeld, is door do familie herkend als te zijn van de weduwe Patijn, geb. Murray, oud 51 jaar. De dame was lijdende aan zwaar moedigheid en werd sinds 1 Novem ber 11. vermist. Het lijk zal naar den Haag overgebracht worden. Het Noordsche stoomschip „Isb- jorn", dat in de Eierlandsche gron den was vastgeraakt, en is vlotge- bracht, is heden alhier aangekomen, BINNENLAND. De Rijksmiddelen. Zooals te verwachten was, toont de opbrengst der Rijksmiddelen in October opnieuw een aanmerkelyken achterstand aan tegenover het vorige jaar. Werd toenmaals het recordbedrag van f 18,118,462 ontvangen, thans is het cijfer tot f 16,371,801 gedaald. Hoewel thans de „vette" maanden voor de schatkist zijn aangebroken, waarin, dank zij de ruime opbrengst der directe belastingen, het 1/12 der raming aanzienlijk pleegt te worden overschreden, ditmaal is men bij de raming ruim 2J ton ten achteren gebleven. Niettemin toont de afloop der middelen, over het geheel gono men, sinds het uitbreken der crisis te onzent reeds eenige verbetering aan. Indien wij de directe belastingen buiten beschouwing laten, zoowol omdat deze voorhands alleen door oninbare posten den invloed der crisis ondervinden, maar de grondslagen der 'heffing voorloopig nog onveran derd zijn, zoowel als omdat do op brengst thans door de verhoogde opcenten wordt geflatteerd, dan blijkt dat de overige middelen in Augustus, de eerste maand na het uitbreken der cr isis, met 26 °/0 zijn teruggegaan, in September met 20®n thans in October met 12.60%.-Toch is de verbetering nog lang niet algemeen. Het sterkst blijkt dit wel bij de op brengst der loodsgelden, die in Aug. van f 804,000 tot f 107,000 waren gedaald, in September van f800,700 tot f77.600 en in October varff 861,000 tot f98,990, en die dus nog steeds slechts een kwart opbrengen van het vorig jaar, wol een bewijs hoe enorm de scheepvaart op onze havens dooi den oorlog heeft te lijden. Wat de invoerrechten betreft, valt daarentegen een verbetering te be speuren. Brachten deze in Augustus slechts f 526,000 op tegen f 1,875,000 in 1918, en in September f785,000 tegen f 1,455,000, in October werd f932,000 ontvangen in vergelijking met*f 1,480,000 ten verige jarc. Met andere woorden Is de vermindering, die in de eerste oorlogsmaand meer dan 60% bedroeg, thans tot 86% teruggegaan, wat echter nog steeds een fel licht worpt op den invloed der oorlogsgebeurtenissen te onzent. Ook de opbrengst van den waar borg, ecu klein maar in verbaud met den economischen toestand belangrijk middel, laat nog uiterst veel te wen- scben over. In Augustus bedroeg zij f6,500 tegen f38,000, in September f5,460 tegen f 43,500, en in October f 10,12S tegen f 50,472. De teruggang blijft enorm, zelfs als men rekening houdt mét hot feit dat de aangeboden gelegenheid om gratis de keur op ouden goud- en zilverwerken te doen verbreken, mede van invloed is ge weest op deze verlaging der opbrengst. Voor de eerste tien maanden be draagt de opbrengst der Rijksmiddelen nu f 157,72 millioen, tegen f 160,31 millioen in 1913. In plaats van het accres, dat onder normale omstandig heden was verwacht, is er dus thans een aanmerkelijke achterstand, die in de beide laatste maanden des.jaars wel nog zal toenemen, zoodat er geen sprake van is, dat het groote tekort, hetwelk het budget reeds afgezien van de oorlogskosten aanwees, althans ten deele door het ruimer vloeien dei- gewone middelen zal worden gedekt. Inlijving lichting 1915. Op 15 December a.s. (voor de pro vincie Drenthe op 16 December a.s.) zullen worden ingelijfd de dienst plichtigen der lichting 1915, die toe gewezen zijn aan het eerste bataljon van elk der regimenten grenadiers, jagers en infanterie, met uitzondering, evenwel van hen, van wie op grond van het door hen genoten onderwijs kan worden verwacht, dat zij de ge schiktheid bezitten om in opleiding te worden genomen voor don rang van officier. Alleen om zeer gewichtige redenen waaronder in dezen studiebelaugen kunnen worden gerekend - kan aan de in te lijven dienstplichtigen uitstel van eerste-oefening worden verleend, indien zij daartoe alsnog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den minister van oorlog te kennen geven, met over legging vau een deugdelijk bewijsstuk omtrent het werkelijk bestaan van de reden der aanvrage. De dienst plichtigen zullen echter rekening moeten houden met demogelijkheid, dat het uitstel wordt ingetrokken zoodra de omstandigheden daartoe aanleiding mochten geven. Verlof aan militairen. Door den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht is bepaald, dat aan de onder de wapenen zijnde mi litairen, die eene schriftelijke ver klaring van den Burgemeester dei- gemeente hunner woonplaats kunnen overleggen, dat zij in het banket bakkersbedrijf werkzaam zijn en daarin gedurende de St. Nicolaas- drukte niet kunnen worden gemist, een extra-vorlof kan worden verleend van 28 Novomber 1914, 's avonds na afloop van den dienst, tot en met 6 December d, a. v. De mijnontploffing te West-Kapelie. Er is niet de minste aanwijzing omtrent do oorzaak van het ongeluk, daar allo personen, die er bij tegen woordig waren, gedood zijn.- Luit. ter zee Bruinsma had iu de laatste dagen reeds verscheidene aangespoel de mijnen gedemonteerd. In het ge heel waren ten Zuiden van Hoek van Holland tot Maandagavond 200 mijnen door het demonteeren onschadelijk gemaakt. Behalve de gedemonteerde zijn er nog mijnen door verschillende oorlogsschepen in den grond geboord, terwijl enkele door dynamiet opge blazen zijn. Dit is niet altijd mogelijk, omdat sommige zoo dicht bij kust- werken of gebouwen zijn aangespoeld, dat bij het opblazen gevaar voorge bouwen of werken zou ontstaan. De Koningin liet door tusschen- komst van den opperbevelhebber van zee- en landmacht hare deelneming bstuigen aan de nagelaten betrek kingen der by de mijnontploffing to Westcappellfi omgekomen personen. De ministers van marine en oorlog en de opperbevelhebber zonden ook hun condoleanties aan de familiön der slachtoffers. De begrafenis van de slachtoffers heeft hedenmorgen te 11 uur te West- Kappelle plaats. De Minister van Ma rine en de vice-admiraal W. Naudin ten Ca te alhier zyn daarbij vertegen woordigd door hun adjudanten. Vorder zal II. M. de Koningin ver tegenwoordigd worden door een or- donnance-officierde minister van marine door deu kapitein ter zee Van der Hegge Spies; de opperbevelhebber van zee- en landmacht door don kapi tein ter zee Van Leschen en den reserve-majoor van den generaion staf Cremer, en de minister van ko loniën door de luitenant kolonels Van Goch en Kroesen, beiden chef vau een militaire afdceling aan het depar tement. De ramp te Westkapelle is gisteren ook in de Eerste Kamer besproken.* De Voorzitter zegt bij de opening van de vergadering, dat hetgansche Nederlandsche volk met diep leed wezen de ontzettende gevolgen heeft vernomen, welke het aanspoelen van een mijn bij het demontebren daar van had. Uit het graf van de negen slachtoffers spreekt een ernstig waar schuwend woord tot hen, die dezen zeer gevaarlijken arbeid hebben te verrichten om toch niets te verzui men, dat kan strekken om ongelukken als dit te voorkomen. De brave lieden, die het slachtoffer zyn geworden, herdenken wij met weemoed. Hun familie en gezinnen die door deze ramp plotseling in diepen rouw zijn gedompeld kunnen verzekerd zijn van onze deelneming in dit voor hen zoo smartelijk verlies. Do Minister van Marine, den heer Rambonnet sluit zich namens de regeering volkomen bij deze woor den aan. Het spreekt van zelf zegt Z.Exc, - dat in de tegenwoor dige omstandigheden werkzaamheden moeten worden verricht, die hun ge vaar meebrengen. Het spreekt ook van zelf, dat die gevaren niet altijd kunnen worden voorkomen, doch onder de oogen moeten worden gezien. Omdat die gevaren onvermijdelijk zyn, hen-denken wij de nagedachtenis van de slachtoffers en zullen wij die hoog houden. Wij brengen hun hulde voor wat. zii gedaan hebben in dienst van het vaderland. Geïnterneerden. Bij het interneeringsdepötte Bergen bij Alkmaar worden twee Duitsche officieren vermist, aan wie eenige vrijheid van beweging was verleend, nadat zij zich op eerewoord verbon den hadden niet te zullen ontvluch ten. Belgische vluchtelingen. Het Provinciaal Vluchtelingencomi té in Zeeland verzoekt dringend hulp voor de duizenden vluchtyngen wel ke nog in de Provincie vertoeven en daar den winter zullen moeten door brengen, dewijl zij in hun land geen verdienste hebben, of beroofd zijn van huia en haard, in den vorm van levensmiddelen van allerlei aard, van kleederen (in 't bijzonder onderklee doren zoo voor mannen als voor vrouwen en kinderen) en dekens. Ook bedden en matrassen voor ouden van dagen en zieken zijn hoogst noodig. Al deze goederen moeten gezonden worden aan het adres vau Mr. P. Dielernan, Station, Vlissingen, alwaar liet magazijn van het Comité is go vestigd en van waaruit over de Pro vincie wordt gedistribueerd. De Engelsche philantropie boudt zich prachtig door belangrijke toe zendingen van levensmiddelen cn kleederen. Laat toch ons eigen land, waar het ouzo zoo zwaar geteisterde Zui derbroeders betreft, niet achter bly ven. De nood is werkelijk groot. Met ingang van 1 December a.s. zal de treinenloop uitbreiding onder gaan, ook bij de S. S. en de N. C. S. De buitenlandscho verbindingen zulten geen aandeel in de uitbreiding hebben. De „Sommelsdijk" Te Amsterdam zal op Dinsdag 1 December bij enkele inschrijving worden verkocht de afgevoerde kor vet „Sommelsdijk". Spionnage. De kustwacht te Delfzijl heeft Maan dag een Duitscher aangehouden, ver dacht vau spionnage. Na verhoor is deze in bewaring gesteld. Stuurlieden-examens. 's-Gravenhage. Geslaagd groote stoomvaart eerste stuurman de heeren J. C. Lagaalj, F. J. Smit, aanv. gou vernements-marine; tweede stuurman de heeren: Th. C. van de Vrie, M. Ydo; derde stuurman do heeren W. Meynderts, H. Oldenburgor, C. Schoen, A. B. J. Triebels. Handel en scheepvaart. De „Frankfurter Zeitung" van 16 dezer had gemeld, dat onze regec- ring zich niet heeft aangesloten bij de stappen, door de drie Skandina- vischo rijken bij de oorlogvoerende regeeringen gedaan inzake de be lemmering van den handel en de scheepvaart der neutraio landen. Inderdaad heeft onze regeering sedert het begin van den ooilog de bedenkingen, die uit een volken rechtelijk oogpuiit zijn gerezen togen du decreten en algemeeno maatrege len, rakende den handel on de schoep vaart der onzijdigemogendheden, achtereenvolgens onder de aandacht der betrokken regeeringen gebracht, laatstelijk naai aanleiding van het jongste Britsche decreet nopens de behandeling vau voorwaardelijke con trabande en van den maatregel dooi de Britsche admiraliteit genomen tot feitelijke afsluiting van de Noordzee. Anderzijds heeft onze regeering, telkens wanneer zij een bepaalde handeling eenor oorlogvoerende mo gendheid ten opzichte van den handel of de scheepvaart van Nederland in strijd achtte mot het volkenrecht, tegen zoodanige onrechtmatige han delingen bezwaar gemaakt. Duitsch geld. Men schrijft uit Limburg: Ineens is ook in het gedeelte van Limburg, waar het Duitsche geld nog de vrye circulatie had, het algemeeno verzet gekomen tegen dit vreemde geld. Het kan ook niet uitblijven, nu de koers terugliep voor Duitsch pa pier op 52 ets. per Mark en voor Duitsch zilvergeld op 54.75 ets, per Mark. En misschien is nu ook de gelegen heid voor de Regeering gunstig om eens on vooral een eind te maken aan den onzinnigen toestand, dat men in een groot deel van Nederlandsch Limburg geen .stukje Nederlandsch geld te zien krygt, doch dat het er alles vol zit met Groschen en Marken. Het grensverkeer is tot een minimum teruggebracht; er bestaat dus nu de minste kans, dat er velon zijn, die den last zullen ondervinden van een wijziging in den munt toestand. Er wordt hier en daar - vooral in Venlo gevreesd, dat de neringdoenden schade zulten lijden. Maar zullen de Duitschors wegblijven, omdat zij eerst in hun eigen woonsteden bij een kassier of geldwisselaar Nederlandsch geld zullen moeten opnemen? Wij, Nederlandsche grensbewpners, zien toch evenmin er van af, om onze in- koopen te gaan doen in Crefeld of Gladbach of Dusseldorf, omdat wij daags te voren in een van onze pro vincie-steden bij den kasser Duitsch geld moet opnemen. Dood door schuld. De Alkmaarsche Rechtbank ver oordeelde een vroeger te Dordrecht woonachtigen automobiel handelaar, die in beschonken toestand een even - eens onder den invloed van drank verkeerenden op een stoomflets go- zeten inwoner van Bergen op den Kennemerstraatweg zoodanig had aangereden, dat deze kwam te vallen, een schedelbreuk kreeg en kortdaftr- op overleed, tot 6 maanden gevangenis straf. De eisch was 4 maanden. Vinvisschen aangespoeld. Het zeedier, dat dezer dagen te •Wissekerke (Zeel.) is aangespoeld, is, naar de directeur van het Rijks Mu seum voor Natuurlijke Historie te Leiden heeft verklaard, een vinvisch. Het dier is 21 meter lang en hooft een omtrek van 13 meter. Het ge raamte zal naar het Leidsch Museum worden overgebracht. Ook aan de Zuiderpier te Hoek van Holland is oen vinvisch, van ongeveer 25 meter lengte, aange spoeld. Dat wa» nomuier 3, want or is, ook te Katwijk een exemplaar van dit zoogdier gevonden, dat anders aan onze kusten hoogstzelden wordt aangetroffen. Lijken aangespoeld. Op Terschelling zijn weer Blijken aangespoeld, bijna geheel naakt en in verregaanden staat van ontbinding. IJmuiden, 18 Nov. De IJrauider stoomtrawlers gaan nu zachtjes aan weder naar zee, of schoon het veel moeite kost volk te krijgen, daar de vrees voor mijnen nog niet van de lucht is. Van het Oostelijk front. St. Petersburg, 18 November. De Russische groote generale staf deelt mede: Tusschen de Weichsel en de Warta is onze voorhoede, na een gevecht met de Duitschers, die lot het offen sief overgingen, in de richting van de Bzoera (linker zijrivier van de Wechsel) teruggetrokken. De vijand is er in geslaagd vasten voet te krijgen in de streek van Leknitsa (ten Zuiden van Kutno) en Orlow (ten Z.O. van Kutno). Zijn voorhoede rukt op tegen Platjek (ten Zuiden vau Orlow). In Oost-Pruisen blijven ouze troepen vorderingen maken in gevechten aan het front van Gumbinnen naar Au- gerburg, dat de vijand verdedigt. In de door ons genomen loopgraven bij Varschlaghen (Darkehraen had de vijand meer dan 300 dooden in den steek gelaten. Onder de- officieren, die wy daar hebben gevangen genomen, bevond zich een artillerie-officier, die bij de infanterie was ingedeeld, 't geen wijst op gebrek aan officieren. Op het front aan de Masurische meren hebben onze troepen de ijzer draadversperringen van de vijande lijke stellingen bereikt en zijn bezig die te forceeren. Op het front van Czenstochowa- Krakau hebben wij een aanval ge daan op aanzienlijke vijandelijke strijdkrachten, waarvan de afdeelin- gen, die bij Wlodowitsa opereerden, op de vlucht zijn gedreven. In Galicië bezetten wij achtereen volgens de passen over de Karpathen. De Oostenrijkers in Servië. Weenen, 18 November (Wolff.) Het hoofdkwartier van het leger in Ser vië meldt officieel: Na verbitterde ge vechten bij de vernielde bruggen over de Kolubara zijn onze troepen over die rivier getrokken. Deu 16den dezer hebben wij 1400 Serviërs gevangen genomen en veel oorlogsmateriaal buit gemaakt. Weénen, 18 Nov. (Wolff.) Het groote hoofdkwartier deelt officieel mede De krijgsverrichtingen van de Duit sche cn Oost.-Hong. legers hebben de Russische hoofdmacht in Russisch Polen tof. een veldslag genoopt die zich op het geheele front hoeft ont wikkeld onder voor ons gunstige voorwaarden. Een onzer legers heeft gisteren meer dan 3000 Russen ge vangen genomen. Vergeleken met dezen grooten slag heeft de opmarsch van Russische strijdkrachten tegen de Karpathen slechts ondergeschikte beteekonis. Bij een operatie vanuit Grybow is een sterke troep Russische kavallerio door ons kanonvuur gedecimeerd ver strooid. Berlijn, 18 Nov. (E. van Duitsche zijde.) Van het oostelijk oorlogsveld komen voortdurend goede berichten. Het getal der Russische gevangenen heeft de 50.000 reeds overschreden. Libau opnieuw beschoten. St. Petersburg, 18 Nov. (P. T. A.) De marinestaf deelt officieel mede in don ochtend van don 17en dezer verscheen een Duitsch smaldeel van twee kruisers, verscheidene stoom schepen en 10 torpedobooten voor Libau en begon opuieuw de stad en de haven te beschieten. Het bom bardement heeft tal van branden veroorzaakt. De ambtelijke Duitsche verlieslijsten geven, volgens een telegram uit Kopenhagen aan de Times, totdusver een totaal van 549,247 dooden, ge wonden en vermisten. Hierin zijn niet begrepen de verliezen vau Beiejen Saksen en Wurtemburg, die op ruim 400,000 beschat worden. Uit Berlijn zijn sedert half Septem ber 6600 als genezen uit de hospitalen ontslagen gewonde militairen naar het front teruggezonden8 pet. zijn voor alten velddienst onbruikbaar, 36 pet. zijn volkomen geschikt voor alle diensten en 56 pet. alleen voor gar nizoensdienst deze laatsten vormen nu de kern van do roservebataljons. loopig wordt uitgesteld. Tot afge vaardigde naar de vergadering der afd. Noord-Holland wordt gekozen de heer W. Komen, tot plaatsver vanger de heer Jb. Bakker. Beide nemen deze opdracht aan. Bij de bespreking der ageuda van genoemde vergadering stelt de heer Komen voor jaarlijks 10 ct. per lid meer af te staan aan 't Hoofdbestuur. Allen keuren het goed, dat dit voorstel op de Afdeeli ngs- vergaderin g gedaan wordt. De bespreking voederaankoop leidt tot geen resultaat. Alleen blijkt, dat goede kwaliteit voeder te Apeldoorn en te Amersfoort goedkooper is te verkrijgen dan bij de gewone leve ranciers. Volgt verkiezing bestuurs leden. Aan de beurt van aftreden zijn de heeren, W. Komen, S. Kossen, J. Nioland eti K. L. van Gorkom. De laatste had zijne benoeming voor een jaar aangenomen en de heer Nieland wenschte niet weder in aanmerking te komen. Gekozen werden de heeren W. Komen, S. Kossen, Jb. Bakker, en IJ. Lunshof, die allen de benoeming aannamen. Uit de rekening en ver antwoording van den penningmeester den heer J. Nieland, bleek dat de ontvangsten bedroegen f 59.84, de uitgaven f63.02', batig saldo f6.81'. Nagezien door de heeren H. Smit en P. Keuris bleek de rekening vol komen in orde te zijn, waarna zij werd goedgekeurd, ouder dankbetui ging aan den penningmeester. Op voorstel van 't bestuur werd de contributie voor 1915 vastgesteld op f 1.40. De begrooting voor 1915 werd vastgesteld op f75.41' in ont vangsten en f 68 in uitgaven. Besloten werd f5 af te dragen aan 't proef- fokstation. De prijs der broedeieren werd vastgesteld op 6 ct. voor de leden en minstens 8 ct. voor de niet- leden. Tot leden van de keurings commissie voor de foktoomen werden gekozen de heeren W. Kleijn, S. Kos sen en A. Schenk. Bij de rondvraag informeert de heer Lunshof of er ook. een vergelijkend overzicht te verkrij gen is vau de prijzen der eieren op de Schagermarkt en den veiling te Amsterdam, zoo mogelijk loopende over 't geheele seizoen. De secretaris zal hieraan trachten to voldoen. Hierna sluiting. Julianadorp. Alhier worden pogingen aange wend, tot het oprichten eeuer afdoe- ling van het „Nut van 't Algemeen". Zaterdagavond a.s. zal or reeds over vergaderd worden in het lokaal van den Heer J. Bijvoet. UIT DEN OMTREK. Anna Paulowna. Dinsdagavond, 17 Nov. vergaderde in „de Vlas- en Korenbeurs" de afd. Anna Paulowna der V.P.N. De voor zitter, de heer K. L. van Gorkom, opende de vergadering, waarna de secretaris, de heer W. Komen, de notulen las, die onveranderd werden goedgekeurd. De secretaris deelt mede, dat voor een cursus in pluimvee teelt zich 6 personen hebben opge geven. Minstens 12 personen moeten or zijn, zal een cursus gohouden kunnen worden, zoodat deze voor- De paus en de oorlog. Rome, 16 November. De paus heeft tot de bisschoppen en de katholieke wereld een encycliek gelicht, waarin wordt gezegd Toen de paus den zetel van den heiligen Petrus beklom, was hij Aiot smart vervuld over den jammerlijken toestand waarin zich thans de bur gerlijke gemeenschap bevindt, en met vreugde over den toestand waarin zijn voorganger hem de kerkelijke gemeenschap heeft achtergelaten. De eucycliok motiveert in den breedo deze beide indrukken en zinspeelt, wat den smartelljkeu indruk betreft, op den huidigen, vroeselijken oorlog en in het algemeen op den strijd in den geest der. menschen, waarvan de vier hoofdoorzaken volgens den paus gelegen zijn in: lo het gebrek aan oprechte wederzljdsche liefde tusschen de menschen2e minachting voor het gezag3e do onrechtvaar digheid in de betrekkingen tusschen de verschillende klassen van burgers 4e de omstandigheid dat stoffelijke goederen het eenige doel is geworden van de mensohelijke werkkracht. Vervolgens houdt de encycliek zich bezig met den gunstigen toestand der kerk en het ruime gebied, dat nog voor haar woikzaamheid open staat. De paus besluit met een innigen wensch naar vrede, vrede voor do volken, die daarin onschatbare wel daden zulten vinden, vrede voor de kerk, die or de vrijheid in zal vinden welko zij noodig heeft in verband mot de buitengewone omstandigheden waarin zich thans de stedehouder vau Christus bevindt en waartegen de paus, bij de vervulling zijner hei lige plichten, de protesten zijner voor gangers herhaalt. Ter bereiking van die doeleinden maan ik u God, door tusschenkomst van de Heilige Maagd, om vredo te bidden. De Indische troepen. In een artikel van de „Times" over de Engelsch-Indiërs op het Westelijk oorlogstorrein, lezen wij het volgende over den last, die de voeding van die menschen van verschilend geloof geeft: De Gurkha,. de Rajput en andere Hindoes eten geite- en schapen vleesch, mits het dier op de voorgeschreven manier is geslacht. De afschuw, die de streng geloovigo Hindoe voor rund- vleesch gevoelt, is zoo sterk, dat hij op het gezicht ervan soms braakt. Het vooroordeel is zoo diep geworteld, dat Mohamedanen, die van bekeerde Hindoes afstammen, niet aan den smaak kunnen gewennen. Gelukkig dat varkensvleesch, het afgrijzen van den Mohamedaan, de voeding van de Hindoes nog niet moeilijker maakt. De grootste last is echter niet de aard van het vleesch, maar het slach ten en koken. De Sikhsche dorpeling gruwt van schapevleesch, dat hij ziet bereiden door den Mohamedaanschen slager, die het dier den hals door snijdt, evenals de Mohamedaan van vleesch van een schaap, dat een Sikh heeft gedood met de snede in den nek. De Indische troepen in Frankrijk eten wel een hoeveelheid schapevleesch uit blik, maar voor het overgroote deel moeten schapen en geiten levend met den spoorweg naar het uiterste punt wordon gezonden en daar over eenkomstig het ritueel worden ge slacht, hetzij door Mohammedanen, Sikhs of Hindoes. Met het merk van reinheid worden de geslachte dieren dan naar de verschillende punten van het front doorgestuurt. Aan het front wordt niet geslacht, want reeds de nabijheid van een Mohamedaansch slachthuis zou de Hindoes kunnen verontreinigen. Als drankrantsoen wordt aan de Indisciie troepen rum uitgereikt, de Mohamedanen, die geen sterkedrank mogen hebben, krijgen daarvoor ten ruimer rantsoen thee en suiker. Voorts krijgt elke Indiër twee pakjes sigaretten in de week. De Engelsche vloot. De „Deutsche Tageszeitung" be toogt, dat men het succes der Duit sche vloot niet overschatten en de Engelsche vloot niet onderschaten moet. De trots der Duitschers op hun vloot, zoo zegt het blad, is ten Yolle gerechtvaardigd en in geen enkel op zicht overdreven. Men mag zich ech ter niet laten verleiden tot de ver keerde opvatting, dat de Engelsche vloot door de verliezen, die Duitsche schepen en duikbooten haar toege bracht hebben, ook maar in het ge ringst verzwakt is. Als er thans oen algemeene strijd tusschen de beide vloten werd uitgevochten, dan zou blijken, dat de Engelsche vloot niet minder sterk is dan bij het begin van den ooilog. Een werkelijke gaping heeft alleen de overwinnig van hel Duitsche kruiser-eskader veroorzaakt. Eu deze gaping kan met een zeker tijdverlies maar overigens zonder moeite aangevuld worden. De schitterende prestaties van de „Emden", de „Karlsruhe", de „Kénigs- beig" enz. hebben aan bepaalde krin gen in Engeland niet onbelangrijke sommen gelds gekost, maar geen in vloed kunnen uitoefenen, middelljk noch onmiddelljk, op den loop van den oorlog. De Duitsche duikbooten hebben tot nu toe in alle deelen van de Noord zee, van het noorden der Schotsche kust tot Dover, Engelsche oorlogs schepen en vaartuigen in den grond geboord, groote kruisers, kleine krui sers en kannoneerbooten. Een modern oorlogsschip van hooge militaire waarde hebben de Duitsche duikboo ten echter nog nieton schadelijk kun nen maken. Dit is niet hun schuld, maar 't gevolg van 't feit, dat sedert, meer dan twee maanden alle mo derne schepen, die de hoofd vloot der Engelsehen vormen, uit de Noordzee verwijderd zijn, voor zoover niet nog eenige in oorlogshavens aan dc Brit sche oostkust liggen, die veilig afge sloten kunnen worden. Ondanks de door de Duitschers op zee behaalde successen is de hoofd macht van Engeland nog onverzwakt en ongerept, en bestaat voor haar de mogelijkheid slag te leveren zoodra zij wil. Wy hebben ook geen reden deze vloot te onderschatten en te ge- looven, dat de geestNen_jte militaire bekwaamheid te wensch Geverlaten Men kan er niet genoeg deniutdruk op leggen, dat voor een dergelijke opvatting niet de minste reden in staat en wij meenen te weten, date de Duitsche marine-autoriteiten daar- van ook ten volle overtuigd zijn. In de loopgraven. In de „Temps" vertelt iemand nog weer eens van het leven in de Joop graven van de Franscho soldaten. Behalve wanneer er gevochten wordt, zegt hij, is or in Frankrijk geen vreugde te vinden dan aan het front, temidden van de troep. Volgens dozen schrijver in de „Temps" schijnt een optimistische en onbezorgde stemming aan alle Franscho soldaten gemeen te zijn. Den geheelen dag, zoo vertelt hij, hield niet ver af, in de streek van Souain, het kanon niet op te donderen. De manschapgen waren echter druk in de weer met verschil lende dingen voor de tweede linie de keuken, soep, uitdeeling van brie ven, aflossing uit de loopgraven. Do loopgraven waren niet ver weg en de soldaten, die er uitkwamen of or ingingen, spraken er over alsof 't een eenvoudigen kazernedienst gold. In dezen onbeweeglijken ooilog, van loopgraaf tot loopgraaf, hebben de manschappen per slot een vrij geregeld leven georganiseerd. Beschut in hun hol, doen zij, in afwachting van den aanval, van de ravltail leering of de aflossing, een spelletje. Aan dit gedeelte van het front, zijn de Duitsche loopgraven op vijftig meter van de ouze. Van tijd Lot tyd neemt men er hun een of twee af. Maar die tegenstanders beginnen el kaar op het laatst te kennen en nemen gewoonten aan en welhaast gemeen- schappelijko verstrooiingen. De vermakelijkste is de hazenjacht. Wanneer er zich een vertoont op do strook gronds, die de Franschen en de Duitschers scheidt, dan wordt er van weerskanten levendig geschoten. Meestal legt de haas het loodje. Valt hij aan den Franschen kant, dan springt een van de onzen uit de loopgraaf on gaat vlug het wild oprapen: geen Duitscher lost een schot. Valt de haas aan den Duitscheiï kant neer, dat gaat een Duitscher hem oprapen en de Franschen vallen hem dan niet lastig. Maar blijft du haas midden in 't veld liggen, dan yliegen Franschen en Duitschers er op af en dan breekt het geweervuur los. Tenzij de Duitschers een teeken geven, dat zij het wild aan de Fran schen afstaan zooals onlangs toen een van hen, wijzende op den haas, uit de verte al beduidde, dat hij er van afzag, roepende: „tabak, tabakI" De onzen begrepeneen soldaatje sprong uit zijn loopgraaf, holde op den haas af en legde op de plaats van het dier een pak tabak, 's Avonds werd er in de loopgraaf hazepeper gegeten. Niemand denkt er aan, dat hier ook wel menschenlevens op het spel staan. Een ontmoeting/'/»^-'' In oen brief van een Duitsch offi cier, in de „Baseier Nachricliten" gepubliceerd, leest men van een eigenaardige ontmoeting tusschen een Duitsch en een Fransch officier op het slagveld: Er was hevig gevochten en tusschen de loopgraven lagen vele, vooral Fransche, dooden. De Duitsche batal jons-staf gaf daarom den schrijver van den brief bevel met den vijand te onderhandelen over het bergen van de dooden. Tot boscherming van den officier werd een Franscho geestelijke uit den omtrek als gijze laar meegegeven. „Ik nam", zoo vertelt de luitenant „monsieur Ie curé, een man met een geweer en al mijn moed bijeen en ging mot de witte vlag uit de stelling. Aan den anderen kant werd eveuoous een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2