HELDERSCHECOURANT Op Duistere Paden. VOORHEEN GENAAMD T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. No. 4447 DONDERDAG 1 APRIL 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct.f franco per post 80 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Broote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 21 cent Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde ab- bonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad le kwartaal 1915 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 3 April a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/a cent beplakt te worden. Men gelieve er rekening mede te houden, dat de prijs van het Zondags blad thans f 0.521 per 3 maanden is. DE WEEK. 30 Maart. Er zijn in de jongste weekperiode oogenblikken geweest, waarop men- schen, die niet wilden gelooven dat wij „aan den vooravond van den oorlog" stonden, door sommigen voor lichtzinnige dwazen werden ge houden; voor lieden, die „ziende blind" waren; die aan zotte struis vogelpolitiek deden... Misschien zult ge mij niet geloovendenken, dat ik bezig ben een 1 April-vischje los te laten (zouden ook dit jaar de „poissons d'Avril" rondzwemmen I wanneer ik U, in vollen ernst toch, verzeker, dat er heetgebakerde Angstmeier's waren, die zich reeds op 't moment, dat ook in Patria de poppekens aan 't dansen zouden gaan, - voorbereidden. Een portie kaarsen in huis namen tegen dat de gasfabriek zou zijn „opgeblazen". Bezoek aan den kelder brachten, en overlegden, hoe zij met hun-zoovelen daar zouden bivakkeeren, onderwijl de 40 c.M.-mortieren dood en verderf over de stad zouden uitbraken. En toen de waarschuwing, door de Hel dersche autoriteiten gepubliceerd, wereldkundig werd, steeg de angst stemming bij sommigen tot iets, aan paniek grenzendHoe weinigen toch - bedacht ik meermalen in de jongste dagen - zijn van het hout, waaruit men bestuurders, regeerders heeft te snijden Alsookwat zou er van het arme vaderland worden, indien de op het kussen-gezeten mannen zich lieten overbluffen door dreigend- en onheil spellend schijnende gebeurtenissen I... Zoo ooit, dan is nu „een koel hoofd" noodig voor hen, op wie verantwoor delijkheid drukt. De verschillende voorvallen van aangehouden Neder- landsche schepen is nog gevolgd door het verongelukken van de „Amstel", van de Rotterdamsche firma Yan Es, op weg naar Qoole. Het stoomschip waagde zich midden in hetDuitsche mijnenveld. Hier geldt dus het: „tu l'as voulu, Georges Dandin En er rijzen - ten opzichte der andere gevallen zekere „dubia", vragen. Was de Duitsche aanval tegen de „Mecklenburg" inderdaad gericht tegen het Engelsche schip de „Teal" En staat 't wel zoo vast, dat de „Medea" enkel en alleen sinaasappeltjes, dood onschuldige ver snapering, aan boord had, of was er ook wel degelijk contrabande?... Reeds het stellen der vraag geeft recht te veronderstellen, dat onder zoek in die richting gemotiveerd is. De op winst belusten, die hetzij met in tabak verpakte rubber of met tienduizend andere soorten van con trabande knoeienniet wenschend in rekening te brengen het gevaar, waaraan zij land en volk blootstellen, ik heb reeds vroeger opgemerkt, dat zij er in de dagen van Hille Babbe, de Haarlemsche heks, even goed (of even slecht, liever gezegd) waren als nu, tijdens de wereldbrand in de twintigste eeuw Heer Jan Publiek heeft zich sinds Augustus '14 zeker ook van zijn goede, beminnelijke zijde leeren kennen. Maar impressionabel, en lichtgeloovig, voor indrukken van het oogenblik vatbaar dat Z.Ed. is 't Behoeft waarlijk niet de oud-traditioneele fopdag van 1 April te zijn om hem „er in te laten vliegen". Het eerste Parijsche sensatie blad 't beste be hoeft bijv. eene „tastbaar-onzinnige malligheid" de wereld in te sturen als dat Nederland met de Vereenigde Staten een soort, van of- en defensief verbond heeft gesloten tot „gemeen schappelijke bescherming van de Koloniën", of Jan neem 't aan als een geloovige Muzelman den Koran En dan bespiegelt hij verder, hoe „wij samen met Uncle Sam den Japan ners wel mores zullen leeren", en er uit den wereld-oorlog een ook uit militair oogpunt te duchten Groot- Nederland zal worden geboren. Intusschen geven onze mannen- van-Staat het voorbeeld van rustig- bedachtzaam beleid. En de Koningin heeft, bli haar niet-officieel bezoek aan de hoofdstad, van haar kant getoond zoo diep te beseffen, dat 't nu een tijd is voor ernstige plichts betrachting, zich geven aan bet alge meen belang; niet slechts voorhoof- schen praal. Inderdaad, nieuwe toestanden en opvattingen zullen uit deze periode ontstaan. De Koningin heeft, tijdens haar verblijf te Amster dam, met personen uit allerlei maat schappelijke sfeer gesprekken gevoerd over allerlei onderwerpen; onaange meld scholen, tehuizen, enz., bezocht. Zooals iemand dat pleegt te doen, die werkelijk wil nagaan, onderzoe ken. Gebroken is met den ouden „Adat", die wilde dat de schitterende hofstoet nu en dan door de stad draafde; hier en daar even toevend; terwijl dan werden gesproken niets- beduidende woorden; werd gedaan alsof de Vorst zich „liet inlichten", terwijl buigingen, glimlachjes, stereo- tiep-bekende betuigingen van dank en van „voldoening" werden gewis seld. 'tWas, voor de massa, als een zonderlinge droom van weelde en praalVan goud en uniformen- geschitter. En zelfs het gejuich was, voor een deel althans, iets „wat er zoo bij behoorde". Bij dit niet-officieel Koninklijk bezoek: geen praal,maar zeer sobere eenvoud. Men krijgt den scherpen indruk, dat 't H.M., en ook den Prins niet te doen is om „repre sentatieve schittering", slechts afmat tend op den duur en geenerlei diepere impressie achterlatend. Maar werke lijk en met de daadom nuttig te zijn voor allerlei belangen, die speci- ciaal in deze dagen moeten worden behartigd. Daardoor wordt de oude formule„dat de banden tusschen Volk en Vorst hechter zijn geworden", een levend woord, geen zinledig en bedriegelijk, vleierig zinneken 1 Tijden, als waarin wij nu leven, ze geven aan velen kostelijke ge legenheid om zich van hun beste zijde te leeren kennen. En voor ande ren het percentage van deze soort is, helaas, niet zoo gering als 't wel behoorde te wezen I, om dingen, waarvoor zij zich in normale tijden allicht zouden schamen, nu „op den oorlog te gooien"Als een afdoend excuus, als een uitvlucht. Gelijk de Haagsche freule, die begin Augustus jl. kwitanliön onbetaald van haar deur zond met de boodschap „na den oorlog terugkomen 1" nog steeds navolgers en -sters vindt. Wij hebben vernomen, dat het Amsterdamsch Concertgebouw zijn jongste jaar-gestie sluit met een nadeelig saldo van ruim een halve ton gouds. En de vermindering van het ledental houdt al-maar aan. Onze geniale dirigent Willem Mengelberg geeft hier een schitterend voorbeeld door tienmaal- voordeeliger aanbiedingen, hem ge daan, van de hand te wijzen en het Concertgebouw getrouw te blijven. Bij hoevele „bedankjes" is de „onver- mijdeiyke bezuiniging" ook hier slechts uitvlucht En wat bl(jft er, in de realiteit der dingen, over van de dweepende liefde voor Thalia's kunst, in het hart van zoovele kwasi-melo- FEUILLETON. manen heetend te blaken?In trouwe, de oorlogs-misère draagt er toe bij, dat velerlei maskers van vele aangezichten neerstorten I Gelijk rdeds lang vóór deze periode de op 62-jarigen leeftijd het Katholiek deel der Haagsche geloovigen ontval len pastoor Wittert van Hooglanden, de groote philanthroop, die ook buiten den kring zijner geloofsgenoo- ten verspreider van vele weldaden was, zoo menigmaal de grenslijn tusschen waarachtige en geveinsde philanthropie wist te trekken. Het „afrukken van maskers" heeft steeds iets tragisch, schokkends. De ont goocheling, teleurstelling ontroert onwillekeurig, Is 't ook zoo gesteld met de „ontsluiering" inzake het anoniem geschrijf, aan Kapt. Bouw man, van de Kon. Mil. Kapel der Grenadiers en Jagers, iade residentie, toegeschreven? Er is een „plainte" gaande. De schriftkundigen komen in de weer. Er is „schandaaltje"- prima klas geboren. Eene uitkomst voorde ontelbare „leestafel strategen", over wie ik 't meer had, om te verpoozen van hunne krijgskundige bespiegelingen en ontboezemingen in de pauze, liggend tusschen tijding, die hen den „straks-komenden" oorlog als „onafwendbaar" doet decreteeren (men leze hierboven I) en het eerst volgend, even onbekookt-toegelicht „dreigend nieuwtje" Mr. Antonio. DE OORLOG. De algemeene toestand. Ongeveer acht maanden duurt nu de strijd, en evenmin als het einde te voorzien is, kan men nagaan op welke wijze de geallieerden of de bondgenooten kunnen komen tot het einddoelde overwinning over de vijandelijke legers. In Frankrijk staan nu sedert half September de beide troepenmachten tegenover elkaar in linies, die zonder groote wijzigingen, men zou baast kunnen zeggen onveranderd, blijven, al wordt er ook telkens ontzet tend gevochten. In Oost-Frankrijk, van St. Mihiel tot de Vogezen, zijn de beide partijen bijna niet van positie veranderd. En het schijnt zelfs, of in dat gebied de aanvallen van de Duit sche troepen, hoe hevig ook, meer afhangen van de persoonlijke bevelen van commandeerende officieren, dan dat naar een algemeen, weloverlegd plan wordt gehandeld. Het doel, door de Fransche vestinglinie heen te bre ken, is nog steeds niet bereikt, en bet schijnt wel of dat doel vooreerst niet, zooal ooit, zal worden bereikt. De militaire correspondent van de „Times" zegt: Belfort, Vesoul, Epinal, Toul, Verdun zijn even schotvrij als Bordeaux of Monte Carlo. Geen dier plaatsen is in het bereik van het Duitsche geschutvuur. Maar ook de Franschen zijn in die streek volstrekt niet vooruitgegaan. Zij hebben zich, ook al werd hier en daar aanvallend opgetreden, bepaald tot het strategische defensief. Zij hebben sedert half September de Duitschers tegengehouden. Pont-ö, Mousson daarentegen is her haaldelijk beschoten. Maar ook daar is de positie in 't algemeen niet ge wijzigd. Het bosch Le Prétre was in dit deel van het gevechtsterrein een veelbestreden terreinvoorwerp. Hoe vaak het van de eene hand in de andere overging, is niet meer te zeggen thans is het weder in handen der geallieerden. Maar de strijd om dit bosch heeft zware verliezen ge kost, en iedere duimbreed gronds moest met groote voorzichtigheid worden genomen, als gevolg van het ingewikkelde systeem van mijnen, aangelegd door de sappeurs uit Metz. Ook in het bosch van Parroy, bij Badonviller en Blamont, zijn de stel lingen in hoofdzaak als half Septem ber, al zijn op enkele plaatsten de Fransche voorposten iets vooruit ge- 26) „Daar hebben jullie waarachtig een aardige verrassing uitgedacht," riep Ghaumont tot zijn vriend de Chateau- neuf, die niet ver van het tooneel tusschen de toeschouwers stond, en hij klopte hem vertrouwelijk op den schouder. „Wij?" vroeg de luitenant. „Ik hen even verrast als jij „Och kom! Dacht je soms, dat ik zou gelooven, dat het plan van je vrouw voor jou geheim was? Maak dat nu een ander wijs!" „Maar het is toch zool Mijn woord er opl Ik wist er absoluut niets van, on" voegde de Chateauneuf er zacht- jeB aan toe „dat spijt me genoeg." „Alle respect voor je vrouw!" zei Chaumont, die de laatste woorden van zijn vriend niet scheen te hooren. „Zoo iets in elkaar te zetten is geen kleinigheid. ZU zal van de Boncourt wel een krachtigen steun ontvangen „Van dien vervloekten muzikant gaat misschien wel het geheele plan uit," bromde de luitenant. „Dat kon wel," stemde Chaumont toe. „Het streelt zijn Ijdelheid om zich tijdelijk met je vrouw te kunnen vertoonen." De Chateauneuf liet een verwen- sching hooren. Het gordijn viel en een daverend applaus weerklonk door de zaal. „Wat beschouwde die Georg Brown zijn witte dame met verliefde oogen," zei een officier, die dicht bij deChft- teauneuf stond. „Ze zagen er allebei als verloofden uit," antwoordde een ander. De Chateauneuf keerde zich driftig om. Hy was doodsbleek en in zijn oogen lag een onheilspellend vuur. „Wat scheeltje Waar wil je heen vroeg Chaumont, hem bij den arm grijpend. „Ik wil aan die dwaasheid daar een einde maken," knerste de luitenant. „Ik verzoek je bedaard te blijven," fluisterde Chaumont, terwijl hij hem tegenhield. „Meen je soms, dat ik mij zoo laat beleedigen?" vroeg de Chateauneuf met van toorn bevende stem. „Zich openlijk als minnend paar to vertoonen, zoo'n brutaliteit gaat toch alle perken te buiten." „Doe later, wat je wil," fluisterde Pierre, en zijn hand omklemde nog vaster den arm van den luitenant. „Maar maak nu geen openlijk schan daal! Bedwing je tot de voorstelling afgeloopen is." De Chateauneuf liet zich tegen houden en toen nu het tooneelgordljn weer werd opgehaald, fluisterde Pierre hem toe: „Zie je, nu is je vrouw er niet eenB bij." Maar de Boncourt ook niet," Biste de luitenant." „Als zij zich niet met gaan. Daarentegen hebben bij Celles en Marmont en ten zuiden van Seno- nes de Duitschers ietwat terrein ge wonnen, door hevige aanvallen op de Fransche linies. Epinal en Belfort zijn nog in staat van beleg. Maar het geheele terrein om die beide vestingen, tot aan de vooruiigeschoven Fransche posten in den Elzas en in de Vogezen, is be schermd door een netwerk van ver sterkingen, die den aanval van Duit sche zijde nog steeds kuunen tegen houden. Geregeld rijden nog de trei nen van Belfort naar de Zwitsersche grens, maar de raampjes zijn steeds gesloten en in iederon coupé zijn twee gendarmes geposteerd, die moe ten beletten dat iemand naar buiten kijkt, om een blik te werpen op de versterkingen. Doch ook hier is alles nog juist als voor zes maandeu. En verande ring is er voorloopig niet te wach ten. De officieels legerberichten van 29 en 30 Maart. Op het Westelijk front hebben zoo goed als geen belangrijke gebeur tenissen plaats gehad. De Duitsche mededeeling van den 30en zegt dan ook niets anders, dan dat er enkel artillerie- en sappen-gevechten ge leverd zijn. Het Fransche bericht van den 30en gaat echter wat verder. Zoo wordt medegedeeld, dat Nieuwpoort door de Duitschers beschoten werd. In Champagne werden door de Duitschers bommen geworpen op Reims, waar door twee menschen gedood werden. Ook werd de Kathedraal geraakt. In den omtrek van Beau-Séjour en in de Argonne voornamelijk bij .telle werden artilleriegevech ten geleverd. Verder wordt van Fransche zijde nog medegedeeld, dat door het wel gerichte artillerievuur der FranBchen de Duitschers gedwongen werden het dorp Hendicourt, ten N.O. van St. Mihiel, te ontruimen. Volgens een bericht uit Sluis wer den door Engelsche vliegers bommen op Zeebrugge geworpen. Het was echter niet te constateeren of er schade was aangericht. Van het Oostelijk front. Aan de grens van Oost-Pruisen is door de Duitschers een nieuwe offen sieve beweging begonnen. Hiervan maakt het Russische legerbericht van den 29en dan ook melding. Er wordt ten minste in medegedeeld, dat de Russen ten W. van de Njemen overal het tegen-offensief der Duitschers hebben belemmerd. Een bataljon van het 21e Duitsche legercorps, dat ten Z. van Simno over een bevroren meer in den rug der Russen was gekomen, werd door een bajonet-aanval vernietigd. De beschieting van Ossowiecz heeft zoo goed als opgehouden. Tusschen de Skrwa en de Orzyc worden de gevechten met onvermin derde hevigheid voortgezet. In een uiterst hardnekkige worsteling om het dorp Wach veroverden de Russen 9 mitrailleurs. Van Duitsche zijde wordt medege deeld, dat aan de Skrwa, bij Klimki, twee pogingen der Russen om aan te vallen verijdeld werden. Twee officieren en 600 man werden ge vangen genomen. Ook op den rechteroever van de Omulew werden twee aanvallen van de Russen - ditmaal nachtelijke afgeslagen. Pogingen der Russen om den benedenloop van de Bzura over te trekken werden verijdeld. Verder wordt nog medegedeeld, dat de Oost-Pruisische landstorm, welke onder Prins Joachim van Pruisen bij Tauroggen gevochten en deze plaats ingenomen heeft, zich kranig heeft gehouden. 1000 Russen werden gevangen genomen. Ook bij Krasnopol verloren de Russen vele gevangenen. Het aantal bedroeg hier 3000. Verder verloren zy 1 kanon, verscheidene munitie wagens en 7 machinegeweren. Hun aantal dooden wordt van Duitsche zijde op 2000 geschat. Over den strijd in de Karpatben meldt het Russische legerbericht van den 29en, dat tusschen Gorlice en Bartfeld de Oostenrijkers hardnekkige, doch vruchtelooze aanvallen deden. In de richting van Baligrod, aan den linkeroever van den boven-San, gin gen de Russen vooruit. Hierbij namen zij 600 Oostenrijkers gevangen en veroverden zij 4 machinegeweren. Duitsche aanvallen bij Koziuwka werden afgeslagen. Berichten van Oostenrljksche zijde mede, dat ten Z. en ten O. van Lupkow hevige gevechten zich ontwikkelen. Sterke Russische afdee- lingen deden hier nachtelijke aanval len, welke echter alle afgeslagen hem kan laten zien, dan blijft ze na tuurlijk liever met hem achter de schermen." Inderdaad werkten beiden dezen keer niet mee. Daar zjj zich voor het volgende nummer verkleeden moesten waren z(j nu niet op het tooneel. Men zong het koor: „Gejubel weerklinke luid en vroolijk," uit het laatste be drijf van „de witte dame." De zang was wederom uitstekend en de decoraties waren ook uitstekend verzorgd. Er werd dan ook lang en luid geapplau disseerd. De luitenant wilde weer heen gaan, maar wederom hield Pierre hem terug. „Er komt nog iets, het laatste," flui sterde hij hem toe, „dat moet je nog zien, of je moet bij de garderobe willen wachten." De Chateauneuf beet op zijn lippen maar hij bleef. Ook behoefde hij niet lang to wachten, eer het gordijn voor de laatste maal opging. Het tooneel stelde nu voor de scene uit het laatste bedrijf van de barbier van Sevilla," van Rossini, waarin Rosine met haar beminde Almaviva en Figaro, de barbier, te zamen zijn in het huis van Bartolo, Rosines voogd. Rosine werd voorgesteld door mevrouw Joséphine, en Almeviva door de Boncourt, terwijl professer Girard de rol van den barbier op zich genomen had. De liederen: „Zoete banden," en „stil, stil, zachtjes aan," werden gezongen. „Die Almaviva is de Georg Brown van het eerste nummer," zei de offl- i cier van zoo even tot den ander. „Je Ook op het front tusschen de Lup kow- on Uszok-pas werden gevechten geleverd. Overigens is de toestand onveranderd. Op Zae. De Falaba en de Agulla. Londen, 30 Maart. Bij het verhoor van de overlevenden der „Falaba" heeft een getuige gezegd dat de duik boot eerst de Engelsche vlag voerde en eerst toen z(j naderbij was ge komen de Duitsche vlag heesch. Een vermiste boot van de „Aguila" is opgepikt. Er zaten 18 passagiers en leden der bemanning in. Er wor den nu nog 9 vermist. Londen, 30 Maart. Volgens de laat ste opgave z(jn 56 passagiers en 65 leden der bemanning van de „Falaba" omgekomen. Londen, 80 Maart. De „Times", die aanneemt, dat de Duitsche duikboot, die do „Falaba" getorpedeerd heeft, in cirkels om de in het water wor stelende drenkelingen voer, schrijft o.m.: Dit is een les, dat wij ons in oorlog bevinden met een volk, dat geen middelen zal ontzien om zijn doel te bereiken. Het is geen nieuwe les, maar zij was totnogtoe nog niet geheel doorgedrongen. De „Daily News" zegt: Indien het waar is en indien kan worden vast gesteld, welke duikboot het is ge weest, dan zal er zeker aanleiding z(jn om aan te driDgen op een straf proces wegens moord voor deze manschappen na den oorlog. Het zelfde moet gezegd van de beman ning van de duikboot, die veronder steld wordt de „U 28" te zijn en die gevuurd heeft op de mannen van de „Aquila", van welke zij er 3 doodde, terwijl zij bezig waren hun sloepen te strijken. Uit het hoofdartikel in de „Times" over het in den grond boren van de „Falaba" en „Aguila" vertaalt de „N. Rott. Crt." het onderstaande: „Er zijn in ons land nog aanzien lijke groepen van de bevolking, die den oorlog beschouwen als een zaak die hun niet direct aangaat, en die hun eigen kleine belangetjes voor dringender houden dan de noodzaak, den oorlog met de uiterste krachts inspanning te voeren, waartoe wij in staat zijn. Het vermoorden op groote schaal van noncombattanten buitengaats behoort hun de oogen te openenen de uitgelaten minachting waarmee het werd volvoerd behoort hen er van te doordringen, met wat soort vijand zij te doen hebben. De Duitschers zijn blijkbaar wan hopig. De nieuwe draai, dien zij aan hun campagne met onderzeebooten hebben gegeven, bewijst dat het eerste doelwit is gemist, welk doelwit was, een eind te maken aan onzen buiten- landschen handel. Dat is mislukt; en de nieuwe zet is daarvan het gevolg. Nu wij geweigerd hebben, ons te laten bangmaken door een namaak- blokkade, moeten wij de vreesaan- jaging ondergaan, die op de weer- looze Belgen was toegepast. De Duit schers zjjn slechts in staat geweest zóó weinig schepen te vangen, dat, als schadeloosstelling voor de ladin gen, die zü niet hebben laten zinken, zij nu maar de passagiers en be manning van de schepen die zij wèl te pakken krijgen, mee de diepte in sturen. Opnieuw heeft admiraal von Tirpitz ons een grooten dienst bewezen. Zijn jongste verrichting zal de opvoeding voltooien, die begonnen werd met de beschieting van Scarborough. Het zal wat er nog aan slaperigs onder ons is, wakker schudden; het zal de nationale vastbeslotenheid ver dubbelen, de nationale krachtsinspan ning versterken. Wij zijn vreeselijk lastig wakker te krijgen; maar zijn wij eenmaal gewekt, dan voltooien wij onze taak met grooter hardnek kigheid dan de meeste menschen. Iedereen moet thans inzien, dat wij gewikkeld zijn in een inderdaad hardhandigen oorlog, die onze vast houdendheid zal op de proef stelleu en die alle energie zal opeischen, die wij kunnen aanwenden. Laat niemand meenen dat de Duitschers de uitput ting nabij zijn, of dat zij ook maar een oogenblik aan het wankelen zjjn gebracht. De vaste wil om te winnen, en vooral om Engeland er onder te krijgen, is in alle lagen van het Duitsche volk ongeschokt. De Duit schers getroosten zich ontberingen met een wilskracht, die sommigen van onze wei-doorvoede mopperaars beschaamd diende te maken. Een Berlljnsch werkman, voor wien de prijzen der voedingsmiddelen meer zijn verhoogd dan zij het in Enge land zijn, en die maar de helft ver dient van wat zijn loon in normale tijden is, wilde niet toegeven dat hij en de zijnen het zwaar hebben, zoo lang de manschappen te velde nog zooveel meer te lijden hadden. Het zijn dat besef van vaderlandsliefde, die bereidwilligheid om te lijden en ontberingen te dragen voor hun land, welko het moeilijkst te overwinnen zullen zijn. De Duitschers zullen dezen hardhandigen oorlog volhouden, zoo- laDg zij nog adem hebbenen indien wij niet bereid zijn hetzelfde te doen, verdienen wij,overwonnen te worden." In dn onderzeeërs. AmerikaanBche bladen hebben een intervieuw met den gezagvoerder van de Duitsche onderzeeboot „U16", kapitein Hensen, gehad. Deze ver telde o. m. „Het is een vreeselijk zenuw moordend werk. Niet iedereen kan ertegen Wanneer wij onderwater varen heerscht een doodsche stilte in het vaartuig, want do eloctrische machinerie werkt geluidloos. Het is niets ongewoons de achroef van een boot te hooren die over ons heen of dicht langs ons vaart. Wij sturen uitsluitend op kaart en kompas. Wordt de lucht in de boot warmer, dan wordt zij allengs bedorven en mengt zij zich met de stank van machine olie. Dan wordt de atmosfeer af schuwelijk. Een overweldigenden slaapzucht maakt zich dikwijls van de nieuwelingen meesteren het kost de uiterste wilskracht om wakker te blijven. Ik heb mannen gehad die de eerste drie dagen niet aten, omdat zij geen oogenblik slaap wilden mis sen. Dag aan dag door te brengen in een zoo kleine ruimte, waar ter nauwernood ruimte is om debeenen uit te strekken, en dan steeds op je hoede te moeten zijn, is een ge weldige belasting voor de zenuwen. Ik heb wel acht uur aan een stuk met mijn oogen aan de periscoop ge zeten en In het schitterende glas gekeken tot mijn oogen en hoofd er Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER Haarenmode-Artlkelen. Gemaakte kleading. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. kan hem herkennen aan zijn verliefde oogen." „En Rosine is de witte dame," zei de tweede knikkend. „Die twee be lmoren blijkbaar bij elkaar." Het gordijn viel, en werd nogmaals opgehaald om het publiek voor het aplaus te danken, waarna het voor goed zakte. „Ik houd het niet meer uit," kner ste Ch&teauneuf, „ik moet naar buiten Chaumont had nog altijd zijn arm vastgehouden, maar nu liet hy hem los, en volgde den luitenant de trap af. „En wat wil je nu eigenlijk gaan doen vroeg h\j den officier, toen zij buiten waren. „Den vent uitdagen." „In tegen woordigheid van je vrouw „Zeker." Doe dat nietIk raad het je sterk af." „Ik kan mij niet langer bedwingen. Mijn drift moet een uitweg hebben, of ik stik." „Ik begrijp dat gevoel heel goed," vervolgde Chaumont, terwijl b\j steeds aan de Chateauneuf zijde bleef. „De Boncourts gedrag is op zijn zachtst uitgedrukt afkeurenswaardig, dat van je vrouw is onverstandig. Maar toch is het voor jou moeilijk, hen daarom ter verantwoording te roepen. Het op zichzelf een misdaad, dat ze Bamen deze liederen hebben voorgedragen. Dit wordt het pas door hetgeen vooraf pijn van deden. Wanneer de beman ning uitgeput is, pakken wij een flinken slaap en rusten onder water uit. DeboctsliDgert dikwijls zachtjes, met een beweging, die aan een wieg herinnert. Voor wij naar boven gaan, laat ik altijd verscheidene minuten groote stilte in acht nemen, teneinde, door te luisteren aan de achelpdunne wanden van den onderzeeör, er ons van te vergewissen of er ook schroeven in de nabijheid slaan." Kapitein Hensen voorspelde nog, dat de blokkade van de Engelscho kusten een meer effectief karakter zal aannemen, zoodra de bemanningen der onderzeeörs meer met het werk vertrouwd zullen wezen. Van Engalsch-Amerlkaanscha zijde. New-York, 30 Maart. DeNew-York Herald en New-York World laten zich in scherp afkeurende bewoordin gen uit over bet optreden van de Duitsche duikboot die de Falaba heeft getorpedeerd. Uit Engeland. De „Times" zegt, dat het met de werving in Engeland Diet goed meer gaat. Er zijn nog heel wat meer mannen noodig voor de taak om de Duit schers uit Frankrijk en Belgiö weg te dringen. De regeering moet open hartig aan het land zeggen, hoe het er mee staat. Zjj moet feiten geven en zich niet bepalen tot een vaag en vernederend beroep op de menschen, dat de spot van de naburen van de neutralen en van den vijand wordt. Allerlei verwerpelijke manieren worden te baat genomen om de wer ving aan te wakkeren, soms dwaze, soms onbillijke maatregelen; soms ;aan ze gepaard met bedekten dwang, jv. tegenover een groot aantal spoor wegbeambten, die men voor de keuze stelt van te dienen of op straat te worden gezet. Aan den anderen kant worden krachtige jonge mannen onder allerlei voorwendsels thuis gehouden allerlei baantjes zijn gemaakt, die min of meer met den oorlog in ver band staan, enz. De „Times" wil, dat de regeering het land ruiterlijk den toestand zal bloot leggen, anders komen er niet genoeg vrijwilligers. Van den dienstplicht, waarvoorde ,,Times" dezer dagen een pleidooi hield, rept het blad nu niet. De Engelsche regeering heeft het aanbod van de Australische om nog 10.000 man te zenden, aangenomen. Daardoor zal het geheele aantal Austra liërs van de expeditie-troepen, met inbegrip van de garnizoenen op de eilanden in den Stillen Oceaan, tot 60,000 stijgen. ,,Een correspondent" schrijft inde „Times", dat een der grootste moei lijkheden, die de Engelschen te over winnen hebben, is, zorg te dragen voor een voldoende aanvulling van officieren. Het verlies aan officieren bedraagt reeds sinds eenigen tijd over de 700 per maand. Aan de Oardanellen. Berlijn, 30 Maart. Uit Cairo en Tenedos komen berichten van om vangrijke toebereidselen voor een nieuwen gecombineerden aanval van de land- en de zeezijde op deDarda- nellen. In de haven van Alexandrié liggen 22 transportschepen ter op- nemiDg van 60,000 man Indische, Australische en Nieuw-Zeelandsche troepen, die proviand voor een zee tocht van 7 dagen en een landtocht van 10 dagen meevoeren. In de eerst- door de manier, waarop ze zich daarbij hebben aangesteld," riep de Chateauneuf. Chaumont trok de schouders op. „Als je wil ook dat. Maar als je hun dat verwijt, houden ze zich ver wonderd. Ze zullen je vragen, hoe je aanstoot kan vindon in zoo'n onschul dige zaak. Misschien zal de Boncourt er nog bijvoogen, dat hij niot zou hebben meegespeeld, indien hij had geweten, dat dit je onaangenaam was „Zoo'n verontschuldiging zou een niéuwe beleediging zijn," viel de Cha teauneuf in. „En toch zou je daarmee tevreden moeten zijn." „Oho," bruiste de Chateauneuf op, „ik zal wel een andere voldoening weten te krijgenAl zou ik den kerel met mijn rijzweep in het gelaat slaan." „Dat kan je zeker," antwoordde Chaumont bedaard. „Je kan de Bon court beleedigen, en hem daardoor dwingen tot een tweegevecht. Maar je mag daarbij nietvergeten.dat „Och, verschoon mij asjeblieft," viel de Chateauneuf hem driftig in de rede, „en laat mij begaan I Ik moet voldoening hebben." „Ik wil ze je verschaffen. Laat de zaak aan mij over." „Ik heb geen middelaar noodig." „Luister nog slechts een oogenblik naar mij, beste vriend," drong Chau mont. „Ik beloof je, dat de Bonconrt morgen met je vechten zal, of dat jij dan in het bezit bent van zijn schriftelijke verzekering, dat bij Reims onmiddellijk verlaat om er niet terug te keeren." „Als ik daarop vertrouwen kanl" riep de Chateauneuf, staan blijvend. „Maar zoo'n verzekering zal hij vast niet geven." Dan hobjemorgefi de gelegenheid om hem tot straf een kogel tusschen de ribben te zenden." „En als hij niet vechten wil?" „In dat geval kan je hem altijd nog doen, wat je daareven noemde. Maar ik geloof niet, dat dit noodig zal zijn. Voorzoover ik hem ken, heb ik nooit opgemerkt, dat hij laf is." „En zou ik dan dezen heelen avond mij moeten bedwingen en het maar goedsmoeds moeten aanzien, dat hy mijn vrouw het hof maakt?" „Dat zal wel niet gebeuren. Als jl het goedvindt, zal ik vanavond bi haar blijven en er voor zorgen, dat de Boncourt niet bij haar komt." De Chateauneuf schudde het hoofd, en stampte driftig op den grond. Doch Chaumont vervolgde, zonder zich van zijn stuk te laten brengen„Je moet ook rekening houden met de plaats waar je bent. Als je nu een openlijk schandaal uitlokt, heb je dadelijk allen tegen je, wier genoegen door je op treden bedorven wordt. Verder zullen Josephine's bloedverwanten, met den commandant aan het hoofd, je ver wijten, dat je haar onnoodig aan de kaak hebt gesteld. Je kameraden zullen zich met de zaak gaan be moeien en onaangenaamheden in den dienst zullen niet uitbiyven. Kortom, je haalt je een stroom van lasten op den hals. Volg je daarentegen mijn raad, on bedwing je je dezen avond, dan kryg je morgen de schitterendste voldoening en binnen vierentwintig uur is alles afgedaan." Dat klonk zoo overtuigend, dat do Chftteauneuf zqn vriend wol gelijk moest geven. Hij had nog slechts één bezwaar. „Ik kan niet voor mljzelven instaan," zeide hij, „als ik haar en de Boncourt b\j elkaar zie. Dan sleept mijn drift mij mee, niettegenstaande alle goede voornemens." „Daarom moet je hen allebei ont wijken, en dat is toch bij dit groote gezelschap niet moeilijk. Vannacht slaap je bij mij. Ik zal wel een middel vinden, om je vrouw daaromtrent gerust te stellen. En dan kom je morgen niet terug in je huis, eer de zaak met de Boncourt in het reine is gebracht." De officier staarde besluiteloos voor zich neer. Met een loerende blik be schouwde Pierre zijn offer. „Den ge- heelen avond kan ik Joséphine niet uit den weg biyven," mompelde de Chateauneuf. „Sedert van morgen hebben wij elkander niet gesproken. Als ik haar ontwijk, dan zal zij mij opzoeken, en dan komt het toch tot een uitbarsting." „Och kom," zei Chaumont, „daar is wel wat op te vinden. Zoodra wü in de zaal terugkomen, gaan wy samen naar je vrouw. Jij zegt haar goeden avond en voegt er eenlgo woorden bij over de stukjes. Daarop zet ik het gesprek voort, terwyi jy naar een andere groep gaat. Op die wyze zal het haar niet opvallen, datje je den geheelen avond op een afstand houdt." (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1