HELDERSCHE COURANT No. 4438 DONDERDAG 11 MAART 1915 43e JAARGANG Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden. Dondeid- II Heptunus Vrijdag 12 Marine cant e'/j-T'/s u. I 7—S u. Voor alla korpsen. Op pagina 4 van dit blad is opgenomen: 1. Tweede Kamer. Pensioenwetten voor land en zeemacht 2. Feuilleton enz. Oe algemeens toestand. Er is een onmiskenbare verandering in den politieken toestand ten opzichte van Italiö ingetreden, in zooverre het duidelijk is, dat thans tusschen Oostenrijk-Hongarije en Italië onder handelingen plaats vinden. De Italiaansche kwestie is zeer veelzijdig. Want de oplossing van die kwestie moet de verhouding bepalen van Italiö, niet alleen tegenover het tweevoudig verbond als geheel, maar ook tegenover Oostenrijk en Duitsch- land en tegen Turkije, den bondge noot van het tweevoudig verbond, in het bizonder. De kwestie raakt dus ten nauwste ook de verhouding tus schen Turkije en het tweevoudig ver bond, alsmede de verhouding tus schen Oostenrijk-Hongarije en Duitsch- land onderling. Zonder Oostenrijk ware Dnitsch- land niet in oorlog geraakt. Duitsch- land heeft Oostenrijk in militair op zicht geholpen, heeft troepen naar de Karpathen gestuurd. Nu dreigt Italië zich aan de zijde der entente te scha ren, wat voor het tweevoudig ver bond een ramp zou zijn. Verklaart Italië aan Oostenrijk den oorlog, dan zal Oostenrijk nog meer hulp van Duitschlaud noodig hebben om zich te verdedigen. Hoe men er nu ver der over denken moge, dat Italië, hetwelk eerst, steunnende op de kracht van het drievoudig verbond, Turkse een provincie heeft afgeno men (wat in Duitschland en Oosten rijk maar zeer matige instemming vond), zich thans na dat verbond nogmaals te hebben vernieuwd, ten koste van z(jn bondgenooten wil ver rijken, nu dezen hun krachten elders noodig hebben en tegenover hun vroegeren bondgenoot derhalve vrij wel weerloos zijn, hoe men daar nu over dunken wil, heeft geen practi- sche waarde. Het komt er nu maar op aan om de verdere neutraliteit van Italië te koopen en die is met een paar Oostenryksche provincies niet te duur gekocht. Duitschland, dat voor een goed deel door Oosten rijk in den oorlog is betrokken en zooveel voor zijn bondgenooten heeft gedaan, mag in dezen eischen, dat zijn bondgenoot offers brengt. Begrijpelijkerwijze denkt men daar in -Oostenrijk niet geheel hetzelfde over. Door de dreigende houding van Italië, zoo schrijft de correspondent van de N. Rott, Ct. te Weenen daar over, is de gunstige stemming, die nog kort geleden onder de bevolking heerschte, verdwenen. Zuid-Tirol en een grenswijziging langs de rivier Isonzo, dat zal wel het minste wezen, zoo neemt men aan, waarmee Italië tevreden te stellen is. Een gewapend optreden van Italië, dat ziet men ook te Weenen zeer goed in, zou niet alleen in militair opzicht, maar ook in economisch opzicht een vreeselijk gevaar zijn, in verband met dè hoe veelheid levensmiddelen, die Oosten rijk uit Italië betrekt. Aan een offer om den vrede te redden, zal dus wel niet te ontkomen zyn. De rogeering heeft intusschen alvast vijf lichtingen van den landstorm onder de wapenen geroepen, te weten die "van de jaren 1873 tot 1878. Voor de bovengenoemde bewijs voeringen van Duitsche zijde voelt men in Oostenrijk voor het overige niet veel. Zoo goed als men nu in Duitsch land zoo vrijgevig is met Oosten- rijksche provincies, even zoo goed zou men in Oostenrijk de Duitschers kunnen vragen, waarom hebt gij den Pranschen niet terstond den omstre ken van Metz en Straatsburg aange boden? Daarmee zoudt gij immers wel de neutraliteit van Frankrijk kun nen koopen, ja, dat zoudt gij nu wel licht nog kunnen doen, als gij Frank rijk Elzas-Lotharingen aanbood. Maar daar vragen wij ook niet om, al is Elzas Lotharingen wel in de zelfde mate Fransch als onze provincies, waarmee wij wellicht de neutraliteit van Italië zouden kunnen koopen, Italiaansch zijn. En wat de militaire hulp betreft, door Duitschland aan Oostenrijk ver leend; zij is prachtig, dat dient er kend. Maar staan er dan ook geen Oostenryksche troepen in Polen, die daar de Duitsche provincies Posen en Sileziö verdedigen? En waren het geen Oostenryksche artilleristen, die met Oostenrijksch geschut de forten van Maubeuge en Antwerpen ver nielden De Duitschers vechten mee in de Karpathen. Maar is er sindsdien op dat gevechtsterrein meer gepres; teerd dan voor dien tijd? Op deze wijze ongeveer, volgens de inlich tingen van onzen correspondènt neemt men in OosteDryk de raadgevingen van Duitschland op, die men wellicht, zij het met een zuur gezicht, toch zal moeten opvolgen. („N. Rott. Ot.") De offlcleele legerberichten van 8 en 9 Maart. Van het W e s t e 1 ij k front. Het Fransche avondcommuniqué van den Ssten meldt dat de Duitschers getracht hebben, hetdoordeFranschen veroverde bosch ten W. van Perthe3 te hornemen. Dit werd door een Fransche tegenaanval verijdeld. Meer dan 500 M. loopgraaf werd genomen. Verder werd terrein gewonnen tus schen Mesnil en Beau Séjour en in de streek ran St. Mihiel. Het Fransche bericht van den 9en geeft als eenig belangrijk feit aan dat een door een hevig artillerievuur voorbereide Duitsche aanval ten Z. van Dixmuiden werd afgeslagen. In den nacht van 5 op 6 Maart werd door de Engelschen in de streek van Yperen een Duitsche loopgraaf opge blazen. Enkele vijandelijke loopgraven werden vernield. Het Duitscho legerbericht van den 9en meldt, dat de Franschen op den Lorette-boogte wederom terrein ver loren. 6 officieren en 250 Franschen werden gevangengenomen. 2 machine geweren en 2 kleine kanonnen vielen in Duitsche handen. De gevechten in Champagne, ten W. van Münsteren ten N. van Cernay duren nog voort. Van het Oostelijk front. Een bericht van den 8sten uit St. Petersburg geeft nog enkele bij zonderheden over het gevecht bij Grodno. Volgens deze mededeeling werden twee Duitsche legerkorpsen totaal ontredderd. De beheerschende hoogte No. 1003 werd verdedigd door het 21ste legerkorps. Toch werd de hoogte door de Russen veroverd. Hierbij verloor het genoemde korps alleen 12 h 15000 man, te oordeelen naar de achtergelaten dooden.6 Kanon nen en mitrailleurs werden genomen en 1000 man werden gevangen ge maakt. Het Russische legerbericht van den 8sten meldt dat de Duitschers in de streek van Suwalki teruggeworpen werden. Op het front Mariampol- Augustowo wordt het offensief voort gezet. Bij de rivier de Pilica is het offensief der Duitschers tot staan ge bracht. In de Karpathen hebben de Oosten rijkers hunne aanvallen gestaakt en trekken zij terug in de richting van Baligrod. In de streek van Klause werden eenige vijandelijke afdeelingen omsingeld. Een geheel bataljon moest zich overgeven. Het Duitsche legerbericht van den 9en meldt dat verschillende aanvallen der Russen bij Augustowo en bij Lomza werden afgeslagen. N.W. van Ostrolenka ontwikkelde zich een ge vecht. N. en N.W. van Przasnycz werd een voor de Duitschers gunstig verloopen gevecht geleverd waarbij de Russen 3000 man aan gevangenen verloren. Russische aanvallen ten N. van Rawa werden afgeslagen. Hot Oosteurijksche bericht deelt mede dat ten Z. van Opoczno de aanvallen der Russen werden afge slagen. In de streek van Gorkice werd het offensief voortgezet. Hier deden de Russen verschillende ver- geefsche pogingen om de verloren stellingen te hernemen. Zij verloren hierbij 600 man aan gevangenen. In de Karpathen zijn de gevechten zeer zwaar. Dag en nacht vallen de Russen aan, zich niet bekommerend om de strenge koude of de hevige sneeuwjachten. Aan den Sjat el Arab. Een Turksch bericht van den 8sten meldt dat de Engelschen toen zij trachtten langs den Karoem en Irak op te rukken opnieuw een nederlaag leden. De Engelsche kolonnes werden door een tegenaanval der Turken op de vlucht gedreven. Een groot aan tal gevangenen viel in Turksche handen. Aan dooden en gewonden verloren de Engelschen 400 man. 3 kanonnen, 400 geweren, een groote hoeveelheid schietvoorraad, 500 paar den en verplegingsmateriaal werden buitgemaakt. Yan het Russisch-Turksche ge vechtsterrein wordt gemeld dat de Turken na een hardnekkig gevecht, waarbij zij zware verliezen leden, uit een sterke stelling ten Z. van den Tsjoroch verdreven werden. Van het Westelijke gevechtsterrein. Parijs, 9 Maart. Avondcommu niqué: Ten oosten van Steenstraete hebben wij een aanval afgeslagen. Bij Notre Dame de Loretto is den geheelen dag gestreden; de stellingen zijn onveranderd gebleven. In Champagne heeft een hevig gevecht plaats gehad, dat gunstig voor ons is verloopen. Wij sloegen twee tegenaanvallen af in het bosch, waar wij onlangs vasten voet had den gekregen. Tusschen Souain en Perthes hebben wij wederom vorde ringen gemaakt. Hier en in het aan grenzende bosch hebben wij een aan val afgeslagen. Op den heuvelkam ten noordoosten van Mesnil hebben wij nog eens 180 meter loopgraaf genomen. Wij hebben er een Duitsch veldwerk met gepantserde schuil plaatsen en uitgestrekte onderaard- sche kamers veroverd. Wij hebben ook een aanval gedaan tusschen Four de Paris en Bolante in deArgonnen en 180 meter loopgraaf in de eerste linie van den vijand Aanval uit de lucht op Ostende. Londen, 8 Maart. (Officieel.) Vier watervliegtuigen hebben gistermiddag een tocht gedaan naar Ostende en elf bommen geworpen op de basis voor herstel van duikbooten, en vier op de Kurzaal, die tot militair hoofd kwartier dient. Alle vliegtuigen en vliegers zijn teruggekeerd. Waar schijnlijk is aanzienlijke schade aan gericht. Er zijn geen duikbooten ge zien. Ontploffing In een arsenaal te Antwerpen. Aan „De Telegraaf' wordt bericht Maandagmiddag te 3 uur heeft t< Antwerpen een ernstige ontploffing plaats gehad. Het militaire arsenaal, beter bekend onder den naam van „pyrotechnie", aan Herbouvillekaai, is in de lucht gevlogen. Veertien Duitschers werden gedood en 70 wond. Twee Belgen, die zich toevallig in de buurt bevonden, werden even eens gedood. Het gebouw is vernield. De oorzaak van de ontploffing is onbekend. De Dardanellen. Hard schiet het niet op. En het kan ook niet anders. De forceering van de Dardanellen is geen karwei, dat eventjes gauw opgeknapt kan worden. Behalve de beschieting van de forten en het opruimen van de mijnen om Konstantinopel te bereiken en te behouden is een leger macht noodig, welke het schiereiland Gallipoli en een strook langs den Aziatischen oever van de Dardanellen in bezit heeft. Mochten de verbonde nen er in slagen de. straat teforcee- ren zonder deze macht, dan toch zou ieder oogenblik hunne terugweg afgesloten kunnen worden. Het is dan ook te verwachten, dat eerst de troepentransporten afgewacht zullen worden en daarna een actie op grootere schaal zal worden onder nomen. Zooals thans de beschieting der forten geschiedt, blijft het resul taat gering. Vooral daar de Turken op de forten slechts de oudere kanonnen hebben laten staan en hun zware geschut in verschillende verborgen stellingen hebben geplaatst, welke plaatsen een voor een door de vliegers opgespoord moeten worden. Vandaar dan ook waarschijnlijk de tegenstrijdigheid van de berichten van Engelsche en Turksche zijde. Men dient hierbij in het oog te houden, dat een beschieting van verren afstand en vooral eene beschieting van de forten bij Tsjanak, over het schiereiland Gallipoli heen, wel resultaat op kan leveren, doch dat dit niet, of slechts zeer onnauwkeurig kan worden waarge nomen. Volgens een Engelseh bericht werd het Engelsche oorlogsschip „Dublin", hetwelk zich naar de Landengte van Boelair begeven had om dit te be schieten, driemaal door het vuur uit Turksche veldbatterljen getroffen. De aangerichte schade was echter zeer gering. Van Turksche zijde wordt gemeld, dat de landingspogingen geheel mis lukten. De gelande troepen werden door de Turken teruggedreven. Verder wordt nog medegedeeld, dat de forten van de binnen-Dardanellen zich in het geheel nog niet in den strijd gemengd hebben. De met de gevechten aan de Dar danellen verband houdende operaries tegen Smyrna worden voortgezet. Volgens een Engelseh bericht ging de EDgelsche admiraal na een hevige beschieting van het fort Jeni Kaleh, er toe over zich een weg te banen door de myn versperring. Hij werd hierbij door landbatterijen beschoten. Deze werden echter alle tot zwijgen gebracht. Volgens de Turksche berichten werd het vuur der schepen met succes beantwoord. Een der schepen moest in vlammen gehuld terug trekken. Van een ander schip werd de mast stukgeschoten. Verder werd nog een transportschip in derfgrond geboord. In de Engelsche mededeeling wordt erkend, dat een kruiser en een slag schip door 15 c.M. granaten getroffen werden, en dat ook myuvegers door stukken van granaten werden geraakt. In de Zwarte Zee. Konstantinopel, 9 Maart. Een Rus sische vloot, bestaande uit vijf linie schepen, drie kruisers, tien torpedo booten en een groot aantal stoom schepen kwam Zondagvoormiddag voor de kolenhavens van het Eregli- gebied aan de zuidkust van de Zwarte Zee en beschoot de havens Zungul- dak, Koslu, Eregli en Alabli. Op Zunguldak werden meer dan 1000 schoten gelost. Een stoomschip werd in den grond geboord. T6 Koslu ge raakten eenige huizen in brand, te Eregli, op welke plaats 500 schoten werden gelost, werden vier stoom schepen (waaronder een Italiaansch en een Perzisch) en een zeilschip in den grond geboord en werden boven dien nog twee stoomschepen be schadigd. Schip gezonken. Londen, 8 Maart. Den Admiraliteit bericht Het s.s. „Bengrove" groot 2389 ton, geladen met kolen, is Zondag ver moedelijk tot zinken gebracht door een torpedo van een onderzeeër bij Ilfracombe. De bemanning, bestaande uit 33 koppen, werd gered. De „Bengrove" zonk ten aan- schouwe van duizenden toeschouwers. Het schip had Zondagmorgen Barry (Zuid-Wales) met een lading van vijf duizend ton kolen verlaten. Er waren ten tijde van de ontploffing 21 stoom- booten in de buurt, van welke er zes hulp konden verleenen. Vermeldenswaard is dat juist gister morgen dereederlj van de „Bengrove" een schrijven zond aan de bladen, waarin zy een premie van 500 p. st. aanbood voor de vernietiging van de volgende vier Duitsche onderzeeërs door koopvaarders. Dc „U 8". Londen, 8 Maart. In een commu niqué van de admiraliteit wordt ge zegd, dat twaalf torpedobootjagers deelnamen aan de jacht op de „U 8", die ten slotte door twee jagers werd vernietigd. Drie schepen getorpedeerd. Londen, 9 Maart. De Admiraliteit bericht: Hedenochtend is'het Engel sche stoomschip „Tangistan" getor pedeerd bij Scarborougb, van de be manning van 38 koppen is slechts één man gered; de „Blackwood" bij Hastings, de equipage, 17 man, werd gered; de Princess Victoria" bij Liver pool, alle 34 opvarenden gered. Londen, 10 Maart. De „Princess Victoria" werd getorpedeerd op 18 mijl afstand van den mond van de Mersey. Men had scherpen uitkijk gehouden naar duikbooten. Het weer was zoo helder mogelyk en niets was te zien geweest, toen de stuur- man om halftien in den morgen een torpedo recht op het schip zag aan komen. Er was geen tijd meer om uit den weg te gaan. Een hevige ontploffing deed zich voor, waarop het schip zwaar overhelde. Twee booten werden gestreken, waarmede de bemanning naar de Mersey roeide. Eindelijk nam een kleine stoomer hen op sleeptouw. Vijf uren waren zij onderweg geweest. De „Princess Victoria" was in een kwartier ge zonken. Een visschersboot heeft de beman ning van de „Blackwood" te New haven aangebracht. Dit schip werd om 6 uur 's morgens getorpedeerd. Het weer was slechter waren sneeuwvlagen. Alle reddingsbooten had men, voor het geval een duikboot een aanval zou doen, gereed gehouden. De bemanning was 2.5 uur in de sloepen geweest, voordat zij werd opgepikt. De duikboot was aan de oppervlakte der zee verschenen, doch had geen bijstand geboden. De „Tangistan" werd om halfeen 's nachts getorpedeerd. De sloepen waren reeds uitgezwaaid. Het schip was plotseling met de reddingsbooten en inzittenden gezonken. De eenige overlevende had zich 2.5 uur aan een kist vastgeklemd, voordat hij werd opgepikt. Verscheidene Indische matrozen hadden aan een plank ge hangen, totdat zij één voor één af vielen en verdronken. Ter hoogte van de Mersey heeft een duikboot gisterenmorgen gedu rende 25 minuten jacht gemaakt op het stoomschip „Clanmacrae". dat ontsnapte door met volle stoom zig zag te varen. De „Dresden." De correspondent van de „Times" te Santiago de Chili deelt mede, dat er hardnekkige geruchten gaan, dat de Duitsche kruiser „Dresden" in een baai van de Zuidkust van Chili een schuilplaats heeft gevonden. Hij ver telt ook dat er enkele Duitsche sche pen met ladingen kolen te Coronel en Valpariso zyn aangekomen en dat omtrent de bestemming dezer schepen niets bekend is, zoodat men vermoedt dat er Duitsche kruisers in de buurt zijn, die brandstof noodig hebben. De correspondent erkent dat do Chileensche regeering strikt neutraal is en alle maatregelen neemt om de onzijdigheid te handhaven. Opmerkelijk in dit bericht is, dat er dus toch in de Zuid-Amerikaansche wateren Duitsche handelsschepen zich nog vrij bewegen. De houding van Italië en de Balkanstaten. De Berlynsche correspondent van de „N. Rott. Crt." beschrijft in zijn correspondentie hoe men thans in Duitschland met schier angstige spanning de houding van Italië af wacht. Op het oogenblik is alle aandacht geconcentreerd op de gebeurtenissen op den Balkan. In het begin keek men nauwelijks naai-den bondgenoot in het Z. O. om, maar thans is het door, de waarschijnlijk met byzondere zorgjvoorbereide, actie tegen de Dar danellen als met tooverslag anders geworden. Men begrijpt dat het op treden tegen Konstantinopel niet alleen dient om een toe voer weg voor Rusland te openen, doch dat het voornamelijk een politiek doel is het welk wordt nagestreefd. Wat de houding van Griekenland zal worden, het laat de menschen vrijwel onver schillig. Anders is het met Italië. Dit land is op het oogenblik het middelpunt van de belangstelling. De houding van deze mogendheid wekt bezorgdheid en doet een, tegen Oostenryk gerichte, onsympathieke stemming ontstaan. Een opmerkelijk feit is het dat do anders zoo strenge Duitsche censuur, welke zoo bijzonder terughoudend was, vooral waar het zaken aanging betreffende de verhouding tusschen Duitschland en -Oostenrijk, thans de bladen toestaat openlijk te spreken over het dreigende gevaar in den Driebond. Men vertelt in Duitschland dat Oostenrijk aan den eisch van Italië om Trente af te staan niet wilde voldoen. Vooral de keizer van Oosten- lijk moet zich hier met kracht tegen verzet hebben, niettegenstaande de duidelijke, hoewel vriendschappelijke wenken uit Berlijn. De waarheid is natuurlijk niet na te gaan, maar een feit is het dat in goed ingelichte kringen te Berlijn de stemming zeer pessimistisch was. De Duitsche bladen lieten zich ook niet onbetuigd. Alle artikelen betoog den do noodzakelijkheid om aan de wenschen van Italië tegemoet te komen. De „Tagl. Rundschau" schreef: Een Italië dat op het oogenblik niets krijgt drijft den oorlog tegemoet, die l'/a millioen soldaten in het veld brengt. Daarentegen zou de Itali aansche regeering welke een groot deel van haar eischen vervuld krijgt niet op een oorlog aansturen omdat het niet alles kreeg. „Voor gevoelens en moreele over wegingen is er thans geen plaats, nu Oostenrijk-Hongarije en Duitschland samen voor hun bestaan vechten", betoogde het blad verder; en het eindigde veelzeggend„AIb Oostenrijk zijn doel bereiken wil, moet het ook de middelen er toe willen geven, en mag het de bereiking van het doel niet bemoeilijken." Het doel van de Duitsche pers was om een sterken druk op de regeering te Weenen uit te oefenen. Zelfs de meest Oostenrljksch gezinde bladen deden hieraan mede. Thans doet zich de vraag voor of Oostenryk niet reeds te lang gewacht heeft met zijn aanbiedingen om de neutraliteit van Italië te verkrijgen, en of het aanbieden van Trente Italië nog wel opweegt tegen de voordeelen die het zou kunnen ver krijgen door deel te nemen aan de actie tegen de Dardanellen. Het oordeel, over de Oostenryksche politiek is niet overal even hartelijk. Men is hier ook van oordeel dat het aftreden van Graaf Berchtold ver band houdt met deze verwikkelingen. Hij moest plaats maken voor een vriend van graaf Tisza, die even onverzetteiyk is tegenover de Itali aansche eischen als FraDZ Joseph zelf. En in Duitschland voelt men er al heel weinig voor om het slacht offer te worden van de Oostenryksche politiek, die even onverzettelijk is als degenen die haar voeren, beide verbonden staten, die met het oog op de door den wereldoorlog stane verhoudingen, onvermijdelijk was geblebeD, aanstaande is, nu de moeilijkheden van de inleidende be sprekingen zyn overwonnen. Da houding van Italië. De „Messagero" verzekert, tegen over nieuwe geruchten over verschil van meening tusschen Salandra en Giolitti, dat volkomen overeenstem ming bestaat tusschen alle ministers zoowel als tusschen- dezen en den koning, die zich dagelyks omtrent den buitenlandschen toestand laat inlichten. Volgens een bericht uit Rome aan de „Frankfilrter Zeitung" had Dins dagavond aldaar een ministerraad plaats, nadat vooraf een onderhoud tusschen Salandra en Sounino en Zupelli, den minister van oorlog, had plaats gevonden. Salandra en Sonnino verstrekten inlichtingen omtrent de situatie. Intusschen heeft tusschen Salandra en Giolitti een onderhoud plaats ge had. Hier uit maakt men op dat men een voorkoming van verwikke lingen van ernstigen aard wenscht. Het j Berliner Tageblatt schryft hierover dat de kans op een betere verstandhouding tusschen Italië en Oostenryk is toegenomen en dat de onderhandelingen een vasteren vorm hebben aangenomen. Op 't oogen blik is echter nog geen bindend be sluit genomen en in dit stadium acht het blad het beter zich te onthouden van een overijlde uiting van optimis me. Evenmin is er echter reden een pessimistische uitlegging te geven aan de woorden die de Italiaansche minister-president Maandag richtte tot de opgewonden menigte te Gaita. Ook do Vossische schryft dat er n nieuwe overeenkomst tusschen De houding van Griekenland is intusschen Dog even onzeker als te voren. Men beschouwt te Romo de geheele ministercrisis als een vertooning om te laten zien, dat de Koning, (welke sterk pro-Duitsch gezind is), tot den oorlog gedwoDgen wordt door het volk. Men is dan ook algemeen ran meening dat de afge treden minister Venizelos den ge heelen toestand beheerscht. Intusschen heeft Zaimis, aan wien de vorming van het nieuwe kabinet was opgedragen voor de eer bedankt. Goenaris welke daarop door den koning ontboden werd behield zich eenigen tyd voor om een beslissing te nemen. Beriyn, 10 Maart. Aan de Lokal- Anzeiger uit Athene: Nadat Zalmis de opdracht tot het formeeren van een ministerie had iwezen, omdat Wenizelos niet kon besluiten hem de ondersteuning van de Kamer toe te zeggen, heeft Goe naris den koning heden zijn ïyst van ministers voorgelegd. Er verluidt.dat de koning en Goenaris besloten hebben de Kamer te ont binden en een nieuwe verkiezing uit te schrijven. De persooniykheid van Goenaris zou een waarborg opleve ren voor de geheel onzydige houding van de toekomstige regeering. De stemming te Athene is volko men rustig. De oud-minister van financiën Goe naris brengt een nieuw financieel plan met zich. De Bulgaarsche regeering heeft ondertusschen hare mobilisatie- maatregelen uitgebreid, wegens de bouding van Griekenland. Aan de Grieksche grens zyn 100.000 man samen getrokken, terwyi aan de Servi sche grens eveneens troepen gecon centreerd zyn. In Bulgarye is men algemeen van opinie dat een ingrijpen van Grieken land den geheelen Balkan in oorlog zou brengen. De stemming in Roemenië is thans ook verdeeld. - Men is daar in ver schillende kringen van meening dat men eerder het oog gericht moet houden op Besarabie dan op Zeven burgen. Het, meest gevoeld men echter voor de onzydigheid. Het Russische blad „Rjetsj" zegt dat men zich in Rusland geen ilusies meer maakt over de houding van Roemenië. Pruisische verliezen, Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat de tot dusver openbaar gemaakte Pruisische verlieslijston 1,002,212 na men bevatten. Er zyn alleen 5964 officieren gesneuveld, ODder wie 19 generaals, 44 kolonels, 83 luitenant kolonels, 261 majoors, 1210 kapiteins en 4347 luitenants. Verder zyn 14,486 officieren gewond en vermist. Landstorm. In Pruisen zijn de manschappen van den ongeoefenden landstorm tusschen 40 en 46 jaar opgeroepen. De politie en de broodkaarten. De in Duitschland getroffen maat regel, dat men slechts op de door de politie verstrekte bons het be- noodigde brood kan bekomen brengt thans heel wat onvindbare gauw dieven te voorschijn. Daar zy nergens een broodkaart machtig kunnen wor den, zoo dryffc hen de hongerige maag nu in de armen der politie. De Duit sche bladen vermelden reeds talryke gevallen van dien aard. BINNENLAND. De Duitsche gezant bij ons hof. Wolff meldt uit Berlijn Het Berliner Tageblat schryft over het verzoek om verlof van den Duit- schen gezant in den Haag: Daar de post van gezant in den Haag op het tegenwoordige oogenblik natuur lijk niet onbezet kan biy'ven, zal voor- loopig voor een tljdeiyke waarneming gezorgd worden. Men denkt hierby aan eeD diplomaat, die, hoewel niet op een hoogen post, toch op zeer be langrijke plaatsen werkzaam geweest is en als zeer bekwaam beschouwd wordt." Stuurlieden examens. 's Gravenhage, 10 Maart. Geslaagd Groote Stoomvaart tweede stuurman Tj. Visser; derde stuurman H. F. Amsen, J. van Berkel, A. Jongeneel, J. Fr. Besemer, H. Bonebakker, J. Bracht. Rijksduinen onder Schoorl en onder houd van hun beplanting. Verschenen is een nota van den minister van waterstaat, naar aan leiding van het verslag betreffende het wetsontwerp tot overbrenging by het hoogheemraadschap van de Hondbossche en duinen tot Petten, van het beheer over een gedeelte der rijksduinen in den zeereeponder Schoorl en van het onderhoud van de duinbeplanting op deze opper vlakte, voor zoover dat ten bate van het rijk is. Hat geval ta IJmuldan. Het gerechteiyk onderzoek heeft uitgemaakt, dat er by den dood van een soldaat te IJmuiden naar alle waarschynlykheid niet aan een moord, maar aan eigen onvoorzichtigheid met het geweer moet worden gedacht. De „Deucallon" en de „Achllles". Amsterdam, 9 Maart. Naar luid van een door de'directie der Nederl. Stoom boot My. ontv.angen telegram van 6 dezer uit Smïrna, beviuden de be manningen der aldaar vertoevende stoomschepen dier maatschappy, de Deucalion" en de „Achilles," zich in joeden welstand. Reeds eerder was door genoemde maatschapijij bericht ontvangen, dat deze schepen, die wegens de afsluiting van de haven door middel'van mynen, Smirna niet verlaten konden, een veilige ligplaats hadden gevonden, zoodat voor be schadiging van de schepen geen vrees bestaat. Vluchthuizen. Zoowel op de Bosch plaat, tusschen Schiermonnikoog en Rottum, als op de Engelsmanplaat, tusschen Schier monnikoog en Ameland, zullen twee vluchthuizen voor schipbreukelingen, op palen, gebouwd worden. Er wordt in elk huisje een seintoestel aange bracht, terwyl tevens voor verduur zaamd voedsel en drinkwater gezorgd zal worden. Kazernebrand ta Ede. Het Hoog Militair Gerechtshof deed gisteren uitspraak in de zaak tegen den sergeant, die door den Krijgs raad te Arnhem was veroordeeld tot zes maanden militaire gevangenis straf en een jaar gevangenisstraf met 5 jaar ontzegging om by de militaire macht 'te dienen, ter zake van het te Ede in de kazerne stelen van f6.- ten nadeele van zyn kameraad, en vervolgens in die kazerne brandstich ten ten einde den diefstal te verber gen, alsmede het daarna deserteeren van zyn korps. Het Hof verminderde de straffen tot vier maanden militaire gevange nisstraf en zes maanden gevangenis straf met vijf jaar ontzegging om bij de militaire macht te dienen, terwyl bekl. voor de desertie werd verwezen naar zyn korpschef. Vervalschlng Scheepsjournaal. Het Haagsche Gerechtshof ontsloeg van alle rechtsvervolging den vroe geren scheepskapitein by de London Rotterdam Stoomvaartmy., thans expert te Rotterdam, door de recht bank aldaar veroordeeld tot een maand gevangenisstraf wegens vervalsching van een scheepsjournaal in December 1907, en den directeur van bovenge noemde maatschappy te Rotterdam, door do rechtbank aldaar veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegens gebruik maken van een ver- valscht scheepsjournaal, wetende dat dit vervalscht was, en waarop aan genoemde stoomvaartmy. een som van f4000 door de betrokken assu radeuren werd uitbetaald. Mishandeling. In het ziekenhuis te Vlisslngen ls een korporaal van do Marine, die door een raatroos ernstig werd miB- handeld, gisterenmorgen overleden. Badriagelfjke bankbreuk. Voor de Alkmaarsche rechtbank stond Dinsdag terecht de heer W. de Lange, ondernemer van publieke ver- makeiykheden, eigenaar van den schouwburg De Harmonie en presi dent curator van de in October van het vorige jaar failliet verklaarde Kurhaus Maatschappy te Egmond aan Zee, beklaagd van het onttrekken Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hoeren. Zeer doelmatig. De goederen blijven het elgondom van den geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on- mlddslijk toegezonden. van eenige goederen aan den faillieten boedel. e Aangezien een der getuigen ont brak, wilde do president de behande ling der zaak schorsen, doch de ver dediger mr. Muller Massis, vroeg het woord om te betoogen dat bekl. reeds van Kerstmis af in preventieve hechte nis zat, terwyl de curator, mr. Dorbeck, verklaard had, dat de stand van den boedel van dien aard was, dat en de preferente èn de concurrente scfiuld- eischers ten volle konden worden betaald met uitschakeling van een bedrag van f 18,000 aan betwiste vorderingen. Daar bekl. het hem ten laste gelegde ontkende en z. i. ter terechtzitting niets was gebleken van kwade trouw van bekl. en van de by eene huiszoeking ten zynent gevonden goederen kan gezegd worden, dat nimmer by hem de bedoeling heeft voorgezeten zich daarmede ten koste van zyn schuldeischers te verrijken, alleen dat bekl. vrees koesterde, dat de assurantie-maatschappy niet zou uitbetalen, vroeg mr. Muller Massis ontslag uit de preventieve hechtenis. Spr. legde er den nadruk op, dat vrees voor ontvluchting onder de tegenwoordige omstandigheden uit gesloten was en van herhaling van het misdrijf geen sprake kon zyn. Bekl. lijdt groote schade in zyn za ken en daarom drong spr. met de meeste klem op 2yn in vryheidstel- ling aan. In den regel wordt bij de licten als deze, waar de waarde der onttrokken goederen zoo miniem is, geeD preventieve hechtenis toegepast en spr. meent dan ook, dat de rech tercommissaris bekl. zoo lang in voorarrest heeft gehouden om op zyn gemak de zaak te kunnen onderzoeken, terwijl by zich daarbij waarschynlijk mede heeft laten leiden door over wegingen, die hier niet ter zake doen. Het O. M. verzette zich tegen het verzoek en meende, dat er geen enkele grond voor de in vryheidstel- ling van bekl. was. Na in raadkamer gegaan te zyn, besliste de rechtbank echter, dat bekl. onmiddeiyk in vrijheid zou worden gesteld en bepaalde de verdere behandeling der zaak op 16 Maart. Een oplichter. Het hötel „De Roskam" te Ny- kerk kreeg dezer dagen bezoek van een heer, die zich aan den eigenaar voorstelde als „mynheer Van Breu- gel, oud-burgemeester, thans ambte naar by het departement van bin- nenlandsche zaken". In opdracht van minister Cort van der Linden moest by in Nykerk en omgeving quaes- en raoeltjkheden oplossen, die zich onder deze tijdsomstandigheden had den opgedaan tusschen het gemeente bestuur eenerzyds en den minister anderzyds. De heer Van Breugel vroeg en verkreeg logies voor een onbepaald aantal dagen. Hij was een welkome gast en werd op zijn wenken bediend. Na een verblijf van byna een week is de gezant van den minister weg gegaan en seinde elders niet te ko men dineerenden volgenden dag zou hy weer de gast van „De Ros kam" zijn. Den volgenden dag stond het diner klaar, doch myuheer liet op zich wachten en tot heden wacht de ho telier nog op hem met de rekening. Diefstal. Tot 1913 woonde in Zeist een oude juffrouw, die in haar huisje aan de Slotlaan een eenzelvig leven leidde en als bemiddeld bekend stond. Toen bedoelde juffrouw in genoemd jaar overleed, vond men het reeds bevreemdend, dat in de woning zoo weinig geld aanwezig werd gevonden. Thans zyn door de politie "te Zeist aangehouden Jiet echtpaar S., de broeder en een neef van S. Het moet gebleken zyn dat S. en diens vrouw, die de oude vrouw indertijd verpleegden, zich een belangryk be drag uit de nalatenschap der vrouw hebben toegeëigend, alsmede dat eep aantal voorwerpen spoorloos uit de woning waren verdwonen. Het viertal is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. De hoedenpennen. In de terechtzitting van den kanton rechter mr. Van Raalte te 's-Graven- hage werden Maandag een aantal hoedenpennen-overtredingen behan deld (overtredingen van het verbod om zich met onbeschermde hoeden pennen op of in tramwagens te be vinden. De meeste beklaagden bleven af wezig. De beklaagden die waren opge komen hadden tegen de aanklacht geen bezwaar met ééne uitzondering. Deze ééne beklaagde beriep er zich op, dat de hoedenpen beschermd was door don rand van haren hoed. De verbalisant trok dit in twyfel daar hy in dat geval geen proces-verbaal zou hebben opgemaakt. Met de op vatting dat ook door den rand van den hoed de hoedenpen voldoende beschermd kon zyn verklaarde de ambtenaar van bet Openbaar Minis terie jhr. mr. Lunsingb Wicherszich te vereenigen, in verband waarmede by de vryspraak van deze beklaagde vorderde. In dezen zin deed de kantonrechter in de zaak van deze beklaagde uit spraak, terwyl de overige beklaagden werden veroordeeld tot de minste straf, zijnde f 0.60 boete.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1