HELDERSCHECOURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4417 DONDERDAG 21 JANUARI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden medodeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatson worden 25°/o hooger berekend. Qroote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden. Honderd. si Marino-cantino Dirka Admiraal Vrydag 23 Atjeh Zaterdag 28 Parallelweg; Stafmuztek Bioscoop RumpfT-Staalman Stafmuziek Muziekgezelschap „Winnuhat" 7—8 u. Voor alle korpson. 8 u. Intr. te regelen d. Gom. Land v. 7-8i/a u. 0p pagina 4 van dit blad is opgenomen 1. De moderne veldslag. 2. Niemand wilde den oorlog, waaraan allen meedoen. 3. Feuilleton, enz. DE WEEK. 19 Januari. Januari, de eerste der twaalf zus- ters-maanden van een jaar, wordt geacht de koudste, in letterlijken èn figuurlijken zin te wezen van het dozijn, dat ons van Nieuwjaar naar Sylvester voert. De Decembersche feestlichfjes zijn uitgebluscht. Het sparregroen, de Kerstroosjes zijn opgeborgen. Wij verkeeren in de lichtelijk-katterigestemming van „den ochtend van het feest". De fuifduiten zijn verteerd. En in tijd van wereld brand heeft Prins Oarneval hoor den wij z'n waardigheid tijdelijk neergelegd. Zich van narremuts, zotskolf en verdere attributen zijner zeer-lustige en -jolige camevals-voor- treffelij kheid ontdaan. Het vooruitzicht van straks weer als het voorjaar naderten wij hoorden immers reeds dat de eerste lente-sprietjes zich durfden vertoonen de bloemekens buiten te kunnen zetten, en 't. ont breekt in deze naargeestig-bange tijden als vertroosting. We hebben de splinternieuwe be lasting-biljetten thuis gekregen. En er liepen ijskoude rillingen over onze respectievelijke ruggen. Waar moet 't heen? De arme middenstanders ver liezen moed en lust om te schertsen. Nederland heeft op kranige wijze de oorlogsleening meer-dan-volteekend. Vierhonderd negen millioen 918.000 gulden, 'tls prachtig. Maar de „na weeën" zullen nu volgen. Wij hebben ons - ik wees er reeds op - stevig te pantseren voor wat de „dekking" der groote som van ons zal vor deren. Alle hens moet nu aan dek. Een man als Frederik van Eeden heeft ons verduidelijkt, hoe 't nu op „kiezen of deelen" aankomt. Moet de Nederlandsche Leeuw een onschul dig vlindertje worden, dat hoogstens in rupstoestand onbewust al-knagend eenig nadeel berokkent. Moet onze Leeuw minder zijn dan de kikvorsch, die in bepaalde omstandigheden nog van zekere strijdvaardigheid blijk geeft? Moeten wij ons weerloos, op genade of ongenade, overgeven Of het mogelijke, offeren terveere van onze nationale zelfstandigheid Straks, wanneer in de Tweede Kamer het ontwerp aan de orde komt tot verlenging van den dienstplicht, voor militie en landweer, tot 31 Juli a.s., zal over deze dingen wel een appeltje worden geschild op het Haagsche Binnenhof, zoo driftig dat de brokjes-schil rechts en links zullen vliegen. Wat niet wegneemt, dat de appel toch ten slotte, gaaf-geschild in het mandje zal terecht-komen, voor den Senaat bestemd. Wij heb ben nu de handen ineen te slaan, in groote en ernstige solidariteit. De Regeering gaat hier voor. Zij geeft het voorbeeld van „gepaste matigheid" in elk opzicht. Zij belooft de gemobiliseerden de oudste lich ting landweer zoowel als de andere geen uur langer in dienst te zul len houden dan noodig is. Aan dat eerlijk-betrouwbaar woord moeten wij ons vasthouden. Zuinigheid is nu ons aller plicht. En trouwens, wat de komende be lasting-biljetten ons onder de oogen zullen brengen en de al-meer stij gende prijzen voor levensbehoeften ons nu reeds, via de lippen onzer huismoeders en hospita's, te hooren geven, zal ons dezen plicht wel danig inscherpen. Van „lintjes-regen" is nu geen sprake. In gewone omstandigheden zou minister Treub, na het schitte rend succès van zijn oorlogs leening niet slechts, gelijk zijn voorganger Van Hall nu zeventig jaar geleden, het grootkruis van den Leeuw, maar ook den titel van Staats-minister heb ben ontvangen... Nu: zelfs niet het simpelste Oranje Nassau-kruisje. Evenmin als er voor den tot gou verneur van Noord-Holland zjjn levensideaal!, bevorderden burge meester Röell iets van dezen aard overschoot. Intusschen, ook hier geldt, dat wat in een goed vat is bewaard, niet verzuurtUitstel is geen afstelOok onze wereld beroemde Hugo de Vries, wiens in Nederland blijven tegenover de lokkend-verleidelijke Amerikaansche voorstellen aan burgemeester Röell's persoonlijk optreden is te danken, ontving bij de inwijding van hét nieuwe gebouw van den Amsierdam- schen Hortus Botanicus geenerlei „officieel blijk" van hulde. Ook dit zal volgen Wanneer de tijden weer normaal zijn geworden. De ontzetten de, zich al-meer uitbreidende wereld brand te langen leste tot smeulen is gekomenWanneer dit zal wezen Hier worden ook de meest-stout- moedige waaghalzen der profeteering en prognose-teekening met stomheid geslagen Nu het groote onderwerp van den dag, de millioenen-Oorlogsleening van de baan is, zijn we feitelijk getreden in de periode van het ge bruikelijke gebrek aan interessant- nieuws, dat de Januari-maand de leêge, kil-holle en feestlooze pleegt te kenmerken. Een der interessantste geruchten van het oogenblik is dat, wijzend op de waarschijnlijkheid dat wij weer een Nederlandschen gezant bij het Vatikaan zouden krijgen. Een „on- dit", dat begrijpt men over- schatrljke bron vormt van bespiege lingen omtrent de verhouding tus- schen het extra-parlementaire Kabi net van den Godsvrede tot Rechts en tot Links, wanneer eenmaal de „wapenstilstand" zou zijn opgezegd. Er is gisting in de soc.-demo- cratische gelederen. Terwijl de het- man der S. D. A. P. te Kopenhagen vertoeft. Er zal wei-haast stof te-over zijn om op dit punt terug te komen. Er is de eisch van den advocaat- generaal bij den Hoogen Raad,'t zoo goed als zeker makend dat lijkver branding weldra in Nederland wette- lljk-geoorloofd zal wezen. Er zijn de alweer-aandrljvende zeemynen, naar welke nu met angstigen ijver in de Zuiderzee wordt gezochtEr is de versterking, door Duitschland, van de weermacht aan de grenzen, die de hoeren Jodocus Angstmeier c. s. weer kippevel doen krijgen Er zijn de groote en kleine smok kelaars, in saccharine en zoovele andere artikelen, die de veiligheid des lands veel minder achten dan het belang van hunne welgespekte beurzen Er is nog veel meer. Maar boven al is en blijft er wat de zorg voor 's lands onschendbaarheid, onafhanke lijkheid, van uur tot uur blijft eischen. Wie daaraan denkt, en aan de bittere, nijpende zorgen, welke deze groote zaak ons allen oplegt, hij zal begrijpen dat we nu geen oor kunnen leenen aan het klepperen van prins Carneval's zots-kolf! Mr. Antonio. Onze Vloot en onze Nijverheid. Het Januari-nummer van „Onze Vloot" bevat een artikel van een oud-zeeofficier, die een lans breekt voor den bouw en de verdere af werking van oorlogsschepen door de Nederlandsche nijverheid. De schrijver gaat uit van de onderstelling dat een industrie, die de geheele Marine zou kunnen scheppen en bedienen, daarbij ten zeerste gebaat zou zijn, terwijl een vloot die geheel en uitsluitend op de nijverheid in eigen land kan vertrouwen, onder alle omstandig heid, in het voordeel is boven eene die afhankelijk is van het buitenland. Van zulk een afhankelijkheid toch, springen vooral in deze tijden van oorlog, de nadeelen byzonder in het oog. Al dadelijk bij het uitbreken der vijandelijkheden legde Engeland een voudig beslag op 2 in zijn land af gebouwd wordende Turksche slag schepen en de Chileensche dread- nought „Almirante Latorre" (28.000 ton, 23 mijl), welke niet te versmaden gevechtseenheden onlangs als de slag schepen „Agincourt", „Erin" en „Ca nada" in de sterkte der actieve Engel- sche zeemacht werden ingedeeld. Hier mede hield het echter niet op, en ook Nederland ondervond de gevolgen van dit recht van inbeslagname door een oorlogvoerende mogendheid. Wie de Marine-begrooting 1914 in het afgeloopen zittingjaar heeft ge volgd, zal de redenen kennen die den Minister er toe deden besluiten, een viertal 300-tons torpedobooten, voor zien van turbines, te bestellen bij de „Vulcan"-Werke te Stettin, en wel, „omdat het hier gold een proef met een soort „voorbewegingswerktuigen, waaromtrent tot nu toe in Nederland geen ervaring werd opgedaan". De oorlog brak uiten Duitschland legde beslag op de 4 Nederlandsche torpedobooten, die het zelf al te goed gebruiken kon. Daargelaten nu het al-of-niet-recht- matige van de toepassing van dit „recht" op bevriende Mogendheden, die aan den oorlog geen deel nemen, we hebben het te aanvaarden: het wordt toegepast door allen en door allen erkend. Intusschen zijn wij voorshands daar mede kwyt 4 mooie, groote, volkomen up to-date torpedobooten 1 Nu, we hebben het met groote waardeering vernomen gaan we ze met spoed in eigen land op stapel zetten! Vraag: was onze vloot er niet meer mede gebaat geweest, indien deze stap dadelijk ware gedaan? Het is waar, en wordt ook dank baar erkend, dat op een hooge uit zondering na, bijna al ons thans in dienst zijnd marine-materieel in Nederland gebouwd en in Nederland uitgerust werd, (behalve de bewape ning), en ook moetwordentoegegeven, dat toen de 4 bovenbedoelde torpe dobooten in Duitschland werden be steld, de Regeering niet weten kon' dat nog vóór de gereedheid er van, een dergelijke oorlog zou uitbarsten, maarde mogelijkheid bestaat altijd, en wanneer onze eigen industrie de Marine eenmaal geheel bedienen zal, dan is ook dkt gevaar geweken, dat ons, onder zeer denkbare combi naties, eenmaal bitter ongelegen zou kunnen komen. En onze industrie, d.w.z. de welvaart en ontwikkeling van ons eigen land worde gebaat met het geld, dat anders in den vreemde wordt besteed. De schrijver acht het vanzelfspre kend dat onze industrie, wil ze met de bovenbedoelde opdrachten worden belast, ons moet waarborgen, lo. even goed, en 2o. niet belangrijk duurder werk dan de buitenlandsche. lo. Even goed werk. Ik raak hier een teer punt aan, laat ons het maar eerlijk erkennen. Om te beginnen heb ik onder geen volk ter wereld zooveel wantrouwen over „eigen" arbeid, zooveel bereid willigheid tot toejuichen en goed willen vinden van wat van buiten komt, opgemerkt als bij ons, Neder landers. Als het fabricaat maar een mooien buitenlandschen naam draagt, „dan zal het", in de oogen van eiken leek, „wel goed wezen"! Ik zeg hiermede natuurlij k geenszins, dat buitenlandsch werk voor onze Marine alleen op den naam van den fabrikant goed gekeurd wordt. Integendeeelde leveringseischen zijn tegenover ieder even streng, en onze Marine staat te hoog, dan dat wie ook, daaraan ont komen zou, maar vóór een bestelling zal worden gedaan, verheugt de buitenlander zich meestal reeds in aller vertrouwen. Ik wil zeer duidelijk zijn, en mag daarom niet den schijn wekken, als zou dat vertrouwen menigmaal niet volkomen verdiend wezen. Maar hoe komt dat? Omdat die fabrikant voor eigen Marine al reeksen van jaren werkt, en dus reeds al de ondervinding opdeed, die onze industrieelen moeten ontberen, zelfs dan, wanneer onze vloot nu zelf dat nieuwe noodig heeft, en dadelyk profiteeren wil van buur- man's ondervinding. En zie, nu moge daar oogenschljnlijk alles vóór te zeggen wezen, het wil mij toch toeschijnen, dat het geven van diezelfde gelegenheid aan onze eigen nijverheid, toestanden zal doen geboren worden waar tenslotte onze zeemacht wèl bij vaart, en waar ik in het begin van dit opstel op doelde. 2o. Niet duurder. Dit zal niet altijd ontgaan zijn, vooral in den be ginne, als er iets nieuws moet worden geleverd. Maar, zou ik willen vragen, komt dat meerder uitgegeven geld niet ten bate van duizenden bij dui zenden Nederlanders, die leven van en door onze fabrieksnijverheid En is dat kapitaal niet belegd in de daar door mogelijk geworden uitbreiding en verheffing dier nijverheid, en die toch ten slotte straks aan diezelfde Marine, aan datzelfde Land ten goede komen zal? Ik "voel zeer goed, dat er in de oogen van velen één groot bezwaar schuilt in het stelselmatig bevorderen van eigen industrie, n.1. het dooden der concurrentie. Ik voor mij acht dit gevaar echter zeer denkbeeldig, eerstens omdat altijd overblijft de concurrentie tusschen onze fabrieken en werven onderling,'en 2o. omdat de goede trouw onzer industrieelen, gevoegd bij hun welbegrepen eigen belang, hen er toe moet leiden, hunne prijzen toch zoo concurreerend moge lijk te blijven stellen. En wat betreft een vermeende onbillijkheid tegen buitenlandsche concurrenten, die wordt dan toch zeker niet grooter dan die der buitenlandsche Marines jegens ons. Waar ik alzoo meen, dat én onze vloot' én onze nijverheid er belang bij hebben, dat het velband in den aan hef bedoeld, zoo innig mogelijk zij, daar eischt de rechtvaardigheid te erkennen, dat in deze richting reeds zeer veel geschiedde en nog geschiedt. Behalve toch de grootere schepen, die allen geheel in Holland werden vervaardigd, zijn ook onze onderzee booten, uitgezonderd hunne motoren, in eigen land gebouwd, onze groot model torpedobooten idem, terwijl van de motoren der te Amsterdam gebouwde pantserbooten er 2 in Duitschland en 1 in Nederland werden besteld. Was het te verwonderen, dat hier bij deze eersteling nog wat mazelen en pokken moesten door worsteld worden, die ook bij onze eerste buitenlandsche onderzeeboot- motoren in niet geringe mate werden ondervonden? En zouden wij ons niet met dezelfde ervaringen hebben ver- ijkt als de buitenlanders b(j hun eerstelingen DE OORLOG. De officieels Iegerberichten van 18 en 19 Januari. Van het Westelijk front komen slechts weinig belangrijke mededee- lingen. Het Fransche bericht van den lSen (11 uur 's avonds) geeft aan dat La Boisselle tijdelijk door do Fran- schen ontruimd is geweest. Dit werd noodig doordat een Duitsche granaat ontplofte in een munitie-bergplaats, waardoor brand ontstond. Naar het schijnt is het toen in Duitsche handen geraakt, want er wordt verder bericht, dit de Franschen door het uitvoeren van een krachtigen tegenaanval het dorp hernamen. Sint Paul, een voorstad van Soissons, werd gebombardeerd. De uitslag wordt niet gemeld. In Champagne werden bij Bar le Duc twee Duitsche vliegtuigen neer- Het Fransche communiqué van den 19en ('s middags 3 uur) brengt ook niet veel bijzonders. Het meest belang rijke is wel dat de Franschen in het bois le Prötre (N.W. van Pont h Mousson) weer vooruitgegaan zijn. Hier werd een Duitsche schans ver overd en 500 M. Duitsche loopgraven bezet gehouden. Bij Atrecht hadden artillerie gevechten plaats. Het Duitsche bericht van den 19en meldt, dat er nog slechts onbetee- kende schermutselingen en artillerie gevechten plaats vonden. Zooals men zich zal herinneren, kwam na het bericht van het Duitsche succes bij Soissons, de mededeeling dat de Engelschen groote vorderingen hadden gemaakt bij La Bassé. Thans is ge bleken dat dit bericht totaal verzon nen is, om het bericht van de tegen slag bij Soissons ondervonden, een weinig te neutraliseeren. Van het Oostelijk front zjjn de berichten ook zeer schaarsch. Het Duitsche bericht van den 19en meldt dat in Oost-Pruisen geen nieuws is. Ten Noorden van Plock (rechter- Weichselgebied) werden de Russen onder zware verliezen teruggeslagen. Hierbij werden vele hondeuden Russen gevangen gemaakt. Verder in Polen is de toestand onveranderd. In de K a r p a t li e n is ook niets van belang gebeurd. Een bericht uit Weenen meldt dat de Russen bij Jacobeni (in de Boekowina) een aan val ondernamen welke met zware verliezen werd afgeslagen. In den Kaukasus blijven de Russen, volgens hun berichten, aan den winnenden hand. Het Russische bericht van den 17en meldt ten minste, dat de achtervol ging van het bij Karaoergan versla gen Tusksche leger wordt voortgezet. Bij Jemkioi werd na een strijd, welke 2 dagen duurde, gedeelten van de 32ste Turksche divisie geslagen. De Turken trokken met groote ver liezen terug. Twee mitrailleurs, ge vangenen en bagage vielen in handen der Russen. Een Russich bericht van den 19en deelt nog mede dat de Turken ook uit de streek van de Tsjoroch ver dreven zijn. Bij deze gevechten leden de Turken eveneens zware verliezen. Uit Konstantb.^cl wordt nog mede gedeeld, dat de bezetting van Tabris vrij gemakkelijk geschiedde. De Turk sche troepen, versterkt door verschil lende stammen, welke aan den Heili gen oorlog deelnamen, trokken naar Tabris op, in de nabijheid waarvan de Russee met 800 man voetvolk en ruiterij een stelling bezet hielden. Bij de nadering der Turken en Perzische stammen trokken zij zich terug, zoo- dat de bezetting ongehinderd kon plaats hebben. In Duitsch Zuid West Afrika is Swakopmund door de Engelschen bezet. De plaats werd door de Duitsche bezetting verlaten, nadat men de aan gebrachte landmanen had laten sprin gen. De inrichtingen voor electrisch licht, de pier en de telegraaf-kabel en -instrumenten waren vernield. Van Fransche zijde wordt thans ook medegedeeld, dat de onderzeeër Saphir, welke voor de Dardanéllen kruiste, vermist wordt. Eenigen tijd terug werd reeds van Turksche zijde gemeld, dat deze boot tot zinken gebracht was, en Turksche vaartui gen een gedeelte der bemanning hadden gered, Een Russisch bericht meldt, dat Russische torpedobooten doorgedron gen zyn in de baai van Sinope (Zwarte Zee) en aldaar een stoomschip en drie zeilschepen in den grond hebben geboord. De verliezen der Duitschers en Oostenrijkers. Volgens opgave uit Kopenhagen, tellen de vijf laatste Pruisische verlies- lijsten onderscheidenlijk 7901, 8335, 8169, 8881 en 3478, totaal 36,764 officieren en manschappen dood, ge wond of vermist. De tot dusver verschenen 136 Pruisische verlieslijsten bevatten te zamen 877,107 namen. Voegt men hierbij de namen van 186 Beiersche, 92 Saksische, 94 Wurtembergsche verlieslijsten en van 14 verlieslijsten van de vloot, dan komt men, volgens bovengenoemd bericht uit Kopenha gen, voor de Duitsche verliezen op een schatting van ongeveer twee en- een-kwart millioen. De „Exchange Telegraph Company" meldt uit Weenen, dat daar tot nog toe meer dan 100 officieele verlies lijsten zjjn gepubliceerd, die te zamen opgeven gedood gewond gevan.gen. officieren 2,263 8,980 628 minderen 40,827 231,160 9,502 Hier zijn de verliezen van de twee laatste maanden niet bij inbegrepen. Protest van kardinaal Mercler. „De T)jd" bevat het volgende protest van Z. E. kardinaal Mercier tegen de behandeling hem van Duit sche zijde aangedaan Mechelen, Zondag 10 Jan. 1916. Zeereerw. Heeren en Geliefde medewerkes. Waarschijnlijk hebt gij de mede deeling gelezen, welke de Duitsche Regeering van Brussel in de dag bladen heeft gepubliceerd en waarin wordt verklaard, „dat de Kardinaal- Aartsbidachop van Mechelen in de vrije vervulling zijner herderlijke taak in geen enkel opzicht werd belem merd". Uit de feiten moge blijken, hoe zeer dat bericht in strijd is met de waarheid. Immers, op den avond van den lsten Januari en den ganschen daar- opvolgenden nacht zijn soldaten de pastorijen binnengevallen, hebben er onzen Herderlijken Brief aan de pastoors ontrukt of vergeefs getracht dit te doen, en, minachtend ons bis schoppelijk gezag, hebben zij u ver boden hem aan de geloovigen voor te lezen, terwijl zij u daarbij bedreig den met de zwaarste straffen, die u of uwe parochie zouden worden op- Ook onze waardigheid hebben zij niet verschoond. Op den 2den Januari, in den vroegen ochtend om 6 uur, ontving ik het bevel mij dienzelfden morgen voor den Algemeenen Gou verneur ov6i' mijn Brief aan priesters en geloovigen te komen verantwoor den. Den volgenden dag werd mij verboden in de Kathedraal van Ant werpen het plechtig Lof te gaan bij wonen dan eindelijk is het mij niet toegestaan mij vrij te bewegen, om de andere Bisschoppen van Belgis te bezoeken. Uwe rechten, geliefde medewer kers, en de mijne werden aldus ver kracht: als burger van België, als lid van het Heilig College van Kar dinalen protesteer ik daarentegen plechtig. Wat anderen ook mochten voor spellen, de ervaring heeft nu bewe zen, dat uit dat Herderlijk schrijven geen gevaar voor oproer isonstaan; integendeel is gebleken, dat het niet weinig heeft bijgedragen tot kalmee ring der gemoederen en tot de open bare rust. Ik wensch u geluk met uwen even krachtdadig als zachtmoedig vol brachten plicht. Blijft aan dien plicht getrouw, vastberaden en vreedzaam, indachtig de woorden, waarin ik U myno bedoeling volkomen heb uit gedrukt: „Weest tegelijk èu de beste bewaarders van de vaderlandsche trouw èn de hechtste steun der open bare orde". Overigens, „z(jt vurig van geest, dient den Heere. Verheugt u in de hoop, weest geduldig in lijden, vol hardend in het gebed. Komt den ge loovigen in hunnen nood te hulp". (Rom XII 12.) Vegeet mij intusschen niet in uwe gebeden, zooals ook ik uwer blijf ge denken. Laten wij, vereeningd door een nauwen band van broederliefde, den bisschop, depriestersenhetvolk en Heer aanbevelen, „opdat zij in zien, wat zij moeten doen, en de kracht verkrijgen, om te volbrengen, wat zij hebben ingezien". (Uit het Misgebed. Zond. na Eriekoningen.) U in X o, toegenegen D. J. Kard. Mercier. De zeereerw. heeren Dekens wordt verzocht ons verslag uit te brengen over hetgeen in de parochiën van hunne dekenij is voorgevallen. De Zeppelins. Londen, 20 Jan. Gisterenavond omstreeks half negen wierp een Zep pelin vijf bommen op Yarmouth. waarbij 3 personen gedood werden en verschillende huizen vernield. Van een man werd het hoofd afge slagen. De aanval duurde 10 minu ten. Een andere Zeppelin wierp gis terenavond 11 uur 6 bommen op Kingsley in het graafschap Norfolk. Twee huizen werden vernield, een 17-jarige jongen gedood, zijn vader onder de puinhoopen bedolven. Een zuigeling en de moeder werden ge wond. Ook werden bommen gewor pen op Sheringham, Cromer en San- dringham, waar het buitenverblijf van Koning George, „York-Cottage" en eveneens het landhuis van Koning Haakon, „Appleton-bouse" ligt. Bij bovengenoemd bericht is het van belang optemerken, dat Dinsdag Zeppelin luchtschepen boven eenige onzer Wadden eilanden werden gezien. Kingsley er. Sandringham liggen ir. het Noordwesten van het eilanden graafschap Norfolk. Londen, 20 Jan. Volgens later ont vangen bericht zou een Zeppelin luchtschip bij Hunstanton aau de kust van Norfolk naar beneden ge schoten zijn. Sneek, 20 Jan. Vannacht te half één verscheen een Zeppelin boven Sneek en kruiste een half uur boven de stad. Daarna verdween het lucht schip iu Noord-Westelijk richting. Een Italiaansch schip vergaan. Weenen, 19 Jan. De Italiaansehe stoomboot „Varese", thuisbehoorend te Genua, is op de vaart van Sfax naar Venetië bij Pola op 18 Jan. 's mid dags bij nevelig slecht weer rechts- streeks in het mijnenveld gevaren. Het schip stiet op een mijn en is gezon ken. Van de bomanning werd slechts één man gered. Een lijk is gevonden. De „Saphir". Parijs, 19 Jan. (Officieel.) De Fran sche onderzeeër „Saphir" die op 15 dezer vertrokken was naar zijn waar nemingspost b(j de Dardenellen, is niet teruggekomen bij de vloot, welke in deze streek opereert. De buitenlandsche pers bericht, dat hij gezonken zou zyn en dat Turksche schepen een deel der be manning zouden hebben opgenomen. Engelsche vrijwilligers. Londen, 19 Jan. De buitengewone geestdrift voor de dienstneming bij hot Engelsche leger houdt in het ge heele land aan. In de afgeloopen week hebben zich te Birmingham 750 man aangegeven. Uit het rapport van Maandag blijkt, dat het aantal wederom is toegeno men; in do landbouwdistricten van Yorkshire komt reeds gebrek aan werkkrachten. Ook in Wales en Ierland is door velen gehoor gegeven aan den op roep. Een telegram uit Delhi bericht, dat zich tal van personen blijven aan melden voor actief reserve officier bij de Indische regimenten en dat de rekruteering voor het Indische leger schitterend gaat, daar door de ge beurtenissen in Europa de lust om te gaan dienen bij de oorlogszuchtige stammen is opgewekt. In het geheele land neemt de vry- willigersbeweging toe. Joden en Turken. Londen, 19 Jan. Uit Alexandrië wordt aan de „Morning Post" gemeld, dat de Joden daar blijven toestroomen. De Amerikaansche kruiser „Tennes- see" brengt onophoudelijk vluchte lingen uit Jaffa, waar een antisemi tische beweging onder de Turken is begonnen. De Turken beschuldigen de Joden dat ze de geallieerden be gunstigen. De Arabieren hebben be vel gekregen zich meester te maken van de landen in Joodsch bezit en in de Joodsche koloniën worden Circas- siërs gevestigd. (Hdbl.) Wolgebrek. In Duitsche bladen lezen wij, dat er een rijks wolweek gehouden zal worden, waarin alle Duitschers wor den uitgenoodigd alles wat zij aan wol en wollen goederen kunnen mis sen bij de overheid in te leveren. Het magistraatscollego te Berlijn heeft het voorbeeld gegeven door 380 tochtdekens, die tot dusver in het oude raadhuis langs de ramen waren opgehangen en, nu het nieuwe raad huis betrokken is, gemist kunnen worden, beschikbaar te stellen. Een aantal kinderen uit de hoogste klassen van de scholen zullen mee werken, door de wollen goederen aan de huizen af te halen en ze naar vrachtwagens te brengen. Yan daar gaan de goederen dadelijk naar de ontsmettingsinrichtingen. Geen lijk. In de laatste dagen van December, schrijft de „Strassburger Post", werd in de nabijheid van Camp des Ro- mains een bloedig gevecht geleverd. Des nachts togen de regimentsdokter en zijn soldaten er op uit om lyken te zoeken en die met kalk te over dekken. Plotseling riep een „lijk" met gedempte stem een der soldaten, die hem met kalk wilde bestrooien, toe „Ik ben toch geen lijk 1 Ik ben een luisterpost". Inderdaad had de man dezen post bekleed en een deel van den nacht kalm tusschen de lijken doorgebracht. Belasting op ongehuwde mannen. „Bobs" schrijft in de Nieuwe Gazet van Antwerpen: De gemeenteraad van Gent heeft het gewijzigde voorstel der belasting op de ongohuwde mannen, in zijn laatste zitting aangenomen. De eigenlijke taks is niet overdreven. Zij bedraagt slechts 5 frank voor de jongmans van 27 tot 30 jaar, met verhooging van telkens 5 frank per vijf jaar, en een maximum van 25 frank. Maar... dat muisje heeft een staartje, laat ons zeggen 'ne staart 'ne groote, lange, dikke staart, grooter dan 't beestje zelf. Zoo is er eene bijkomende belasting gestemd, berekend haar de huur waarde der huizen hetzij geheel of gedeeltelijk door de jongmans bewoond en die kan van 5 tot 300 frank per jaar beloopen. Deze stemming heeft, zooals het te verwachten was, eene algemeene verwekt tusschen de vrijgezellen. Naar men ons zegt, hebben velen zich bij het onvermijdelijke neerge legd; het bureel der huwelijken op het Stadhuis van Gent kan dan ook het werk niet bijhouden; het getal der verplichtetrouwlustigen stijgt met den dag. Anderen, die noch trou wen, noch betalen willen, hebben uit princiep, de ongastvrije Arteveldestad verlaten, ten teeken van protest. Arm GentI Op den langen duur zal er u niets meer overblijven dan getrouwde lappen, verwelkte „muur- en ouw' wijven! De uit Groningen ontsnapte officieren. Wij lezen in de „Times", dat de onderluitenant Boot, van de Royal Naval Volunteer Reserve, de eenige zoon van den viGar van Jesmond, Newcastle-oh-Tyne, met drie kame raden het ouderlijk huis heeft be reikt. Zy waren uit het intorneerings- kamp te Groningen ontsnapt en om verklaarbare redenen weigerden de ontsnapten eenige mededeeling te doen omtrent de wijze van ontvluch ting. Het kan verkeerenI Bij de Duitsche infanterie is een leerboek in gebruik, getiteld „Der Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Heeren. Zeer doelmatig. De goederen blijven het eigendom van den geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag o»- middelljk toegezonden. gute Kamerad", geschreven door majoor von Klass in een tijd, toen de sociaal-democratie bij de leger- autoriteiten in zeer slechten reuk stond. Het boek bevat dan ook open lijke waarschuwingen tegen de soc.- democraten, die al3 belasteraare van het leger en tweedrachtzaaiers wor den voorgesteld. Thans kan de „Vor- wirts" echter meedeelen, dat op hoog bevel alle zinsneden in het boek, die voor de sociaal democraten onaange naam zijn, zullen worden geschrapt op grond van hun thans gebleken vaderlandslievende gezindheid. INGEZONDEN. Den Helder, 19 Jan. 1915. Geachte Heer Redacteur 1 Mag ik een kleine plaatsruimte verzoeken voor de volgende regelen In uw blad van heden.komt voor een door mijn vrouw 'ingezonden stuk, waarin zij op een kalme wyze opkomt tegen een zinsnede, uit de pen gevloeid van uw muziek-verslag- gever, den heer J. Brouwer. Uw verslaggever schreef in zijn beoordee- ling van de liefdadigheids-uitvooring dat de zang van Mevr. Schokking was „meer beschaafd, haar coloratuur fraaier, haar Duitsch beter" dan van Mevr. Vos; daaruit trok mijn vrouw de conclusie, dat de zang van laatst genoemde dame door uw verslagge ver niet beschaafd werd geacht, haar coloratuur niet fraai, haar Duitsch niet goed; zij knoopte daaraan vast een beschouwing over de waarde van een muziek-recensio in een plaatselijk blad door blykbaar onbevoegden, zich beroepende ten slotte op een niets zeggende beoordeeling, in uw blad eenigen tijd geleden, van den zarig van onzen beroemden bas-baryton, den heer Hendrik C. van Oort, en waarin dezen vermaarden zanger grootelljks te kort wordt gedaan. Mijn vrouw schreef zakelijk, opko mende voor een andere dame en vóór een juiste beoordeeling van kunst in het algemeen, zich niet richtende tot een bepaald persoon, maar tot den verslaggever voor muziek. In uw nummer van heden nu antwoordt de heer J. Brouwer op een zoo grovun, schamperen en beleedi- genden toon, gebruik en misbruik makende van een zoo groote hoeveel heid woorden, dat ik mij werkelijk verbaas, dat een dergelijk antwoord in uw véél gelezen blad een plaats heeft kunnen vinden. Heeft de heer Brouwer wel gedacht, tegen wie hij schreef, en was U wel op de hoogte, dat de heer Brouwer dit antwoord onder het ingezonden stuk van mijn vrouw zou plaatsen I Wij dragen den heer Brouwer volstrekt geen kwaad hart toe, ook niet na deze zijne stijl- proeve, maar wij hopen voor den heor Brouwer zelf, dat hij zal inzien veel te ver te zijn gegaan en dat hy den plicht zal gevoelen zijn excuses te Het verweer van uw verslaggever is bovendien|zeer onvoldoende. Als hij in het gegeven verband schrijft, dat zang van de eene dame meer beschaafd is dan die van de andere, de coloratuur fraaier, dan zal ieder mensch, die zijn Nederlandsch kent, daaruit lozen, dat de zang van de andere dame dus min of meer onbe schaafd wordt geacht, en zeker, dat er dien avond coloratuur wérd ge zongen, de facto gezongen, welke coloratuur, in casu van Mevr. Vos, dan niet fraai wordt gevonden. Uw verslaggever zegt het goed te hebben geweten, dat er geen colora tuur was gezongen. Indien dit zoo is, zou hij dus in zijn bewuste zin snede te kennen hebben gegeven, dat de gave, het vermogen om roulades, trillers, enz. weer te geven, - die dien avond door geen der dames weergegeven zyn, want de wedergave juist dA&rvan is coloratuur, en die is dien avond, ook volgens den beer Brouwer niet gezongen dat de gave en dit vermogen om dit te doen bij de eene dame klaarblijkelijk grooter was dan bij de andere, doch om dit te schrijven mist iedere n zin en ik kan de gedachte niet van mij af zetten, dat de heer Brouwer hier vergeefsche pogingen doel om zich uit een lastig parket te redden. Het Kerkconcert ten bate van het Plaatselijk Steuncomité, als zoovele kerkconcerten in dezen tijd georga niseerd door mijn vrouw, is gehouden op V rljdag 20 November 1914,'s avonds te 8 uur. Ik weet vilj zekc-r, dat de heer Brouwer op dit concert a's ver? slaggever uwer courant heeft gefun geerd, want ik heb hem zelf als zoo danig met de meeste heuschheid binnengelaten; hij zal het zich nu wel herinneren. Hy moet ook maar eens in de Amaterdamsche pers van Donderdag of Vrijdag a.s. gaan nalezen wat er staat geschreven over den liederavond van Hendrik C. van Oort in de kleine zaal van het Concertgebouw; ik ver moed, dat hij dan wel tot het besef zal komen, dat de heer van Oort, dio tot da zeer weinige, bevoorrechte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1