Laatste
berichten.
op een afstand van 12 mijlen, met
de „Scharnhorst" en de „Gneisenau"
aan het hoofd.
Om 6 u. 18 min. in den avond
word bevel gegeven dat de snelheid
17 knoop moest zijn, en de „Good-
Hope" seinde naar de „Canopus":
„Ik begin nu den vijand aan te
vallen."
De vijand, thans op een afstand
van 15.000 yards stoomende, behield
dezen afstand.
De zon was nu achter ons, en daar
zij boven den horizon bleef, hadden
wij het voordeel van het licht. Maar
de afstand was te groot.
Om 6 u. 55 min. ging de zon onder.
Toen veranderde de situatie, wat de
zichtbaarheid der schepen betreftde
omtrekken van onze schepen staken
tegen den gloed van de ondergaande
zou af, en het licht maakte het ons
moeilijk om den vijand te zien, die
om 3 u. 3 min. het vuur opende op
een afstand van 12,000 yards, dat
snel beantwoord werd door de „Good-
Hope", „Moumouth" en „Glasgow".
De twee eskaders kwamen naar el
kander toe, en elk schip schoot zijn
tegenstander in de vijandelijke linie.
De duisternis en de hooge zee
maakten het vuren moeilijk; in het
bijzonder voor de kanonnen van de
„(lood Hope" en „Monmouth", die in
hot tusschendek stonden. De vijand
vuurde salvo's en schoot zich snel
in. Zijn derde salvo veroorzaakte
brand in het voordek van beide sche
pen, welke nog tot. 7 u. 45 min. in
brand stonden. Om 7 u. 50 min. ont
stond midscheeps een ontploffing op
de „Good Hope". De vlammen kwa
men 200 voet hoog. De algeheelo
vernieling van het schip moet aan
deze ontploffing te wijten zijn.
De „Monmouth" zonk met het voor
schip en draaide met zijn achtersteven
naar de open zee, aan de „Glasgow"
dit seinende.
De „Glasgow" seinde om 8 u. 30
min. aan de „Monmouth", dat de
vijand ons vervolgde, maar ontving
geen antwoord.
Terwijl de maan scheen, naderden
de vijandelijke schepen en daar de
Glasgow" niet in staat was de „Mon
mouth" te helpen, stoomde hij met
volle kracht weg, om een vernieling
te ontgaan.
Om 8 u. 50 min. verloor men den
vijand uit het gezicht. Een half uur
later bemerkte men een 75 tal vuur
stralen, die zonder twijfel van den
laatsten aanval op de „Monmouth"
afkomstig waren.
Niets kan meer bewonderd wor
den, dan het gedrag van de officie
ren en manschappen, hoewel zij aan
een heftig vuur blootgesteld waren,
zonder de gelegenheid te hebben, dit
in gelijke mate te beantwoorden.
Allen hielden het hoofd koel en er
werd niet maar op los geschoten.
Do discipline was gedurende het ge
vecht dezelfde als bij oefeningen.
Toen het doel ophield zichtbaar te
zijn, hielden de kanonniers op met
vuren. Deze ernstige tegenslag was
absoluut niet in staat, om invloed
te oefenen op den geest der beman
ning van de schepen. Het is ons
aller wensch zoo spoedig mogelijk
weer den vijand te ontmoeten.
Sedert de „Correntia", een Eugelsch
bewapend koopvaardijschip van de
Houlder-lijn, den 5den October met
een lading bevroren vleesch uit Beu-
nos Aires naar Li ver pool is ver
trokken, heeft men niets meer van
het schip gehoord. Men vreest nu,
dat het verongelukt is. In gewone
omstandigheden zou het schip, dat 15
mijl loopt, de reis in 21 dagen hebben
gedaan. De „Correntia" is een schip
van 8500 ton, gebouwd in 1912, en
staat geboekt voor een waarde van
150.000. De lading wordt geschat
op een waarde van 210.000. Het
schip had een dradelooze telegraaf.
De kapitein van de „Vandyck"
(een door Karlsruhe buitgemaakt
schip) verklaart, dat de Karlsruhe
niet de „Correntia" heeft buitgemaakt.
Men onderstelt nu, dat de „Corentia"
in gevecht is gekomen met den
Duitschen hulpkruiser „Kroonprinz
Wilhelm", die op de Noordkust van
Zuid-Amerika is gezien, en de twee
schepen elkaar in den grond hebben
geboord.
Een Duitsch stoomschip in Sabsng
geïnterneerd.
Reuter soint gisternacht uit Batavia
De commandant en de marconist
van het in de baai van Sabang ge
ïnterneerde Duitsche stoomschip
„1'reussen', zijn gearresteerd.
„Hoewel de verbinding tusschen
de antennes en de telograafkamer
verbroken was, bleek een geheime
draad met een ontvanger verborgen
te zijn onder het kussen' van den
marconist.
„De gevangenen zyn naar Medan
gezonden, waar zij zullen terechtstaan
wegels schending van de Nederland-
sche neutraliteit".
Het hier bedoelde schip is de „Preus;
sen" van de Haraburg-Amerika-lIjn,
dat sedert 3 Augustus te Sabang is
opgelegd.
MARINE EN LEGER.
De lioofdmachinist W, G- M. Brouwer ui
maclilniBt A. de Jong worden overgeplaatst
lioord v»n Hr. M*. pantstsrschlp „Holland".
De maclilnlst J. VerduUn, van Hr. Ms. mi|i
legger „Medusa", wordt werkzaam gesteld 1>U
do Hotterd. Maatschappij voor scheops- en werk
tuigbouw Foyonoord.
MARKTBERICHTEN.
Behagen, 10 Nov. 1914.
- Paarden f 0.- ii
- Veulens 0--
Ossen 0.-
S Stieren 110— 1'
a) Geldekoolen (magere) 140— 1:
113 Geldekoolen (Vette) '-3XI. - 4
00 Kalfkoeleu „200— „2
VI Vaaraon „100.- h
- Pinken 0—
60 Graskalveren 80—
ao Nuchtere kalveren 8.—
- Kammen 0—
- Schapen (magere) 0—
410 Schapen (vette) «4—
800 Overlioudere 18-—
- Lammeren 0—
- Bokken ou Geilen O.— w
- Varkens 0—
ÏO Varkens (vette) p. K.O. 46—
UI Biggen 4—
lBOKonUnon U.2G
100 Kippon 0.60
- Benden 0— n
- Duiven 0—
- Gangen O—
- Zwanen 0—
SBO K-O. Boter
60 Kaas 0.60
400 Klpeleron p. 100 stuks 10— 1
- Kendeleren p. 100 stuks 0—
Magere geldekoelen handel 'stug. Idem v
Vlug, kalikoeten matig, vaarzen vlug.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaart-Maatschappij „Nederland".
ibrandt, uitreis, is 10 Nov. Po
or, van Amsterdam naar Bal
iScilly gepasseord.
dngin der Hederlondeu, tliul
Isrein, arriveerde
Koningin
17 Nov. te Gravesend.
Banka, uitreis, is 17 Nov. Gibraltar gepase.
Grotius, Batjan en Java, tbuisrois. vertrokken
17 Nov. van Port-Sald.
Klas, uitruis, vertrok 12 Nov. van Djeddah.
Prins dor Nederlanden, thuisreis, vertrok 10 Nov.
Sabang.
Rotterdamsche Lloyd.
Gorontalo, uitreis, pass. 10 Nov. Dover.
Menadoarrlv. 15 Nov. van R'dam te Batavia.
Palembang, van New-York naar Java, is 10 Nov.
SI. Ilelona gepasseerd.
Wiiis, uitreis, vertrok 15 Nov. van Colombo.
Medan, thuisreis, vertrok 17 Nov. v. Port-Sald.
Kon. Holl. Loyd.
Kennemorland, uitreis, vertrok 17 Nov. v. Santos.
Zaanland vertr. 17 Nov. v. B.-Ayros n. A'dani.
ITollandia, arriveerde 18 Nov. van Buenos-Ayros
te IJmuldon. Is te 5u. 95nam. opgevaren
naar Amsterdam.
Kon. West-indische Maildienst.
vyne, thuisr, verlr. 18 Nov. v.Falmouth.
Lodewijk' van Nassau, van Amsterdam nnar
Montevideo, pass. 15 Nov. Fernando Noronha.
Prins Frederik Hendrik, thuisreis, vertr. 17Nov.
Lissabon.
Java Bengalen Lijn.
Coylon arriv. 15 Nov. van Java te Oalcutta.
Haven te Nieuwediep.
17 Nov. Aangekomen van Harilngen en vertrok
ken naar Londen het Bngelseho ».s.
„Starllng".
18 Nov. ld. van Harilngen en vortrokken naar
Huil s.s. „Minister Tak".
Harilngen en vertrokken naar
Lelth s
„Amulet
Staatsloterij.
Trekking van Dinsdag 17 November.
5e Klasse, 14e lijst.
No. 11997 f 1500.
No. 399 6191 9379 elk f 1000.
No. 8597 6277 9803 11413 14105
14472 1560S elk f 400.
No. 10125 11043 15802 19271 olfe
f200.
No. 1930 7095 7648 10609 11042
11506 14376 17047 17403 19549 elk
f 100.
5de kl., 15e lijst. - Trekking 18 Nov.
Getrokken prijzen.
(Naar de voorloopigo lijst..)
Prijs vim f 1000: 6069 8735
400; 918611921
200: 1412 9422 9622
141481425215035
100: 713 5660 7498
8462 14671 16618
Burgerlijke Stand van Helder,
van 17 en 18 Nov.
ONDERTROUWD: C. Th. A. Ver-
duiju en N. Bruijn.
BEVALLEN: E. Heijmans-Haas
beek, d.; L. Hoogendoorn - Kroes, z.
W. A. Stadtman Sieking, d.; M. D.
J. Nijpels-Schouten, z.J. J. Wage
naar—Loos, z.
OVERLEDEN: A. A. Murray
wed. W. G. Donick Patljn, oud 51
jaar (gedomicilieerd te 's-Hage).
PLAATSELIJK NIEUWS.
Met ingang van 1 Jan. a.s. is
benoemd tot tijd. leeraar in de Fran-
scho taal aan de R. H. B. S. al hiel
de heer D. Inklaar te Haarlem, leeraar
aan de Handelsdagschool te Zaandam.
Bij resolutie vau den minister
van Koloniën is onzo plaatsgenoot,
de lieer C. H. J. van Breda, ter be
schikking gesteld om t.c worden be
noemd tot ambtenaar bij den Gouver-
neraents-accouutant.
Het lijk der vrouw, bij Kaap-
hoofd aangespoeld, is door do familie
herkend als te zijn van de weduwe
Patijn, geb. Murray, oud 51 jaar.
De dame was lijdende aan zwaar
moedigheid en werd sinds 1 Novem
ber 11. vermist. Het lijk zal naar den
Haag overgebracht worden.
Het Noordsche stoomschip „Isb-
jorn", dat in de Eierlandsche gron
den was vastgeraakt, en is vlotge-
bracht, is heden alhier aangekomen,
BINNENLAND.
De Rijksmiddelen.
Zooals te verwachten was, toont
de opbrengst der Rijksmiddelen in
October opnieuw een aanmerkelyken
achterstand aan tegenover het vorige
jaar. Werd toenmaals het recordbedrag
van f 18,118,462 ontvangen, thans is
het cijfer tot f 16,371,801 gedaald.
Hoewel thans de „vette" maanden
voor de schatkist zijn aangebroken,
waarin, dank zij de ruime opbrengst
der directe belastingen, het 1/12 der
raming aanzienlijk pleegt te worden
overschreden, ditmaal is men bij de
raming ruim 2J ton ten achteren
gebleven. Niettemin toont de afloop
der middelen, over het geheel gono
men, sinds het uitbreken der crisis
te onzent reeds eenige verbetering
aan. Indien wij de directe belastingen
buiten beschouwing laten, zoowol
omdat deze voorhands alleen door
oninbare posten den invloed der crisis
ondervinden, maar de grondslagen
der 'heffing voorloopig nog onveran
derd zijn, zoowel als omdat do op
brengst thans door de verhoogde
opcenten wordt geflatteerd, dan blijkt
dat de overige middelen in Augustus,
de eerste maand na het uitbreken
der cr isis, met 26 °/0 zijn teruggegaan,
in September met 20®n thans in
October met 12.60%.-Toch is de
verbetering nog lang niet algemeen.
Het sterkst blijkt dit wel bij de op
brengst der loodsgelden, die in Aug.
van f 804,000 tot f 107,000 waren
gedaald, in September van f800,700
tot f77.600 en in October varff 861,000
tot f98,990, en die dus nog steeds
slechts een kwart opbrengen van het
vorig jaar, wol een bewijs hoe enorm
de scheepvaart op onze havens dooi
den oorlog heeft te lijden.
Wat de invoerrechten betreft, valt
daarentegen een verbetering te be
speuren. Brachten deze in Augustus
slechts f 526,000 op tegen f 1,875,000
in 1918, en in September f785,000
tegen f 1,455,000, in October werd
f932,000 ontvangen in vergelijking
met*f 1,480,000 ten verige jarc. Met
andere woorden Is de vermindering,
die in de eerste oorlogsmaand meer
dan 60% bedroeg, thans tot 86%
teruggegaan, wat echter nog steeds
een fel licht worpt op den invloed
der oorlogsgebeurtenissen te onzent.
Ook de opbrengst van den waar
borg, ecu klein maar in verbaud met
den economischen toestand belangrijk
middel, laat nog uiterst veel te wen-
scben over. In Augustus bedroeg zij
f6,500 tegen f38,000, in September
f5,460 tegen f 43,500, en in October
f 10,12S tegen f 50,472. De teruggang
blijft enorm, zelfs als men rekening
houdt mét hot feit dat de aangeboden
gelegenheid om gratis de keur op
ouden goud- en zilverwerken te doen
verbreken, mede van invloed is ge
weest op deze verlaging der opbrengst.
Voor de eerste tien maanden be
draagt de opbrengst der Rijksmiddelen
nu f 157,72 millioen, tegen f 160,31
millioen in 1913. In plaats van het
accres, dat onder normale omstandig
heden was verwacht, is er dus thans
een aanmerkelijke achterstand, die
in de beide laatste maanden des.jaars
wel nog zal toenemen, zoodat er geen
sprake van is, dat het groote tekort,
hetwelk het budget reeds afgezien
van de oorlogskosten aanwees, althans
ten deele door het ruimer vloeien dei-
gewone middelen zal worden gedekt.
Inlijving lichting 1915.
Op 15 December a.s. (voor de pro
vincie Drenthe op 16 December a.s.)
zullen worden ingelijfd de dienst
plichtigen der lichting 1915, die toe
gewezen zijn aan het eerste bataljon
van elk der regimenten grenadiers,
jagers en infanterie, met uitzondering,
evenwel van hen, van wie op grond
van het door hen genoten onderwijs
kan worden verwacht, dat zij de ge
schiktheid bezitten om in opleiding te
worden genomen voor don rang van
officier.
Alleen om zeer gewichtige redenen
waaronder in dezen studiebelaugen
kunnen worden gerekend - kan aan
de in te lijven dienstplichtigen uitstel
van eerste-oefening worden verleend,
indien zij daartoe alsnog ten spoedigste
zelf hun verlangen bij (ongezegeld)
verzoekschrift aan den minister van
oorlog te kennen geven, met over
legging vau een deugdelijk bewijsstuk
omtrent het werkelijk bestaan van
de reden der aanvrage. De dienst
plichtigen zullen echter rekening
moeten houden met demogelijkheid,
dat het uitstel wordt ingetrokken
zoodra de omstandigheden daartoe
aanleiding mochten geven.
Verlof aan militairen.
Door den Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht is bepaald, dat
aan de onder de wapenen zijnde mi
litairen, die eene schriftelijke ver
klaring van den Burgemeester dei-
gemeente hunner woonplaats kunnen
overleggen, dat zij in het banket
bakkersbedrijf werkzaam zijn en
daarin gedurende de St. Nicolaas-
drukte niet kunnen worden gemist,
een extra-vorlof kan worden verleend
van 28 Novomber 1914, 's avonds na
afloop van den dienst, tot en met 6
December d, a. v.
De mijnontploffing te West-Kapelie.
Er is niet de minste aanwijzing
omtrent do oorzaak van het ongeluk,
daar allo personen, die er bij tegen
woordig waren, gedood zijn.- Luit.
ter zee Bruinsma had iu de laatste
dagen reeds verscheidene aangespoel
de mijnen gedemonteerd. In het ge
heel waren ten Zuiden van Hoek van
Holland tot Maandagavond 200 mijnen
door het demonteeren onschadelijk
gemaakt. Behalve de gedemonteerde
zijn er nog mijnen door verschillende
oorlogsschepen in den grond geboord,
terwijl enkele door dynamiet opge
blazen zijn. Dit is niet altijd mogelijk,
omdat sommige zoo dicht bij kust-
werken of gebouwen zijn aangespoeld,
dat bij het opblazen gevaar voorge
bouwen of werken zou ontstaan.
De Koningin liet door tusschen-
komst van den opperbevelhebber van
zee- en landmacht hare deelneming
bstuigen aan de nagelaten betrek
kingen der by de mijnontploffing to
Westcappellfi omgekomen personen.
De ministers van marine en oorlog
en de opperbevelhebber zonden ook
hun condoleanties aan de familiön
der slachtoffers.
De begrafenis van de slachtoffers
heeft hedenmorgen te 11 uur te West-
Kappelle plaats. De Minister van Ma
rine en de vice-admiraal W. Naudin
ten Ca te alhier zyn daarbij vertegen
woordigd door hun adjudanten.
Vorder zal II. M. de Koningin ver
tegenwoordigd worden door een or-
donnance-officierde minister van
marine door deu kapitein ter zee Van
der Hegge Spies; de opperbevelhebber
van zee- en landmacht door don kapi
tein ter zee Van Leschen en den
reserve-majoor van den generaion
staf Cremer, en de minister van ko
loniën door de luitenant kolonels Van
Goch en Kroesen, beiden chef vau
een militaire afdceling aan het depar
tement.
De ramp te Westkapelle is gisteren
ook in de Eerste Kamer besproken.*
De Voorzitter zegt bij de opening
van de vergadering, dat hetgansche
Nederlandsche volk met diep leed
wezen de ontzettende gevolgen heeft
vernomen, welke het aanspoelen van
een mijn bij het demontebren daar
van had. Uit het graf van de negen
slachtoffers spreekt een ernstig waar
schuwend woord tot hen, die dezen
zeer gevaarlijken arbeid hebben te
verrichten om toch niets te verzui
men, dat kan strekken om ongelukken
als dit te voorkomen. De brave lieden,
die het slachtoffer zyn geworden,
herdenken wij met weemoed. Hun
familie en gezinnen die door deze
ramp plotseling in diepen rouw zijn
gedompeld kunnen verzekerd zijn van
onze deelneming in dit voor hen zoo
smartelijk verlies.
Do Minister van Marine, den heer
Rambonnet sluit zich namens
de regeering volkomen bij deze woor
den aan. Het spreekt van zelf
zegt Z.Exc, - dat in de tegenwoor
dige omstandigheden werkzaamheden
moeten worden verricht, die hun ge
vaar meebrengen. Het spreekt ook
van zelf, dat die gevaren niet altijd
kunnen worden voorkomen, doch
onder de oogen moeten worden gezien.
Omdat die gevaren onvermijdelijk
zyn, hen-denken wij de nagedachtenis
van de slachtoffers en zullen wij die
hoog houden. Wij brengen hun hulde
voor wat. zii gedaan hebben in dienst
van het vaderland.
Geïnterneerden.
Bij het interneeringsdepötte Bergen
bij Alkmaar worden twee Duitsche
officieren vermist, aan wie eenige
vrijheid van beweging was verleend,
nadat zij zich op eerewoord verbon
den hadden niet te zullen ontvluch
ten.
Belgische vluchtelingen.
Het Provinciaal Vluchtelingencomi
té in Zeeland verzoekt dringend hulp
voor de duizenden vluchtyngen wel
ke nog in de Provincie vertoeven en
daar den winter zullen moeten door
brengen, dewijl zij in hun land geen
verdienste hebben, of beroofd zijn van
huia en haard, in den vorm van
levensmiddelen van allerlei aard, van
kleederen (in 't bijzonder onderklee
doren zoo voor mannen als voor
vrouwen en kinderen) en dekens.
Ook bedden en matrassen voor ouden
van dagen en zieken zijn hoogst
noodig.
Al deze goederen moeten gezonden
worden aan het adres vau Mr. P.
Dielernan, Station, Vlissingen, alwaar
liet magazijn van het Comité is go
vestigd en van waaruit over de Pro
vincie wordt gedistribueerd.
De Engelsche philantropie boudt
zich prachtig door belangrijke toe
zendingen van levensmiddelen cn
kleederen.
Laat toch ons eigen land, waar
het ouzo zoo zwaar geteisterde Zui
derbroeders betreft, niet achter bly ven.
De nood is werkelijk groot.
Met ingang van 1 December a.s.
zal de treinenloop uitbreiding onder
gaan, ook bij de S. S. en de N. C. S.
De buitenlandscho verbindingen zulten
geen aandeel in de uitbreiding hebben.
De „Sommelsdijk"
Te Amsterdam zal op Dinsdag 1
December bij enkele inschrijving
worden verkocht de afgevoerde kor
vet „Sommelsdijk".
Spionnage.
De kustwacht te Delfzijl heeft Maan
dag een Duitscher aangehouden, ver
dacht vau spionnage. Na verhoor is
deze in bewaring gesteld.
Stuurlieden-examens.
's-Gravenhage. Geslaagd groote
stoomvaart eerste stuurman de heeren
J. C. Lagaalj, F. J. Smit, aanv. gou
vernements-marine; tweede stuurman
de heeren: Th. C. van de Vrie, M.
Ydo; derde stuurman do heeren W.
Meynderts, H. Oldenburgor, C. Schoen,
A. B. J. Triebels.
Handel en scheepvaart.
De „Frankfurter Zeitung" van 16
dezer had gemeld, dat onze regec-
ring zich niet heeft aangesloten bij
de stappen, door de drie Skandina-
vischo rijken bij de oorlogvoerende
regeeringen gedaan inzake de be
lemmering van den handel en de
scheepvaart der neutraio landen.
Inderdaad heeft onze regeering
sedert het begin van den ooilog de
bedenkingen, die uit een volken
rechtelijk oogpuiit zijn gerezen togen
du decreten en algemeeno maatrege
len, rakende den handel on de schoep
vaart der onzijdigemogendheden,
achtereenvolgens onder de aandacht
der betrokken regeeringen gebracht,
laatstelijk naai aanleiding van het
jongste Britsche decreet nopens de
behandeling vau voorwaardelijke con
trabande en van den maatregel dooi
de Britsche admiraliteit genomen tot
feitelijke afsluiting van de Noordzee.
Anderzijds heeft onze regeering,
telkens wanneer zij een bepaalde
handeling eenor oorlogvoerende mo
gendheid ten opzichte van den handel
of de scheepvaart van Nederland in
strijd achtte mot het volkenrecht,
tegen zoodanige onrechtmatige han
delingen bezwaar gemaakt.
Duitsch geld.
Men schrijft uit Limburg:
Ineens is ook in het gedeelte van
Limburg, waar het Duitsche geld nog
de vrye circulatie had, het algemeeno
verzet gekomen tegen dit vreemde
geld. Het kan ook niet uitblijven, nu
de koers terugliep voor Duitsch pa
pier op 52 ets. per Mark en voor
Duitsch zilvergeld op 54.75 ets, per
Mark.
En misschien is nu ook de gelegen
heid voor de Regeering gunstig om
eens on vooral een eind te maken
aan den onzinnigen toestand, dat men
in een groot deel van Nederlandsch
Limburg geen .stukje Nederlandsch
geld te zien krygt, doch dat het er
alles vol zit met Groschen en Marken.
Het grensverkeer is tot een minimum
teruggebracht; er bestaat dus nu de
minste kans, dat er velon zijn, die
den last zullen ondervinden van een
wijziging in den munt toestand. Er
wordt hier en daar - vooral in Venlo
gevreesd, dat de neringdoenden
schade zulten lijden. Maar zullen de
Duitschors wegblijven, omdat zij eerst
in hun eigen woonsteden bij een
kassier of geldwisselaar Nederlandsch
geld zullen moeten opnemen? Wij,
Nederlandsche grensbewpners, zien
toch evenmin er van af, om onze in-
koopen te gaan doen in Crefeld of
Gladbach of Dusseldorf, omdat wij
daags te voren in een van onze pro
vincie-steden bij den kasser Duitsch
geld moet opnemen.
Dood door schuld.
De Alkmaarsche Rechtbank ver
oordeelde een vroeger te Dordrecht
woonachtigen automobiel handelaar,
die in beschonken toestand een even -
eens onder den invloed van drank
verkeerenden op een stoomflets go-
zeten inwoner van Bergen op den
Kennemerstraatweg zoodanig had
aangereden, dat deze kwam te vallen,
een schedelbreuk kreeg en kortdaftr-
op overleed, tot 6 maanden gevangenis
straf. De eisch was 4 maanden.
Vinvisschen aangespoeld.
Het zeedier, dat dezer dagen te
•Wissekerke (Zeel.) is aangespoeld, is,
naar de directeur van het Rijks Mu
seum voor Natuurlijke Historie te
Leiden heeft verklaard, een vinvisch.
Het dier is 21 meter lang en hooft
een omtrek van 13 meter. Het ge
raamte zal naar het Leidsch Museum
worden overgebracht.
Ook aan de Zuiderpier te Hoek
van Holland is oen vinvisch, van
ongeveer 25 meter lengte, aange
spoeld. Dat wa» nomuier 3, want or
is, ook te Katwijk een exemplaar van
dit zoogdier gevonden, dat anders
aan onze kusten hoogstzelden wordt
aangetroffen.
Lijken aangespoeld.
Op Terschelling zijn weer Blijken
aangespoeld, bijna geheel naakt en in
verregaanden staat van ontbinding.
IJmuiden, 18 Nov.
De IJrauider stoomtrawlers gaan
nu zachtjes aan weder naar zee, of
schoon het veel moeite kost volk te
krijgen, daar de vrees voor mijnen
nog niet van de lucht is.
Van het Oostelijk front.
St. Petersburg, 18 November. De
Russische groote generale staf deelt
mede:
Tusschen de Weichsel en de Warta
is onze voorhoede, na een gevecht
met de Duitschers, die lot het offen
sief overgingen, in de richting van
de Bzoera (linker zijrivier van de
Wechsel) teruggetrokken.
De vijand is er in geslaagd vasten
voet te krijgen in de streek van
Leknitsa (ten Zuiden van Kutno) en
Orlow (ten Z.O. van Kutno). Zijn
voorhoede rukt op tegen Platjek (ten
Zuiden vau Orlow).
In Oost-Pruisen blijven ouze troepen
vorderingen maken in gevechten aan
het front van Gumbinnen naar Au-
gerburg, dat de vijand verdedigt. In
de door ons genomen loopgraven bij
Varschlaghen (Darkehraen had de
vijand meer dan 300 dooden in den
steek gelaten.
Onder de- officieren, die wy daar
hebben gevangen genomen, bevond
zich een artillerie-officier, die bij de
infanterie was ingedeeld, 't geen wijst
op gebrek aan officieren.
Op het front aan de Masurische
meren hebben onze troepen de ijzer
draadversperringen van de vijande
lijke stellingen bereikt en zijn bezig
die te forceeren.
Op het front van Czenstochowa-
Krakau hebben wij een aanval ge
daan op aanzienlijke vijandelijke
strijdkrachten, waarvan de afdeelin-
gen, die bij Wlodowitsa opereerden,
op de vlucht zijn gedreven.
In Galicië bezetten wij achtereen
volgens de passen over de Karpathen.
De Oostenrijkers in Servië.
Weenen, 18 November (Wolff.) Het
hoofdkwartier van het leger in Ser
vië meldt officieel: Na verbitterde ge
vechten bij de vernielde bruggen over
de Kolubara zijn onze troepen over
die rivier getrokken. Deu 16den dezer
hebben wij 1400 Serviërs gevangen
genomen en veel oorlogsmateriaal
buit gemaakt.
Weénen, 18 Nov. (Wolff.) Het groote
hoofdkwartier deelt officieel mede
De krijgsverrichtingen van de Duit
sche cn Oost.-Hong. legers hebben de
Russische hoofdmacht in Russisch
Polen tof. een veldslag genoopt die
zich op het geheele front hoeft ont
wikkeld onder voor ons gunstige
voorwaarden. Een onzer legers heeft
gisteren meer dan 3000 Russen ge
vangen genomen.
Vergeleken met dezen grooten slag
heeft de opmarsch van Russische
strijdkrachten tegen de Karpathen
slechts ondergeschikte beteekonis.
Bij een operatie vanuit Grybow is
een sterke troep Russische kavallerio
door ons kanonvuur gedecimeerd ver
strooid.
Berlijn, 18 Nov. (E. van Duitsche
zijde.) Van het oostelijk oorlogsveld
komen voortdurend goede berichten.
Het getal der Russische gevangenen
heeft de 50.000 reeds overschreden.
Libau opnieuw beschoten.
St. Petersburg, 18 Nov. (P. T. A.)
De marinestaf deelt officieel mede
in don ochtend van don 17en dezer
verscheen een Duitsch smaldeel van
twee kruisers, verscheidene stoom
schepen en 10 torpedobooten voor
Libau en begon opuieuw de stad en
de haven te beschieten. Het bom
bardement heeft tal van branden
veroorzaakt.
De ambtelijke Duitsche verlieslijsten
geven, volgens een telegram uit
Kopenhagen aan de Times, totdusver
een totaal van 549,247 dooden, ge
wonden en vermisten. Hierin zijn
niet begrepen de verliezen vau Beiejen
Saksen en Wurtemburg, die op ruim
400,000 beschat worden.
Uit Berlijn zijn sedert half Septem
ber 6600 als genezen uit de hospitalen
ontslagen gewonde militairen naar
het front teruggezonden8 pet. zijn
voor alten velddienst onbruikbaar, 36
pet. zijn volkomen geschikt voor alle
diensten en 56 pet. alleen voor gar
nizoensdienst deze laatsten vormen
nu de kern van do roservebataljons.
loopig wordt uitgesteld. Tot afge
vaardigde naar de vergadering der
afd. Noord-Holland wordt gekozen
de heer W. Komen, tot plaatsver
vanger de heer Jb. Bakker. Beide
nemen deze opdracht aan. Bij de
bespreking der ageuda van genoemde
vergadering stelt de heer Komen
voor jaarlijks 10 ct. per lid meer af
te staan aan 't Hoofdbestuur. Allen
keuren het goed, dat dit voorstel op
de Afdeeli ngs- vergaderin g gedaan
wordt.
De bespreking voederaankoop leidt
tot geen resultaat. Alleen blijkt, dat
goede kwaliteit voeder te Apeldoorn
en te Amersfoort goedkooper is te
verkrijgen dan bij de gewone leve
ranciers. Volgt verkiezing bestuurs
leden. Aan de beurt van aftreden
zijn de heeren, W. Komen, S. Kossen,
J. Nioland eti K. L. van Gorkom. De
laatste had zijne benoeming voor een
jaar aangenomen en de heer Nieland
wenschte niet weder in aanmerking
te komen. Gekozen werden de heeren
W. Komen, S. Kossen, Jb. Bakker,
en IJ. Lunshof, die allen de benoeming
aannamen. Uit de rekening en ver
antwoording van den penningmeester
den heer J. Nieland, bleek dat de
ontvangsten bedroegen f 59.84, de
uitgaven f63.02', batig saldo f6.81'.
Nagezien door de heeren H. Smit
en P. Keuris bleek de rekening vol
komen in orde te zijn, waarna zij
werd goedgekeurd, ouder dankbetui
ging aan den penningmeester.
Op voorstel van 't bestuur werd
de contributie voor 1915 vastgesteld
op f 1.40. De begrooting voor 1915
werd vastgesteld op f75.41' in ont
vangsten en f 68 in uitgaven. Besloten
werd f5 af te dragen aan 't proef-
fokstation. De prijs der broedeieren
werd vastgesteld op 6 ct. voor de
leden en minstens 8 ct. voor de niet-
leden. Tot leden van de keurings
commissie voor de foktoomen werden
gekozen de heeren W. Kleijn, S. Kos
sen en A. Schenk. Bij de rondvraag
informeert de heer Lunshof of er ook.
een vergelijkend overzicht te verkrij
gen is vau de prijzen der eieren op
de Schagermarkt en den veiling te
Amsterdam, zoo mogelijk loopende
over 't geheele seizoen. De secretaris
zal hieraan trachten to voldoen.
Hierna sluiting.
Julianadorp.
Alhier worden pogingen aange
wend, tot het oprichten eeuer afdoe-
ling van het „Nut van 't Algemeen".
Zaterdagavond a.s. zal or reeds over
vergaderd worden in het lokaal van
den Heer J. Bijvoet.
UIT DEN OMTREK.
Anna Paulowna.
Dinsdagavond, 17 Nov. vergaderde
in „de Vlas- en Korenbeurs" de afd.
Anna Paulowna der V.P.N. De voor
zitter, de heer K. L. van Gorkom,
opende de vergadering, waarna de
secretaris, de heer W. Komen, de
notulen las, die onveranderd werden
goedgekeurd. De secretaris deelt mede,
dat voor een cursus in pluimvee
teelt zich 6 personen hebben opge
geven. Minstens 12 personen moeten
or zijn, zal een cursus gohouden
kunnen worden, zoodat deze voor-
De paus en de oorlog.
Rome, 16 November. De paus heeft
tot de bisschoppen en de katholieke
wereld een encycliek gelicht, waarin
wordt gezegd
Toen de paus den zetel van den
heiligen Petrus beklom, was hij Aiot
smart vervuld over den jammerlijken
toestand waarin zich thans de bur
gerlijke gemeenschap bevindt, en met
vreugde over den toestand waarin
zijn voorganger hem de kerkelijke
gemeenschap heeft achtergelaten. De
eucycliok motiveert in den breedo
deze beide indrukken en zinspeelt,
wat den smartelljkeu indruk betreft,
op den huidigen, vroeselijken oorlog
en in het algemeen op den strijd in
den geest der. menschen, waarvan
de vier hoofdoorzaken volgens den
paus gelegen zijn in: lo het gebrek
aan oprechte wederzljdsche liefde
tusschen de menschen2e minachting
voor het gezag3e do onrechtvaar
digheid in de betrekkingen tusschen
de verschillende klassen van burgers
4e de omstandigheid dat stoffelijke
goederen het eenige doel is geworden
van de mensohelijke werkkracht.
Vervolgens houdt de encycliek zich
bezig met den gunstigen toestand
der kerk en het ruime gebied, dat
nog voor haar woikzaamheid open
staat. De paus besluit met een innigen
wensch naar vrede, vrede voor do
volken, die daarin onschatbare wel
daden zulten vinden, vrede voor de
kerk, die or de vrijheid in zal vinden
welko zij noodig heeft in verband
mot de buitengewone omstandigheden
waarin zich thans de stedehouder
vau Christus bevindt en waartegen
de paus, bij de vervulling zijner hei
lige plichten, de protesten zijner voor
gangers herhaalt.
Ter bereiking van die doeleinden
maan ik u God, door tusschenkomst
van de Heilige Maagd, om vredo te
bidden.
De Indische troepen.
In een artikel van de „Times" over
de Engelsch-Indiërs op het Westelijk
oorlogstorrein, lezen wij het volgende
over den last, die de voeding van
die menschen van verschilend geloof
geeft:
De Gurkha,. de Rajput en andere
Hindoes eten geite- en schapen vleesch,
mits het dier op de voorgeschreven
manier is geslacht. De afschuw, die
de streng geloovigo Hindoe voor rund-
vleesch gevoelt, is zoo sterk, dat hij
op het gezicht ervan soms braakt.
Het vooroordeel is zoo diep geworteld,
dat Mohamedanen, die van bekeerde
Hindoes afstammen, niet aan den
smaak kunnen gewennen. Gelukkig
dat varkensvleesch, het afgrijzen van
den Mohamedaan, de voeding van de
Hindoes nog niet moeilijker maakt.
De grootste last is echter niet de
aard van het vleesch, maar het slach
ten en koken. De Sikhsche dorpeling
gruwt van schapevleesch, dat hij ziet
bereiden door den Mohamedaanschen
slager, die het dier den hals door
snijdt, evenals de Mohamedaan van
vleesch van een schaap, dat een Sikh
heeft gedood met de snede in den nek.
De Indische troepen in Frankrijk eten
wel een hoeveelheid schapevleesch
uit blik, maar voor het overgroote
deel moeten schapen en geiten levend
met den spoorweg naar het uiterste
punt wordon gezonden en daar over
eenkomstig het ritueel worden ge
slacht, hetzij door Mohammedanen,
Sikhs of Hindoes. Met het merk van
reinheid worden de geslachte dieren
dan naar de verschillende punten van
het front doorgestuurt. Aan het front
wordt niet geslacht, want reeds de
nabijheid van een Mohamedaansch
slachthuis zou de Hindoes kunnen
verontreinigen.
Als drankrantsoen wordt aan de
Indisciie troepen rum uitgereikt, de
Mohamedanen, die geen sterkedrank
mogen hebben, krijgen daarvoor ten
ruimer rantsoen thee en suiker.
Voorts krijgt elke Indiër twee pakjes
sigaretten in de week.
De Engelsche vloot.
De „Deutsche Tageszeitung" be
toogt, dat men het succes der Duit
sche vloot niet overschatten en de
Engelsche vloot niet onderschaten
moet. De trots der Duitschers op hun
vloot, zoo zegt het blad, is ten Yolle
gerechtvaardigd en in geen enkel op
zicht overdreven. Men mag zich ech
ter niet laten verleiden tot de ver
keerde opvatting, dat de Engelsche
vloot door de verliezen, die Duitsche
schepen en duikbooten haar toege
bracht hebben, ook maar in het ge
ringst verzwakt is. Als er thans oen
algemeene strijd tusschen de beide
vloten werd uitgevochten, dan zou
blijken, dat de Engelsche vloot niet
minder sterk is dan bij het begin van
den ooilog. Een werkelijke gaping
heeft alleen de overwinnig van hel
Duitsche kruiser-eskader veroorzaakt.
Eu deze gaping kan met een zeker
tijdverlies maar overigens zonder
moeite aangevuld worden.
De schitterende prestaties van de
„Emden", de „Karlsruhe", de „Kénigs-
beig" enz. hebben aan bepaalde krin
gen in Engeland niet onbelangrijke
sommen gelds gekost, maar geen in
vloed kunnen uitoefenen, middelljk
noch onmiddelljk, op den loop van
den oorlog.
De Duitsche duikbooten hebben tot
nu toe in alle deelen van de Noord
zee, van het noorden der Schotsche
kust tot Dover, Engelsche oorlogs
schepen en vaartuigen in den grond
geboord, groote kruisers, kleine krui
sers en kannoneerbooten. Een modern
oorlogsschip van hooge militaire
waarde hebben de Duitsche duikboo
ten echter nog nieton schadelijk kun
nen maken. Dit is niet hun schuld,
maar 't gevolg van 't feit, dat sedert,
meer dan twee maanden alle mo
derne schepen, die de hoofd vloot der
Engelsehen vormen, uit de Noordzee
verwijderd zijn, voor zoover niet nog
eenige in oorlogshavens aan dc Brit
sche oostkust liggen, die veilig afge
sloten kunnen worden.
Ondanks de door de Duitschers op
zee behaalde successen is de hoofd
macht van Engeland nog onverzwakt
en ongerept, en bestaat voor haar de
mogelijkheid slag te leveren zoodra
zij wil. Wy hebben ook geen reden
deze vloot te onderschatten en te ge-
looven, dat de geestNen_jte militaire
bekwaamheid te wensch Geverlaten
Men kan er niet genoeg deniutdruk
op leggen, dat voor een dergelijke
opvatting niet de minste reden in
staat en wij meenen te weten, date
de Duitsche marine-autoriteiten daar-
van ook ten volle overtuigd zijn.
In de loopgraven.
In de „Temps" vertelt iemand nog
weer eens van het leven in de Joop
graven van de Franscho soldaten.
Behalve wanneer er gevochten wordt,
zegt hij, is or in Frankrijk geen
vreugde te vinden dan aan het front,
temidden van de troep. Volgens dozen
schrijver in de „Temps" schijnt een
optimistische en onbezorgde stemming
aan alle Franscho soldaten gemeen
te zijn. Den geheelen dag, zoo vertelt
hij, hield niet ver af, in de streek
van Souain, het kanon niet op te
donderen. De manschapgen waren
echter druk in de weer met verschil
lende dingen voor de tweede linie
de keuken, soep, uitdeeling van brie
ven, aflossing uit de loopgraven. Do
loopgraven waren niet ver weg en
de soldaten, die er uitkwamen of or
ingingen, spraken er over alsof 't
een eenvoudigen kazernedienst gold.
In dezen onbeweeglijken ooilog,
van loopgraaf tot loopgraaf, hebben
de manschappen per slot een vrij
geregeld leven georganiseerd. Beschut
in hun hol, doen zij, in afwachting
van den aanval, van de ravltail
leering of de aflossing, een spelletje.
Aan dit gedeelte van het front, zijn
de Duitsche loopgraven op vijftig
meter van de ouze. Van tijd Lot tyd
neemt men er hun een of twee af.
Maar die tegenstanders beginnen el
kaar op het laatst te kennen en nemen
gewoonten aan en welhaast gemeen-
schappelijko verstrooiingen.
De vermakelijkste is de hazenjacht.
Wanneer er zich een vertoont op do
strook gronds, die de Franschen en
de Duitschers scheidt, dan wordt er
van weerskanten levendig geschoten.
Meestal legt de haas het loodje.
Valt hij aan den Franschen kant,
dan springt een van de onzen uit
de loopgraaf on gaat vlug het wild
oprapen: geen Duitscher lost een
schot. Valt de haas aan den Duitscheiï
kant neer, dat gaat een Duitscher
hem oprapen en de Franschen vallen
hem dan niet lastig. Maar blijft du
haas midden in 't veld liggen, dan
yliegen Franschen en Duitschers er
op af en dan breekt het geweervuur
los. Tenzij de Duitschers een teeken
geven, dat zij het wild aan de Fran
schen afstaan zooals onlangs toen
een van hen, wijzende op den haas,
uit de verte al beduidde, dat hij er
van afzag, roepende: „tabak, tabakI"
De onzen begrepeneen soldaatje
sprong uit zijn loopgraaf, holde op
den haas af en legde op de plaats
van het dier een pak tabak, 's Avonds
werd er in de loopgraaf hazepeper
gegeten.
Niemand denkt er aan, dat hier
ook wel menschenlevens op het spel
staan.
Een ontmoeting/'/»^-''
In oen brief van een Duitsch offi
cier, in de „Baseier Nachricliten"
gepubliceerd, leest men van een
eigenaardige ontmoeting tusschen
een Duitsch en een Fransch officier
op het slagveld:
Er was hevig gevochten en tusschen
de loopgraven lagen vele, vooral
Fransche, dooden. De Duitsche batal
jons-staf gaf daarom den schrijver
van den brief bevel met den vijand
te onderhandelen over het bergen van
de dooden. Tot boscherming van
den officier werd een Franscho
geestelijke uit den omtrek als gijze
laar meegegeven. „Ik nam", zoo
vertelt de luitenant „monsieur Ie
curé, een man met een geweer en
al mijn moed bijeen en ging mot de
witte vlag uit de stelling. Aan den
anderen kant werd eveuoous een