HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Tweede Blad.
No. 4451
ZATERDAG 10 APRIL 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeeiingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent.
DE OORLOG.
Van het Westelijke gevechts
terrein.
Parijs, 8 April. Het avondcommu
niqué luidt:
1 n den afgeloopen nacht en heden heb
ben wij, niettegenstaande het slechte
weer, nieuwe successen behaald tus-
schen Maas en Moezel. Een nachtelijke
aanval bij Eparges stelde ons in staat
opnieuw een sprong voorwaarts te
doen. Wij handhaafden ons, niette
genstaande drie heftige tegenaanval
len. Wij telden reeds over duizend
lijken.
Bij Lamerville vernietigden wij in
een infanterieaanval een Duitsche
compagnie; tien overlevenden werden
gevangen genomen.
In het Bois Mortmare kregen wij
vasten voet in de vijandelijke ver
dedigingswerken en handhaafden ons,
niettegenstaande de vijand poogde
het verloren terrein te herwinnen.
Het resultaat van de aanvallen sinds
4 April tusschen Maas en Moezel is
aanzienlijke terreinwinst: op het
noordoostelijk front van Verdun
kwamen wij over een front van 20
K. M. van 1 tot 3 K. M. vooruit,
bezetten de hoogten, welke de Orne
beheerschen; veroverden de dorpen
Gussainville en Formezey; op de
Maashoogten maakten v/lj ons meester
van bijna de geheele sterke stelling
van den vijand en behielden deze
terrciuwinst, niettegenstaande talrijke
en zeer verbitterde tegenaanvallen;
verder veroverden wjj het geheele
zuidwestelijke deel van het bosch
van Ailly, dat de Duitschers niet
konden heroveren, hoewel zij herhaalde
tegenaanvallen deden.
In het zuidelijk deel van Woêvre
kwamen wij op een front van acht
K.M. drie K.M. vooruit.
Op al deze punten leden de Duit
schers zware verliezen.
Van hat Westelijke gevechts
terrein.
Berlijn, 9 April. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofd
kwartier
Uit de geheel in elkaar geschoten
plaats Driegrachten aan de Yzer zijn
de Belgen weer verdreven.
Twee Belgische officieren, 100 man
en 2 machinegeweren vielen daarbij
in onze handen.
Als antwoord op de beschieting
van de achter onze stelling gelegen
plaatsen is Reims, waar groote sa
mentrekkingen van troepen en bat
terijen gezien werden, met brand-
granaten bestookt.
Ten N. van Beauséjour, ten N.O.
van Lomesnil, namen wij gisteren
avond van de Franschen verscheidene
loopgraven af, waarbij wij twee ma
chinegeweren buitmaakten.
Twee pogingen om de loopgraven
te heroven, gedurende den nacht,
waren vruchteloos.
In Argonne mislukte een aanval,
waarbij de Pranschen opnieuw bom
men met bedwelmende gassen ge
bruikten.
De gevechten tusschen Maas en
Moezel duren met toenemende hef
tigheid voort.
Bij de weer geheel vruchtelooze
aanvallen hebben de Franschen zeer
zware verliezen geleden.
In de Woëvre-vlakte hebben zij
gisterenochtend en gisterenavond
vruchteloos aangevallen.
Tot inbezitneming van de Maas
hoogten bij Combres gebruikten zij
nieuwe sterke strijdkrachten.
De aanval op het Sélouse-bosch
ten N. van St. Michiel werd door
onze hindernissen gestuit.
In het bosch van Ailly vorderen
wy langzaam.
Ten W. van Aprémont mislukte
een voorwaartsche beweging van de
Pranschen.
Ten W. van Plirey bloedden aan
vallen van de Pranschen in ons artil
lerievuur dood.
Ten N. en N.O. van Flirey is het
tot een verbitterd handgemeen ge
komen, waarin onze troepen de bo
venhand kregen en den vijand terug
sloegen.
Alle voorwaartsche bewegingen
van de Franschen waren hier vruch
teloos.
Ook in het Bois le Prêtre hebben
de Franschen geen terrein gewonnen.
Een poging van den vijand, om
het door ons bezette dorp Bésanges
la Grande ten Z.W. van Chiitcau
Salins te nemen, mislukte.
Bij den Sudolkopf is een man van
het 334ste Fransche regiment ge
vangen genomen, die dum-dum-
kogels b|j zich had.
Bij den Hartmannsweiierskopf is
oen artilleriegevecht geleverd.
St. Petersburg, 8 April. Mededee
ling van den genoral6n staf:
In de Karpathen hebben onze troe
pen, opi likkende in het dal van de
Ondawa, Dinsdag de Oostenrijkers
uit den sector Stropko—Puczak ge
worpen.
In de richting van Mezö Laborcz
hebben de Oostenrijksche en Duitsche
troepen, na aanzienlijk versterkingen
ontvangen te hebben, getracht een
offensief te ontwikkelen. Onze troepen
hebben echter, na het front Caba-
lowce—Sukow te hebben bezet, alle
aanvallen afgeslagen en den vijand
rnstige verliezen toegebracht.
In de streek ten noordon van den
spoorweg Uzsok Berezna trekken
onze troepen met succes den hoofd
keten der Karpathen over; zij hebben
uit tactisch oogpunt een belangrijk
resultaat bereikt op de hoogten ten
noorden en ten zuiden van Wolosate.
Op de andere gedeelten van het
frontgeen verandering van beteekenis.
Berlijn, 9 April. Officieele mede
deeling uit het groote hoofdkwartier
^Ten O. van Kalwaria hebben zich
gevechten ontwikkeld, die nog niet
geëindigd zijn.
Voor het overige is aan het ooste
lijke front niets nieuws gebeurd.
In de Karpathen.
„De belangrijkste gebeurtenissen
van den veldtocht in het Oosten zijn"
zoo meldt de correspondent van
de Times uit St. Petersburg „thans
tot de Karpathen beperkt. De Rus
sische legers hebben een besliste
overwinning behaald door de veiove-
ring van stellingen aan den Rostoki-
pas, den laatsten hinderpaal, die nog
aan een algemeencn opmarsch over
de hoofdketen van de Karpathen in
den weg stond. Voortaan zullen wij
ons over een breed front op de zui
delijke hoogten aan den voet van
het gebergte kunnen ontplooien. ODze
vooruitgeschoven kolonnes zijn reeds
op de zuidelijke hellingen van de
hoofdketen afgedaald en hebben de
dorpen Smolnik en Orosz Ruszka,
die de voornaamste versterkte steun
punten van den vijand waren, bezet.
De lang verwachte inval in de
vlakten van Hongarije door het Rus
sische leger lijkt nu in het zicht.
Naar de ineenLng van Russische mi
litaire deskundigen zal het spoedig
tot een algemeen gevecht ten Zuiden
van de Karpathen komen.
Verdere bijzonderheden zijn nu ont
vangen over de mislukkiDg van de voor
waartsche beweging der Oostenrijkers
in Besarabie. Blijkbaar begeorig om
de taktiek van Hindenburg na te
bootsen, trachtte generaal Tsybulka
den Djnestr in de streek vau Chotin
(op Russisch gebied) met een flan-
keerende colonne tc forceeren, terwijl
de hoofdmacht, in de richting van
Zaleszcyki oprukkende, onzen linker
vleugel had moeien afsnijden en dien
in dezelfde positie had willen brengen
van ons 20ste legercorps bij gelegen
heid van den jongsten opmarsch der
Duitschers uit Oost-Pruisen. Niet
minder dan een divisie van de infan
terie van den vijand met een brigade
ruiter(j een totaal ongeveer van
18.000 maD met 80 kanonnen be
zette een versterkte stelling in de
buurt van de dorpen Sjiloftsy en Ma-
lintsy.
Op den 30sten Maait 's ochtends
om G uur begonnen twee kolonnes
van onze van het paard gestegen
cavalerie, die in getalsterkte in de
minderheid waren, het offensief en
trokken van lieverlede uit het Noor
den en Zuiden de flanken van den
vijand om. Bij deze beweging namen
de Russen telkens hun toevlucht tot
aanvallen met de bajonet, de lans en
de sabel. Tegen den avond was het
hardnekkig verzet van den vijand
gefnuikt; maar zij gingen voort met
onstuimige aanvallen, tot de Oosten
rijkers ten slotte van de hoogten
tusschen bovengenoemde dorpen ver
dreven waren, die wij daarna, even
als de dorpen Grozintsy en Kalin
koftsy, die bij Sjiloftsy liggen, bezetten.
Iatusschen leverde een van onze
regimenten kozakken slag aan den
linkervleugel van den vijand, die
Roechotin, ongeveer 11 K.M. ten N.
van onzen rechtervleugel bezet hield
en bestormde 's middags om 4 uur
het dorp met de bajonet. Bij het ge
vecht op dien dag maakten wij 33
officieren en 2100 man gevangen en
tot den buit behoorden 40 veldkeu
ken en vele geweren en andere tro
peeën."
Van sen deserteur.
Een der medewerkers van het „Han
delsblad" aan de Belgische grens
schrijft
Dezer dagen heeft er een eigen
aardig geval van desertie van een
Duitsch soldaat plaats gehad.
Ergens aan de Hollandsche grens
in Zeeuwsch-Vlaanderen staat een
Duitsche dragonder als schildwacht.
Aan de Hollandsche zijde staat
iemaud te kijken, die met den dra
gonder een gesprek aanknoopt. Het
was een Belg, die echter uitstekend
Duitsch sprak, omdat hij lange jaren
in Duitschland gewerkt had. Hij
geeft zich dan ook voor een Duitscher
uit tegenover den dragonder, en deze
neemt dat dan ook aan.
Al sprekende verklaart de soldaat,
dat het oorlogsleven hem gaat tegen
staan en dat h(j er gaarne af wilde
zijnwist hij maar hoe. „Wolnu",
zegt de ander, „trek een burgerpak
aan en kom dc grens over". Maar
hij wist niet hoe daaraan te komen en
bovendien had hij geen geld, hij moest
toch, in Holland zijnde, ook kunnen
leven. „Nu", dacht zijn vermeende
landgenoot, „daar was toch nog wel
aan geld te komen, hij had immers
z(jnpaard".
Hij zcide bet natuurlijk geksche
rend. Maar wat gebeurt? Den vol
genden morgen bemerken de Hol
landsche schildwachten, dat er onder
hun Duitsche confraters aan de an
dere zijde der grens groote agitatie
heerscht. Zij loopen overal door het
land zoekende rond. Eén der paarden
was weg. Maar het werd nog erger.
Na gehouden appèl bleek het, dat
ook een der manschappen zoek was.
Men begon verband tusschen de
beide vermissingen te zoeken. En
wat zij daar aan den overkant der
grens slechts konden vermoeden,
werd aan deze zijde al heel spoedig
tot zekerheid.
Des nachts was de dragonder in
een burgerpak, waaraan hij op de
eene of andere manier was gekomen,
de grens overgekomen in gezelschap
van zijn paard. Spoedig had hij hier
voor een kooper gevonden, al was
de koopsom wel wat klein. En heel
eigenaardig heelt de kooper opgeke
ken, toen hem langzamerhand dui
delijk is geworden, dat bjj een Duitsch
dragonder paard heeft gekocht.
Dit is de geschiedenis van een
Duitschen deserteur naar Holland
gevlucht.
Zij is niet de ecnige. Wel is waar
loopen er overdreven geruchten van
desertie uit het Duitsche leger, maar
zeker is, dat er verscheidene de Hol
landsche grenzen in burgerkleeding
zijn overgekomen. Gelijk meu weet,
lieten zich in het begin van den oor
log eenige Duitsche soldaten inter
neeren. Zoo hebben wij er enkelen
hier aan de Zeeuwsch-Vlaamsche
grens gesproken. Dit komt nu niet
meer voor. Want men vreest voor
het lot, dat hen als geïnterneerde
deserteurs, na den oorlog wacht. En
wanneer af en toe een Duitsch sol
daat in onbekendheid met de gevol
gen het nog waagt zich aan do Hol
landsche grens aan te melden om
geïnterneerd te worden, dan wordt
hem, evenals dat vroeger bij de Belgen
gedaan werd, door de -Hollandsche
militairen gewezen op de bepaling,
dat hij na den oorlog zal worden
uitgeleverd aan zijn land en dan nog
eens de vraag gesteld, of lilj wil blij
ven dan niet.
Bijna zonder uitzondering keeren
zij dan maar weer terug het gevaar
is te groot. Maar eenige malen waren
er nog enkelen, die het er op waagden
en zeiden, dat zij na den oorlog zich
zo.uden verdedigen met te beweren,
dat zy door Belgische burgora waren
aangevallen en dus hadden moeten
vluchten.
Maar dit gebeurt nu niet meer.
Als zij vluchten, dan doen ze dat
in burgerkleeding en worden dau'na-
tuurlijk niet geïnterneerd.
Infanteris-hart.
Eenige Duitsche geneesheeren heb
ben proeven genomen met hart-ver-
grootingen bij gewonde Duitsche in
fanteristen, en daarbij eigenaardige
resultaten verkregen. Bij een veertig
tal lichtgewonde soldaten werden
Röntgenstralen gebruikt om hart-
waaruemingen te doen, nadat zij zoo
juist van het slagveld in de veld-
Iazerets waren binnengebracht. En
nu constateerden de doktoren, dat
van alle onderzochte infanteristen de
harlon aanzienlijk waren vergroot;
dit waren alle soldaten, die in den
laatsten tijd groote marschen hadden
moeten afleggen gemiddeld van 40
tot 45 kilometer dagelijks, soms vier
weken achter elkaar, zonder veel
rustpoozen, dikwijls zonder vooraf
gaande training en onder sterke
emoties. Derhalve was het percentage
der hartvergrootiugen bij dejse infan
teristen zeer hoog, meestal van alle
deelen van hel hart.
Het onderscheid tusschen infanterie-
harten en de harten van soldaten,
behoorende tot andere wapens bleek
opvallend te zijnzoodat men de hart-
vergrootingen wel moest toeschrijven
aan geweldige marschen, als soms
1500 kilometer in 30 dagen.
Niettemin liet de werking van het
hart der gewonde infanteristen niets
te wenschen over, al klaagden de
patiënten in den eersten tijd over
lichte hart-benauwdheden. Tegelijk
met de beterschap hunner wonden
verbeterde echter ook de hartaandoe-
ning. En bijna alle lijders aan een
infanterie-hart konden later weer als
„geschikt voor den dienst" uit het
hospitaal ontslagen worden.
BINNENLAND.
(Vervolg van het Eerste Blad.)
De „Medea".
De Amsterdamsche corrospondent
van de „Kö'.nische Zeitung" beweert,
dat de door een Duitsche duikboot
in den grond geboorde „Medea" niet
slechts onschuldige zuidvruchten aan
boord had, maar ook lood en pyriet.
Dit zou blijken uit de door don com
mandant der duikboot meegenomen
scheepspapieren.
De directie van de Kon. Nederl.
Stoomboot-Maatschappij, de eigena
resse van do „Medea", heeft, volgens
de Telegr., deze mededeeling als een
kwaadaardige leugen gequalificeerd.
Gott strafe Englandl
Welke onzinnige vormen de uiting
van haat tegen Engeland in Duitsch
land aanneemt, moge blijken uit het
feit dat een onzer lezers steenkool
briketten in handen heeft gehad waar
op als fabrieksmerk, in plaats van
b.v. twee gekruiste hamers, de woor
den „Gott strafe England" gedrukt
stonden! „H. blad."
Verdronken.
De heer C. R. te Noordacharwoude
is gisteren te water geraakt en ver
dronken.
IJmuiden, 10 April.
De stoomtrawler „Batavier II" ont
moette op 2 April op 54° 30' N.B.
en 6® 30" O.L. een Zeppelin, welke
eenige malen over het vaartuig ma-
noevreerde, doch weer spoedig in
westelijke richting verdween.
Het aantal stilliggende trawlers is
nu reeds over het honderdtal gestegen.
Slechts weinigen gaan nog naar zee
met groote moeite, na uit'andere
booten kolen overgeladen te hebben.
Zoodoende is men nog in staat met
deze restanten eenige schepen in zee
te krijgen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
(Vervolg Eerste Blad).
Verkiezing Gemeenteraad.
in de gisterenavond gehouden
ledenvergadering der R. K. kiesver-
eeniging „Eendracht" is met alge-
meene stemman candidaat gesteld
voor de a.s. Gemeenteraadsverkiezing
de heer H. P. Baak.
SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL.
Fantast.
Een leugen.
Ze dacht, vrouwtje, - dat 't er
nii toch wel voor góed uit zou zijn
Nadat ze acht jaren zoo stilletjes,
zoo kalmpjes, leefden op het boven-
huisje in bovenwljk. Z(j dacht dat
„nestharen" nii wel zouden ver
dwenen zijn bij mal, oud mannetje...
met wien ze, jaren en jaren achter
een, last genoeg had doorleefd,
moeite, inspanning, bewaking om
hem in het rechte spoor te houden
O, als ze dftórvan ging vertel
len! 'tWas begonnen reeds toen ze
met elkaar „gingen", nu toch al
over de drie en dertig jaar her
Toen was Paul al zoo'n rare, zoo
vliegerigWanneer er toen van
die machines waren geweest om de
lucht in to vliegenoch lieve
grutten, Paultje zou te pletter zijn
gevallen vóórdat hij 't wistIn
den kring van intieme vriendinnen
vertelde zij er wel vanhoe 't
gebeurd was dat hij haar wou over
halen het montant van d'r spaar
boekje te wagen aan een of ander
fantastisch idee Hij kon dan pra
ten praten Een minder reso
luut meïsken als -Mteken was zou er
reëel beduusd van zijn geworden.
Maar zij hield voet bij stuk.
Als hij, met schitterende oogen,
van opwinding bevende handen, 't
zweet op zijn voorhoofd - klaar was
met de uiteenzetting van zijn plan,
- dan haakte hij zijn arm in den
hare, keek haar aan met zijn warm
enthusiaste oogen en vroeg:
„Nou, Miekie, doe je 't
Dan had ze vertelde vrouwtje,
na drie en dertig jaren van lang niet
altijd stormloos en makkelijk huwe
lijksleven - dan had ze moeite om
zich taai te houden
Zij hield van hem, echt en waar.
Maar ze wisttegen die malle plan
nenmakerij moest ze krachtig staan,
anders was er geen houden aan
„Ik dénk er niet aanantwoordde
Mieken, —-en haar kin werd spitsig,
de uitdrukking van haar oogen
koud en liard zoodat ze zekeren
angst in haar hart voelde opkomen,
zou Paul 't kwalijk nemen Mij
een kat, een kreng van 'n meid vin
den Moeite kostte 't haar
Doch ze overwon
En een paar dagen later was hij
haar dankbaar, zag Paultje 't zelf
in dat ze scherper, beter kijk had
op de dingen, dat hij zich weer op
sleeptouw had laten nemen door een
kwasi- vriend, die misbruik wou maken
van z'n lichtgeloovigheid.
Toen had ze eens, van haar
spaarduiten - gekocht, voor Paul,
een raooien, duren ring, met een
echt fijn briljantje er in
Hij was er confuus van. Kostte
op z'n minst veertig gulden
„Maar Miekenvroeg hij,
niet kunnend begrijpen dergelijke
verspilling van aartszuinig vrouwtje-
Zij spiedde in z'n oogen of hij 't
snaptedat ze voor hem, voor
Paul, niet schriel wasze slechts
voor zijn belang, z'n bestwil, tegen
allerlei fantastische plannetjes op-
sputterde
Dien middag herinnerde zij zich
nog wel zeer scherp en helder. En:
de groote vreugde, die over haar was
gekomen toen ze merkte dat hij haar
begreep toen zij voelde, wist, dat
ze Paultje kon leiden, tot waar ze
hem wou hebben kon beveiligen
tegen zijn dolle, gevaarlijke fan
tasieën
Later, na het groote ongeluk, dat
hen getroffen had, jaren later, had
hy eerst recht gezien wat stug
vrouwtje voor hem was.
Na dien klap van de Beurs
Toen Paultje niets had durven
zeggen om haar niet te laten schrik
ken
Toen hij 't ontzettende zes weken
lang verzwegen had
Maar zij had luistervink gespeeld,
achter de porte-brisée gestaan.
Dagen tevoren had ze 't in de
gaten gehad z'n onrustige slapen,
z'n gemis aan eetlust, z'n gejaagd
heid, z'n onrustig doen, z'n schrik
achtig zijn, z'n verstrooidheid
't Had vrouwtjes aandacht natuurlijk
getrokkenmaar ze zei niets.
Wachtte afkon slechts denkon,
alleen, aan 't vreemde Toen had
ze, alsof onzichtbaar wezen 't haar
influisterde, wist zij dat er nu iets
tot uitbarsting moest komen, staan
luisteren
Het gesprek was (blijkbaar had hij,
Paul, gewenkt om zachtjes te praten)
fluisterend gevoerd
Maar toch ving ze klanken op
„Tjazei huisbaas „dat's lastig
dat's héél lastigDaar was 'k aller-
minst op voorbereid U, meneer
Kanters u, uitstel vragen
Dat's nog nóóit gebeurd Ik had
er een accept'n acceptop
Weer had Paultje zeker gewenkt
van: sst., zachter toch!... want men
ging wederom fluisteren
Mieken was zoo bang geweest over
het vreemde, had staan schreien
achter de gesloten deur.
Was nadat de huisbaas de straat
deur goed-en-wel achter zich had
dichtgetrokken bij Paul gaan staan...
Ze zag, hoe hij schrok, - wit werd
van angstZóó bang, dat ze zou
gaan grommen, verwijten
Maar ziet-ge - toén had zij
Paultje dan eens getoond hoeveel ze
van hem hield Echt en diep
Ze had haar armpjes, de stok-
kige, schrompelige, om z'n hals
geslagen. En haar beenig hoofdje
tegen hem aangedrukt.
Hem toe gefluisterd dat-ie 't zich
toch niet moest aantrekken, hoor!
Zo had nog haar spaarduitjeOver
de zeshonderd gulden, waar Paultje
nooit, nooit iets van geweten had
En haar gouden zaakjesdie ze
toch nooit droeg, waar ze niksaan-
hechtte, niks-om-gafDie kon
Paultje óók krijgen
Hij drukte haar tegen zich aan,
Zo voelde dat 't hem goed deed,
dat zacht-vriendelyke maar óók: dat
't erger, veel erger was dan zij nog
dacht
De „klap" was haa3tvernietigend,
niet met spaarpotje en opoffering van
gouden zaakjes te redden
Zij zaten, - dien avond, in het
schemerdonker bij elkaar, hand in
hand.
Hy was nu niet meer bang voor
Mieken. Vertelde alles, tot in de
kleinste fijnste bijzonderheden. Te
schamen had Paultje zich ook niet..
Hij was slachtoffer geworden, dupe,
gelijk zóóvele anderen
Ze troostte hem, maar beiden be
grepen ze dat, als er geen wonder
gebeurde Eén van de „papiertjes"
niet binnen eene week een eind
opliep, zich herstelde, dat dan
„Ja" zei Paul „ja, Mieken, wat
moeten we dan doen Dan
Dan hebben we niks meer I"
En hij had toen gezien het flkscli-
energieke in haar eerlijke, oude
oogen
Schreiend had hy Mieken, vrouwtje
van dik in de vijftig, toen naar
zich toe getiokken, en hy had, in het
schemer-kamertje, gezegd
„Dan heb ik jou nog!"
En Mieken vond dat eene vergoe
ding voor P wat ze verloren hadden,
aan de Beurs, de stumpers
Voor alles Wat geen kleinig
heid mocht heeten
Maar zei ik reeds ze had
altijd, van dat ze met elkaar „gingen",
écht van Paul gehouden
Dat was, -- zeiden allen, die hem
kenden, - zoo eigenaardig, nadat
de misera in het huis van de oudjes
was gekomen, veranderde juffrouw
Miekon als het blad op een boon.
Zij snauwde en gromde niet meer
Ze was zacht en toegevend. Als vader
het „wonder" was gebeurd en ze
hadden uit de „débacle" nog genoeg
gered om den mond te kunnen open
houden Als vader weer plannetjes
maakteO, de oude, dwaze Adam
wits er in het begin nog niet uit...
Bij voorbeeld zei
„Mieken Luister nou's even
Neen, trek nou geen lacherig gezicht...
Je weet wel, waar ik gisteren van
sprakDie dingen staan prachtig
Och, jelui vrouwen wéten daar niets
van. Laat mij nou's morgen kalm
met Davids praten Die is zoo
pienter M(jn kop-af of we halen
't er binnen een week bovenop
Dan streek Mieken een lucifer aan
en hield het vlammetje boven Paul
z'n pijp
„Natuurlijk, vader" zei ze „als jij
't zoo inziet, dan zal 't ook wel goed
zijnMaar Laten wij nog eens
afwachten Je weet tochMet
die koersen, hè Je kunt er nooit
op aan
En dan leidde vrouwtje z'n gedach
ten af, zoo handig, zoo slim, zoo
pienter, dat de grootste diplomaat 't
haar niet zou verbeterd hebben
Soms kwiim 't wel voor, dat fantas
tisch plannetje weer in hem opwelde...
Maar dan maakte zij hem aan 't
lachen Sprak „er-overheen"
„Toch zit er wat inZit er
véél inkon Paultje, de aarts plannen-
smeder zeggen Maar zij praatte
't hem snel weer uit het hoofd
En zoo was het wrakke karretje al
die jaren, - na den grooten ramp
slag, toch nog voortgesukkeld
Totdat
Wanneer vrouwtje niet langer dan
een paar uren van-huis bleef, was
't haar in al dien tijd gewe
of iemand haar terugdreef; haai
toeriep: Ga nul Je weet niet, wat
er anders gebeurt
■Malligheid, overdrijving, inbeelding,
hadden ze gespot
Jawel
Endien avondToen ze, vóór
halftien, thuiskwam
En zy, met één oogopslag, merkte
dat er iets bijzonders, iets ergs ge
beurd was?
Hij beverig, schichtig, schuw, ang
stig, deed
Haar bekendeWant verzwijgen
had Paultje nooit gekundHet
eenige „stukje", dat ze nog zelf in
huis hadden gehoudenEn de
twee honderd gulden uit het kastje
Binnen een maand had zwart-
lakkige meneer met de blinkende
oogen en het vroolijke grijnslachje,
dat op den uitkjjk had gestaan tot
vrouwtje weg zou zijn, hem verze
kerd Binnen een maand zouden
zij er op z'n allerminst! een
lapje van duizend vooi in 'de plaats
hebben. Tja, börg-staan ervoor kon,
wilde, mocht, zou hij niet... maar...
Zwart meneertje had Paul bundels,
stapels papieren laten bekijken
Als hij dat plan niet aandurfde
Fortuin voor het grijpen
„Gelóóf-je 't niet?" had Paultje
haar gevraagd
En toen hij 't zoo zei, dacht Mieken
aan wat de dokter gezegd had
Kort nadat de ramp was gebeurd
Van de Beurs... „Ditmaal haalt uw
man 't nog welMaar met zyn
prikkelbaar gestel, met zijn niet al
te sterke hartEen tweede aanval
van beroerteWant, ziet u, dat
wis 't toch, weet 't wel
Dokter had haar aangezien, zonder
den zin te voltooien
Dat herinnerde vrouwtje zich zoo
led
En ze streek Paultje over de hand,
die over de leuning van zijn stoel
hing.
„Nou, mannie," zei ze, „dan komt
't ook wel terecht, hè? Jij zult wel
weten wat jo doet. Zeker, dau zal
die meneer ook wel gelijk hebben.
Laten we er maar 't beste van hopen I"
En angstig keek ze naar zijn ge
zicht Of hij zich niet opwond
Want missen woO ze hem niet, baar
Paultje
Samen heb ik de oudjes zien gaan
uit het Paleis van Justitie, waar hij
eerste getuige charge had moeten
zijn in de strafzaak tegen den oplich
ter van de gitzwarte krulharen, de
blinkende sluwe oogen, het oolljke
grijnslachje, waarmee hij reeds tien
tallen in het net had gelokt... Tegen
den man, die hem onder wonderfljn-
saamgesponnen weefsel van bedrieg-
sels z'n arm goldje had afhandig ge
maakt, dien avond, toen Mieken even
weg was
Samen gingen ze uft het paleis
van Justitie.
Zy, die haar arm op den zijne
liet rusten voelde hoe hy beefde,
van schaamte, van woede, van
verontwaardiging
Wees toch bedaard, mannie!"
suste zy hem
En h(j durfde haar niet aankijken...
Eerst op de publieke rechtzitting had
vrouwtje precies gehoord, hoeveel
zij hem hadden afgezet
„Denk er niet meer anl" troostte
zij, z'n arm steviger vattend.
En ze was ongerust over zijn
stillekens zwijgend voortsjokken
„Je weet nog niet alleszei ze
op-eens, haar tranen van angst en
medelijden met de kracht van stevig,
wilssterk vrouwtje, dat echt liefheeft,
terugdringend
WWat bedoel jo
Zij fluisterde iets vlak bij z'n oor.
Zag de matelooze verbazing in z'n
oogen
De glanzende, stralende vreugde.
Zij had gelogen dat er nog een som
metje over was nog een spaar
duitje, waar Paul niets van wist
niets
„Mieken
Zij knikte. In de koude, gryze,
strenge oogen van stevig vrouwtje
parelden tranen
Stevigor, inniger drukte zij z'n arm.
Inplaats van hem af te snauwen over
zijne dwaze goedgeloovigheid, had
ze hem getroost met leugentje om
bestwil
Want vrouwtje was zoo bang dat
h(j zich zou opwinden, dwaas Paulfje...
En net als toen, net als voor drie-
en-dertig jaren, toen ze nog met
elkaar „liepen", gingen z(i van het
Paleis van Justitie huiswaarts
Maïtre Corbeau.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaart-Maatschappij „Nederland".
Kambangan, thulsr.,is 7 April Gibraltar g«pass.
Kon.d. Nederl., uitreis, vertr.SApril van Gonua
Rotterdamsche Lloyd.
Bandoong arrlv. G April van R'dam to Newport,
Bengalen,v.Now-Yorkn.R'dam.passBApr.Lizard.
Besoeki, uitreis, vertrok 8 April van Suez.
Malang, uitreis, arriv. 6 April t« Padang.
Rindjani, uitreis, vertrok3 April van Sucz.
Medan, thuisreis, vertrok 8 April van Padang.
Samarinda, thuisreis, vertrok 8 April v. Padang.
Djocja, thuisreis, pass. 8 April Point de Galle.
Koninklijke Hollandsche Lloyd.
Hollandla, thuisreis, vertrok 7 Apr. v.Rto Janelro
Zaanland, thulsrois, pass. 7 April Dungenoss.
Golria, thuisreis, vortrok 8 April van vigo.
Frlsia, uitreis, arrlv. 8 April te Pernambuco.
Haven te Nleuwedlep.
9 April. Aangekomen van Londen en vertrok
ken n. Harlingen Eng. m. „Groningen".
Id. vad Lyth naar Harlingen Eng. sa
„Amulet".
MARKTBERICHTEN.
Beverwijk, 9 April 1915.
Groenten. Dulnaardappelen f klol-
i yi.vj—u.vj y. uiuu,
19-18 por 100 bos; ulon f0.00-0.00
per ben, boerenkool fOXO-O.OO per kist, sla
12.60-4 por 100 krop, savoUe kool 10—00,roode
id. 100-00, gele ld.rOO—00 per 100 stuks, bleten
10.00-0.00 per 100 stuks, spruiten 12.10 a 2.40
eer mand. raapstelen 13—3.50 p. 100 bos, selder)}
100 bos, splnaiie lo.56-0.C6 per ben,
oardapp. 10.00 -0.00, koolrapon 10.00—0.00 p. mudj
rabarber 1
'u
3-i
-0.0
tam
16-8 per 100 bos, spl
radijs 18X0-4.60 per 100 bos.
Witte BIobcoop - Koningstraat.
O! oi o: wat oen nacht!
11 April. Bijzondere Heilssamunkomslon, 10. 3
en 8 uur, in het gebouw Leger des
Heiis, SpoorgTachi.
14 April welkom brigadier v.d.Workon.
14 April. Solrde me.juiï. H. S. Polak, in Casino.
15 April. Golieelonth.-zungkoor „Ons Doel". Uit
voering in Casino, 8 uur.
16-19 April. Militaire Huisvlllt-tentoonstolling
in do Ambachtsschool aan do Laan.
17 April. Heldersciie Mandolineclub „Soronata".
Soirée in Casino, 8 uur.
20 April. „Die Kino-Königin" in Casino, 8 uur.
VISSCHERIJBERICHTEN.
mand schar 12.25 por mand.
Van trekkers 45 tal haring 18,45 aT4.00 p. tal.
9 April. Vau 6 kordera; 10 mand klolno schol
f5.00 a l'G.00 per mand, 4 mand schar 12.00 p. ni,
Staatsloterij.
Trekking van Donderdag 8 April.
2e Klasse 3e Lijst.
Geen prijzen boven f30.—
Burgerlijke Stand van Helder,
van 8 en 9 April 1915.
ONDERTROUWD P. D. Maandag
en C. de Beurs.
GETROUWD: S. Teitsma enC. P.
van der PlaatJ. A. Krol en S. C. C.
ManH. v. d. Bosch en A. Lavell
P. van Assen en W. J. Praass.
BEVALLEN: G. Moor-Kager, d.
C. Tesselaar v. d. Heiden, z.P. A.
Arnold v. d. Poll, z.
OVERLEDEN: W. de Kort, 52
jaar; R. Del ver, 29 jaar; J. Lusten
burg, 51 jaar.
Laatste
berichten.
Van het Westelijke gevechts
terrein.
De EngelBChe troepen hebben ln
m nacht van 7 op 8 dezer een
aanval der Duitschers tusschen Kern-
mei en Wulverghem (ongeveer halver
wege tusschen Yperen en Armen-
tières) afgeslagen. Bij Eparges, waar
de Franschen een nieuwen sprong
vooruit hebben gedaan, z(jn hun
troepen met het gezicht naar den
vijand van de Duitsche loopgraven,
die geheel gevuld waren met dooden,
teruggekeerd en hebben tegen den
avond van den 8sten twee tegen
aanvallen afgeslagen.
In het bosch van Ailly hebben de
Franschen opnieuw een loopgraaf
genomen en twee tegen-aanvallon
afgeslagen. Zy hebben hier 6 machine
geweren en 2 bomwerpers buitge
maakt. Sedert middernacht van den
8sten ondernemen de Duitschers hier
geen tegen-aanvallon meer.
In het bosch van Mortmare (waar de
Franschen vasten voet hebben gekre
gen in de vijandelijke verdedigingswer
ken) hebben de Duitschers den Ssten
's avonds om 7 uur een zeer hevigen
tegen aanval gedaan, dien de Fran
schen, met behoud van het gewonnen
terrein, hebben afgeslagen.
Ten noordwesten van het Bois
Apannes is van een Duitschen kabel
ballon de kabel door een Fransche
granaat doorgesneden. De ballon is
daarop naar de Fransche linies af
gedreven.
Van hat Oostelijke gevechts
terrein.
Weenen, 9 April. Officieel bericht
van den generalen staf van heden
middag
Op het front in de Oostelijke Bes-
kiden heerscht over 't algemeen rust.
In de Bosch-Karpathen zet de vij
and z(jn onafgebroken stormaanval
len op ons front voort met onver
biddelijke opoffering van zijn men-
schenmateriaal. Op het terrein voor
onze stellingen hoopen zich de lijken
en gewonden op onder ons moordend
kanon- en machinegeweervuur.
In de gevechten van gisteren zijn
1600 ongewonde vijanden gevangen
genomen.
Op de overige gedeelten van het
front hebben zich geen bijzondere
gebeurtenissen voorgedaan.
Portugeesch schip
getorpedeerd.
Londen, 9 April. Een Duitsche
onderzeeboot bracht het met kolen ge
laden Portugeesche zeilschip „Douro",
op weg van Cardiff naar Oporto, tot
zinken.
De bemanning werd gered en kwam
te Swansea aan.
De Duitschers maken zich op
Italië te verlaten.
De Italiaansche correspondent vau
de „Telegraaf" schrijft d.d. 5 April
uit Rome
In Italië vooral in Milaan, Genua,
Venetië, Napels en Rome komen
sinds jaren een massa Duitschers.
Als ik me niet vergis, wordt het
aantal in Italië wonende Duitschers
op 60 h 65 duizend geschat. (De
vlottende bevolking niet medegere-
kend).
Duitsche toeristen waren er dit jaar
b(jna niet en dit merkt men het best
op straat., bij Aragno, in musea en
in kerken. Nergens hooren we haast
meer Duitsch spreken.
Maar ook de hier wonende Duit-
I schers maken zich langzaam op -