Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Ingezonden Mededeeling.
I op RIJWIEL., RIJTUIG- «o AUTOBANDEN
wtirborft •olldiuit.
FaMefc Hevea. Hoogeian* (Groningen.)!
zijn ontslag aauvroeg, hij door B en
W. voor ontslag zou worden voorge
dragen. De betiokken onderwijzer
heeft dezo zaak aanhangig gemaakt
bij het N. O. G.
De Malversatiën te Qulpen.
„De Maasbode" verneemt nader
over de door den postdirecteur Darcis
gepleegde malversatiën, dat reeds
jarenlang door de bevolking der ge
meente Gulpen werd geduisterd dat
op het postkantoor dingen gebeuiden,
die niet in den haak waren. Do post
directeur on zijn gezin leefden als
vorsten. Men vermoedt, dat de ver
duisterde bedragen tezamen wel een
halve ton groot zijn. O.a. moet de
postdirecteur zich gelden hebben toe
geëigend voor allerlei gesimuleerde
werkzaamheden van hulppostboden,
waarvoor hli zelf de quitanties in hun
naam teekende. Bij de arrestatie bleek,
dat de postboden van een en ander
niets wisten en dat zelfs quitanties
waren geteekend voor werkzaamhe
den, verricht door een postbode, die
reeds anderhalf jaar geleden is over
leden.
(Zie verder Tweede Blad.)
MARINE EN LEGER.
Met den loden April 1915 wordt Hr.Ms.„Dol-
BJn" te Amsterdam ln dienst gesteld met be
stemming om liet loodsvaartulg No. 6, te Wil
lemsoord te vervangen. Het bevel over dien
bodem la opgedragen aan den luitenant te
dor le klasso O. J. te Wlnkol.
De luitenant ter zoodor2eklasseH. Ferwerda
wordt 10 April 1915 ontheven van het bevel
over het Stoomloodsvaartulg No. 1 on gesteld
ter beschikking terwül de thans aan boord
Hr. Ms. „Holland" dienende luitenant ter
der 2o klaBse H. Vreedeuberg mot dien datum
wordt bela9t met het bevel over hot Stoom
loodsvaartulg No. L
De buitengewoon adelborst der Marine Reserve
J. van Kuik, welko 10 April 1915 opkomt m
werkelUken dienst, wordt geplaatst aan boord
van Hr, Ms. „Holland".
BEVORDERINGEN EN OVERPLAATSINGEN.
De milicien korporaals H. J. Meermnn en J.
Ven. van bet dopöl van het21e regt. Infanterie,
zijn bevorderd tot sergeant bil hun tegenwoor
dig korps.
De reserve-sergeanten B. F. Verfatlle en P.
Rozetidaal, van bet depöt van het 21e regt
Infanterie, z()n overgeplaatst bU het veldleger.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-Indie:
Vorzondingswog.
Per:
is
PLAATSELIJK NIEUWS.
MARKTBERICHTEN.
Hoorn, 8 April 1915.
KAAS. Aanvoer 63 stapel», wogonde 81718
K.G. Prijs: kleine f 47.00, commissie f48.-,
middelbare f—fabrloks f48.00. Handel vlug.
Alkmaar, 9 April 1915.
KAAS. Fabrlekskana meikaas f—.—Jonge kaas
f—kl. fabrlokskaas f4850, kleine boerenkaas
f46.50, comm. fabriekskaas f-,-, commis
sie boerenkaas f44.-, middelbare fabriekskaas
f—middelbare boerenkaas f43.60. Aange
voerd 162 stapels, wogende 180099 K.G.
Handel good-
Alkmaar, 9 April 1915.
Heden werden ter graanmarkt aangevoerd
634 H.L. Tarwe f 14.00 a 14.25, rogge f
gerst f-.- a -, id.chev. f 10.25 a flL69, haver
?0.80 a f7.60.
Bruino boonen f 14.00 a f16.03, witt.o idem
f20.— a f—rood mosterdzaad f—.geel ld.
f—blauwmaandzand f—paardeboouen
f 10.00 a f 10.60, citroen boonen f17.— a f19.-,
duivenboonen f -.CO, karwei*, f-.- a f-.-
Erwten: groene f 14.— a 18.-, grauwe f.00
a 00.00, vale f 00.00 a 00.00.
T(jdst.dor
laat bus),
a/b Poatk.
zeepost via Amsterdam
zeepost vla Rotterdam
Holl. mail vla Genua
Holl. mali vla Napels
('jall. briov., brlefk.en
aangeteek. stukkeu.
Naar Aijeh en ondorhoorigheden
on do Oostkust van Sumatra:
over Engeland eiken Dlnsd. 112.15 'a m.
Naar Guyana (Suriname)
zeepost via Amsterdam 22Aor. I' 6.55'sar.
mail vla Quconslown 12 er
mail vla Southumpton
(alleen op verl. d.afz.)
Naar Curaqao, Bonaire en Aruba:
of Queonstown
Naar St. Martin, St. Eustatius en
Saba
zeepost vla Amsterdam 22Apr- 0.66 'aav.
(alleen op veil. d.afz.)
mail vla Engeland 19 112.16 'sm.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier
kolonie en Transvaal:
eiken Donderdag, 1X16 "sm.
Het „Groninger Dagblad":
Men klaagt over slechte tijden, maar
do schouwburg was gisteravond op
zes plaatsen na uitverkocntl Dat ia
de macht van de operette.
Uit vrset voor straf.
Dinsdag j 1. werd de 16-jarige K.
B., als loopjongen bij een kruidenier
hier ter stede in dienst, uitgezonden
met een kwitantie om deze te innen.
Toen de jongen het geld, dat hij
ontvangen had, even lator natelde,
bemerkte hij tot zijn schrik, dat er
een gulden aan ontbrak. Hij durfde
riu niet bij zijn patroon terug te
komen en ging op stap, eerst naar
Huisduinen en verder langs het strand
tot Callantsoog. Hier bracht hij een
nacht door in de duinen en wandelde
den volgenden morgen naar Schager-
brug en Schagen, waar hij brood en
kaas en sigaren kocht en een rijwiel
huurde, waarmee bij in den omtrek
ging rijden eu bet plan in hem op
kwam om met de flets er vandoor
te gaan. Maar hij bedacht zich bijtijds
en vertrok met den trein naar Alk
maar, zonder een kaartje genomen
te hebben. Dit ging goed en op het
tweede perron aldaar wist hij onop
gemerkt over de spoorlijn door de
wachtkamer in de stad te komen.
Per tram ging hij nu naar Haarlem,
kwam terecht in oen logement en
maakte daar kennis met een reizend
koopman uit Rotterdam, die, na zijn
avontuurlijke geschiedenis gehoord te
hebben, hem overhaalde om op zijn
kosten mee te gaan naar Leiden en
Den Haag, ten einde hem bij het
venten met een wagen manufacturen
en eigengemaakte goederen behulp
zaam te zijn.
De jongen gaf hieraan direct ge
hoor cn beiden togen naar Leiden.
Maar nauwelijks waren zij hier ge
arriveerd, of du koopman bezocht een
café, raakte dronken en kwam spoedig
wegens vechten met een collega en
verzet tegen een paar agenten, in
handen van de politie, die hem op
borg. Daar stond de knaap weer
alleen en dwaalde naar Den Haag,
eerst te voet en later op eeD ver
huiswagen. Bij familie aldaar aan
geland, wilde hij geld leenen om weer
naar den Helder to kunnen gaan,
doch uit het verhaal vandenjougen
bleek weldra, dat hij feitelijk heimelijk
uit zijn woonplaats weggeloopen was,
en toen hij dan ook volledig bekende,
liet men hem niet gaan en stelde
de familie zijn ouders hier ter stede
telegrafisch met de aanhouding van
hun kind in kennis, waarop de vader
zijn zoon Donderdag persoonlijk ging
afhalen.
Ongeluk.
Donderdagmiddag 4fc uur trof den
werkman J. L. alhier een droevig
ongeluk.
Bezig zijnde op de Marinowerf met
het afbreken van een muur, stortte
hy met een kruiwagen met steenen
van den 4 Meter hooge steiger binDen
in het gebouw. Met een schedelbreuk
werd de man opgenorac-n en naar
het ziekenhuis vervoerd, alwaar hij
spoedig overleed.
Gaarne vestigen wjj de aan
dacht op eene uitgave van de Eersté
Nederlandsche Thee- en Koffie pak-
kery J. C. Baan Co. te Alkmaar.
Deze firma stelt n.1. albums ver
krijgbaar, bestemd tot het luplakken
van plaatjes, voorstellende de Neder
landsche insecten. De tekst van dit
album is geschreven door den
Tuinbouwredacteur van het „Nieuws
van den Dag", den heer P. Teunissen.
Van de hierby hoorende plaatjes
(180 stuks) zijn door een nieuw
procédé de insecten naar boven
gedrukt in een buitengewoon fijnen
kleurendruk, zoodat het is alsof men
de insecten werkelijk ziet.
Gedurende de maand April ontvangt
ieder besteller van éen der verpakte
artikelen koffie of thee der firma
Baan het Album gratis.
(Zie verder Plaatseiyk Nieuws
in het Tweede Blad.)
„Serenata".
De Mandolineclub „Serenata" geeft
Zaterdag 17 April bare laatste soirée
in dit seizoen. Dien avond wordt een
speciaal programma uitgevoerd. Een
uitnemende Tzigane kapel verleent
medewerking. Totslot gaatdesensatie-
klucht: „Die malle Oom van Ginkel".
De eerste zomer matinée heeft half
Juni plaats.
„Dia Klno-Könlgin".
Georg Braun'a Wiener Operette,
die met „die Schóne Cubanerin^'
zooveel succes had, zal DiDSdag 20
April weder hier komen, thans met
de bekende en geliefde operette „die
Kino-KöDigin", muziek van Jean
Gilbert.
De „Nieuwe Groninger Courant"
schryft over deze opvoering:
Marga Graf is een operetten-prima-
donna van groot talent; ze had een
dankbare groote rol, en ze heeft die
schitterend vertolkt. Ik heb haar en
Knaack bewonderd en ik heb kostelijk
genoten.
Er Is onbedaarlijk gelachen, vooral
ln het tweede bedrijf, dat bijzonder
gelukkig. Ik zeg niet te veel als ik
spreek van een reusachtig succes.
De Provinciale Groninger Courant"
zegt ervan:
De schouwburg was gisteravond
zeldzaam en merkwaardig verschijnsel
geheel bezet. Zoo goed als uitver
kocht.
En men kon zich amuseeren gister
avond, wat een voorrecht is 1d dezen
som beren tijd.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Op het westelyk oorlogstooneel
neemt de stryd tusschen Maas en
Moezel ihans alle aandacht in beslag.
Het Duitsche rapport wijst erop,
dat dit geen geregelde, aaneengesloten
slag is, in den geheelen zich over
bijna 100 K.M. uitstrekkenden sector.
Integendeel, de Franschen doen aan
vallen op enkele punten, op eenigen
afstand van elkaar gelegen, en deze
partieele gevechten krijgen slechts
een samenhang, doordat zy biykbaar
doelen op een omvatting van de
vooruitgeschoven Duitsche positie bij
St. Mihiel.
Het resultaat van die aanvallen is
voorloopig nog niet te zien. Vooral
omdat klaarblljkelyk de berichten van
beide zyden de zaak overdreven voor
stellen, wat de eigeniyke winsten
aangaat, on de geleden verliezen
verzwegen. Want. in de Fransche
berichten leest men voortdurend, dat
de Franschen al hun winsten be
hielden en overal opnieuw zijn voor
uitgegaan. En in de Duitsche be
richten, dat de Fransche aanvallen
overal mislukten en de Fransche
troepen, die op enkele punten in de
Duitsche linies doordrongen, of zoo
als op de hoogte van Combres, eenig
succes konden boeken, ten slotte toch
weder werden teruggeslagen.
Volgens de laatste berichten werd
Donderdag hevig gevochten bonoorden
Fllrey, in het Bois de Mortraare,
waardoor de weg van Fliiey naar
Essey loopt. Maar omtrent het ver
loop vaD dit gevecht is het eveneens
onmogelijk zich een juiste voorstelling
te maken. De Fransche mededeeling:
„dat de aanvallende troepen in het
boach van Mortmare vasten voet
kregen in de vjjandeiyke verdedigings
werken, waarin zy zich handhaafden,
niettegenstaande de vy'and poogde
het verloren terrein te herwinnen,"
is wel in volkomen tegenspraak met
de Duitsche mededeeling: „datFran
sche troepen uit de loopgraven en
met sterke reserves een aanval deden
op het Bois de Mortraare. Tot vier
malen toe deden de Franschen een
aanval op de Duitsche stellingen, doch
telkens werden zli met zware ver
liezen teruggeslagen."
Bn steeds meer wordt de indruk
gewekt dat overal in hot westen de
strijd een „dead lock" is, een remise
partij, waarin de beide machten vol
komen tegen elkander zyn opgewas
sen, zich in een verdedigende stelling
weten te handhaven, maar by den
aanval geen of weinig kans hebben
om den tegenstander uit zijn positie
te verdryven.
De „Times" dien toestand bespre
kende zegt dan„Duitscbland's defen
sieve kracht is nog lang niet ge
broken en het zou dwaasheid zijn
dit te willen miskennen. De effectieven
der strydende legers kunnen worden
aangevuld en zullen worden aange
vuld, zyn het wellicht reeds.
„De Fransche ofilcieele berekening,
dat er niet meer dan 2.000.000 reserves
voor de Duitsche legers beschikbaar
zijn, berust op de meening, dat geen
Duitschora boven de 39 jaren zullen
worden ingedeeld; maar men moet
aannemeD, dat Duitschland voor de
verdediging zich niet aan die leeftijds
grens zal houden, doch dat mannen
van 40, 45, 50 en wellicht 55 jaar
zullen worden bereid gevonden te
vechten voor de verdediging van
huis en haard.
En het Engelsche blad komt dan
tot de overtuiging, dat hoeveel
Duitschland ook onder den oorlog
moge ïyden, de Duitsche vijand niet
moet worden onderschat eu het vele
krachtige pogingen van de geallieerden
zal kosten, om de verdediging te
breken.
Meer hoop op succes dan in het
westen heeft nu de „Times" op suc
ces van het oostelijk front. Het blad
zegt toch, dat het zwakke punt van
de Duitsche positie, met uitzondering
van enkele punten aan het westelijk
front, moet gevonden worden aan de
Oostenrijksche zijde.
Want slagen de Russen in bun
bestorming van de Karpathen, dan
ligt Honhaiye voor hun open, en
dreigt er 'gevaar voor Boedapest en
Weenen,
Dan zal, zoo do Russen succes
hebben of andere Staten zich daar
in den stryd mengen, Duitschland
genoodzaakt zijn meer troepen dan
het aanvankelijk voornemens was,
af te zonderen voor de verdediging
van Oostenrijk en Hongarije, wat niet
anders dan noodlottig wezen kan
voor de operaties op andere punten.
De verdediging van Trentino en het
dal van de Isonzo zal ook troepen
vergen, en de Oostenrijksche verde
digingstroepen van die linies zyn ver
weg, namelijk het 14e en 3e le
gerkorps in do streek van de Doe-
najetsj, zoodat zy do verdediging
moesten overdragen aan troepen van
de derde linie.
Voorloopig echter zyn de Russen
nog niet over de Karpathen.
Het centrum van het gevecht ligt
bij den Lupkow-pas, waar de-Russen
een berg met daarlangs voerende
spoorweglyn bezet hadden. Daar die
berg den spoorweg en den pas be-
heerschte, werden Duitsche troepen
ter versterking gezonden en deze be
stormden Paasch-Maandag den Ko-
bila-berg, met het gevolg, dat zy de
Russen verdreven en in staat waren
de genomen positie tegen contra-
aanvallen van de Russen in staat van
verdediging te brengen.
Ten Westen van de Doekla-vallei
hebben de Russen eenig voordeel be
haald en een ge Hongaarsche dorpen
bezet, doch zij waren nog niet in staat
de Zuideiyke berghelling af te dalen
en in de Hongaarsche vlakte te komen.
Het plaatsje Bartfeld is in Rus
sische handen.
Verder wordt, zooals uit de Rus
sische en Oostenryksche telegrammen
biykt, in alle bergpassen gestreden.
Van het resultaat van dien strijd
valt nog evenmin iets te zeggen als
vau de gevechten op andere deelen
van het fror.t. In dezen uierkwaar-
digen oorlog duren gevechten maan
den lang, zonder dat iemand kan
zeggen hoe het verloop zal zyn, welk
resultaat zij zullen opleveren.
Wy zullen de rij der profeten niet
vergrooten, doch den raad geven, ook
en vooral in dit geval, de lijfspreuk
van minister Asquith toe te passen
„Wait and seeof in goed Hol-
landsch
„Let op het einde".
(Hbld.)
De duikboot- on mijnoorlog.
Londen, 9 April. De kapitein van
het stoomschip Theseus, dat kortelings
te Liverpool is aangekomen, rappor
teert dat zyn schip aan een opwinden
de jacht en aanval van een duikboot
bloot heeft gestaan.
In den vroegen ochtend van 29
Maart werd op ongeveer 40 mijlen
ten Z.O. van den vuurtoren van Bishop
Rock een duikboot op een alstand
van drie myien gezien. De kapitein
liet het stoomschip met volle kracht
loopen, maar de duikboot haalde de
Theseus geleidelijk in en seinde het
schip, dat het stoppen moest. De
Theseus stoorde zich niet aan het
sein, dat meldde dat het schip bij
moest draaien of anders beschoten
zou worden. Daarop opende de duik
boot uit een machine geweer en een
kanon van 7i c.M. het vuur en seinde,
dat de bemanning het schip moest
verlaten. De Theseus voer echter door
en de duikboot trachtte nu opzy van
het stoomschip te komen, biykbaar
met de bedoeling om een torpedo af
te schieten. Het schip veranderde
echter voortdurend zijn koers en ten
slotte gaf de duikboot, die boven den
wind in een woelige zee voor, de
jacht op.
De Theseus kreeg aanmerkelijke
schade.
In Noord-Polen.
Berfijn, 9 April. (W. B.) De oor
logscorrespondent van het „Berliner
Tageblatt" schrijft uit het Oosten-
ryksch Hongaarsche hoofdkwartier
Van het noordelyk front in Polen
verhaalt de berichtgever, dat dé Rus
sen uit den vestinggordel steeds
weer tegen de Duitsche stellingen
oprukken; zulk een aanval by Jed-
nosoziec, ten N.O. van Prasnysz,
duurde tien dagen lang. De laatste
aanval duurde l*/a uur en werd met
groote verliezen afgeslagen.
By Lomsja beschieten de Russen
de ingegraven Duitsche postenlinies
en schieten zy de dorpen in brand,
waarin reserven worden vermoed.
De vesting Ossowietsj staat onder
h»t vuur van bet zwaarste Duitsche
geschut. De Russen beantwoorden
dit door het beschieten van de den-
nenbosscheD, waarin Duitsche batte-
ryen worden vermoed, doch tot nog
toe zonder succes.
Talryko Russische aanvallen wor
den gedaan uit het bosch van Augu-
stowo en de meerenstreek van Soe-
walki. Onlangs nam een kozakken-
patrouille een wagen op den straatweg
naar Kalwarja. Maar iedere groote
beweging voorbij Krasoapol kost den
Russen een groot aantal dooden en
gevangenen, en de aanvallen uit
Kowno blyven eveneens zonder suc
ces. Het is opmerkelijk dat de Rus
sen, ondanks hun zware vestingar
tillerie op het geheele front in Noord-
Polen niet tegen de Duitsche artillerie
opgewassen zyn.
Dankdag ter eere van Nederland.
De Gazet van Brussel bepleit een
dankdag ter eere van Nederland door
de Belgen, als uiting van erkentelijk
heid voor de „onvolprezen liefdadig
heid van onze Noorderbroeders".
Do feestdag van H.M. de Koningin
zou voor den dankdag best geschikt
zijn, maar het blad acht den datum
te verwyderd, en het wil nu den
Julianadag op 30 dezer vieren.
Duitsch-Nederlandsche oorlogs
geruchten.
Londen, 9 April. Er worden thans
te Londen premies betaald van 40
guineas per honderd bij verzekerin
gen tegen een oorlog tusschen Duitsch
land en Nederland.
spelers gelegenheid te geven zich te
oefenen. Laten zy vooral denken aan
het samenspel, want Z.V.V. I behoort
tot de sterkste clubs dezer competitie.
De volgende week meer over dezen
wedstryd.
INGEZONDEN.
particuliere oxploltant zou hetzelfde
doen.
En bovendien, de gruwelyke oorlog
zal toch niet geheel 1915 duren? En
wanneer deze droeve stryd ten einde
zal zyn, zullen ook de pryzen voor
de steenkolen weer normaal worden.
Een Abonné.
Het Handelsblad schryft naar aan
leiding van dit bericht het volgende
De „T i mes" over de Duitsch-
Nederlandsche oorlogsge
ruchten.
Dit telegram vermeldende, dat
verzekering tegen gevaar, ontstaan
door oorlog tusschen Duitschland en
Nederland, slechts tegen een premie
van 40 gedekt kan worden/ zal
zeker hier te lande verbazing wek
ken. Het volgende telegram van on
zen Londeneche correspondent doet
echter zien, dat in Londen ernstige
geruchten omtrent dat oorlogsge
vaar liepen.
Onze correspondent seint dato 11
April
De „Times" bespreekt hedenavond
in een hoofdartikel de aanhoudende
geruchten omtrent de moeilijkheden
tusschen Duitschland en Holland,
geruchten die echter bij de Neder
landsche kolonie geen geloof vonden.
De „Times" zegt, dat, indien de
bron dier geruchten gevonden kon
worden, men zien zou, dat zij ver
spreid worden niet in het belang
van Engeland, maar van Duitsch
land. Het Duitsche diplomatieke en
journalistieke vermogen om ver
keerde voorstellingen te wekken zou
met profijt in Holland en op andere
plaatsen gebruikt kunnen zijn en
zou de opwinding in Londen ver
klaren.
„De „Times" geeft daarom in over
weging zeer sceptisch tegenover
dergelijke oorlogsgeruchten te staan
en niet mede te helpen om ze te
verbreiden. De „Times" geeft dan
verder een verklaring van de positie
van Nederland, die buitengewoon
moeiiyk is, maar het Nederlandsche
volk heeft zich met zorg onthouden
van elke offensieve manifestatie en
de co: logvoerenden kunuen er zeker
van zijn, dat'Nederland geen inbreuk
op zijn rechten zal dulden ofschoon
het zich niet aan de verliezen en
verwoesting van een oorlog zal
blootstellen zonder een voldoendp
reden.
„Mochten de Duitscbers ter uit
voering van eenig al te slim plan
willen pogen Holland aan te vallen
dan zal Holland zonder eenigen
twyfel dien aanval afslaan. Maar die
mogelykheid uitsluitende, kan men
verwachten, dat de Nederlandsche
regeering niet zal afwyken van de
gedragslijn door haar vastgesteld ten
einde in de toekomst de integriteit
en onafhankelijkheid van het. land te
handhaven."
Tot zoover de „Times", wy mogen
het Diet met alles wat in den aanvang
van het artikel staat eens zijn
wij kunnen toch met dankbaarheid
en waardeering erkenen, dat de
„Times" steeds een even juiste als
achtenswaardige houding tegenover
ons land blijft innemen en een juist
begrip toont van de positie door ons
land tegenover de oorlogvoi renden
ingenomen.
SPORT.
Voetbal.
Terrein Bolwcg:
H.B.S. I Z.F.C. II (Kruiswedstrljd).
Morgen speelt H.B.S. I haar eerste
kruiswedstryd. Zy zal daarby uitko
men tegen Z.F.C. II. Dit is een tegen
stander, die zij in de N.H.V.B. reeds
eenige malen ontmoet heeft en die
de vorige maal op 't H.B.S.-terrein
een nederlaag heeft geleden. Zij zullen
nu waarschynlijk wel van de gelegen
heid profiteereD, om te trachten re
vanche te nemen. Gezien echter de
schitterende prestatie van 2e Paasch
dag, vertrouwen wy, dat het H.B.S.
zal gelukken ook nu eene overwinning
te behalen. Als er evenveel toeschou
wers komen als by don wedstryd
tegen V.V.A., zullen onze spelers,
aangevuurd door hunne aanmoedi
gingen, ook nu weer een enthousiast
spel laten zien. Want toen heeft men
kunnen zien, hoe de spelers het ge
roep en gejuich waardeerden en zich
inspanden om te geven wat het pu
bliek verlangde, n.1.een H.B S.-over-
winning.
Laten vele toeschouwers morgen
komen en er voor zorgen, dat het
„hup H.B.S. I" dat wij Zond3g j.1.
zoo dikwyis hoorden, onafgebroken
over 't veld klinkt.
Terrein Strooweg
H.F.C. I-Militairen (2*-4 uur).
Daar er geen competitie-wedstryd
op 't programma staat, heeft H.F.C.
een sterk elftal der Militairen (zee
macht) bereid gevonden een wedstryd
tegen haar eerste elftal te spelen.
De wedstryd begint om half drla.
Met het oog op den belangrijken
competitie-wedstryd, die H.F.C. den
volgenden wetk wacht, la h«t zear
zeker een verstandig besluit den
De Qaskwestie.
Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente om den
gasprijs te verhoogen, en daardoor
het verlies te kunnen dekken, dat ten
gevolge van den hoogen prys van
de benoodigde steenkolen geleden
wordt, is by meerderheid van stem
men door den Raad verworpen. Maar
men is met deze afstemming niet
van de zaak af. In dit blad kwamen
achtereenvolgens twee voorstellen,
als ingezonden voor, om in de ont
stane moeilijkheden te kunnen voor
zien, terwijl van wege de redaktie
de vraag werd gedaan aan de lezers
dezer courant, om zoo mogelijk, een
betere oplossing te gevon; het is
daarom dat ik deze regelen ter op
name aanbied.
De gemeente-gasfabriek, sedert 13
jaar in exploitatie, heeft op het voet
spoor van den particulieren exploi
tant, het systeem in toepassing ge
bracht, om zooveel mogelyk winst
uit het bedryf te halen, inplaats van
allereerst om de belangen der ver
bruikers te denken. Elke exploitatie
toch van een industrie door een ge
meente, heeft ten doel, do belangen
der inwoners nietafhankeiykte doen
zijn van een particulieren exploitant,
dio alleen op eigen voordeel bedacht,
den citroen knijpt net zoolang als
het met zijn ruim geweten is over-
eeutebrengen. Dat nu een gemeente
lijke exploitatie zou kunnen werken
met een gelijkstaand bedrag van ont
vangst en uitgaaf, is te onzinnig om
te boweren. Winst moet er zijn, om
verlies te kunnen dekken, maar daar
om moet dit geen woekerwinst wor
den, zooals b.v. het geval is met den
meterhuur (ook bij de waterleiding).
Deze huur levert in de eerste vier
jaar van gebruik, een winst op van
zoo ongeveer 25 °/0 en na vier jaar
100je reinste woekerdie
d e n k b a a r i s. De buitengewoon
hooge gasprijs heeft ten bate der
gemeentekas schatten afgeworpen, die
bctrekkeiyk weinig nut hebben op
geleverd.
Niettegenstaande de ruime op
brengsten van gas eu water, is de
hoofdeiyke omslag gaande weg ver
hoogd, tengevolge eener door de
ontvangsten weelderige ingerichte
gemeente-huishouding. We gingen
leven op betrekkeiyk grooten voet.
De traktementen werden met belang
rijke sommen verhoogd, en de by-
dragen aan diverse instellingen kon-
deu met milde hand worden verleend,
totdat op een gegeven moment do
bron dier weelde ophield te vloeien
nu is ons HollaDd in last. Zuster
Anna zit op den uitkijk, doch helaas,
het is en biyft nacht. Wat nu te
doen Ik zou zeggen dit.
Door den directeur der gasfabriek
worde zoo spoedig mogeiyk aan den
Raad medegedeeld, de kostende prijs
van het gas, bij duurdere steenkolen,
opdat elk duidelijk worde, de stand
van het bedrijf op dit oogenblik. Is
die eenbeidsprys vastgesteld, dan is
het niet meer dan billijk en recht,
dat deze prijs aan de gasverbruikers
in rekening wordt gebracht. Immers,
niemand zal op goeden grond kun
nen beweren, dat de gemeente ten
behoeve der verbruikers op den kos-
tenden prys zal bijleggen, dit ware
pure onzin. Ja het zou kunnen, indien
een reserve-fonds de gemeente in
staat kon stellen, het verlies der
magere jaren te dekken maar nu er
zulk een fonds niet is, vervalt elk
betoog desaangaande. By den aldus
vastgestelden prijs, die natuurlyk
alle winst uitsluit, is het aan den
Raad voorbehouden het verlies van
winst waarop bij het samenstellen
der begrooting gerekend was, uit
andere bronnen te dekken.
Men heeft genoemd een verhoo
ging van den hoofdelijken omslag,
maar dit is een paardenmidddel, het
welk niet is te recommandeeren.
Een ander zegtsluit een bijzon
dere geldleeniDg tot dekking van het
tekort, maar dit zal bij Gedeputeerde
Staten ernstig bezwaar ontmoeten.
Een derde stelde voor de ver
plichte aflossing van geldleenïng een
jaar uitstellen, maar dit is absoluut
onmogeiyk, omdat de aandeelen aan
toonder zijn, of indien gesloten by
een crediet-instelling elke verande
ring in een eenmaal aangegane over
eenkomst, de overeenkomst zelve
verbreekt, en buiten effect stelt.
Men kan eenvoudiger, doen en wel
als volgt.
De begrooting voor het loopende
dienstjaar 1915 zal, als altoos het
geval is met iedere begrooting, een
voor- of nadeelig saldo opleveren.
Wanneer nu een of andere bron
van ontvangst met belangryke ver
mindering dreigt, dan is het gemeente
bestuur niet verplicht om gedurende
het loopende dienstjaar een supple-
toire begrooting in te dienen, maar
dient het einde van het dienstjaar
te worden afgewacht. Om nu inmid
dels te kunnen voorzien in de een
maal vastgestelde uitgaven, kan en
mag de gemeente gebruik maken
van de sommen, die toegestaan zyn
tot dekking van het kas-tekort. Dit
toegestane kasgeld, waarvan de sup-
pleteering telkens kan worden aan
gevraagd, is ruim voldoende om de
gemeentehuishouding gaande te hou
den. Is deze meening juist, dan kan
het verloop van het dienstjaar worden
afgewacht, en worden de nadeelige
saldo's in de begrooting van 1917
opgenomen.
In hoofdzaak zou by verwerkolyking
myner gedachten zyn verkregen, dat
de gevreesde verliespost, door de be
taling van den kostenden prijs, niet
werd verhoogd, terwyl het gemeente
bestuur maatregelen nemen kan om
door intrekking van reeds toegestane
piysverminderingen voor groote ver
bruikers, dezen of dit naar even
redigheid op een hooger bedrag te
doen bepalen.
Dat een verstandig gemeentebestuur
inmiddels bedacht dient te zyn, om
de uitgaven tot het dringend noodlge
te beperken, en alle buitengewone
werken niet te doen uitvoeren, Is
zoo duidelijk als 'tmaar kan. Iedere
Geachte Heer Redacteur.
Verzoeke beleefd eene kleine plaats
ruimte in uw blad voor het volgende
Aangezien het te Onrust en zijne
onmiddellyke omgeving herhaaldefijk
voorkomt, dat vreedzame bewoners
worden lastig gevallen door opge
schoten lummels met een gedegene
reerd uiterlijk en een groote pruim
b. z. k. in hun mond, is het de be
doeling van steller dezes, langs dezen
weg een en ander onder de aandacht
te brengen van de Autoriteiten.
Herhaaldelijk worden eenzame
menschen, die hier voorby wandelen
uitgejouwd en met een regen van
kiezelsteenen of ander vuil begroet.
Ook gebeurd het meermalen, dat tot
zelfs laat in den nacht dan hier en
dan daar zeer hard aan den bel wordt
getrokken en de menschen bogrljpe-
lijkerwy's de doodsangst op het lljt
wordt gejaagd. Voorts wordt elke
Zondag nog al sterk gedobbeld (gokken
_jen ze hier) om geld natuurlijk,
waaraan door vele opgeschoten jan-
s, maar óók door anderen,
wordt deelgenomen, en meermalen
is my ter kennis gebracht dat een
jongen van onder de 12 jaar huilende
thuis was gekomen met de bood
schap, die groote jongen van die, of
die, heeft mijn Zondagcent gewonnen
met gokken. Moeder natuurlyk,
verontwaardigd over zulk laag gedoe,
spreekt de vraag uit wanneer hier
toch is een eind aan zal komen.
Het komt ook wel voor, dat meis
jes van 6 en 7 jaar naar volwassen
menschen loopen en hen bespuwen,
Wanneer je het dan wagen durft de
Moeder? van zoo'n snoezig?, lief?
meisje hierover te onderhouden, wordt
men zoo geducht uitgescholden, dat
je er in Godsnaam het zwygen maar
toe doet.
En nu zoo zachtjes aan de zomer
voor de deur staat kunnen wy eerst
daags weór genieten (I) van het schouw
spel dat vele opgeschoten jongens
hier komen zwemmen, zij kleeden
zich uit, leggen hunne plunje des
noods nog voor je deur en begeven
zich, schaamteloos als ze zijn, in het
bazin, 't Spreekt van zelf, dat
ouders van kinderen zich hier aan
ergeren, en zij bovendien worden
genoodzaakt hunne kinderen, die daar
spelende zijn, daarvoor in huis te
houden om hunne aandacht van dat
vies gedoe afteleiden. En zou je in
gemoede zoo'n groote lummel,onder-
houden over zijn onbehooriyk gedrag,
dan ontvangt men natuurlijk eenige
scheldwoorden niet alleen, maar
tevens als bewijs van groet een paar
groote steenen bij voorkeur tegen je
ramen.
Dit alles kan hier vryelyk plaats
hebben, omdat surveillantie der po
litie zoo goed als niet plaats heeft
't is de politie misschien te ver uit
de buurt, maar de belasting-ambte
naren weten je toch heel goed
vinden. Dat wil ik zoo in 't voor-
bygaan toch even opmerken, ziet u.
Ook lees ik weieens de artikeltjes
van den „Langs de straat"-schryver,
en zoo goed als genoemde schrijver
bijna een Courant weet vol te schrij
ven over een Heer, die opdeLoods-
gracht visch koopt, waarvoor hij den
bedongen prijs betaalt plus een halven
cent, en na dat bemerkt te hebben,
zich haast om dien hal ven cent van
die vischvrouw terug te ontvangen,
zoo goed zou genoemde schryver te
Oürust en zyne onmiddellijke omge-
viDg een ruim en dankbaar arbeids
veld vinden (helaas 1) want de dingen,
die hier zoo nu en dan worden af
gespeeld, zijn bepaald eenig. En tot
slot denk ik onwillekeurig aan de
zinsnede van een verslaggever hier
ter plaatse, die by eene zanguitvoe
ring (naar ik meen „Helder's Gemengd
Koor) in zijn verslag zich ongeveer
aldus uitliet„het Heldersche publiek
is nu eenmaal voor een groot deel
niet wel-op ge voed", en de man, die
den moed had dit neer te schryven,
had w e 1 geiyk.
Veel zou ik over deze omgeving
nog kunnen schryven, maar ik stip
slechts aan.
Meenende hiermtê te dienen het
algemeen belaDg, teeken ik met hoog
achting en met vriendelijken dank
aan den Redacteur voor de plaatsing,
een Onrustbewoner.
BOEKBESPREKING.
„Van varen en van vech
ten". Verzen van tijdge-
nooten op onze zeehelden
en zeeslagenlof- en schimp
dichten, raatrozenliederen,
verzameld door Dr. D. F.
Scheurleer, 3 dln. 's Gra
venhage, Martinus Nyhoff.
De bij verzamelaars welbekende
Haagsche bankier, dr. D. F. Scheur
leer, heeft sedert jaren, by het door
lezen van oude liedboeken, aango-
teekend wat hy vond, betrekking
hebbende op de Geschiedenis van het
ZeewezeD, en op deze wijze is, naar
de verzamelaar in zijn voorrede mede
deelt, eene verzameling gedichten
ontstaan, die een eigenaardige by-
di age vormt tot de kennis onzer ge
schiedenis.
Ry'p en groen bevatten deze bun
dels. „Naast fraaie dichtregelen", wi
citoeren weder het voorbericht, „vee
kreupelrym en bombast. Dit laatste
groeit natuurlijk op onrustbarende
wijze aan naarmate de kracht en de
frischheid van het volk afneemt."
Elders zegt hy„Naar volledigheid
is by het samenstellen dezer verza
meling niet gestreefd. Zy moet eene
bloemlezing zijn. Er is zóóveel ge
dicht, dat er niet aan valt te denken
alles by'een te brengen." De verza
meiaar heeft gemeend ook het onbe
duidendste gerijmel niet te mogen
verwaarloozen, indien dit op een of
ander historisch feit van beteekenis
betrekking heeft. Zoo heeft hij bijv.
In zyn bloemlezing opgenomen lied
jes, die op straat verkocht werden
by de Ruyter's begrafenis. Antonldes I
van der Goes, „eene ster van bizon-1
deren glans onder do vele planeten,
die de twee of drie zonnen omgeven"
(Jonckbloet), maakte er eeDige wel
luidende en sieriyke lijkzangen op,
maar daarnaast vindt men gorymel
van een onbekende, die deNederlan
ders uitnoodigt om te treuren
„Komt Nederlanders treurt
Om 't geen ons is gebeurt,
Al op Neptuynis velden,
Van onsen Ruyter trou,
Die syn leven stelden,
Voor 't Lant en huys Nassau".
De drie bundels bevatten chrono
logisch gerangschikte verzen, van
1572-1654 (deel I), 1655-1678 (deel
II) en 1679-1800 (deel IH). Zooals
de verzamelaar reeds opmerkte,
nemen ze, by bet tanen van Neder -
land's bloeitijd, af, en vooral die uit
de 18e eeuw, in die eeuw, waarin
„de zon der poözie, die de drie eerste
kwartalen der zeventiende eeuw soms
zoo schitterend verlicht en gekoesterd
had, gaandeweg ter kimme was ge
daald" (Jonckbloet), dragen het stem
pel van decadentie en verval. Deel I,
aanvangend bij de „Verovering van
den Briel" (1572), zet in met het
frissche lofdicht van oen ongenoemd
dichter, dat aldus aanvangt:
Laet sang en spel, tambour en fluyt,
Nu klinken tot Gods eer."
De gebeurtenissen volgen elkander
op, en de diebterlyke inspiraties ach
terhalen zehet vers van Maximiliaan
de Bossu,
„Maximiliaan de Bossu
Ben ick een Graef geheeten",
wordt gevolgd door het „Spotlied op
de houten Pompen" (de Spanjaarden
beweerden, dat de Geuzen op hun
kleine schepen slechts pompen had
den inplaats van kanonnen), een
gerijmel van den tienden rang. Ook
de ondergang der „Onoverwinnelijke
Vloot" vond zyn berymers en over
Piet Hein vindt men een groote
menigte ry'p en groen. Het „nieuwe
Liedeken ter Eeren van den Generael
Pieter Pietersz. Heyn, over den groo
ten schadt die by op de zee bekomen
heeft" vertelt ons hoe de geschiede
nis zich toegedragen heeft „als men
schreef sesthien hondert en acht en
twintigh jaer", terwyl een ander, in
zijn „ZieghZangh over de verove-
ringhe, van de Silvere Vlote des
Coninghs van Spangien" aan zyn blyd-
schap lucht gaf in min of meer
krachtige termen
„Wat donder I Heyn is 't zee. De
[spoore-loose southeyt
Van Mar del Nort, en Zud ver-
[schrickt voor syne stoutheyt,
Maer knïckt hem even toe, als
[of sy seyde, Ia!
Wy zynder mé te vró, set toe,
[klamp an en sla I'*
Do jaren 1655 tot 1678 zyn voor
dichters eveneens een vruchtbare
periode; de Ruyter naar de Middel-
landsche Zee, Klaas Compaen, Was-
senaer Obdam, Witte Corn. 4e Witte,
Bankert, Vierdaagsche Zeeslag, enz.
enz., zij alle vinden hun berymers.
Niet onaardig is het matrozenlied
uit 1647:
„Den Visserman heeft veel van doen,
Eer hy hem kan ter Zee-vaert spoen,
Daar hy sijn Brood mee moet winnen."
Maar na 1670, Jonckbloet zeide het
reeds, was, ten opzichte van de poézie,
„de schemering begonnen; van liever
lede zou het volslagen nacht worden."
En het verwondert ons niet, dat wy
in het derde deel zeer veel van die
gezwollen verzen vinden, waardoor
de achttiende eeuw zoo berucht is
geworden. De grootsche gebeurtenis
sen, die de inspiratie gaven voor do
frissche 17 d'eeuwsche verzen, her
haalden zich in de 18e eeuw niet,
en wy vinden matrozenliedjes van
dezen aard
„Ik leg hier aan 't Surinaamsche
[strand,
Zo ver van myn lief Vaderland,
Afgescheurd van Vriend en Maagd,
Word ik door 't lot geplaagd",
enz. En een zekere Brender h Brandis
zong in 1779 een „Lierzang aan de
Britten" in den bekenden gezwollen,
rhetorischen styl van die dagen:
„Beeft, trotsche Britten! beeft: of
volgt 't verbond der vreeden".
Het bekende straatliedje „Daar was
laatst een meisje loos", is in dezen
bundel niet vergeten, ofschoon de
lezing anders is dan de tegenwoordige.
De drie bundels, op imitatie Hol-
landsch papier gedrukt, maken, in
hun eenvoudig, stemmig bandje, een
aangenamen indruk. Elk bunner is
versierd met het portret van een
zeeheld uit de periode die behandeld
wordt, terwijl een register achterin
elk deel, vele woorden en uitdruk
kingen verklaart.
Advertentiën.
CATHARINA DE BEURS.
Arnhem, l
Helder,
Huwelijksvoltrekking: 1 Mei a
(Herplaatst wogens misstelling).
9 April 1915.
Geboren: S. ARNOLD,
Zoon van L. G. ARNOLD—
van der Poll.
Helder, 9 April 1916.
Nieuwst raat No. 8.
Heden overleed, na een gedul
dig lyden van 11 weken, onze
innig geliefde Echtgenoot en
Vader, de Heer
R. DELVER,
in den ouderdom van bijna 30jaar,
my nalatende 2 kinderen, te jong
om het smartelyk verlies te kun-
Zyn diep bedroefde
Ecbtgenoote,
de Wed. R- DELVER-
hoog schagen,
en Kinderen.
Westelnde (Koegras), 8 April 1915.