Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Heeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief yvordt U op aanvraag on-
middelijk toegezonden.
groote gevechtsterreinen afhankelijk
blijven. Roemenië is voornemens tegen
het eind van Januari zijn leger te
versterken. In Bulgarije is nog geen
beslissing genomen over het oproe
pen van de reserves.
Van het Westelijk front.
(Vervolg.)
In België en Frankrijk.
Parijs, 12 Jan. (Communiqué van
hedenavond): Ten noorden en ten
oosten van Soissons heeft de vijand
den geheelen nacht de posities van
het platau Perrières en heuvel 132
beschoten. Heden heeft hij opnieuw
oen hevige aanval gedaan om laatst
genoemd punt te heroveren. Het
resultaat is nog niet bekend.
Overigens is er niets bijzonders
gebeurd.
Parijs, 13 Januari. Er wordt hier
verhaald, hoe Zondag bij Ainiens een
Taube naar beneden is geschoten door
een van de bekwaamste Fransche
vliegers.
Het eerste schot trof den Duitschen
officier-waarnemer, die later eon zoon
van generaal von Falkenhayn, den
chel' van den Duitschen generalen
staf, bleek te zijn, in het hart en
doodde hem onmiddellijk. Het tweede
en het derde schot uit het Fraflsche
vliegtuig troffen den Duitschen be
stuurder, het vierde de machine, zoo-
dat het toestel moest dalen.
BerUjn, 13 Januari. Ambtelijke
mededeeling van hedenochtend uit
het groote hoofdkwartier
In de-buurt van Nieuwpoort is een
hevig artilleriegevecht geleverd, ten
gevolge waarvan de vijand een loop
graaf b(j Palingsbrug, een voorstadje
van Nieuwpoort, hoefl. ontruimd.
De aanvallen des vqands op het
kanaal van La Baasde zijn voorgoed
afgeslagen.
De aanvallen der Franschen op La
Ousselle, in de nabijheid van Nouvron,
zijn afgeslagen.
De vruchtelooze aanvallen, die de
Franschen gisteren op de hoogte bij
Crouy, (t. N. O. v. Soissons) hebben
gedaan, zijn gevolgd door een tegen
aanval onzerzijds, die een volslagen
nederlaag der Franschen en hun
verdrijving van de hoogten ten noord
oosten van Cuffles en ton noorden
van Crouy ten gevolge had.
Onze mannen uit de Mark ver
meesterden 2 Fransche stollingen,
maakten 1700 gevangenen en ver
overden 4 kanonnen, alsmede ver
scheidene machinegeweren.
De aanval der Franschen door middel
van een onderaardsche gang in de
streek van St. Mihiel is met succes
afgeslagen.
Onze troepen vermeesterden de
heuvels ten noorden cn ten noord
oosten van -Mementy.
In de Vogezen is de toestand on-
[De Palingbrug ligt aan de grens
van Nieuwpoort, over de haven, die
hot verlengde van het Yserkanaal
vormt.
La Ousselle en Nouvron liggen ten
N.O. van Soissons, Cus3ies iets ten
"Westen van Crouy.
Verder is in het communiqué-ge
noemd de plaats Mementy. Dit moot
zijn Nomeny, ten Oosten van Pont
a -Mousson. Eed.]
Van het Oostelijk
gevechtsterrein.
St. Petersburg, 12 Januari (Pet.
Tel.-Ag.) Mededeeling van den' grooten
generalen staf
Op het linker Weichselgebied heb
ben de Duitschers in den nacht van
den llden en den geheelen daarop
volgenden dag hun pogingen van den
laatsten tijd, om met kleine afdee-
lingen in verschillende streken aan
te vallen, voortgezet. Al deze pogingen
werden echter gemakkelijk verijdeld.
Ons geweer- en geschutvuur heeft
den vijand ernstige verliezen toege
bracht.
Een meer hardnekkig, hoewel mis
lukt offensief ondernamen de Duit
schers in de streek van het dorp
Sucha, waar wij gisteren vier malen
werden aangevallen, en bij de hoeve
Mogely, waar zij twee aanvallen
deden.
Gisteren, bij het aanbreken van
den dag, naderden onze verkenners
de Duitsche loopgraven op zeer kor
ten afstand en overstelpten die met
handgranaten. De vijand had groote
verliezen.
Volgens een nader bericht hebben
de Duitschers bij hun aanval in den
nacht van 10 dezer in de streek van
het dorp Samice aanzienlijke verliezen
geleden. Zij lieten 500 dooden op het
slagvold liggeD. Onke zoeklichten
waren ons zeer van dienst.
Op de overige fronten geen ver
andering.
In Polen.
De PetersburgSche correspondent
van de „Times" seint d,d. 11 Jan.,
dat gedurende de afgeloopen week
.het offensief der Duitschers in Polen
zich beperkte tot een smalle zone van
ongeveer 10 mijlen, op eon afstand
van ongeveer 30 mijlen ten westen
van Warschau. Deze zone strekte zich
uit langs den rechteroever van de
Eafka tusschen het gehucht Moghely,
twee mijlen ten zuiden van Bolimof
en van Soekatsjef. Hier hebben de
Duitschers twee legercorpsen, van
welke er een in reserve is. Zij hebben
hier tevens tal van zware kanonnen
in stelling gebracht. De vijandelijke
loopgraven op den rechter den
oostelijken oever van de Rafka
loopen over eenige mijlen afstand
ongeveer evenwijdig met do Rafka.
Op sommige plaatsen loopt oen Duit
sche loopgraaf door hot ecne deel van
eern dorp, de Russische door het an
dere. Hier liggen tevens de bosschen
van Bolimof. En men meent dat de
Duitschors het uiterste inspannen
om zich het bezit van deze bosschen
te verzekeren, en volgons verklaringen
van gevangenen zouden ze van oor
dcel zijn de Russische liniën wel te
kunnen doorbreken als ze maar ee-rst
deze bosschen hebben. Sedert Maan
dag wordt in de buurt van Bolimof
hevig gevochten, herhaaldelijk wisse
len stellingen van bezit, maar ondanks
de groote offers van menschen en het
haast onophoudelijke bombardement
maken de Duitschers geen beteeke-
nende vorderingen. t)e correspondent
vertelt dan vorder eenige mededee-
lingen van een gewoud (Russisch)
officier, die verhaalde van herhaalde
lijk afgeslagen nachtelijke aanvallen
der Duitschers, die daarbij zware ver
liezen leden. Zooals in deze mede-
deelingen steeds gebruikelijk it, leest
men ook thans weer van stapels
lijkon, zoo hoog dat de Russische
soldaten niet konden schietener
moest eerst gaten gemaakt worden
in dezen muur vau lijken om de mi
trailleurs in dienst te kunnen stellen.
Met grooto waardeering overigens
spreken do Russische zegslieden van
don correspondent vau de groote
dapperheid der Duitschers, die zich
door geen verliezen lieten afschrikken
om tot het uiterste door te Zetten.
Van het Russisch-Turksche
gevechtsterrein.
St. Petersburg, 12 Januari. (Pet
Tel.-Ag.) Mededeeling van den gene
ralen staf van het Kaukasische leger
In de richting van Olty wordt het
harnnekltige gevecht metde Turksche
achterhoeden aan de Oltygou en meer
westelijk voortgezet.
De verwoede strijd in de streek
van ICaraoergan duurt voort en neigt
ten onzen gunste.
Gisteren maakten wij het 92ste
regiment infanterie, ter sterkte van
11 officieren, 3 geneesheeren en onge
veer 1500 soldaten, gevangen. Wij
vernietigden een bataljon van het
•52ste regiment infanterie en namen
de overlevenden, ten getale van 250
soldaten en 1 officier, gevangen. Bij
de verovering van een bergopTurksch
grondgebied hebben onze troepen
zich meester gemaakt vaneen vijan
delijk kamp met een magazijn schiet
voorraad voor geschut en geweren.
Op Zee.
In de Zwarte Zee.
Petersburg, 13 Jan. Volgens alsnog
ontvangen nadere bijzonderheden over
het zeegevecht op 4 Jan. bij Sinope
heeft het Russische artillerievuur den
Turkschen kruiser „Medjidie" zwaar
beschadigd.
Hoewel het oorlogsschip wist te
ontkomen, is de „Maria Rosétta",
dat door de „Medjidie" begeleid werd
en een lading nafta voor Trcbizonde
aan boord had, in den grond geboord.
Den Gen bemerkte onze vloot in
den donkeren nacht de kruisers „Bres-
lau" en „Hamidie". Wij,slaagden er
in reeds bij de tweede laag de zoek
lichten van de „Breslau" te dooven.
Beide vijandelijke schepen staakten
het vuur en verdwenen in do duister
nis. In de baai Soerruene en de baai
Riza vernielden wij 51 vijandelijke
schepen.
Het bombardement vau de haven
van Hapa, welke het land achter
Tsjorokl van het noodigo voorziet,
veroorzaakte een reeks branden aan
de kust.
Nog een merkwaardige bijzonder
heid over de actie van de Turksche
vloot in de Zwarte Zee: de kruiser
„Breslau" beschoot de stellingen van
de Turksche troepen bij Liman ton
noorden van Hapa. Ten gevolge van
dit bombardement bezetten onze troe
pen zonder moeite die posities, welke
de Turken hadden ontruimd.
Een kolenschlp binnengevallen.
San Juan (Portorico) via Londen,
13 Jan. Het kolenschip „Farn" onder
bevel van een officier van de „Karls-
ruhe" viel hier binnen ora voorraden
in te nemen.
De autoriteiten hebben instructies
te Washington gevraagd.
De algemeene toestand.
De officieele berichten van het Wes
telijk oorlogsterrein zien er, opper
vlakkig beschouwd, evenzoo uit als
de vorige dagen, maar bevatten in
waarheid belangwekkend nieuws en
wel in het bizonder uit de streek
van Verdun.
Ten Oosten van Verdun, dat is
bekend, loopt het front, dat ton Noor
den om deze vesting heenbuigt,
rechtstreeks naar het Zuiden tot St.
Mihiel, vandaar loopt het naar Pont
Mousson, bijna vlak ten Oosten van
St. Mihiel, en wel tot voor eenige
dagen met een Noordwaartschen
boog, die bijna tot Thiaucohrt reikte.
De gevechten bij Aprémont en Flirey
wezen er op, dat die Noord waartscho
bocht thans verdwenen is in het
front tussGhen Sfc. Mihiel en Pont ft
Mousson.
Toen we dezer dagen over die ver
andering spraken, wezen wij op ver
schillende omstandigheden, die tot het
vermoeden aanleiding konden geven,
dat de Duitschers bij Verdun oen aciie
van beteekenis voorbereiden. In dit
verband noemden wij ook hun voort
durende aanvallen in de Oostelijke
Argonne, waar zijZuidwaarts trach
ten door to dringen. Het heette in
de officieele Duitsche berichten tel
kens, dat de aanvallen vorderden.
Hoever zij waren gevorderd vorna-
men wij niet. Maar nu gisteren
meldden de Duitschers, dat zij in Ar-
gonne een Fransch steunpunt hadden
veroverd aan den Romeinschen heir-
weg. Dit is alleen 'n aanwijzing Noord-
Zuid, want die weg loopt van ChiY
lons-sur-Marne (in de oudheid Duro-
catalauni) naar Verdun (het Virodu-
num van de oudheid) over St. Mé-
nehould, van West naar Oost dwars
door de Argonne heen.
Maar in de vroegere borichten werd
de loop van het front indeArgonno
aangegeven over Vienne la Ville,
Four de Paris (aan de Bissme, een
zijriviertje van de Aisne) en Boureuil-
les (waar den lGsten December een
gevecht werd gemeld,) m. a. w. langs
een lijn, die gemiddeld tien K.M. ten
Noorden van een grooten weg ligt,
waar de Duitschers nu een stounpunt
hebben voroverd.
Dezen zijn dus in de Argonne 10,000
meter voorwaarts gekomen. In aan
merking genomen, dat wij in den
laatsten tijd voortdurend hebben
gehoord van heen en weer trekken
over een afstand van 100 meter, mag
dit een feit van belang genoemd
worden.
Trouwens dat de Duitschers hier
wigvormig zijn opgedrongen is waar
schijnlijk om de geaardheid van het
terrein en ook omdat zij den na
druk vestigen op het feit, dat het
hier een bemerkt gedeelte van hot
front geldt en in verband daarmede
de verliezen aan Fransche zijde aan
zienlijk noemen.
Voorts is het waarschijnlijk, dat
de plaats waar de Duitschers den
Romeinschen weg hebben bereikt,
minder dan 10 K.M. tén. Oosten van
Ste Ménehould ligt. Want nadert men
den weg van het Noorden, dan moet
men, als men het verder dan 10 K.M.
ten Oosten van Ste Ménehould doet,
oerst over den spoorweg heen. Had
den de Duitschers aldus een gedeelte
van den spoorweg bezet, dan hadden
zij het stellig niet onvermeld gelaten.
Wij kunnen dus met vrij hoogen
graad y.an waarschijnlijkheid zeggerr,
dat de Duitschers in de Argonne op
do heuvelreeks tusschen de Aisne en
de Biesme een 10 K.M. zijn voor
waarts gedrongen. Zij staan daar nu
vrijwel vlak ten Oosten van Verdun,
zoodat de boog om die vesting weer
iets vorder, te weten tot de helft,
gesloten is.
In de Argonne, een terrein met
moeilijke passen, waai' in 1792 Du-
mouriez Frankrijk voor een inval
der vijandelijke troepen belioeddo, en
sindsdien wel eens do Therrnopylen
van Frankrijk genoemd, zijn onge
twijfeld belangrijke gevochten te
wachten.
Van niet minder belang schijnen
de gevechten, die oven ten Noorden
van Soissons worden geleverd, dat
is op liet punt, waar het front eeniger-
mate naar het Noorden begint om te
buigen. Daar meldden Dinsdagochtend
de Duitschers het mislukken van een
aanval der Franschen en do-hervatting
van den strijd, en de Franschen geven
in huta bericht van Dinsdagavond te
kennen, dat de Duitschers er een
„belangrijken aanval" iloon.
(N. Rott. Crt.)
De houding van Roemenië.
Londen, 13 Januari. Aan de „Times"
wordt dd. Maandag uit Sofia geseind
Ofschoou Roemenië blijkbaar tot
een eindbeslissing is gekomen orn in
Zevenbergen op te treden en do veld
tocht tegen het midden van do maand
Februari verwacht wordt, koestert
men in wijden kring do verwachting,
dat de Roemeensche gezant; in Bulga
rije, die zich op hot oogenblik in
Boekarest bevindt, binnenkort terug
zal keeren met omlijnde voorstellen.
Naar men hoopt zullen deze de tot
standkoming van een vergelijk tus
schen de twee landen bevorderen.
De teruggave van de steden Dohritsj
en Baltsjik met omgevende gebieden
zal waarschijnlijk worden aangeboden,
doch zou de overeenkomst ongelukki
gerwijze. blijken niet tot stand te
kunnen komen, dan heb ik roden Lo
gelooven, dat Roemenië do eenige
gelegenheid om zijn nationale weu-
schen te verwezolijken, niet. zal laten
voorbijgaan.
Een der oorzaken van de tijdelijke
aarzeling van liet koninkrijk was de
onzekerheid over de politiek van Italië.
Gedurende de laatste maanden zijn
echter de vriendschappelijke betrek
kingen tusschen de twee Latljnsche
staten nauwer toogeknoopt. De be
zetting van Walona door Italië werd
in Roemenië algemeen goedgekeurd,
omdat daardoor het gevaar voor de
Roemeensche actie wordt verminderd
en de oorlog er door zal worden
verkort. Roemenië is als kleine staat
natuurlijk afkeerig van een langdu-
rigen strijd, die zijn hulpbronnen zou
uitputten. De jongste vriendschappe
lijke betooging voor Italië is geheel
toe te schrijven aan de overtuiging,
dat Italië toebereidselen maakt om
santen met de mogendheden der En-
tonte op te treden. Zou Italië echter
ten slotte zijn onzijdigheid handhaven,
dan hoor ik, dat het besluit van
Roemenië onveranderd zal blijven.
Inmiddels worden de militaire toebe
reidselen Ijverig voortgezet. Het feit
dat do geheele Boekowina mot de
belangrijke wegen naar Zevenbergen
zich nu in de macht der Russen be
vindt, zal het optreden van Roemenië
bespoedigen en het groote succes der
Russen in Kaukasië zal eveneens als
een prikkel werken.
Genadief, de voormaligeBulgaarsche
minister van buitenlandscho zaken,
is vannacht met een niet-officioelo
opdracht naar Rome vertrokken.
Uit Duitschland.
In Duitschland gaat men voort met
het wisselen van goud tegen bank
papier, om dit goud dan aan de Rijks
bank over te dragen. Zoo heeft do
gemeentelijke Spaarbank te Stettin
pas weer 549.000 mark in goud naar
Berlijn opgezonden. Onderwijzers
gaan van huis tot huis om goud in
te wisselen of zenden er hun leer
lingen op uit. Een onderwijzer te
Gross Zimmern bracht op deze ma
nier in veertien dagen 20.000 mark
aan goud bijeen. Een verzameling
in 16 dorpen in de Vogelsbergen le
verde 49.750 mark aan goud op. Zoo
zeer is ieder Duitscher er van over
tuigd, dal; het Rijk, om den oorlog
met goeden uitslag te kunnen voort
zetten, goud tot zijn beschikking
moet hebben.
Een gesprek met een soldaat.
Dezer dagon, zoo schrijft iemand
aan do „Vorwarts", ontmoette ik eon
kennis in „Feldgrau" met den arm
in een verband. Ik snel op hem toe,
pak hem bij zijn gezonden arm en
zeg: „Ben je gewond, beste vriend?
Waar is dat gebeurd Heb je nog
pijn Ben je lang in het ziekenhuis
geweest? Wanneer moot jo naar het
front terug?"
De soldaat keek naar mij, alsof
hij mij heelemaal niet zag. Hij scheen,
overspannen te zijn en ik noodigde
hem daarom uit een glas bier met
me te gaan drinken.
„Eén glas bier?", vroeg hij. „Maar
één?"
„Wat meen je daarmede?" was
mijn wedervraag.
„Hot zou het 85ste zijn, dat ik
vandaag moest drinken."
„Heb je zooveel kennissen
„Dat niet. Maar ieder meent het
recht te hobbe-n een gewonde, die
van het front terugkomt, te mogen
trakteeren. En als hij zwak genoeg
is om aan iedere uitnoodiging gevolg
te geveu, dan ziet men 's avonds eeh
dronken soldaat door de straten wag
gelen. En dan zegt iedereen„Hoe
schandelijk". Schaam jullie, thuis
blijvers je dan niet?"
Ik glimlachte. Ooiiogszenuwachtig-
heid, dacht ik. Ik trachtte hem ech
ter aan het praten te krijgen en
merkte op„Je hebt zeker moeilijke
dagen beleefd, meor dan wij beseffen
kunnen. Je kunt zeker heel wat ver
tellen."
De soldaat zag mij smeekend aan.
„Wees zoo goed mij niets te vragen.
Die voortdurende vragen zijn ver
schrikkelijk. Wij zijn dood op, gewond
en hier -gekomen om te herstellen.
In den eersten tijd heb ik alle vragen
met engelengeduld beantwoord. Maar
nu is myn geduld ten einde. Ik ver
tel niets meer van den oorjog."
„Dat is te begrijpen", merkte ik
vergoelijkend op, „maar als wij vra
gen geschiedt dat toch alleen uit
vaderlandsliefde."
De soldaat glimlachte oenigszins
pijnlijk.
„Jullio, thuisgeblevenen, zljt rare
snoeshanen", antwoorde hij. „Jullie
maakt tegenwoordig een zaakje van
de vaderlandsliefde, zingt oorlogs
liederen met vcrschrikkelljken tekst
en dicht, dat den lezer de oogen zeer
doen van het vele lezen. Aan de bier
tafel is het altyd weer vaderlands
liefde. Begint je dat ten slotte niet
te vervelen
Ik was natuurlijk te beleefd om "te
tooncn, dat do opmerkingen me erg
tegenvielen. De soldaat had, omdat
hij aan het front was geweest, toch
nog niet het recht om mij zoo af te
snauwen, vooral niet, omdat hij niet
eens
Juist, daar kon ik hem mede pakken.
.„Zeg eens, vriend" zoo begon ik
weder, maar thans een beetje uit de
hoogte: „Waarom heb je eigenlijk
het „IJzeren Kruis" niet?"
„Op die vraag hob ik gewacht. En
ik zal hem ook dan zoo beantwoorden,
dat je hem niet weer stelt. Wij doen
allen onzen plicht. Maar niet aan
iedereen is het gegeven, zich op eon
gegeven oogenblik door moed en
tegenwoordigheid van geest te kunnen
onderscheiden, ofschoon ieder Duitsch
soldaat het eventueel zou kunnen eii
het ook wil.
Maar jullie kunt dat niet beoor-
deelen en hebt dus ook geen recht
zulke dwaze vragen te doen".
De lust om het gesprek voort to
zetten was mij plotseling vergaan.
In nam dus afscheid. Het leek mij
alsof mijn heengaan voor den ge
wonde een opluchting was.
I-Ilj was nog slechts enkele schreden
van mij af toen bij wederom aatigo-
sproken werd. En ik hoorde mijn
eigen woorden weder„Ben je gewond
beste vriend? Waar? nog pijn? Was
je lang
MARINE EN LEGER.
Dun SOeu Januari a,s. aal to Willomsuord
dienst wordon gesteld, Hr. Ma. pantsordolc schip
„Holland".
Het bovel over -lvoi bodem is opgedragen aan
dun knpitoin tor zo- J. Süuténdan), ler\v(]l ver-
dor daaraan boord wordon geplaatst:
kapitoin-Jultonant ter zoo r. A. Hik, lo officier
luitenants ter zoo dor lsto klasso H. J. Hart
kamp on EL C. Louworse;
luitenants tor zoo der 2de klasso A. C, van
der Dusson, F. L. Krups, W. J. D. Posthumus,
jhr. O. v. d. Erandelor 011 H. Vroodonberg:
luitonnnts tor zee der 3de klasse .1. W. II.
Holl'rqan, 13. Valk, E, 1„ Marlens on II. C.
Niouwenhulsort!
oificior van gezondheid riet" 3de klasso H. 0.
A. fiotmar;
ofliolei' van administratie 2de klasse J. II. A.
Boerl.lo
officieren-machinist 2do klasso W. van der
(laag on W. G. M. Brouwer
oiïicior-macliinist 8du klasse II. do Vries
machinisten A. do Jong, M. P. ,1. Pover,
Huysso, J. A. W- van dor Laan, J. It. Hol'stra,
H. G. van Niol en O. de Vries.
Ohel' dor oquipagc isscliippor W. Euwon.
Met don 20on Jan. 1915 wordt do luit. t.
dor 2do kl. R. Kwasl (uit Wcat-Indiö in Neder
land teruggekeerd) geplaatst aan boord van
Hr. Ms. „Gelderland" on met donzolldon datum
de lult. t. z. dor 2e kl. It. Zalm overgeplaatst
van Ilr. Ms. „Koningin Bmrna" naar Hr. Ms.
„Do Ruylor",
20 Jan. 1915 wordt do kap.-luit. t.z. M.Schoo eor-
vo) onthoven van het Mjüelpk bevel over Ilr. Ms.
nantsordukscliip „Gelderland" en goplaatstin do
Dlroctio der Marine te WiJiomsoord als aange
wezen commandant Mi de indienstopgelogdo
kanonneorbooton on do waarneming van dit
bovel met denzolfdon datnm tijdelijk ongodragon
:uin don luit. ter zee der l sto klasse D. 10. Kous.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaart-Maatschappij „Nederland".
Boolon vertrok 12 Jan. van Santos naar A'dam.
Radja, uitrois, is 12 Jan. Noord-Hinder gepass.
Oranjo, thulsrols, passoorde 12 Jan. Dungoness.
Sumalra, uitreis, passeerde 12 Jan. Malta.
Batjan, thuisreis, zal 14 Jan. van Londen naar
A mstordam vertrekken.
Java, thuisreis, vertrok 13 Jan. van Immiugham.
Rembrandt, thuisreis, vortr. 12 Jan. v. Pórt-San!.
Lombok vertruklS Jan. van Cardill'n, New-York.
Rotterdamsche Lloyd.
Doll, uitrois, arrl voorde 10 Jan. te Oalania.
Kon. Holl. Loyd.
Friala, uitreis, vertrok 11 Jan. van Corunna.
Kon. West-Indische Maildienst.
Fortuna,uitreis, arr '.voerde 10 Jan. te Colon.
Oranjo Nassau,uitreis, is 11 Jan.Prawlopointgop.
J. v. Nassnu, arrlv. 12Jan. v.d.Plata-Rlviorto A'd.
Lodew.v.Naasauvertr.12 Jau.v.A'd.n.PortTalbot.
Nickorie, thuisreis, is 13 Jan. Bovozior gepass.
Haven te Nieuwediep.
12 Jan. Vertrokken naarLythhets.s. „Amulet".
13 Jan, Aangekomen van Harlingon on vertrok-
kon naar Huil het Nedorl. s.a, „Profos-
sor Buis".
Id. van Harlingon naar Blytli hot Nod.
s.a. „Dulvelnnd".
Id, van Hardingen naar Londen hot Eng.
s.s. „Leeuwarden".
MARKTBERICHTEN.
Behagen, 14 Jau. 1915.
4 Faardon f 136.- h 250.-
VouleuB 0.— 0.—
Ossen 0.— 0.—
0 Stieron „"135.- 840.-
10 Goldokooien (magere) 120.- 276.—
85 Geldekueien (vette) 210.- 880.-
31 Knlfkooien 180,- 300.-
Vaarzen 0.— 0,—
Finken 0.- 0.-
Graskalveren 0.— 0.—
26 Nuchtere kalveren 8,— 25.—
Rammen 0.— 0.—
Schapen (macoro) 0.- 0.—
Schapen (vette) 0.- 0,—
280 Ovornouders 24,— 32,—
Lammeren 0.— 0.—
Bokken en Golten 0.- 0.—
Varkeus 0.— 0.—
GO Varkens (volle) p. K.G. 0.G0 O.GS
70 Blggon 4.— 12.-
110 Konüuon 0.50 1.60
50 Kippon 0.85 1.35
20 Eondon 0.60 1.-
Duiven 0.— 0.—
Ganzen „0.- 0.—
Zwanen 0.— 0.—
250 K.G. Boter 1,60 1.70
50 Kaas 0.60 0.70
1000 Kipeleren p. 100 stuks 7.00 8.00
Eendeioron p. 100 stuks 0.—
>1 kalf kooien matig'.
.4 Januari. Concert, ton voordeelo van hot PI,
Steuncomité, in Oa s i n o, 8 uur.
G Januari. Arb.-zangv. „Kunst aan 't Volk",
i V o 1 i, 8 uur.
10 Januari. Toon.-voreen.„T.a.v.o.n.u."Liefdadig-
heids-uitvooring in Cas i no, half8.
Januari. AJg. Ned. Goh.-Onlh. Boud. Open
bare Vergadoring in T i vo 1 i, 8 uur.
!3 Januari. S. D. A. P. en S.-D. Mobilisatie-club,
Propaganda-kunstavond ln Ti vol i,
8uur.
Burgerlijke Stand van Helder,
van 12 en 13 Jan. 1915.
ONDERTROUWD: J. F. Vliegent-
hart en M. G. Gelauf, C. Wal en A.
C. Hoep.
BEVALLEN: A. H. Rommes-
Boll d., P. Bogert—de Bruljn z., A.
van Horik-Agema d., A. Wijker--
de Beurs z., M. C. Visser—Engel d.
OVERLEDEN: C. D. Bregman-
Wed. D. v. Straaten, 77 jaar, C.
Kater Been 34 jaar, M. Croes van
Thielen—de Wit, 54 jaar.
PLAATSELIJK NIEUWS.
- De vergadering der Karaor van
Koophandel wordt gehouden a.s.
Vrijdagavond ten S uur in het Raad
huis in plaats van Donderdagavond.
Van een gestrande mijn
en hoe we die lieten springen.
Rrrriiig! klinkt de telefoon en de
hoorn brengt de boodschap over „of
wo lust hadden om mede te gaan naar
Callantsoog, waar een aangespoelde
mijn tot ontploffing zoi> worden ge
bracht".
Je schiet haastig jo jas aan, holt
de deur uit en vindt voor het paleis
do beide auto's van den staf gereed
staan, die de officieren, aan wie het
gevaarlijke karweitje opgedragen is,
naar de plaats hunner bestemming
strandpaal 10 zullen brengen,
't Is bar slecht weer; uit een lood
grijze lucht valt ononderbroken en
eentonig de regen. Het toch al weinig
aantrekkelijke landschap in dit doel
van Noord-Holland, dat onder gunstige
invloeden van weer en jaargetijde
niettemin zijn bekoring biedt, kwam
op het on voord eeligst nit:oenmono-
i;one, langerekte weg langs het Kanaal,
met hier en daar verspreide boeren
woningen, zónder boomen. Een een
zame trekschuit met een zieligen,
drijfnatten stakker, die moeizaam zijn
lijntje trekt, een boerenwagen, die óp
het getoeter van den hoorn haastig
uithaaltdat was alles. Zoo snelden
we voort met een 30 kilometer-vaartje
en laten no. I, die 35 spurten wil,
zijn gang gaan. Straks krijgt-ie toch
weer eon panne - zooals altijd. De
weg is slecht; de centimeters diepe
geulen zijn vol water, dat mot golven
omhoogspaL als do wielen er door
rijden.
Bij 't Zand een in den zomer
vriendelijk glimlachend on aardig in
't groen verscholen dorpje, thans
eene grijze massa hui9jes, die, voor
een oogenblik, de eentonigheid breken
en wat stoffeering brengen aan 't
landschap, buigt de auto rechts
af cn weldra zijn we nu in het typische
duinlandschap, dat deze streken zoo
eigenaardig maakt. Rechts cn links
wisselen de weilanden met de bruine
duinen af en ook hier nog zijn we
in de bewoonde wereldGroote Kee-
ten heet de buurtschap.
Als tenslotte de aulo stopt, omdat
de weg eindigt, heeft hel; gezelschap
nog eene wandeling te doen door
drassig terrein, om dan, ovor do dui
nen heen, op het, hier niet zeer breede
strand te komen. Ginds, bij dien stee-
non dam, ligt hot zoo op het oog
zoo onschuldige ding. 'tZiet er hee
lemaal niet vreeselijk uit; noch wat
grootte noch wat uiterlijk betreft,
't Is een half rond ijzeren gevaarte,
van misschien een meter hoogto.
Blijkbaar zit het nog een eind in 't
zandmaar zoo op het oog is tiet,
alsof het van onderen vlak is. Bovenop
wat schroeven en moeren, en daar
aan vast de voelhorens. De voelho
rens I
Wee het schip, dat daarmede in
aanraking komt; we zouden over
weinige minuten de uitwerking zien
van de ontploffing, en het zou ons
duidelijk worden welk een. vreeselijk
wapen en welk een helsch-geniale
vinding zoo'n mijn is. Die z.g. voel
horens waren niets anders dan een
ijzeren staaf van een paar meter, die
dwars over de sluiting van de mijn
zit en aan het einde twee kleine
rechtopstaande Ijzeren staafjes heeft.
Het is duidelijk, dat, als het onge
lukkige schip deze staafjes aanraakt,
de mijn ontploffen moet, en oven
zoo duidelijk is het, dat, als het
boven de mijn is gekomen, het de
voelhorens ervan móet aanraken.
Mephisto kon het niet ver fijnder en ge
nialer hebben uitgevonden.
Vooralsnog is het aangespoelde ding
onschadelijk, zoolang uien er naar
kijkt. Maar aanraken is verboden. En
natuurlijk sta je or bij te philoso-
feeren: dat de mensch zoo'n aller
wonderlijkst wezen is, zoo'n allerzotst
samenstel van goede en kwade eigen
schappen, dat jo er met logische be-
redenooring niet komen kunt. Want
waar aan den eenen kant de mensch
domoest-mogelijke zaken vervaardigt,
die dienen moeten om het zijn oven-
mensch aangenaam of dragelijk op
aarde te maken auto's van den
Generalen Staf bijvoorbeeld daar
is het toch absoluut met de logica
in strijd, dat-ie tezelfder tijd zulke
krankzinnig-helsche, geniaal-diaboli-
sche voorwerpen vervaardigt als
zoo'n mijn.
Enfin, de heeren officieren hadden
geen tijd tot philosofeorenze moesten
aan het werk. Hoe dat „opblazen"
van een mijn nu geschiedt, och,
hieromtrent hebben de bladen al zoo
veel verteld, dat wli deze technische
bijzonderheden wel ach ter wege kunnen
laten. Er wordt een lading dynamiet
omheon gelegd, men sLeekt de lont
aan en loopt weg ziedaar de ver
borgenheden dor techniek populair
on beknopt onthuld.
Toen het dan eenmaal besloten
was, dat we weg zouden loopen, be
sloten wij, dat het een heel eind zou
zijn ook. Je kon nooit weten oen
sLukje van een scherf in jo gozicht
to krijgen is minder aangenaam. En
tegen den wind in liepen wo een 800
900 meter verder, waarna we wachtten,
't Duurde vrij lang oor de ontploffing
kwam, maar zij naderde, naderde
Nog drie seconden, nog twee, nog
een daar flikkert licht, daar klinkt
een doffe knal, als van ver verwijderd
onweer, en een intens-dichte, zware en
zwarte rookwolk stijgt omhoog en
verdwijnt langzaam in zee.
't Was gebeurd. Het gevaarlijke
ding was onschadelijk. We liepen
haastig naar de plaats toe waar het
lag om de identiteit ervan vast te
stellen, indien dat nog mogelijk was.
Lezer, van de mijn, die toch, laten
we zeggen, een omvang had van 1
meter, en welker hoogte ook onge
veer een meter bedroog, was niets,
maar ook absoluut niets, over. Ja
toch, de heer Prillevitz, de adjudant
van den vice-admiraal, raapte een
stuk van den ankerketting op, een
der andere heeren een stukje roestig
plaatijzer. Dat was allqs. De rest was
verdwenen, onnaspeurbaar, onher
roepelijk verdwenen. In plaats daar
van was in het strand een gat ge
slagen, waarin een der kapiteins, die
mede aanwezig was, een zwaarge
bouwd man van flinke lengte, stond
en nog wel een hal ven meter beneden
de oppervlakte bleef met zijn hoofd.
Dit gat was zuiver kegelvormig in
den grond geslagen en had eene mid
dellijn van, naar schatting, vijf meter,
terwijl de „krater", zooals wo reeds
zeiden, minstens 2£ meter diep
was. Rondom het gat was het natte
zand in kleine hoopjes gestrooid;
het waren precies molshoopen en het
geheele strand was er mede bezaaid.
Van den steenen dam waren een
paar steenon los. Dat waren alle
sporen, die do mijn nagelaten had.
Een der schildwachts, die aan den
vóór-den-windschen kant gestaan had,
vond in zijne nabijheid eenige stuk
ken Ijzer.
Na de ontploffing, die, naar wij
.vernamen tot in den Helder gehoord
werd ofschoon wij, die achter den
wind hadden gestaan, haar slechts
als een doffe, zwakke echo hoorden,
kwamen de Groote Keeters toeloopen.
„Jonge, da's eeh baas!" zeiden ze,
toen ze 't gat zagen.
Boven in de duinen vonden we 't
eerste en eenigo slachtoffer, of liever
een fragment ervan, 't Was do vleu
gel van een zeemeeuw, die eenzaam
te bloeden lag in do helm. We bag
gerden weer door moeras en zand,
klonterden berg op, berg af on be
reikten veilig en wel de auto's bij het
laatste Groote Keetsche huis. De juf
frouw d'r heele huis had getrild,
vertelde ze, van den schojc.
En voort ging het weer, de lange
eindeloosheid van het Kanaal af,
kilometervretend, totdat den Heldor
bereikt was. En wij, veilig en lekker
bij de warme kachel zittend alles
wat nat was op een hoopje een
verhaal dichtten van een gestrande
mijn en hoe wij die lieten springen.
En dit is het merkwaardige, dat u
nu nog niet weet, hoe het eigenlijk
precies geschied is. Maar het gat is
er, en ik geef het u in eene week
te doen om het zoo netjes en zuiver
te graven.
Behalve verschillende officieren van
land- en zeemacht, was de Vice-
Admiraal, de heer Naudin ten Cate,
en diens adjudant, de luitenant ter
zee le kl. Prillevitz, porsoonlijk aan
wezig.
Een zaak, die steun verdiend.
Er is een ziekte, die nog erger is
dan de ergste vijand, een ziekte dio
jaarlijks vele jonge mannen en vrou
wen en kinderen ten grave sleept,
na een dikwijls langdurig en bitter
lijden. Die ziekte, dio onverbiddelijke
vijand, is de zoo zeer gevreesde tuber
culose.
Er bestaat ook een vereeniging,
die met alle middelen en allo krach
ten, dien gevaarlijken vijand tracht
te bestrijden, om zoodoende het leven
van zooveel jongen van dagen niet
voor de maatschappij te doen verlo
ren gaan en veel leed te verzachten.
Deze vereeniging tot bestrijding der
tuberculoseheeft in verschillende
plaatsen in ons land hare afdeelingen,
zoo ook in onze woonplaats den Hel
der. Ook hier heeft de vijand zich
genesteld en moet de afdeeling zich
steeds in vorweer stellen, vooral en
in de eerste plaats ter verdediging
en bescherming van diegenen, die
niet in staat zijn wegens gebrek
aan middelen om zichzelf te ver
dedigen.
Helaas, de moeilijke tijdsomstandig
heden hebben maar al te zwaar haren
invloed ook op onze ijverige afdeeling
doen gelden. Door den vreeselijken
strijd, die rondom ons woedt, en de
gevolgen voor ons land en ook voor
onze woonplaats, heeft men vele nut
tige instellingen vergeten. Zoo is het
ook met de afd. Helder der Vereeni
ging tot bestrijding der tuberculose.
Hare geldmiddelen verkeeren op het
oogenblik in een dusdanigen toestand,
dat als er geen verandering komt
de afd. weldra hare werkzaam
heden zal moeten stakeD, zij haren
zegenrijken en nuttigen arbeid zal
moeten neerleggen.
Iedereen zal het dadelijk eeuszljn,
dat zooiets niet kan en niet mag ge
beuren. Veel zal echter afhangen van
de Heldersche burgerij in de eerste
plaats. Wij weten wel, er wordt reeds
veel, ja heel veel, gevraagd, doch het
betreft hier een zaak, dio werkt in
het belang niet alleen van een be
paalde groep personen, doch van het
geheele menschdom. Het is toch van
algemeene bekendheid, dat de tuber
culose in alle lagen der maatschappij
hare slachtoffers maakt.
Nu heeft de afdeeling alhier een
liefdadigheidsuitvoering op touw ge
zet, waarvoor zij zich de medewerking
verzekerd heeft van de hier ter stede
zoo gunstig bekend staande tooneel-
vereoniging „T.A.V.E.N.U." Van dezen
weldadigheidsavond hebben onze le
zers reeds in deze kolommen kunnen
vernemen, terwijl ook door middel
van advertenties en aanplakbiljetten
bekendheid eraan is gegeven. De uit
voering heeft plaats Woensdagavond
20 Januari a.s. in „Casino" en zal,
ten gerieve van de vele thans in
onze veste verblijf houdende mili
tairen, aanvangen om half acht. Op
gevoerd wordt het bekende klucht
spel „Broeders Vrijmetselaars". Het
is bijna overbodig, om deze uitvoering
nog bij onze lezers aan te bevelen.
„T.A.V.E.N.U." is genoegzaam bekend
om haar uitstekend verzorgde uit
voeringen. Trouwens, een vereeniging
die roods in Den Haag op con dei-
grootste wedstrijden in Nederland
met drie onderscheidingen, waaronder
het eeremetaal van H.M. de Koningin,
wist te gaan strijken, heeft zeker
geen nadere aanbeveling noodig.
Indien men dus één of meer kaarten
koopt voor dezen avond, kan men
ervan overtuigd zijn, dat men een
goed en nuttig werk doet, en ook,
dat men de gelegenheid heeft, oen
genotvollen, genoegelijken on aange-
namen avond door te brengen. Want
dit kunnen wij er wel dadelijk bij
voegen: „Broeders Vrijmetselaars",
zooals het door „T.A.V.E.N.U." ge
speeld wordt, doet je lover schudden
van het lachen en laat je tenminste
gedurende een avond den ernst dor
tijden vergeten. „T.A.V.E.N.U." haal
de kort geleden nog een reusachtig
lachsucces met deze klucht; de zaal
daverde den ganschen avond van
plezier over de moeilijkheden, waarin
de gewaande broeders vrijmetselaars
zich wikkelen.
Er zijn verscheidene bereidwillige
dames aan het werk om kaarten te
verkoopen. Wij hopen, dat niemand,
die het eenigszins doen kan, de dames
bij hun liefdewerk zal teleurstellen,
opdat op 20 Januari de „Casino"-zaal
te klein zal blijken, om allen te be
vatten, cn de afdeeling Helder der
vereeniging tot bestrijding der tuber
culose in staat zal zijn, door een
flinke netto opbrengst haar werk tot
heil der menschhoid te blijven voort
zetten.
Menschliovend hulpbetoon.
Bij Kon. besluit van 13 dezer is,
als blijk van goedkeuring.en tevre
denheid, de bronzen eereponning
voor menschliovend hulpbetoon en
een loffelijk getuigschrift toegekend
aan:
G. A. de Bie, matroos 3de klase
der Koninklijke marine, wegens de
door hem met levensgevaar ver
richte redding van twee drenkelin
gen uit het water van het Noord-
Hollandsch kanaal te Helder, op 14
October 1914;
C. Ham, winkelbediende to Hel
der, wegens de door hem met levens
gevaar verrichte redding van twee
kinderen uit het water van het
Marinewerfafsluitkanaal te Helder,
op 11 Juli 1914;
BINNENLAND.
Do heropening der Amsterdamsche
Beurs.
Het Haagsche Corrospondentie-
bureau meldt:
Het ligt, naar wij thans van wel
ingelichte zijde vernemen, in de be
doeling de Beurs to Amsterdam in
elk geval tegen het einde dezer maand
wede)-* open te stellen.
Krijgstucht.
Nogmaals is onder de aandacht van
de militaire autoriteiten gebracht, dat
het gedrag van vele militairen op
straat zeer veel te wenschen over
laat. Meer bepaaldelijk wordt veel
vuldig geklaagd over hot niet behoor
lijk brengen van den militairen groet.
Een en ander is grootendeels het ge
volg van de onverschilligheid van
vele meerderen ten aanzien van het
handhaven der krijgstucht.
Wanneer iedere meerdere niet alleen
zelf de bepalingen omtrent het groe
ten stipt nakwam, maar ook steeds
ingreep, wanneer hij ziet, dat die
bepalingen niet behoorlijk worden
nagekomen, tdan zou ongetwijfeld
spoedig verbetering in den toestand
intreden.
Bij de soldaten bestaat de gewoonte
om korporaals in het geheel niet to
groetendeze laatsten - behoudens
enkele goede uitzonderingen treden
daartegenover niet handelend op.
Iedere meerdere is verplicht der
gelijke. slechte toestanden le helpen
uitroeien, terwijl korporaals, die zich
eene dergelijke behandeling laten wel
gevallen, en alzoo blijk geven hun
gezag niet te kunnen handhaven,
zoodra mogelijk voor degradatie in
aanmerking komen.
Voorts is onder de aandacht ge
bracht, dat, indien de overkleeding
losgeknoopt wordt gedragen, alle
knoópen en de sluithaak aan de hals
opening los moeten zijnen, wordt
zij gesloten gedragen, dan moeten
alle knoopen en ook do sluithaak
gesloten zijn. Tenslotte zullen dooi
de militairen in het openbaar ten
aanzien van het opzetten van de
kragen, dezelfde regels gevolgd wor
den als in dienstzoodat alleen, wan
neer het zeer slechte weder dit nood
zakelijk maakt, hiertoe mag worden
overgegaan.
Wijders is aan alle militairen na
drukkelijk verboden zich in het open
baar te vertoonenmet de handen in
de broekzakken, daar dit het uiterlijke
voorkomen Zeer schaadt.
Op een en ander moet gestrengelijk
worden toegezien.
Staking consulalran^postdienst voor
Oost-Vlaanderon via Sas van Gent.
De consul dor Nederlanden te Sas
van Gent schrijft het volgende:
„Do Duitsche overheid deelt ons
mede dat zij zelve een dienst voor
den handel inricht tusschen Holland
en België en dat de verzending van
particuliere brieven vau en naar Hol
land; en van alle particuliere en zaken
brieven van en naar alle andere be
vriende en vijandelijke staten voor-
loopig opgeheven is.
„De algemeene postdienst door het
Consulaat ingericht is gestaakt, met
uitzondering voor consulairen dienst.
„Brieven van waarde (geassureerde
en aangeteekende) en postwissels die
voor 15 dezer afgezonden worden aan
ons adres Sas van Gent poste restante
zullen hunne bestemming nog be
reiken."
Geïnterneerden.
Dinsdag hebben zich drie ontvluchte
geïnterneerde Engelsche officieren bij
den garnizoens-commandant te Leeu
warden aangemeld. Zij waren reeds
Vrijdagavond uit Groningen gevlucht.
Woensdagmiddag zijn zij weer naar
Groningen teruggebracht.
De „N. R. Ct." meldt, dat recher
cheurs te Rotterdam hebben aange
houden den Groningschen kantoor
bediende W. P. K., wien ten laste
wordt gelogd, dat hij uit Groningen
gevluchte Engelsche geïnterneerde
officieren behulpzaam is geweest.