HELDERSCHECOURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Tweede Blad. No. 4451 ZATERDAG 10 APRIL 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeeiingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent. DE OORLOG. Van het Westelijke gevechts terrein. Parijs, 8 April. Het avondcommu niqué luidt: 1 n den afgeloopen nacht en heden heb ben wij, niettegenstaande het slechte weer, nieuwe successen behaald tus- schen Maas en Moezel. Een nachtelijke aanval bij Eparges stelde ons in staat opnieuw een sprong voorwaarts te doen. Wij handhaafden ons, niette genstaande drie heftige tegenaanval len. Wij telden reeds over duizend lijken. Bij Lamerville vernietigden wij in een infanterieaanval een Duitsche compagnie; tien overlevenden werden gevangen genomen. In het Bois Mortmare kregen wij vasten voet in de vijandelijke ver dedigingswerken en handhaafden ons, niettegenstaande de vijand poogde het verloren terrein te herwinnen. Het resultaat van de aanvallen sinds 4 April tusschen Maas en Moezel is aanzienlijke terreinwinst: op het noordoostelijk front van Verdun kwamen wij over een front van 20 K. M. van 1 tot 3 K. M. vooruit, bezetten de hoogten, welke de Orne beheerschen; veroverden de dorpen Gussainville en Formezey; op de Maashoogten maakten v/lj ons meester van bijna de geheele sterke stelling van den vijand en behielden deze terrciuwinst, niettegenstaande talrijke en zeer verbitterde tegenaanvallen; verder veroverden wjj het geheele zuidwestelijke deel van het bosch van Ailly, dat de Duitschers niet konden heroveren, hoewel zij herhaalde tegenaanvallen deden. In het zuidelijk deel van Woêvre kwamen wij op een front van acht K.M. drie K.M. vooruit. Op al deze punten leden de Duit schers zware verliezen. Van hat Westelijke gevechts terrein. Berlijn, 9 April. (Wolff.) Officieele mededeeling uit het groote hoofd kwartier Uit de geheel in elkaar geschoten plaats Driegrachten aan de Yzer zijn de Belgen weer verdreven. Twee Belgische officieren, 100 man en 2 machinegeweren vielen daarbij in onze handen. Als antwoord op de beschieting van de achter onze stelling gelegen plaatsen is Reims, waar groote sa mentrekkingen van troepen en bat terijen gezien werden, met brand- granaten bestookt. Ten N. van Beauséjour, ten N.O. van Lomesnil, namen wij gisteren avond van de Franschen verscheidene loopgraven af, waarbij wij twee ma chinegeweren buitmaakten. Twee pogingen om de loopgraven te heroven, gedurende den nacht, waren vruchteloos. In Argonne mislukte een aanval, waarbij de Pranschen opnieuw bom men met bedwelmende gassen ge bruikten. De gevechten tusschen Maas en Moezel duren met toenemende hef tigheid voort. Bij de weer geheel vruchtelooze aanvallen hebben de Franschen zeer zware verliezen geleden. In de Woëvre-vlakte hebben zij gisterenochtend en gisterenavond vruchteloos aangevallen. Tot inbezitneming van de Maas hoogten bij Combres gebruikten zij nieuwe sterke strijdkrachten. De aanval op het Sélouse-bosch ten N. van St. Michiel werd door onze hindernissen gestuit. In het bosch van Ailly vorderen wy langzaam. Ten W. van Aprémont mislukte een voorwaartsche beweging van de Pranschen. Ten W. van Plirey bloedden aan vallen van de Pranschen in ons artil lerievuur dood. Ten N. en N.O. van Flirey is het tot een verbitterd handgemeen ge komen, waarin onze troepen de bo venhand kregen en den vijand terug sloegen. Alle voorwaartsche bewegingen van de Franschen waren hier vruch teloos. Ook in het Bois le Prêtre hebben de Franschen geen terrein gewonnen. Een poging van den vijand, om het door ons bezette dorp Bésanges la Grande ten Z.W. van Chiitcau Salins te nemen, mislukte. Bij den Sudolkopf is een man van het 334ste Fransche regiment ge vangen genomen, die dum-dum- kogels b|j zich had. Bij den Hartmannsweiierskopf is oen artilleriegevecht geleverd. St. Petersburg, 8 April. Mededee ling van den genoral6n staf: In de Karpathen hebben onze troe pen, opi likkende in het dal van de Ondawa, Dinsdag de Oostenrijkers uit den sector Stropko—Puczak ge worpen. In de richting van Mezö Laborcz hebben de Oostenrijksche en Duitsche troepen, na aanzienlijk versterkingen ontvangen te hebben, getracht een offensief te ontwikkelen. Onze troepen hebben echter, na het front Caba- lowce—Sukow te hebben bezet, alle aanvallen afgeslagen en den vijand rnstige verliezen toegebracht. In de streek ten noordon van den spoorweg Uzsok Berezna trekken onze troepen met succes den hoofd keten der Karpathen over; zij hebben uit tactisch oogpunt een belangrijk resultaat bereikt op de hoogten ten noorden en ten zuiden van Wolosate. Op de andere gedeelten van het frontgeen verandering van beteekenis. Berlijn, 9 April. Officieele mede deeling uit het groote hoofdkwartier ^Ten O. van Kalwaria hebben zich gevechten ontwikkeld, die nog niet geëindigd zijn. Voor het overige is aan het ooste lijke front niets nieuws gebeurd. In de Karpathen. „De belangrijkste gebeurtenissen van den veldtocht in het Oosten zijn" zoo meldt de correspondent van de Times uit St. Petersburg „thans tot de Karpathen beperkt. De Rus sische legers hebben een besliste overwinning behaald door de veiove- ring van stellingen aan den Rostoki- pas, den laatsten hinderpaal, die nog aan een algemeencn opmarsch over de hoofdketen van de Karpathen in den weg stond. Voortaan zullen wij ons over een breed front op de zui delijke hoogten aan den voet van het gebergte kunnen ontplooien. ODze vooruitgeschoven kolonnes zijn reeds op de zuidelijke hellingen van de hoofdketen afgedaald en hebben de dorpen Smolnik en Orosz Ruszka, die de voornaamste versterkte steun punten van den vijand waren, bezet. De lang verwachte inval in de vlakten van Hongarije door het Rus sische leger lijkt nu in het zicht. Naar de ineenLng van Russische mi litaire deskundigen zal het spoedig tot een algemeen gevecht ten Zuiden van de Karpathen komen. Verdere bijzonderheden zijn nu ont vangen over de mislukkiDg van de voor waartsche beweging der Oostenrijkers in Besarabie. Blijkbaar begeorig om de taktiek van Hindenburg na te bootsen, trachtte generaal Tsybulka den Djnestr in de streek vau Chotin (op Russisch gebied) met een flan- keerende colonne tc forceeren, terwijl de hoofdmacht, in de richting van Zaleszcyki oprukkende, onzen linker vleugel had moeien afsnijden en dien in dezelfde positie had willen brengen van ons 20ste legercorps bij gelegen heid van den jongsten opmarsch der Duitschers uit Oost-Pruisen. Niet minder dan een divisie van de infan terie van den vijand met een brigade ruiter(j een totaal ongeveer van 18.000 maD met 80 kanonnen be zette een versterkte stelling in de buurt van de dorpen Sjiloftsy en Ma- lintsy. Op den 30sten Maait 's ochtends om G uur begonnen twee kolonnes van onze van het paard gestegen cavalerie, die in getalsterkte in de minderheid waren, het offensief en trokken van lieverlede uit het Noor den en Zuiden de flanken van den vijand om. Bij deze beweging namen de Russen telkens hun toevlucht tot aanvallen met de bajonet, de lans en de sabel. Tegen den avond was het hardnekkig verzet van den vijand gefnuikt; maar zij gingen voort met onstuimige aanvallen, tot de Oosten rijkers ten slotte van de hoogten tusschen bovengenoemde dorpen ver dreven waren, die wij daarna, even als de dorpen Grozintsy en Kalin koftsy, die bij Sjiloftsy liggen, bezetten. Iatusschen leverde een van onze regimenten kozakken slag aan den linkervleugel van den vijand, die Roechotin, ongeveer 11 K.M. ten N. van onzen rechtervleugel bezet hield en bestormde 's middags om 4 uur het dorp met de bajonet. Bij het ge vecht op dien dag maakten wij 33 officieren en 2100 man gevangen en tot den buit behoorden 40 veldkeu ken en vele geweren en andere tro peeën." Van sen deserteur. Een der medewerkers van het „Han delsblad" aan de Belgische grens schrijft Dezer dagen heeft er een eigen aardig geval van desertie van een Duitsch soldaat plaats gehad. Ergens aan de Hollandsche grens in Zeeuwsch-Vlaanderen staat een Duitsche dragonder als schildwacht. Aan de Hollandsche zijde staat iemaud te kijken, die met den dra gonder een gesprek aanknoopt. Het was een Belg, die echter uitstekend Duitsch sprak, omdat hij lange jaren in Duitschland gewerkt had. Hij geeft zich dan ook voor een Duitscher uit tegenover den dragonder, en deze neemt dat dan ook aan. Al sprekende verklaart de soldaat, dat het oorlogsleven hem gaat tegen staan en dat h(j er gaarne af wilde zijnwist hij maar hoe. „Wolnu", zegt de ander, „trek een burgerpak aan en kom dc grens over". Maar hij wist niet hoe daaraan te komen en bovendien had hij geen geld, hij moest toch, in Holland zijnde, ook kunnen leven. „Nu", dacht zijn vermeende landgenoot, „daar was toch nog wel aan geld te komen, hij had immers z(jnpaard". Hij zcide bet natuurlijk geksche rend. Maar wat gebeurt? Den vol genden morgen bemerken de Hol landsche schildwachten, dat er onder hun Duitsche confraters aan de an dere zijde der grens groote agitatie heerscht. Zij loopen overal door het land zoekende rond. Eén der paarden was weg. Maar het werd nog erger. Na gehouden appèl bleek het, dat ook een der manschappen zoek was. Men begon verband tusschen de beide vermissingen te zoeken. En wat zij daar aan den overkant der grens slechts konden vermoeden, werd aan deze zijde al heel spoedig tot zekerheid. Des nachts was de dragonder in een burgerpak, waaraan hij op de eene of andere manier was gekomen, de grens overgekomen in gezelschap van zijn paard. Spoedig had hij hier voor een kooper gevonden, al was de koopsom wel wat klein. En heel eigenaardig heelt de kooper opgeke ken, toen hem langzamerhand dui delijk is geworden, dat bjj een Duitsch dragonder paard heeft gekocht. Dit is de geschiedenis van een Duitschen deserteur naar Holland gevlucht. Zij is niet de ecnige. Wel is waar loopen er overdreven geruchten van desertie uit het Duitsche leger, maar zeker is, dat er verscheidene de Hol landsche grenzen in burgerkleeding zijn overgekomen. Gelijk meu weet, lieten zich in het begin van den oor log eenige Duitsche soldaten inter neeren. Zoo hebben wij er enkelen hier aan de Zeeuwsch-Vlaamsche grens gesproken. Dit komt nu niet meer voor. Want men vreest voor het lot, dat hen als geïnterneerde deserteurs, na den oorlog wacht. En wanneer af en toe een Duitsch sol daat in onbekendheid met de gevol gen het nog waagt zich aan do Hol landsche grens aan te melden om geïnterneerd te worden, dan wordt hem, evenals dat vroeger bij de Belgen gedaan werd, door de -Hollandsche militairen gewezen op de bepaling, dat hij na den oorlog zal worden uitgeleverd aan zijn land en dan nog eens de vraag gesteld, of lilj wil blij ven dan niet. Bijna zonder uitzondering keeren zij dan maar weer terug het gevaar is te groot. Maar eenige malen waren er nog enkelen, die het er op waagden en zeiden, dat zij na den oorlog zich zo.uden verdedigen met te beweren, dat zy door Belgische burgora waren aangevallen en dus hadden moeten vluchten. Maar dit gebeurt nu niet meer. Als zij vluchten, dan doen ze dat in burgerkleeding en worden dau'na- tuurlijk niet geïnterneerd. Infanteris-hart. Eenige Duitsche geneesheeren heb ben proeven genomen met hart-ver- grootingen bij gewonde Duitsche in fanteristen, en daarbij eigenaardige resultaten verkregen. Bij een veertig tal lichtgewonde soldaten werden Röntgenstralen gebruikt om hart- waaruemingen te doen, nadat zij zoo juist van het slagveld in de veld- Iazerets waren binnengebracht. En nu constateerden de doktoren, dat van alle onderzochte infanteristen de harlon aanzienlijk waren vergroot; dit waren alle soldaten, die in den laatsten tijd groote marschen hadden moeten afleggen gemiddeld van 40 tot 45 kilometer dagelijks, soms vier weken achter elkaar, zonder veel rustpoozen, dikwijls zonder vooraf gaande training en onder sterke emoties. Derhalve was het percentage der hartvergrootiugen bij dejse infan teristen zeer hoog, meestal van alle deelen van hel hart. Het onderscheid tusschen infanterie- harten en de harten van soldaten, behoorende tot andere wapens bleek opvallend te zijnzoodat men de hart- vergrootingen wel moest toeschrijven aan geweldige marschen, als soms 1500 kilometer in 30 dagen. Niettemin liet de werking van het hart der gewonde infanteristen niets te wenschen over, al klaagden de patiënten in den eersten tijd over lichte hart-benauwdheden. Tegelijk met de beterschap hunner wonden verbeterde echter ook de hartaandoe- ning. En bijna alle lijders aan een infanterie-hart konden later weer als „geschikt voor den dienst" uit het hospitaal ontslagen worden. BINNENLAND. (Vervolg van het Eerste Blad.) De „Medea". De Amsterdamsche corrospondent van de „Kö'.nische Zeitung" beweert, dat de door een Duitsche duikboot in den grond geboorde „Medea" niet slechts onschuldige zuidvruchten aan boord had, maar ook lood en pyriet. Dit zou blijken uit de door don com mandant der duikboot meegenomen scheepspapieren. De directie van de Kon. Nederl. Stoomboot-Maatschappij, de eigena resse van do „Medea", heeft, volgens de Telegr., deze mededeeling als een kwaadaardige leugen gequalificeerd. Gott strafe Englandl Welke onzinnige vormen de uiting van haat tegen Engeland in Duitsch land aanneemt, moge blijken uit het feit dat een onzer lezers steenkool briketten in handen heeft gehad waar op als fabrieksmerk, in plaats van b.v. twee gekruiste hamers, de woor den „Gott strafe England" gedrukt stonden! „H. blad." Verdronken. De heer C. R. te Noordacharwoude is gisteren te water geraakt en ver dronken. IJmuiden, 10 April. De stoomtrawler „Batavier II" ont moette op 2 April op 54° 30' N.B. en 6® 30" O.L. een Zeppelin, welke eenige malen over het vaartuig ma- noevreerde, doch weer spoedig in westelijke richting verdween. Het aantal stilliggende trawlers is nu reeds over het honderdtal gestegen. Slechts weinigen gaan nog naar zee met groote moeite, na uit'andere booten kolen overgeladen te hebben. Zoodoende is men nog in staat met deze restanten eenige schepen in zee te krijgen. PLAATSELIJK NIEUWS. (Vervolg Eerste Blad). Verkiezing Gemeenteraad. in de gisterenavond gehouden ledenvergadering der R. K. kiesver- eeniging „Eendracht" is met alge- meene stemman candidaat gesteld voor de a.s. Gemeenteraadsverkiezing de heer H. P. Baak. SCHETSEN UIT DE RECHTZAAL. Fantast. Een leugen. Ze dacht, vrouwtje, - dat 't er nii toch wel voor góed uit zou zijn Nadat ze acht jaren zoo stilletjes, zoo kalmpjes, leefden op het boven- huisje in bovenwljk. Z(j dacht dat „nestharen" nii wel zouden ver dwenen zijn bij mal, oud mannetje... met wien ze, jaren en jaren achter een, last genoeg had doorleefd, moeite, inspanning, bewaking om hem in het rechte spoor te houden O, als ze dftórvan ging vertel len! 'tWas begonnen reeds toen ze met elkaar „gingen", nu toch al over de drie en dertig jaar her Toen was Paul al zoo'n rare, zoo vliegerigWanneer er toen van die machines waren geweest om de lucht in to vliegenoch lieve grutten, Paultje zou te pletter zijn gevallen vóórdat hij 't wistIn den kring van intieme vriendinnen vertelde zij er wel vanhoe 't gebeurd was dat hij haar wou over halen het montant van d'r spaar boekje te wagen aan een of ander fantastisch idee Hij kon dan pra ten praten Een minder reso luut meïsken als -Mteken was zou er reëel beduusd van zijn geworden. Maar zij hield voet bij stuk. Als hij, met schitterende oogen, van opwinding bevende handen, 't zweet op zijn voorhoofd - klaar was met de uiteenzetting van zijn plan, - dan haakte hij zijn arm in den hare, keek haar aan met zijn warm enthusiaste oogen en vroeg: „Nou, Miekie, doe je 't Dan had ze vertelde vrouwtje, na drie en dertig jaren van lang niet altijd stormloos en makkelijk huwe lijksleven - dan had ze moeite om zich taai te houden Zij hield van hem, echt en waar. Maar ze wisttegen die malle plan nenmakerij moest ze krachtig staan, anders was er geen houden aan „Ik dénk er niet aanantwoordde Mieken, —-en haar kin werd spitsig, de uitdrukking van haar oogen koud en liard zoodat ze zekeren angst in haar hart voelde opkomen, zou Paul 't kwalijk nemen Mij een kat, een kreng van 'n meid vin den Moeite kostte 't haar Doch ze overwon En een paar dagen later was hij haar dankbaar, zag Paultje 't zelf in dat ze scherper, beter kijk had op de dingen, dat hij zich weer op sleeptouw had laten nemen door een kwasi- vriend, die misbruik wou maken van z'n lichtgeloovigheid. Toen had ze eens, van haar spaarduiten - gekocht, voor Paul, een raooien, duren ring, met een echt fijn briljantje er in Hij was er confuus van. Kostte op z'n minst veertig gulden „Maar Miekenvroeg hij, niet kunnend begrijpen dergelijke verspilling van aartszuinig vrouwtje- Zij spiedde in z'n oogen of hij 't snaptedat ze voor hem, voor Paul, niet schriel wasze slechts voor zijn belang, z'n bestwil, tegen allerlei fantastische plannetjes op- sputterde Dien middag herinnerde zij zich nog wel zeer scherp en helder. En: de groote vreugde, die over haar was gekomen toen ze merkte dat hij haar begreep toen zij voelde, wist, dat ze Paultje kon leiden, tot waar ze hem wou hebben kon beveiligen tegen zijn dolle, gevaarlijke fan tasieën Later, na het groote ongeluk, dat hen getroffen had, jaren later, had hy eerst recht gezien wat stug vrouwtje voor hem was. Na dien klap van de Beurs Toen Paultje niets had durven zeggen om haar niet te laten schrik ken Toen hij 't ontzettende zes weken lang verzwegen had Maar zij had luistervink gespeeld, achter de porte-brisée gestaan. Dagen tevoren had ze 't in de gaten gehad z'n onrustige slapen, z'n gemis aan eetlust, z'n gejaagd heid, z'n onrustig doen, z'n schrik achtig zijn, z'n verstrooidheid 't Had vrouwtjes aandacht natuurlijk getrokkenmaar ze zei niets. Wachtte afkon slechts denkon, alleen, aan 't vreemde Toen had ze, alsof onzichtbaar wezen 't haar influisterde, wist zij dat er nu iets tot uitbarsting moest komen, staan luisteren Het gesprek was (blijkbaar had hij, Paul, gewenkt om zachtjes te praten) fluisterend gevoerd Maar toch ving ze klanken op „Tjazei huisbaas „dat's lastig dat's héél lastigDaar was 'k aller- minst op voorbereid U, meneer Kanters u, uitstel vragen Dat's nog nóóit gebeurd Ik had er een accept'n acceptop Weer had Paultje zeker gewenkt van: sst., zachter toch!... want men ging wederom fluisteren Mieken was zoo bang geweest over het vreemde, had staan schreien achter de gesloten deur. Was nadat de huisbaas de straat deur goed-en-wel achter zich had dichtgetrokken bij Paul gaan staan... Ze zag, hoe hij schrok, - wit werd van angstZóó bang, dat ze zou gaan grommen, verwijten Maar ziet-ge - toén had zij Paultje dan eens getoond hoeveel ze van hem hield Echt en diep Ze had haar armpjes, de stok- kige, schrompelige, om z'n hals geslagen. En haar beenig hoofdje tegen hem aangedrukt. Hem toe gefluisterd dat-ie 't zich toch niet moest aantrekken, hoor! Zo had nog haar spaarduitjeOver de zeshonderd gulden, waar Paultje nooit, nooit iets van geweten had En haar gouden zaakjesdie ze toch nooit droeg, waar ze niksaan- hechtte, niks-om-gafDie kon Paultje óók krijgen Hij drukte haar tegen zich aan, Zo voelde dat 't hem goed deed, dat zacht-vriendelyke maar óók: dat 't erger, veel erger was dan zij nog dacht De „klap" was haa3tvernietigend, niet met spaarpotje en opoffering van gouden zaakjes te redden Zij zaten, - dien avond, in het schemerdonker bij elkaar, hand in hand. Hy was nu niet meer bang voor Mieken. Vertelde alles, tot in de kleinste fijnste bijzonderheden. Te schamen had Paultje zich ook niet.. Hij was slachtoffer geworden, dupe, gelijk zóóvele anderen Ze troostte hem, maar beiden be grepen ze dat, als er geen wonder gebeurde Eén van de „papiertjes" niet binnen eene week een eind opliep, zich herstelde, dat dan „Ja" zei Paul „ja, Mieken, wat moeten we dan doen Dan Dan hebben we niks meer I" En hij had toen gezien het flkscli- energieke in haar eerlijke, oude oogen Schreiend had hy Mieken, vrouwtje van dik in de vijftig, toen naar zich toe getiokken, en hy had, in het schemer-kamertje, gezegd „Dan heb ik jou nog!" En Mieken vond dat eene vergoe ding voor P wat ze verloren hadden, aan de Beurs, de stumpers Voor alles Wat geen kleinig heid mocht heeten Maar zei ik reeds ze had altijd, van dat ze met elkaar „gingen", écht van Paul gehouden Dat was, -- zeiden allen, die hem kenden, - zoo eigenaardig, nadat de misera in het huis van de oudjes was gekomen, veranderde juffrouw Miekon als het blad op een boon. Zij snauwde en gromde niet meer Ze was zacht en toegevend. Als vader het „wonder" was gebeurd en ze hadden uit de „débacle" nog genoeg gered om den mond te kunnen open houden Als vader weer plannetjes maakteO, de oude, dwaze Adam wits er in het begin nog niet uit... Bij voorbeeld zei „Mieken Luister nou's even Neen, trek nou geen lacherig gezicht... Je weet wel, waar ik gisteren van sprakDie dingen staan prachtig Och, jelui vrouwen wéten daar niets van. Laat mij nou's morgen kalm met Davids praten Die is zoo pienter M(jn kop-af of we halen 't er binnen een week bovenop Dan streek Mieken een lucifer aan en hield het vlammetje boven Paul z'n pijp „Natuurlijk, vader" zei ze „als jij 't zoo inziet, dan zal 't ook wel goed zijnMaar Laten wij nog eens afwachten Je weet tochMet die koersen, hè Je kunt er nooit op aan En dan leidde vrouwtje z'n gedach ten af, zoo handig, zoo slim, zoo pienter, dat de grootste diplomaat 't haar niet zou verbeterd hebben Soms kwiim 't wel voor, dat fantas tisch plannetje weer in hem opwelde... Maar dan maakte zij hem aan 't lachen Sprak „er-overheen" „Toch zit er wat inZit er véél inkon Paultje, de aarts plannen- smeder zeggen Maar zij praatte 't hem snel weer uit het hoofd En zoo was het wrakke karretje al die jaren, - na den grooten ramp slag, toch nog voortgesukkeld Totdat Wanneer vrouwtje niet langer dan een paar uren van-huis bleef, was 't haar in al dien tijd gewe of iemand haar terugdreef; haai toeriep: Ga nul Je weet niet, wat er anders gebeurt ■Malligheid, overdrijving, inbeelding, hadden ze gespot Jawel Endien avondToen ze, vóór halftien, thuiskwam En zy, met één oogopslag, merkte dat er iets bijzonders, iets ergs ge beurd was? Hij beverig, schichtig, schuw, ang stig, deed Haar bekendeWant verzwijgen had Paultje nooit gekundHet eenige „stukje", dat ze nog zelf in huis hadden gehoudenEn de twee honderd gulden uit het kastje Binnen een maand had zwart- lakkige meneer met de blinkende oogen en het vroolijke grijnslachje, dat op den uitkjjk had gestaan tot vrouwtje weg zou zijn, hem verze kerd Binnen een maand zouden zij er op z'n allerminst! een lapje van duizend vooi in 'de plaats hebben. Tja, börg-staan ervoor kon, wilde, mocht, zou hij niet... maar... Zwart meneertje had Paul bundels, stapels papieren laten bekijken Als hij dat plan niet aandurfde Fortuin voor het grijpen „Gelóóf-je 't niet?" had Paultje haar gevraagd En toen hij 't zoo zei, dacht Mieken aan wat de dokter gezegd had Kort nadat de ramp was gebeurd Van de Beurs... „Ditmaal haalt uw man 't nog welMaar met zyn prikkelbaar gestel, met zijn niet al te sterke hartEen tweede aanval van beroerteWant, ziet u, dat wis 't toch, weet 't wel Dokter had haar aangezien, zonder den zin te voltooien Dat herinnerde vrouwtje zich zoo led En ze streek Paultje over de hand, die over de leuning van zijn stoel hing. „Nou, mannie," zei ze, „dan komt 't ook wel terecht, hè? Jij zult wel weten wat jo doet. Zeker, dau zal die meneer ook wel gelijk hebben. Laten we er maar 't beste van hopen I" En angstig keek ze naar zijn ge zicht Of hij zich niet opwond Want missen woO ze hem niet, baar Paultje Samen heb ik de oudjes zien gaan uit het Paleis van Justitie, waar hij eerste getuige charge had moeten zijn in de strafzaak tegen den oplich ter van de gitzwarte krulharen, de blinkende sluwe oogen, het oolljke grijnslachje, waarmee hij reeds tien tallen in het net had gelokt... Tegen den man, die hem onder wonderfljn- saamgesponnen weefsel van bedrieg- sels z'n arm goldje had afhandig ge maakt, dien avond, toen Mieken even weg was Samen gingen ze uft het paleis van Justitie. Zy, die haar arm op den zijne liet rusten voelde hoe hy beefde, van schaamte, van woede, van verontwaardiging Wees toch bedaard, mannie!" suste zy hem En h(j durfde haar niet aankijken... Eerst op de publieke rechtzitting had vrouwtje precies gehoord, hoeveel zij hem hadden afgezet „Denk er niet meer anl" troostte zij, z'n arm steviger vattend. En ze was ongerust over zijn stillekens zwijgend voortsjokken „Je weet nog niet alleszei ze op-eens, haar tranen van angst en medelijden met de kracht van stevig, wilssterk vrouwtje, dat echt liefheeft, terugdringend WWat bedoel jo Zij fluisterde iets vlak bij z'n oor. Zag de matelooze verbazing in z'n oogen De glanzende, stralende vreugde. Zij had gelogen dat er nog een som metje over was nog een spaar duitje, waar Paul niets van wist niets „Mieken Zij knikte. In de koude, gryze, strenge oogen van stevig vrouwtje parelden tranen Stevigor, inniger drukte zij z'n arm. Inplaats van hem af te snauwen over zijne dwaze goedgeloovigheid, had ze hem getroost met leugentje om bestwil Want vrouwtje was zoo bang dat h(j zich zou opwinden, dwaas Paulfje... En net als toen, net als voor drie- en-dertig jaren, toen ze nog met elkaar „liepen", gingen z(i van het Paleis van Justitie huiswaarts Maïtre Corbeau. STOOMVAARTBERICHTEN. Stoomvaart-Maatschappij „Nederland". Kambangan, thulsr.,is 7 April Gibraltar g«pass. Kon.d. Nederl., uitreis, vertr.SApril van Gonua Rotterdamsche Lloyd. Bandoong arrlv. G April van R'dam to Newport, Bengalen,v.Now-Yorkn.R'dam.passBApr.Lizard. Besoeki, uitreis, vertrok 8 April van Suez. Malang, uitreis, arriv. 6 April t« Padang. Rindjani, uitreis, vertrok3 April van Sucz. Medan, thuisreis, vertrok 8 April van Padang. Samarinda, thuisreis, vertrok 8 April v. Padang. Djocja, thuisreis, pass. 8 April Point de Galle. Koninklijke Hollandsche Lloyd. Hollandla, thuisreis, vertrok 7 Apr. v.Rto Janelro Zaanland, thulsrois, pass. 7 April Dungenoss. Golria, thuisreis, vortrok 8 April van vigo. Frlsia, uitreis, arrlv. 8 April te Pernambuco. Haven te Nleuwedlep. 9 April. Aangekomen van Londen en vertrok ken n. Harlingen Eng. m. „Groningen". Id. vad Lyth naar Harlingen Eng. sa „Amulet". MARKTBERICHTEN. Beverwijk, 9 April 1915. Groenten. Dulnaardappelen f klol- i yi.vj—u.vj y. uiuu, 19-18 por 100 bos; ulon f0.00-0.00 per ben, boerenkool fOXO-O.OO per kist, sla 12.60-4 por 100 krop, savoUe kool 10—00,roode id. 100-00, gele ld.rOO—00 per 100 stuks, bleten 10.00-0.00 per 100 stuks, spruiten 12.10 a 2.40 eer mand. raapstelen 13—3.50 p. 100 bos, selder)} 100 bos, splnaiie lo.56-0.C6 per ben, oardapp. 10.00 -0.00, koolrapon 10.00—0.00 p. mudj rabarber 1 'u 3-i -0.0 tam 16-8 per 100 bos, spl radijs 18X0-4.60 per 100 bos. Witte BIobcoop - Koningstraat. O! oi o: wat oen nacht! 11 April. Bijzondere Heilssamunkomslon, 10. 3 en 8 uur, in het gebouw Leger des Heiis, SpoorgTachi. 14 April welkom brigadier v.d.Workon. 14 April. Solrde me.juiï. H. S. Polak, in Casino. 15 April. Golieelonth.-zungkoor „Ons Doel". Uit voering in Casino, 8 uur. 16-19 April. Militaire Huisvlllt-tentoonstolling in do Ambachtsschool aan do Laan. 17 April. Heldersciie Mandolineclub „Soronata". Soirée in Casino, 8 uur. 20 April. „Die Kino-Königin" in Casino, 8 uur. VISSCHERIJBERICHTEN. mand schar 12.25 por mand. Van trekkers 45 tal haring 18,45 aT4.00 p. tal. 9 April. Vau 6 kordera; 10 mand klolno schol f5.00 a l'G.00 per mand, 4 mand schar 12.00 p. ni, Staatsloterij. Trekking van Donderdag 8 April. 2e Klasse 3e Lijst. Geen prijzen boven f30.— Burgerlijke Stand van Helder, van 8 en 9 April 1915. ONDERTROUWD P. D. Maandag en C. de Beurs. GETROUWD: S. Teitsma enC. P. van der PlaatJ. A. Krol en S. C. C. ManH. v. d. Bosch en A. Lavell P. van Assen en W. J. Praass. BEVALLEN: G. Moor-Kager, d. C. Tesselaar v. d. Heiden, z.P. A. Arnold v. d. Poll, z. OVERLEDEN: W. de Kort, 52 jaar; R. Del ver, 29 jaar; J. Lusten burg, 51 jaar. Laatste berichten. Van het Westelijke gevechts terrein. De EngelBChe troepen hebben ln m nacht van 7 op 8 dezer een aanval der Duitschers tusschen Kern- mei en Wulverghem (ongeveer halver wege tusschen Yperen en Armen- tières) afgeslagen. Bij Eparges, waar de Franschen een nieuwen sprong vooruit hebben gedaan, z(jn hun troepen met het gezicht naar den vijand van de Duitsche loopgraven, die geheel gevuld waren met dooden, teruggekeerd en hebben tegen den avond van den 8sten twee tegen aanvallen afgeslagen. In het bosch van Ailly hebben de Franschen opnieuw een loopgraaf genomen en twee tegen-aanvallon afgeslagen. Zy hebben hier 6 machine geweren en 2 bomwerpers buitge maakt. Sedert middernacht van den 8sten ondernemen de Duitschers hier geen tegen-aanvallon meer. In het bosch van Mortmare (waar de Franschen vasten voet hebben gekre gen in de vijandelijke verdedigingswer ken) hebben de Duitschers den Ssten 's avonds om 7 uur een zeer hevigen tegen aanval gedaan, dien de Fran schen, met behoud van het gewonnen terrein, hebben afgeslagen. Ten noordwesten van het Bois Apannes is van een Duitschen kabel ballon de kabel door een Fransche granaat doorgesneden. De ballon is daarop naar de Fransche linies af gedreven. Van hat Oostelijke gevechts terrein. Weenen, 9 April. Officieel bericht van den generalen staf van heden middag Op het front in de Oostelijke Bes- kiden heerscht over 't algemeen rust. In de Bosch-Karpathen zet de vij and z(jn onafgebroken stormaanval len op ons front voort met onver biddelijke opoffering van zijn men- schenmateriaal. Op het terrein voor onze stellingen hoopen zich de lijken en gewonden op onder ons moordend kanon- en machinegeweervuur. In de gevechten van gisteren zijn 1600 ongewonde vijanden gevangen genomen. Op de overige gedeelten van het front hebben zich geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan. Portugeesch schip getorpedeerd. Londen, 9 April. Een Duitsche onderzeeboot bracht het met kolen ge laden Portugeesche zeilschip „Douro", op weg van Cardiff naar Oporto, tot zinken. De bemanning werd gered en kwam te Swansea aan. De Duitschers maken zich op Italië te verlaten. De Italiaansche correspondent vau de „Telegraaf" schrijft d.d. 5 April uit Rome In Italië vooral in Milaan, Genua, Venetië, Napels en Rome komen sinds jaren een massa Duitschers. Als ik me niet vergis, wordt het aantal in Italië wonende Duitschers op 60 h 65 duizend geschat. (De vlottende bevolking niet medegere- kend). Duitsche toeristen waren er dit jaar b(jna niet en dit merkt men het best op straat., bij Aragno, in musea en in kerken. Nergens hooren we haast meer Duitsch spreken. Maar ook de hier wonende Duit- I schers maken zich langzaam op -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1