HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
DE OORLOG.
No. 4392
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£„ 45 „0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 21 cent
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de tweede helft van November.
Zaterdag 21 I Matinees
ingkoor „Ons Dool"
Zondag 22 Dirks Admiraal Muziekgezelschap „Winnubat"
Maandag 23 Keptunus Stofinuziek
Parallelweg Lezing v. d. Loe
8 U. Marine, Zolder Marinewerf,
Kijkduin, Heldin en Weeshui;
8 u Ook voor de Linie.
0p pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. Feuilleton, diiz.
2. Na de Oorlog.
3. Sport.
Winterdienst Holl. Spoor.
Vertrek en aankomst dei treinen.
VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM.
Vertrek Aankomts
G.2G9.10
7.40 sneltrein 9.10
12.-2.21
1.053.11
4.106.03
8.8010.54
VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER.
Vertrek Aankomst
6.04 8 35
9.47 gedeeltelijke sneltrein 11.47
12.543.25
-3.386.07
8.3G11.14
9.05 Sneltrein - 10.35
De officieeie legerberichten
van 18 en 19 November.
Op het Westelijk front heeft; de
fnvlood van het weer zich sterk doen
gevoelen. Belangrijke bewegingen
hebben dan ook niet plaats gehad.
D.d. 18 November wordt alleen ge
meld, dat het artillerie-duel met even
groote heftigheid voortgezet wordt.
Verder hebben de Duitscbers In de
streek van St. Mihiel het Westelijk
gedeelte van het dorp Chauvoncourt
in de lucht laten vliegen. Dit ge
deelte was door hen ondermijnd.
In liet Yser-gebied is geen ver
andering in den toestand gekomen.
Van Duitsche zijde wordt melding
gemaakt van een luchtgevecht, waar
bij twee Fransche vliegers gedwongen
werden te landen in het bereik der
Duitschers, terwijl van Fransehe zijde
bericht komt over het vermeesteren
van een Duitsche vliegmachine.
Berichten van 19 November, van
Duitsche zijde, maken melding van
de bezetting van Chauvoncourt na
het in de lucht laten vliegen van
de Fransche stelling aldaar. In Fran
sche berichten wordt van dit feit
nog geen melding gemaakt. Wel
wordt echter medegedeeld, dat een
poging van de Duitschers om het
dorp Tracy-le-val te hernemen dooi
de Fraiischeu werd afgeslagen, en
dat de bondgenooteu zich in al hun
stellingen handhaafden.
Op het Oostelijk oorlogstooneel gaat
het.levendiger toe. Duitsche berichten
van den 19en dezer maken melding
van opnieuw begonnen gevechten en
van het tegenhouden van den Russi-
schen opmarsch in Oost-Pruisen. Do
Duitsche bladen geven een zeer gun
stige voorstelling van den strategi-
schen toestand waarin de Duitschers
zich bevinden. Nu echter een nieuwe
slag begonnen is, lijkt het beter het
verloop daarvan af te wachten. Wel
zijn de Russen teruggeworpen, maar
het zal nog moeten worden uitge
maakt, of dit wel een beslissende
periode voor den strijd in Polen ge
weest zal zijn.
Van het Russisch-Turksche ge
vechtsterrein komen weer allerlei
overwinningsberiohten. Zoo meldt
een bericht uit Konstantinopel dat
de Turken door Lasistan in Rusland
zijn binnengetrokken en de Russen
hebben verslagen. Van Russische zijde
wordt hierover niets gemeld, wel
daarentegen wordt medegedeeld dat
<le Russen de Turken bij Dutak ver
sloegen. (Lasistan is de landstreek
langs de Zwarte Zee-kust welke dooi
de Russisch-Turksche grens in tweeën
gedeeld wordt, Dutak ligt ten Z.O.
van deze streek, ongeveer 250 K.M.
van de kust). Men schijnt elkander
hier dus op grooten afstand te pas-
seeren.
Turksche berichten maken ook nog
melding van de bezetting van Kala-
tunahl, op 150 K.M. van de grens
>op Egyptisch gebied gelegen. Van
Engelsche zijde werd hierover nog
niets gemeld. y
De Turken schijnen overigens rare
streken op hun kompas to hebben.
Zoo werd een sloep van den Ameri-
kaanschen kruiser „Tennessee" welke
de haven van Smyrna wilde binnen
komen, door de forten bij de stad
beschoten. De Amerikaansche regee
ring heeft do Porte opheldering om
trent dit feit verzocht.
De Hollandsche stoomschepen „Deu-
ealion" en „Achilleus" worden ook
nog steeds zonder reden vastgehou-
•deu.
Op zee is ook weer wat leven ge
komen. Zoo is de haven van Libau,
de eenige Ijsvrije oorlogshaven van
Rusland in de Oostzee, door de Duit
schers beschoten en door het doen
zinken van schepen versperd.
Verder wordt melding gemaakt
van een zeegevecht op de Zwarte
Zee. Volgens de Turksche berichten
viel de Turksche yfo.ot een uit 2
slagschepen en 5 kruisers bestaand
Russisch eskader aan, beschadigde
een slagschip ernstig en joeg de rest
op dP vlucht naar Sebastopol. De
Russische berichten geven echter een
totaal andero lezing van het geval.
Deze melden dat de „Goeben" en de
„Breslau" bij Kaap Chersones (Klim)
gesignaleerd werden. Een Russische
divisie linieschepen opende daarop
het vuur en beschadigde do „Goeben".
Aan boord van de „Goeben" veroor
zaakte een ontploffing brand. Het
schip verdween daarop in de misl,
Dc „Breslau" nam geeji deel aan het
gevecht.
Aan Russische zijde werd het adml
raalsehip beschadigd. Du verliezen
aan Russische zijde waren 3 officie
ren en 29 man gedood en 25 man
gewond.
Beide berichten zijn dus wat den
uitslag betreft volkomen met elkaar
in strijd, terwijl zij overigens elkan
der aanvullen.
Op het Westelijk oorlogstooneel.
Fransche hulptroepen.
Volgens Fransche bladen zijn uit
Parijs twee bataljons Italiaansche
vrijwilligers onder Giuseppe Garibaldi
naar het front vertrokken. Garibaldi
heeft een proclamatie uitgevaardigd,
eindigende met de woorden; Leve
Frankrijk, leve Italiö en de bondge-
"nooten
De Duitsche mortieren
aan het werk.
Dr. Arthur Münzer schetst in een
bericht van het F«u;Jjjnsche „Klini
sche Woohenblatt", uv, "ei kzaamheid
der Duitsche 42 cM. mortier batterijen.
„Daar zijn nu op een niet heel
groote ruimte, soliede yastgemetseld,
twee stukken opgesteld. Niet ver
daarvan af liggen de reuzenprojec-
tielen, waarvan er juist een spelen;
derwijze opgeheseheo wordt. We zijn
toevallig iu een vuurpauze aangeko
men en wachten met spanning op
de dingen, die komen zullen. Maar
eerst hebben we gelegenheid de plaat
sing van het geschut te bewonderen.
We hadden ons alles mogelijk nog
machtiger en reusachtiger voorge
steld, dan het werkelijk was, door
de vele verhalen, die we er over
hadden gehoord. Nu we do monsters
in werkelijkheid zagen, leek het ons
allemaal heel erg natuurlijk. Alleen
de opwaarts gerichte loop 'scheen op
komend onheil te duiden, dreigde met
dood en verderf. Een aantal hoogere
officieren liepen druk heen weerman
schappen zijn bezig met het uitladen
van ammunitie, Uit groote zorgzaam
heid worden wij ook van watten
voorzien, waarmee het oor tegen een
al te zwaren knal wordt beschut. Wij
staan op een afstand van zoowat 20
meter van het stuk, dat het eerst
zal vuren. Dan opeens komt het.
Een onderofficier commandeert;
KlaarEen man op het platform van
het kanon heft de hand op de
spanning is ten hoogste gestegen -
„Vuur!". Uit den loop van den mor
tier springt een geweldige vuurzuil,
een geweldige knal, een hefrige schok
voor hen, die in de buurt staan, en
dan een sissen en suizen in de lucht,
waaraan geen einde schijnt te komen
de loop van het geschut buigt zich
ter aarde, rook en walm stijgen er
uit op. Eerst staat men verstond, als
voor iets onbegrijpelijks. Maar lang
zaam wijkt de spanning. En alles
gaat weer zijn gewonen gang.
Na twaalf minuten valt het schot
uit het tweede stuk. Steeds weer be
gint het afgrijselijke spel en automa
tisch wordt een nootlot afgewikkeld.
In de loopgraven.
Aangezien de Fransche troepen in
den loop van de laatste mistige dagen
steeds zijn vooruitgekomen, bevinden
sommige van hun loopgraven zich
nog slechts 50 metor van die van
den vijand.
In dezen oorlog van onbeweeglijk
heid richten de mannen ten slotte
hun leventje in en zoeken ze naar
amusementen, want je kunt toch
niot altijd schieten
Eén van deze amusementen bestaat
daarin dat men overdag boven de
borstwering een pop omhoog steekt,
met een kepiopeneen uniformjas aan.
Dadelijk gaan de Duitschers zich
oefenen in het schieten op die pop,
en naarmate hun schoten raak of
mis zijn laten de marqueurs ze om
hoog of omlaag of heen en weer
dansen.
Anderzijds hebben de Duitschers,
om zich tegen verrassingen te vrij
waren, uitgedacht van afstand tot
afstand aan hun beschermde Ijzer-
draden een paai- te zarneu gebonden
leege blikjes vast te maken, die be
stemd zijn om als waarschuwings-
signaleu dienst to doen; liet schijnt
dat dit denkbeeld van de Engelsehen
afkomstig is, die het volgens de
„Daily Mail", het eerst hebben toe
gepast om rustig te Kunnen slapen,
en gewaarschuwd te worden als de
vijand weer begon tc schieten.
Deze voorzorgsmaatregel heeft de
mannen op het denkbeeld gebracht
van de volgende aardigheid
Profiteerende van een donkoren
nacht kropen de stoutmoedigste»
naar de vijandelijke linie, waarbij ze
een rol touw meenamen, en het uit
einde daarvan bevestigden aan de
ijzerdradon, die deel uitmaakten van
de Duitsche verdedigingswerken.
Daarna keerden ze, het touw afi ol
iënde, in hun loopgraven terug, en
trokken cr toen hevig aan. Het geraas
van de blikjes maakt alarm bij de
vijanden, die, denkende dat ze met
een aanval to doen hebben, op een
geweldige manier aan het schieten
gaan op de onzichtbare aanvallers,
terwijl men het in de Fransche loop;
graven uitschatert over het verkregen
effect.
Eindelek verzamelen de Fransche
soldaten beetwortelen, die aan de
kunstenaars in de loopgraven worden,
toevertrouwd, doze snijden er den
kop van een Duitscher in, meestal
caricatuur van Wilhelm II. Eenige
ervan worden uitgehold on gevuld
met bulletins van Fransche en Rus
sische overwinningen. Met allerlei
grappen worde» ge dan naar de
Duitsche linie goworpen.
Toen het bericht van de groote
overwinning van de Russen bokend
werd, haastte men zich dit door mid
del van een scheepsroeper aan de
daartegenover ingegraven Duitschers
bekend te maken. De Duitschers
protesteorden, en antwoordden dat
het bericht onjuist was. Daaruit
ontstond een woordenstrijd, dje weldra
in een fusilade overging, terwijl de
Fransche strijders de „Marseillaise"
aanhieven.
Zoolang de roodbroeken onder zulke*
omstandigheden nog zulke grappen
uithalen kunnen ze gerust met hun
bondgeuooten meejuichen:
„Are wc downhearted? NO!II"
Een ambulance-trein
aangereden.
De Beiersche ambulance-trein W.,
een geschenk van graaf Moy, is bij
RIjssel in botsing gekomen met een
andoren trein en zwaar beschadigd.
De trein kwam Dinsdag j.1. to 2
uur 's nachts op het voorstation te
Rijssel aan. Nadat hij daar ongeveer
twintig minuten had stilgestaan, kreeg
hij plotseling een hevigen stoot. De
trein vloog uit elkander, de locomo
tief met een aantal wagens schoven
een eind vooruit met zulk een ge
weld, dat de zieken uit hunne bedden
werden geworpen. Een goederentrein
van zestig wagens was van achteren
tegen den hospitaaltrein aangereden.
Aan de uit 31 wagens bestaande
ambulance-trein waren drie goederen
wagens aangekoppeld. De twee eerste
waren geladen met geschenken voor
de soldaten te velde, in den derden
bevonden zich paarden, onder hoede
van twee oppassers.
De locomotief van den goederen
trein was met zuik een kracht tegen
den luatsten wagen ingedrongen, dat
deze boven op de locomotief terecht
kwam. De voorlaatste goederenwagen
van den ambulance-trein stond recht
op, de inzittenden, negen ziekenver
plegers, konden slechts met groote
moeite naar buiten worden gehaald.
Een hunner bleek een hersenschud
ding te hebben gekregen.
De laatste zes wagens van den
ambulance-trein waarin zich gelukkig
geen zieken bevonden, waren totaal
in elkander geschoven.
Drie personen verloren het leven
bij de ramp, de beide paardenoppas-
sers en een beambte van den goede
rentrein, terwijl bovendien veertien
man van den goederentrein zwaar
gewond werden.
De laatste strijd....
Men schrijft van Vlaamsche zijde,
d.d. 17 Nov. aan de „Telegraaf:
Ja, van den laatsten strijd in de
derde oorlorsphase in Belgiö wil ik
vertellen.
We hadden eerst de worsteling om
Luik. dan die te Midden-Belgiö, einde
lijk de belegering van Antwerpen, ge
volgd door de turuehtocht van het
Belgische leger.
Kapitein Nijssens moest helpen
dezen aftocht dekken. Het was een
gewichtige, echter zeer gevaarlijke
taak. Ik zal hiervan de laatste episode
verhalen, tevens 't laatste gevecht
vóór den slag aan do Yser, waarmede
weer een nieuw tijdperk intrad.
Den lSden October dan bevond
kapitein Nijssens zich met zijn esca-
dron lanciers van het 2e regiment,
kerels, die te Luik, Aarschot en
Mechelen gestreden hadden, te Hulle-
ken, tusschon Genten Eeclo. Luitenant
De Raymond verkende de omgeving
van 't dorp E vergom en vernam dat
do Duitschers, die den vorigen
Gent bezet hadden, in twee sterke
kolommen naar Brugge oprukten,
een langs Lovendegem, Somergem,
Ursel, Knesselare, .een andere langs
Cluysen, Ertvelde, Oost-Eecle; de
eerste dus Zuidelijk, de andere Noor
delijk, om de Buigen in te sluiten.
Commandant Nijssens meldde dit
aan den kolonel van 't regiment te-
Waarschoot, die hem antwoordde,
dat hij stand moest houden, er bij
voegend, dat de Zuidelijke kolom
Duitschers niet talrijk was, waarin
deze overste zich echter vergiste.
Luitenant Raymond had intusschén
schermutselingen met wielrijders.
Te middag werd weer een bood
schap naar den kolonel gestuurd, met
de melding van de schermutselingen
en vragend om orders.
De bode keerde niet meer terug.
Om twee uur moest luitenant De
Raymond, wiens mannen door talrijke
wielrijders aangevallen werden, ach
teruitwijken; hij voegde zich bij het
escadronde wielrijders volgden hom
niet daar de binnenweg niet bereid-
baar was.
Commandant Nijssens stuurde om
twee uur een patrouille naar Waar
schoot, nogmaals om orders, maar ze
keerde terug met 't nieuws dat het
dorp door. de Duitschers was bezet.
Een patrouille, die dan de kolonel
te Oostwinkel ging zoeken, keerde
niet terug.
De Belgen hadden op den grooten
weg duidelijk het geratel der Duitsche
artilleriewagens vernomen.
't Was ni) 4 uur geworden. Orders
van den kolonel kwamen er niet. Jn
den omtrek bevonden zich de Duit
schers met groote macht.
De commandant liet dan zijn man
nen voortrukken iu de richting van
Knesselare. Bij Somergem moest men
't kanaal van Schipdonck oversteken,
maar vernam, dat alle bruggon door
den vijand bezet waren.
Dan' Noordelijk naar Lembeke, be
val de commandant. Het begon te
schemerenmen zou door bosschcn
pn binnenwegen rijden en trachten
tusschen de Duitsche troepen door
te dringen.
Ten Zuiden van Lerabeko ligt een
groot bosch en dit was door Duitsche
infanterie bezet.
„Mannen, reken op mij, ik zal er
u doorhelpenzei de overste. „In
galop
En de ruiters gaven hun paarden
de'sporen, En de Duitschers zagen
plots dien vliegenden troep voorbij
snellen en waren zoo verbluft, dat
ze pas vuurden toen het te laat was.
Nu stonden de Belgen voor het
dorp Caprljcke, waar een sterke Duit
sche macht legerde. Dan maar links
afgewend tot bij do hoeve van het
Gentsche godshuis, de eenige weg pip
de stad ïJeolao Noordwaarts om te
trekken,
Evenmin een doortocht daar
De eclalreurs on vluchtelingen meld
den, dat te Boterhoek en Bolgerhoek,
twee gehuchten op den weg, eveneens
Duitschers stonden.
En commandant Nyssens had
slechts 54 mannenHij bestudeerde
weer de kaartDan viel zyn
oog op St. Laurens, een dorpje nabij
de Nedorlandsche grens, waarheen
van 't Oosten geen groote weg leidde
en waar de vijand dus niet zou zijn.
Daar konden de vermoeide mannen
en dieren - drie paarden waren reeds
neergestort - wellicht rust vinden.
En 't was een hondenweer, 't Re
gende gestadig. De wegen waren
als slijkpoelen.
Het troepje rukte dus weer Noor*
delijK, trok door het bosch 't Aalst-
en zag plots eon groep
ulanen voor een tram. Die tram,
welke vol Duitsche soldaten zat, reed
langzaam naar Eecloo. Geaarzeld
mocht er niet worden. Men moest
de Duitschors weer verrassen.
Vooruit i" klonk 't bevel van com
mandant Nyssens.
En do onverschrokken ruiterbende
vloog tusschen 't troepje ulanen en
de tram door en verdween in 't donker.
De overste wilde dan te St. Laurens
overnachten enden volgenden morgen
dicht langs de grens naar 't Westen
oprukken, om zich nog bij 't Belgische
leger te kunnen voegen.
St. Laurens ligt aan de Leopolds-
vaart. De brug was vrij, 't escadron
bezette ze en sloeg 't bivak aan den
oever op'.
De Duitschers hadden de aankomst
dier lansiers vernomen, bezetten de
andere bruggen en sloten de Belgen
in. Maar de commandant hoopte den
volgenden dag, den 14en, stand te
kunnen houden en 's avonds, dooi
de duisternis begunstigd, door den
vijand heen te slippen.
Den Hen verliep de voormiddag
zonder vijandelijkheden. De lansiers
hadden geen uitweg... Kapitein Nys
sens hoopte dus op den nacht... Maar
's namiddags om drie uur kwam de
burgemeester van St. Laurens als
parlementair der Duitschers, den
Belgen verzoeken, zich terug te
trekken... Immers de Nederlandsche
grens was nabij en de interneering
gemakkelijk.
De Duitschers waren mot de over
macht en in het bezit van machine
geweren en artillerie... Er stonden
inderdaad 5000 mannen te en om
St. Laurens.
,Ga terug 1" zei commandant. Nys
sens toen op fieren toon. „En zeg
den Duitscheu commandant, dat ik
niet zijn bevelen, maar wel den
aanval afwacht en hij zich tegenover
soldaten van Luik bevindt."
De Belgen lagen goed verschanst
achter een dijk. De aanval begon
onmiddellijk. Geweren.on mitrail-
leuzen knalden. Commandant Nys
sens moest de volgende brug, die
van Oosthoek, in het oog houden en
ook de richting, waarin zijn mannen
zouden schieten, aanwijzen. Hij wilde
geen zijner soldaten voor dien ge
vaarlijken post aanwijzen, maar be
klom zolf den dijk... Hij werd zoo '6
doelwit eener hevige fusillade. Een
kogel trof hem aan zijn voorhoofd,
zoodat zijn gelaat dadelijk vol bloed
was.
De burgemeester van St. Laurens,
die den officier op datoogenblik zag,
getuigde: „O, hij was leelijk toen,
met dat slijk aan de kleederen en
het bloed op zijn gelaat... en hij was
ook zoo heerlijk schoon!"
Een tweede kogel vloog den held
door de pand van zijn jas, een derde
echter trof hem iu de heup, ging
door do dij, doorboorde het been en
verliet weer het lichaam.
De commandant stortte in een
gracht, maar riep nog„Mannen,
houdt stand, zoolang ge kunt. Denk
aan de brug rechts. Breng me niet
over de grens, laat mij in Belgiö
sterven... Leve dc koning 1 Leve
Belgiö!"
De 'Duitschers, die Over do brug
wilden rukken, werden neergescho
ten... Dat was de laatste strijd van
de Luiksche lansiers, die van den
veiligen, neutralen grond slechts
eenige schreden gescheiden waren,
maar nog niet besluiten konden
Bdgie te verlaten en de kacpp voor
het arme vaderland op te geven.
Maar over de brug links rukten
ook vijanden aan... Het kleine hoopje
moest nu twee aanvallen afslaan...
Luitenant Derdeyn had het bevel
overgenomen. Maar de toestand was
hopeloos...
En men moést naar Nederland...
Doch do Luiksche lansiers weken
ordelijk, waardig en fier nog.
Luitenant Lescarts in 't front,
luitenant de Raymond in de llank,
leidden dien terugtocht... Wacht
meester Marchal, dc ruiters Hodeige,
Houlain, Bada en Smolensky boden
zichzelf aan om hem te dekken.,.en
losten hun laatste schoten... Luitenant
de Raymond liet intusschén den be-
wusteloozon commandant naar een
Nederlandsche hoeve vervoeren...
Zoo was 't einde van den laatsten
strijd...
Daar hing de Nederlandsche vlag...
Hot escadrop begrootte ze. En toen
moesten do holden van Luik hun
wapéns afgeven... Velen weenden en
2e schaamden zich hun tranen niet,
ze lieten ze vrij langs de bruine
wangen rollen.
Toen commandant Nyssens tot 't
bewustzijn, kwam en Nederlandsche
militairen zag, zei hij dadelijk: „Ik
heb grooten eerbied voor Nederland,
maar ik wensch, dat er onmiddellijk
verslag van gemaakt wordt, hoe ik
tegen mijn wil en bewusteloos over
de grens ben gebracht. Men kan mij
niet interneeren.
Ja, kapitein Nyssens had veel eer
bied voor Nederland en telt hier veel
vrienden ook. Duizenden hebben hem
te Amsterdam en 's-Gravenhage toe
gejuicht, toen hy hier deelnam aan 't
springconcours bij de paardenrennen.
Te Amsterdam won hij 't kampioon-
schap, in 1914 nog den grooten prijs
te 's Gravenhage... Dat was kort voor
m oorlog...
Kapitein Nyssens wordt in't gast
huis te Aarden burg verpleegd.
Toen ik vernam, dat hij aan de
beterhand was en bezoeken kon af
wachten, ben ik er heengegaan.
Een sympathiek gelaat, een paar
vinnige, energieke oogen een gul
en hartelijk woord
Hoe 't ging? Heel goed't Been
nog stijf, maar dat zou beteren. De
wonde stond uitmuntend 't verband
was er af.
Kyk maaron ik zag de twee
wonden, waar de kogel binnen- en
buitenge vlogen was.
„En ik hoop weer gauw koning en
land te kunnen dienen", zij kapitein
Nyssens.
Toen begon hij over de internee
ring. Hij wil cr niet van hooien
„Tegen mijn wil en bewusteloos over
de grens
Die kwestie moet nog nader onder
zocht worden, maar thans ligt deze
dappere officier nog aan 't krankbed
gebonden.
Door 't raam zagen we in den hof
de bladeren vallen. Toen spraken we
over de broederen, die ook gevallen
waren.
De strijd aan de Yser.
Ofschoon de inundatie de krijgs
verrichtingen aan de Yser zeer be
moeilijkt, verwacht men naar de
oorlogscorrespondent van „De Tijd"
den 16n dezer uit Duinkerken seint
niet dat de Duitschers de Yser-
linie zullen opgeven.
„Er zijn nl. een groot aantal pon
tonniers met veel materiaal verkend
en alles w(jst er op, dat de Duitschers
gaan pogen de bezwaren der onder:
waterzetting to ondervangen. Hun
aanvallend optreden evenwel wordt
uiterst bemoeilijkt door het onver
wacht ingetreden winterweer.
Een ijzige koude is over het westen
gevallen, natte sneeuw dwarrelt rond,
slaat in oogen en ooren en bemoeilijkt
in hevige mate den velddienst. De
weeke, papperige grond der Vlaam
sche landen, die door zoovele water
tjes worden doorsneden, is uiterst
bezwaarlijk voor de bewegingen der
Duitschers, wier zwaar geschut kei
harde wegen behoeft. Eerst heeft
het geregend, toen gesneeuwd, nu is
alles modder, slijk.
Vele loopgraven zijn ondergeloopen
en riviertjes geworden. Op behen
dige wijze is echter elders voor af
watering zorg gedragen, zoodat alleen
de slljkerigo bodem zelf ongemak op
levert. De uitrusting onzer troepen
is goed. Er is tijdig gezorgd, dat de
manschappen geen koude behoeven
te lijden. Maar toch kan ieder zich
verbeelden, wat het beteekont in dit
moerassig land, te midden van koude,
rcgeii en sneeuw te moeten „afwach
ten" nu eens vechten, dan weer ver
kennen, aldoor, aldoor vol waakzaam
heid zijn tegen dreigende verrassin
gen.
Lange nachten vol winterkou, korte
mistiggranwe dagen vol natheid en
troosteloosheid.... bij tusschenpoozen
sneeuw, sneeuw, sneeuw.... Sneeuw,
welke de verkenningstochten tot het
meest avontuurlijke opvoertwelke
de tot heden schijnbaar verloren ge-
gano romantiek van den ouden kr(jg
terugbrengtwelke het onverwachte
mogelijk maakt, een sluier werpt
over de krijgsverrichtingen, de lucht-
verkenningen afbestelt, de doelbe
paling doet falenkortom plaats
heeft geruimd aan het onverwachte
en het geheimzinnige, aan het wel
slagen van een krijgslist, die in de
voorafgaande dagen steeds verkend"
was voor ze ten halve was volvoerd.
Zoo wordt de dag van morgen
steeds grooter vraagteeken en moet
qnzerzyds dubbel opgepast worden
voor overval. Daarom blijven de
troepen der bondgenooten in actie en
heeft ons geschut zijn stom weer
langs de Yser doen hooien, ten einde
zoowel bij Nieuwpoort als bij Dix-
muiden den vijand te verhinderen
bij zijn pogen de overstrooming in
te dyken en het water terug te drin
gen. Nu hier, dan daar heeft de
infanterie daarbij in te grijpen".
Een rijke gift.
Berlijn, 19 Nov. (W.B.) De Keizerin
ontving hedenmiddag een deputatie
van den „Verein deutscherLokomotiv-
führer", die haar het door de ver-
eeniging bijeengebrachte oorlogsfonds
ten bedrage van 120,000 Mk. ter
hand kwam stellen.
De Keizerin, die gerulnien tijd
sprak met elk der leden van de depu
tatie, betoonde zich zeer verheugd
over de rijke gift.
Deze zal in hoofdzaak afgedragen
worden aan de centrale commissie
van het Roode Kruis voor de verdere
inlichting v^n ambulance-treinen,
terwijl het andere gedeelte op spe-
cialen wensch van de schenkers ten
goede zal komen aan de door den
oorlog liet ergst geteisterde gedeelten
van het land, n.1. Oost-Pruisen en
Elzas.
Een terechtwijzing.
Berlijn, 19 Nov. W. B. De directeur-
generaal van de Hamburg-Amerika-
lijn heeft de volgende verklaring ge
publiceerd
„In een artikel van den correspon
dent van de „Times" in Duitschland
wordt gezegd, dat aanzienlijke pa
triotten in Duitschland van dag tot
dag beter gaan inzien, dat wij Enge
land niet kunnen overwinnen.
Daar ik behoor, tot de in dat ar
tikel met name genoemde mannen,
stel ik er prijs op te verklaren, dat
Engeland; mijns inziens, thans reeds
overwonnen is. "Want Engeland, dat
in zulk een oorlog zijn vloot ver
borgen houdt en zich niet meer op
zee waagt, is het oude Engeland niet
meer en heeft voorgoed het recht
verloren om medo te spreken, wan
neer dc quaestie van het Europeesche
evenwicht aan de orde is."
Ballin.
Engelsche verliezen.
Op een wervingsbijeenkomst te
Salford heeft Lord Newton verklaard,
dat hij de verliezen van de Engel-
schen, die volgens Asquith tot 31
October 57.000 man bedoegen, nu op
wel 80.000 schatte. Sommige bataljons
hadden al hun offlicieren verloren.
Een bataljon keurtroepen stond on
langs onder bevel van een adjudant
onderofficier en twee divisies die te
zamen ongeveer 37.000. man sterk
waren geweest, waren tot 5300 man
geslonken.
Hij vond het niet verstandig deze
feiten te verheimelijken. Hij vond
veeleer verstandig er voor uit. te ko
men en de natie het besef bij te
brengen, dat versterkingen dringend
noodig waren.
De begrafenis van
Lord Roberts.
Londen, 19 Nov. (Reuter.) De be
grafenis van Lord Roberts had heden
in St. Pauls plaats, met groote
plechtigheid. Het graf van den over
leden veldmaarschalk is slechts enkele
voeten van de graven van Welling
ton en Nelson gelegen.
In tegenwoordigheid van den
Koning en een grootaantal militaireen
maritieme waardigheidsbekleders
werd het lijk bijgezetLord Kitchener
was een dor slippendragers. Een
dichte menigte stond geschaard langs
den weg naar do kathedraal, in de
biltore koude, met regen en sneeuw,
tc wachten.
Aan de
Nederlandsch-Beigische grens.
Men seint uit Aardenburg aan de
,N. Ct." d.d. 19 Nov,:
De bewaking der grenzen is zeer
verscherpt en niemand wordt meer
in Belgiö toegelaten. In do geheele
grensstreek van St. Laurens tot aan
zee, langs het kanaal-Leopold, staan
bij alle bruggon die gesprongen zijn,
Duitsche posten. Een jonge man, die
gistermorgen bij zulk een brug had
gestaan en terugkeerde naar
Nederlandsche grens, werd door een
Duitsch onderofficier aangehouden,
vermoedelijk na verzet zijnerzijds in
den voet geschoten en medegenomen.
De bevolking der grensdorpen ver
keert in groote onrust. Berichten uit
Gent spreken van een mogelijk hou
ger-oprocr. Alle rljwielverkoer in
Noordwest-Belgiö is verboden.
Op het Oostelijk oorlogstooneel.
Oe gevangenneming van den
Gouverneur van Warschau.
Over de gevangenneming van den
gouverneur van Warschau, von Kot II',
meldt de oorlogssorrespondent van «l«:
„Vossische Zeitung" uit Gucsen nog
het volgende:
Von Korft was met zijn adjudant,
kapitein Fechner, des morgens in eon
auto van Wuschau vertrokken in do
richting van Kutno, zonder te ver
moeden, dat deze laatste stad na
hevige straatgevechten door do Duit
schers bezet was. Plotseling stiet hij
bij Tarnow op de voorhoede der
Duitsche ruiterij, hij trachtte om Ie
keeren en te ontkomen, maai werd
door een afdeeling van het 9de regi
ment dragonders ingehaald en ge
arresteerd. De gouverneur verweerde
zich niet en liet zich rustig in zfiu
eigen auto, onder 'geleide van een
luitenant en een korporaal naar
Duitschland overbrengen, 's Avonds
kwam hij in Gneson aan, waar hij
op last van den plaatselijken com
mandant in het hotel „Haensch" weid
geïnterneerd.
De chauffeur, een Pool, bloef voor-
loopig op vrije voeten.
Het meisje met de shrapnell-
wonden.
De navolgende aangrijpende schets
ontleent het „Centr. BI. v. Isr." aan
de „Bohemia" uit Praag:
In het Sanatorium te Podol ligt
een zesjarig, lief Joodsch meisje met
roode wangen. Rustig ligt het hoofdje
in het kussen, geen gesteun komt.
over haar lipjes. Dit kind beleefde
in de laatste dagen verschrikkelijker
iets dan de sterkste man zou kunnen
verdragen. Zij verloor moedor en
broers, terwijl zeven shrapnellschoten
in haar lichaam drongen. Slechts
dooreen wonder kan zij blijven loven,
zeggen doctoren, want ieder schot
had doodelyk kunnen zijn.
Dit meisje dat op één huis, moeder
en broers verloor, ontwaakt nu lang
zaam uit bloed en wonden tot. nieuw
leven. Voor het ziekbed zit haar
grootvader, de laatste van zijn stam.
Hij luistert of het be.vend zieltje vóór
hem begint, te leven. Hij kan niet
schreien, kan nauwelijks meer spre
ken. Dit echter is de tragedie dor
familie Heitschul:
Op een Vrijdag werd het dorp bij
Jaroslaw ontruimd. De kozakken
komen, heette het. De familie Heit
schul bleef. De buren kwamen en
waarschuwden: Blijft niet, wacht
den dood niet af, vlucht met ons
Wij blijven, beslisten de zoons, terwijl
moeder den winkel sloot. Toon het
schemerde, waren de Heitschuls de
eenige bewoners van het dorp. Rond
oin spookte de duisternis, nergens
werd een goluid gehoord. De moeder
zette een kaars op tafel en begon to
bidden, terwijl de zoons naar buiten
gingen om te luisteren. Daar weer
klonken uit de verte voetstappen, zij
kwamen nader. Oostenrljksche sol
daten waren het, die hartelijk ver
welkomd werden. Zij waren met hun
dertienen. Moeder nam hen vriende
lijk op. Daar viel een schot. Lichten
uitriepen de soldaten. Op hetzelfde
oogenblik doorboorden eenige schoten
de wanden van het huis en reten de
arme vrouw in stukken.
Een hagel schrapnell schoten volgde
en na weinige minuten was het huis
een puinhoop, waaronderlijken lagen.
De moeder, de broers, de soldaten.
Alleen het kleine meisje leefde, zij
het ook nauwelijks merkbaar. Zeven
wonden bedekten haar lichaampje.
Toen de kozakken weg waren,
kwam de grootvader uit het nabij
gelegen dorp en verrichtte zyn doods
gebed. Oostenrljksche soldaten vonden
later den grootvader en hot kind.
Men bracht hen naar een gewonden-
trein, die naar Praag reed. Stervend
werd het kind in den wagon gedra
gen. Toen de trein in Praag aan
kwam, was het leven teruggekeerd,
de wangetjes kleurden weder, het
levensgevaar geweken. Nu ligt de
kleine Heitschul rustig in de kussens.
Stil ligt zij daar, de herinnering aan
dien verschrikkinganacht schijnt ver
dwenen.
Represaille-maatregelen.
Weenen, 18 Nov. Met het oog op
den treurigen toestand waarin de
OostenrijkscheonderdaneninEugelund
zich bevinden, worden in Oostenrijk
de maatregelen vooral tegen de En-
gelschen verscherpt. Behalve vele
gevallen van interneering is ook be
sloten, dat de Engelsche onderdanen,
zonder onderscheid van ouderdom en
geslacht, van 's avonds acht uur tot
's morgens zes uur hunne woning
niet mogen verlaten en geen open
bare lokalen mogen bezoeken. Deze
bepalingen worden gehandhaafd, zoo-
laug niet do zekerheid bestaat, dat
ook de Oostenrljksche onderdanen in
Engeland op andere wijze worden
behandeld. De geïnterneerde buiten
landers worden in Oostenrijk overal
goed behandeld.