Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ingezonden Mededeeling. I op RIJWIEL., RIJTUIG- «o AUTOBANDEN wtirborft •olldiuit. FaMefc Hevea. Hoogeian* (Groningen.)! zijn ontslag aauvroeg, hij door B en W. voor ontslag zou worden voorge dragen. De betiokken onderwijzer heeft dezo zaak aanhangig gemaakt bij het N. O. G. De Malversatiën te Qulpen. „De Maasbode" verneemt nader over de door den postdirecteur Darcis gepleegde malversatiën, dat reeds jarenlang door de bevolking der ge meente Gulpen werd geduisterd dat op het postkantoor dingen gebeuiden, die niet in den haak waren. Do post directeur on zijn gezin leefden als vorsten. Men vermoedt, dat de ver duisterde bedragen tezamen wel een halve ton groot zijn. O.a. moet de postdirecteur zich gelden hebben toe geëigend voor allerlei gesimuleerde werkzaamheden van hulppostboden, waarvoor hli zelf de quitanties in hun naam teekende. Bij de arrestatie bleek, dat de postboden van een en ander niets wisten en dat zelfs quitanties waren geteekend voor werkzaamhe den, verricht door een postbode, die reeds anderhalf jaar geleden is over leden. (Zie verder Tweede Blad.) MARINE EN LEGER. Met den loden April 1915 wordt Hr.Ms.„Dol- BJn" te Amsterdam ln dienst gesteld met be stemming om liet loodsvaartulg No. 6, te Wil lemsoord te vervangen. Het bevel over dien bodem la opgedragen aan den luitenant te dor le klasso O. J. te Wlnkol. De luitenant ter zoodor2eklasseH. Ferwerda wordt 10 April 1915 ontheven van het bevel over het Stoomloodsvaartulg No. 1 on gesteld ter beschikking terwül de thans aan boord Hr. Ms. „Holland" dienende luitenant ter der 2o klaBse H. Vreedeuberg mot dien datum wordt bela9t met het bevel over hot Stoom loodsvaartulg No. L De buitengewoon adelborst der Marine Reserve J. van Kuik, welko 10 April 1915 opkomt m werkelUken dienst, wordt geplaatst aan boord van Hr, Ms. „Holland". BEVORDERINGEN EN OVERPLAATSINGEN. De milicien korporaals H. J. Meermnn en J. Ven. van bet dopöl van het21e regt. Infanterie, zijn bevorderd tot sergeant bil hun tegenwoor dig korps. De reserve-sergeanten B. F. Verfatlle en P. Rozetidaal, van bet depöt van het 21e regt Infanterie, z()n overgeplaatst bU het veldleger. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-Indie: Vorzondingswog. Per: is PLAATSELIJK NIEUWS. MARKTBERICHTEN. Hoorn, 8 April 1915. KAAS. Aanvoer 63 stapel», wogonde 81718 K.G. Prijs: kleine f 47.00, commissie f48.-, middelbare f—fabrloks f48.00. Handel vlug. Alkmaar, 9 April 1915. KAAS. Fabrlekskana meikaas f—.—Jonge kaas f—kl. fabrlokskaas f4850, kleine boerenkaas f46.50, comm. fabriekskaas f-,-, commis sie boerenkaas f44.-, middelbare fabriekskaas f—middelbare boerenkaas f43.60. Aange voerd 162 stapels, wogende 180099 K.G. Handel good- Alkmaar, 9 April 1915. Heden werden ter graanmarkt aangevoerd 634 H.L. Tarwe f 14.00 a 14.25, rogge f gerst f-.- a -, id.chev. f 10.25 a flL69, haver ?0.80 a f7.60. Bruino boonen f 14.00 a f16.03, witt.o idem f20.— a f—rood mosterdzaad f—.geel ld. f—blauwmaandzand f—paardeboouen f 10.00 a f 10.60, citroen boonen f17.— a f19.-, duivenboonen f -.CO, karwei*, f-.- a f-.- Erwten: groene f 14.— a 18.-, grauwe f.00 a 00.00, vale f 00.00 a 00.00. T(jdst.dor laat bus), a/b Poatk. zeepost via Amsterdam zeepost vla Rotterdam Holl. mail vla Genua Holl. mali vla Napels ('jall. briov., brlefk.en aangeteek. stukkeu. Naar Aijeh en ondorhoorigheden on do Oostkust van Sumatra: over Engeland eiken Dlnsd. 112.15 'a m. Naar Guyana (Suriname) zeepost via Amsterdam 22Aor. I' 6.55'sar. mail vla Quconslown 12 er mail vla Southumpton (alleen op verl. d.afz.) Naar Curaqao, Bonaire en Aruba: of Queonstown Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba zeepost vla Amsterdam 22Apr- 0.66 'aav. (alleen op veil. d.afz.) mail vla Engeland 19 112.16 'sm. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier kolonie en Transvaal: eiken Donderdag, 1X16 "sm. Het „Groninger Dagblad": Men klaagt over slechte tijden, maar do schouwburg was gisteravond op zes plaatsen na uitverkocntl Dat ia de macht van de operette. Uit vrset voor straf. Dinsdag j 1. werd de 16-jarige K. B., als loopjongen bij een kruidenier hier ter stede in dienst, uitgezonden met een kwitantie om deze te innen. Toen de jongen het geld, dat hij ontvangen had, even lator natelde, bemerkte hij tot zijn schrik, dat er een gulden aan ontbrak. Hij durfde riu niet bij zijn patroon terug te komen en ging op stap, eerst naar Huisduinen en verder langs het strand tot Callantsoog. Hier bracht hij een nacht door in de duinen en wandelde den volgenden morgen naar Schager- brug en Schagen, waar hij brood en kaas en sigaren kocht en een rijwiel huurde, waarmee bij in den omtrek ging rijden eu bet plan in hem op kwam om met de flets er vandoor te gaan. Maar hij bedacht zich bijtijds en vertrok met den trein naar Alk maar, zonder een kaartje genomen te hebben. Dit ging goed en op het tweede perron aldaar wist hij onop gemerkt over de spoorlijn door de wachtkamer in de stad te komen. Per tram ging hij nu naar Haarlem, kwam terecht in oen logement en maakte daar kennis met een reizend koopman uit Rotterdam, die, na zijn avontuurlijke geschiedenis gehoord te hebben, hem overhaalde om op zijn kosten mee te gaan naar Leiden en Den Haag, ten einde hem bij het venten met een wagen manufacturen en eigengemaakte goederen behulp zaam te zijn. De jongen gaf hieraan direct ge hoor cn beiden togen naar Leiden. Maar nauwelijks waren zij hier ge arriveerd, of du koopman bezocht een café, raakte dronken en kwam spoedig wegens vechten met een collega en verzet tegen een paar agenten, in handen van de politie, die hem op borg. Daar stond de knaap weer alleen en dwaalde naar Den Haag, eerst te voet en later op eeD ver huiswagen. Bij familie aldaar aan geland, wilde hij geld leenen om weer naar den Helder to kunnen gaan, doch uit het verhaal vandenjougen bleek weldra, dat hij feitelijk heimelijk uit zijn woonplaats weggeloopen was, en toen hij dan ook volledig bekende, liet men hem niet gaan en stelde de familie zijn ouders hier ter stede telegrafisch met de aanhouding van hun kind in kennis, waarop de vader zijn zoon Donderdag persoonlijk ging afhalen. Ongeluk. Donderdagmiddag 4fc uur trof den werkman J. L. alhier een droevig ongeluk. Bezig zijnde op de Marinowerf met het afbreken van een muur, stortte hy met een kruiwagen met steenen van den 4 Meter hooge steiger binDen in het gebouw. Met een schedelbreuk werd de man opgenorac-n en naar het ziekenhuis vervoerd, alwaar hij spoedig overleed. Gaarne vestigen wjj de aan dacht op eene uitgave van de Eersté Nederlandsche Thee- en Koffie pak- kery J. C. Baan Co. te Alkmaar. Deze firma stelt n.1. albums ver krijgbaar, bestemd tot het luplakken van plaatjes, voorstellende de Neder landsche insecten. De tekst van dit album is geschreven door den Tuinbouwredacteur van het „Nieuws van den Dag", den heer P. Teunissen. Van de hierby hoorende plaatjes (180 stuks) zijn door een nieuw procédé de insecten naar boven gedrukt in een buitengewoon fijnen kleurendruk, zoodat het is alsof men de insecten werkelijk ziet. Gedurende de maand April ontvangt ieder besteller van éen der verpakte artikelen koffie of thee der firma Baan het Album gratis. (Zie verder Plaatseiyk Nieuws in het Tweede Blad.) „Serenata". De Mandolineclub „Serenata" geeft Zaterdag 17 April bare laatste soirée in dit seizoen. Dien avond wordt een speciaal programma uitgevoerd. Een uitnemende Tzigane kapel verleent medewerking. Totslot gaatdesensatie- klucht: „Die malle Oom van Ginkel". De eerste zomer matinée heeft half Juni plaats. „Dia Klno-Könlgin". Georg Braun'a Wiener Operette, die met „die Schóne Cubanerin^' zooveel succes had, zal DiDSdag 20 April weder hier komen, thans met de bekende en geliefde operette „die Kino-KöDigin", muziek van Jean Gilbert. De „Nieuwe Groninger Courant" schryft over deze opvoering: Marga Graf is een operetten-prima- donna van groot talent; ze had een dankbare groote rol, en ze heeft die schitterend vertolkt. Ik heb haar en Knaack bewonderd en ik heb kostelijk genoten. Er Is onbedaarlijk gelachen, vooral ln het tweede bedrijf, dat bijzonder gelukkig. Ik zeg niet te veel als ik spreek van een reusachtig succes. De Provinciale Groninger Courant" zegt ervan: De schouwburg was gisteravond zeldzaam en merkwaardig verschijnsel geheel bezet. Zoo goed als uitver kocht. En men kon zich amuseeren gister avond, wat een voorrecht is 1d dezen som beren tijd. DE OORLOG. De algemeene toestand. Op het westelyk oorlogstooneel neemt de stryd tusschen Maas en Moezel ihans alle aandacht in beslag. Het Duitsche rapport wijst erop, dat dit geen geregelde, aaneengesloten slag is, in den geheelen zich over bijna 100 K.M. uitstrekkenden sector. Integendeel, de Franschen doen aan vallen op enkele punten, op eenigen afstand van elkaar gelegen, en deze partieele gevechten krijgen slechts een samenhang, doordat zy biykbaar doelen op een omvatting van de vooruitgeschoven Duitsche positie bij St. Mihiel. Het resultaat van die aanvallen is voorloopig nog niet te zien. Vooral omdat klaarblljkelyk de berichten van beide zyden de zaak overdreven voor stellen, wat de eigeniyke winsten aangaat, on de geleden verliezen verzwegen. Want. in de Fransche berichten leest men voortdurend, dat de Franschen al hun winsten be hielden en overal opnieuw zijn voor uitgegaan. En in de Duitsche be richten, dat de Fransche aanvallen overal mislukten en de Fransche troepen, die op enkele punten in de Duitsche linies doordrongen, of zoo als op de hoogte van Combres, eenig succes konden boeken, ten slotte toch weder werden teruggeslagen. Volgens de laatste berichten werd Donderdag hevig gevochten bonoorden Fllrey, in het Bois de Mortraare, waardoor de weg van Fliiey naar Essey loopt. Maar omtrent het ver loop vaD dit gevecht is het eveneens onmogelijk zich een juiste voorstelling te maken. De Fransche mededeeling: „dat de aanvallende troepen in het boach van Mortmare vasten voet kregen in de vjjandeiyke verdedigings werken, waarin zy zich handhaafden, niettegenstaande de vy'and poogde het verloren terrein te herwinnen," is wel in volkomen tegenspraak met de Duitsche mededeeling: „datFran sche troepen uit de loopgraven en met sterke reserves een aanval deden op het Bois de Mortraare. Tot vier malen toe deden de Franschen een aanval op de Duitsche stellingen, doch telkens werden zli met zware ver liezen teruggeslagen." Bn steeds meer wordt de indruk gewekt dat overal in hot westen de strijd een „dead lock" is, een remise partij, waarin de beide machten vol komen tegen elkander zyn opgewas sen, zich in een verdedigende stelling weten te handhaven, maar by den aanval geen of weinig kans hebben om den tegenstander uit zijn positie te verdryven. De „Times" dien toestand bespre kende zegt dan„Duitscbland's defen sieve kracht is nog lang niet ge broken en het zou dwaasheid zijn dit te willen miskennen. De effectieven der strydende legers kunnen worden aangevuld en zullen worden aange vuld, zyn het wellicht reeds. „De Fransche ofilcieele berekening, dat er niet meer dan 2.000.000 reserves voor de Duitsche legers beschikbaar zijn, berust op de meening, dat geen Duitschora boven de 39 jaren zullen worden ingedeeld; maar men moet aannemeD, dat Duitschland voor de verdediging zich niet aan die leeftijds grens zal houden, doch dat mannen van 40, 45, 50 en wellicht 55 jaar zullen worden bereid gevonden te vechten voor de verdediging van huis en haard. En het Engelsche blad komt dan tot de overtuiging, dat hoeveel Duitschland ook onder den oorlog moge ïyden, de Duitsche vijand niet moet worden onderschat eu het vele krachtige pogingen van de geallieerden zal kosten, om de verdediging te breken. Meer hoop op succes dan in het westen heeft nu de „Times" op suc ces van het oostelijk front. Het blad zegt toch, dat het zwakke punt van de Duitsche positie, met uitzondering van enkele punten aan het westelijk front, moet gevonden worden aan de Oostenrijksche zijde. Want slagen de Russen in bun bestorming van de Karpathen, dan ligt Honhaiye voor hun open, en dreigt er 'gevaar voor Boedapest en Weenen, Dan zal, zoo do Russen succes hebben of andere Staten zich daar in den stryd mengen, Duitschland genoodzaakt zijn meer troepen dan het aanvankelijk voornemens was, af te zonderen voor de verdediging van Oostenrijk en Hongarije, wat niet anders dan noodlottig wezen kan voor de operaties op andere punten. De verdediging van Trentino en het dal van de Isonzo zal ook troepen vergen, en de Oostenrijksche verde digingstroepen van die linies zyn ver weg, namelijk het 14e en 3e le gerkorps in do streek van de Doe- najetsj, zoodat zy do verdediging moesten overdragen aan troepen van de derde linie. Voorloopig echter zyn de Russen nog niet over de Karpathen. Het centrum van het gevecht ligt bij den Lupkow-pas, waar de-Russen een berg met daarlangs voerende spoorweglyn bezet hadden. Daar die berg den spoorweg en den pas be- heerschte, werden Duitsche troepen ter versterking gezonden en deze be stormden Paasch-Maandag den Ko- bila-berg, met het gevolg, dat zy de Russen verdreven en in staat waren de genomen positie tegen contra- aanvallen van de Russen in staat van verdediging te brengen. Ten Westen van de Doekla-vallei hebben de Russen eenig voordeel be haald en een ge Hongaarsche dorpen bezet, doch zij waren nog niet in staat de Zuideiyke berghelling af te dalen en in de Hongaarsche vlakte te komen. Het plaatsje Bartfeld is in Rus sische handen. Verder wordt, zooals uit de Rus sische en Oostenryksche telegrammen biykt, in alle bergpassen gestreden. Van het resultaat van dien strijd valt nog evenmin iets te zeggen als vau de gevechten op andere deelen van het fror.t. In dezen uierkwaar- digen oorlog duren gevechten maan den lang, zonder dat iemand kan zeggen hoe het verloop zal zyn, welk resultaat zij zullen opleveren. Wy zullen de rij der profeten niet vergrooten, doch den raad geven, ook en vooral in dit geval, de lijfspreuk van minister Asquith toe te passen „Wait and seeof in goed Hol- landsch „Let op het einde". (Hbld.) De duikboot- on mijnoorlog. Londen, 9 April. De kapitein van het stoomschip Theseus, dat kortelings te Liverpool is aangekomen, rappor teert dat zyn schip aan een opwinden de jacht en aanval van een duikboot bloot heeft gestaan. In den vroegen ochtend van 29 Maart werd op ongeveer 40 mijlen ten Z.O. van den vuurtoren van Bishop Rock een duikboot op een alstand van drie myien gezien. De kapitein liet het stoomschip met volle kracht loopen, maar de duikboot haalde de Theseus geleidelijk in en seinde het schip, dat het stoppen moest. De Theseus stoorde zich niet aan het sein, dat meldde dat het schip bij moest draaien of anders beschoten zou worden. Daarop opende de duik boot uit een machine geweer en een kanon van 7i c.M. het vuur en seinde, dat de bemanning het schip moest verlaten. De Theseus voer echter door en de duikboot trachtte nu opzy van het stoomschip te komen, biykbaar met de bedoeling om een torpedo af te schieten. Het schip veranderde echter voortdurend zijn koers en ten slotte gaf de duikboot, die boven den wind in een woelige zee voor, de jacht op. De Theseus kreeg aanmerkelijke schade. In Noord-Polen. Berfijn, 9 April. (W. B.) De oor logscorrespondent van het „Berliner Tageblatt" schrijft uit het Oosten- ryksch Hongaarsche hoofdkwartier Van het noordelyk front in Polen verhaalt de berichtgever, dat dé Rus sen uit den vestinggordel steeds weer tegen de Duitsche stellingen oprukken; zulk een aanval by Jed- nosoziec, ten N.O. van Prasnysz, duurde tien dagen lang. De laatste aanval duurde l*/a uur en werd met groote verliezen afgeslagen. By Lomsja beschieten de Russen de ingegraven Duitsche postenlinies en schieten zy de dorpen in brand, waarin reserven worden vermoed. De vesting Ossowietsj staat onder h»t vuur van bet zwaarste Duitsche geschut. De Russen beantwoorden dit door het beschieten van de den- nenbosscheD, waarin Duitsche batte- ryen worden vermoed, doch tot nog toe zonder succes. Talryko Russische aanvallen wor den gedaan uit het bosch van Augu- stowo en de meerenstreek van Soe- walki. Onlangs nam een kozakken- patrouille een wagen op den straatweg naar Kalwarja. Maar iedere groote beweging voorbij Krasoapol kost den Russen een groot aantal dooden en gevangenen, en de aanvallen uit Kowno blyven eveneens zonder suc ces. Het is opmerkelijk dat de Rus sen, ondanks hun zware vestingar tillerie op het geheele front in Noord- Polen niet tegen de Duitsche artillerie opgewassen zyn. Dankdag ter eere van Nederland. De Gazet van Brussel bepleit een dankdag ter eere van Nederland door de Belgen, als uiting van erkentelijk heid voor de „onvolprezen liefdadig heid van onze Noorderbroeders". Do feestdag van H.M. de Koningin zou voor den dankdag best geschikt zijn, maar het blad acht den datum te verwyderd, en het wil nu den Julianadag op 30 dezer vieren. Duitsch-Nederlandsche oorlogs geruchten. Londen, 9 April. Er worden thans te Londen premies betaald van 40 guineas per honderd bij verzekerin gen tegen een oorlog tusschen Duitsch land en Nederland. spelers gelegenheid te geven zich te oefenen. Laten zy vooral denken aan het samenspel, want Z.V.V. I behoort tot de sterkste clubs dezer competitie. De volgende week meer over dezen wedstryd. INGEZONDEN. particuliere oxploltant zou hetzelfde doen. En bovendien, de gruwelyke oorlog zal toch niet geheel 1915 duren? En wanneer deze droeve stryd ten einde zal zyn, zullen ook de pryzen voor de steenkolen weer normaal worden. Een Abonné. Het Handelsblad schryft naar aan leiding van dit bericht het volgende De „T i mes" over de Duitsch- Nederlandsche oorlogsge ruchten. Dit telegram vermeldende, dat verzekering tegen gevaar, ontstaan door oorlog tusschen Duitschland en Nederland, slechts tegen een premie van 40 gedekt kan worden/ zal zeker hier te lande verbazing wek ken. Het volgende telegram van on zen Londeneche correspondent doet echter zien, dat in Londen ernstige geruchten omtrent dat oorlogsge vaar liepen. Onze correspondent seint dato 11 April De „Times" bespreekt hedenavond in een hoofdartikel de aanhoudende geruchten omtrent de moeilijkheden tusschen Duitschland en Holland, geruchten die echter bij de Neder landsche kolonie geen geloof vonden. De „Times" zegt, dat, indien de bron dier geruchten gevonden kon worden, men zien zou, dat zij ver spreid worden niet in het belang van Engeland, maar van Duitsch land. Het Duitsche diplomatieke en journalistieke vermogen om ver keerde voorstellingen te wekken zou met profijt in Holland en op andere plaatsen gebruikt kunnen zijn en zou de opwinding in Londen ver klaren. „De „Times" geeft daarom in over weging zeer sceptisch tegenover dergelijke oorlogsgeruchten te staan en niet mede te helpen om ze te verbreiden. De „Times" geeft dan verder een verklaring van de positie van Nederland, die buitengewoon moeiiyk is, maar het Nederlandsche volk heeft zich met zorg onthouden van elke offensieve manifestatie en de co: logvoerenden kunuen er zeker van zijn, dat'Nederland geen inbreuk op zijn rechten zal dulden ofschoon het zich niet aan de verliezen en verwoesting van een oorlog zal blootstellen zonder een voldoendp reden. „Mochten de Duitscbers ter uit voering van eenig al te slim plan willen pogen Holland aan te vallen dan zal Holland zonder eenigen twyfel dien aanval afslaan. Maar die mogelykheid uitsluitende, kan men verwachten, dat de Nederlandsche regeering niet zal afwyken van de gedragslijn door haar vastgesteld ten einde in de toekomst de integriteit en onafhankelijkheid van het. land te handhaven." Tot zoover de „Times", wy mogen het Diet met alles wat in den aanvang van het artikel staat eens zijn wij kunnen toch met dankbaarheid en waardeering erkenen, dat de „Times" steeds een even juiste als achtenswaardige houding tegenover ons land blijft innemen en een juist begrip toont van de positie door ons land tegenover de oorlogvoi renden ingenomen. SPORT. Voetbal. Terrein Bolwcg: H.B.S. I Z.F.C. II (Kruiswedstrljd). Morgen speelt H.B.S. I haar eerste kruiswedstryd. Zy zal daarby uitko men tegen Z.F.C. II. Dit is een tegen stander, die zij in de N.H.V.B. reeds eenige malen ontmoet heeft en die de vorige maal op 't H.B.S.-terrein een nederlaag heeft geleden. Zij zullen nu waarschynlijk wel van de gelegen heid profiteereD, om te trachten re vanche te nemen. Gezien echter de schitterende prestatie van 2e Paasch dag, vertrouwen wy, dat het H.B.S. zal gelukken ook nu eene overwinning te behalen. Als er evenveel toeschou wers komen als by don wedstryd tegen V.V.A., zullen onze spelers, aangevuurd door hunne aanmoedi gingen, ook nu weer een enthousiast spel laten zien. Want toen heeft men kunnen zien, hoe de spelers het ge roep en gejuich waardeerden en zich inspanden om te geven wat het pu bliek verlangde, n.1.een H.B S.-over- winning. Laten vele toeschouwers morgen komen en er voor zorgen, dat het „hup H.B.S. I" dat wij Zond3g j.1. zoo dikwyis hoorden, onafgebroken over 't veld klinkt. Terrein Strooweg H.F.C. I-Militairen (2*-4 uur). Daar er geen competitie-wedstryd op 't programma staat, heeft H.F.C. een sterk elftal der Militairen (zee macht) bereid gevonden een wedstryd tegen haar eerste elftal te spelen. De wedstryd begint om half drla. Met het oog op den belangrijken competitie-wedstryd, die H.F.C. den volgenden wetk wacht, la h«t zear zeker een verstandig besluit den De Qaskwestie. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente om den gasprijs te verhoogen, en daardoor het verlies te kunnen dekken, dat ten gevolge van den hoogen prys van de benoodigde steenkolen geleden wordt, is by meerderheid van stem men door den Raad verworpen. Maar men is met deze afstemming niet van de zaak af. In dit blad kwamen achtereenvolgens twee voorstellen, als ingezonden voor, om in de ont stane moeilijkheden te kunnen voor zien, terwijl van wege de redaktie de vraag werd gedaan aan de lezers dezer courant, om zoo mogelijk, een betere oplossing te gevon; het is daarom dat ik deze regelen ter op name aanbied. De gemeente-gasfabriek, sedert 13 jaar in exploitatie, heeft op het voet spoor van den particulieren exploi tant, het systeem in toepassing ge bracht, om zooveel mogelyk winst uit het bedryf te halen, inplaats van allereerst om de belangen der ver bruikers te denken. Elke exploitatie toch van een industrie door een ge meente, heeft ten doel, do belangen der inwoners nietafhankeiykte doen zijn van een particulieren exploitant, dio alleen op eigen voordeel bedacht, den citroen knijpt net zoolang als het met zijn ruim geweten is over- eeutebrengen. Dat nu een gemeente lijke exploitatie zou kunnen werken met een gelijkstaand bedrag van ont vangst en uitgaaf, is te onzinnig om te boweren. Winst moet er zijn, om verlies te kunnen dekken, maar daar om moet dit geen woekerwinst wor den, zooals b.v. het geval is met den meterhuur (ook bij de waterleiding). Deze huur levert in de eerste vier jaar van gebruik, een winst op van zoo ongeveer 25 °/0 en na vier jaar 100je reinste woekerdie d e n k b a a r i s. De buitengewoon hooge gasprijs heeft ten bate der gemeentekas schatten afgeworpen, die bctrekkeiyk weinig nut hebben op geleverd. Niettegenstaande de ruime op brengsten van gas eu water, is de hoofdeiyke omslag gaande weg ver hoogd, tengevolge eener door de ontvangsten weelderige ingerichte gemeente-huishouding. We gingen leven op betrekkeiyk grooten voet. De traktementen werden met belang rijke sommen verhoogd, en de by- dragen aan diverse instellingen kon- deu met milde hand worden verleend, totdat op een gegeven moment do bron dier weelde ophield te vloeien nu is ons HollaDd in last. Zuster Anna zit op den uitkijk, doch helaas, het is en biyft nacht. Wat nu te doen Ik zou zeggen dit. Door den directeur der gasfabriek worde zoo spoedig mogeiyk aan den Raad medegedeeld, de kostende prijs van het gas, bij duurdere steenkolen, opdat elk duidelijk worde, de stand van het bedrijf op dit oogenblik. Is die eenbeidsprys vastgesteld, dan is het niet meer dan billijk en recht, dat deze prijs aan de gasverbruikers in rekening wordt gebracht. Immers, niemand zal op goeden grond kun nen beweren, dat de gemeente ten behoeve der verbruikers op den kos- tenden prys zal bijleggen, dit ware pure onzin. Ja het zou kunnen, indien een reserve-fonds de gemeente in staat kon stellen, het verlies der magere jaren te dekken maar nu er zulk een fonds niet is, vervalt elk betoog desaangaande. By den aldus vastgestelden prijs, die natuurlyk alle winst uitsluit, is het aan den Raad voorbehouden het verlies van winst waarop bij het samenstellen der begrooting gerekend was, uit andere bronnen te dekken. Men heeft genoemd een verhoo ging van den hoofdelijken omslag, maar dit is een paardenmidddel, het welk niet is te recommandeeren. Een ander zegtsluit een bijzon dere geldleeniDg tot dekking van het tekort, maar dit zal bij Gedeputeerde Staten ernstig bezwaar ontmoeten. Een derde stelde voor de ver plichte aflossing van geldleenïng een jaar uitstellen, maar dit is absoluut onmogeiyk, omdat de aandeelen aan toonder zijn, of indien gesloten by een crediet-instelling elke verande ring in een eenmaal aangegane over eenkomst, de overeenkomst zelve verbreekt, en buiten effect stelt. Men kan eenvoudiger, doen en wel als volgt. De begrooting voor het loopende dienstjaar 1915 zal, als altoos het geval is met iedere begrooting, een voor- of nadeelig saldo opleveren. Wanneer nu een of andere bron van ontvangst met belangryke ver mindering dreigt, dan is het gemeente bestuur niet verplicht om gedurende het loopende dienstjaar een supple- toire begrooting in te dienen, maar dient het einde van het dienstjaar te worden afgewacht. Om nu inmid dels te kunnen voorzien in de een maal vastgestelde uitgaven, kan en mag de gemeente gebruik maken van de sommen, die toegestaan zyn tot dekking van het kas-tekort. Dit toegestane kasgeld, waarvan de sup- pleteering telkens kan worden aan gevraagd, is ruim voldoende om de gemeentehuishouding gaande te hou den. Is deze meening juist, dan kan het verloop van het dienstjaar worden afgewacht, en worden de nadeelige saldo's in de begrooting van 1917 opgenomen. In hoofdzaak zou by verwerkolyking myner gedachten zyn verkregen, dat de gevreesde verliespost, door de be taling van den kostenden prijs, niet werd verhoogd, terwyl het gemeente bestuur maatregelen nemen kan om door intrekking van reeds toegestane piysverminderingen voor groote ver bruikers, dezen of dit naar even redigheid op een hooger bedrag te doen bepalen. Dat een verstandig gemeentebestuur inmiddels bedacht dient te zyn, om de uitgaven tot het dringend noodlge te beperken, en alle buitengewone werken niet te doen uitvoeren, Is zoo duidelijk als 'tmaar kan. Iedere Geachte Heer Redacteur. Verzoeke beleefd eene kleine plaats ruimte in uw blad voor het volgende Aangezien het te Onrust en zijne onmiddellyke omgeving herhaaldefijk voorkomt, dat vreedzame bewoners worden lastig gevallen door opge schoten lummels met een gedegene reerd uiterlijk en een groote pruim b. z. k. in hun mond, is het de be doeling van steller dezes, langs dezen weg een en ander onder de aandacht te brengen van de Autoriteiten. Herhaaldelijk worden eenzame menschen, die hier voorby wandelen uitgejouwd en met een regen van kiezelsteenen of ander vuil begroet. Ook gebeurd het meermalen, dat tot zelfs laat in den nacht dan hier en dan daar zeer hard aan den bel wordt getrokken en de menschen bogrljpe- lijkerwy's de doodsangst op het lljt wordt gejaagd. Voorts wordt elke Zondag nog al sterk gedobbeld (gokken _jen ze hier) om geld natuurlijk, waaraan door vele opgeschoten jan- s, maar óók door anderen, wordt deelgenomen, en meermalen is my ter kennis gebracht dat een jongen van onder de 12 jaar huilende thuis was gekomen met de bood schap, die groote jongen van die, of die, heeft mijn Zondagcent gewonnen met gokken. Moeder natuurlyk, verontwaardigd over zulk laag gedoe, spreekt de vraag uit wanneer hier toch is een eind aan zal komen. Het komt ook wel voor, dat meis jes van 6 en 7 jaar naar volwassen menschen loopen en hen bespuwen, Wanneer je het dan wagen durft de Moeder? van zoo'n snoezig?, lief? meisje hierover te onderhouden, wordt men zoo geducht uitgescholden, dat je er in Godsnaam het zwygen maar toe doet. En nu zoo zachtjes aan de zomer voor de deur staat kunnen wy eerst daags weór genieten (I) van het schouw spel dat vele opgeschoten jongens hier komen zwemmen, zij kleeden zich uit, leggen hunne plunje des noods nog voor je deur en begeven zich, schaamteloos als ze zijn, in het bazin, 't Spreekt van zelf, dat ouders van kinderen zich hier aan ergeren, en zij bovendien worden genoodzaakt hunne kinderen, die daar spelende zijn, daarvoor in huis te houden om hunne aandacht van dat vies gedoe afteleiden. En zou je in gemoede zoo'n groote lummel,onder- houden over zijn onbehooriyk gedrag, dan ontvangt men natuurlijk eenige scheldwoorden niet alleen, maar tevens als bewijs van groet een paar groote steenen bij voorkeur tegen je ramen. Dit alles kan hier vryelyk plaats hebben, omdat surveillantie der po litie zoo goed als niet plaats heeft 't is de politie misschien te ver uit de buurt, maar de belasting-ambte naren weten je toch heel goed vinden. Dat wil ik zoo in 't voor- bygaan toch even opmerken, ziet u. Ook lees ik weieens de artikeltjes van den „Langs de straat"-schryver, en zoo goed als genoemde schrijver bijna een Courant weet vol te schrij ven over een Heer, die opdeLoods- gracht visch koopt, waarvoor hij den bedongen prijs betaalt plus een halven cent, en na dat bemerkt te hebben, zich haast om dien hal ven cent van die vischvrouw terug te ontvangen, zoo goed zou genoemde schryver te Oürust en zyne onmiddellijke omge- viDg een ruim en dankbaar arbeids veld vinden (helaas 1) want de dingen, die hier zoo nu en dan worden af gespeeld, zijn bepaald eenig. En tot slot denk ik onwillekeurig aan de zinsnede van een verslaggever hier ter plaatse, die by eene zanguitvoe ring (naar ik meen „Helder's Gemengd Koor) in zijn verslag zich ongeveer aldus uitliet„het Heldersche publiek is nu eenmaal voor een groot deel niet wel-op ge voed", en de man, die den moed had dit neer te schryven, had w e 1 geiyk. Veel zou ik over deze omgeving nog kunnen schryven, maar ik stip slechts aan. Meenende hiermtê te dienen het algemeen belaDg, teeken ik met hoog achting en met vriendelijken dank aan den Redacteur voor de plaatsing, een Onrustbewoner. BOEKBESPREKING. „Van varen en van vech ten". Verzen van tijdge- nooten op onze zeehelden en zeeslagenlof- en schimp dichten, raatrozenliederen, verzameld door Dr. D. F. Scheurleer, 3 dln. 's Gra venhage, Martinus Nyhoff. De bij verzamelaars welbekende Haagsche bankier, dr. D. F. Scheur leer, heeft sedert jaren, by het door lezen van oude liedboeken, aango- teekend wat hy vond, betrekking hebbende op de Geschiedenis van het ZeewezeD, en op deze wijze is, naar de verzamelaar in zijn voorrede mede deelt, eene verzameling gedichten ontstaan, die een eigenaardige by- di age vormt tot de kennis onzer ge schiedenis. Ry'p en groen bevatten deze bun dels. „Naast fraaie dichtregelen", wi citoeren weder het voorbericht, „vee kreupelrym en bombast. Dit laatste groeit natuurlijk op onrustbarende wijze aan naarmate de kracht en de frischheid van het volk afneemt." Elders zegt hy„Naar volledigheid is by het samenstellen dezer verza meling niet gestreefd. Zy moet eene bloemlezing zijn. Er is zóóveel ge dicht, dat er niet aan valt te denken alles by'een te brengen." De verza meiaar heeft gemeend ook het onbe duidendste gerijmel niet te mogen verwaarloozen, indien dit op een of ander historisch feit van beteekenis betrekking heeft. Zoo heeft hij bijv. In zyn bloemlezing opgenomen lied jes, die op straat verkocht werden by de Ruyter's begrafenis. Antonldes I van der Goes, „eene ster van bizon-1 deren glans onder do vele planeten, die de twee of drie zonnen omgeven" (Jonckbloet), maakte er eeDige wel luidende en sieriyke lijkzangen op, maar daarnaast vindt men gorymel van een onbekende, die deNederlan ders uitnoodigt om te treuren „Komt Nederlanders treurt Om 't geen ons is gebeurt, Al op Neptuynis velden, Van onsen Ruyter trou, Die syn leven stelden, Voor 't Lant en huys Nassau". De drie bundels bevatten chrono logisch gerangschikte verzen, van 1572-1654 (deel I), 1655-1678 (deel II) en 1679-1800 (deel IH). Zooals de verzamelaar reeds opmerkte, nemen ze, by bet tanen van Neder - land's bloeitijd, af, en vooral die uit de 18e eeuw, in die eeuw, waarin „de zon der poözie, die de drie eerste kwartalen der zeventiende eeuw soms zoo schitterend verlicht en gekoesterd had, gaandeweg ter kimme was ge daald" (Jonckbloet), dragen het stem pel van decadentie en verval. Deel I, aanvangend bij de „Verovering van den Briel" (1572), zet in met het frissche lofdicht van oen ongenoemd dichter, dat aldus aanvangt: Laet sang en spel, tambour en fluyt, Nu klinken tot Gods eer." De gebeurtenissen volgen elkander op, en de diebterlyke inspiraties ach terhalen zehet vers van Maximiliaan de Bossu, „Maximiliaan de Bossu Ben ick een Graef geheeten", wordt gevolgd door het „Spotlied op de houten Pompen" (de Spanjaarden beweerden, dat de Geuzen op hun kleine schepen slechts pompen had den inplaats van kanonnen), een gerijmel van den tienden rang. Ook de ondergang der „Onoverwinnelijke Vloot" vond zyn berymers en over Piet Hein vindt men een groote menigte ry'p en groen. Het „nieuwe Liedeken ter Eeren van den Generael Pieter Pietersz. Heyn, over den groo ten schadt die by op de zee bekomen heeft" vertelt ons hoe de geschiede nis zich toegedragen heeft „als men schreef sesthien hondert en acht en twintigh jaer", terwyl een ander, in zijn „ZieghZangh over de verove- ringhe, van de Silvere Vlote des Coninghs van Spangien" aan zyn blyd- schap lucht gaf in min of meer krachtige termen „Wat donder I Heyn is 't zee. De [spoore-loose southeyt Van Mar del Nort, en Zud ver- [schrickt voor syne stoutheyt, Maer knïckt hem even toe, als [of sy seyde, Ia! Wy zynder mé te vró, set toe, [klamp an en sla I'* Do jaren 1655 tot 1678 zyn voor dichters eveneens een vruchtbare periode; de Ruyter naar de Middel- landsche Zee, Klaas Compaen, Was- senaer Obdam, Witte Corn. 4e Witte, Bankert, Vierdaagsche Zeeslag, enz. enz., zij alle vinden hun berymers. Niet onaardig is het matrozenlied uit 1647: „Den Visserman heeft veel van doen, Eer hy hem kan ter Zee-vaert spoen, Daar hy sijn Brood mee moet winnen." Maar na 1670, Jonckbloet zeide het reeds, was, ten opzichte van de poézie, „de schemering begonnen; van liever lede zou het volslagen nacht worden." En het verwondert ons niet, dat wy in het derde deel zeer veel van die gezwollen verzen vinden, waardoor de achttiende eeuw zoo berucht is geworden. De grootsche gebeurtenis sen, die de inspiratie gaven voor do frissche 17 d'eeuwsche verzen, her haalden zich in de 18e eeuw niet, en wy vinden matrozenliedjes van dezen aard „Ik leg hier aan 't Surinaamsche [strand, Zo ver van myn lief Vaderland, Afgescheurd van Vriend en Maagd, Word ik door 't lot geplaagd", enz. En een zekere Brender h Brandis zong in 1779 een „Lierzang aan de Britten" in den bekenden gezwollen, rhetorischen styl van die dagen: „Beeft, trotsche Britten! beeft: of volgt 't verbond der vreeden". Het bekende straatliedje „Daar was laatst een meisje loos", is in dezen bundel niet vergeten, ofschoon de lezing anders is dan de tegenwoordige. De drie bundels, op imitatie Hol- landsch papier gedrukt, maken, in hun eenvoudig, stemmig bandje, een aangenamen indruk. Elk bunner is versierd met het portret van een zeeheld uit de periode die behandeld wordt, terwijl een register achterin elk deel, vele woorden en uitdruk kingen verklaart. Advertentiën. CATHARINA DE BEURS. Arnhem, l Helder, Huwelijksvoltrekking: 1 Mei a (Herplaatst wogens misstelling). 9 April 1915. Geboren: S. ARNOLD, Zoon van L. G. ARNOLD— van der Poll. Helder, 9 April 1916. Nieuwst raat No. 8. Heden overleed, na een gedul dig lyden van 11 weken, onze innig geliefde Echtgenoot en Vader, de Heer R. DELVER, in den ouderdom van bijna 30jaar, my nalatende 2 kinderen, te jong om het smartelyk verlies te kun- Zyn diep bedroefde Ecbtgenoote, de Wed. R- DELVER- hoog schagen, en Kinderen. Westelnde (Koegras), 8 April 1915.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 2