HELDERSCHE COURANT Op Duistere Paden. VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4444 DONDERDAG 25 MAART 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ei, franco per post 90 ct., Buitenland t 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen: Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 23 Maart. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde ab- bonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad le kwartaal 1916 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 3 April a.s., zullende anders daarover met 6 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/2 cent beplakt te worden. Men gelieve er rekening mede te houden, dat de prijs van het Zondags- blad thans f 0.52£ per 3 maanden is. In ons vorig nummer stond abusief 42J ct. De prijs is I 0.52; voor buiten de Gemeente. DE OORLOG. De officieele legerberichten van 22 en 23 Maart. Van het Weste1 yk front. Volgens het Fransehe avondbericht van den 22sten hebben de Duitschers thans alle loopgraven op het plateau van Notre Dame de Lorette verloren op 10 M. na. Door de Duitschers werden tegen aanvallen ondernomen om de door hen verloren stellingen bij Eparges te hernemen, welke echter zonder resultaat bleven. Verder wordt ge meld dat de Franschen ten N. van Badonvillers (ten Z. van Cirey) blijven vooruitgaan. Van den 23sten wordt weinig ge meld. Alleen wordt medegedeeld dat twee Duitsche aanvallen op Bagatelle (in de Argonne) N.W. van Verdun werden afgeslagen. Door Duitsche vliegers werden bommen op Reims geworpen, waardoor drie burgers werden gedood. Het Duitsche legerbericht van den 23sten meldt, dat twee nachtelijke aanvallen der Franschen bij Carency (N.W. van Atrecht) werden afgeslagen. Evenzoo ging het met een nachte lijken aanval der Franschen bij Beau Sëjour (in ChampagDe). Kleine voor uitgaande bewegingen der Franschen bij Combres, Aprémont 30 K.M. N.W. van Verdun) en bij Flirey (22 K.M. ten N. van Toul) hadden geen resultaat. Verder wordt medegedeeld dat de aanvallen op de Duitsche stellingen bij Badonvillers afgeslagen werden, onder zware verliezen voor de Franschen. Oostende werd door vliegers met bommen bestookt. Geen enkel militair werd gedood, daarentegen wel enkele burgers. Ten N.W. van Verdun werd een Fransehe vlieger gedwongen te landen, evenals by Freiburg (Duitschland). In het laatste vliegtoestel bevonden zich twee onderofficieren, welke ge vangen genomen werden. Van het O o s t e 1 ij k front. Een Russisch bericht van 22 Maart meldt dat de troepen welke van uit Tauroggen oprukten, na een gevecht Laugszargen (in O.-Pruisen, ten N. van de Njemen, ongeveer 20 K.M. ten N.O. van Tilsit) hebben bezet. Hier namen zy een opslagplaats van munitie en genie-materiaal in bezit, terwijl zij ook gevangenen maakten. Voor de vesting Ossowiec neemt de werking van het belegerings geschut af. Men vermoedt dat do Duitschers verschillende zware batte rijen naar elders hebben ontboden. Over den strijd in de Karpathen wordt medegedeeld dat verbitterde gevechten gaande zijn op de wegen FEUILLETON. naar Bartfeld, in de dalen van-dé Ondva en Laborcz, bij den Lupkow- pas (10 K.M. ten O. van Mezö Laborcz) en op den linkeroever van den boven- San. Gemeld wordt dat de Russen zich in vuur- en bajonetgevechten een weg banen. In den loop van een dag maakten de Russen 2500 man, w. o. 50 officieren gevangen, en ver overden zij 4 machine geweren. Duitsche kolonnes welke een aanval deden op de Russische stellingen op het front Rossokhaczow Koziuwka, werden met ontzettende verliezen teruggewezen. Een particulier bericht uit Peters burg zegt dat de toestaDd der Duit schers en Oostenrijkers in de Kar pathen kritiek begint te worden. Dit zou komen door de geweldige ver sterkingen welke de Russische gene raals den laatsten tijd ontvangen hebben. Het Duitsche bericht van den 23sten meldt dat de troepen welke Memel bevrijd hebben thans het dorp (Rus sisch) Crottingen bezet hebben. Ruim 3000 Duitschers welke door de Russeu gevangen genomen waren werden bevrijd. Aanvallen der Russen aan weers zijden van de Orcyz werden afge slagen. Van Duitsche zijde wordt ook nog gemeld dat de troepen welke strijden in het Opor-dal, Skole reeds voorbij getrokken zijn en oprukken tegen Drohobycz. Volgens de berichten uit Weenen duren de gevechten in de Karpathen, van af den Uszok-pas tot den berg kam van Koniecza, voort. Tijdens de laatste dagen werden bij de Russische aanvallen 3300 man gevangen ge nomen. Bij Wyzkow weiden de Russen uit hunne stellingen verdreven en werden 685 man en 8 officieren gevangen genomen. Volgens een bericht uit Athene hebben de bondgenooton bij hunne actie tegen de Dardanellen groote verliezen geleden. Het aantal dooden wordt op 2000 aangegeven. Vyf schepen zijn gezonken, vier ernstig beschadigd. De commandant van de „Inflexible" is door een granaatscherf gedood. De „Irresistible" ging vijf zeemijlen voor Dardanos ten gronde, de „Ocean" dertien zeemijlen van de stad. In de onderste ruimte van de „Inflexible" drong water binnen door gaten, die door de beschieting waren ontstaan, zoodat een deel der man schappen verdronk. De „Albiou" is lichter beschadigd; op dit schip wer den 60 man gedood. De „Suffren" heeft vele scheuren in het pantser en stoomt zeer laDgzaam. Volgens ditzelfde bericht zal het eskader voor de Dardanellen versterkt worden met de Fransehe super- dreadnoughts „Frauce" en „Courbet", de dreadnoughts „Danton", „Mira- beau", „Diderot" en „Condorcet", en 5 torpedojagers. Twee Engelsche linieschepen zijn reeds aangekomen. DeFransche schepon breugen een ver meerdering van het zware geschut. In totaal voeren zij 40 stukken van 30 c.M., 44 van 14 c.M. en 48 van 24 c.M. Van het Russisch-'!1 urkscbe gevechts terrein worden enkele gevechten aan de Turksche zijde van den Tsjoroch gemeld. De uitslag wordt echter niet Er is thans ook weer in de nabij heid van het Suez-kanaal gevochten. Een Engelsch bericht meldt, dat een Engelsche patrouille den 22sten, des morgens, een vijandelijke troepen macht ontdekte bij El Kubri (ten O. van Suez). De sterkte werd op 1000 man geschat. Een Engelsche troepen macht heeft daarop de Turken aan gevallen en verslagen. Zij zijn thans „Wat bedoelt u?" „Wel wat zou u ervan zeggen, als wü na het tooneelstuk nog eenige zangnummertjes lieten hooren. Het blijspel duurt niet lang, dus zal er nog wel ruimschoots tijd zijn voor enkele nummers". „Dat is een gedachte! Maar van waar zullen wij de krachten krijgen, die ons hierbij helpen moeten?" „O, dat is van later zorg, als ik maar bepaald op u rekenen kan". Ik ben gaarne bereid, als „Als uw echtgenoot hot goedkeurt". „O, daarvan valt niet te twijfelen, dat spreekt als het ware vanzelf". „Zou u er hem mee durven ver rassen?" „Zeker wel". „Goed laten wij hem er dan ook niets van zeggen. De personen zal ik wel in het geheim elkaar zoeken. We moeten ongeveer zes hebben". „U doet toch ook mee?" „Neen, mevrouw, en ik wensch zelfs, dat mijn naam zoo weinig mogelijk bij de geheele zaak genoemd wordt". ;Maar waarom verlangt u dat?" Chaumont zag een oogenblik voor zich neer, en antwoordde toen; „Be in vollen aftocht. De Duitsche gene raal Von Frauser en drie andere Duitsche officieren hadden den troep vergezeld. In Duitsch-Zuid-West-Afrika hebben de Unie troepen op 20 Maart Pförte- berg aangevallen. Na vrij hevige ge vechten werden do Duitschers ver slagen en lieten zij twee stukken veldgeschut achter, terwijl zij 200 man aan gevangenen verloren. Vervolgens werd een aanval gedaan op Riet, waarop de Duitschers terug getrokken waren. Ook hier behaalden de Unie-troepen de overwinning. De Duitschers moesten weer aftrekken, met achterlating van kanonnen, schietvoorraad en wapens. De val van Przemysl. De val van Przemysl is voor Oostenrijkers zoowel als Duitschers een zware slag. Voor de menschen die ingelicht waren, was het'reeds uitgemaakt dat de vesting moest vallen. Toch maakte de verovering van de stad in Berlijn een onaan- genamen indruk. Men had daar nog gehoopt op een ontzet. Het plan is ook overwogen, doch het werd opgegeven, daar het niet zeker was, dat het succes kon hebben. Wat wel vast stond, was dat het ontzet tende offers zou kosten. De stemming te Berlijn is echter niet pessimistisch. Men vertrouwt daar op den guustigen stand van den slag in de Karpathen, en is van oor deel dat de val van de vesting daar op van weinig invloed zal zijn. De Oostenrijksche berichten komen alle neer op het feit dat de stad niet is gevallen door wapengeweld, doch doordat er gebrek aan levensmiddelen begon te heerschen. De jongste uit val was een laatste wanhopige poging om zich door de belegeringstroepen heen te slaan. Ook in Oostenrijk is men van meening dat en val van Przemysl geen in vloed zal hebben op don loop der gebeurtenissen op het Oostelijk front. Door den veldmaarschalk aarts hertog Friedrich werd de volgende legerorder uitgevaardigd Na een heldhaftigen tegenstand van vier en een halve maand, waar bij de vijand onversaagd en hard nekkig, maar steeds weer tevergeefs stormaanvallen deed, waarbij hij ont zettende verliezen leed, en na het bloedige afslaan van zijn nog in don laatsten tijd en vooral op 20 en 21 Maart dag en nacht herhaalde po gingen om de vesting met geweld te nemen, heeft de moedige Ifezet ting, die nog den 19en met inspan ning van haar laatste krachten een poging deed om den ijzeren ring om de vesting te verbreken, door den honger gedwongen en na vernieling van alle werken, bruggen, wapentuig en munitie de ruïne van Przemysl aan den vijand overgegeven. Wij brengen den onoverwonnen helden van Przemysl onzen kauie- raadschappelijken groet on dank. Zij zijn bedwongen door de natuurkrach ten en niet door den vijand. Zij blij ven ons een verheven voorbeeld van trouwe plichtsbetrachting, tot de uiterste grenzen van menschelijke kracht. De verdediging van Przemysl zal te eeuwigen dage een schitteren de bladzijde blijven in het geschied boek van ons leger. In gelijken geest spreken de offi cieele Oostenrijksche mededeelingen. De bladen uitten echter hun diep leedwezeu over den val, hoewel zij overtuigd zijn, dat de bezetting haar taak vervuld heeft. Immers 4£ maand hield zij een groote Russische macht vast, welke op andere punten van het front gewichtige diensten had kunnen bewijzen. Een Russisch bericht maakt mel ding van een legerorder van den bevel voerenden genoraal te Przemysl, Kusmanek, gegeven voor den uitvai uit Przemysl. Hierbij wekt hij de soldaten op met alle krachten en inspanning te trachten den ring van vijanden te doorbreken en zich een weg te banen naar hst veldleger, dat in vele zware gevechten tot dicht bij de vesting had weten te komen. De soldaten werden van levensmiddelen voor 5 dagen voorzien. De oostelijke richting werd voor den uitval ge kozen, omdat men daar de Russen het minst sterk dacht. Echter was reeds vroeger gebleken, dat de Russen Przemysl met een on verbreekbaren ring van vesting werken omgeven hadden. De laatste uitval van het garnizoen mislukte dan ook, evenals alle voorafgaande. Een daarop volgende aanval der Russen werd echter toch nog afge slagen. Ondertusschen werden voor zoover mogelijk de verdedigingswerken door opblazing vernield, evenals de kanon nen, magazijnen en het station voor dvaadlooze telegrafie. Maandagmorgen vroeg begaf een parlementair zich naar het Russische hoofdkwartier, om over de voorwaar den der overgave te spreken. Van Oostenrijksche zijde wordt verklaard, dat de bezetting slechts uit 25,000 man bestond, en het Russische insluitingsleger uit 50, 80,000 man. Een bericht uit Peters burg deelt echter mede, dat volgens een opgave van den bevelhebber dei- stad, zich hebben overgegeven9 generaals, 93 hoofdofficieren, 2500 officieren en ambtenaren, en 117,000 man. Dat het aantal zoo groot is geworden, is mogelijk wanneer men de geschiedenis van de belegering nagaat. Na het eerste ontzet moest de vesting dienen tot dekking dei- nieuwe troepengroepeering tegenover de sterke Russische strijdkrachten. De wegen in Galicifi geraakten in slechten toestand, zoodat de vele gewonden, welke naar het binnenland gezonden moesten worden, in Prze mysl bleven. Daarna ging de militaire beteeke- nis van de stad snel achteruit. In de laatste week van Jan. werd het garnizoen opnieuw teleurgesteld. Men hoopte ontzet te zullen worden door het leger dat trachtte den Rus- sischen linkervleugel in te drukken, wat echter niet gelukte. Na den laatsten uitval bleef de bezetting, welke reeds, door honger en ziekte geleden Batf, niets over dan de capitulatie. Weer Zeppelins boven Parijs. Maandag werd de stad tot tweemaal toe gealarmeerd omdat Zeppelins op weg waren naar Parijs. De eerste Zeppelin bracht het echter niet verder dan tot Villers Cotl'rets, waar hy een bom liet vallen. Om 11 uur s'avonds werd de stad ten tweede male gealarmeerd, daar in het Oisegebied twee Zeppelins waren gezien, een varend in de rich ting van Amiens, de andere in de richting van Compiegne. Tot een be zoek aan Parijs zijn zij niet gekomen. Ondanks de waarschuwingen der Politie verdrong in Parijs het volk zich op straat. De nieuwsgierigheid schijnt dus grooter te zijn dan de angst. Van Fransehe zijde wordt nog medegedeeld dat als antwoord op den tocht naar Parijs door do Zeppelins, Fransehe vliegers op Zondag en Zon dagnacht bommen wierpen op 16 spoorwegstations in Belgie, Elzas en Freiburg in Breisgau, en op verschil lende vliegkampen, kazernes en muni- tiebevgplaatsen van de Duitschers. Op Zee. De nieuwe Duitsche blokkademethoden. Londen, 23 Maart. De „Daily News" merkt op, dat do aanvallen op de Nederlandsche schepen blijkbaar een_ wijziging beteekenen in de Duitsche blokkade-tactiek. Het opbrengen van schepen naar Zeebrugge is zeer zeker een verbetering tegenover het oor- Advertantiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen ven 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent spaar mij de verklaring hiervan, me vrouw. Er zijn in Reims booze ton gen, die ook den onschuldigsten om gang verdacht trachten te maken. Maar laten we daar niet over spre ken, ik zal even goed mijn krachten aan de za3k kunnen wijden, en, naar ik hoop, niet zonder nut. Maar, kfjk eens, men gaat al aan tafel en mijnheer Descamier komt al, om u naar uw plaats te brengen. Nu, tot wederziens, mevrouw!" Chaumont boog en de ritmeester, die genaderd was, bood mevrouwde Ch&teauneuf den arm. De heer Des camier vond, dat zijn dame bijzonder verstrooid was aan tafel. Ook luite nant de Sainte Clairo kostte het veel moeite om met zijn buurvrouw in gesprek te blyven. Het onderhoud, waarvan hij zon der opzet getuige was geweest, maakte hem nadenkend. Vaker dan anders keek hij oplettend naar Chau mont. „Iets vertrouwbaars heeft zyn uiterlijk eigenlijk niet," vond hij. Na het souper verliet hij spoedig de officierenclub. Wat zou bij doen, naar huis gaan, of nog een wandeling maken, om zijn hersenen wat tot rust te brengen? Hij besloot tot het eerste en begaf zich naar zijn woning. Tot zijn groote verbazing bemerkte hij, dat zijn oudste broeder Jacques daar op hem wachtte. Hij dacht eerst, dat zijn broeder hem met verwijtingen zou te gemoet komen, omdat hij de bevordering had aangenomen en in dienat zou blijven. Maar hij zou wel spoedig vernemen, wat de werkelijke reden van zijns broeders komst was. „Ik breng een slechte tijding," zei deze: „Er is sprake van, dat wij Vignolles kwijt raken". ^Kwijtraken?" herhaaldeRudi ver wonderd, „aan wien en waarom?" „Aan een jongen, die beweert, de zoon van onzen overleden oom Louis te zijn". „En de beide kinderen zijn by den brand ©ingekomen!" zei Rudi. „Jawel, maar dat is eigeniyk nooit heelemaal bewezen. De lijken zyn nooit gevonden," antwoordde Jacques. „En nu beweert men, dat zij beiden nog in leven zijn. Maar het is wel mogeiyk, dat er niets van waar is. De geheele zaak schynt uit te gaan van Orleanisten. Men wil ons uit- noodigen tot een samenkomst. Zij willen zoker gaarne de zaak in der minne geschikt zien. Zij zeggen niets bepaalds en geven alleen geheimzin nige aanduidingen. Wat denk jy daarvan „Nu, als zy bewyzen kunnen, dat de jongen werkeiyk de zoon is van oom Louis, dan moeten wy hem Vig nolles overgeven". „Ja, dat vind ik ook. Zeg, heb jy wel eens gehoord van iemand, die Lutin heet?" „Lutin? Neen, wie is dat?" „Ja, ik hoorde vertellen, dat hy het slot in brand zou hebben gesto ken uit weerwraak tegen oom Louis. Toen die Lutin nog grenswachter was, heeft hy met smokkelaars sa- spronkelijke plan om neutrale schepen met de bemanningen in den grond te boren, hoewel uit het feit dat op een ander Nederlandsch schip bom men zijn geworpen biykt dat het oor spronkelijke plan toch niet geheel is opgegeven. Maar, voegt de „Daily. News" hieraan toe, het is duideiyk dat het nieuwe plan alleen kan wor den uitgevoerd door grooter en krach tiger schepen dan onderzeeörs, zoodat het moeilijker en gevaarlijker is. Een passend antwoord zal zeker te gele gener tyd worden gegeven. Voorloopig zijn de resultaten van do nieuwe methoden, tenzij men 300 ton eieren een voldoende belooning acht, niet veel indrukwekkender dan die tot dusver met de meer brutale methoden verkregen. Blokkeering van Zeebrugge. Volgensde„Tyd"kruisenreedssinds Zondagmogen vroeg Engelsche oor logsschepen voor de haven van Zee brugge. Waarschljniyk is dit een ant woord op het aanhouden en opbren gen van koopvaardijschepen en be- teekont hot een blokkeering van de haven van Zeebrugge. Getorpedeerde schepen. Londen, 23 Maart. De stoomboot „Concord" van Whitby is bij het lichtschip „Royal Sovereign" getor pedeerd. De bemanning van 26 kop pen is te Dover aan land gebracht. Oostenrijk en Italië. De afstand van het land van Trente zal voor Oostenrijk een hard geval zijn. De Weensche corresp. van de „N. Rott. Ct." schryft hieroverReeds sedert eeuwen staan de Kroonlanden onder het huis Habsburg. Overal in het Italiaansch sprekende Tirol waren groote verdedigingswerken opgericht. Sedert maanden waren daar allerlei versterkingen bygemaakt, zoodat het land onneembaar geacht werd. En dit alles zal nu aan de Italia nen worden overgegeven. Dat weet reeds iedereen. Maar de censuur houdt de besprekingen van den af stand uit de bladen. Men zegt, dat om een eervollen schyn te behouden de afstand zal ge beuren door afkoop van spoorwegen en rijksbezittingen. In Weenen heeft men er zich reeds in geschikt. De oorlog vraagt immers veel grooter offers. Het land van Trente wordt bewoond door 850,000 Italiaansch sprekende bewoners. Behalve het land van Trente wordt echtor ook het land aan den rechteroever der Isonzo ver langd. Tegen den afstand vaa dit stuk bestaan bezwaren wegens de spoorlijn van Salzburg naar Triest. Echter is de opgewondenheid in Italië zoo groot, dat het wel afgestaan zal moeten worden. Te Milaan werden de Duitschers zelfs uitgejouwd omdat ze Duitsch spraken, en in een alge meen bij vreemdelingen bekend hotel werden zy verzocht heen te gaan. Maar Milaan is ook altijd Fransch gezind geweest en heeft veel van de Oostenrijkers te ïyden gehad. Het meest moeilijke is echter, zoo zegt de corresp. dat Italiö 5 pooten aan een schaap wil hebben. Het wil door afstand van grond oude veeten begraven en weer vriend worden of er niets gebeurd is. Wegens de Adri- atische zee zou het de politiek dei- Entente willen voeren en wegens de Middelandscbe zee die der Alliantie. Het wü alzoo twee vliegen in een klap slaan, maar of het lukken zal? Men zal zich mogelgk in Oostenrijk over den afstand heen zetten, maar zeker zal de wrok achterbiyven. Badtrelnen. Naast hospitaaltremen heeft het Duitsche legerbestuur nu een trein laten inriebten, die bestemd is om de manschappen in de gelegenheid te stellen zich schoon te houden. Wat, met het oog op de ongedierte- plaag, en de daaruit voortvloeiende gevaren voor besmettelijke ziekten, een noodzakeiykheid was geworden. Thans is de eerste badtrein naar het oostelijke oorlogstooneel vertrokken. De trein bestaat uit twee water- wagens met tezamen 50,000 Liter inhoud, verder uit twee badwagens met dertig douches, twee kleed wagens, vier magazijn wagens voor schoon ondergoed, één magazynwagen voor de uniformstukken, die uitgetrokken worden of gedroogd moeten worden, twee ontsmettingswagens en één wagen voor huisvesting van het personeel. De trein wordt getrokken door twee locomotieven, die tege- lykertyd de wagens verwarmen, het badwater koken en den stoom leveren voor hot drogen van het goed. Binnen den tijd van tien uur kunnen niet minder dan 1200 man een douche nemen, terwyi in dien tusschentyd bun ondergoed en uniform volkomen worden gedroogd. De trein is in do werkplaatsen van de Staatsspoor te Weenen gebouwd. Binnenkort komen er nog twee treinen gereed, die de soldaten te velde zullen helpen in den strijd tegen het ongedierte en de besmetting. Ook met de badtreinen hebben de Duitschers de Russen dus nagevolgd. Men weet, dat deze laatste reeds in het begin van den oorlog badtreinen aan het front hadden. Uit Servië. Sir Thomas Lipton, teruggekeerd van een sanitaire expeditie in Serviö, heeft over den toestand in dat land het volgende verteld Overal woedt de typhus. Niemand, van welken leeftyd ook, i8 voor deze ziekte immuun. Ik bezocht een hos pitaal, waar 12 Amerikaansche ver pleegsters werkzaam waren 9 hadden typhus. Een Amerikaansche dokter, die me op het station te Gevgeli ontving en me de plaats liet zien, was, toen ik hem een paar dagen daarna wilde opzoeken, overleden. Ofschoon men in heel Servië op elk gebouw van eenige beteekenis de Roode Kruisvlag waaien ziet, is de hospitaalgelegenheid geheel buiten verhouding met het getal patiënten. Ik heb menschen aan den weg zien zitten huiveren, die te zwak waren om naar het ziekenhuis te loopen. Deze zyn overvol en menigen typ husiyder werd de deur gewezen om onder den blooten hemel te sterven, aangezien er zelfs op den vloer geen plaats voor hem was. In geen enkel hospitaal heb ik een vrouw gezien. Hoevele zullen in hun huizen zyn ge storven! De gezondheidstoestand in Servie is afscbuweiyk. De normale bevolking van Nisj telt 15,000 tot 20,000 zielen. Thans zyn 100,000 menschen in de stad opgepropt. HERMAN NYPELS HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hearsn. Zoor doelmatig. De goederen blijven het eigendom van den geabonneerde. Ona tarief wordt U op aanvraag on- mlddalijk toegezonden. woond worden. Aan het begin dier ry kamers bevindt zich de eetzaal, in welke ook andere ondoroffleieren, doch aan afzonderlijke tafels, eten. Ligt er een oorlogsschip op de worf, dan heb ben de onderofficieren van dat schip hunne aparte menage, die van boord aan den wal gebracht wordt. Zij nut tigen hunne mualtyden in de gezamen- lyke eetzaal, doch afgescheiden vau de anderen en hebben hun eigen gerei. Zoo is het ook met den torpedod ienbt. Mocht de oorzaak der ziekte dus liggen in de voedingsmiddelen, dan is het begrypelijk dat alleen de onderoffi eieren van laatsgenoemden dienst ziek werden, doch dit strydt weer tegen het feit, dat slechts een gedeelte hun ner ziek werd en niet allen. Er zyn daar nog 26 collega's die volkomen gezond zyn gebleven. Meu staat dus voor een zeer duister geval. Intusschen worde alles gedaan wat gedaan kan worden, om de besmet ting tegen te gaan. Er liggen thans 13 onderofficieren van den torpedodienst met de go- noemde ziekte in hetbospitaal. Hun toestand is zeer bevredigend. Sedort de ziekte by hen hare intrede deed, zyn er 3 overleden. Een dirigeerend officier van gezond heid van de marine te Batavia zal naar Soerabajra vertrekken, om in verband met de ziekte een grondige inspectie te houden. Het „Bat. Nbld." verneemt, dat de Indische regeering aan de Holland- sche dringend verzocht om de uitzon ding van 5 luitenants ter zee eerste klasse. Uit de mail. In verband met de gevallen van dysenterie, speciaal voorkomende on der de onderofficieren van den torpe dodienst te Soerabaya en het zonder linge verschynsel dat geen der onder officieren van andere categorieën wordt aangetast, houdt nog steeds het gerucht staande, dat er toch iets by- zonder» achter zit, al wordt het woord „vergiftiging" niet zoo boud meer uit gesproken, schryft het „Boer. Handbl." Ofschoon er dan ook van vergiftiging absoluut geen sprake is, daar het bacteriologisch onderzoek, doordr. Pyi ingesteld, met volkomen zekerheid heeft uitgemaakt, dat do patiënten aan dysenterie lijden, moet er toch een tot nog toe onopgehelderde oor- ak zijn, die de ziekte teweeg brengt. Om die oorzaak te vinden is er, geiyk men weet, een commissie be- uoeipd. Tot dusver echter heeft het onderzoek dezer commissie tot geen resultaten geleid. De onderofficieren van den torpe dodienst zyn gehuisvest op de Marine- wert in een gebouw, bestaande uit een reeks van aan elkaar grenzende kamers, die uitsluitend door hen mengewerkt. Nu heeft oom Louis, dat bekend gemaakt en Lutin werd gestraft wegens grof plichtsverzuim. Hy zei, dat Oom later nog wel eens aan hem denken zou. Daarna ia hy uit den omtrek verdwenen en men heefc hem nooit meer gezien. Ik heb dit pas kort geleden vernomen. Vroe ger heb ik den naam Lutin nooit ge hoord. Heb je niet toevallig eens die naam hier in Reims hooren noemen Neen, maar we kunnen wel eens in het adresboek kijken, of hier iemand woont, die zoo heet". .Rudi schelde zijn oppasser en liet hem een adresboek halen. Do broeders staken intusschen een sigaar aan en rookten zwygend voort, tot de oppasser hun het gevraagde bracht. Rudi nam het boek aan en begon er in te bladeren. „L-Lubagne," mompelde hy. „Hier, waarachtig, Jacques, kijk: Lutin, Jacques, gepensionneerd grenswach ter, en Lutin. Magdalena, wasch- vrouw". „Waarachtig," riep Jacques, het staat er. KrommegangWeet jy waar die is?" „Nu, wacht eens even," antwoordde Rudi. „Neen, ik geloof hot niet. Maar we kunnen even kyken op den plat tegrond. Hm, ja, dat dacht ik wel, aan den overkant van de rivier. Dat is een armoedige buurt, hoor". „Nu, wat geeft dat? We konden er best eens gaan kijken. Wie weet, wat we daar nog aan do weet ko men. We konden nu wel heengaan. Maar dan moeten we ons eerst ver- kleeden. Heb je hier soms wat oude burger kleereu?" „Ja, zeker. Wacht maar "eens even I" Rudi haalde eenige oude jassen en broeken voor den dag en nu zoch ten beide broeders, wat hun daarvan paste. Spoedig waren ze daarmee ge reed. „Voor alle zekerheid moesten we naar een wapea meenemen." vond Rudi. „Ik heb hier nog een Hinken stok, die van onder met yzer besla gen is". „Nu, dat is wel voldoende," zei Jacques. „Laten we nu dus maar gaan". De beide broeders togen op weg en idden al spoedig de Krommegang bereikt. Maar tot hun teleurstelling bemerkten zy, dat de vroegere huur ders verdwenen waren. Een buurvrouw wist hun to ver tellen, dat de oude Lutin met zyn zoon en zijn dochter plotseling ver dwenen waren. De zoon moest by een voornamen heer in dienst zyn. Maar de dochter, was weer even plotseling teruggekomen als ze ge gaan was. Ze zei, dat haar vader ge storven was. De oude moet haar be paald een aardig sommetje nagela ten hebben, wat Lena leefde tegen woordig heel royaal. „Weet u ook, waar die juffrouw nu woont? vroeg Rudi" „Neen, dat woet ik niet," ant woordde de buurvrouw. „Maar zy komt altyd in de kroeg hier om den hoek. Daar is ze de geheelen dag te 1 vindeg, want eh de vrëuw be sloot oogknippend haar mededeelingen door met een welsprekend handge baar duideiyk te maken, dat Lena Lutin niet afkeerig was van een glaasje. De beide Sainte Claire's zochten de kroeg op, bestelden twee brande- wyntjes en keken eens rond. Niemand nam van hun notitie. Men scheen hen te houden, voor wat ze wilden voorstellen, gewone arbeiders. De kasteleines kwam met het vraagde aan. Rudi gaf haar een franc cn vroeg zacht: „Komt hier Lena Lutin wel eens?" De kasteleines knikte. „Zij kan zelfs ieder oogenblik hier komen," zei ze. „Wy zouden haar graag eens wil len spreken". „Goed. Als zy binnenkomt, zal ik u wel een teeken geven. Ga dan maar in die kamer, daar. Ik zal haar dan wel bij u sturen". De broeders behoefden niet lang te wachten. Nauweiyks zat de kaste leines weer by het buffet of de bui tendeur werd geopend. Een groote plompe vrouw iu een verschoten zy- den japon en met een rood opgezet gelaat kwam binnen. De kasteleines zag de Sainte Claire's aan en gaf hun een knipoogje. De broeders gingen in de kamer, die hun gewezen was, en werden spoe dig daarop gevolg door Lena Lutin. „Wou u my spreken, heeren?" vroeg zy, van den een naar den ander kykend. Rudi had zyn broeder veracht hem Ingezonden Mededeeling. BINNENLAND. Stuurlledtn-examens. 's-Gravenhage. Geslaagdgroote stoomvaart tweede stuurman de hee ren H. Kolk, A. J. ten Tye; sleep vaart de heer A. H. van Zijl. Onrust. Men meldt uit Utrecht: Sedert eenige dagen schijnt er onder de soldaten van het garnizoen alhier eenige ontevredenheid te bestaan over enkele maatregelen, welke genomen zyn in bet belang der discipline en over het verbod om zich zonder het gewone verlof van bun standplaats te verwyderen. In Utrecht liggen thans veel soldaten uit Rotterdam, die zich Zondagsmorgens zonder ver gunning van de militaire autoriteiten naar Rotterdam begaven en dan avonds terugkeerden. Dit nu is ver boden geworden en wekt ontevreden heid. Hetzelfde is het geval met de hand having van de discipline. Zoo wordt meer gelet op het salueeren der meerderen enz. Nu schynt men 'n- avond van plan te zyn geweest eene demonstratie te houden voor den generaal. Een aantal soldaten ver zamelde zich op het Vredenburg en trok van daar in groepjes door de aangrenzende straten. Tot een feite- teiyke demonstratie is het echter niet gekomen, maar het was zeer woelig in het centrum der stad, daar een groote menigte nieuwsgierigen, waar onder tal van jongelieden, zich op het Vredenburg byeen hoopte. Te tien uur was hot grootste deel der sol daten, die zich in de stad bevonden, alweer naar de kazerne teruggekeerd zonder dat er iets van belang was voorgevallen. De politie en enkele marechaussees moesten daarna enkele keeren bet publiek op het Vredenburg uiteenjagen. het woord te laten, en daarom zeide hy: „We zouden graag iets van u hooren over een zaak, die uw over leden vader betreft". Lena liet zich op een stoel neer vallen en zeide: „Ja, heeren, als u daarover wil spreken, daar kan iku heelemaal mets van zeggen". „Ook niets van uw broer?" „Een broer? Die heb ik niet". „Heb u die niet? En de heer, by wie hy in dienst is, heeft ons ge zegd, dat hy uw broer was," zei Rudi, op goed geluk de mededeeling van do buurvrouw gebruikend. „Zoo? Is hy nu weer miju broer?" zei de vrouw lachend. „Nu goed, hy is myn broei". „Dat verandert dus, al naar die heer het goedvindt?" vroeg Rudi. „Och, ja!" zei Lena. „Als u dien duivel met zijn grooten neus en fon kelende oogen kent zal u ook begry- pen, dat ik doen moet, wat hyzegt. Maar wat wil hij dan nu weer? Want u komt dan zeker uit zyn naam". „Neen, hy weet er niets van, dat wij hier zyn," antwoordde Rudi. „Nu, wat wil u dan van my, als u niet uit zijn naam komt?" vroeg Lena verwonderd. Wy willen .u van hem bevrijden antwoordde Rudi. De vrouw keek de broeders met groote ooogen aan. Toen riep ze, heesch lachend: „Ha, ba. Dat is niet (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1