HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4411 «DONDERDAG 7 JANUARI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de eerste helft van Januari 1915. Donderd. 7 Langestraat Voordr.Mivr.Faassen Braalcensiek 8 u. Te regelen door CU VeldaU Wachtschip Stafinuziek i 6'/i-7'/3 u. Vrijdag 8 Marine cantine Stafmuzlek 7-8 u. Marine, O.^oever, Hars- Zaterdag 9 Marlno-cantine I Lezing SLuraphius i, Kaap)]Vischm., Afd. Aan onze abouné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde ab- bonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad 4do kwartaal 1914 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóórIO Januari a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/» cent beplakt te worden. DE WEEK. 4 Januari. En nu, we zijn over de grens heen. Wij leven in 1915. Het „zalig uiteinde" is gevierd. Wij hebben de twaalf klokslagen gehoord, die ons van het veertiendo tot het vijftiende jaar der twintigste eeuw scheidden. We zijn de drie lustra haast door. Wij wachten van 1915 het einde van den wereldbrand, het begin van den wereldvrede, en der aêra van Nebucadnezar, waarin, immers, de leeuw zou rusten naast het lam. Dj anti-Oorlogsraad meldt ons, hoe hij reeds 8000 getrouwen onder zijn ven dels heeft vereenigdhoe bereids driehonderd vereenigingen zich bij hem aansloten Sinds.begin-Augustus 1914 zijn we, intusschen, sceptisch, bang-twijfelend geworden. Het „Quo Vadis"?, waar gaat gij, waar gaan wij heen, 't be- heerscht ons aller stemming. De heeren van het Haagsehe Bin nenhof zijn voor enkele dagen naar huis toe. Die van het Parlement wisten (stipten we reeds aan) het wonderwerk te bereiken om het Staatsbudget-1915 vóór Kerst in vei lige haven te brengen. En professor Struycken motiveerde dat het Neder- landsche Lagerhuis bleek niet te ge voelen, niet te beseffen, onder welke omstandigheden wij nu verkeeren. Wat mannen van alle partyen, die „sensitief" genoeg zijn om waar te nemen wat deze ernstige tijden den mensch te gevoelen geven, toch wel grif zullen toegeven. De Eerste Kamer heeft vóór Sylvester-1914 nog de Indische Begrooting voor de Konink lijke signatuur ryp gemaakt. Met een lange, lange rede van minister Pleyte. Waarin weinig nieuws werd gezegd. Die slechts het „enfant ter rible" van ons Hoogerhuis, genaamd mr. Van der Biesen, gelegenheid schonk om een knorrig „Al te lang 1" te doen hooren. En den minister van Koloniën om cijfers te noemen, be wijzend dat 't zeker niet overdreven was van dr. Cremer om den heer Pleyte te raden„O, Excellentie, be peins toch wat er voor ons Insulinde moet worden gedaan I Zet de „onwil lige machinisten" aan kantZorg, dat or - via Djambi, en langs zoo vele andere wegen meer, geld in hot Qouvernements-laadje komel..." Het waren gulden woorden. Taal van onschatbare woorden gaf ook minister Lely, toen hij op dien laatsten Senaatsdag van 't thans gestorven jaar verklaarde dat Nederland dood-onschuldig is aan de brieven, „opened by censor", en waarin Engelsche vijanden der blanke, ongerept onaantastbareNederlandsche onzijdigheid aanleiding meenden te vinden om onze neutraliteit tegen over Duitschland in verdenking to brengen. Wij zouden niet gedoogen aldus dr. Lely, dat iets dergelijks op Nederlandsch grondgebied geschiedde. Maar in de eerste weken der mobi lisatie, van den plots-uitgebroken FEUILLETOI wereldbrand, was 't immers een jan boel. Wij moesten ons vergenoegen met halfkrachten. Wij werden over stelpt door bestellingen, en ter sor- teering waarvan zelfs de heele krach ten van gewonen tijd niet bij machte zouden zijn geweestWat wonder, dat er brieven, stukken, verdwaal den in postzakken, waar ze niet be hoorden 1Intusschen was 't goed, dat een Nederlandsch minister zich duidelijk en krachtig over deze din gen in de Volksvertegenwoordiging uitliet. Men kan, in deze tijdeD, niet te haastig zijn om al wat „misver stand" kan verwekken, uit den weg te ruimen I We zijn. in 1915. Dat de 275 millioen-leening een „succès" zal worden, wij weten 't. Niemand verwachtte iets anders. Enkelen twijfelden nog. Anderen - om te blijven in den „stijl" der Ver slagen van de Kamer-griffie ver klaarden iets anders te hopen. Maar: na korte redeneering bleken toch ook de vurigste voorstanders van heffing- ineens te hopen, dat, in afwach ting van wat nader zal geschieden deze „vrijwillige leening" zou slagen. Wat geschieden zal. Bij één Haagsch bankiershuis in de Hofstad werd op één dag voor een millioen ingeschreven. Ca ira Hechten wij niet al te zeer aan „vooiteekenen". Anders zou 't kun nen zijn, dat we van de goede, ver heugende, vertroostende gave, welke van hel piepjonge 1915 werden ver wacht, eene somber-terneerdrukkende mpressie kregen. In 't bijzonder wat do rubriek der criminaliteit betreft. Van hoevele inbraken, oplichterijen, moorden, etc. is reeds van 1 Januari jl. niet gewag gemaakt. Ook wanneer men Sylvester avond en -nacht uit schakelt, dan blijft er nog eene huiveringwekkende reeks over Ontsnapping van gevangenen incluis- Richten wij liever den blik naar de „lichtpunten". Daar is de huldiging, - in onze grootste steden van onzen kram- gen realist en observator, scherp- opmerker van bet lijden der „kleine luyden", van deze onze tijden, Herman Heijermans, van den gem alen „kleinraaler" Samuel Falkland. 't Is wel een opmerkenswaard „tee- ken des tijds", dat de op het „kussen der eere" zittende, de machtige edel- achtbaren in onze grootste gemeen ten, op het eere-fest-Ijn, waar Heyer- mans werd gelauwerd, kwamen I Een ander teeken-des-tijds mag genoemd dat het O.M., zich, waai de „wonderdokter" De Haas terecht stond wegens onbevoegd-uitoefenen der geneeskunde, refereerde aan het judicium, vonnis der rechtbank. Ik zal me veiliglljk onthouden van het verkondigen eener persoonlijke mee ning in deze. Maar durf slechts con- stateeren, dat nü de strijd tusschen ...officieeie" en andere soort van weten schap dc z.g. vrije zal moeten worden uitgevochten. En dat is goed. Want overdrijving van beide kanten moet nu afgekapt I Wij verkeeren nu, in dagen van grooten, woesten, hevigen storm. Zoowel in letterlijk-barometrischen als in anderen zin. In de gelederen der S.D.A.P. spookt het. En 't zal welhaast moeten blij ken, welke strooming de bovenhand behoudt. Grootere en kleinere vraag stukken moeten nu uitgevochten. De vraag der vrijheid van lijkver branding, waarvoor mr. Rink als voorvechter optreedt, is thans bij ons hoogste rechtscollege, dus in Dat zag b(j en begreep haar. Zij voelde, welk een aanklacht in zijn laatste woorden lag. Om dien indruk te verzachten zeide hy„Vrouw, be denk eens, hoe ik het aanleggen moet. Wat heeft die tijd in Amsterdam mij veel gekost! Zonder schulden te maken kan dat zoo niet verder gaan. En er moet wat voor zijn toekomst gedaan worden. Zoo'n leven van niets doen, als bij na het examen daar leidt, moet beslist een einde nemen." Mevrouw Vollenhove krulde spot achtig de lippen, maar om z(jn toe stand durfde zij hem niet tegen spreken. „Je hebt me beloofd, dat ik een paar dagen naar Jenny mocht," zei ze na een poosje, „als je het goed vindt, zou ik dan de Kerstdagen bij baar willen doorbrengen." „Maar, vrouw, kan dat?" zei haar man verwonderd. „Waarom zou het niet kunnen?" antwoordde zy. „Met hoe minder drukte we hem hier ontvangen, hoe beter het zal zijn." Het gelaat van haar echtgenoot betrok. Hij koerde zich zwijgend om en begon heen en weer te loopen. „Mama, u kunt onmogelijk papa laatste instantie, aan de orde ge komen. Ik doe slechts een greep in de massa. Het nageslacht zal van deze wilde, wondere, bange tijden gewa gen als van eene periode, waarin tot oplossing kwamen problemen, voor de ontwikkeling van het men- schengoslacht van de grootste be- teekenis. En ik vraag me in ernst, af, hoe wij, na Sylvester-1914, nog zoo rustig en gemoedelijk-kalm het geweldig verloop der dingen kunnen afwachten Mb. Antonio. DE OORLOG. 0e officieeie legerberichten van 4 en 5 Januari. Aan het Westelijk front treden de Franschen thans met kracht op in den Elzas, in de streek ten O. van Thann. Het dorp Steinbach in deze streek is thans door de Duitschers geheel ontruimd. Er is hier wel bij zonder hevig gevochten, hetgeen blijkt uit de Duitsche mededeelingen. Z(j melden toch: Na een overweldi gend vuur op den heuvel ten W. van Sennheim (Z.W. van Steinbach) ge lukte het den vijand onze in elkaar geschoten loopgraven en het hard nekkig door ons verdedigde dorp Steinbach te nemen. De heuvel werd bij een nachtelijke aanval hernomen. Om Steinbach wordt nog gestreden Dit bericht had betrekking op den nacht van 3 op 4 Januari. Het Fran- sche bericht dat de bezetting vau de heuvels meldde benevens de inbezit neming van de wijk van Steinbach waarin het Kerkhof en de kerk ge legen waren, was dus bij het Duitsche bericht ten achter. Het Fransche bericht van 4 Jan. 'a avons 11 uur meldt echter dat de door de Duitschers hernomen veld werken opnieuw in Fransche handen gekomen zijn. De scbynbare tegenspraak in deze berichten is dus teniet gedaan, wan neer men do berichten slechts in hunne juiste volgorde neemt. Wat het doel kan zijn vau de actie der Franschen in den Elzas? Een bezetting misschien van den Opper-Elza3, teneinde b(j den vrede een ruil object in handen te hebben Verdere voordeelen zal het waar schijnlijk niet hebben. Een oprukken door het smalle Rijndal hetwelk op do voor verdediging geschikte plaatsen door versterkingen is afgesloten, zou veel te bezwaarlijk zijn. Het Fransche bericht van denöen deelt verder nog mede dat de Iufan- terie in de duinen tegenover Nieuw- poort vorderingen maakt. Vooral in de streek van St. Joris. De aanval der Duitschers in de streek van Notre Dame de Lorette is door de Fransche Artillerie volkomen tot staan gebracht. In de streek van Rijssel hadden do Duitschers een Fransche loopgraaf vormeesterd,welkeechter onmiddellijk werd hernomen. In den Elzas hebben de Franschen ook nog het gehucht Creux d' Argent, ten Z.O. van Bonhomme bezet. De Duitsche mededeeling van 5 dezer meldt het afslaan van Fransche aan vallen in de Argonne, en tusschen Sennheim en Uffenholtz. Vorder wordt medegedeeld dat een vijandelijke loopgraaf werd opgeblazen in de buurt van Arras, waarna tegenaanvallen van de Franschen mislukten. Van het Oostelijk front melden de Duitschers dat hunne aanvallen vor deren ten O. van de Bzuraten N. van Balimow, aan de Rawka zijn de Duitschers vooruitgerukt. Verder Zuidelijk aan de Pilica is de toestand onveranderd. Ook in Oost-Pruisen en Noordelijk Polen is de toestand ook niet veran derd. Het Russische communiqué geeft alleen aan dat op den linkeroever alleen laten bij de eerste ontmoeting met Willem," fluisterde Freda haar in, „u ziet toch hoe onaangenaam het voor hem is!" Na een korte innerlijke strijd zeide ze „Wanneer je dat liever hebt, Otto, kan ik de reis ook wel uitstellen. Laten we zeggen, vijf of zes dagen na Willems terugkomst. Zoo tegen Nieuwjaar hé? Je weet, hoe Verkerk er op aan dringt. Hij hoopt ook, dat jij meekomt. Misschien is dat nog mogelijk? Eenige afleiding was voor jou toch ook heel goed!" De referendaris bleef voor haar staan en gaf haar verlicht de hand. ,,Ik ben bly, als je nog een week bij ons blijft. Dan zijn w|j allen weer op goeden voet met elkaar, en dan dring ik zelf op vertrekkeu aan. Al kan ik dan niet mee, zoo zal ik latei- een paar dagen zien vrij te maken, om je af te halen. Morgen zal ik aan Verkerk schryven". Weer gingen een paar dagon voor bij, en toen gebeurde het. Willem •was aangekomen en dadelijk in de kamer van zijn vader gegaan. Freda hoorde hem in de gang, en kwam toegeloopen. Maar bij de deur geko men, boorde z(j een heftige woor denwisseling tusschen vader en zoon. Daarom zocht zij haar kamertje weer op en daar kwam Willem na eenigen tyd bij haar. Toen hij haar in zijn armen sloot, liepen haar plotseling de tranen over de wangen. Hij fronste zijn voorhoofd. „Wat? ben jij ook al zoo overstuur Dat is om gek te worden. Dat is goed om van de Weichsel de gevechten zijn voortgezet. In Galicié is de toestand niet noemenswaard veranderd. In de Boekowina daarentegen ko men de Russen snel vooruit. Bijna de geheele streek is reeds door de Russen bezet. Thans rukken zij op naar het landschap Zevenbergen. Van het front in den Kaukasus komen berichten welke een eenigs- zins ander idee geven van den stand van het krijgsbedrijf aldaar dan men uit de Turksche berichten zou krij gen. De Russen toch melden dat de slag bij Sarykamysj eindigde met een volslagen nederlaag voor de Tur ken. In. het geheel werden twee Turksche legercorpsen verslagen. Een ervan werd in zijn geheel gevangen genomen, den bevelvoerder en 3 af- deelingschefs incluis. Kleine afdee- lingen welke zich van de hoofdmacht hadden weten af te scheiden zijn krachtig achtervolgd en vernietigd. Ook wordt medegedeeld dat Arda- han, dat door de Turken bezet was, door de Russen hernomen is waarbij de Turken zeer zware verliezen leden. De Duitsche kolonie Dar-es Salam (Duitsch-Oost-Afrika) is gebombar deerd door de Engelsche oorlogs schepen „Fox" en „Goliath". De in do haven liggende Duitsche schepen werden alle ontredderd. 14 Euro peanen en 20 inboorlingen werden gevangen genomen. Van het Westelijk front. De correspondent van de Times te Nancy meldt, dat de berichten, door vliegers overgebracht uit Metz, er op wyzen, dat de Duitschers op dit deel van het front een nieuwe actie voor bereiden. Zoowel in Metz als in Straats burg trekken zij een groote troepen macht samen. Verscbeideu regimen ten die in het Noorden, b(j Dixmuiden en Yperen hebben gevochten, en waarvan sommige aldaar groote ver liezen hebben geleden van een was nog maar een vierde over - zijn naar de grensvesting Metz gevoerd en daar op hun oorspronkelijkesterkte gebracht. Voor de stad zijn nieuwe verschansingen gegraven en er wordt een spoorweg aangelegd. Deze spoorweg is mogelijk, zoo niet waarschijnlijk, bestemd voor het tran sport vau zwaar geschut naar St. Mihiel over Tbiaucourt, en de alge- meene indruk is er een vau koorts achtige haast met een bepaald doel voor oogon. Aldus de correspondent van de Times. Men herinnert zich nog dat er indertijd veel over de omstandig heid gesproken is, dat de Duitschei s, nadat zij by St. Mibiel het Maasfort Camp des Komains hadden veroverd, hun actie tegen de Maaslinie niet voortzetten (tengevolge waarvan het front aldaar zoo'n eigenaardigen vorm heeft behouden), maar in het Noord westen gingen optreden. Men bracht zulks in verband met de vervanging van von Moltke als chef van den ge- neralen staf door von Falkenhayu. Aan de Yser hebben de Duitschers niets bereikt. Misschien willen zy bet ten slotte toch nog eens tegen de Maaslinie probeeren. Een offensief tegen die linie (verondersteld dat het succes heeft) zou tevens een doorbraak van de Franschen in de zoo gevaar lijke streek ten Noordon van Verdun verijdelen. Wij weten echter niet in hoeverre het bericht van den Eagel- schen correspondent juist is. Z. Em. Kardinaal Mercier gevangen genomen. Uit Roosendaal ontving „De Tyd" de volgende mededeeling: Naar aanleiding van 't herderlijk schrijven van Kard. Mercier is Z. Eminentie in hechtenis genomen. Door geheel België hebben politie en justi tie in alle parochies een onderzoek ingesteld, om het stuk op te sporen •d, zoo mogelijk te vernieligen. Ver scheidene priesters zijn in hechtenis genomen, doch velen van hun werden na eenige uren weer op vrije voeten me weg te jagen! Houd je maar kalmHet komt wel weer in orde niet me, hoor! Wat scheelt mama toch? Papa is zoo angstig. En wil naar Jenny, zegt h(j. Ik geloof niet, dat bij Jenny de geschikte plaats is om mama op te vroolyken. Kom, Freda, ga bij me zitten, je moet veel vertellen. Na een half uyr kwam hij in de woonkamer, waar zijn moeder met een handwerkje aan het raam zat. Sedert zyn aankomst was zij nog bleeker dan to voren. Willem schrok werkelijk, toen hij haar zag. Maar zij schrok ook, toen zij in zijn mager, bleek gelaat zag. De laatst doorleefde tijd had daarop zeer duidelijk z|jn stempel gedrukt. Zij maakteéene be weging, alsof ze wilde opstaan - maar ze bleef zitten. Daarom ging hij dicht by haar staan. „Dag, mama!" zei hij, greep haar hand en bracht ze aan zijn lippen. „Papa zei mij, dat u lijdende is, en dikwijls hartkloppingen hebt. Dat spijt me zeer! Laten wij dus denken om uw toestand en geen pijnlijke onderwerpen aanroeren. Dat helpt toch niets! Van Verkerk moet ik u de hartelijke groeten overbrengen een beste vent! Men leert hem nu eerst kennen. Ik tenminste heb hem vroeger steeds verkeerd beoordeeld. Jenny heb ik in den laatsten tijd niet gesproken, het kwam haar niet gelegen mij te ontvangen. Verkerk is overgelukkig met uw bezoek! hij hoopt daardoor wat rust to krijgen. Hij leeft nu in een roes. Als zij niot Zondag j.1. had in de Onze Lieve Vrouwenkerk te Antwerpen de plech tige opdracht plaats van Belgié aan het H. Hart van Jezus, welke plech tigheid oorspronkelijk door Z. Em. Kardinaal Mercier zou geleid worden. Duizenden koDden geen plaats vinden in de overvolle kerk. Het lof kon tot vele verrassing niet door Z. Em. kar dinaal worden gecelebreerd. Dit ge schiedde door den Hoogeerw. Deken van Antwerpen. De Deken hield een sermoen, waarin zinspelingen op het schrijven van kardinaal Mercier voorkwamen en betuigingen van trouw. Na het sermoen hield ook de be kende socioloog en geliefde volksrede naar, pater Rutten O.P., eene toe spraak, waarin hij o.a. zeide: „Ant werpen heeft altyd behoord aan de Antwerpenaren en zal ook in de toe komst aan de Antwerpenaren blyven. Eigenlijk zou Z. Em. onze ge-eerbie digde en veelbeminde kardinaal op de plaats moeten staan, vaji waar ik thans het woord tot u richt, maar door een buitengewone omstandig heid is Zijne Eminentie belet, in ons midden aanwezig te zijn. De redevoeringen van den Deken van Antwerpen en pater Rutten maak ten diepen indruk. Vele Duitsche soldaten waren in de kerk aanwezig, de voorste banken werden ingenomen door Duitsche officieren. Om geen nog grooter opzien te baren dan reeds geschiedt door de Duitscheactie tegen het rondschrijven van kardinaal Mercier, wordt deze gevangen gehouden en bewaakt in het aartsbisschoppelijk paleis te Mechelen. Van het Zuidelijk oorlogsterrein. Oostenrijksche verliezen In Servië. De corr. van de „Daily Telegr." te Nisj geeft nog eenige bijzonderheden omtrent de Oostenrijksche nederlagen in Servie, en vertelt daarbij van de ontzaglijke verliezen door de Oosten rijkers geleden. De correspondent be cijfert, dat in aanmerking genomen de uitgezonden legercorpsen en de nagezonden versterkingen door Oostenrijk Hongarije zeker wel 600.000 man tegen Servië in het veld z|jn gebracht. Uit Boedapest kwamen berichten dat midden October, volgens offlcioele opgaven, Oostenrijk-Hongarye op het oorlogstooneel in Servië 148.000 man verloor. Het aantal was nog grooter tijdens de laatste krijgsverrichtingen, toen Oostenrijk-Hongarije zeker meer dan de helft van het aantal mannen verloor. De verliezen sedert 1 Nov. bereiken ongetwijfeld het cijfer van 180.000 aan zieken, gewonden ge sneuvelden en gevangenen, hetgeen 't totale verlies dan doet stijgen tot 330.000 maa, van wie er 68.900 ge vangenen zijn. En de correspondent, die ook een overzicht vau den oor logsbuit der Serviërs geeft, reeds onlangs door ons vermeld, meent dat voor een nieuw offensief tegen Servië zeker een leger van 1.000.000 man rioodig zou zijn, waarover Oostenryk- Hongarije thans niet beschikt. Oosten rijk heeft zyn tegenstander onderschat, aldus concludeert hij. Op Zee. De bemanning van de Emden. Van Duitsche zijde wordt gemeld dat het gedeelte vau de bemanning dor Emden dat ontkomen is dus de landingsdivisie, die op de Kokos eilanden de kabels kwam doorsnijden en bij de komst van do Sydney op een zeilschip is gevlucht de vijan delijke koopvaardijvloot blijft bestoken en een aantal kustschepen en atoom- booten heefc genomen. In een Zwitschersch blad vinden wij het bericht dat de scheepvaart te Rangoon in Achter-Indië is gewaar schuwd tegen een driemaster, de Agosha, waarop het ontkomen troepje van de Emden zich zou bevinden. Het moest over vier machinegeweren beschikken. Het kolenschip Oxford is door hen genomen en in een hulp kruiser veranderd. De Turksche vloot In de Zwarie Zee. Een officieuze mededeeling van Russische zjjde logenstraft de berich ten uit Turksche bron over overwin ningen van de Turksche vloot in de Zwarte Zee. Aangaande de vermeen de vernieling van de Russische mijnen- leggers „Oleg" en „Athos" verklaart z|j, dat er nooit mijnleggers van dien naam bij de Russische vloot z|jn ge weest. Ook van het heldenfeit van de „Breslau" laat de mededeeling niets over. Deze snelle kruiser is op 24 December door de Russische vloot gevolgd, maar hij verdween telkens als er Russische kruisers en torpedo jagers op hem afgezonden werden, 's Avonds verdween de „Breslau" voorgoed aan de kim. Drijvende mijnen. Berlijn, 5 Januari. De laatste dagen is den zeer groot aantal drijvende mynen aan de Zuidkust van Noor- m gestrand of in de Noordzee drijvende gezien. De in Christiansund aangekomen stoomboot Ooiland meldt acht mijnen bij Honsrief (Noorwegen) te zijn voorbijgevaren en de stoom boot Sitona passeerde 26 December zeven mijnen tusschen Hanraholmen en het vuurschip. Het schijnt dat het gedeelte der Noordzee tusschen de Hebriden, Nederland, Denemarken en Noorwegen sedert de Kerststormen vol" losgeraakte mijnen is. Berlijn, 5 Januari. (Wolff.) Volgens berichtc-n in Noorsche bladen zijD talrijke mijnen op de Zuidkust van Noorwegen aangespoeld, waarvan er een door de Noorsche marine is ge borgen en onderzocht. De uitkomst van dit onderzoek bewijst, naar wij (Wolff's Bureau) van officieeie zijde vernemen, ontwijfelbaar dat men hier met Engelsche mijnen heeft te doen. Den laatsten tyd hebben vele stoom schepen die tusschen de Engelsche kust en het Skagerak varen, even eens drijvende mijnen gezien. Dit in het oog houdende en lettende op de reeds gebleken slechte veranker-in- richtiDg der Engelsche mynen, kan men met zekerheid aannemen dat de in de Noordzee en aan de Noorsche kust drijvende mijnen, behoudens enkele uitzonderingen, van dezelfde herkomst zijn als de talrijke mynen die aan de Nederlandsche kust zyn aangespoeld en door de Nederlandsche regeering bijna uitsluitend als Engel sche mynen zlin herkend. Uit Duitschland. Het „Berliner Tageblatt" richt een woord van vermaning tot de Berlyn- sche meisjes om maarschalk von Hindenburg niet meer met haar brieven lastig te vallen. De groote veldheer moet met Nieuwjaar een overstelpende massa meisjesbrie ven uit de hoofdstad en zeker ook wel uit andere plaatsen hebben ontvangen. Berlijnsche bladen hebben er een aan tal van afgedrukt. Ze waren voor een deel naïef, voor een deel humo ristisch, ze waren zonder uitzonde ring lieftallig maar nu beginnen ze la3tig te wordende meisjes vra gen Hindenburg b.v. om groeten voor haar over te brengen aan broers en neven die in zijn legers dienen. De veldheer heeft echter wel wat ernsti- gers aan zijn hoofd, meent het „Ber liner Tageblatt", en de meisjes moe ten maar rechtstreeks aan die broers en neven schrijven. Volwassenen mogen den wenk eveneens ter harte nemen. Het schijnt ook onder hen een manie te zijn geworden om van alles en nog wat aan Hindenburg te schrijven. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hoeren. Zeer doelmatig. De goederen blijven het eigendom van den geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on- middelljk toegezonden. naar een diner gaan, dan moeten ze naar een soiree." „Hoe onverstandig," zei zyn moe der, „juist nu Jenny zich in acht moet nemen!" „Verkerk denkt daar ook zoo over, maar hij is tegenover Jenny te zwak. Zjj wordt door de menschen verwend. Oud en jong verdringt zich om naar, want zy is een royale gastvrouw." Mevrouw Vollenhove luisterde met genoegen en ging meer rechtop in haar leuningstoel zitten. Haar dochter had het dan toch maar goed getroffen. „En dat heeft ze aan m|j te danken", dacht zij bij zichzelven. Maar tot Willem zei ze: „Ja, royaal kan ze zijn. Ze heeft nooit op kleintjes gelet en haar man is rijk genoeg. Alleen vind ik, dat haar man haar meer moest leiden met het oog op haar toestand. Het schijnt me, dat Ver kerk in dat opzicht niet op de hoogte is van zijn plicht." Hij klaagt over al die drukte en meer nog over de dwaasheid van Jenny, dat zij zich niet ontziet. Zijn eenige hoop is op u gevestigd. Er moet veel meer op de wenschen van den dokter gelet worden." „Wateen zwatbeidl" riep mevrouw Vollenhove verontrust. „Die over groots toegevendheid is nergens goed voor! Jenny is gemakkelijk te leiden, als zo maar iemand met een vasten wil boven zich voelt. Het schijnt werkelijk, dat ik daar noodig ben." Daarmee eindigde deze eerste ont moeting tusschen moedor en zoon. Mevrouw Vollenhove repte niet van de smart, die zijn zakken haar ver oorzaakt had, maar zy sprak ook geen woord om hem te troosten over zijn groote teleurstelling. Willem gevoelde zich daardoor diep gekrenkt, en bleef verder den -ge heelen dag iu zijn kamer. Bij de maal tijden kwam hij in den familiekring, maar verliet die weer, zoo spoedig hij met fatsoen kon weggaan. Freda giDg de volgende dagen wel eeDS met haar werk op zijn kamer zitten om hem wat af te leiden, maar zij vond hem eiken dag verdrietiger. Daarom verlangde zij naar het ver trek van haar moeder, want dat zou aan dit onaangenaam samenzijn een einde maken. Later zou dat wel weer in orde komen, hoopte zij. Den avond voor de reis hadden zij thee gedronken. Willem stond opom naar zyn kamer te gaan. Daar wendde zijne moeder zich plotseling tot hem: „Blijf nog een oogenblik! Ik wil met papa over je toekomst spreken. Het wordt tyd om te spreken over de keuze van een ander beroep. Nu je voor de tweede maal bent gezakt, zou je het als ambtenaar nooit ver „Nu, vrouw, ik ben het niet met je eens," zei haar man, die wel zag, hoe Willem's gelaat betrok. „Er zyn genoeg betrekkingen, die door mannen van aanzien.worden bekleed, en waar in hij ook zou kunnen komen. Hy kan bijvoorbeeld directeur van de een of andere maatschappij worden." „Een soort commies," zei zijn vrouw minachtend. Zuinigheid met graan. De Duitsche pers bevat nu her haaldelijk waarschuwingen om zuinig met brood te wezen en ook geen graan aan vee te voeren. Wie het laatste doet, zegt een medewerker van de Köln. Volksztg, begaat een zoude jegens het vaderland en pleegt een strafoare handeling. Een steunpunt voor de Duitsche vloot. De Frankf. Ztg. had aan Ballin, den directeur-gëneraal van de Ham- burg-Amerika-Hjn,om een nieuwjaars- wensch gevraagd. Hij antwoordt met te betoogen, dat deze oorlog heeft bewezen, dat de Duitsche vloot een onvoldoende steunpunt heeft in den natten driehoek", het gebied van de Noordzee dat tusschen Helgoland en de monden van de Duitsche rivieren ligt, waarin zij gemakkelijk opgeslo ten kan worden. „Deshalb mtlssen wir hinaus noch über das Gebiet der Nordaee hinweg uns einen Flotten- stützpunk suchen, der im Zukunft uns wenigstens in diesem Teil der Welt die gleichen Möglichkeiten sichert wie England sie besitzt und rücksichtslos ausbeutet." (Daarom moeten wij daar buiten, nog verder dan het gebied van de Noordzee, een steunpunt voor de vloot zoeken, dat ons in de toe komst althans in dit gedeelte van de wereld dezelfde mogelijkheden ver zekert als Engeland nu bezit en waar van het zonder zich om iets te be kommeren party trekt.) Onze lezers mogen uitmaken op welk gedeelte van de kust Ballin hier bij het oog gevestigd heeft. Landtorpedo's. Londen, 5 Januari. Uit St. Peters burg aan de Morning Post De Duitschers hebben nu 'n oorlogs wei ktuig ingevoerd, dat ons doet denken aan de oude ballista en cata- pulta van de Romeinen en Byzantij nen. Onder dejongste aanvalswapenen ziju zgn. torpedo's (een officieel Rus sisch communiqué heeft reeds van het werpen van deze landtorpedo's melding gemaakt. Red.) van groote afmeting, die, door contact ontplof fende, dood om zich heen versprei den door hun stukken weg te sliu- geren en de lucht te vergiftigen. Zij worden geluidloos door een werptuig weggeslingerd en de goede schootsaf stand is ongeveer vijftig yard. Het is feitelijk een ontwikkeling van de handgranaten, welke eveneens in groote getale bij de aanvallen op de loopgraven door de Duitschersgebruikt worden. Uit Frankrijk. De gewonden. De directeur-generaal vau den ge zondheidsdienst Troussaint heeft, al dus lezen we in de „Teraps", voor de begrootingscommissie verklaard, dat ongeveer 600,000 gewonden in de Fransche hospitalen zyn verpleegd. De 360,000 bedden, die in Frankrijk voor gekwetsten tor beschikking staan zijn volgens den directeur-generaal ruim voldoende voor de gewonden, die thans van het front worden aan gevoerd. „Volstrekt niet. - Verder zijn er by de provincie en bij de spoorweg maatschappijen nog genoeg aanneme lijke betrekkingen. Aanvankelijk be hoeft het salaris niet zoo groot te zijn, dat hy er op zou kunnen trouwen." „Als bij dan zoo'n betrekking kon krijgen, moest hij maar gauw ryk trouwen," viel zo hem in de rede. „Het spreekt vanzelf, dat jij je genoeg geldelijke offers getroost hebt." „Nu, vrouw, dat komt later. Wil lem moet eerst weer op verhaal komen, en dan zullen we doen, wat in.ons vermogen is!" Zij zweeg en keek gekrenkt voor zich. „U vertrekt morgen om negen uur, mama," zei Willem met bijzonder heesch klinkende stem, „vindt u goed dat ik u naar den trein breng?" „Dank je," antwoordde zy. „Papa heeft beloofd mee te rijden, en voor drie is er geen plaats in het rijtuig." „Maar uw bagage, ik zou immers te voet vooruit „Neen - neen, dank je! De kruier kan bij den koetsier gaan zitten, en dan heeft papa met het kaartje en de koffers niets te doen." „Dan wensch ik u een goede reis," zei Willem, drukte een kus op haar koude hand en ging de deur uit. TWAALFDE HOOFDSTUK. In een nieuw huis aan de Keizers gracht te Amsterdam zaten eenigen tijd daarna mevrouw Vollenhove en haar schoonzoon Verkerk, in de smaak vol ingerichte eetkamer aan de onbljt- tafel. Het was tien uur. Men had op do jonge vrouw des huizes gewacht. Maar Verkerk moest naar zijn bureau, daarom was men eindelij k genoodzaakt zonder haar te beginnen. Schoonmama vulde de kopjes en smeerde zijn broodjes. Daarbij sprak zij opgewekt over allerlei beuzelarijen, waarmede ze haar man steeds in een beter humeur bracht. Maar bier hielp dat middel niet. Zijn gelaat bleef strak. Schijnbaar vol oplettendheid naar zyn schoomama luisterende, waren zijn gedachten bij zijn vrouw. Einde lijk hoorde hy zacht loopen In de aangrenzende kamer. Hy stond vlug op, opende de deur en begroette zijn vrouw zoo vroolljk mogenlijk. „Hoe gaat bet met je lieve?" vroeg Verkerk. „Slecht", was het antwoord. Het huis is te onrustig. Sedert half tien is het een vreeselijk rumoer in het huis hiernaast." Mevrouw Vollenhove keek op haar horloge en hield het glimlachend haar dochter voor. Wanneer het eerst sedert half tien is, Jenny, dan heD je zeker nog al lang aan je toilet bezig geweest. Maar ga nu by je man zitten. Ik zal je dan een broodje klaarmaken." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1