HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4455
DINSDAG 20 APRIL 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 05 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Teiefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 CBnt.
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bowljs-exemplaar 2J cent.
DE OORLOG.
De officieels iegerberichten van
16, 17 en 18 April.
Het Fransche communiqué van den
16en meldt dat de vliegers 40 bom
men hebben geworpen op de elec-
triscbe centrale van Maizières, welke
de stad Metz van licht en kracht
voorziet. Na den aanslag stegen dikke
rookwolken omhoog, zoodat men aan
kan nemen dat de aanslag gelukt is.
Hoewel de vliegers door de forten
van Metz 'hevig beschoten werden,
zijn zy alle ongedeerd teruggekeerd.
Op hun terugtocht dwongen zij nog
drie Duitsche vliegtuigen tot dalen.
Ook de aanslag op de kruitfabrieken
te ïtottweil moet geslaagd zijn. Zware
rookwolken en vlammen sloegen uit
het gebouw op. Verder werden door
vliegers bommen geworpen op de
spoorwegwerkplaatsen van Leopolds-
höhe (in Baden).
Van het gevechtsterrein wordt ge
meld, dat de Üuitsehera drie tegen
aanvallen deden bij Notre Dame de
Lorette en een bij Eparges. Alle aan
vallen werden afgeslagen. Drie vijan
delijke batterijen in het boseh van
Mort-Mare werden tot zwijgen ge
bracht.
Er is thans ook eene verklaring
voor de schijnbare tegenstrijdigheid
der Duitsche en Fransche berichten
betreffende de stelling bij Eparges,
welke volgens de Fransche berichten
door hen veroverd was, en volgens
de Duitsche berichten nog steeds in
Duitsche handen was.
Er moet hier namelijk onderscheid
gemaakt worden tusschen de heuvels
van Eparges en de hoogte van Cora-
bres. Het komt dus hierop neer dat
de Franschen de heuvel thans in
hun bezit hebbeD, uitgezonderd de
hoogte van Oombres, welke volgens
het Fransche bericht als een eiland
is geworden, bestreken door het vuur
der mitrailleurs te Eparges en St.
Romy.
Het Duitsche bericht zegt wel dat
de heuvels van Eparges nooit in
Duitsche handen geweest zijo, maar
dan kan het zóó geweest zijn dat
het een strook grond gold, waarvan
beide partijen zich niet meester kon
den maken en die thans in Fransch
bezit is. Bovendien wordt in het
Fransche bericht de opmerking ge
maakt, dat de Duitschers vroeger
van af de hoogte op de Fransche
loopgraven neerzagen, en dat thans
de Franschen op de Duitsche loop
graven neerzien. Ea dat is toch ook
nog een belangrijk punt van verschil.
Het Fransche bericht van den 18en
maakt melding van het afslaan van
drie tegenaanvallen der Duitschers
bij Notre Dame de Lorette. Verder
wordt ovor het doen springen der
Fransche stellingen bij Perthes ge
zegd, dat de Duitschers twee mijnen
lieten springen in de nabijheid van
Fransche loopgraven. De daardoor
ontstane kuilen werden door de Duit
schers bezet. De Franschen verdreven
hen echter direct uit een van deze,
terwijl de andere in Duitsche handen
bleef.
Ten N. van Le Mesnil werd een
aanval afgeslagen.
Een aanval op de Fransche stel
lingen by Orbey (Vogezen) door een
bataljon Duitsche infanterie, werd
onder zware verliezen afgeslagen.
30 Duitschers werden gevangen ge
nomen. Aan de oevers van de Fecht
gingen de Franschen vooruit.
Het Duitsche legerberiebt van den
17en bevestigd het bericht van Fran
sche zijde betreffende de hoogte van
Notre Dame de Lorette. In het bericht
wordt medegedeeld, dat de Duitschers
een klein steunpunt tér breedte van
60 M. en ter diepte van 50 M. ver
loren hebbeu. In Champagne werden
een aantal verdedigingswerken der
Franschen bij Perthes, na te zijn op
geblazen, door de Duitschers stormen
derhand genomen. Fransche tegen
aanvallen mislukten.
Bij Flirey, tusschen Maas en Moezel,
hebben de Franschen herhaaldelijk
aanvallen gedaan welke echter alle
afgeslagen werden. Overigens werden
op dit gedeelte van het gevechtsterrein
slechts artillerie-gevechten geleverd.
By Urbeis, in de Vogezen, namen
de Duitschers een vijandelijke stelling.
Deze werd echter weer ontruimd,
omdat ze ongunstig gelegen was.
Verder wordt medegedeeld dat een
Fransch luchtschip Straatsburg met
bommen heeft bestookt. Slechts
werden eenige burgers gedood, terwijl
de stoffelijke schade gering was.
Een Duitsch vliegtuig heeft bommen
op Calais en op Greenwich (bij Londen)
geworpen.
Het Duitsche bericht van den 18en
meldt, dat de Engelschen ten N. van
het kanaal van Yperen een stuk van
de Duitsche stelling in den lucht
deden springen. Zij konden de Duit
sche stelling echter niet vermeesteren.
Wel bezetten zij eenige door de ont
ploffing gemaakte kuilen, om welker
bezit nog gevochten wordt,
Ia de Vogezen zijn de voorposten ten
Z.W. van Metzeral voor de Franschen
teruggetrokken. Bij Stossweiler daar
entegen werd een vooruitgeschoven
Fransche stelling vermeesterd.
Van het O o s t e 1 ij k front.
Volgens het Duitsche legerbericht
van 17 dezer is de toestand onver
anderd.
Het Oostenrljksche bericht geeft
dit ook aan, en vermeld tevens, dat
in de Bosch Kqrpathen, waar de Rus
sen opnieuw hevige aanvallen deden,
1290 man gevangen genomen werden.
Op het overige front was het rus
tig, uitgezonderd eenige artillerie
gevechten in Z. O. Gallicie en in de
Boekowina.
Het Russische bericht van den 17en
meldt dat de operaties in de Karpa-
then zich voornamelijk bepaalden tot
het front tusschen de dorpen Telepocza
en Zuella, waar na verbitterde ge
vechten de stellingen van den vijand
door de Russen genomen werden.
Hierbij maakten de Russen 1140 man
krijgsgevangen en veroverden zij drie
machinegeweren.Tegenaan vallen wer
den onder zware verliezen afgeslagen.
In de richting van Strijj werden
opuieuw alle aanvallen afgeslagen.
Overigens is de toestand onver
anderd. In Noord-Polen, bij Kalwarja
en Mariampol word een verhoogde
bedrijvigheid der Duitsche voorhoede
waargenomen.
Aan de Dardanellen blijft het tot
nog toe betrekkelijk rustig. Van Turk-
sche zijde wordt gemeld, datEngelsche
oorlogsschepen vanuit de baai van
Saros de Turksche batterijen bescho
ten. De „Majostic" werd getroffen,
waarop een ander Engelsch slagschip,
de „Swiftsure" de beschieting voort
zette.
Een poging van torpedobooten om
in de Dardanellen door te dringen
werd verijdeld.
Op het schiereiland Sinaï werden
door een Fransch oorlogsschip de
Turksche verdedigingswerken en
troepen te El Arisj beschoten.
Aan de Perzische golf verliepen
de gevechten gunstig voor de Engel
schen. In het gevecht van den Hen
werden 200 Turken gevangen geno
men en vele machinegeweren ver
meesterd. De Turken lieten op hunnen
overhaasten terugtocht groote hoe
veelheden tenten, uitrustingstukken,
voorraden en munitie achter, o.a.
700.000geweerpatronen, en 450kisten
artillorie-projectielen.
Een Turksch bericht erkend dat
de troepen moesten terugtrekken voor
de Eogelschen daar deze versterking
ontvingen.
Te Berlijn is thans een bericht
ontvangen uit Duitsch Oost-Afrika,
bijzonderheden meldende over ge
vechten op 18 en 19Januari.
De Engelschen waren in dit gevecht
(by Jassiné) verslagen. Zjj verloren
700 man, 350 geweren, 1 mitrailleur,
2 rijdieren en 60000 patronen. Yier
compagnieën werden gevangen ge
nomen.
Een batterij in gevaar I
Wij liepen groot gevaar krijgsge
vangenen te worden gemaakt, zoo
vertelt een Fransche stukrijder
in een brief aan zijn ouders, want
het was onmogelijk onder zulk vuur
de spannen op te halen. Ik verzeker
u, dat wo geen pleizier hadden. Aan
gezien we de paarden niet naar de
stukken konden brengen, bebben we
zelf de kanonnen weggesleept en naai
de paarden gebracht. Sapristi, dat
was een warm werkje i Vooral om
dat we ook onze gewonden moesten
meenemen, en dat waren er zoo en
kelen.
Eindelijk hadden we opgelegd en
daar gingen we naar de eenige plek,
waar wo de rivier over konden. Maar
de Duitschers bepoeierden den oprit
en do brug, dat het zoo'n aard had.
Van een leuning was niets meer te
zien wij verloren heel wat men-
schen en ook veel paarden. Maar we
kwamen er over! En juist op tijd:
de laatste caisson was nauwelijks op
den anderen oever of een groot ge
deelte van de brug stortte in. Ik
was mijn paard kwijt en verloor mijn
afdeeling in een dorp, dat door den
vijand met zwaar geschut werd ge
bombardeerd. Vrouwen, kinderen,
allen liepen schreeuwend en gillend
door elkaar en klemden zich aan mij
vast alsof ik ze helpen kon. En steeds
maar sloegen de „marmites" in en
rechts en links werden de menschen
getroffen en vaneengescheurd.
Na eenigen tijd hield de beschieting
opik begreep, dat de Duitschers
thans zouden stormloopenik wist
niet in welke richting te vluchten
(het was nacht), toen ik plotseling
vlak bij me 'n Franschen hoorn
boorde, die den aanval blies-op het
zelfde oogenblik verscheen een ba
taljon jagers om den hoek van een
straat, in den looppas, met de ba
jonet op het geweer. Kranige kerels
- zij stuitten op de Duitsche in
fanterie in de kom van het dorp
ze vochten in de straten, in de huizen
en kelders. Daar klonken vlak achter
elkaar vier scherpe knalleneen bat
terij van 75 gaf vuur af. Het was
.mijn afdeeling, die haar stukken in
batterij had gebracht. Zoo snel als
mijn voeten mij konden dragen,
snelde ik in de richting vanwaar de
schoten kwamen en weldra had ik
me gemeld.
Het was een fantastisch gezicht,
die verwoede strijd in den nacht, bij
het schijnsel der vlammen van twee
dorpen. Onafgebroken vlogen onze
granaten door de luchtin twee uur
tljds verschoten wij 4000 projectielen.
Plotseling klonk de Marseillaise, ter
wijl de hoorns van drie regimenten
een razenden stormaanval bliezen.
Uit onze stelling konden wy uit
stekend het slagveld overziennooit
zal ik dat schouwspel vergeten van
die duizenden roodbroeken, die daar
in het roode schijnsel d6r vlammen
in gesloten gelederen, als een gewel
dige massa, in stormpas voorwaarts
rukten, zonder een schot te lossen.
Het kanongebulder hield op, men
hoorde niets anders dan het geloei
der vlammen, het gestamp der tal-
looze voeten en het meesleepende
signaal tot den stormaanval. -In adem-
looze spanning zagen wij toe, gebogen
over onze stukkendaar naderden
de voorste compagnieën het dorp, nog
een paar honderd meter, dan brand
den de Duitsche solvo's los maat
hot volgende oogenblik ook begint
de bajonet het werk. Na eenigen
tijd zwijgt het stormsignaal en on
middellijk daarop klinkt de hulpkreet
uit de hoorns„au drapeau, au dra-
peaueen vaandel, een Fransch
vaandel is verloren gegaan. De trom
petters blazen de „Marseillaise",
steeds gillen de hoorns het „au dra
peau" en na eeuige minuten, die
ons zoovele uren lijken, klinkt weer
het stormsignaalhet vaandel is her
overd. Een donderend gejuich gaat op
uit de batterij en als razenden vuren
wij op den vluchtenden vijand.
Gij kent de Marseillaise slechts van
officieele gelegenheden, bij prijsuit-
deelingen en dergelijke festiviteiten.
Maar dan kent ge het lied nietdaar
voor moet men die klanken gehoord
hebben zooals ik ze gehoord heb
als bet bloed vloeit en het vaandel
en do batterij zijn in gevaarNimmer
zal ik dien vreeselijken, maar toch
ook schoonen nacht vergeten.
Op Zee.
De „E 15".
Londen, 18 April. Het Persbureau
berichtDe Engelsche onderzeeër
„E 15" is bij een moeilijke verken
ning van het mijnenveld bij Kephez
in de Dardanellen aan de rotspunt
van Kephez op hot strand geloopen.
De officieren en 21 man van de
equipage werden volgens een Turk
sch communiqué gered en krijgsge
vangen hemaakt.
Engelsch transportschip
aangevallen.
Londen, 17 April. De Admiraliteit
berichtHet transportschip "Maniton„
dat Engelsche troepen overbracht,
werd hedenochtend in de Egëïsche
Zeo aangevallen door een Turksche
torpedoboot. Deze lanceerde drie
torpedos, die alle misten. Toen ging
zo op de vlucht en werd achtervolgd
door den Britschen kruiser „Minerva"
en toi'pedovernielers, tot zij op hot
strand van Chios liep en daar ver
nield werd.
De bemanning werd krijsgevangen
gemaakt.
Naar bericht wordt, zijn ongeveer
100 man van het transportschip ver
dronken. Nadere bijzonderheden ont
breken.
De „Ptarmlgan".
Uit de mededeeliDgen van de ge
redde bemanning blijkt datde„Ptar-
migaq" van Rotterdam naar Londen,
's morgens tegen halfzeven werd ge
torpedeerd, (vermoedelijk door dezelf
de duikboot die ook de „Katwijk"in
den grond boorde). De eerslo stuur
man ontdekte het eerst de duikboot
en onmiddellijk gaf de kapitein last
de booten uit te zetten. Dat geschied
de maar door een ongeval kantelde
de eerste reddingboot. Terwijl de be
manning die hierin had plaats ge'
nomen nog met de golven, worstelde
W6rd door de duikboot een torpedo
afgevuurd en een hevige ontploffing
volgde. Do bemanning die zich nog
op het schip bevond snelde naar de
tweede reddingboot. Intusschen was
men er in geslaagd de eerste red
dingboot weer op te richten en ver
schillende der drenkelingen klem
den zich hieraan vast en slaag
den er in zich te redden. Binnen
korten tijd ging het schip zelf te
gronde. De aanval had zonder eenige
waarschuwing plaats gehad.
Represaille-maatregelen.
Halle a/d Saaie, 17 April. Als re
presaillemaatregel tegen de behande
ling van de zeelieden der Duitsche
U-booten in Engeland werden, uit
het officiersgevangenkamp, tien En
gelsche officieren naar Maagdenburg
gebracht. Onder hen bevindt zich de
zoon van een vroegeren Engelschen
gezant te Berlijn.
Tegenmaatregel.
Volgens een Reuterbericht uit Parijs
heeft de heer Le Guales de Mizauban,
voorzitter van de Vereeniging van
Eigenaars van Schepen, den Franschen
minister van marine voorgesteld, om
ieder schip van de bondgenooten,
door een Duitsche duikboot tot zinken
gebracht, te vervangen door een
Duitsch schip van overeenkomende
grootte, genomen uit de 278, die in
Fransche havens worden vastgehou
den. Zoodoende zouden de scheeps
eigenaars te Hamburg cn Bremen de
kosten van deze soort van oorlog
voeren moeten betalen en misschien
den Duitschen keizer overhalen er
een einde aan te maken. De minister
zou het plan overwegen, maar moest
eerst met de Engelsche regeering
overleg plegen.
Uit Frankrijk.
Parijs, 18 April. De Duitsche nieuws
agentschappen trachtten met alle
middelen in het buitenland een be-
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heerenmode-Artikelen.
Gemaakte klesding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
weging voor den vrede in het leven
te roepen. Hun propaganda strekt
zich uit. tot bij den tegenstander in
den vorm van correspondenties, onder
couvert toegezonden door agenten in
de onzijdige landen. Omdat Duitsch-
land, dank zij zijn toebereidselen tot
dezen oorlog, dien het van te voren
beraamd had, zijn strijdmacht voor
een deel op het gebied van zijn tegen
standers kon plaatsen, zegt het over
winnaar te zijn, maar voor het oogen
blik moet het in Noord-Frankrijk,
Champagne, Woëvre, in de Karpa-
then terrein afstaan zonder dat het
iets van het Le voren aangekondigde
Parijs, Calais, Warschau bereikt heeft.
In waarheid zou Duitschland den
vrede willen omdat het in militair,
financieel en ecomisch opzicht de
grens van zijn krachten bereikt heeft.
Zoolang het aan de eindzegepraal
geloofde, bekommerde het zich weini*
om het verlies aan menschenlevens.
Thans laat het zijn dagbladen en
agenten zeggen, dat het oogenblik
gekomen schijnt om over vrede te
spreken, ten einde den vrede te ver
krijgen, dien Duitschland zou wen-
sctien. Maar Duitschland was nimmer
in staat en zal nimmer in staat zijn
zijn voorwaarden op te leggen aan
zijn tegenstanders. In zijn onlangs in
het Trocadéro te Parijs uitgesproken
redevoering heeft Viviani, de mi
nister-president, gezegd, dat Frank
rijk zal vochten zoolang er gevochten
moet worden. Het zal, in samenwer
king met zijn bondgenooten, de moge
lijkheid van een vrede niet eerder over
wegen dat nadat het met hen den
aanrander uit België verdreven, zelf
de eenheid van het eigen grondgebied
hersteld en met de bondgenooten het
Pruisische militairisme geknakt en
aldus Europa bevrijd zal hebben.
Nadert de oorlog haar einde
De correspondent., van „De Tijd"
te Keulen schrijft:
„Er wordt in den jongsten tijd meer
in de pers toegelaten dan de censuur
nog eenigen tijd geleden raadzaam
achtte. Alleen de provinciale pers
geeft zich nog over aan de bekende
uitingen van haat tegen Engeland.
In conservatieve kringen moedigt
men echter een verzoenende stem
ming jegens Engeland aan, daar het
toch vroeg of laat met dat land tot
een vrede moet komen, die gebruikt
zal worden om Rusland in toom te
houden.
Aan het bezet houden van België
na den oorlog wordt in geen bevoegde
kringen ernstig gedacht, al wacht
men zich zorgvuldig, deze gedachte
uit te spreken. Eer wij echter enkele
weken verder zijn, kan men op dit
punt verrassende mededeelingen te
gemoet zien. Het schijnt, dat men
zich eerst thans in het buitenland
ernstig rekening begint te geven van
de houding, wolke Duitschland van
den beginne af heeft aangenomen en
waarop het telkens den nadruk heefc
gelegd Het Duitsche Rijk ondernam
den hem opgedrongen oorlog niet uit
veroveringszucht, doch slechts uit
afweer en ter bescherming van zijn
nationaal bestaaD. Zoodra dit bestaan
aan het Duitsche Rijk en zijn kolo
niön duurzaam wordt gewaarborgd,
kan het oorlogsdoel als bereikt wor
den beschouwd"'.
Een vrije uitweg naar zee.
Portland (Marine), 18 April. Deru-
burg verklaarde in een schry ven, dat
op een meeting alhier werd voorge
lezen, dat een vrije uitweg naar de
zee door België ten behoeve van den
Duitschen handel een duurzamen
vrede zou verzekeren.
De Keizer had niet gestreefd naar
uitbreiding van grondgebied, maar
de Duitsche nijverheid heeft behoefte
aan groote vrijheid van beweging.
Oorlogskinderen.
Iq Engeland doet zich thans ook het
vraagstuk van oorlogskinderen voor.
In streken, waar vee) troepen zijn
ingekwartierd, zullen tal van onge
huwde meisjes eerlang moeder wor
den. Het parlementslid Ronald Mac
Neill, die een beweging op touw heeft
gezet, om deze aanstaande moeders
en kinderen „schande te besparen",
noemt een geval van een district,
waar meer dan 2030 zulke aanstaande
moeders zijn. Men moet dit als een
oorlogsprobleem behandelen, meent
hij, en hij heeft duizenden brieven
van instemming ontvangen. Hoe hij
het vraagstuk wil oplossen, weet hij
nog niet, doch hij vertrouwt'een weg
te zullen vinden.
BINNENLAND.
Het torpedeeren van de
„Katwijk".
Wy laten hieronder nog eenige
persstemmen volgen over het torpe
deeren van de „Katwijk".
Onder het opschrift „Steeds ern
stiger", zegt de cfriestar schrijver van
„De Standaard":
Wat nu met de „Katwijk" voorviel,
gaat wat we dusver op zee onder
gingen, verre te boven. Verder kan
het bijna niet gaan, of het werd een
rechtstreeksche oorlogsdaad in vollen
vrede.
Een onderzeeër, die zich niet aan
meldt. Een onderzeeër, die er zelfs
niet naar omziet of er ook schip
breukelingen te redden zijn. En dit
alles anoniem. Zonder de eerbiediging
van eenigen den minsten vorm. Het
is kortweg geen daad van oorlog
voering meer, maar van barbaarsche
overweldiging.
Een daad hier te erger, daar het
een schip gold, door onze regeering
gecharterd. Een schip, dat niet aan
het leveren van levensvoorraad aan
Engeland of Frankrijk dacht. Men
verstaat 't niet, en men begrijpt 't
niet. En de inlichtingen uit Berlijn
zullen wel zeer voldoende en over
tuigend moeten zijn, om den fatalen
indruk van deze roekelooze daad weg
te nemen.
Men verstaat schier niet, wat hier
aanleiding of beweegreden kan ge
weest zijn.
En mocht blijken, dat de luitenant
van de duikboot op eigen gezag en
pure willekeur handelde, dan hopen
we ten zeerste, dat men te Berlijn
deze zeeheld niet sparen zal.
Het „N v. d. D." zegt, dat hier
meer aangerand werd dan een mate-
ieel belangonze vlag werd gesmaad
en Nederlandsche menschenlevens
bleven slechts door een gelukkig
toeval gespaard, zonder dat een hand
tot redding werd uitgestoken.
De openbare meening is geprikkeld,
en met recht, want het aantal inci
denten is in de laatste maanden
zoozeer gestegen en de afwikkeling
gaat zoo schoorvoetend, dat vanzelf
de achterdochtige vraag ontstaat of
de gedragslijn der met ons bevriende
Duitsche regeering niet veranderd is.
Een vraag derhalve van de Neder
landsche regeering aan die te Berlijn
om een onomwonden verklaring
omtrent de toekomstige gedragslijn
tegenover onze handelsvloot schynt
thans de aangewezen weg.
„De Tijd" uit zich o.m. als volgt:
Men heeft hier te doen met een
oorlogsbedrijf van een akelige soort;
dat het geen menschenlevens heeft
gekost, i3 niet te danken aan den
aanvaller, maar de rapheid der be
manning van de „Katwijk" zelf, die
zich op eigen gelegenheid heeft
weten te redden. Het weigeren zelfs
van sleepdienst en het stil wegsluipen
in de duisternis, waardoor vaststel
ling der indentiteit van den onder
zeeër onmogelijk werd, werpen op
dit bedrijf een afschuwelijk licht.
Het is te hopen, dat het reeds dooi
de Duitsche regeering gelaste onder
zoek de verantwoordelijkheid voor de
afkeurenswaardige daad ook harer
zijds zal weten vast te stellen, en
dat door een loyale vergoeding
want buiten kijf was geen contrabande
aan boord der „Katwijk" de goede
nabuurschap behouden blijven met
ons volk, dat in zoo allermoeilijkste
omstandigheden voortdurend blijk
geeft van zoo correcte handhaving
zijner onzijdigheid.
Het Handelblad wordt door eenige
lezers aangevallen over zijn bespreking
van het geval van do „Katwijk", en
wel met betrekking tot het feit dat
het blad als vanzelf sprekend aan
neemt, dat het torpedeeren van het
schip het werk was van een Duitsche
duikboot.
Het blad antwoord op deze aan
vallen als volgt.
Wij staan er zóó voorer Is maar
één natie, die verklaard heeft han-
schepen op het vermoeden
dat zij Engelsche schepen zyn of
contrabande vervoeren, te zullen
vernietigen; er is maar ééne natie,
die schepen zonder onderzoek en
ODgeacht de gevaren voor de op
varenden, torpedeerd, die meent, dat
dit haar ten goede .komt! Van die
ééne natie is in de onmiddelljke na
bijheid van de „Katwyk", kort vóór
het schip werd getroffen, van het
lichtschip een duikboot gezien en
even daarna wordt door een duikboot
een Engelsch wellicht, gij Sau-
lussen? - in de nabijheid een
Engelsch schip de „Ptarmigan",
getorpedeerd.
In deze omstandigheden durven w(j
wel zeggen, dat een Duitsche duik
boot de euveldaad jegens de „Katwyk"
bedreven heeft. Mocht de Duitsche
regeering de beëedigde verklaringen
en de journalen van alle duikboot
commandanten overleggen en aldus
aantoonen, dat de misdaad niet door
een Duitsche boot bedreven was, dan
zouden wij zeker het boetekleed
aantrekken. Maar wjj zyn vast over
tuigd, dat dit niet geshieden zal.
Naar de N. Rott. Ct. verneemt was
de „Katwijk" voor ongeveer de helft
bij Duitsche maatschappijen tegen
molest verzekerd; voor de andere
helfc bij Nederlandsche, Engelsche,
Fransche en Noordsche maatschap
pijen. Het Nederlandsche aandeel in
deze helft was nogal aanzienlijk, het
Noordsche zeer gering.
De „Ellispontos" getorpedeerd.
Aan het Departement van Marine
is bericht ontvangen, dat het Griek-
scbe stoomschip „Ellispontos", het
welk Zaterdag van IJmuiden is ver
trokken naar Montevideo, in de Noord
zee is getorpilleerd. De bemanning,
sterk 21 koppen en de Nederlandsche
loods, hebben zich kunnen reden op
het lichtschip „Noord-Hinder" en
werden Zondagochtend opgehaald
door het vaartuig van het loodswezen.
(Het s.s. „Elispontos", groot 2989
br. tons, gebouwd in 1906, behoorde
aan de National Steam Nav. Co. Ltd.
of Greece, te Andros.
Men meldt uit Vlissingen:
De bemanning van het Grieksche
stoomschip „Ellispontos" kwam gis
termiddag alhier aan. Volgens de ver
klaring der bemanning werd het
schip Zaterdag te 4.10 namiddag, toen
het vijf mijl westwaarts van den
Noordhinder voer, zonder eenige
voorafgaande waarschuwing door een
onderzeeër aangevallen en werd het
van zeer korten afstand ruim twee
maal getroffen. Ongeveer een uur
later, toen de bemanning nog met
de booten in de nabijheid van het
schip dreef, werd er een tweede tor
pedo op afgeschoten en zonk het
binnen een half uur weg. De eerste
aanval had allen in de booten ge
dreven; ook de kapitein, die ernstig
aan het hoofd gewond was, had daarin
plaats genomen, alleen de scheepspa
pieren en een hondje waren gered.
De kapitein, Michael Artemmis,
werd bij zijn aankomst alhier direct
naar het Roomsch Katholieke zieken
huis overgebracht.
De bemanning wachtte hier de
komst van den Griekschen consul af.
De onderzeeër had geon enkele
poging tot hulp bieden gedaan.
Nader werd uit Vlissingen gemeld
De kapitein is gisteravond geope
reerd zijn toestand is zeer ernstig.
Een klinknagel was hem in het hoofd
gedrongen, het slaapbeen werd ver
brijzeld en het Ijzer drong tot de her
senen door.
Vlissingen, 13 April. De bemanning
van de Ellispontos bestond uit den
kapitein en 23 man. Het schip hafl
geen lading. De duikboot was van
boord al' op een afstand gezien, later
zag men alleen de periscoop, waarop
het schip plotseling getorpedeerd
Dultsohe splonnage In Zeeland.
De oorlogscorrespondent M. van
„De Tijd" meldt d.d. 15 April van de
grenzen
De laatste dagen wordt in de bladen
veel geschreven over het Duitsche
stoomschip „Main", dat sedert het
uitbreken van den oorlog in Vlissingen
heeft gelegen en deze week naar
Antwerpen is vertrokken. Reeds lang
was ik op de hoogte van feiten, die
nu openlijk in de bladen geschreven
worden, doch ik achtte het beter,
voorloopig daarover niet te schrijven.
Thans is hiervoor geen reden meer.
In een onzer grensplaatsen maakte
ik voor het eerst kennis met iemand
van de „Main" en wel geheel onwille
keurig. In zat in een café van bedoelde
plaats, waar ik gelogeerd had, toen
's morgens 9 uur een groote zware
man kwam binnenstappen, op een
stoel nederviel en niets anders zeide
dan„Bier"! Het glas werd in één
teug geledigd en weer klonk hot bot af:
„Bier". Dat ging zoo in een paar
minuten tot driemaal toe. De manier,
waarop de man het „bier" uitsprak
(en uitdronk, 's morgens om 9 uur)
deed me vermoeden, dat Ik met een
Duitscber te doen had, waarom ik
trachtte een praatje met hem te
maken; maar aanvankelyk kreeg ik
geen ander antwoord dan Joa
joajoa jé jé I" en „Nei
neineinééHij trachtte
wanhopig een NederlandBch accent
te doen hooren„O" zei ik toen in
zijn landstaal, „ge zijt een Duitscher"
en toen wist hij niet beter te doen,
dan zulks maar toe te geven. Na
zich verzekerd te hebben, dat ik geen
Belg, maar Nederlander was, vroeg
hij me allerlei inlichtingen over
Vlissingen, Sluis, hoeveel soldaten er
In die plaats waren enz., waarop ik
hem quasi heel getrouw antwoordde.
In den loop van het gesprek gaf hij
me dén eens op van Vlissingen te
komen, dén weer van Schoondijke
en wéér een andere maal van IJzen-
dtfke. Toen ik genoeg wist, kneep ik
er stil tusschen uit en ging den plaatse
lijken commandant waarschuwen,
dien ik te laat vond, om den man nog
ter plaatse zelve te doen aanhouden.
Ilr.was evenwel to weten gekomen,
waarheen hij gegaan was en zoodoende
werd hij na een telephonische waar
schuwing van bovenbedoelden kapi
tein in Vlissingen aangehouden, terwijl
hy daar van de boot stapte. Een
correspondentiebureau meldde toen
uit Vlissingen aan de bladen, dat de
aangehoudene een officier van de
„Main" was, hetgeen ik vóór dien
tijd niet wist.
Weer een paar dagen later vernam
ik, dat op de „Main" een Hollandsche
militaire post was geplaatst en op
het schip een inrichting voor draad-
looze telegrafie was ontdekt, iets
waarover ik meer bijzonderheden keu,
die ik niet kan mededeelen. Het
gebeurde met die installatie voor
draadlooze telegrafie is aan meerderen
bekend, en in ruimen kring vindt men
het hoogst zonderling, dat aan de
„Main" ia toegestaan naar Antwerpen
te vertrekken. Een nadere uitlegging
hierover door de autoriteiten 20U
misnoegen en wantrouwen bij velen
Kommandanteur direct telephonisch
moest worden verwittigd, zoodra de
bezitter van den pas zich aan de
grensposten had vervoegd. Het pas
poort is in handen van onze militairen
gebleven en de man uit hot in staat
van oorlog verklaarde gebied gezet.
Dit zijn slechts eenige staaltjes van
de Duitsche spionnage langs de
grenzen, maar zoo zouden er nog zoo
veel gegeven kunnen worden.
Beschikbaarstelling van
levensmiddelen.
Naar aanleiding van do bekende
circulaire van Minister van Landbouw
Nijverheid en Handel, is door het
gemeentebestuur van Zaandam ge
antwoord, dat de toestand der ge-
meentefinanciën het volstrekt on
mogelijk maakt de kosten voort
vloeiende uit de beschikbaarstelling
van levensmiddelen voor rekening
der gemeente te nemen.
B. 8n W. van Zaandam achten het
bovendien ook beter dat het Ryk die
kosten voor zijn rekening neemt,
omdat de hier bedoelde voorziening
niet van plaatselijk maar van alge
meen belang is, die naar hel oordeel
van dat college ten goede zou moeten
komen aan alle ingezetenen van het
Rijk voor zoover zij wenschen er
van te genieten, te meer, omdat een
een juiste uitvoering van het begrip
on- en minvermogend in de practljk
noodwendig op allerlei moeilijkheden
moeten stuiten in verband met de
verschillende provinciale en plaatse
lijke toestanden.
Steenkolen voor de stoomtrawlers
te IJmuiden.
In de Zaterdagmiddag gehouden
vergadering van reeders, werd na
langdurige discussie het volgende be
sluit genomen„De vergadering, haar
vertrouwen uitsprekende in do com
missie, wacht het resultaat af van
de stappen, die door de commissie
gedaan zijn en waarop nog geon ant
woord is ontvangen."
Verder wérd medegedeeld, dat van
een contract van maand tot maand
moest afgezien worden, omdat zulks
slechts tegen nog verhoogde prijzen
kon worden afgesloten. De Maatschap
pij tot Beheer van Stoomtrawlers en
andere Visschersvaartuigen, die het
beheer voert over 14 stoomtrawlers,
heeft zich naar gemeld werd, uit de
vereeniging van reeders terugge
trokken en tegen de hoogere kolon-
prljzen gecontracteerd.
Over do voorstellen van „time
charteren", is men nog niet tot een
beslissing gekomen.
Voorloopig blijven dus de schepen
der reeders, aangesloten bij de Ver
eeniging stilliggen. Van betrouwbare
zyde werd ons medegedeeld, dat de
commissie uit de reeders haar be
moeiingen ook uitstrekt tot pogingen
om kolen te verkrijgen buiten het
kolenbureau van het K. N. S. Comité
om.
Kweek8ohool voor de Zeevaart.
Aan deze instelling werden benoemd
tot eerste officieren leeraar in de
Practische Zeevaartkunde de heer J.
Oderwald, gezagvoerder van het s.s.
"Mecklenburg„ der Stoomvaartmaat
schappij "Zeeland„ en de heer J. W.
van den Berg, le officier van het s.s.
Megresz" der Nieveldt Goudriaan'B
Stoomvaartmaatschappij.
Da moord ta Roosendaal.
Het tweede slachtoffer van den
moord te Roosendaal, de heer J. Th.
Vermeulen, is Zaterdag overleden.
Aan de Hollandsche grenzen is
onlangs een Belgische loods uit
Vlissingen aangehouden. Hij werd
in het bezit gevonden van een Duitsch
paspoort van den commandant van
Westcapelle, waarop stond, dat de
bezitter van den pas vrij doorgelaten
moest worden, dat hem alle faciliteiten
moesten worden verleend, en dat de
Ingezonden Mededeeling.
Urinekwalen.
Een der voornaamste verschijnselen
tot het herkennen van aandoeningen
der nieren en blaas levert ons de ver
andering in het uitzicht der urine. Het
waterkan troebel zijn, donkergekleurd,
en bij staan een bezinksel achterlaten,
hetzij wit of rood (gelijkend op stof
van baksteen). Deze verschijnselen
wijzen op overvloed van urinezuur
in het bloed en vormen de oorzaak
van rheumatiek, jicht, niersteen.
O ver vloedige uriueafacheidin g, urine
helder als water, schuimend, eiwit
houdend, wijzen op aandoeningen der
nieren, welke reeds ver gevorderd
kunnen zijn.
Voortdurende aandrang, vooral
'b nachts, met branderig gevoel, wijst
op aandoeningen der blaas en urine-
leiders. Ook kan druppelsgewijze
loozing en zelfs verstopping der urine
optreden, en de urine kan bloed be
vatten, zand of steentjes.
Alle bovengenoemde verschijnselen
duiden ernstige ziekten der nieren en
blaas aan, niet alleen door de ellende,
die zij met zich breDgen, doch ook
door hetgeen u verder te wachten staat.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
een speciaal geneesmiddel voor deze
kwalen. Zy bewerken, dat de nieren
de urinestof, het urinezuur en het
overtollige water uit hot bloed af
voeren, horstellen zoodoende de ge
regelde urineloozing en nemen den
oorsprong van uw ziekte weg.
Te Den Helder verkrijgbaar by de
Fa. De Bie—Biersteker, Keizerstr. 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel f 1.75 voor één, of f 10.—
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (50)