HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4417
DONDERDAG 21 JANUARI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden medodeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatson worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden.
Honderd. si Marino-cantino
Dirka Admiraal
Vrydag 23 Atjeh
Zaterdag 28 Parallelweg;
Stafmuztek
Bioscoop RumpfT-Staalman
Stafmuziek
Muziekgezelschap „Winnuhat"
7—8 u. Voor alle korpson.
8 u. Intr. te regelen d. Gom. Land v.
7-8i/a u.
0p pagina 4 van dit blad is
opgenomen
1. De moderne veldslag.
2. Niemand wilde den oorlog, waaraan
allen meedoen.
3. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
19 Januari.
Januari, de eerste der twaalf zus-
ters-maanden van een jaar, wordt
geacht de koudste, in letterlijken èn
figuurlijken zin te wezen van het
dozijn, dat ons van Nieuwjaar naar
Sylvester voert. De Decembersche
feestlichfjes zijn uitgebluscht. Het
sparregroen, de Kerstroosjes zijn
opgeborgen. Wij verkeeren in de
lichtelijk-katterigestemming van „den
ochtend van het feest". De fuifduiten
zijn verteerd. En in tijd van wereld
brand heeft Prins Oarneval hoor
den wij z'n waardigheid tijdelijk
neergelegd. Zich van narremuts,
zotskolf en verdere attributen zijner
zeer-lustige en -jolige camevals-voor-
treffelij kheid ontdaan. Het vooruitzicht
van straks weer als het voorjaar
naderten wij hoorden immers reeds
dat de eerste lente-sprietjes zich
durfden vertoonen de bloemekens
buiten te kunnen zetten, en 't. ont
breekt in deze naargeestig-bange
tijden als vertroosting.
We hebben de splinternieuwe be
lasting-biljetten thuis gekregen. En
er liepen ijskoude rillingen over onze
respectievelijke ruggen. Waar moet 't
heen? De arme middenstanders ver
liezen moed en lust om te schertsen.
Nederland heeft op kranige wijze de
oorlogsleening meer-dan-volteekend.
Vierhonderd negen millioen 918.000
gulden, 'tls prachtig. Maar de „na
weeën" zullen nu volgen. Wij hebben
ons - ik wees er reeds op - stevig
te pantseren voor wat de „dekking"
der groote som van ons zal vor
deren.
Alle hens moet nu aan dek.
Een man als Frederik van Eeden
heeft ons verduidelijkt, hoe 't nu op
„kiezen of deelen" aankomt. Moet
de Nederlandsche Leeuw een onschul
dig vlindertje worden, dat hoogstens
in rupstoestand onbewust al-knagend
eenig nadeel berokkent. Moet onze
Leeuw minder zijn dan de kikvorsch,
die in bepaalde omstandigheden nog
van zekere strijdvaardigheid blijk
geeft? Moeten wij ons weerloos, op
genade of ongenade, overgeven
Of het mogelijke, offeren terveere van
onze nationale zelfstandigheid
Straks, wanneer in de Tweede Kamer
het ontwerp aan de orde komt tot
verlenging van den dienstplicht, voor
militie en landweer, tot 31 Juli a.s.,
zal over deze dingen wel een appeltje
worden geschild op het Haagsche
Binnenhof, zoo driftig dat de
brokjes-schil rechts en links zullen
vliegen. Wat niet wegneemt, dat de
appel toch ten slotte, gaaf-geschild
in het mandje zal terecht-komen,
voor den Senaat bestemd. Wij heb
ben nu de handen ineen te slaan,
in groote en ernstige solidariteit.
De Regeering gaat hier voor. Zij
geeft het voorbeeld van „gepaste
matigheid" in elk opzicht. Zij belooft
de gemobiliseerden de oudste lich
ting landweer zoowel als de andere
geen uur langer in dienst te zul
len houden dan noodig is. Aan dat
eerlijk-betrouwbaar woord moeten wij
ons vasthouden.
Zuinigheid is nu ons aller plicht.
En trouwens, wat de komende be
lasting-biljetten ons onder de oogen
zullen brengen en de al-meer stij
gende prijzen voor levensbehoeften
ons nu reeds, via de lippen onzer
huismoeders en hospita's, te hooren
geven, zal ons dezen plicht wel danig
inscherpen.
Van „lintjes-regen" is nu geen
sprake. In gewone omstandigheden
zou minister Treub, na het schitte
rend succès van zijn oorlogs leening
niet slechts, gelijk zijn voorganger
Van Hall nu zeventig jaar geleden,
het grootkruis van den Leeuw, maar
ook den titel van Staats-minister heb
ben ontvangen... Nu: zelfs niet het
simpelste Oranje Nassau-kruisje.
Evenmin als er voor den tot gou
verneur van Noord-Holland zjjn
levensideaal!, bevorderden burge
meester Röell iets van dezen aard
overschoot. Intusschen, ook hier
geldt, dat wat in een goed vat is
bewaard, niet verzuurtUitstel is
geen afstelOok onze wereld
beroemde Hugo de Vries, wiens in
Nederland blijven tegenover de
lokkend-verleidelijke Amerikaansche
voorstellen aan burgemeester Röell's
persoonlijk optreden is te danken,
ontving bij de inwijding van hét
nieuwe gebouw van den Amsierdam-
schen Hortus Botanicus geenerlei
„officieel blijk" van hulde. Ook dit
zal volgen Wanneer de tijden weer
normaal zijn geworden. De ontzetten
de, zich al-meer uitbreidende wereld
brand te langen leste tot smeulen
is gekomenWanneer dit zal
wezen
Hier worden ook de meest-stout-
moedige waaghalzen der profeteering
en prognose-teekening met stomheid
geslagen
Nu het groote onderwerp van den
dag, de millioenen-Oorlogsleening
van de baan is, zijn we feitelijk
getreden in de periode van het ge
bruikelijke gebrek aan interessant-
nieuws, dat de Januari-maand de
leêge, kil-holle en feestlooze pleegt
te kenmerken.
Een der interessantste geruchten
van het oogenblik is dat, wijzend op
de waarschijnlijkheid dat wij weer
een Nederlandschen gezant bij het
Vatikaan zouden krijgen. Een „on-
dit", dat begrijpt men over-
schatrljke bron vormt van bespiege
lingen omtrent de verhouding tus-
schen het extra-parlementaire Kabi
net van den Godsvrede tot Rechts en
tot Links, wanneer eenmaal de
„wapenstilstand" zou zijn opgezegd.
Er is gisting in de soc.-demo-
cratische gelederen. Terwijl de het-
man der S. D. A. P. te Kopenhagen
vertoeft. Er zal wei-haast stof te-over
zijn om op dit punt terug te komen.
Er is de eisch van den advocaat-
generaal bij den Hoogen Raad,'t zoo
goed als zeker makend dat lijkver
branding weldra in Nederland wette-
lljk-geoorloofd zal wezen. Er zijn de
alweer-aandrljvende zeemynen, naar
welke nu met angstigen ijver in de
Zuiderzee wordt gezochtEr is de
versterking, door Duitschland, van de
weermacht aan de grenzen, die de
hoeren Jodocus Angstmeier c. s. weer
kippevel doen krijgen
Er zijn de groote en kleine smok
kelaars, in saccharine en zoovele
andere artikelen, die de veiligheid
des lands veel minder achten dan
het belang van hunne welgespekte
beurzen
Er is nog veel meer. Maar boven
al is en blijft er wat de zorg voor
's lands onschendbaarheid, onafhanke
lijkheid, van uur tot uur blijft eischen.
Wie daaraan denkt, en aan de
bittere, nijpende zorgen, welke deze
groote zaak ons allen oplegt, hij
zal begrijpen dat we nu geen oor
kunnen leenen aan het klepperen van
prins Carneval's zots-kolf!
Mr. Antonio.
Onze Vloot en onze Nijverheid.
Het Januari-nummer van „Onze
Vloot" bevat een artikel van een
oud-zeeofficier, die een lans breekt
voor den bouw en de verdere af
werking van oorlogsschepen door de
Nederlandsche nijverheid. De schrijver
gaat uit van de onderstelling dat een
industrie, die de geheele Marine zou
kunnen scheppen en bedienen, daarbij
ten zeerste gebaat zou zijn, terwijl
een vloot die geheel en uitsluitend
op de nijverheid in eigen land kan
vertrouwen, onder alle omstandig
heid, in het voordeel is boven eene
die afhankelijk is van het buitenland.
Van zulk een afhankelijkheid toch,
springen vooral in deze tijden van
oorlog, de nadeelen byzonder in het
oog. Al dadelijk bij het uitbreken der
vijandelijkheden legde Engeland een
voudig beslag op 2 in zijn land af
gebouwd wordende Turksche slag
schepen en de Chileensche dread-
nought „Almirante Latorre" (28.000
ton, 23 mijl), welke niet te versmaden
gevechtseenheden onlangs als de slag
schepen „Agincourt", „Erin" en „Ca
nada" in de sterkte der actieve Engel-
sche zeemacht werden ingedeeld. Hier
mede hield het echter niet op, en
ook Nederland ondervond de gevolgen
van dit recht van inbeslagname door
een oorlogvoerende mogendheid.
Wie de Marine-begrooting 1914 in
het afgeloopen zittingjaar heeft ge
volgd, zal de redenen kennen die den
Minister er toe deden besluiten, een
viertal 300-tons torpedobooten, voor
zien van turbines, te bestellen bij de
„Vulcan"-Werke te Stettin, en wel,
„omdat het hier gold een proef met
een soort „voorbewegingswerktuigen,
waaromtrent tot nu toe in Nederland
geen ervaring werd opgedaan". De
oorlog brak uiten Duitschland
legde beslag op de 4 Nederlandsche
torpedobooten, die het zelf al te goed
gebruiken kon.
Daargelaten nu het al-of-niet-recht-
matige van de toepassing van dit
„recht" op bevriende Mogendheden,
die aan den oorlog geen deel nemen,
we hebben het te aanvaarden:
het wordt toegepast door allen en
door allen erkend.
Intusschen zijn wij voorshands daar
mede kwyt 4 mooie, groote, volkomen
up to-date torpedobooten 1
Nu, we hebben het met groote
waardeering vernomen gaan we
ze met spoed in eigen land op stapel
zetten! Vraag: was onze vloot er niet
meer mede gebaat geweest, indien
deze stap dadelijk ware gedaan?
Het is waar, en wordt ook dank
baar erkend, dat op een hooge uit
zondering na, bijna al ons thans in
dienst zijnd marine-materieel in
Nederland gebouwd en in Nederland
uitgerust werd, (behalve de bewape
ning), en ook moetwordentoegegeven,
dat toen de 4 bovenbedoelde torpe
dobooten in Duitschland werden be
steld, de Regeering niet weten kon'
dat nog vóór de gereedheid er van,
een dergelijke oorlog zou uitbarsten,
maarde mogelijkheid bestaat
altijd, en wanneer onze eigen industrie
de Marine eenmaal geheel bedienen
zal, dan is ook dkt gevaar geweken,
dat ons, onder zeer denkbare combi
naties, eenmaal bitter ongelegen zou
kunnen komen. En onze industrie,
d.w.z. de welvaart en ontwikkeling
van ons eigen land worde gebaat
met het geld, dat anders in den
vreemde wordt besteed.
De schrijver acht het vanzelfspre
kend dat onze industrie, wil ze met
de bovenbedoelde opdrachten worden
belast, ons moet waarborgen, lo. even
goed, en 2o. niet belangrijk duurder
werk dan de buitenlandsche.
lo. Even goed werk.
Ik raak hier een teer punt aan,
laat ons het maar eerlijk erkennen.
Om te beginnen heb ik onder geen
volk ter wereld zooveel wantrouwen
over „eigen" arbeid, zooveel bereid
willigheid tot toejuichen en goed
willen vinden van wat van buiten
komt, opgemerkt als bij ons, Neder
landers.
Als het fabricaat maar een mooien
buitenlandschen naam draagt, „dan
zal het", in de oogen van eiken leek,
„wel goed wezen"! Ik zeg hiermede
natuurlij k geenszins, dat buitenlandsch
werk voor onze Marine alleen op
den naam van den fabrikant goed
gekeurd wordt. Integendeeelde
leveringseischen zijn tegenover ieder
even streng, en onze Marine staat te
hoog, dan dat wie ook, daaraan ont
komen zou, maar vóór een bestelling
zal worden gedaan, verheugt de
buitenlander zich meestal reeds in
aller vertrouwen.
Ik wil zeer duidelijk zijn, en mag
daarom niet den schijn wekken, als
zou dat vertrouwen menigmaal niet
volkomen verdiend wezen. Maar hoe
komt dat? Omdat die fabrikant voor
eigen Marine al reeksen van jaren
werkt, en dus reeds al de ondervinding
opdeed, die onze industrieelen moeten
ontberen, zelfs dan, wanneer onze
vloot nu zelf dat nieuwe noodig heeft,
en dadelyk profiteeren wil van buur-
man's ondervinding.
En zie, nu moge daar oogenschljnlijk
alles vóór te zeggen wezen, het wil
mij toch toeschijnen, dat het geven
van diezelfde gelegenheid aan onze
eigen nijverheid, toestanden zal doen
geboren worden waar tenslotte onze
zeemacht wèl bij vaart, en waar ik
in het begin van dit opstel op doelde.
2o. Niet duurder. Dit zal niet altijd
ontgaan zijn, vooral in den be
ginne, als er iets nieuws moet worden
geleverd. Maar, zou ik willen vragen,
komt dat meerder uitgegeven geld
niet ten bate van duizenden bij dui
zenden Nederlanders, die leven van
en door onze fabrieksnijverheid En
is dat kapitaal niet belegd in de daar
door mogelijk geworden uitbreiding
en verheffing dier nijverheid, en die
toch ten slotte straks aan diezelfde
Marine, aan datzelfde Land ten goede
komen zal?
Ik "voel zeer goed, dat er in de
oogen van velen één groot bezwaar
schuilt in het stelselmatig bevorderen
van eigen industrie, n.1. het dooden
der concurrentie. Ik voor mij acht
dit gevaar echter zeer denkbeeldig,
eerstens omdat altijd overblijft de
concurrentie tusschen onze fabrieken
en werven onderling,'en 2o. omdat
de goede trouw onzer industrieelen,
gevoegd bij hun welbegrepen eigen
belang, hen er toe moet leiden, hunne
prijzen toch zoo concurreerend moge
lijk te blijven stellen. En wat betreft
een vermeende onbillijkheid tegen
buitenlandsche concurrenten, die
wordt dan toch zeker niet grooter
dan die der buitenlandsche Marines
jegens ons.
Waar ik alzoo meen, dat én onze
vloot' én onze nijverheid er belang bij
hebben, dat het velband in den aan
hef bedoeld, zoo innig mogelijk zij,
daar eischt de rechtvaardigheid te
erkennen, dat in deze richting reeds
zeer veel geschiedde en nog geschiedt.
Behalve toch de grootere schepen,
die allen geheel in Holland werden
vervaardigd, zijn ook onze onderzee
booten, uitgezonderd hunne motoren,
in eigen land gebouwd, onze groot
model torpedobooten idem, terwijl
van de motoren der te Amsterdam
gebouwde pantserbooten er 2 in
Duitschland en 1 in Nederland werden
besteld. Was het te verwonderen, dat
hier bij deze eersteling nog wat
mazelen en pokken moesten door
worsteld worden, die ook bij onze
eerste buitenlandsche onderzeeboot-
motoren in niet geringe mate werden
ondervonden? En zouden wij ons niet
met dezelfde ervaringen hebben ver-
ijkt als de buitenlanders b(j hun
eerstelingen
DE OORLOG.
De officieels Iegerberichten van
18 en 19 Januari.
Van het Westelijk front komen
slechts weinig belangrijke mededee-
lingen. Het Fransche bericht van den
lSen (11 uur 's avonds) geeft aan dat
La Boisselle tijdelijk door do Fran-
schen ontruimd is geweest. Dit werd
noodig doordat een Duitsche granaat
ontplofte in een munitie-bergplaats,
waardoor brand ontstond. Naar het
schijnt is het toen in Duitsche handen
geraakt, want er wordt verder bericht,
dit de Franschen door het uitvoeren
van een krachtigen tegenaanval het
dorp hernamen.
Sint Paul, een voorstad van Soissons,
werd gebombardeerd. De uitslag wordt
niet gemeld.
In Champagne werden bij Bar le
Duc twee Duitsche vliegtuigen neer-
Het Fransche communiqué van den
19en ('s middags 3 uur) brengt ook
niet veel bijzonders. Het meest belang
rijke is wel dat de Franschen in het
bois le Prötre (N.W. van Pont h
Mousson) weer vooruitgegaan zijn.
Hier werd een Duitsche schans ver
overd en 500 M. Duitsche loopgraven
bezet gehouden. Bij Atrecht hadden
artillerie gevechten plaats.
Het Duitsche bericht van den 19en
meldt, dat er nog slechts onbetee-
kende schermutselingen en artillerie
gevechten plaats vonden. Zooals men
zich zal herinneren, kwam na het
bericht van het Duitsche succes bij
Soissons, de mededeeling dat de
Engelschen groote vorderingen hadden
gemaakt bij La Bassé. Thans is ge
bleken dat dit bericht totaal verzon
nen is, om het bericht van de tegen
slag bij Soissons ondervonden, een
weinig te neutraliseeren.
Van het Oostelijk front zjjn
de berichten ook zeer schaarsch.
Het Duitsche bericht van den 19en
meldt dat in Oost-Pruisen geen nieuws
is. Ten Noorden van Plock (rechter-
Weichselgebied) werden de Russen
onder zware verliezen teruggeslagen.
Hierbij werden vele hondeuden Russen
gevangen gemaakt. Verder in Polen
is de toestand onveranderd.
In de K a r p a t li e n is ook niets
van belang gebeurd. Een bericht uit
Weenen meldt dat de Russen bij
Jacobeni (in de Boekowina) een aan
val ondernamen welke met zware
verliezen werd afgeslagen.
In den Kaukasus blijven de
Russen, volgens hun berichten, aan
den winnenden hand.
Het Russische bericht van den 17en
meldt ten minste, dat de achtervol
ging van het bij Karaoergan versla
gen Tusksche leger wordt voortgezet.
Bij Jemkioi werd na een strijd,
welke 2 dagen duurde, gedeelten van
de 32ste Turksche divisie geslagen.
De Turken trokken met groote ver
liezen terug. Twee mitrailleurs, ge
vangenen en bagage vielen in handen
der Russen.
Een Russich bericht van den 19en
deelt nog mede dat de Turken ook
uit de streek van de Tsjoroch ver
dreven zijn. Bij deze gevechten leden
de Turken eveneens zware verliezen.
Uit Konstantb.^cl wordt nog mede
gedeeld, dat de bezetting van Tabris
vrij gemakkelijk geschiedde. De Turk
sche troepen, versterkt door verschil
lende stammen, welke aan den Heili
gen oorlog deelnamen, trokken naar
Tabris op, in de nabijheid waarvan
de Russee met 800 man voetvolk en
ruiterij een stelling bezet hielden. Bij
de nadering der Turken en Perzische
stammen trokken zij zich terug, zoo-
dat de bezetting ongehinderd kon
plaats hebben.
In Duitsch Zuid West Afrika is
Swakopmund door de Engelschen
bezet. De plaats werd door de Duitsche
bezetting verlaten, nadat men de aan
gebrachte landmanen had laten sprin
gen. De inrichtingen voor electrisch
licht, de pier en de telegraaf-kabel
en -instrumenten waren vernield.
Van Fransche zijde wordt thans
ook medegedeeld, dat de onderzeeër
Saphir, welke voor de Dardanéllen
kruiste, vermist wordt. Eenigen tijd
terug werd reeds van Turksche zijde
gemeld, dat deze boot tot zinken
gebracht was, en Turksche vaartui
gen een gedeelte der bemanning
hadden gered,
Een Russisch bericht meldt, dat
Russische torpedobooten doorgedron
gen zyn in de baai van Sinope (Zwarte
Zee) en aldaar een stoomschip en
drie zeilschepen in den grond hebben
geboord.
De verliezen der Duitschers en
Oostenrijkers.
Volgens opgave uit Kopenhagen,
tellen de vijf laatste Pruisische verlies-
lijsten onderscheidenlijk 7901, 8335,
8169, 8881 en 3478, totaal 36,764
officieren en manschappen dood, ge
wond of vermist.
De tot dusver verschenen 136
Pruisische verlieslijsten bevatten te
zamen 877,107 namen. Voegt men
hierbij de namen van 186 Beiersche,
92 Saksische, 94 Wurtembergsche
verlieslijsten en van 14 verlieslijsten
van de vloot, dan komt men, volgens
bovengenoemd bericht uit Kopenha
gen, voor de Duitsche verliezen op
een schatting van ongeveer twee en-
een-kwart millioen.
De „Exchange Telegraph Company"
meldt uit Weenen, dat daar tot nog
toe meer dan 100 officieele verlies
lijsten zjjn gepubliceerd, die te zamen
opgeven
gedood gewond gevan.gen.
officieren 2,263 8,980 628
minderen 40,827 231,160 9,502
Hier zijn de verliezen van de twee
laatste maanden niet bij inbegrepen.
Protest van kardinaal Mercler.
„De T)jd" bevat het volgende
protest van Z. E. kardinaal Mercier
tegen de behandeling hem van Duit
sche zijde aangedaan
Mechelen, Zondag 10 Jan. 1916.
Zeereerw. Heeren en
Geliefde medewerkes.
Waarschijnlijk hebt gij de mede
deeling gelezen, welke de Duitsche
Regeering van Brussel in de dag
bladen heeft gepubliceerd en waarin
wordt verklaard, „dat de Kardinaal-
Aartsbidachop van Mechelen in de
vrije vervulling zijner herderlijke taak
in geen enkel opzicht werd belem
merd".
Uit de feiten moge blijken, hoe
zeer dat bericht in strijd is met de
waarheid.
Immers, op den avond van den
lsten Januari en den ganschen daar-
opvolgenden nacht zijn soldaten de
pastorijen binnengevallen, hebben er
onzen Herderlijken Brief aan de
pastoors ontrukt of vergeefs getracht
dit te doen, en, minachtend ons bis
schoppelijk gezag, hebben zij u ver
boden hem aan de geloovigen voor
te lezen, terwijl zij u daarbij bedreig
den met de zwaarste straffen, die u
of uwe parochie zouden worden op-
Ook onze waardigheid hebben zij
niet verschoond. Op den 2den Januari,
in den vroegen ochtend om 6 uur,
ontving ik het bevel mij dienzelfden
morgen voor den Algemeenen Gou
verneur ov6i' mijn Brief aan priesters
en geloovigen te komen verantwoor
den. Den volgenden dag werd mij
verboden in de Kathedraal van Ant
werpen het plechtig Lof te gaan bij
wonen dan eindelijk is het mij niet
toegestaan mij vrij te bewegen, om
de andere Bisschoppen van Belgis te
bezoeken.
Uwe rechten, geliefde medewer
kers, en de mijne werden aldus ver
kracht: als burger van België, als
lid van het Heilig College van Kar
dinalen protesteer ik daarentegen
plechtig.
Wat anderen ook mochten voor
spellen, de ervaring heeft nu bewe
zen, dat uit dat Herderlijk schrijven
geen gevaar voor oproer isonstaan;
integendeel is gebleken, dat het niet
weinig heeft bijgedragen tot kalmee
ring der gemoederen en tot de open
bare rust.
Ik wensch u geluk met uwen even
krachtdadig als zachtmoedig vol
brachten plicht. Blijft aan dien plicht
getrouw, vastberaden en vreedzaam,
indachtig de woorden, waarin ik U
myno bedoeling volkomen heb uit
gedrukt: „Weest tegelijk èu de beste
bewaarders van de vaderlandsche
trouw èn de hechtste steun der open
bare orde".
Overigens, „z(jt vurig van geest,
dient den Heere. Verheugt u in de
hoop, weest geduldig in lijden, vol
hardend in het gebed. Komt den ge
loovigen in hunnen nood te hulp".
(Rom XII 12.)
Vegeet mij intusschen niet in uwe
gebeden, zooals ook ik uwer blijf ge
denken. Laten wij, vereeningd door
een nauwen band van broederliefde,
den bisschop, depriestersenhetvolk
en Heer aanbevelen, „opdat zij in
zien, wat zij moeten doen, en de
kracht verkrijgen, om te volbrengen,
wat zij hebben ingezien". (Uit het
Misgebed. Zond. na Eriekoningen.)
U in X o, toegenegen
D. J. Kard. Mercier.
De zeereerw. heeren Dekens wordt
verzocht ons verslag uit te brengen
over hetgeen in de parochiën van
hunne dekenij is voorgevallen.
De Zeppelins.
Londen, 20 Jan. Gisterenavond
omstreeks half negen wierp een Zep
pelin vijf bommen op Yarmouth.
waarbij 3 personen gedood werden
en verschillende huizen vernield.
Van een man werd het hoofd afge
slagen. De aanval duurde 10 minu
ten. Een andere Zeppelin wierp gis
terenavond 11 uur 6 bommen op
Kingsley in het graafschap Norfolk.
Twee huizen werden vernield, een
17-jarige jongen gedood, zijn vader
onder de puinhoopen bedolven. Een
zuigeling en de moeder werden ge
wond. Ook werden bommen gewor
pen op Sheringham, Cromer en San-
dringham, waar het buitenverblijf
van Koning George, „York-Cottage"
en eveneens het landhuis van Koning
Haakon, „Appleton-bouse" ligt.
Bij bovengenoemd bericht is het
van belang optemerken, dat Dinsdag
Zeppelin luchtschepen boven eenige
onzer Wadden eilanden werden gezien.
Kingsley er. Sandringham liggen ir.
het Noordwesten van het eilanden
graafschap Norfolk.
Londen, 20 Jan. Volgens later ont
vangen bericht zou een Zeppelin
luchtschip bij Hunstanton aau de
kust van Norfolk naar beneden ge
schoten zijn.
Sneek, 20 Jan. Vannacht te half
één verscheen een Zeppelin boven
Sneek en kruiste een half uur boven
de stad. Daarna verdween het lucht
schip iu Noord-Westelijk richting.
Een Italiaansch schip vergaan.
Weenen, 19 Jan. De Italiaansehe
stoomboot „Varese", thuisbehoorend
te Genua, is op de vaart van Sfax naar
Venetië bij Pola op 18 Jan. 's mid
dags bij nevelig slecht weer rechts-
streeks in het mijnenveld gevaren.
Het schip stiet op een mijn en is gezon
ken. Van de bomanning werd slechts
één man gered. Een lijk is gevonden.
De „Saphir".
Parijs, 19 Jan. (Officieel.) De Fran
sche onderzeeër „Saphir" die op 15
dezer vertrokken was naar zijn waar
nemingspost b(j de Dardenellen, is niet
teruggekomen bij de vloot, welke in
deze streek opereert.
De buitenlandsche pers bericht,
dat hij gezonken zou zyn en dat
Turksche schepen een deel der be
manning zouden hebben opgenomen.
Engelsche vrijwilligers.
Londen, 19 Jan. De buitengewone
geestdrift voor de dienstneming bij
hot Engelsche leger houdt in het ge
heele land aan. In de afgeloopen
week hebben zich te Birmingham
750 man aangegeven.
Uit het rapport van Maandag blijkt,
dat het aantal wederom is toegeno
men; in do landbouwdistricten van
Yorkshire komt reeds gebrek aan
werkkrachten.
Ook in Wales en Ierland is door
velen gehoor gegeven aan den op
roep.
Een telegram uit Delhi bericht, dat
zich tal van personen blijven aan
melden voor actief reserve officier bij
de Indische regimenten en dat de
rekruteering voor het Indische leger
schitterend gaat, daar door de ge
beurtenissen in Europa de lust om
te gaan dienen bij de oorlogszuchtige
stammen is opgewekt.
In het geheele land neemt de vry-
willigersbeweging toe.
Joden en Turken.
Londen, 19 Jan. Uit Alexandrië
wordt aan de „Morning Post" gemeld,
dat de Joden daar blijven toestroomen.
De Amerikaansche kruiser „Tennes-
see" brengt onophoudelijk vluchte
lingen uit Jaffa, waar een antisemi
tische beweging onder de Turken is
begonnen. De Turken beschuldigen
de Joden dat ze de geallieerden be
gunstigen. De Arabieren hebben be
vel gekregen zich meester te maken
van de landen in Joodsch bezit en in
de Joodsche koloniën worden Circas-
siërs gevestigd. (Hdbl.)
Wolgebrek.
In Duitsche bladen lezen wij, dat
er een rijks wolweek gehouden zal
worden, waarin alle Duitschers wor
den uitgenoodigd alles wat zij aan
wol en wollen goederen kunnen mis
sen bij de overheid in te leveren.
Het magistraatscollego te Berlijn
heeft het voorbeeld gegeven door 380
tochtdekens, die tot dusver in het
oude raadhuis langs de ramen waren
opgehangen en, nu het nieuwe raad
huis betrokken is, gemist kunnen
worden, beschikbaar te stellen.
Een aantal kinderen uit de hoogste
klassen van de scholen zullen mee
werken, door de wollen goederen aan
de huizen af te halen en ze naar
vrachtwagens te brengen. Yan daar
gaan de goederen dadelijk naar de
ontsmettingsinrichtingen.
Geen lijk.
In de laatste dagen van December,
schrijft de „Strassburger Post", werd
in de nabijheid van Camp des Ro-
mains een bloedig gevecht geleverd.
Des nachts togen de regimentsdokter
en zijn soldaten er op uit om lyken
te zoeken en die met kalk te over
dekken. Plotseling riep een „lijk" met
gedempte stem een der soldaten, die
hem met kalk wilde bestrooien, toe
„Ik ben toch geen lijk 1 Ik ben een
luisterpost". Inderdaad had de man
dezen post bekleed en een deel van
den nacht kalm tusschen de lijken
doorgebracht.
Belasting op ongehuwde
mannen.
„Bobs" schrijft in de Nieuwe Gazet
van Antwerpen:
De gemeenteraad van Gent heeft
het gewijzigde voorstel der belasting
op de ongohuwde mannen, in zijn
laatste zitting aangenomen.
De eigenlijke taks is niet overdreven.
Zij bedraagt slechts 5 frank voor de
jongmans van 27 tot 30 jaar, met
verhooging van telkens 5 frank per
vijf jaar, en een maximum van 25
frank.
Maar... dat muisje heeft een staartje,
laat ons zeggen 'ne staart 'ne groote,
lange, dikke staart, grooter dan 't
beestje zelf.
Zoo is er eene bijkomende belasting
gestemd, berekend haar de huur
waarde der huizen hetzij geheel
of gedeeltelijk door de jongmans
bewoond en die kan van 5 tot 300
frank per jaar beloopen.
Deze stemming heeft, zooals het te
verwachten was, eene algemeene
verwekt tusschen de vrijgezellen.
Naar men ons zegt, hebben velen
zich bij het onvermijdelijke neerge
legd; het bureel der huwelijken op
het Stadhuis van Gent kan dan ook
het werk niet bijhouden; het getal
der verplichtetrouwlustigen stijgt
met den dag. Anderen, die noch trou
wen, noch betalen willen, hebben uit
princiep, de ongastvrije Arteveldestad
verlaten, ten teeken van protest.
Arm GentI Op den langen duur
zal er u niets meer overblijven dan
getrouwde lappen, verwelkte „muur-
en ouw' wijven!
De uit Groningen ontsnapte
officieren.
Wij lezen in de „Times", dat de
onderluitenant Boot, van de Royal
Naval Volunteer Reserve, de eenige
zoon van den viGar van Jesmond,
Newcastle-oh-Tyne, met drie kame
raden het ouderlijk huis heeft be
reikt. Zy waren uit het intorneerings-
kamp te Groningen ontsnapt en om
verklaarbare redenen weigerden de
ontsnapten eenige mededeeling te
doen omtrent de wijze van ontvluch
ting.
Het kan verkeerenI
Bij de Duitsche infanterie is een
leerboek in gebruik, getiteld „Der
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Heeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag o»-
middelljk toegezonden.
gute Kamerad", geschreven door
majoor von Klass in een tijd, toen
de sociaal-democratie bij de leger-
autoriteiten in zeer slechten reuk
stond. Het boek bevat dan ook open
lijke waarschuwingen tegen de soc.-
democraten, die al3 belasteraare van
het leger en tweedrachtzaaiers wor
den voorgesteld. Thans kan de „Vor-
wirts" echter meedeelen, dat op hoog
bevel alle zinsneden in het boek, die
voor de sociaal democraten onaange
naam zijn, zullen worden geschrapt
op grond van hun thans gebleken
vaderlandslievende gezindheid.
INGEZONDEN.
Den Helder, 19 Jan. 1915.
Geachte Heer Redacteur 1
Mag ik een kleine plaatsruimte
verzoeken voor de volgende regelen
In uw blad van heden.komt voor
een door mijn vrouw 'ingezonden
stuk, waarin zij op een kalme wyze
opkomt tegen een zinsnede, uit de
pen gevloeid van uw muziek-verslag-
gever, den heer J. Brouwer. Uw
verslaggever schreef in zijn beoordee-
ling van de liefdadigheids-uitvooring
dat de zang van Mevr. Schokking was
„meer beschaafd, haar coloratuur
fraaier, haar Duitsch beter" dan van
Mevr. Vos; daaruit trok mijn vrouw
de conclusie, dat de zang van laatst
genoemde dame door uw verslagge
ver niet beschaafd werd geacht, haar
coloratuur niet fraai, haar Duitsch
niet goed; zij knoopte daaraan vast
een beschouwing over de waarde van
een muziek-recensio in een plaatselijk
blad door blykbaar onbevoegden, zich
beroepende ten slotte op een niets
zeggende beoordeeling, in uw blad
eenigen tijd geleden, van den zarig
van onzen beroemden bas-baryton,
den heer Hendrik C. van Oort, en
waarin dezen vermaarden zanger
grootelljks te kort wordt gedaan.
Mijn vrouw schreef zakelijk, opko
mende voor een andere dame en vóór
een juiste beoordeeling van kunst in
het algemeen, zich niet richtende tot
een bepaald persoon, maar tot den
verslaggever voor muziek.
In uw nummer van heden nu
antwoordt de heer J. Brouwer op een
zoo grovun, schamperen en beleedi-
genden toon, gebruik en misbruik
makende van een zoo groote hoeveel
heid woorden, dat ik mij werkelijk
verbaas, dat een dergelijk antwoord
in uw véél gelezen blad een plaats
heeft kunnen vinden. Heeft de heer
Brouwer wel gedacht, tegen wie hij
schreef, en was U wel op de hoogte,
dat de heer Brouwer dit antwoord
onder het ingezonden stuk van mijn
vrouw zou plaatsen I Wij dragen den
heer Brouwer volstrekt geen kwaad
hart toe, ook niet na deze zijne stijl-
proeve, maar wij hopen voor den heor
Brouwer zelf, dat hij zal inzien veel
te ver te zijn gegaan en dat hy den
plicht zal gevoelen zijn excuses te
Het verweer van uw verslaggever
is bovendien|zeer onvoldoende. Als hij
in het gegeven verband schrijft, dat
zang van de eene dame meer
beschaafd is dan die van de andere,
de coloratuur fraaier, dan zal ieder
mensch, die zijn Nederlandsch kent,
daaruit lozen, dat de zang van de
andere dame dus min of meer onbe
schaafd wordt geacht, en zeker, dat
er dien avond coloratuur wérd ge
zongen, de facto gezongen, welke
coloratuur, in casu van Mevr. Vos,
dan niet fraai wordt gevonden.
Uw verslaggever zegt het goed te
hebben geweten, dat er geen colora
tuur was gezongen. Indien dit zoo
is, zou hij dus in zijn bewuste zin
snede te kennen hebben gegeven, dat
de gave, het vermogen om
roulades, trillers, enz. weer te geven,
- die dien avond door geen der dames
weergegeven zyn, want de wedergave
juist dA&rvan is coloratuur, en die is
dien avond, ook volgens den beer
Brouwer niet gezongen dat de
gave en dit vermogen om dit te doen
bij de eene dame klaarblijkelijk grooter
was dan bij de andere, doch om dit
te schrijven mist iedere n zin en
ik kan de gedachte niet van mij af
zetten, dat de heer Brouwer hier
vergeefsche pogingen doel om zich
uit een lastig parket te redden.
Het Kerkconcert ten bate van het
Plaatselijk Steuncomité, als zoovele
kerkconcerten in dezen tijd georga
niseerd door mijn vrouw, is gehouden
op V rljdag 20 November 1914,'s avonds
te 8 uur. Ik weet vilj zekc-r, dat de
heer Brouwer op dit concert a's ver?
slaggever uwer courant heeft gefun
geerd, want ik heb hem zelf als zoo
danig met de meeste heuschheid
binnengelaten; hij zal het zich nu
wel herinneren.
Hy moet ook maar eens in de
Amaterdamsche pers van Donderdag
of Vrijdag a.s. gaan nalezen wat er
staat geschreven over den liederavond
van Hendrik C. van Oort in de kleine
zaal van het Concertgebouw; ik ver
moed, dat hij dan wel tot het besef
zal komen, dat de heer van Oort, dio
tot da zeer weinige, bevoorrechte