HELDERSCHE COURANT
Op Duistere Paden.
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4444
DONDERDAG 25 MAART 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ei, franco per post 90 ct., Buitenland t 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Op pagina 4 van dit blad Is
opgenomen:
Gemeenteraad van Helder. Zitting van
Dinsdag 23 Maart.
Aan onze abonné's
buiten de gemeente wordt
beleefd verzocht 't verschuldigde ab-
bonnementsgeld Heldersche Cou
rant, Zondagsblad en Modeblad
le kwartaal 1916 te willen over
maken per postwissel of aan post
zegels vóór 3 April a.s., zullende
anders daarover met 6 cents verhoo
ging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/2 cent
beplakt te worden.
Men gelieve er rekening mede te
houden, dat de prijs van het Zondags-
blad thans f 0.52£ per 3 maanden is.
In ons vorig nummer stond
abusief 42J ct. De prijs is
I 0.52; voor buiten de Gemeente.
DE OORLOG.
De officieele legerberichten van
22 en 23 Maart.
Van het Weste1 yk front.
Volgens het Fransehe avondbericht
van den 22sten hebben de Duitschers
thans alle loopgraven op het plateau
van Notre Dame de Lorette verloren
op 10 M. na.
Door de Duitschers werden tegen
aanvallen ondernomen om de door
hen verloren stellingen bij Eparges
te hernemen, welke echter zonder
resultaat bleven. Verder wordt ge
meld dat de Franschen ten N. van
Badonvillers (ten Z. van Cirey) blijven
vooruitgaan.
Van den 23sten wordt weinig ge
meld. Alleen wordt medegedeeld dat
twee Duitsche aanvallen op Bagatelle
(in de Argonne) N.W. van Verdun
werden afgeslagen. Door Duitsche
vliegers werden bommen op Reims
geworpen, waardoor drie burgers
werden gedood.
Het Duitsche legerbericht van den
23sten meldt, dat twee nachtelijke
aanvallen der Franschen bij Carency
(N.W. van Atrecht) werden afgeslagen.
Evenzoo ging het met een nachte
lijken aanval der Franschen bij Beau
Sëjour (in ChampagDe). Kleine voor
uitgaande bewegingen der Franschen
bij Combres, Aprémont 30 K.M.
N.W. van Verdun) en bij Flirey
(22 K.M. ten N. van Toul) hadden
geen resultaat.
Verder wordt medegedeeld dat de
aanvallen op de Duitsche stellingen
bij Badonvillers afgeslagen werden,
onder zware verliezen voor de
Franschen.
Oostende werd door vliegers met
bommen bestookt. Geen enkel militair
werd gedood, daarentegen wel enkele
burgers.
Ten N.W. van Verdun werd een
Fransehe vlieger gedwongen te landen,
evenals by Freiburg (Duitschland).
In het laatste vliegtoestel bevonden
zich twee onderofficieren, welke ge
vangen genomen werden.
Van het O o s t e 1 ij k front.
Een Russisch bericht van 22 Maart
meldt dat de troepen welke van uit
Tauroggen oprukten, na een gevecht
Laugszargen (in O.-Pruisen, ten N.
van de Njemen, ongeveer 20 K.M.
ten N.O. van Tilsit) hebben bezet.
Hier namen zy een opslagplaats van
munitie en genie-materiaal in bezit,
terwijl zij ook gevangenen maakten.
Voor de vesting Ossowiec neemt
de werking van het belegerings
geschut af. Men vermoedt dat do
Duitschers verschillende zware batte
rijen naar elders hebben ontboden.
Over den strijd in de Karpathen
wordt medegedeeld dat verbitterde
gevechten gaande zijn op de wegen
FEUILLETON.
naar Bartfeld, in de dalen van-dé
Ondva en Laborcz, bij den Lupkow-
pas (10 K.M. ten O. van Mezö Laborcz)
en op den linkeroever van den boven-
San. Gemeld wordt dat de Russen
zich in vuur- en bajonetgevechten
een weg banen. In den loop van een
dag maakten de Russen 2500 man,
w. o. 50 officieren gevangen, en ver
overden zij 4 machine geweren.
Duitsche kolonnes welke een aanval
deden op de Russische stellingen op
het front Rossokhaczow Koziuwka,
werden met ontzettende verliezen
teruggewezen.
Een particulier bericht uit Peters
burg zegt dat de toestaDd der Duit
schers en Oostenrijkers in de Kar
pathen kritiek begint te worden. Dit
zou komen door de geweldige ver
sterkingen welke de Russische gene
raals den laatsten tijd ontvangen
hebben.
Het Duitsche bericht van den 23sten
meldt dat de troepen welke Memel
bevrijd hebben thans het dorp (Rus
sisch) Crottingen bezet hebben. Ruim
3000 Duitschers welke door de Russeu
gevangen genomen waren werden
bevrijd.
Aanvallen der Russen aan weers
zijden van de Orcyz werden afge
slagen.
Van Duitsche zijde wordt ook nog
gemeld dat de troepen welke strijden
in het Opor-dal, Skole reeds voorbij
getrokken zijn en oprukken tegen
Drohobycz.
Volgens de berichten uit Weenen
duren de gevechten in de Karpathen,
van af den Uszok-pas tot den berg
kam van Koniecza, voort. Tijdens de
laatste dagen werden bij de Russische
aanvallen 3300 man gevangen ge
nomen.
Bij Wyzkow weiden de Russen uit
hunne stellingen verdreven en werden
685 man en 8 officieren gevangen
genomen.
Volgens een bericht uit Athene
hebben de bondgenooton bij hunne
actie tegen de Dardanellen groote
verliezen geleden. Het aantal dooden
wordt op 2000 aangegeven. Vyf
schepen zijn gezonken, vier ernstig
beschadigd. De commandant van de
„Inflexible" is door een granaatscherf
gedood. De „Irresistible" ging vijf
zeemijlen voor Dardanos ten gronde,
de „Ocean" dertien zeemijlen van
de stad.
In de onderste ruimte van de
„Inflexible" drong water binnen door
gaten, die door de beschieting waren
ontstaan, zoodat een deel der man
schappen verdronk. De „Albiou" is
lichter beschadigd; op dit schip wer
den 60 man gedood. De „Suffren"
heeft vele scheuren in het pantser
en stoomt zeer laDgzaam.
Volgens ditzelfde bericht zal het
eskader voor de Dardanellen versterkt
worden met de Fransehe super-
dreadnoughts „Frauce" en „Courbet",
de dreadnoughts „Danton", „Mira-
beau", „Diderot" en „Condorcet", en
5 torpedojagers.
Twee Engelsche linieschepen zijn
reeds aangekomen.
DeFransche schepon breugen een ver
meerdering van het zware geschut. In
totaal voeren zij 40 stukken van
30 c.M., 44 van 14 c.M. en 48 van
24 c.M.
Van het Russisch-'!1 urkscbe gevechts
terrein worden enkele gevechten aan
de Turksche zijde van den Tsjoroch
gemeld. De uitslag wordt echter niet
Er is thans ook weer in de nabij
heid van het Suez-kanaal gevochten.
Een Engelsch bericht meldt, dat een
Engelsche patrouille den 22sten, des
morgens, een vijandelijke troepen
macht ontdekte bij El Kubri (ten O.
van Suez). De sterkte werd op 1000
man geschat. Een Engelsche troepen
macht heeft daarop de Turken aan
gevallen en verslagen. Zij zijn thans
„Wat bedoelt u?"
„Wel wat zou u ervan zeggen, als
wü na het tooneelstuk nog eenige
zangnummertjes lieten hooren. Het
blijspel duurt niet lang, dus zal er
nog wel ruimschoots tijd zijn voor
enkele nummers".
„Dat is een gedachte! Maar van
waar zullen wij de krachten krijgen,
die ons hierbij helpen moeten?"
„O, dat is van later zorg, als ik
maar bepaald op u rekenen kan".
Ik ben gaarne bereid, als
„Als uw echtgenoot hot goedkeurt".
„O, daarvan valt niet te twijfelen,
dat spreekt als het ware vanzelf".
„Zou u er hem mee durven ver
rassen?"
„Zeker wel".
„Goed laten wij hem er dan ook
niets van zeggen. De personen zal
ik wel in het geheim elkaar zoeken.
We moeten ongeveer zes hebben".
„U doet toch ook mee?"
„Neen, mevrouw, en ik wensch
zelfs, dat mijn naam zoo weinig
mogelijk bij de geheele zaak genoemd
wordt".
;Maar waarom verlangt u dat?"
Chaumont zag een oogenblik voor
zich neer, en antwoordde toen; „Be
in vollen aftocht. De Duitsche gene
raal Von Frauser en drie andere
Duitsche officieren hadden den troep
vergezeld.
In Duitsch-Zuid-West-Afrika hebben
de Unie troepen op 20 Maart Pförte-
berg aangevallen. Na vrij hevige ge
vechten werden do Duitschers ver
slagen en lieten zij twee stukken
veldgeschut achter, terwijl zij 200
man aan gevangenen verloren.
Vervolgens werd een aanval gedaan
op Riet, waarop de Duitschers terug
getrokken waren. Ook hier behaalden
de Unie-troepen de overwinning. De
Duitschers moesten weer aftrekken,
met achterlating van kanonnen,
schietvoorraad en wapens.
De val van Przemysl.
De val van Przemysl is voor
Oostenrijkers zoowel als Duitschers
een zware slag. Voor de menschen
die ingelicht waren, was het'reeds
uitgemaakt dat de vesting moest
vallen. Toch maakte de verovering
van de stad in Berlijn een onaan-
genamen indruk. Men had daar nog
gehoopt op een ontzet.
Het plan is ook overwogen, doch het
werd opgegeven, daar het niet zeker
was, dat het succes kon hebben. Wat
wel vast stond, was dat het ontzet
tende offers zou kosten.
De stemming te Berlijn is echter
niet pessimistisch. Men vertrouwt
daar op den guustigen stand van den
slag in de Karpathen, en is van oor
deel dat de val van de vesting daar
op van weinig invloed zal zijn.
De Oostenrijksche berichten komen
alle neer op het feit dat de stad niet
is gevallen door wapengeweld, doch
doordat er gebrek aan levensmiddelen
begon te heerschen. De jongste uit
val was een laatste wanhopige poging
om zich door de belegeringstroepen
heen te slaan. Ook in Oostenrijk is
men van meening dat en val van
Przemysl geen in vloed zal hebben
op don loop der gebeurtenissen op
het Oostelijk front.
Door den veldmaarschalk aarts
hertog Friedrich werd de volgende
legerorder uitgevaardigd
Na een heldhaftigen tegenstand
van vier en een halve maand, waar
bij de vijand onversaagd en hard
nekkig, maar steeds weer tevergeefs
stormaanvallen deed, waarbij hij ont
zettende verliezen leed, en na het
bloedige afslaan van zijn nog in don
laatsten tijd en vooral op 20 en 21
Maart dag en nacht herhaalde po
gingen om de vesting met geweld
te nemen, heeft de moedige Ifezet
ting, die nog den 19en met inspan
ning van haar laatste krachten een
poging deed om den ijzeren ring om
de vesting te verbreken, door den
honger gedwongen en na vernieling
van alle werken, bruggen, wapentuig
en munitie de ruïne van Przemysl
aan den vijand overgegeven.
Wij brengen den onoverwonnen
helden van Przemysl onzen kauie-
raadschappelijken groet on dank. Zij
zijn bedwongen door de natuurkrach
ten en niet door den vijand. Zij blij
ven ons een verheven voorbeeld van
trouwe plichtsbetrachting, tot de
uiterste grenzen van menschelijke
kracht. De verdediging van Przemysl
zal te eeuwigen dage een schitteren
de bladzijde blijven in het geschied
boek van ons leger.
In gelijken geest spreken de offi
cieele Oostenrijksche mededeelingen.
De bladen uitten echter hun diep
leedwezeu over den val, hoewel zij
overtuigd zijn, dat de bezetting haar
taak vervuld heeft. Immers 4£ maand
hield zij een groote Russische macht
vast, welke op andere punten van
het front gewichtige diensten had
kunnen bewijzen.
Een Russisch bericht maakt mel
ding van een legerorder van den
bevel voerenden genoraal te Przemysl,
Kusmanek, gegeven voor den uitvai
uit Przemysl. Hierbij wekt hij de
soldaten op met alle krachten en
inspanning te trachten den ring van
vijanden te doorbreken en zich een
weg te banen naar hst veldleger, dat
in vele zware gevechten tot dicht bij
de vesting had weten te komen. De
soldaten werden van levensmiddelen
voor 5 dagen voorzien. De oostelijke
richting werd voor den uitval ge
kozen, omdat men daar de Russen
het minst sterk dacht.
Echter was reeds vroeger gebleken,
dat de Russen Przemysl met een
on verbreekbaren ring van vesting
werken omgeven hadden. De laatste
uitval van het garnizoen mislukte
dan ook, evenals alle voorafgaande.
Een daarop volgende aanval der
Russen werd echter toch nog afge
slagen.
Ondertusschen werden voor zoover
mogelijk de verdedigingswerken door
opblazing vernield, evenals de kanon
nen, magazijnen en het station voor
dvaadlooze telegrafie.
Maandagmorgen vroeg begaf een
parlementair zich naar het Russische
hoofdkwartier, om over de voorwaar
den der overgave te spreken.
Van Oostenrijksche zijde wordt
verklaard, dat de bezetting slechts
uit 25,000 man bestond, en het
Russische insluitingsleger uit 50,
80,000 man. Een bericht uit Peters
burg deelt echter mede, dat volgens
een opgave van den bevelhebber dei-
stad, zich hebben overgegeven9
generaals, 93 hoofdofficieren, 2500
officieren en ambtenaren, en 117,000
man. Dat het aantal zoo groot is
geworden, is mogelijk wanneer men
de geschiedenis van de belegering
nagaat. Na het eerste ontzet moest
de vesting dienen tot dekking dei-
nieuwe troepengroepeering tegenover
de sterke Russische strijdkrachten.
De wegen in Galicifi geraakten in
slechten toestand, zoodat de vele
gewonden, welke naar het binnenland
gezonden moesten worden, in Prze
mysl bleven.
Daarna ging de militaire beteeke-
nis van de stad snel achteruit.
In de laatste week van Jan. werd
het garnizoen opnieuw teleurgesteld.
Men hoopte ontzet te zullen worden
door het leger dat trachtte den Rus-
sischen linkervleugel in te drukken,
wat echter niet gelukte.
Na den laatsten uitval bleef de
bezetting, welke reeds, door honger
en ziekte geleden Batf, niets over
dan de capitulatie.
Weer Zeppelins boven Parijs.
Maandag werd de stad tot tweemaal
toe gealarmeerd omdat Zeppelins op
weg waren naar Parijs. De eerste
Zeppelin bracht het echter niet verder
dan tot Villers Cotl'rets, waar hy een
bom liet vallen.
Om 11 uur s'avonds werd de stad
ten tweede male gealarmeerd, daar
in het Oisegebied twee Zeppelins
waren gezien, een varend in de rich
ting van Amiens, de andere in de
richting van Compiegne. Tot een be
zoek aan Parijs zijn zij niet gekomen.
Ondanks de waarschuwingen der
Politie verdrong in Parijs het volk
zich op straat. De nieuwsgierigheid
schijnt dus grooter te zijn dan de
angst.
Van Fransehe zijde wordt nog
medegedeeld dat als antwoord op den
tocht naar Parijs door do Zeppelins,
Fransehe vliegers op Zondag en Zon
dagnacht bommen wierpen op 16
spoorwegstations in Belgie, Elzas en
Freiburg in Breisgau, en op verschil
lende vliegkampen, kazernes en muni-
tiebevgplaatsen van de Duitschers.
Op Zee.
De nieuwe
Duitsche blokkademethoden.
Londen, 23 Maart. De „Daily News"
merkt op, dat do aanvallen op de
Nederlandsche schepen blijkbaar een_
wijziging beteekenen in de Duitsche
blokkade-tactiek. Het opbrengen van
schepen naar Zeebrugge is zeer zeker
een verbetering tegenover het oor-
Advertantiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen ven 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent
spaar mij de verklaring hiervan, me
vrouw. Er zijn in Reims booze ton
gen, die ook den onschuldigsten om
gang verdacht trachten te maken.
Maar laten we daar niet over spre
ken, ik zal even goed mijn krachten
aan de za3k kunnen wijden, en,
naar ik hoop, niet zonder nut. Maar,
kfjk eens, men gaat al aan tafel en
mijnheer Descamier komt al, om u
naar uw plaats te brengen. Nu, tot
wederziens, mevrouw!"
Chaumont boog en de ritmeester,
die genaderd was, bood mevrouwde
Ch&teauneuf den arm. De heer Des
camier vond, dat zijn dame bijzonder
verstrooid was aan tafel. Ook luite
nant de Sainte Clairo kostte het veel
moeite om met zijn buurvrouw in
gesprek te blyven.
Het onderhoud, waarvan hij zon
der opzet getuige was geweest,
maakte hem nadenkend. Vaker dan
anders keek hij oplettend naar Chau
mont.
„Iets vertrouwbaars heeft zyn
uiterlijk eigenlijk niet," vond hij.
Na het souper verliet hij spoedig
de officierenclub. Wat zou bij doen,
naar huis gaan, of nog een wandeling
maken, om zijn hersenen wat tot
rust te brengen? Hij besloot tot het
eerste en begaf zich naar zijn woning.
Tot zijn groote verbazing bemerkte
hij, dat zijn oudste broeder Jacques
daar op hem wachtte.
Hij dacht eerst, dat zijn broeder
hem met verwijtingen zou te gemoet
komen, omdat hij de bevordering had
aangenomen en in dienat zou blijven.
Maar hij zou wel spoedig vernemen,
wat de werkelijke reden van zijns
broeders komst was.
„Ik breng een slechte tijding," zei
deze: „Er is sprake van, dat wij
Vignolles kwijt raken".
^Kwijtraken?" herhaaldeRudi ver
wonderd, „aan wien en waarom?"
„Aan een jongen, die beweert, de
zoon van onzen overleden oom Louis
te zijn".
„En de beide kinderen zijn by den
brand ©ingekomen!" zei Rudi.
„Jawel, maar dat is eigeniyk nooit
heelemaal bewezen. De lijken zyn
nooit gevonden," antwoordde Jacques.
„En nu beweert men, dat zij beiden
nog in leven zijn. Maar het is wel
mogeiyk, dat er niets van waar is.
De geheele zaak schynt uit te gaan
van Orleanisten. Men wil ons uit-
noodigen tot een samenkomst. Zij
willen zoker gaarne de zaak in der
minne geschikt zien. Zij zeggen niets
bepaalds en geven alleen geheimzin
nige aanduidingen. Wat denk jy
daarvan
„Nu, als zy bewyzen kunnen, dat
de jongen werkeiyk de zoon is van
oom Louis, dan moeten wy hem Vig
nolles overgeven".
„Ja, dat vind ik ook. Zeg, heb jy
wel eens gehoord van iemand, die
Lutin heet?"
„Lutin? Neen, wie is dat?"
„Ja, ik hoorde vertellen, dat hy
het slot in brand zou hebben gesto
ken uit weerwraak tegen oom Louis.
Toen die Lutin nog grenswachter
was, heeft hy met smokkelaars sa-
spronkelijke plan om neutrale schepen
met de bemanningen in den grond
te boren, hoewel uit het feit dat op
een ander Nederlandsch schip bom
men zijn geworpen biykt dat het oor
spronkelijke plan toch niet geheel is
opgegeven. Maar, voegt de „Daily.
News" hieraan toe, het is duideiyk
dat het nieuwe plan alleen kan wor
den uitgevoerd door grooter en krach
tiger schepen dan onderzeeörs, zoodat
het moeilijker en gevaarlijker is. Een
passend antwoord zal zeker te gele
gener tyd worden gegeven. Voorloopig
zijn de resultaten van do nieuwe
methoden, tenzij men 300 ton eieren
een voldoende belooning acht, niet
veel indrukwekkender dan die tot
dusver met de meer brutale methoden
verkregen.
Blokkeering van Zeebrugge.
Volgensde„Tyd"kruisenreedssinds
Zondagmogen vroeg Engelsche oor
logsschepen voor de haven van Zee
brugge. Waarschljniyk is dit een ant
woord op het aanhouden en opbren
gen van koopvaardijschepen en be-
teekont hot een blokkeering van de
haven van Zeebrugge.
Getorpedeerde schepen.
Londen, 23 Maart. De stoomboot
„Concord" van Whitby is bij het
lichtschip „Royal Sovereign" getor
pedeerd. De bemanning van 26 kop
pen is te Dover aan land gebracht.
Oostenrijk en Italië.
De afstand van het land van Trente
zal voor Oostenrijk een hard geval
zijn. De Weensche corresp. van de
„N. Rott. Ct." schryft hieroverReeds
sedert eeuwen staan de Kroonlanden
onder het huis Habsburg. Overal in
het Italiaansch sprekende Tirol waren
groote verdedigingswerken opgericht.
Sedert maanden waren daar allerlei
versterkingen bygemaakt, zoodat het
land onneembaar geacht werd.
En dit alles zal nu aan de Italia
nen worden overgegeven. Dat weet
reeds iedereen. Maar de censuur
houdt de besprekingen van den af
stand uit de bladen.
Men zegt, dat om een eervollen
schyn te behouden de afstand zal ge
beuren door afkoop van spoorwegen
en rijksbezittingen. In Weenen heeft
men er zich reeds in geschikt.
De oorlog vraagt immers veel grooter
offers.
Het land van Trente wordt bewoond
door 850,000 Italiaansch sprekende
bewoners. Behalve het land van
Trente wordt echtor ook het land
aan den rechteroever der Isonzo ver
langd.
Tegen den afstand vaa dit stuk
bestaan bezwaren wegens de
spoorlijn van Salzburg naar Triest.
Echter is de opgewondenheid in Italië
zoo groot, dat het wel afgestaan zal
moeten worden. Te Milaan werden
de Duitschers zelfs uitgejouwd omdat
ze Duitsch spraken, en in een alge
meen bij vreemdelingen bekend
hotel werden zy verzocht heen te
gaan. Maar Milaan is ook altijd
Fransch gezind geweest en heeft veel
van de Oostenrijkers te ïyden gehad.
Het meest moeilijke is echter, zoo
zegt de corresp. dat Italiö 5 pooten
aan een schaap wil hebben. Het wil
door afstand van grond oude veeten
begraven en weer vriend worden of
er niets gebeurd is. Wegens de Adri-
atische zee zou het de politiek dei-
Entente willen voeren en wegens de
Middelandscbe zee die der Alliantie.
Het wü alzoo twee vliegen in een
klap slaan, maar of het lukken zal?
Men zal zich mogelgk in Oostenrijk
over den afstand heen zetten, maar
zeker zal de wrok achterbiyven.
Badtrelnen.
Naast hospitaaltremen heeft het
Duitsche legerbestuur nu een trein
laten inriebten, die bestemd is om
de manschappen in de gelegenheid
te stellen zich schoon te houden.
Wat, met het oog op de ongedierte-
plaag, en de daaruit voortvloeiende
gevaren voor besmettelijke ziekten,
een noodzakeiykheid was geworden.
Thans is de eerste badtrein naar het
oostelijke oorlogstooneel vertrokken.
De trein bestaat uit twee water-
wagens met tezamen 50,000 Liter
inhoud, verder uit twee badwagens
met dertig douches, twee kleed wagens,
vier magazijn wagens voor schoon
ondergoed, één magazynwagen voor
de uniformstukken, die uitgetrokken
worden of gedroogd moeten worden,
twee ontsmettingswagens en één
wagen voor huisvesting van het
personeel. De trein wordt getrokken
door twee locomotieven, die tege-
lykertyd de wagens verwarmen, het
badwater koken en den stoom leveren
voor hot drogen van het goed. Binnen
den tijd van tien uur kunnen niet
minder dan 1200 man een douche
nemen, terwyi in dien tusschentyd
bun ondergoed en uniform volkomen
worden gedroogd. De trein is in do
werkplaatsen van de Staatsspoor te
Weenen gebouwd. Binnenkort komen
er nog twee treinen gereed, die de
soldaten te velde zullen helpen in
den strijd tegen het ongedierte en
de besmetting.
Ook met de badtreinen hebben de
Duitschers de Russen dus nagevolgd.
Men weet, dat deze laatste reeds in
het begin van den oorlog badtreinen
aan het front hadden.
Uit Servië.
Sir Thomas Lipton, teruggekeerd
van een sanitaire expeditie in Serviö,
heeft over den toestand in dat land
het volgende verteld
Overal woedt de typhus. Niemand,
van welken leeftyd ook, i8 voor deze
ziekte immuun. Ik bezocht een hos
pitaal, waar 12 Amerikaansche ver
pleegsters werkzaam waren 9 hadden
typhus. Een Amerikaansche dokter,
die me op het station te Gevgeli
ontving en me de plaats liet zien,
was, toen ik hem een paar dagen
daarna wilde opzoeken, overleden.
Ofschoon men in heel Servië op elk
gebouw van eenige beteekenis de
Roode Kruisvlag waaien ziet, is de
hospitaalgelegenheid geheel buiten
verhouding met het getal patiënten.
Ik heb menschen aan den weg zien
zitten huiveren, die te zwak waren
om naar het ziekenhuis te loopen.
Deze zyn overvol en menigen typ
husiyder werd de deur gewezen om
onder den blooten hemel te sterven,
aangezien er zelfs op den vloer geen
plaats voor hem was. In geen enkel
hospitaal heb ik een vrouw gezien.
Hoevele zullen in hun huizen zyn ge
storven! De gezondheidstoestand in
Servie is afscbuweiyk. De normale
bevolking van Nisj telt 15,000 tot
20,000 zielen. Thans zyn 100,000
menschen in de stad opgepropt.
HERMAN NYPELS HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hearsn.
Zoor doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ona tarief wordt U op aanvraag on-
mlddalijk toegezonden.
woond worden. Aan het begin dier
ry kamers bevindt zich de eetzaal, in
welke ook andere ondoroffleieren, doch
aan afzonderlijke tafels, eten. Ligt er
een oorlogsschip op de worf, dan heb
ben de onderofficieren van dat schip
hunne aparte menage, die van boord
aan den wal gebracht wordt. Zij nut
tigen hunne mualtyden in de gezamen-
lyke eetzaal, doch afgescheiden vau
de anderen en hebben hun eigen gerei.
Zoo is het ook met den torpedod ienbt.
Mocht de oorzaak der ziekte dus liggen
in de voedingsmiddelen, dan is het
begrypelijk dat alleen de onderoffi
eieren van laatsgenoemden dienst ziek
werden, doch dit strydt weer tegen
het feit, dat slechts een gedeelte hun
ner ziek werd en niet allen.
Er zyn daar nog 26 collega's die
volkomen gezond zyn gebleven. Meu
staat dus voor een zeer duister geval.
Intusschen worde alles gedaan wat
gedaan kan worden, om de besmet
ting tegen te gaan.
Er liggen thans 13 onderofficieren
van den torpedodienst met de go-
noemde ziekte in hetbospitaal. Hun
toestand is zeer bevredigend. Sedort
de ziekte by hen hare intrede deed,
zyn er 3 overleden.
Een dirigeerend officier van gezond
heid van de marine te Batavia zal
naar Soerabajra vertrekken, om in
verband met de ziekte een grondige
inspectie te houden.
Het „Bat. Nbld." verneemt, dat
de Indische regeering aan de Holland-
sche dringend verzocht om de uitzon
ding van 5 luitenants ter zee eerste
klasse.
Uit de mail.
In verband met de gevallen van
dysenterie, speciaal voorkomende on
der de onderofficieren van den torpe
dodienst te Soerabaya en het zonder
linge verschynsel dat geen der onder
officieren van andere categorieën
wordt aangetast, houdt nog steeds het
gerucht staande, dat er toch iets by-
zonder» achter zit, al wordt het woord
„vergiftiging" niet zoo boud meer uit
gesproken, schryft het „Boer. Handbl."
Ofschoon er dan ook van vergiftiging
absoluut geen sprake is, daar het
bacteriologisch onderzoek, doordr. Pyi
ingesteld, met volkomen zekerheid
heeft uitgemaakt, dat do patiënten
aan dysenterie lijden, moet er toch
een tot nog toe onopgehelderde oor-
ak zijn, die de ziekte teweeg brengt.
Om die oorzaak te vinden is er,
geiyk men weet, een commissie be-
uoeipd. Tot dusver echter heeft het
onderzoek dezer commissie tot geen
resultaten geleid.
De onderofficieren van den torpe
dodienst zyn gehuisvest op de Marine-
wert in een gebouw, bestaande uit
een reeks van aan elkaar grenzende
kamers, die uitsluitend door hen
mengewerkt. Nu heeft oom Louis,
dat bekend gemaakt en Lutin werd
gestraft wegens grof plichtsverzuim.
Hy zei, dat Oom later nog wel eens
aan hem denken zou. Daarna ia hy
uit den omtrek verdwenen en men
heefc hem nooit meer gezien. Ik heb
dit pas kort geleden vernomen. Vroe
ger heb ik den naam Lutin nooit ge
hoord. Heb je niet toevallig eens die
naam hier in Reims hooren noemen
Neen, maar we kunnen wel eens
in het adresboek kijken, of hier
iemand woont, die zoo heet".
.Rudi schelde zijn oppasser en liet
hem een adresboek halen.
Do broeders staken intusschen een
sigaar aan en rookten zwygend voort,
tot de oppasser hun het gevraagde
bracht. Rudi nam het boek aan en
begon er in te bladeren.
„L-Lubagne," mompelde hy. „Hier,
waarachtig, Jacques, kijk: Lutin,
Jacques, gepensionneerd grenswach
ter, en Lutin. Magdalena, wasch-
vrouw".
„Waarachtig," riep Jacques, het
staat er. KrommegangWeet jy
waar die is?"
„Nu, wacht eens even," antwoordde
Rudi. „Neen, ik geloof hot niet. Maar
we kunnen even kyken op den plat
tegrond. Hm, ja, dat dacht ik wel,
aan den overkant van de rivier. Dat
is een armoedige buurt, hoor".
„Nu, wat geeft dat? We konden
er best eens gaan kijken. Wie weet,
wat we daar nog aan do weet ko
men. We konden nu wel heengaan.
Maar dan moeten we ons eerst ver-
kleeden. Heb je hier soms wat oude
burger kleereu?"
„Ja, zeker. Wacht maar "eens even I"
Rudi haalde eenige oude jassen
en broeken voor den dag en nu zoch
ten beide broeders, wat hun daarvan
paste. Spoedig waren ze daarmee ge
reed.
„Voor alle zekerheid moesten we
naar een wapea meenemen." vond
Rudi. „Ik heb hier nog een Hinken
stok, die van onder met yzer besla
gen is".
„Nu, dat is wel voldoende," zei
Jacques. „Laten we nu dus maar
gaan".
De beide broeders togen op weg en
idden al spoedig de Krommegang
bereikt. Maar tot hun teleurstelling
bemerkten zy, dat de vroegere huur
ders verdwenen waren.
Een buurvrouw wist hun to ver
tellen, dat de oude Lutin met zyn
zoon en zijn dochter plotseling ver
dwenen waren. De zoon moest by
een voornamen heer in dienst zyn.
Maar de dochter, was weer even
plotseling teruggekomen als ze ge
gaan was. Ze zei, dat haar vader ge
storven was. De oude moet haar be
paald een aardig sommetje nagela
ten hebben, wat Lena leefde tegen
woordig heel royaal.
„Weet u ook, waar die juffrouw
nu woont? vroeg Rudi"
„Neen, dat woet ik niet," ant
woordde de buurvrouw. „Maar zy
komt altyd in de kroeg hier om den
hoek. Daar is ze de geheelen dag te
1 vindeg, want eh de vrëuw be
sloot oogknippend haar mededeelingen
door met een welsprekend handge
baar duideiyk te maken, dat Lena
Lutin niet afkeerig was van een
glaasje.
De beide Sainte Claire's zochten de
kroeg op, bestelden twee brande-
wyntjes en keken eens rond. Niemand
nam van hun notitie. Men scheen
hen te houden, voor wat ze wilden
voorstellen, gewone arbeiders.
De kasteleines kwam met het
vraagde aan. Rudi gaf haar een franc
cn vroeg zacht: „Komt hier Lena
Lutin wel eens?"
De kasteleines knikte. „Zij kan
zelfs ieder oogenblik hier komen,"
zei ze.
„Wy zouden haar graag eens wil
len spreken".
„Goed. Als zy binnenkomt, zal ik
u wel een teeken geven. Ga dan maar
in die kamer, daar. Ik zal haar dan
wel bij u sturen".
De broeders behoefden niet lang
te wachten. Nauweiyks zat de kaste
leines weer by het buffet of de bui
tendeur werd geopend. Een groote
plompe vrouw iu een verschoten zy-
den japon en met een rood opgezet
gelaat kwam binnen.
De kasteleines zag de Sainte Claire's
aan en gaf hun een knipoogje. De
broeders gingen in de kamer, die
hun gewezen was, en werden spoe
dig daarop gevolg door Lena Lutin.
„Wou u my spreken, heeren?"
vroeg zy, van den een naar den
ander kykend.
Rudi had zyn broeder veracht hem
Ingezonden Mededeeling.
BINNENLAND.
Stuurlledtn-examens.
's-Gravenhage. Geslaagdgroote
stoomvaart tweede stuurman de hee
ren H. Kolk, A. J. ten Tye; sleep
vaart de heer A. H. van Zijl.
Onrust.
Men meldt uit Utrecht:
Sedert eenige dagen schijnt er onder
de soldaten van het garnizoen alhier
eenige ontevredenheid te bestaan over
enkele maatregelen, welke genomen
zyn in bet belang der discipline en
over het verbod om zich zonder het
gewone verlof van bun standplaats
te verwyderen. In Utrecht liggen
thans veel soldaten uit Rotterdam,
die zich Zondagsmorgens zonder ver
gunning van de militaire autoriteiten
naar Rotterdam begaven en dan
avonds terugkeerden. Dit nu is ver
boden geworden en wekt ontevreden
heid.
Hetzelfde is het geval met de hand
having van de discipline. Zoo wordt
meer gelet op het salueeren der
meerderen enz. Nu schynt men 'n-
avond van plan te zyn geweest eene
demonstratie te houden voor den
generaal. Een aantal soldaten ver
zamelde zich op het Vredenburg en
trok van daar in groepjes door de
aangrenzende straten. Tot een feite-
teiyke demonstratie is het echter niet
gekomen, maar het was zeer woelig
in het centrum der stad, daar een
groote menigte nieuwsgierigen, waar
onder tal van jongelieden, zich op het
Vredenburg byeen hoopte. Te tien
uur was hot grootste deel der sol
daten, die zich in de stad bevonden,
alweer naar de kazerne teruggekeerd
zonder dat er iets van belang was
voorgevallen. De politie en enkele
marechaussees moesten daarna enkele
keeren bet publiek op het Vredenburg
uiteenjagen.
het woord te laten, en daarom zeide
hy: „We zouden graag iets van u
hooren over een zaak, die uw over
leden vader betreft".
Lena liet zich op een stoel neer
vallen en zeide: „Ja, heeren, als u
daarover wil spreken, daar kan iku
heelemaal mets van zeggen".
„Ook niets van uw broer?"
„Een broer? Die heb ik niet".
„Heb u die niet? En de heer, by
wie hy in dienst is, heeft ons ge
zegd, dat hy uw broer was," zei
Rudi, op goed geluk de mededeeling
van do buurvrouw gebruikend.
„Zoo? Is hy nu weer miju broer?"
zei de vrouw lachend. „Nu goed, hy
is myn broei".
„Dat verandert dus, al naar die
heer het goedvindt?" vroeg Rudi.
„Och, ja!" zei Lena. „Als u dien
duivel met zijn grooten neus en fon
kelende oogen kent zal u ook begry-
pen, dat ik doen moet, wat hyzegt.
Maar wat wil hij dan nu weer? Want
u komt dan zeker uit zyn naam".
„Neen, hy weet er niets van, dat
wij hier zyn," antwoordde Rudi.
„Nu, wat wil u dan van my, als
u niet uit zijn naam komt?" vroeg
Lena verwonderd.
Wy willen .u van hem bevrijden
antwoordde Rudi.
De vrouw keek de broeders met
groote ooogen aan. Toen riep ze,
heesch lachend: „Ha, ba. Dat is niet
(Wordt vervolgd.)