HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4455 DINSDAG 20 APRIL 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 05 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Teiefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 CBnt. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bowljs-exemplaar 2J cent. DE OORLOG. De officieels iegerberichten van 16, 17 en 18 April. Het Fransche communiqué van den 16en meldt dat de vliegers 40 bom men hebben geworpen op de elec- triscbe centrale van Maizières, welke de stad Metz van licht en kracht voorziet. Na den aanslag stegen dikke rookwolken omhoog, zoodat men aan kan nemen dat de aanslag gelukt is. Hoewel de vliegers door de forten van Metz 'hevig beschoten werden, zijn zy alle ongedeerd teruggekeerd. Op hun terugtocht dwongen zij nog drie Duitsche vliegtuigen tot dalen. Ook de aanslag op de kruitfabrieken te ïtottweil moet geslaagd zijn. Zware rookwolken en vlammen sloegen uit het gebouw op. Verder werden door vliegers bommen geworpen op de spoorwegwerkplaatsen van Leopolds- höhe (in Baden). Van het gevechtsterrein wordt ge meld, dat de Üuitsehera drie tegen aanvallen deden bij Notre Dame de Lorette en een bij Eparges. Alle aan vallen werden afgeslagen. Drie vijan delijke batterijen in het boseh van Mort-Mare werden tot zwijgen ge bracht. Er is thans ook eene verklaring voor de schijnbare tegenstrijdigheid der Duitsche en Fransche berichten betreffende de stelling bij Eparges, welke volgens de Fransche berichten door hen veroverd was, en volgens de Duitsche berichten nog steeds in Duitsche handen was. Er moet hier namelijk onderscheid gemaakt worden tusschen de heuvels van Eparges en de hoogte van Cora- bres. Het komt dus hierop neer dat de Franschen de heuvel thans in hun bezit hebbeD, uitgezonderd de hoogte van Oombres, welke volgens het Fransche bericht als een eiland is geworden, bestreken door het vuur der mitrailleurs te Eparges en St. Romy. Het Duitsche bericht zegt wel dat de heuvels van Eparges nooit in Duitsche handen geweest zijo, maar dan kan het zóó geweest zijn dat het een strook grond gold, waarvan beide partijen zich niet meester kon den maken en die thans in Fransch bezit is. Bovendien wordt in het Fransche bericht de opmerking ge maakt, dat de Duitschers vroeger van af de hoogte op de Fransche loopgraven neerzagen, en dat thans de Franschen op de Duitsche loop graven neerzien. Ea dat is toch ook nog een belangrijk punt van verschil. Het Fransche bericht van den 18en maakt melding van het afslaan van drie tegenaanvallen der Duitschers bij Notre Dame de Lorette. Verder wordt ovor het doen springen der Fransche stellingen bij Perthes ge zegd, dat de Duitschers twee mijnen lieten springen in de nabijheid van Fransche loopgraven. De daardoor ontstane kuilen werden door de Duit schers bezet. De Franschen verdreven hen echter direct uit een van deze, terwijl de andere in Duitsche handen bleef. Ten N. van Le Mesnil werd een aanval afgeslagen. Een aanval op de Fransche stel lingen by Orbey (Vogezen) door een bataljon Duitsche infanterie, werd onder zware verliezen afgeslagen. 30 Duitschers werden gevangen ge nomen. Aan de oevers van de Fecht gingen de Franschen vooruit. Het Duitsche legerberiebt van den 17en bevestigd het bericht van Fran sche zijde betreffende de hoogte van Notre Dame de Lorette. In het bericht wordt medegedeeld, dat de Duitschers een klein steunpunt tér breedte van 60 M. en ter diepte van 50 M. ver loren hebbeu. In Champagne werden een aantal verdedigingswerken der Franschen bij Perthes, na te zijn op geblazen, door de Duitschers stormen derhand genomen. Fransche tegen aanvallen mislukten. Bij Flirey, tusschen Maas en Moezel, hebben de Franschen herhaaldelijk aanvallen gedaan welke echter alle afgeslagen werden. Overigens werden op dit gedeelte van het gevechtsterrein slechts artillerie-gevechten geleverd. By Urbeis, in de Vogezen, namen de Duitschers een vijandelijke stelling. Deze werd echter weer ontruimd, omdat ze ongunstig gelegen was. Verder wordt medegedeeld dat een Fransch luchtschip Straatsburg met bommen heeft bestookt. Slechts werden eenige burgers gedood, terwijl de stoffelijke schade gering was. Een Duitsch vliegtuig heeft bommen op Calais en op Greenwich (bij Londen) geworpen. Het Duitsche bericht van den 18en meldt, dat de Engelschen ten N. van het kanaal van Yperen een stuk van de Duitsche stelling in den lucht deden springen. Zij konden de Duit sche stelling echter niet vermeesteren. Wel bezetten zij eenige door de ont ploffing gemaakte kuilen, om welker bezit nog gevochten wordt, Ia de Vogezen zijn de voorposten ten Z.W. van Metzeral voor de Franschen teruggetrokken. Bij Stossweiler daar entegen werd een vooruitgeschoven Fransche stelling vermeesterd. Van het O o s t e 1 ij k front. Volgens het Duitsche legerbericht van 17 dezer is de toestand onver anderd. Het Oostenrljksche bericht geeft dit ook aan, en vermeld tevens, dat in de Bosch Kqrpathen, waar de Rus sen opnieuw hevige aanvallen deden, 1290 man gevangen genomen werden. Op het overige front was het rus tig, uitgezonderd eenige artillerie gevechten in Z. O. Gallicie en in de Boekowina. Het Russische bericht van den 17en meldt dat de operaties in de Karpa- then zich voornamelijk bepaalden tot het front tusschen de dorpen Telepocza en Zuella, waar na verbitterde ge vechten de stellingen van den vijand door de Russen genomen werden. Hierbij maakten de Russen 1140 man krijgsgevangen en veroverden zij drie machinegeweren.Tegenaan vallen wer den onder zware verliezen afgeslagen. In de richting van Strijj werden opuieuw alle aanvallen afgeslagen. Overigens is de toestand onver anderd. In Noord-Polen, bij Kalwarja en Mariampol word een verhoogde bedrijvigheid der Duitsche voorhoede waargenomen. Aan de Dardanellen blijft het tot nog toe betrekkelijk rustig. Van Turk- sche zijde wordt gemeld, datEngelsche oorlogsschepen vanuit de baai van Saros de Turksche batterijen bescho ten. De „Majostic" werd getroffen, waarop een ander Engelsch slagschip, de „Swiftsure" de beschieting voort zette. Een poging van torpedobooten om in de Dardanellen door te dringen werd verijdeld. Op het schiereiland Sinaï werden door een Fransch oorlogsschip de Turksche verdedigingswerken en troepen te El Arisj beschoten. Aan de Perzische golf verliepen de gevechten gunstig voor de Engel schen. In het gevecht van den Hen werden 200 Turken gevangen geno men en vele machinegeweren ver meesterd. De Turken lieten op hunnen overhaasten terugtocht groote hoe veelheden tenten, uitrustingstukken, voorraden en munitie achter, o.a. 700.000geweerpatronen, en 450kisten artillorie-projectielen. Een Turksch bericht erkend dat de troepen moesten terugtrekken voor de Eogelschen daar deze versterking ontvingen. Te Berlijn is thans een bericht ontvangen uit Duitsch Oost-Afrika, bijzonderheden meldende over ge vechten op 18 en 19Januari. De Engelschen waren in dit gevecht (by Jassiné) verslagen. Zjj verloren 700 man, 350 geweren, 1 mitrailleur, 2 rijdieren en 60000 patronen. Yier compagnieën werden gevangen ge nomen. Een batterij in gevaar I Wij liepen groot gevaar krijgsge vangenen te worden gemaakt, zoo vertelt een Fransche stukrijder in een brief aan zijn ouders, want het was onmogelijk onder zulk vuur de spannen op te halen. Ik verzeker u, dat wo geen pleizier hadden. Aan gezien we de paarden niet naar de stukken konden brengen, bebben we zelf de kanonnen weggesleept en naai de paarden gebracht. Sapristi, dat was een warm werkje i Vooral om dat we ook onze gewonden moesten meenemen, en dat waren er zoo en kelen. Eindelijk hadden we opgelegd en daar gingen we naar de eenige plek, waar wo de rivier over konden. Maar de Duitschers bepoeierden den oprit en do brug, dat het zoo'n aard had. Van een leuning was niets meer te zien wij verloren heel wat men- schen en ook veel paarden. Maar we kwamen er over! En juist op tijd: de laatste caisson was nauwelijks op den anderen oever of een groot ge deelte van de brug stortte in. Ik was mijn paard kwijt en verloor mijn afdeeling in een dorp, dat door den vijand met zwaar geschut werd ge bombardeerd. Vrouwen, kinderen, allen liepen schreeuwend en gillend door elkaar en klemden zich aan mij vast alsof ik ze helpen kon. En steeds maar sloegen de „marmites" in en rechts en links werden de menschen getroffen en vaneengescheurd. Na eenigen tijd hield de beschieting opik begreep, dat de Duitschers thans zouden stormloopenik wist niet in welke richting te vluchten (het was nacht), toen ik plotseling vlak bij me 'n Franschen hoorn boorde, die den aanval blies-op het zelfde oogenblik verscheen een ba taljon jagers om den hoek van een straat, in den looppas, met de ba jonet op het geweer. Kranige kerels - zij stuitten op de Duitsche in fanterie in de kom van het dorp ze vochten in de straten, in de huizen en kelders. Daar klonken vlak achter elkaar vier scherpe knalleneen bat terij van 75 gaf vuur af. Het was .mijn afdeeling, die haar stukken in batterij had gebracht. Zoo snel als mijn voeten mij konden dragen, snelde ik in de richting vanwaar de schoten kwamen en weldra had ik me gemeld. Het was een fantastisch gezicht, die verwoede strijd in den nacht, bij het schijnsel der vlammen van twee dorpen. Onafgebroken vlogen onze granaten door de luchtin twee uur tljds verschoten wij 4000 projectielen. Plotseling klonk de Marseillaise, ter wijl de hoorns van drie regimenten een razenden stormaanval bliezen. Uit onze stelling konden wy uit stekend het slagveld overziennooit zal ik dat schouwspel vergeten van die duizenden roodbroeken, die daar in het roode schijnsel d6r vlammen in gesloten gelederen, als een gewel dige massa, in stormpas voorwaarts rukten, zonder een schot te lossen. Het kanongebulder hield op, men hoorde niets anders dan het geloei der vlammen, het gestamp der tal- looze voeten en het meesleepende signaal tot den stormaanval. -In adem- looze spanning zagen wij toe, gebogen over onze stukkendaar naderden de voorste compagnieën het dorp, nog een paar honderd meter, dan brand den de Duitsche solvo's los maat hot volgende oogenblik ook begint de bajonet het werk. Na eenigen tijd zwijgt het stormsignaal en on middellijk daarop klinkt de hulpkreet uit de hoorns„au drapeau, au dra- peaueen vaandel, een Fransch vaandel is verloren gegaan. De trom petters blazen de „Marseillaise", steeds gillen de hoorns het „au dra peau" en na eeuige minuten, die ons zoovele uren lijken, klinkt weer het stormsignaalhet vaandel is her overd. Een donderend gejuich gaat op uit de batterij en als razenden vuren wij op den vluchtenden vijand. Gij kent de Marseillaise slechts van officieele gelegenheden, bij prijsuit- deelingen en dergelijke festiviteiten. Maar dan kent ge het lied nietdaar voor moet men die klanken gehoord hebben zooals ik ze gehoord heb als bet bloed vloeit en het vaandel en do batterij zijn in gevaarNimmer zal ik dien vreeselijken, maar toch ook schoonen nacht vergeten. Op Zee. De „E 15". Londen, 18 April. Het Persbureau berichtDe Engelsche onderzeeër „E 15" is bij een moeilijke verken ning van het mijnenveld bij Kephez in de Dardanellen aan de rotspunt van Kephez op hot strand geloopen. De officieren en 21 man van de equipage werden volgens een Turk sch communiqué gered en krijgsge vangen hemaakt. Engelsch transportschip aangevallen. Londen, 17 April. De Admiraliteit berichtHet transportschip "Maniton„ dat Engelsche troepen overbracht, werd hedenochtend in de Egëïsche Zeo aangevallen door een Turksche torpedoboot. Deze lanceerde drie torpedos, die alle misten. Toen ging zo op de vlucht en werd achtervolgd door den Britschen kruiser „Minerva" en toi'pedovernielers, tot zij op hot strand van Chios liep en daar ver nield werd. De bemanning werd krijsgevangen gemaakt. Naar bericht wordt, zijn ongeveer 100 man van het transportschip ver dronken. Nadere bijzonderheden ont breken. De „Ptarmlgan". Uit de mededeeliDgen van de ge redde bemanning blijkt datde„Ptar- migaq" van Rotterdam naar Londen, 's morgens tegen halfzeven werd ge torpedeerd, (vermoedelijk door dezelf de duikboot die ook de „Katwijk"in den grond boorde). De eerslo stuur man ontdekte het eerst de duikboot en onmiddellijk gaf de kapitein last de booten uit te zetten. Dat geschied de maar door een ongeval kantelde de eerste reddingboot. Terwijl de be manning die hierin had plaats ge' nomen nog met de golven, worstelde W6rd door de duikboot een torpedo afgevuurd en een hevige ontploffing volgde. Do bemanning die zich nog op het schip bevond snelde naar de tweede reddingboot. Intusschen was men er in geslaagd de eerste red dingboot weer op te richten en ver schillende der drenkelingen klem den zich hieraan vast en slaag den er in zich te redden. Binnen korten tijd ging het schip zelf te gronde. De aanval had zonder eenige waarschuwing plaats gehad. Represaille-maatregelen. Halle a/d Saaie, 17 April. Als re presaillemaatregel tegen de behande ling van de zeelieden der Duitsche U-booten in Engeland werden, uit het officiersgevangenkamp, tien En gelsche officieren naar Maagdenburg gebracht. Onder hen bevindt zich de zoon van een vroegeren Engelschen gezant te Berlijn. Tegenmaatregel. Volgens een Reuterbericht uit Parijs heeft de heer Le Guales de Mizauban, voorzitter van de Vereeniging van Eigenaars van Schepen, den Franschen minister van marine voorgesteld, om ieder schip van de bondgenooten, door een Duitsche duikboot tot zinken gebracht, te vervangen door een Duitsch schip van overeenkomende grootte, genomen uit de 278, die in Fransche havens worden vastgehou den. Zoodoende zouden de scheeps eigenaars te Hamburg cn Bremen de kosten van deze soort van oorlog voeren moeten betalen en misschien den Duitschen keizer overhalen er een einde aan te maken. De minister zou het plan overwegen, maar moest eerst met de Engelsche regeering overleg plegen. Uit Frankrijk. Parijs, 18 April. De Duitsche nieuws agentschappen trachtten met alle middelen in het buitenland een be- Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmode-Artikelen. Gemaakte klesding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. weging voor den vrede in het leven te roepen. Hun propaganda strekt zich uit. tot bij den tegenstander in den vorm van correspondenties, onder couvert toegezonden door agenten in de onzijdige landen. Omdat Duitsch- land, dank zij zijn toebereidselen tot dezen oorlog, dien het van te voren beraamd had, zijn strijdmacht voor een deel op het gebied van zijn tegen standers kon plaatsen, zegt het over winnaar te zijn, maar voor het oogen blik moet het in Noord-Frankrijk, Champagne, Woëvre, in de Karpa- then terrein afstaan zonder dat het iets van het Le voren aangekondigde Parijs, Calais, Warschau bereikt heeft. In waarheid zou Duitschland den vrede willen omdat het in militair, financieel en ecomisch opzicht de grens van zijn krachten bereikt heeft. Zoolang het aan de eindzegepraal geloofde, bekommerde het zich weini* om het verlies aan menschenlevens. Thans laat het zijn dagbladen en agenten zeggen, dat het oogenblik gekomen schijnt om over vrede te spreken, ten einde den vrede te ver krijgen, dien Duitschland zou wen- sctien. Maar Duitschland was nimmer in staat en zal nimmer in staat zijn zijn voorwaarden op te leggen aan zijn tegenstanders. In zijn onlangs in het Trocadéro te Parijs uitgesproken redevoering heeft Viviani, de mi nister-president, gezegd, dat Frank rijk zal vochten zoolang er gevochten moet worden. Het zal, in samenwer king met zijn bondgenooten, de moge lijkheid van een vrede niet eerder over wegen dat nadat het met hen den aanrander uit België verdreven, zelf de eenheid van het eigen grondgebied hersteld en met de bondgenooten het Pruisische militairisme geknakt en aldus Europa bevrijd zal hebben. Nadert de oorlog haar einde De correspondent., van „De Tijd" te Keulen schrijft: „Er wordt in den jongsten tijd meer in de pers toegelaten dan de censuur nog eenigen tijd geleden raadzaam achtte. Alleen de provinciale pers geeft zich nog over aan de bekende uitingen van haat tegen Engeland. In conservatieve kringen moedigt men echter een verzoenende stem ming jegens Engeland aan, daar het toch vroeg of laat met dat land tot een vrede moet komen, die gebruikt zal worden om Rusland in toom te houden. Aan het bezet houden van België na den oorlog wordt in geen bevoegde kringen ernstig gedacht, al wacht men zich zorgvuldig, deze gedachte uit te spreken. Eer wij echter enkele weken verder zijn, kan men op dit punt verrassende mededeelingen te gemoet zien. Het schijnt, dat men zich eerst thans in het buitenland ernstig rekening begint te geven van de houding, wolke Duitschland van den beginne af heeft aangenomen en waarop het telkens den nadruk heefc gelegd Het Duitsche Rijk ondernam den hem opgedrongen oorlog niet uit veroveringszucht, doch slechts uit afweer en ter bescherming van zijn nationaal bestaaD. Zoodra dit bestaan aan het Duitsche Rijk en zijn kolo niön duurzaam wordt gewaarborgd, kan het oorlogsdoel als bereikt wor den beschouwd"'. Een vrije uitweg naar zee. Portland (Marine), 18 April. Deru- burg verklaarde in een schry ven, dat op een meeting alhier werd voorge lezen, dat een vrije uitweg naar de zee door België ten behoeve van den Duitschen handel een duurzamen vrede zou verzekeren. De Keizer had niet gestreefd naar uitbreiding van grondgebied, maar de Duitsche nijverheid heeft behoefte aan groote vrijheid van beweging. Oorlogskinderen. Iq Engeland doet zich thans ook het vraagstuk van oorlogskinderen voor. In streken, waar vee) troepen zijn ingekwartierd, zullen tal van onge huwde meisjes eerlang moeder wor den. Het parlementslid Ronald Mac Neill, die een beweging op touw heeft gezet, om deze aanstaande moeders en kinderen „schande te besparen", noemt een geval van een district, waar meer dan 2030 zulke aanstaande moeders zijn. Men moet dit als een oorlogsprobleem behandelen, meent hij, en hij heeft duizenden brieven van instemming ontvangen. Hoe hij het vraagstuk wil oplossen, weet hij nog niet, doch hij vertrouwt'een weg te zullen vinden. BINNENLAND. Het torpedeeren van de „Katwijk". Wy laten hieronder nog eenige persstemmen volgen over het torpe deeren van de „Katwijk". Onder het opschrift „Steeds ern stiger", zegt de cfriestar schrijver van „De Standaard": Wat nu met de „Katwijk" voorviel, gaat wat we dusver op zee onder gingen, verre te boven. Verder kan het bijna niet gaan, of het werd een rechtstreeksche oorlogsdaad in vollen vrede. Een onderzeeër, die zich niet aan meldt. Een onderzeeër, die er zelfs niet naar omziet of er ook schip breukelingen te redden zijn. En dit alles anoniem. Zonder de eerbiediging van eenigen den minsten vorm. Het is kortweg geen daad van oorlog voering meer, maar van barbaarsche overweldiging. Een daad hier te erger, daar het een schip gold, door onze regeering gecharterd. Een schip, dat niet aan het leveren van levensvoorraad aan Engeland of Frankrijk dacht. Men verstaat 't niet, en men begrijpt 't niet. En de inlichtingen uit Berlijn zullen wel zeer voldoende en over tuigend moeten zijn, om den fatalen indruk van deze roekelooze daad weg te nemen. Men verstaat schier niet, wat hier aanleiding of beweegreden kan ge weest zijn. En mocht blijken, dat de luitenant van de duikboot op eigen gezag en pure willekeur handelde, dan hopen we ten zeerste, dat men te Berlijn deze zeeheld niet sparen zal. Het „N v. d. D." zegt, dat hier meer aangerand werd dan een mate- ieel belangonze vlag werd gesmaad en Nederlandsche menschenlevens bleven slechts door een gelukkig toeval gespaard, zonder dat een hand tot redding werd uitgestoken. De openbare meening is geprikkeld, en met recht, want het aantal inci denten is in de laatste maanden zoozeer gestegen en de afwikkeling gaat zoo schoorvoetend, dat vanzelf de achterdochtige vraag ontstaat of de gedragslijn der met ons bevriende Duitsche regeering niet veranderd is. Een vraag derhalve van de Neder landsche regeering aan die te Berlijn om een onomwonden verklaring omtrent de toekomstige gedragslijn tegenover onze handelsvloot schynt thans de aangewezen weg. „De Tijd" uit zich o.m. als volgt: Men heeft hier te doen met een oorlogsbedrijf van een akelige soort; dat het geen menschenlevens heeft gekost, i3 niet te danken aan den aanvaller, maar de rapheid der be manning van de „Katwijk" zelf, die zich op eigen gelegenheid heeft weten te redden. Het weigeren zelfs van sleepdienst en het stil wegsluipen in de duisternis, waardoor vaststel ling der indentiteit van den onder zeeër onmogelijk werd, werpen op dit bedrijf een afschuwelijk licht. Het is te hopen, dat het reeds dooi de Duitsche regeering gelaste onder zoek de verantwoordelijkheid voor de afkeurenswaardige daad ook harer zijds zal weten vast te stellen, en dat door een loyale vergoeding want buiten kijf was geen contrabande aan boord der „Katwijk" de goede nabuurschap behouden blijven met ons volk, dat in zoo allermoeilijkste omstandigheden voortdurend blijk geeft van zoo correcte handhaving zijner onzijdigheid. Het Handelblad wordt door eenige lezers aangevallen over zijn bespreking van het geval van do „Katwijk", en wel met betrekking tot het feit dat het blad als vanzelf sprekend aan neemt, dat het torpedeeren van het schip het werk was van een Duitsche duikboot. Het blad antwoord op deze aan vallen als volgt. Wij staan er zóó voorer Is maar één natie, die verklaard heeft han- schepen op het vermoeden dat zij Engelsche schepen zyn of contrabande vervoeren, te zullen vernietigen; er is maar ééne natie, die schepen zonder onderzoek en ODgeacht de gevaren voor de op varenden, torpedeerd, die meent, dat dit haar ten goede .komt! Van die ééne natie is in de onmiddelljke na bijheid van de „Katwyk", kort vóór het schip werd getroffen, van het lichtschip een duikboot gezien en even daarna wordt door een duikboot een Engelsch wellicht, gij Sau- lussen? - in de nabijheid een Engelsch schip de „Ptarmigan", getorpedeerd. In deze omstandigheden durven w(j wel zeggen, dat een Duitsche duik boot de euveldaad jegens de „Katwyk" bedreven heeft. Mocht de Duitsche regeering de beëedigde verklaringen en de journalen van alle duikboot commandanten overleggen en aldus aantoonen, dat de misdaad niet door een Duitsche boot bedreven was, dan zouden wij zeker het boetekleed aantrekken. Maar wjj zyn vast over tuigd, dat dit niet geshieden zal. Naar de N. Rott. Ct. verneemt was de „Katwijk" voor ongeveer de helft bij Duitsche maatschappijen tegen molest verzekerd; voor de andere helfc bij Nederlandsche, Engelsche, Fransche en Noordsche maatschap pijen. Het Nederlandsche aandeel in deze helft was nogal aanzienlijk, het Noordsche zeer gering. De „Ellispontos" getorpedeerd. Aan het Departement van Marine is bericht ontvangen, dat het Griek- scbe stoomschip „Ellispontos", het welk Zaterdag van IJmuiden is ver trokken naar Montevideo, in de Noord zee is getorpilleerd. De bemanning, sterk 21 koppen en de Nederlandsche loods, hebben zich kunnen reden op het lichtschip „Noord-Hinder" en werden Zondagochtend opgehaald door het vaartuig van het loodswezen. (Het s.s. „Elispontos", groot 2989 br. tons, gebouwd in 1906, behoorde aan de National Steam Nav. Co. Ltd. of Greece, te Andros. Men meldt uit Vlissingen: De bemanning van het Grieksche stoomschip „Ellispontos" kwam gis termiddag alhier aan. Volgens de ver klaring der bemanning werd het schip Zaterdag te 4.10 namiddag, toen het vijf mijl westwaarts van den Noordhinder voer, zonder eenige voorafgaande waarschuwing door een onderzeeër aangevallen en werd het van zeer korten afstand ruim twee maal getroffen. Ongeveer een uur later, toen de bemanning nog met de booten in de nabijheid van het schip dreef, werd er een tweede tor pedo op afgeschoten en zonk het binnen een half uur weg. De eerste aanval had allen in de booten ge dreven; ook de kapitein, die ernstig aan het hoofd gewond was, had daarin plaats genomen, alleen de scheepspa pieren en een hondje waren gered. De kapitein, Michael Artemmis, werd bij zijn aankomst alhier direct naar het Roomsch Katholieke zieken huis overgebracht. De bemanning wachtte hier de komst van den Griekschen consul af. De onderzeeër had geon enkele poging tot hulp bieden gedaan. Nader werd uit Vlissingen gemeld De kapitein is gisteravond geope reerd zijn toestand is zeer ernstig. Een klinknagel was hem in het hoofd gedrongen, het slaapbeen werd ver brijzeld en het Ijzer drong tot de her senen door. Vlissingen, 13 April. De bemanning van de Ellispontos bestond uit den kapitein en 23 man. Het schip hafl geen lading. De duikboot was van boord al' op een afstand gezien, later zag men alleen de periscoop, waarop het schip plotseling getorpedeerd Dultsohe splonnage In Zeeland. De oorlogscorrespondent M. van „De Tijd" meldt d.d. 15 April van de grenzen De laatste dagen wordt in de bladen veel geschreven over het Duitsche stoomschip „Main", dat sedert het uitbreken van den oorlog in Vlissingen heeft gelegen en deze week naar Antwerpen is vertrokken. Reeds lang was ik op de hoogte van feiten, die nu openlijk in de bladen geschreven worden, doch ik achtte het beter, voorloopig daarover niet te schrijven. Thans is hiervoor geen reden meer. In een onzer grensplaatsen maakte ik voor het eerst kennis met iemand van de „Main" en wel geheel onwille keurig. In zat in een café van bedoelde plaats, waar ik gelogeerd had, toen 's morgens 9 uur een groote zware man kwam binnenstappen, op een stoel nederviel en niets anders zeide dan„Bier"! Het glas werd in één teug geledigd en weer klonk hot bot af: „Bier". Dat ging zoo in een paar minuten tot driemaal toe. De manier, waarop de man het „bier" uitsprak (en uitdronk, 's morgens om 9 uur) deed me vermoeden, dat Ik met een Duitscber te doen had, waarom ik trachtte een praatje met hem te maken; maar aanvankelyk kreeg ik geen ander antwoord dan Joa joajoa jé jé I" en „Nei neineinééHij trachtte wanhopig een NederlandBch accent te doen hooren„O" zei ik toen in zijn landstaal, „ge zijt een Duitscher" en toen wist hij niet beter te doen, dan zulks maar toe te geven. Na zich verzekerd te hebben, dat ik geen Belg, maar Nederlander was, vroeg hij me allerlei inlichtingen over Vlissingen, Sluis, hoeveel soldaten er In die plaats waren enz., waarop ik hem quasi heel getrouw antwoordde. In den loop van het gesprek gaf hij me dén eens op van Vlissingen te komen, dén weer van Schoondijke en wéér een andere maal van IJzen- dtfke. Toen ik genoeg wist, kneep ik er stil tusschen uit en ging den plaatse lijken commandant waarschuwen, dien ik te laat vond, om den man nog ter plaatse zelve te doen aanhouden. Ilr.was evenwel to weten gekomen, waarheen hij gegaan was en zoodoende werd hij na een telephonische waar schuwing van bovenbedoelden kapi tein in Vlissingen aangehouden, terwijl hy daar van de boot stapte. Een correspondentiebureau meldde toen uit Vlissingen aan de bladen, dat de aangehoudene een officier van de „Main" was, hetgeen ik vóór dien tijd niet wist. Weer een paar dagen later vernam ik, dat op de „Main" een Hollandsche militaire post was geplaatst en op het schip een inrichting voor draad- looze telegrafie was ontdekt, iets waarover ik meer bijzonderheden keu, die ik niet kan mededeelen. Het gebeurde met die installatie voor draadlooze telegrafie is aan meerderen bekend, en in ruimen kring vindt men het hoogst zonderling, dat aan de „Main" ia toegestaan naar Antwerpen te vertrekken. Een nadere uitlegging hierover door de autoriteiten 20U misnoegen en wantrouwen bij velen Kommandanteur direct telephonisch moest worden verwittigd, zoodra de bezitter van den pas zich aan de grensposten had vervoegd. Het pas poort is in handen van onze militairen gebleven en de man uit hot in staat van oorlog verklaarde gebied gezet. Dit zijn slechts eenige staaltjes van de Duitsche spionnage langs de grenzen, maar zoo zouden er nog zoo veel gegeven kunnen worden. Beschikbaarstelling van levensmiddelen. Naar aanleiding van do bekende circulaire van Minister van Landbouw Nijverheid en Handel, is door het gemeentebestuur van Zaandam ge antwoord, dat de toestand der ge- meentefinanciën het volstrekt on mogelijk maakt de kosten voort vloeiende uit de beschikbaarstelling van levensmiddelen voor rekening der gemeente te nemen. B. 8n W. van Zaandam achten het bovendien ook beter dat het Ryk die kosten voor zijn rekening neemt, omdat de hier bedoelde voorziening niet van plaatselijk maar van alge meen belang is, die naar hel oordeel van dat college ten goede zou moeten komen aan alle ingezetenen van het Rijk voor zoover zij wenschen er van te genieten, te meer, omdat een een juiste uitvoering van het begrip on- en minvermogend in de practljk noodwendig op allerlei moeilijkheden moeten stuiten in verband met de verschillende provinciale en plaatse lijke toestanden. Steenkolen voor de stoomtrawlers te IJmuiden. In de Zaterdagmiddag gehouden vergadering van reeders, werd na langdurige discussie het volgende be sluit genomen„De vergadering, haar vertrouwen uitsprekende in do com missie, wacht het resultaat af van de stappen, die door de commissie gedaan zijn en waarop nog geon ant woord is ontvangen." Verder wérd medegedeeld, dat van een contract van maand tot maand moest afgezien worden, omdat zulks slechts tegen nog verhoogde prijzen kon worden afgesloten. De Maatschap pij tot Beheer van Stoomtrawlers en andere Visschersvaartuigen, die het beheer voert over 14 stoomtrawlers, heeft zich naar gemeld werd, uit de vereeniging van reeders terugge trokken en tegen de hoogere kolon- prljzen gecontracteerd. Over do voorstellen van „time charteren", is men nog niet tot een beslissing gekomen. Voorloopig blijven dus de schepen der reeders, aangesloten bij de Ver eeniging stilliggen. Van betrouwbare zyde werd ons medegedeeld, dat de commissie uit de reeders haar be moeiingen ook uitstrekt tot pogingen om kolen te verkrijgen buiten het kolenbureau van het K. N. S. Comité om. Kweek8ohool voor de Zeevaart. Aan deze instelling werden benoemd tot eerste officieren leeraar in de Practische Zeevaartkunde de heer J. Oderwald, gezagvoerder van het s.s. "Mecklenburg„ der Stoomvaartmaat schappij "Zeeland„ en de heer J. W. van den Berg, le officier van het s.s. Megresz" der Nieveldt Goudriaan'B Stoomvaartmaatschappij. Da moord ta Roosendaal. Het tweede slachtoffer van den moord te Roosendaal, de heer J. Th. Vermeulen, is Zaterdag overleden. Aan de Hollandsche grenzen is onlangs een Belgische loods uit Vlissingen aangehouden. Hij werd in het bezit gevonden van een Duitsch paspoort van den commandant van Westcapelle, waarop stond, dat de bezitter van den pas vrij doorgelaten moest worden, dat hem alle faciliteiten moesten worden verleend, en dat de Ingezonden Mededeeling. Urinekwalen. Een der voornaamste verschijnselen tot het herkennen van aandoeningen der nieren en blaas levert ons de ver andering in het uitzicht der urine. Het waterkan troebel zijn, donkergekleurd, en bij staan een bezinksel achterlaten, hetzij wit of rood (gelijkend op stof van baksteen). Deze verschijnselen wijzen op overvloed van urinezuur in het bloed en vormen de oorzaak van rheumatiek, jicht, niersteen. O ver vloedige uriueafacheidin g, urine helder als water, schuimend, eiwit houdend, wijzen op aandoeningen der nieren, welke reeds ver gevorderd kunnen zijn. Voortdurende aandrang, vooral 'b nachts, met branderig gevoel, wijst op aandoeningen der blaas en urine- leiders. Ook kan druppelsgewijze loozing en zelfs verstopping der urine optreden, en de urine kan bloed be vatten, zand of steentjes. Alle bovengenoemde verschijnselen duiden ernstige ziekten der nieren en blaas aan, niet alleen door de ellende, die zij met zich breDgen, doch ook door hetgeen u verder te wachten staat. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een speciaal geneesmiddel voor deze kwalen. Zy bewerken, dat de nieren de urinestof, het urinezuur en het overtollige water uit hot bloed af voeren, horstellen zoodoende de ge regelde urineloozing en nemen den oorsprong van uw ziekte weg. Te Den Helder verkrijgbaar by de Fa. De Bie—Biersteker, Keizerstr. 93. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, wei gert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (50)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1