HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4411
«DONDERDAG 7 JANUARI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de eerste helft van Januari 1915.
Donderd. 7 Langestraat Voordr.Mivr.Faassen Braalcensiek 8 u. Te regelen door CU VeldaU
Wachtschip Stafinuziek i 6'/i-7'/3 u.
Vrijdag 8 Marine cantine Stafmuzlek 7-8 u. Marine, O.^oever, Hars-
Zaterdag 9 Marlno-cantine I Lezing SLuraphius
i, Kaap)]Vischm., Afd.
Aan onze abouné's
buiten de gemeente wordt
beleefd verzocht 't verschuldigde ab-
bonnementsgeld Heldersche Cou
rant, Zondagsblad en Modeblad
4do kwartaal 1914 te willen over
maken per postwissel of aan post
zegels vóórIO Januari a.s., zullende
anders daarover met 5 cents verhoo
ging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/» cent
beplakt te worden.
DE WEEK.
4 Januari.
En nu, we zijn over de grens
heen. Wij leven in 1915. Het „zalig
uiteinde" is gevierd. Wij hebben de
twaalf klokslagen gehoord, die ons
van het veertiendo tot het vijftiende
jaar der twintigste eeuw scheidden.
We zijn de drie lustra haast door.
Wij wachten van 1915 het einde
van den wereldbrand, het begin van
den wereldvrede, en der aêra van
Nebucadnezar, waarin, immers, de
leeuw zou rusten naast het lam. Dj
anti-Oorlogsraad meldt ons, hoe hij
reeds 8000 getrouwen onder zijn ven
dels heeft vereenigdhoe bereids
driehonderd vereenigingen zich bij
hem aansloten
Sinds.begin-Augustus 1914 zijn we,
intusschen, sceptisch, bang-twijfelend
geworden.
Het „Quo Vadis"?, waar gaat
gij, waar gaan wij heen, 't be-
heerscht ons aller stemming.
De heeren van het Haagsehe Bin
nenhof zijn voor enkele dagen naar
huis toe. Die van het Parlement
wisten (stipten we reeds aan) het
wonderwerk te bereiken om het
Staatsbudget-1915 vóór Kerst in vei
lige haven te brengen. En professor
Struycken motiveerde dat het Neder-
landsche Lagerhuis bleek niet te ge
voelen, niet te beseffen, onder welke
omstandigheden wij nu verkeeren.
Wat mannen van alle partyen, die
„sensitief" genoeg zijn om waar te
nemen wat deze ernstige tijden den
mensch te gevoelen geven, toch wel
grif zullen toegeven. De Eerste Kamer
heeft vóór Sylvester-1914 nog de
Indische Begrooting voor de Konink
lijke signatuur ryp gemaakt. Met
een lange, lange rede van minister
Pleyte. Waarin weinig nieuws werd
gezegd. Die slechts het „enfant ter
rible" van ons Hoogerhuis, genaamd
mr. Van der Biesen, gelegenheid
schonk om een knorrig „Al te lang 1"
te doen hooren. En den minister van
Koloniën om cijfers te noemen, be
wijzend dat 't zeker niet overdreven
was van dr. Cremer om den heer
Pleyte te raden„O, Excellentie, be
peins toch wat er voor ons Insulinde
moet worden gedaan I Zet de „onwil
lige machinisten" aan kantZorg,
dat or - via Djambi, en langs zoo
vele andere wegen meer, geld in
hot Qouvernements-laadje komel..."
Het waren gulden woorden.
Taal van onschatbare woorden
gaf ook minister Lely, toen hij
op dien laatsten Senaatsdag van 't
thans gestorven jaar verklaarde
dat Nederland dood-onschuldig is aan
de brieven, „opened by censor", en
waarin Engelsche vijanden der blanke,
ongerept onaantastbareNederlandsche
onzijdigheid aanleiding meenden te
vinden om onze neutraliteit tegen
over Duitschland in verdenking to
brengen.
Wij zouden niet gedoogen aldus
dr. Lely, dat iets dergelijks op
Nederlandsch grondgebied geschiedde.
Maar in de eerste weken der mobi
lisatie, van den plots-uitgebroken
FEUILLETOI
wereldbrand, was 't immers een jan
boel. Wij moesten ons vergenoegen
met halfkrachten. Wij werden over
stelpt door bestellingen, en ter sor-
teering waarvan zelfs de heele krach
ten van gewonen tijd niet bij machte
zouden zijn geweestWat wonder,
dat er brieven, stukken, verdwaal
den in postzakken, waar ze niet be
hoorden 1Intusschen was 't goed,
dat een Nederlandsch minister zich
duidelijk en krachtig over deze din
gen in de Volksvertegenwoordiging
uitliet. Men kan, in deze tijdeD, niet
te haastig zijn om al wat „misver
stand" kan verwekken, uit den weg
te ruimen I
We zijn. in 1915.
Dat de 275 millioen-leening een
„succès" zal worden, wij weten 't.
Niemand verwachtte iets anders.
Enkelen twijfelden nog. Anderen -
om te blijven in den „stijl" der Ver
slagen van de Kamer-griffie ver
klaarden iets anders te hopen. Maar:
na korte redeneering bleken toch ook
de vurigste voorstanders van heffing-
ineens te hopen, dat, in afwach
ting van wat nader zal geschieden
deze „vrijwillige leening" zou slagen.
Wat geschieden zal.
Bij één Haagsch bankiershuis in
de Hofstad werd op één dag voor
een millioen ingeschreven.
Ca ira
Hechten wij niet al te zeer aan
„vooiteekenen". Anders zou 't kun
nen zijn, dat we van de goede, ver
heugende, vertroostende gave, welke
van hel piepjonge 1915 werden ver
wacht, eene somber-terneerdrukkende
mpressie kregen. In 't bijzonder wat
do rubriek der criminaliteit betreft.
Van hoevele inbraken, oplichterijen,
moorden, etc. is reeds van 1 Januari
jl. niet gewag gemaakt. Ook wanneer
men Sylvester avond en -nacht uit
schakelt, dan blijft er nog eene
huiveringwekkende reeks over
Ontsnapping van gevangenen incluis-
Richten wij liever den blik naar de
„lichtpunten".
Daar is de huldiging, - in onze
grootste steden van onzen kram-
gen realist en observator, scherp-
opmerker van bet lijden der „kleine
luyden", van deze onze tijden,
Herman Heijermans, van den gem
alen „kleinraaler" Samuel Falkland.
't Is wel een opmerkenswaard „tee-
ken des tijds", dat de op het „kussen
der eere" zittende, de machtige edel-
achtbaren in onze grootste gemeen
ten, op het eere-fest-Ijn, waar Heyer-
mans werd gelauwerd, kwamen I
Een ander teeken-des-tijds mag
genoemd dat het O.M., zich, waai
de „wonderdokter" De Haas terecht
stond wegens onbevoegd-uitoefenen
der geneeskunde, refereerde aan het
judicium, vonnis der rechtbank. Ik
zal me veiliglljk onthouden van het
verkondigen eener persoonlijke mee
ning in deze. Maar durf slechts con-
stateeren, dat nü de strijd tusschen
...officieeie" en andere soort van weten
schap dc z.g. vrije zal moeten
worden uitgevochten. En dat is goed.
Want overdrijving van beide kanten
moet nu afgekapt I
Wij verkeeren nu, in dagen van
grooten, woesten, hevigen storm.
Zoowel in letterlijk-barometrischen
als in anderen zin.
In de gelederen der S.D.A.P. spookt
het. En 't zal welhaast moeten blij
ken, welke strooming de bovenhand
behoudt. Grootere en kleinere vraag
stukken moeten nu uitgevochten.
De vraag der vrijheid van lijkver
branding, waarvoor mr. Rink als
voorvechter optreedt, is thans bij
ons hoogste rechtscollege, dus in
Dat zag b(j en begreep haar. Zij
voelde, welk een aanklacht in zijn
laatste woorden lag. Om dien indruk
te verzachten zeide hy„Vrouw, be
denk eens, hoe ik het aanleggen moet.
Wat heeft die tijd in Amsterdam mij
veel gekost! Zonder schulden te
maken kan dat zoo niet verder gaan.
En er moet wat voor zijn toekomst
gedaan worden. Zoo'n leven van niets
doen, als bij na het examen daar
leidt, moet beslist een einde nemen."
Mevrouw Vollenhove krulde spot
achtig de lippen, maar om z(jn toe
stand durfde zij hem niet tegen
spreken.
„Je hebt me beloofd, dat ik een
paar dagen naar Jenny mocht," zei
ze na een poosje, „als je het goed
vindt, zou ik dan de Kerstdagen bij
baar willen doorbrengen."
„Maar, vrouw, kan dat?" zei
haar man verwonderd.
„Waarom zou het niet kunnen?"
antwoordde zy. „Met hoe minder
drukte we hem hier ontvangen, hoe
beter het zal zijn."
Het gelaat van haar echtgenoot
betrok. Hij koerde zich zwijgend om
en begon heen en weer te loopen.
„Mama, u kunt onmogelijk papa
laatste instantie, aan de orde ge
komen.
Ik doe slechts een greep in de
massa. Het nageslacht zal van deze
wilde, wondere, bange tijden gewa
gen als van eene periode, waarin
tot oplossing kwamen problemen,
voor de ontwikkeling van het men-
schengoslacht van de grootste be-
teekenis. En ik vraag me in ernst,
af, hoe wij, na Sylvester-1914, nog
zoo rustig en gemoedelijk-kalm het
geweldig verloop der dingen kunnen
afwachten
Mb. Antonio.
DE OORLOG.
0e officieeie legerberichten van
4 en 5 Januari.
Aan het Westelijk front treden de
Franschen thans met kracht op in
den Elzas, in de streek ten O. van
Thann. Het dorp Steinbach in deze
streek is thans door de Duitschers
geheel ontruimd. Er is hier wel bij
zonder hevig gevochten, hetgeen
blijkt uit de Duitsche mededeelingen.
Z(j melden toch: Na een overweldi
gend vuur op den heuvel ten W. van
Sennheim (Z.W. van Steinbach) ge
lukte het den vijand onze in elkaar
geschoten loopgraven en het hard
nekkig door ons verdedigde dorp
Steinbach te nemen. De heuvel werd
bij een nachtelijke aanval hernomen.
Om Steinbach wordt nog gestreden
Dit bericht had betrekking op den
nacht van 3 op 4 Januari. Het Fran-
sche bericht dat de bezetting vau de
heuvels meldde benevens de inbezit
neming van de wijk van Steinbach
waarin het Kerkhof en de kerk ge
legen waren, was dus bij het Duitsche
bericht ten achter.
Het Fransche bericht van 4 Jan.
'a avons 11 uur meldt echter dat de
door de Duitschers hernomen veld
werken opnieuw in Fransche handen
gekomen zijn.
De scbynbare tegenspraak in deze
berichten is dus teniet gedaan, wan
neer men do berichten slechts in
hunne juiste volgorde neemt.
Wat het doel kan zijn vau de actie
der Franschen in den Elzas?
Een bezetting misschien van den
Opper-Elza3, teneinde b(j den vrede
een ruil object in handen te hebben
Verdere voordeelen zal het waar
schijnlijk niet hebben. Een oprukken
door het smalle Rijndal hetwelk op
do voor verdediging geschikte plaatsen
door versterkingen is afgesloten, zou
veel te bezwaarlijk zijn.
Het Fransche bericht van denöen
deelt verder nog mede dat de Iufan-
terie in de duinen tegenover Nieuw-
poort vorderingen maakt. Vooral in
de streek van St. Joris. De aanval
der Duitschers in de streek van Notre
Dame de Lorette is door de Fransche
Artillerie volkomen tot staan gebracht.
In de streek van Rijssel hadden do
Duitschers een Fransche loopgraaf
vormeesterd,welkeechter onmiddellijk
werd hernomen.
In den Elzas hebben de Franschen
ook nog het gehucht Creux d' Argent,
ten Z.O. van Bonhomme bezet.
De Duitsche mededeeling van 5 dezer
meldt het afslaan van Fransche aan
vallen in de Argonne, en tusschen
Sennheim en Uffenholtz. Vorder wordt
medegedeeld dat een vijandelijke
loopgraaf werd opgeblazen in de buurt
van Arras, waarna tegenaanvallen
van de Franschen mislukten.
Van het Oostelijk front melden de
Duitschers dat hunne aanvallen vor
deren ten O. van de Bzuraten N.
van Balimow, aan de Rawka zijn de
Duitschers vooruitgerukt.
Verder Zuidelijk aan de Pilica is
de toestand onveranderd.
Ook in Oost-Pruisen en Noordelijk
Polen is de toestand ook niet veran
derd.
Het Russische communiqué geeft
alleen aan dat op den linkeroever
alleen laten bij de eerste ontmoeting
met Willem," fluisterde Freda haar
in, „u ziet toch hoe onaangenaam
het voor hem is!"
Na een korte innerlijke strijd zeide
ze „Wanneer je dat liever hebt, Otto,
kan ik de reis ook wel uitstellen.
Laten we zeggen, vijf of zes dagen
na Willems terugkomst. Zoo tegen
Nieuwjaar hé? Je weet, hoe Verkerk
er op aan dringt. Hij hoopt ook, dat
jij meekomt. Misschien is dat nog
mogelijk? Eenige afleiding was voor
jou toch ook heel goed!"
De referendaris bleef voor haar
staan en gaf haar verlicht de hand.
,,Ik ben bly, als je nog een week
bij ons blijft. Dan zijn w|j allen weer
op goeden voet met elkaar, en dan
dring ik zelf op vertrekkeu aan. Al
kan ik dan niet mee, zoo zal ik latei-
een paar dagen zien vrij te maken,
om je af te halen. Morgen zal ik aan
Verkerk schryven".
Weer gingen een paar dagon voor
bij, en toen gebeurde het. Willem
•was aangekomen en dadelijk in de
kamer van zijn vader gegaan. Freda
hoorde hem in de gang, en kwam
toegeloopen. Maar bij de deur geko
men, boorde z(j een heftige woor
denwisseling tusschen vader en zoon.
Daarom zocht zij haar kamertje weer
op en daar kwam Willem na eenigen
tyd bij haar. Toen hij haar in zijn
armen sloot, liepen haar plotseling
de tranen over de wangen.
Hij fronste zijn voorhoofd. „Wat?
ben jij ook al zoo overstuur Dat is
om gek te worden. Dat is goed om
van de Weichsel de gevechten zijn
voortgezet. In Galicié is de toestand
niet noemenswaard veranderd.
In de Boekowina daarentegen ko
men de Russen snel vooruit. Bijna
de geheele streek is reeds door de
Russen bezet. Thans rukken zij op
naar het landschap Zevenbergen.
Van het front in den Kaukasus
komen berichten welke een eenigs-
zins ander idee geven van den stand
van het krijgsbedrijf aldaar dan men
uit de Turksche berichten zou krij
gen. De Russen toch melden dat
de slag bij Sarykamysj eindigde met
een volslagen nederlaag voor de Tur
ken. In. het geheel werden twee
Turksche legercorpsen verslagen. Een
ervan werd in zijn geheel gevangen
genomen, den bevelvoerder en 3 af-
deelingschefs incluis. Kleine afdee-
lingen welke zich van de hoofdmacht
hadden weten af te scheiden zijn
krachtig achtervolgd en vernietigd.
Ook wordt medegedeeld dat Arda-
han, dat door de Turken bezet was,
door de Russen hernomen is waarbij
de Turken zeer zware verliezen leden.
De Duitsche kolonie Dar-es Salam
(Duitsch-Oost-Afrika) is gebombar
deerd door de Engelsche oorlogs
schepen „Fox" en „Goliath". De in
do haven liggende Duitsche schepen
werden alle ontredderd. 14 Euro
peanen en 20 inboorlingen werden
gevangen genomen.
Van het Westelijk front.
De correspondent van de Times te
Nancy meldt, dat de berichten, door
vliegers overgebracht uit Metz, er op
wyzen, dat de Duitschers op dit deel
van het front een nieuwe actie voor
bereiden. Zoowel in Metz als in Straats
burg trekken zij een groote troepen
macht samen. Verscbeideu regimen
ten die in het Noorden, b(j Dixmuiden
en Yperen hebben gevochten, en
waarvan sommige aldaar groote ver
liezen hebben geleden van een was
nog maar een vierde over - zijn
naar de grensvesting Metz gevoerd
en daar op hun oorspronkelijkesterkte
gebracht. Voor de stad zijn nieuwe
verschansingen gegraven en er wordt
een spoorweg aangelegd.
Deze spoorweg is mogelijk, zoo niet
waarschijnlijk, bestemd voor het tran
sport vau zwaar geschut naar St.
Mihiel over Tbiaucourt, en de alge-
meene indruk is er een vau koorts
achtige haast met een bepaald doel
voor oogon.
Aldus de correspondent van de
Times. Men herinnert zich nog dat
er indertijd veel over de omstandig
heid gesproken is, dat de Duitschei s,
nadat zij by St. Mibiel het Maasfort
Camp des Komains hadden veroverd,
hun actie tegen de Maaslinie niet
voortzetten (tengevolge waarvan het
front aldaar zoo'n eigenaardigen vorm
heeft behouden), maar in het Noord
westen gingen optreden. Men bracht
zulks in verband met de vervanging
van von Moltke als chef van den ge-
neralen staf door von Falkenhayu.
Aan de Yser hebben de Duitschers
niets bereikt. Misschien willen zy bet
ten slotte toch nog eens tegen de
Maaslinie probeeren. Een offensief
tegen die linie (verondersteld dat het
succes heeft) zou tevens een doorbraak
van de Franschen in de zoo gevaar
lijke streek ten Noordon van Verdun
verijdelen. Wij weten echter niet in
hoeverre het bericht van den Eagel-
schen correspondent juist is.
Z. Em. Kardinaal Mercier
gevangen genomen.
Uit Roosendaal ontving „De Tyd"
de volgende mededeeling:
Naar aanleiding van 't herderlijk
schrijven van Kard. Mercier is Z.
Eminentie in hechtenis genomen. Door
geheel België hebben politie en justi
tie in alle parochies een onderzoek
ingesteld, om het stuk op te sporen
•d, zoo mogelijk te vernieligen. Ver
scheidene priesters zijn in hechtenis
genomen, doch velen van hun werden
na eenige uren weer op vrije voeten
me weg te jagen! Houd je maar
kalmHet komt wel weer in orde
niet me, hoor! Wat scheelt mama
toch? Papa is zoo angstig. En
wil naar Jenny, zegt h(j. Ik geloof
niet, dat bij Jenny de geschikte plaats
is om mama op te vroolyken. Kom,
Freda, ga bij me zitten, je moet
veel vertellen.
Na een half uyr kwam hij in de
woonkamer, waar zijn moeder met
een handwerkje aan het raam zat.
Sedert zyn aankomst was zij nog
bleeker dan to voren. Willem schrok
werkelijk, toen hij haar zag. Maar zij
schrok ook, toen zij in zijn mager,
bleek gelaat zag. De laatst doorleefde
tijd had daarop zeer duidelijk z|jn
stempel gedrukt. Zij maakteéene be
weging, alsof ze wilde opstaan -
maar ze bleef zitten. Daarom ging
hij dicht by haar staan.
„Dag, mama!" zei hij, greep haar
hand en bracht ze aan zijn lippen.
„Papa zei mij, dat u lijdende is, en
dikwijls hartkloppingen hebt. Dat
spijt me zeer! Laten wij dus denken
om uw toestand en geen pijnlijke
onderwerpen aanroeren. Dat helpt
toch niets! Van Verkerk moet ik u
de hartelijke groeten overbrengen
een beste vent! Men leert hem nu
eerst kennen. Ik tenminste heb hem
vroeger steeds verkeerd beoordeeld.
Jenny heb ik in den laatsten tijd
niet gesproken, het kwam haar niet
gelegen mij te ontvangen. Verkerk
is overgelukkig met uw bezoek! hij
hoopt daardoor wat rust to krijgen.
Hij leeft nu in een roes. Als zij niot
Zondag j.1. had in de Onze Lieve
Vrouwenkerk te Antwerpen de plech
tige opdracht plaats van Belgié aan
het H. Hart van Jezus, welke plech
tigheid oorspronkelijk door Z. Em.
Kardinaal Mercier zou geleid worden.
Duizenden koDden geen plaats vinden
in de overvolle kerk. Het lof kon tot
vele verrassing niet door Z. Em. kar
dinaal worden gecelebreerd. Dit ge
schiedde door den Hoogeerw. Deken
van Antwerpen.
De Deken hield een sermoen, waarin
zinspelingen op het schrijven van
kardinaal Mercier voorkwamen en
betuigingen van trouw.
Na het sermoen hield ook de be
kende socioloog en geliefde volksrede
naar, pater Rutten O.P., eene toe
spraak, waarin hij o.a. zeide: „Ant
werpen heeft altyd behoord aan de
Antwerpenaren en zal ook in de toe
komst aan de Antwerpenaren blyven.
Eigenlijk zou Z. Em. onze ge-eerbie
digde en veelbeminde kardinaal op de
plaats moeten staan, vaji waar ik
thans het woord tot u richt, maar
door een buitengewone omstandig
heid is Zijne Eminentie belet, in ons
midden aanwezig te zijn.
De redevoeringen van den Deken
van Antwerpen en pater Rutten maak
ten diepen indruk.
Vele Duitsche soldaten waren in
de kerk aanwezig, de voorste banken
werden ingenomen door Duitsche
officieren.
Om geen nog grooter opzien te
baren dan reeds geschiedt door de
Duitscheactie tegen het rondschrijven
van kardinaal Mercier, wordt deze
gevangen gehouden en bewaakt in het
aartsbisschoppelijk paleis te Mechelen.
Van het Zuidelijk oorlogsterrein.
Oostenrijksche verliezen In
Servië.
De corr. van de „Daily Telegr." te
Nisj geeft nog eenige bijzonderheden
omtrent de Oostenrijksche nederlagen
in Servie, en vertelt daarbij van de
ontzaglijke verliezen door de Oosten
rijkers geleden. De correspondent be
cijfert, dat in aanmerking genomen
de uitgezonden legercorpsen en de
nagezonden versterkingen door
Oostenrijk Hongarije zeker wel 600.000
man tegen Servië in het veld z|jn
gebracht.
Uit Boedapest kwamen berichten
dat midden October, volgens offlcioele
opgaven, Oostenrijk-Hongarye op het
oorlogstooneel in Servië 148.000 man
verloor. Het aantal was nog grooter
tijdens de laatste krijgsverrichtingen,
toen Oostenrijk-Hongarije zeker meer
dan de helft van het aantal mannen
verloor. De verliezen sedert 1 Nov.
bereiken ongetwijfeld het cijfer van
180.000 aan zieken, gewonden ge
sneuvelden en gevangenen, hetgeen
't totale verlies dan doet stijgen tot
330.000 maa, van wie er 68.900 ge
vangenen zijn. En de correspondent,
die ook een overzicht vau den oor
logsbuit der Serviërs geeft, reeds
onlangs door ons vermeld, meent dat
voor een nieuw offensief tegen Servië
zeker een leger van 1.000.000 man
rioodig zou zijn, waarover Oostenryk-
Hongarije thans niet beschikt. Oosten
rijk heeft zyn tegenstander onderschat,
aldus concludeert hij.
Op Zee.
De bemanning van de Emden.
Van Duitsche zijde wordt gemeld
dat het gedeelte vau de bemanning
dor Emden dat ontkomen is dus
de landingsdivisie, die op de Kokos
eilanden de kabels kwam doorsnijden
en bij de komst van do Sydney op
een zeilschip is gevlucht de vijan
delijke koopvaardijvloot blijft bestoken
en een aantal kustschepen en atoom-
booten heefc genomen.
In een Zwitschersch blad vinden wij
het bericht dat de scheepvaart te
Rangoon in Achter-Indië is gewaar
schuwd tegen een driemaster, de
Agosha, waarop het ontkomen troepje
van de Emden zich zou bevinden.
Het moest over vier machinegeweren
beschikken. Het kolenschip Oxford is
door hen genomen en in een hulp
kruiser veranderd.
De Turksche vloot In de
Zwarie Zee.
Een officieuze mededeeling van
Russische zjjde logenstraft de berich
ten uit Turksche bron over overwin
ningen van de Turksche vloot in de
Zwarte Zee. Aangaande de vermeen
de vernieling van de Russische mijnen-
leggers „Oleg" en „Athos" verklaart
z|j, dat er nooit mijnleggers van dien
naam bij de Russische vloot z|jn ge
weest. Ook van het heldenfeit van
de „Breslau" laat de mededeeling
niets over. Deze snelle kruiser is op
24 December door de Russische vloot
gevolgd, maar hij verdween telkens
als er Russische kruisers en torpedo
jagers op hem afgezonden werden,
's Avonds verdween de „Breslau"
voorgoed aan de kim.
Drijvende mijnen.
Berlijn, 5 Januari. De laatste dagen
is den zeer groot aantal drijvende
mynen aan de Zuidkust van Noor-
m gestrand of in de Noordzee
drijvende gezien. De in Christiansund
aangekomen stoomboot Ooiland meldt
acht mijnen bij Honsrief (Noorwegen)
te zijn voorbijgevaren en de stoom
boot Sitona passeerde 26 December
zeven mijnen tusschen Hanraholmen
en het vuurschip. Het schijnt dat het
gedeelte der Noordzee tusschen de
Hebriden, Nederland, Denemarken en
Noorwegen sedert de Kerststormen
vol" losgeraakte mijnen is.
Berlijn, 5 Januari. (Wolff.) Volgens
berichtc-n in Noorsche bladen zijD
talrijke mijnen op de Zuidkust van
Noorwegen aangespoeld, waarvan er
een door de Noorsche marine is ge
borgen en onderzocht. De uitkomst
van dit onderzoek bewijst, naar wij
(Wolff's Bureau) van officieeie zijde
vernemen, ontwijfelbaar dat men hier
met Engelsche mijnen heeft te doen.
Den laatsten tyd hebben vele stoom
schepen die tusschen de Engelsche
kust en het Skagerak varen, even
eens drijvende mijnen gezien. Dit in
het oog houdende en lettende op de
reeds gebleken slechte veranker-in-
richtiDg der Engelsche mynen, kan
men met zekerheid aannemen dat de
in de Noordzee en aan de Noorsche
kust drijvende mijnen, behoudens
enkele uitzonderingen, van dezelfde
herkomst zijn als de talrijke mynen
die aan de Nederlandsche kust zyn
aangespoeld en door de Nederlandsche
regeering bijna uitsluitend als Engel
sche mynen zlin herkend.
Uit Duitschland.
Het „Berliner Tageblatt" richt een
woord van vermaning tot de Berlyn-
sche meisjes om maarschalk von
Hindenburg niet meer met haar
brieven lastig te vallen. De groote
veldheer moet met Nieuwjaar een
overstelpende massa meisjesbrie ven
uit de hoofdstad en zeker ook wel
uit andere plaatsen hebben ontvangen.
Berlijnsche bladen hebben er een aan
tal van afgedrukt. Ze waren voor
een deel naïef, voor een deel humo
ristisch, ze waren zonder uitzonde
ring lieftallig maar nu beginnen
ze la3tig te wordende meisjes vra
gen Hindenburg b.v. om groeten voor
haar over te brengen aan broers en
neven die in zijn legers dienen. De
veldheer heeft echter wel wat ernsti-
gers aan zijn hoofd, meent het „Ber
liner Tageblatt", en de meisjes moe
ten maar rechtstreeks aan die broers
en neven schrijven. Volwassenen
mogen den wenk eveneens ter harte
nemen. Het schijnt ook onder hen
een manie te zijn geworden om van
alles en nog wat aan Hindenburg te
schrijven.
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hoeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
middelljk toegezonden.
naar een diner gaan, dan moeten ze
naar een soiree."
„Hoe onverstandig," zei zyn moe
der, „juist nu Jenny zich in acht
moet nemen!"
„Verkerk denkt daar ook zoo over,
maar hij is tegenover Jenny te zwak.
Zjj wordt door de menschen verwend.
Oud en jong verdringt zich om naar,
want zy is een royale gastvrouw."
Mevrouw Vollenhove luisterde met
genoegen en ging meer rechtop in
haar leuningstoel zitten. Haar dochter
had het dan toch maar goed getroffen.
„En dat heeft ze aan m|j te danken",
dacht zij bij zichzelven. Maar tot
Willem zei ze: „Ja, royaal kan ze
zijn. Ze heeft nooit op kleintjes gelet
en haar man is rijk genoeg. Alleen
vind ik, dat haar man haar meer
moest leiden met het oog op haar
toestand. Het schijnt me, dat Ver
kerk in dat opzicht niet op de hoogte
is van zijn plicht."
Hij klaagt over al die drukte en
meer nog over de dwaasheid van
Jenny, dat zij zich niet ontziet. Zijn
eenige hoop is op u gevestigd. Er
moet veel meer op de wenschen van
den dokter gelet worden."
„Wateen zwatbeidl" riep mevrouw
Vollenhove verontrust. „Die over
groots toegevendheid is nergens goed
voor! Jenny is gemakkelijk te leiden,
als zo maar iemand met een vasten
wil boven zich voelt. Het schijnt
werkelijk, dat ik daar noodig ben."
Daarmee eindigde deze eerste ont
moeting tusschen moedor en zoon.
Mevrouw Vollenhove repte niet van
de smart, die zijn zakken haar ver
oorzaakt had, maar zy sprak ook geen
woord om hem te troosten over zijn
groote teleurstelling.
Willem gevoelde zich daardoor diep
gekrenkt, en bleef verder den -ge
heelen dag iu zijn kamer. Bij de maal
tijden kwam hij in den familiekring,
maar verliet die weer, zoo spoedig
hij met fatsoen kon weggaan.
Freda giDg de volgende dagen wel
eeDS met haar werk op zijn kamer
zitten om hem wat af te leiden, maar
zij vond hem eiken dag verdrietiger.
Daarom verlangde zij naar het ver
trek van haar moeder, want dat zou
aan dit onaangenaam samenzijn een
einde maken. Later zou dat wel weer
in orde komen, hoopte zij.
Den avond voor de reis hadden zij
thee gedronken. Willem stond opom
naar zyn kamer te gaan. Daar wendde
zijne moeder zich plotseling tot hem:
„Blijf nog een oogenblik! Ik wil met
papa over je toekomst spreken. Het
wordt tyd om te spreken over de
keuze van een ander beroep. Nu je
voor de tweede maal bent gezakt,
zou je het als ambtenaar nooit ver
„Nu, vrouw, ik ben het niet met
je eens," zei haar man, die wel zag,
hoe Willem's gelaat betrok. „Er zyn
genoeg betrekkingen, die door mannen
van aanzien.worden bekleed, en waar
in hij ook zou kunnen komen. Hy
kan bijvoorbeeld directeur van de een
of andere maatschappij worden."
„Een soort commies," zei zijn
vrouw minachtend.
Zuinigheid met graan.
De Duitsche pers bevat nu her
haaldelijk waarschuwingen om zuinig
met brood te wezen en ook geen graan
aan vee te voeren. Wie het laatste
doet, zegt een medewerker van de
Köln. Volksztg, begaat een zoude
jegens het vaderland en pleegt een
strafoare handeling.
Een steunpunt
voor de Duitsche vloot.
De Frankf. Ztg. had aan Ballin,
den directeur-gëneraal van de Ham-
burg-Amerika-Hjn,om een nieuwjaars-
wensch gevraagd. Hij antwoordt met
te betoogen, dat deze oorlog heeft
bewezen, dat de Duitsche vloot een
onvoldoende steunpunt heeft in den
natten driehoek", het gebied van de
Noordzee dat tusschen Helgoland en
de monden van de Duitsche rivieren
ligt, waarin zij gemakkelijk opgeslo
ten kan worden. „Deshalb mtlssen
wir hinaus noch über das Gebiet der
Nordaee hinweg uns einen Flotten-
stützpunk suchen, der im Zukunft uns
wenigstens in diesem Teil der Welt
die gleichen Möglichkeiten sichert wie
England sie besitzt und rücksichtslos
ausbeutet." (Daarom moeten wij daar
buiten, nog verder dan het gebied
van de Noordzee, een steunpunt voor
de vloot zoeken, dat ons in de toe
komst althans in dit gedeelte van de
wereld dezelfde mogelijkheden ver
zekert als Engeland nu bezit en waar
van het zonder zich om iets te be
kommeren party trekt.)
Onze lezers mogen uitmaken op
welk gedeelte van de kust Ballin hier
bij het oog gevestigd heeft.
Landtorpedo's.
Londen, 5 Januari. Uit St. Peters
burg aan de Morning Post
De Duitschers hebben nu 'n oorlogs
wei ktuig ingevoerd, dat ons doet
denken aan de oude ballista en cata-
pulta van de Romeinen en Byzantij
nen. Onder dejongste aanvalswapenen
ziju zgn. torpedo's (een officieel Rus
sisch communiqué heeft reeds van
het werpen van deze landtorpedo's
melding gemaakt. Red.) van groote
afmeting, die, door contact ontplof
fende, dood om zich heen versprei
den door hun stukken weg te sliu-
geren en de lucht te vergiftigen. Zij
worden geluidloos door een werptuig
weggeslingerd en de goede schootsaf
stand is ongeveer vijftig yard. Het
is feitelijk een ontwikkeling van de
handgranaten, welke eveneens in
groote getale bij de aanvallen op de
loopgraven door de Duitschersgebruikt
worden.
Uit Frankrijk.
De gewonden.
De directeur-generaal vau den ge
zondheidsdienst Troussaint heeft, al
dus lezen we in de „Teraps", voor
de begrootingscommissie verklaard,
dat ongeveer 600,000 gewonden in de
Fransche hospitalen zyn verpleegd.
De 360,000 bedden, die in Frankrijk
voor gekwetsten tor beschikking staan
zijn volgens den directeur-generaal
ruim voldoende voor de gewonden,
die thans van het front worden aan
gevoerd.
„Volstrekt niet. - Verder zijn er
by de provincie en bij de spoorweg
maatschappijen nog genoeg aanneme
lijke betrekkingen. Aanvankelijk be
hoeft het salaris niet zoo groot te
zijn, dat hy er op zou kunnen
trouwen."
„Als bij dan zoo'n betrekking kon
krijgen, moest hij maar gauw ryk
trouwen," viel zo hem in de rede.
„Het spreekt vanzelf, dat jij je genoeg
geldelijke offers getroost hebt."
„Nu, vrouw, dat komt later. Wil
lem moet eerst weer op verhaal
komen, en dan zullen we doen, wat
in.ons vermogen is!"
Zij zweeg en keek gekrenkt voor
zich.
„U vertrekt morgen om negen uur,
mama," zei Willem met bijzonder
heesch klinkende stem, „vindt u goed
dat ik u naar den trein breng?"
„Dank je," antwoordde zy. „Papa
heeft beloofd mee te rijden, en voor
drie is er geen plaats in het rijtuig."
„Maar uw bagage, ik zou immers
te voet vooruit
„Neen - neen, dank je! De kruier
kan bij den koetsier gaan zitten, en
dan heeft papa met het kaartje en
de koffers niets te doen."
„Dan wensch ik u een goede reis,"
zei Willem, drukte een kus op haar
koude hand en ging de deur uit.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
In een nieuw huis aan de Keizers
gracht te Amsterdam zaten eenigen
tijd daarna mevrouw Vollenhove en
haar schoonzoon Verkerk, in de smaak
vol ingerichte eetkamer aan de onbljt-
tafel. Het was tien uur. Men had op
do jonge vrouw des huizes gewacht.
Maar Verkerk moest naar zijn bureau,
daarom was men eindelij k genoodzaakt
zonder haar te beginnen.
Schoonmama vulde de kopjes en
smeerde zijn broodjes. Daarbij sprak
zij opgewekt over allerlei beuzelarijen,
waarmede ze haar man steeds in een
beter humeur bracht. Maar bier hielp
dat middel niet. Zijn gelaat bleef strak.
Schijnbaar vol oplettendheid naar
zyn schoomama luisterende, waren
zijn gedachten bij zijn vrouw. Einde
lijk hoorde hy zacht loopen In de
aangrenzende kamer. Hy stond vlug
op, opende de deur en begroette zijn
vrouw zoo vroolljk mogenlijk.
„Hoe gaat bet met je lieve?" vroeg
Verkerk.
„Slecht", was het antwoord. Het
huis is te onrustig. Sedert half tien
is het een vreeselijk rumoer in het
huis hiernaast."
Mevrouw Vollenhove keek op haar
horloge en hield het glimlachend haar
dochter voor.
Wanneer het eerst sedert half tien
is, Jenny, dan heD je zeker nog al
lang aan je toilet bezig geweest. Maar
ga nu by je man zitten. Ik zal je
dan een broodje klaarmaken."
(Wordt vervolgd.)