HELDERSCHE COURANT
No. 4438
DONDERDAG 11 MAART 1915
43e JAARGANG
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden.
Dondeid- II Heptunus
Vrijdag 12 Marine cant
e'/j-T'/s u.
I 7—S u. Voor alla korpsen.
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen:
1. Tweede Kamer.
Pensioenwetten voor land en zeemacht
2. Feuilleton enz.
Oe algemeens toestand.
Er is een onmiskenbare verandering
in den politieken toestand ten opzichte
van Italiö ingetreden, in zooverre
het duidelijk is, dat thans tusschen
Oostenrijk-Hongarije en Italië onder
handelingen plaats vinden.
De Italiaansche kwestie is zeer
veelzijdig. Want de oplossing van die
kwestie moet de verhouding bepalen
van Italiö, niet alleen tegenover het
tweevoudig verbond als geheel, maar
ook tegenover Oostenrijk en Duitsch-
land en tegen Turkije, den bondge
noot van het tweevoudig verbond, in
het bizonder. De kwestie raakt dus
ten nauwste ook de verhouding tus
schen Turkije en het tweevoudig ver
bond, alsmede de verhouding tus
schen Oostenrijk-Hongarije en Duitsch-
land onderling.
Zonder Oostenrijk ware Dnitsch-
land niet in oorlog geraakt. Duitsch-
land heeft Oostenrijk in militair op
zicht geholpen, heeft troepen naar de
Karpathen gestuurd. Nu dreigt Italië
zich aan de zijde der entente te scha
ren, wat voor het tweevoudig ver
bond een ramp zou zijn. Verklaart
Italië aan Oostenrijk den oorlog, dan
zal Oostenrijk nog meer hulp van
Duitschlaud noodig hebben om zich
te verdedigen. Hoe men er nu ver
der over denken moge, dat Italië,
hetwelk eerst, steunnende op de
kracht van het drievoudig verbond,
Turkse een provincie heeft afgeno
men (wat in Duitschland en Oosten
rijk maar zeer matige instemming
vond), zich thans na dat verbond
nogmaals te hebben vernieuwd, ten
koste van z(jn bondgenooten wil ver
rijken, nu dezen hun krachten elders
noodig hebben en tegenover hun
vroegeren bondgenoot derhalve vrij
wel weerloos zijn, hoe men daar nu
over dunken wil, heeft geen practi-
sche waarde. Het komt er nu maar
op aan om de verdere neutraliteit
van Italië te koopen en die is met
een paar Oostenryksche provincies
niet te duur gekocht. Duitschland,
dat voor een goed deel door Oosten
rijk in den oorlog is betrokken en
zooveel voor zijn bondgenooten heeft
gedaan, mag in dezen eischen,
dat zijn bondgenoot offers brengt.
Begrijpelijkerwijze denkt men daar
in -Oostenrijk niet geheel hetzelfde
over.
Door de dreigende houding van
Italië, zoo schrijft de correspondent
van de N. Rott, Ct. te Weenen daar
over, is de gunstige stemming, die
nog kort geleden onder de bevolking
heerschte, verdwenen. Zuid-Tirol en
een grenswijziging langs de rivier
Isonzo, dat zal wel het minste wezen,
zoo neemt men aan, waarmee Italië
tevreden te stellen is. Een gewapend
optreden van Italië, dat ziet men ook
te Weenen zeer goed in, zou niet
alleen in militair opzicht, maar ook
in economisch opzicht een vreeselijk
gevaar zijn, in verband met dè hoe
veelheid levensmiddelen, die Oosten
rijk uit Italië betrekt. Aan een offer
om den vrede te redden, zal dus wel
niet te ontkomen zyn.
De rogeering heeft intusschen alvast
vijf lichtingen van den landstorm
onder de wapenen geroepen, te weten
die "van de jaren 1873 tot 1878.
Voor de bovengenoemde bewijs
voeringen van Duitsche zijde voelt
men in Oostenrijk voor het overige niet
veel. Zoo goed als men nu in Duitsch
land zoo vrijgevig is met Oosten-
rijksche provincies, even zoo goed
zou men in Oostenrijk de Duitschers
kunnen vragen, waarom hebt gij den
Pranschen niet terstond den omstre
ken van Metz en Straatsburg aange
boden? Daarmee zoudt gij immers
wel de neutraliteit van Frankrijk kun
nen koopen, ja, dat zoudt gij nu wel
licht nog kunnen doen, als gij Frank
rijk Elzas-Lotharingen aanbood. Maar
daar vragen wij ook niet om, al is
Elzas Lotharingen wel in de zelfde
mate Fransch als onze provincies,
waarmee wij wellicht de neutraliteit
van Italië zouden kunnen koopen,
Italiaansch zijn.
En wat de militaire hulp betreft,
door Duitschland aan Oostenrijk ver
leend; zij is prachtig, dat dient er
kend. Maar staan er dan ook geen
Oostenryksche troepen in Polen, die
daar de Duitsche provincies Posen
en Sileziö verdedigen? En waren het
geen Oostenryksche artilleristen, die
met Oostenrijksch geschut de forten
van Maubeuge en Antwerpen ver
nielden De Duitschers vechten mee
in de Karpathen. Maar is er sindsdien
op dat gevechtsterrein meer gepres;
teerd dan voor dien tijd? Op deze
wijze ongeveer, volgens de inlich
tingen van onzen correspondènt neemt
men in OosteDryk de raadgevingen
van Duitschland op, die men wellicht,
zij het met een zuur gezicht, toch
zal moeten opvolgen.
(„N. Rott. Ot.")
De offlcleele legerberichten van
8 en 9 Maart.
Van het W e s t e 1 ij k front.
Het Fransche avondcommuniqué
van den Ssten meldt dat de Duitschers
getracht hebben, hetdoordeFranschen
veroverde bosch ten W. van Perthe3
te hornemen. Dit werd door een
Fransche tegenaanval verijdeld. Meer
dan 500 M. loopgraaf werd genomen.
Verder werd terrein gewonnen tus
schen Mesnil en Beau Séjour en in
de streek ran St. Mihiel.
Het Fransche bericht van den 9en
geeft als eenig belangrijk feit aan
dat een door een hevig artillerievuur
voorbereide Duitsche aanval ten Z.
van Dixmuiden werd afgeslagen. In
den nacht van 5 op 6 Maart werd
door de Engelschen in de streek van
Yperen een Duitsche loopgraaf opge
blazen. Enkele vijandelijke loopgraven
werden vernield.
Het Duitscho legerbericht van den
9en meldt, dat de Franschen op den
Lorette-boogte wederom terrein ver
loren. 6 officieren en 250 Franschen
werden gevangengenomen. 2 machine
geweren en 2 kleine kanonnen vielen
in Duitsche handen. De gevechten in
Champagne, ten W. van Münsteren
ten N. van Cernay duren nog voort.
Van het Oostelijk front.
Een bericht van den 8sten uit
St. Petersburg geeft nog enkele bij
zonderheden over het gevecht bij
Grodno. Volgens deze mededeeling
werden twee Duitsche legerkorpsen
totaal ontredderd. De beheerschende
hoogte No. 1003 werd verdedigd door
het 21ste legerkorps. Toch werd de
hoogte door de Russen veroverd.
Hierbij verloor het genoemde korps
alleen 12 h 15000 man, te oordeelen
naar de achtergelaten dooden.6 Kanon
nen en mitrailleurs werden genomen
en 1000 man werden gevangen ge
maakt.
Het Russische legerbericht van den
8sten meldt dat de Duitschers in de
streek van Suwalki teruggeworpen
werden. Op het front Mariampol-
Augustowo wordt het offensief voort
gezet.
Bij de rivier de Pilica is het
offensief der Duitschers tot staan ge
bracht.
In de Karpathen hebben de Oosten
rijkers hunne aanvallen gestaakt en
trekken zij terug in de richting van
Baligrod. In de streek van Klause
werden eenige vijandelijke afdeelingen
omsingeld. Een geheel bataljon moest
zich overgeven.
Het Duitsche legerbericht van den
9en meldt dat verschillende aanvallen
der Russen bij Augustowo en bij
Lomza werden afgeslagen. N.W. van
Ostrolenka ontwikkelde zich een ge
vecht. N. en N.W. van Przasnycz
werd een voor de Duitschers gunstig
verloopen gevecht geleverd waarbij
de Russen 3000 man aan gevangenen
verloren. Russische aanvallen ten N.
van Rawa werden afgeslagen.
Hot Oosteurijksche bericht deelt
mede dat ten Z. van Opoczno de
aanvallen der Russen werden afge
slagen. In de streek van Gorkice
werd het offensief voortgezet. Hier
deden de Russen verschillende ver-
geefsche pogingen om de verloren
stellingen te hernemen. Zij verloren
hierbij 600 man aan gevangenen.
In de Karpathen zijn de gevechten
zeer zwaar. Dag en nacht vallen de
Russen aan, zich niet bekommerend
om de strenge koude of de hevige
sneeuwjachten.
Aan den Sjat el Arab.
Een Turksch bericht van den 8sten
meldt dat de Engelschen toen zij
trachtten langs den Karoem en Irak
op te rukken opnieuw een nederlaag
leden. De Engelsche kolonnes werden
door een tegenaanval der Turken op
de vlucht gedreven. Een groot aan
tal gevangenen viel in Turksche
handen. Aan dooden en gewonden
verloren de Engelschen 400 man.
3 kanonnen, 400 geweren, een groote
hoeveelheid schietvoorraad, 500 paar
den en verplegingsmateriaal werden
buitgemaakt.
Yan het Russisch-Turksche ge
vechtsterrein wordt gemeld dat de
Turken na een hardnekkig gevecht,
waarbij zij zware verliezen leden, uit
een sterke stelling ten Z. van den
Tsjoroch verdreven werden.
Van het Westelijke
gevechtsterrein.
Parijs, 9 Maart. Avondcommu
niqué: Ten oosten van Steenstraete
hebben wij een aanval afgeslagen.
Bij Notre Dame de Loretto is den
geheelen dag gestreden; de stellingen
zijn onveranderd gebleven.
In Champagne heeft een hevig
gevecht plaats gehad, dat gunstig
voor ons is verloopen. Wij sloegen
twee tegenaanvallen af in het bosch,
waar wij onlangs vasten voet had
den gekregen. Tusschen Souain en
Perthes hebben wij wederom vorde
ringen gemaakt. Hier en in het aan
grenzende bosch hebben wij een aan
val afgeslagen. Op den heuvelkam
ten noordoosten van Mesnil hebben
wij nog eens 180 meter loopgraaf
genomen. Wij hebben er een Duitsch
veldwerk met gepantserde schuil
plaatsen en uitgestrekte onderaard-
sche kamers veroverd. Wij hebben
ook een aanval gedaan tusschen Four
de Paris en Bolante in deArgonnen
en 180 meter loopgraaf in de eerste
linie van den vijand
Aanval uit de lucht op Ostende.
Londen, 8 Maart. (Officieel.) Vier
watervliegtuigen hebben gistermiddag
een tocht gedaan naar Ostende en elf
bommen geworpen op de basis voor
herstel van duikbooten, en vier op
de Kurzaal, die tot militair hoofd
kwartier dient. Alle vliegtuigen en
vliegers zijn teruggekeerd. Waar
schijnlijk is aanzienlijke schade aan
gericht. Er zijn geen duikbooten ge
zien.
Ontploffing In een arsenaal te
Antwerpen.
Aan „De Telegraaf' wordt bericht
Maandagmiddag te 3 uur heeft t<
Antwerpen een ernstige ontploffing
plaats gehad. Het militaire arsenaal,
beter bekend onder den naam van
„pyrotechnie", aan Herbouvillekaai,
is in de lucht gevlogen. Veertien
Duitschers werden gedood en 70
wond. Twee Belgen, die zich toevallig
in de buurt bevonden, werden even
eens gedood. Het gebouw is vernield.
De oorzaak van de ontploffing is
onbekend.
De Dardanellen.
Hard schiet het niet op. En het
kan ook niet anders. De forceering
van de Dardanellen is geen karwei,
dat eventjes gauw opgeknapt kan
worden. Behalve de beschieting van
de forten en het opruimen van de
mijnen om Konstantinopel te bereiken
en te behouden is een leger
macht noodig, welke het schiereiland
Gallipoli en een strook langs den
Aziatischen oever van de Dardanellen
in bezit heeft. Mochten de verbonde
nen er in slagen de. straat teforcee-
ren zonder deze macht, dan toch
zou ieder oogenblik hunne terugweg
afgesloten kunnen worden. Het is
dan ook te verwachten, dat eerst de
troepentransporten afgewacht zullen
worden en daarna een actie op
grootere schaal zal worden onder
nomen. Zooals thans de beschieting
der forten geschiedt, blijft het resul
taat gering. Vooral daar de Turken
op de forten slechts de oudere
kanonnen hebben laten staan en
hun zware geschut in verschillende
verborgen stellingen hebben geplaatst,
welke plaatsen een voor een door de
vliegers opgespoord moeten worden.
Vandaar dan ook waarschijnlijk de
tegenstrijdigheid van de berichten
van Engelsche en Turksche zijde.
Men dient hierbij in het oog te
houden, dat een beschieting van
verren afstand en vooral eene
beschieting van de forten bij Tsjanak,
over het schiereiland Gallipoli heen,
wel resultaat op kan leveren,
doch dat dit niet, of slechts zeer
onnauwkeurig kan worden waarge
nomen.
Volgens een Engelseh bericht werd
het Engelsche oorlogsschip „Dublin",
hetwelk zich naar de Landengte van
Boelair begeven had om dit te be
schieten, driemaal door het vuur uit
Turksche veldbatterljen getroffen. De
aangerichte schade was echter zeer
gering.
Van Turksche zijde wordt gemeld,
dat de landingspogingen geheel mis
lukten. De gelande troepen werden
door de Turken teruggedreven. Verder
wordt nog medegedeeld, dat de forten
van de binnen-Dardanellen zich in
het geheel nog niet in den strijd
gemengd hebben.
De met de gevechten aan de Dar
danellen verband houdende operaries
tegen Smyrna worden voortgezet.
Volgens een Engelseh bericht ging
de EDgelsche admiraal na een hevige
beschieting van het fort Jeni Kaleh,
er toe over zich een weg te banen
door de myn versperring. Hij werd
hierbij door landbatterijen beschoten.
Deze werden echter alle tot zwijgen
gebracht.
Volgens de Turksche berichten
werd het vuur der schepen met
succes beantwoord. Een der schepen
moest in vlammen gehuld terug
trekken. Van een ander schip werd
de mast stukgeschoten. Verder werd
nog een transportschip in derfgrond
geboord.
In de Engelsche mededeeling wordt
erkend, dat een kruiser en een slag
schip door 15 c.M. granaten getroffen
werden, en dat ook myuvegers door
stukken van granaten werden geraakt.
In de Zwarte Zee.
Konstantinopel, 9 Maart. Een Rus
sische vloot, bestaande uit vijf linie
schepen, drie kruisers, tien torpedo
booten en een groot aantal stoom
schepen kwam Zondagvoormiddag
voor de kolenhavens van het Eregli-
gebied aan de zuidkust van de Zwarte
Zee en beschoot de havens Zungul-
dak, Koslu, Eregli en Alabli. Op
Zunguldak werden meer dan 1000
schoten gelost. Een stoomschip werd
in den grond geboord. T6 Koslu ge
raakten eenige huizen in brand, te
Eregli, op welke plaats 500 schoten
werden gelost, werden vier stoom
schepen (waaronder een Italiaansch
en een Perzisch) en een zeilschip in
den grond geboord en werden boven
dien nog twee stoomschepen be
schadigd.
Schip gezonken.
Londen, 8 Maart. Den Admiraliteit
bericht
Het s.s. „Bengrove" groot 2389 ton,
geladen met kolen, is Zondag ver
moedelijk tot zinken gebracht door
een torpedo van een onderzeeër bij
Ilfracombe.
De bemanning, bestaande uit 33
koppen, werd gered.
De „Bengrove" zonk ten aan-
schouwe van duizenden toeschouwers.
Het schip had Zondagmorgen Barry
(Zuid-Wales) met een lading van vijf
duizend ton kolen verlaten. Er waren
ten tijde van de ontploffing 21 stoom-
booten in de buurt, van welke er zes
hulp konden verleenen.
Vermeldenswaard is dat juist gister
morgen dereederlj van de „Bengrove"
een schrijven zond aan de bladen,
waarin zy een premie van 500 p. st.
aanbood voor de vernietiging van de
volgende vier Duitsche onderzeeërs
door koopvaarders.
Dc „U 8".
Londen, 8 Maart. In een commu
niqué van de admiraliteit wordt ge
zegd, dat twaalf torpedobootjagers
deelnamen aan de jacht op de „U 8",
die ten slotte door twee jagers werd
vernietigd.
Drie schepen getorpedeerd.
Londen, 9 Maart. De Admiraliteit
bericht: Hedenochtend is'het Engel
sche stoomschip „Tangistan" getor
pedeerd bij Scarborougb, van de be
manning van 38 koppen is slechts één
man gered; de „Blackwood" bij
Hastings, de equipage, 17 man, werd
gered; de Princess Victoria" bij Liver
pool, alle 34 opvarenden gered.
Londen, 10 Maart. De „Princess
Victoria" werd getorpedeerd op 18
mijl afstand van den mond van de
Mersey. Men had scherpen uitkijk
gehouden naar duikbooten. Het weer
was zoo helder mogelyk en niets
was te zien geweest, toen de stuur-
man om halftien in den morgen een
torpedo recht op het schip zag aan
komen. Er was geen tijd meer om
uit den weg te gaan. Een hevige
ontploffing deed zich voor, waarop
het schip zwaar overhelde. Twee
booten werden gestreken, waarmede
de bemanning naar de Mersey roeide.
Eindelijk nam een kleine stoomer
hen op sleeptouw. Vijf uren waren
zij onderweg geweest. De „Princess
Victoria" was in een kwartier ge
zonken.
Een visschersboot heeft de beman
ning van de „Blackwood" te New
haven aangebracht. Dit schip werd
om 6 uur 's morgens getorpedeerd.
Het weer was slechter waren
sneeuwvlagen. Alle reddingsbooten
had men, voor het geval een duikboot
een aanval zou doen, gereed gehouden.
De bemanning was 2.5 uur in de
sloepen geweest, voordat zij werd
opgepikt. De duikboot was aan de
oppervlakte der zee verschenen, doch
had geen bijstand geboden.
De „Tangistan" werd om halfeen
's nachts getorpedeerd. De sloepen
waren reeds uitgezwaaid. Het schip
was plotseling met de reddingsbooten
en inzittenden gezonken. De eenige
overlevende had zich 2.5 uur aan
een kist vastgeklemd, voordat hij
werd opgepikt. Verscheidene Indische
matrozen hadden aan een plank ge
hangen, totdat zij één voor één af
vielen en verdronken.
Ter hoogte van de Mersey heeft
een duikboot gisterenmorgen gedu
rende 25 minuten jacht gemaakt op
het stoomschip „Clanmacrae". dat
ontsnapte door met volle stoom zig
zag te varen.
De „Dresden."
De correspondent van de „Times"
te Santiago de Chili deelt mede, dat
er hardnekkige geruchten gaan, dat
de Duitsche kruiser „Dresden" in een
baai van de Zuidkust van Chili een
schuilplaats heeft gevonden. Hij ver
telt ook dat er enkele Duitsche sche
pen met ladingen kolen te Coronel
en Valpariso zyn aangekomen en dat
omtrent de bestemming dezer schepen
niets bekend is, zoodat men vermoedt
dat er Duitsche kruisers in de buurt
zijn, die brandstof noodig hebben.
De correspondent erkent dat do
Chileensche regeering strikt neutraal
is en alle maatregelen neemt om de
onzijdigheid te handhaven.
Opmerkelijk in dit bericht is, dat
er dus toch in de Zuid-Amerikaansche
wateren Duitsche handelsschepen zich
nog vrij bewegen.
De houding van Italië en de
Balkanstaten.
De Berlynsche correspondent van
de „N. Rott. Crt." beschrijft in zijn
correspondentie hoe men thans in
Duitschland met schier angstige
spanning de houding van Italië af
wacht.
Op het oogenblik is alle aandacht
geconcentreerd op de gebeurtenissen
op den Balkan. In het begin keek
men nauwelijks naai-den bondgenoot
in het Z. O. om, maar thans is het
door, de waarschijnlijk met byzondere
zorgjvoorbereide, actie tegen de Dar
danellen als met tooverslag anders
geworden. Men begrijpt dat het op
treden tegen Konstantinopel niet
alleen dient om een toe voer weg voor
Rusland te openen, doch dat het
voornamelijk een politiek doel is het
welk wordt nagestreefd. Wat de
houding van Griekenland zal worden,
het laat de menschen vrijwel onver
schillig. Anders is het met Italië.
Dit land is op het oogenblik het
middelpunt van de belangstelling.
De houding van deze mogendheid
wekt bezorgdheid en doet een, tegen
Oostenryk gerichte, onsympathieke
stemming ontstaan.
Een opmerkelijk feit is het dat do
anders zoo strenge Duitsche censuur,
welke zoo bijzonder terughoudend
was, vooral waar het zaken aanging
betreffende de verhouding tusschen
Duitschland en -Oostenrijk, thans de
bladen toestaat openlijk te spreken
over het dreigende gevaar in den
Driebond.
Men vertelt in Duitschland dat
Oostenrijk aan den eisch van Italië
om Trente af te staan niet wilde
voldoen. Vooral de keizer van Oosten-
lijk moet zich hier met kracht tegen
verzet hebben, niettegenstaande de
duidelijke, hoewel vriendschappelijke
wenken uit Berlijn. De waarheid is
natuurlijk niet na te gaan, maar een
feit is het dat in goed ingelichte
kringen te Berlijn de stemming zeer
pessimistisch was.
De Duitsche bladen lieten zich ook
niet onbetuigd. Alle artikelen betoog
den do noodzakelijkheid om aan de
wenschen van Italië tegemoet te
komen. De „Tagl. Rundschau" schreef:
Een Italië dat op het oogenblik niets
krijgt drijft den oorlog tegemoet, die
l'/a millioen soldaten in het veld
brengt. Daarentegen zou de Itali
aansche regeering welke een groot
deel van haar eischen vervuld krijgt
niet op een oorlog aansturen omdat
het niet alles kreeg.
„Voor gevoelens en moreele over
wegingen is er thans geen plaats, nu
Oostenrijk-Hongarije en Duitschland
samen voor hun bestaan vechten",
betoogde het blad verder; en het
eindigde veelzeggend„AIb Oostenrijk
zijn doel bereiken wil, moet het ook
de middelen er toe willen geven, en
mag het de bereiking van het doel
niet bemoeilijken."
Het doel van de Duitsche pers was
om een sterken druk op de regeering
te Weenen uit te oefenen. Zelfs de
meest Oostenrljksch gezinde bladen
deden hieraan mede.
Thans doet zich de vraag voor of
Oostenryk niet reeds te lang gewacht
heeft met zijn aanbiedingen om de
neutraliteit van Italië te verkrijgen,
en of het aanbieden van Trente
Italië nog wel opweegt tegen de
voordeelen die het zou kunnen ver
krijgen door deel te nemen aan de
actie tegen de Dardanellen.
Het oordeel, over de Oostenryksche
politiek is niet overal even hartelijk.
Men is hier ook van oordeel dat het
aftreden van Graaf Berchtold ver
band houdt met deze verwikkelingen.
Hij moest plaats maken voor een
vriend van graaf Tisza, die even
onverzetteiyk is tegenover de Itali
aansche eischen als FraDZ Joseph
zelf.
En in Duitschland voelt men er
al heel weinig voor om het slacht
offer te worden van de Oostenryksche
politiek, die even onverzettelijk is
als degenen die haar voeren,
beide verbonden staten, die met het
oog op de door den wereldoorlog
stane verhoudingen, onvermijdelijk
was geblebeD, aanstaande is, nu de
moeilijkheden van de inleidende be
sprekingen zyn overwonnen.
Da houding van Italië.
De „Messagero" verzekert, tegen
over nieuwe geruchten over verschil
van meening tusschen Salandra en
Giolitti, dat volkomen overeenstem
ming bestaat tusschen alle ministers
zoowel als tusschen- dezen en den
koning, die zich dagelyks omtrent
den buitenlandschen toestand laat
inlichten.
Volgens een bericht uit Rome aan
de „Frankfilrter Zeitung" had Dins
dagavond aldaar een ministerraad
plaats, nadat vooraf een onderhoud
tusschen Salandra en Sounino en
Zupelli, den minister van oorlog, had
plaats gevonden. Salandra en Sonnino
verstrekten inlichtingen omtrent de
situatie.
Intusschen heeft tusschen Salandra
en Giolitti een onderhoud plaats ge
had. Hier uit maakt men op dat men
een voorkoming van verwikke
lingen van ernstigen aard wenscht.
Het j Berliner Tageblatt schryft
hierover dat de kans op een betere
verstandhouding tusschen Italië en
Oostenryk is toegenomen en dat de
onderhandelingen een vasteren vorm
hebben aangenomen. Op 't oogen
blik is echter nog geen bindend be
sluit genomen en in dit stadium acht
het blad het beter zich te onthouden
van een overijlde uiting van optimis
me. Evenmin is er echter reden een
pessimistische uitlegging te geven
aan de woorden die de Italiaansche
minister-president Maandag richtte
tot de opgewonden menigte te Gaita.
Ook do Vossische schryft dat er
n nieuwe overeenkomst tusschen
De houding van Griekenland
is intusschen Dog even onzeker als
te voren. Men beschouwt te Romo
de geheele ministercrisis als een
vertooning om te laten zien, dat de
Koning, (welke sterk pro-Duitsch
gezind is), tot den oorlog gedwoDgen
wordt door het volk. Men is dan ook
algemeen ran meening dat de afge
treden minister Venizelos den ge
heelen toestand beheerscht.
Intusschen heeft Zaimis, aan wien
de vorming van het nieuwe kabinet
was opgedragen voor de eer bedankt.
Goenaris welke daarop door den
koning ontboden werd behield zich
eenigen tyd voor om een beslissing
te nemen.
Beriyn, 10 Maart. Aan de Lokal-
Anzeiger uit Athene:
Nadat Zalmis de opdracht tot het
formeeren van een ministerie had
iwezen, omdat Wenizelos niet kon
besluiten hem de ondersteuning van
de Kamer toe te zeggen, heeft Goe
naris den koning heden zijn ïyst van
ministers voorgelegd.
Er verluidt.dat de koning en Goenaris
besloten hebben de Kamer te ont
binden en een nieuwe verkiezing uit
te schrijven. De persooniykheid van
Goenaris zou een waarborg opleve
ren voor de geheel onzydige houding
van de toekomstige regeering.
De stemming te Athene is volko
men rustig.
De oud-minister van financiën Goe
naris brengt een nieuw financieel
plan met zich.
De Bulgaarsche regeering
heeft ondertusschen hare mobilisatie-
maatregelen uitgebreid, wegens de
bouding van Griekenland. Aan de
Grieksche grens zyn 100.000 man
samen getrokken, terwyi aan de Servi
sche grens eveneens troepen gecon
centreerd zyn.
In Bulgarye is men algemeen van
opinie dat een ingrijpen van Grieken
land den geheelen Balkan in oorlog
zou brengen.
De stemming in Roemenië is thans
ook verdeeld. - Men is daar in ver
schillende kringen van meening dat
men eerder het oog gericht moet
houden op Besarabie dan op Zeven
burgen. Het, meest gevoeld men
echter voor de onzydigheid.
Het Russische blad „Rjetsj" zegt
dat men zich in Rusland geen
ilusies meer maakt over de houding
van Roemenië.
Pruisische verliezen,
Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat
de tot dusver openbaar gemaakte
Pruisische verlieslijston 1,002,212 na
men bevatten. Er zyn alleen 5964
officieren gesneuveld, ODder wie 19
generaals, 44 kolonels, 83 luitenant
kolonels, 261 majoors, 1210 kapiteins
en 4347 luitenants. Verder zyn
14,486 officieren gewond en vermist.
Landstorm.
In Pruisen zijn de manschappen
van den ongeoefenden landstorm
tusschen 40 en 46 jaar opgeroepen.
De politie en de broodkaarten.
De in Duitschland getroffen maat
regel, dat men slechts op de door
de politie verstrekte bons het be-
noodigde brood kan bekomen brengt
thans heel wat onvindbare gauw
dieven te voorschijn. Daar zy nergens
een broodkaart machtig kunnen wor
den, zoo dryffc hen de hongerige maag
nu in de armen der politie. De Duit
sche bladen vermelden reeds talryke
gevallen van dien aard.
BINNENLAND.
De Duitsche gezant bij ons hof.
Wolff meldt uit Berlijn
Het Berliner Tageblat schryft over
het verzoek om verlof van den Duit-
schen gezant in den Haag: Daar
de post van gezant in den Haag op
het tegenwoordige oogenblik natuur
lijk niet onbezet kan biy'ven, zal voor-
loopig voor een tljdeiyke waarneming
gezorgd worden. Men denkt hierby
aan eeD diplomaat, die, hoewel niet
op een hoogen post, toch op zeer be
langrijke plaatsen werkzaam geweest
is en als zeer bekwaam beschouwd
wordt."
Stuurlieden examens.
's Gravenhage, 10 Maart. Geslaagd
Groote Stoomvaart tweede stuurman
Tj. Visser; derde stuurman H. F.
Amsen, J. van Berkel, A. Jongeneel,
J. Fr. Besemer, H. Bonebakker, J.
Bracht.
Rijksduinen onder Schoorl en onder
houd van hun beplanting.
Verschenen is een nota van den
minister van waterstaat, naar aan
leiding van het verslag betreffende
het wetsontwerp tot overbrenging
by het hoogheemraadschap van de
Hondbossche en duinen tot Petten,
van het beheer over een gedeelte
der rijksduinen in den zeereeponder
Schoorl en van het onderhoud van
de duinbeplanting op deze opper
vlakte, voor zoover dat ten bate van
het rijk is.
Hat geval ta IJmuldan.
Het gerechteiyk onderzoek heeft
uitgemaakt, dat er by den dood van
een soldaat te IJmuiden naar alle
waarschynlykheid niet aan een moord,
maar aan eigen onvoorzichtigheid
met het geweer moet worden gedacht.
De „Deucallon" en de „Achllles".
Amsterdam, 9 Maart. Naar luid van
een door de'directie der Nederl. Stoom
boot My. ontv.angen telegram van 6
dezer uit Smïrna, beviuden de be
manningen der aldaar vertoevende
stoomschepen dier maatschappy, de
Deucalion" en de „Achilles," zich in
joeden welstand. Reeds eerder was
door genoemde maatschapijij bericht
ontvangen, dat deze schepen, die
wegens de afsluiting van de haven
door middel'van mynen, Smirna niet
verlaten konden, een veilige ligplaats
hadden gevonden, zoodat voor be
schadiging van de schepen geen vrees
bestaat.
Vluchthuizen.
Zoowel op de Bosch plaat, tusschen
Schiermonnikoog en Rottum, als op
de Engelsmanplaat, tusschen Schier
monnikoog en Ameland, zullen twee
vluchthuizen voor schipbreukelingen,
op palen, gebouwd worden. Er wordt
in elk huisje een seintoestel aange
bracht, terwyl tevens voor verduur
zaamd voedsel en drinkwater gezorgd
zal worden.
Kazernebrand ta Ede.
Het Hoog Militair Gerechtshof deed
gisteren uitspraak in de zaak tegen
den sergeant, die door den Krijgs
raad te Arnhem was veroordeeld tot
zes maanden militaire gevangenis
straf en een jaar gevangenisstraf met
5 jaar ontzegging om by de militaire
macht 'te dienen, ter zake van het
te Ede in de kazerne stelen van f6.-
ten nadeele van zyn kameraad, en
vervolgens in die kazerne brandstich
ten ten einde den diefstal te verber
gen, alsmede het daarna deserteeren
van zyn korps.
Het Hof verminderde de straffen
tot vier maanden militaire gevange
nisstraf en zes maanden gevangenis
straf met vijf jaar ontzegging om bij
de militaire macht te dienen, terwyl
bekl. voor de desertie werd verwezen
naar zyn korpschef.
Vervalschlng Scheepsjournaal.
Het Haagsche Gerechtshof ontsloeg
van alle rechtsvervolging den vroe
geren scheepskapitein by de London
Rotterdam Stoomvaartmy., thans
expert te Rotterdam, door de recht
bank aldaar veroordeeld tot een maand
gevangenisstraf wegens vervalsching
van een scheepsjournaal in December
1907, en den directeur van bovenge
noemde maatschappy te Rotterdam,
door do rechtbank aldaar veroordeeld
tot drie maanden gevangenisstraf
wegens gebruik maken van een ver-
valscht scheepsjournaal, wetende dat
dit vervalscht was, en waarop aan
genoemde stoomvaartmy. een som
van f4000 door de betrokken assu
radeuren werd uitbetaald.
Mishandeling.
In het ziekenhuis te Vlisslngen ls
een korporaal van do Marine, die
door een raatroos ernstig werd miB-
handeld, gisterenmorgen overleden.
Badriagelfjke bankbreuk.
Voor de Alkmaarsche rechtbank
stond Dinsdag terecht de heer W. de
Lange, ondernemer van publieke ver-
makeiykheden, eigenaar van den
schouwburg De Harmonie en presi
dent curator van de in October van
het vorige jaar failliet verklaarde
Kurhaus Maatschappy te Egmond aan
Zee, beklaagd van het onttrekken
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hoeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het elgondom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
mlddslijk toegezonden.
van eenige goederen aan den faillieten
boedel. e
Aangezien een der getuigen ont
brak, wilde do president de behande
ling der zaak schorsen, doch de ver
dediger mr. Muller Massis, vroeg het
woord om te betoogen dat bekl. reeds
van Kerstmis af in preventieve hechte
nis zat, terwyl de curator, mr. Dorbeck,
verklaard had, dat de stand van den
boedel van dien aard was, dat en de
preferente èn de concurrente scfiuld-
eischers ten volle konden worden
betaald met uitschakeling van een
bedrag van f 18,000 aan betwiste
vorderingen. Daar bekl. het hem ten
laste gelegde ontkende en z. i. ter
terechtzitting niets was gebleken van
kwade trouw van bekl. en van de by
eene huiszoeking ten zynent gevonden
goederen kan gezegd worden, dat
nimmer by hem de bedoeling heeft
voorgezeten zich daarmede ten koste
van zyn schuldeischers te verrijken,
alleen dat bekl. vrees koesterde, dat
de assurantie-maatschappy niet zou
uitbetalen, vroeg mr. Muller Massis
ontslag uit de preventieve hechtenis.
Spr. legde er den nadruk op, dat
vrees voor ontvluchting onder de
tegenwoordige omstandigheden uit
gesloten was en van herhaling van
het misdrijf geen sprake kon zyn.
Bekl. lijdt groote schade in zyn za
ken en daarom drong spr. met de
meeste klem op 2yn in vryheidstel-
ling aan. In den regel wordt bij de
licten als deze, waar de waarde der
onttrokken goederen zoo miniem is,
geeD preventieve hechtenis toegepast
en spr. meent dan ook, dat de rech
tercommissaris bekl. zoo lang in
voorarrest heeft gehouden om op zyn
gemak de zaak te kunnen onderzoeken,
terwijl by zich daarbij waarschynlijk
mede heeft laten leiden door over
wegingen, die hier niet ter zake
doen.
Het O. M. verzette zich tegen het
verzoek en meende, dat er geen
enkele grond voor de in vryheidstel-
ling van bekl. was.
Na in raadkamer gegaan te zyn,
besliste de rechtbank echter, dat
bekl. onmiddeiyk in vrijheid zou
worden gesteld en bepaalde de verdere
behandeling der zaak op 16 Maart.
Een oplichter.
Het hötel „De Roskam" te Ny-
kerk kreeg dezer dagen bezoek van
een heer, die zich aan den eigenaar
voorstelde als „mynheer Van Breu-
gel, oud-burgemeester, thans ambte
naar by het departement van bin-
nenlandsche zaken". In opdracht van
minister Cort van der Linden moest
by in Nykerk en omgeving quaes-
en raoeltjkheden oplossen, die zich
onder deze tijdsomstandigheden had
den opgedaan tusschen het gemeente
bestuur eenerzyds en den minister
anderzyds.
De heer Van Breugel vroeg en
verkreeg logies voor een onbepaald
aantal dagen. Hij was een welkome
gast en werd op zijn wenken bediend.
Na een verblijf van byna een week
is de gezant van den minister weg
gegaan en seinde elders niet te ko
men dineerenden volgenden dag
zou hy weer de gast van „De Ros
kam" zijn.
Den volgenden dag stond het diner
klaar, doch myuheer liet op zich
wachten en tot heden wacht de ho
telier nog op hem met de rekening.
Diefstal.
Tot 1913 woonde in Zeist een
oude juffrouw, die in haar huisje
aan de Slotlaan een eenzelvig leven
leidde en als bemiddeld bekend stond.
Toen bedoelde juffrouw in genoemd
jaar overleed, vond men het reeds
bevreemdend, dat in de woning zoo
weinig geld aanwezig werd gevonden.
Thans zyn door de politie "te Zeist
aangehouden Jiet echtpaar S., de
broeder en een neef van S. Het
moet gebleken zyn dat S. en diens
vrouw, die de oude vrouw indertijd
verpleegden, zich een belangryk be
drag uit de nalatenschap der vrouw
hebben toegeëigend, alsmede dat eep
aantal voorwerpen spoorloos uit de
woning waren verdwonen.
Het viertal is ter beschikking van
den officier van justitie gesteld.
De hoedenpennen.
In de terechtzitting van den kanton
rechter mr. Van Raalte te 's-Graven-
hage werden Maandag een aantal
hoedenpennen-overtredingen behan
deld (overtredingen van het verbod
om zich met onbeschermde hoeden
pennen op of in tramwagens te be
vinden.
De meeste beklaagden bleven af
wezig.
De beklaagden die waren opge
komen hadden tegen de aanklacht
geen bezwaar met ééne uitzondering.
Deze ééne beklaagde beriep er zich
op, dat de hoedenpen beschermd was
door don rand van haren hoed. De
verbalisant trok dit in twyfel daar
hy in dat geval geen proces-verbaal
zou hebben opgemaakt. Met de op
vatting dat ook door den rand van
den hoed de hoedenpen voldoende
beschermd kon zyn verklaarde de
ambtenaar van bet Openbaar Minis
terie jhr. mr. Lunsingb Wicherszich
te vereenigen, in verband waarmede
by de vryspraak van deze beklaagde
vorderde.
In dezen zin deed de kantonrechter
in de zaak van deze beklaagde uit
spraak, terwyl de overige beklaagden
werden veroordeeld tot de minste
straf, zijnde f 0.60 boete.