HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4464 DINSDAG 11 MEI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37i„ 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Adverteniiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meBr 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-oxemplaar 2J cent. Op Donderdag a.s. (Hemelvaartsdag) zal ons blad verschijnen. niet Op pagina 4 van dit blad is opgenomen 1. Feuilleton, enz. 2. Ingezonden. DE OORLOG. De officieele legerberichten van 7, 8 en 9 Mei 1915. Van het Westelijk front. Van Fransche zijde wordt mede gedeeld, dat een vlieger er in geslaagd is de plaats te vinden waar de zware Duitsche kanonnen, welke de vesting Duinkerken beschoten hebben, te vinden. De vlieger daalde tot 150 M. boven de uit gewapend beton bestaande kazematten, en nam daarvan een foto. Vervolgens werden een groot aan tal bommen erop geworpen. Het Fransche bericht van den 8sten meldt dat twee zwakke aan vallen ten W. van Beau-Séjour en Péronne in Champagne, afgeslagen werden. De operaties werden door slecht weer belemmerd. Wel werden artilleriegevechten gevoerd welke vooral op de Maasheuvels bijzonder hevig waren. Het Fransche bericht van 8 Mei geeft aan dat de Duitschers Vrijdag bij het aanbreken van den dag hevige aanvallen deden op de Engelsche stellingen bij St. Julien. Deze aan vallen werden echter afgeslagen onder zware verliezen voor de Duitschers. Zuidelijk van Yperen, op heuvel 60 werd een gedeelte van de verloren loopgraven door de Engelschen her overd. In het communiqué van 9 Mei wordt medegedeeld dat in de streek van Lens een Fransch batailion zich door een goedgeslaagde overrompeling in -het bezit stelde van een sterk bolwerk der Duitschers, en daarbij 100 krijgsgevangenen maakte. Bij Bagatelle in Argonne en in het bois le Prétre werden de Duitsche aanvallen afgeslagen. In den Elsas gingen de Franschen aan den rech teroever van de Fecht een K.M. vooruit in de richting van Metzeral. Het Duitsche legerberieht van den 8sten zegt eveneens dat op het groot ste gedeelte van het front artillerie gevechten plaats vonden. Alleen in de Vogezen kwam het tot infanterie-gevechten. Hier werden de Duitsche stellingen bij Steinabrück, nadat zij langen tijd door vijandelijk geschut beschoten waren, door de Franschen aangevallen. Alle aanval len mislukten echter. Het bericht van den 9en deelt mede dat bij de voortzetting van do aan vallen op Yperen de vijanden weer achteruit gedrongen werden en de Duitschers daardoor in het bezit kwamen van eenige, de omstreken van Yperen beheerschende hoogten. Tot dusver wedden 800 Engelschen, waaronder 16. officieren, gevangen genomen. Aanvallen der Franschen ten W. van Lieven, N.O. van de hoogte van Lorette (bij Arras) en bij Perthes werden afgeslagen. Bij La Bassée en bijVitry werden vijandelijke vliegtuigen tot landen gedwongen. Van het O o s t e 1 Ij k front. Van Russische zijde wordt d.d. 8 Mei gemeld: In de streek van Mitau houden de Russische troepen voeling met den vijand. Het onlangs behaalde succes in de streek van Mlawa wordt voortgezet. Twee dorpen werden bezet, terwijl drie tegenaanvallen der Duitschers afgeslagen werden. Eveneens vruch teloos waren de pogingen van den vijand om de boerderij Pomiani te heroveren. Op 6 Mei trachtten de Duitschers in de buurt van Kozlowets dePilica over te trekken. Zij werden echter teruggeslagen. Over de gevechten in Galicie wordt medegedeeld, dat zij met dezelfde hardnekkigheid voortduren. Tevens wordt gemeld dat op het front tus- schen Weichsel en Galicie nieuwe Duitsche legercorpsen zijn aange komen. (De vermelding van de laatste omstandigheid pleegt in de Russische berichten, de mededeelingen over ondervonden tegenslagen vooraf te gaan). In de richting van Mezö Laborcz werden met de bajonet 6 krachtige Russische aanvallen afgeslagen. Het Russische communiqué van 8 Mei bevat de mededeeling, dat Libau door Duitsche kruisers en torpedo booten werd beschoten. Een der laatst genoemde schepen liep op een mijn en zonk. Verder wordt gemeld, dat de Russen ton Z.W. van Mitau met goed gevolg tot het offensief zijn overgegaan. Ook in de richting van Rossieny werden gevechten geleverd. Nieuwe aanvallen der Duitschers op de hoeve Pomiany werden afge slagen. Op 6 Mei duurden de hardnekkige gevechten tusschen de Weichsel en de Karpathen nog voort. Echter zon der succes voor den vijand. De tegen aanvallen der Russen daarentegen worden menigvuldiger. Thans wordt ook de terugtocht gedeeltelijk erkend. Er wordt n.i. medegedeeld, dat tijdens de terugtocht in de richting van Dukla de 48ste divisie der Russen omsingeld werd. Deze divisie, onder bevel van gene raal Kornilof, slaagde er echter in door te breken en vereenigde zich later weer met haar corps. Uit het oorlogsperskwartier wordt aan het „Berl. l'ageblatt" gemeld, dat het nu verslagen gedeelte van het derde Russische leger op vier korpsen geraamd wordt. Van deze vier korpsen werd 30pCt. gevangen genomen, 20 pCt. sneuvelde, terwijl 50 pCt. ontkwam. Een groot deel van déze laatsten zullen evenwel ook nog in handen der Duitschers vallen, daal de verbindingswegen voor vele troepen afgesneden zijn. Het verlies der Russen aan dooden, gewonden en gevangenen bedraagt reeds meer dan 100.000. De militaire medewerker van de „Grazer Tagesposr," deelt mede, dat de Russen uit alle streken verster kingen aanvoeren. Hij gelooft dan ook, dat wij voor een nieuwe slag staan, welke woeden zal van de Nida tot aan de Boekowina. Het Duitsche legerberieht van 9 Mei meldt dat Libau bezet is. 1600 gevangenen, 5 kanonnen en 4 machine geweren vielen in Duitsche handen. De actie tegen Libau werd door de vloot ondersteund. In Z.W. Galicië zijn de troepen van generaal von Mackenzen reeds de Wisioka over getrokken. Sedert 2 Mei zijn op het Z.O. gevechtsterrein 70.000 Russen gevangen genomen. 38 kanonnen, waaronder 9 van zwaar kaliber wer den veroverd. Van Duitsche zijde wordt d.d. 9 Mei gemeld, dat te Libau groote hoe veelheden oorlogsmatériëel in beslag genomen werden. Erkend wordt dat de troepen ten Z.W. yan Mittau voor de steeds meer opdringende Russen terug moesten gaan. N.O. van Kowno werd een Russisch bataljon vernietigd en de spoorlijn Wilna—Schawly totaal vernield. Aan de Njemen werden 4 Russische bataljons uiteengeslagen. Russische aanvallen aan de Pilitza werden afge slagen. In W. Galiciëblijven wij de Russen achtervolgen. Aan het Kar- pathen-front werd de vijand uit zijne stellingen op de lijn Mezölaborecz Sanok Verdreven. De Oostenrijksche berichten geven aan dat de gevolgen van den tegen slag d6r Russen op het front tusschen Dunajec en Karpathen, zich thans ook doen gevoelen op het overig Karpathen-front,. De geheele positie, en de door do Russen bezette strook van Hongarije moet thans, in enkele dagen door hen worden ontruimd. In West-Galicie maken de opera ties goeden voortgang. Krosno werd Vrijdag door de Oostenrijkers bezet. Op het front in de Beskiden zijn ver scheidene groepen Russen omsingeld. Het bericht van den 9en meldt, dat de Oostenrijkers den grenakam der Karpathen overschreden hebben. Over een front van meer dan 200 K.M. lengte, (van den Wechsel tot den Uszok-pas) trekken de Russen thans terug. Ten O. van Ottynia werden de Oostenrijksche stellingen door sterke Russische afdeelingen aangevallen. Het gevecht duurt nog voort. In de Boekowina werd het krachtig versterkte bruggehoofd Zaleszszyki dat de Russen in wanhopige ge vechten trachtten te behouden, stor menderhand veroverd. Tot over den Dnjestr werden de Russen vervolgd. 3500 man werden gevangen genomen. Van Turksche zijde wordt over igevechten aan de Dardanellen gemeld, dat de vijand de oude stel lingen bij Ari Boernoe bezet houdt. Bij Sedil bahr ondernam hij in den voormiddag van den 7en verscheidene aanvallen welke alle mislukten. Door tegenaanvallen werden de vijandelijke troepen tot aan de lan dingsplaatsen teruggedreven. Volgens een mededeeling uit goede bron te Konstantinopel, zijn zes Turksche transportschepen door de Russen in den grond geboord voor den Bosporus, terwijl twee andere transportschepen in de Zee van Mar- mora zijn gezonken op nog onbekende wijze. Het Turksche leger van Adrianopel vertrok naar Midia (aan de Zwarte Zee). Uit den Kaukasus wordt door de Turken bericht, dat het in de buurt van Dilman tot onbeduidende schermutselingen kwam tusschen de Russen en vliegende colonnes der Turken. Overigens wordt nog mede gedeeld dat een krachtige tegenaanval ondernomen werd tegen de Russen die in de streek Z.W. van Olty tot offensief waren overgegaan, met het gevolg, dat de Russen in de richting van Narman teruggeworpen werden. Van het Westelijk front. Het chloorgas. Londen, 9 Mei. De „ooggetuige" in het Britsche hoofdkwartier (in Noord- Frankrijk en West-Vlaanderen) geeft er in zijn jongste mededeelingen over de recente operaties om Yperen een beschrijving van, hoe een Prui sisch officier was gevangen genomen en achter de linie gebracht een paar Engelsche soldaten zag, die door het stinkgas waren buiten gevecht gesteld en in doodstrijd naar adem lagen.te snakken. De Pruisische offi cier hield stil, barstte in lachen uit en op de op den grond liggende gestalten wijzende vroeg hij„Hoe vind je dat?" De „ooggetuige" besluit zijn relaas aldus: „Hetaanschouwen van makkers, die liggen te krimpen en te kreunen in hun lijden door de gasvergiftiging, en die stervend rond wentelen als vergeven ongedierte, heeft onder de Britsche soldaten een verbittering gewekt die hopen wij overal in het Britsche Rijk zal worden gedeeld, en die zal maken, dat wij niet zullen rusten voor wij volle vergelding hebben verkregen tegen diegenen, die voor deze gruwe len verantwoordelijk zijn. Van het Oostelijk front. De overwinning in West-Galicië. Majoor Moraht .beschrijft als volgt den toestand op het West-Galiscbe oorlogsterrein De Russen zijn gedwongen hun front Malastow-Gorlice Gromnik en noordelijk daarvan op te geven. Hun terugtocht naar het oosten was on vrijwillig en overhaast en de bond- genooten vervolgden ben en kwamen over de Dunajec. De Oostenrijk-Hon- gaarsche troepen hielden sedert maan den in West Galicië een druk van de Russische troepen uit. De Duitschers vormden een nieuw leger onder kolo- nelgeneraal Von Mackensen, dat onder het opperbevel trad van den veldmaarschalk aartshertog Friedrich. Het front van den vijand, dat inge drukt is, had een breedte van negentig kilometer en liep vandeOost-Beskiden tot aan de Weichsel. Zoolang aan de Narew of in de Karpathen om de beslissing gevochten werd, konden beide vijanden geen ver sterkingen naar het West-Galische oorlogsterrein zenden. Desuiettemin werd door artilleriegevechten de be slissing voorbereid. Lette mén verder op de bezorgde stemmen uit Peters burg, die niets meer schenen te vreezen dan een plotseling optreden van de verbonden legers in West- Galiciö, dan kon men aannemen, dat het Russische legerbestuur bepaalde redenen had voor deze vrees. Deze •redenen bestonden in de onmogelijk heid om het WeBt-Galische front te versterken. De vrees voor onze vij anden was in West Galicië of Zuid- Polen verrast te worden door een algemeen offensief, voor het mogelijk was de reserves, die voor de Kar pathen bestemd waren, daar heen te zenden. Ook moest men uitreken, dat hoe dieper de Russen in de Bosch Karpathen en in de Oost-Beskiden naar het Zuiden doordrongen, het ge vaar op de rechter flank van de Dunajec uit des te grooter werd. Op het oogenblik, waarop de Russische troepen uitgeput waren tegenover de Karpathen en geen nieuwe reserves meer konden worden aangebracht, van dat oogenblik af moest het Rus sische offensief tegen de Karpathen voor onze vijanden noodloottig worden als onze krachten zich versterkten, hetgeen gebeurd is. Op Zee. De „Lusitania". Zoools wij gedeeltelijk onder de rubriek laatste berichten in ons vorig nummer konden vermelden bleek uit de mededeelingen van een geredde journalist, dat de „Lusitania" door twee torpedo's werd getroffen. De eerste raakte het voorschip, terwijl de tweede de machine-kamer trof. Dadelijk begon de bemanning de pas sagiers in de booten te brengen. Toen het schip snel zonk sprongen tal van menschen met hunne reddings gordels over boord. Bijna alle officieren gingen met het schip ten onder. De kapitein welke tot het laatste toe op zijn post bleef', werd naderhand opgepikt. Volgens verhalen van overlevenden was het een heldere, kalme, zonDige namiddag, toen de „Lusitania" werd getorpedeerd.. De meeste passagii hadden juist hun noenmaal gebruikt en waren verzameld op het dek om de Iersche kust gade te slaan, toen een witte streep werd gezien, die het schip over het blauwe water naderde. Er volgde een vreeselljke krak. De groote mailboot trilde van voor tot achteren. Ze begon om te zwaaien, daar men hoopte de kust nog te bereiken. Maar een tweede torpedo trof haar. Het schip kreeg nu zwaar slagzij en ging snel naar omlaag. Binnen 20 of 25 minuten na de eerste ontploffing zonk het. Door het overhellen was het onrao- lijk de booten aan bakboord te strijken. Enkele matrozen hebben een oogen blik een glimp van een duikboot ge zien, maar ze dook snel onder en vertoonde zich niet meer. Alle overlevenden roemen de be wonderenswaardige kalmte die pas sagiers en bemanning aan den dag hebben gelegd bij het plaats nemen in de sloepen. Vrouwen en kinderen gingen steods voor. Toen de groote boot zonk, werden vijf sloepen i gezogen in den draaikolk. Toen het schip in de golven verdween, spron gen honderden overboord. De meesten hunner werden in de diepte gezogen, Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmode-Artikelen. Gemaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. maar velen slaagdèn er in, zich vast te klampen aan hout en wrakstuk ken, die door de ontploffing in zee waren geslingerd. Sommigen zijn op wonderbaarlijke wijze gered. Er werden er in de sloepen gesleurd na driemaal te 2ljn ondergedoken. Lady Mackworth werd in bewusteloozen toestand gered,, nadat ze drie uur in 't water was geweest, drijvende gehouden door baar reddinggordel. Er deden zich heel wat droevige, aangrijpende tooneelen voor teQueens- town, waar vrouwen naar haar man nen zochten, mannen naar hun vrou wen. moeders naar haar kinderen. Onder de overlevenden zag men een bejaarde vrouw wier grijze haren druipend nat over haar schouders vielen, en ook jonge moeders met zuigelingen in de armen. Totdusver zijn er 126 lijken aan wal gebracht, mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden. Er waren twee kinderen bij, die elkaar in de armen gedrukt hielden. Afgescheiden van de oorlogsrisico was de „Lusitania" verzekerd voor f9.600.000. Volgens de mededeelingen van ambtenaren der Cunard-liju had de Lusitania vermoedelijk goud in baren aau boord, behalve de lading van 1200 ton en de postzakken. De booten van het schip konden 2600 personen bevatten. De AmerikaanschePers. In Amerika heeft het torpedeeren van het groote stoomschip diepen indruk gemaakt. Wegens het om komen van Amerikanen wordt de toestand als de meest ernstige sedert het uitbraden van den oorlog be schouwd. De Amérikaansche bladen laten zich niet onbètuigd. Door een der bladen werd gezegddeze schand daad zal Engeland slechts stalen tot meer offers in het vaste besluit om Europa en de wereld te zuiveren van een giftige pest. De Daily Esgnors, drukt zich nog krasser uit, daarbij doelende op de waarschuwing die door verschillende Amerikanen werd ontvangen. Als Bernstërff (de Duitsche gezant) zoo zegt het blad wegens moord in hechtenis genomen, en naar den electrischen stoel verwezen werd, zóu het een prachtige slag ten bate der menschheid zijn. De „World" verklaart: „Het. gebeurde met de Lusitania stelt alle zelfbeheersching en zelfbe dwang op den proef. Door de Duitsche autoriteiten wordt als verzachtende omstandigheid aan gevoerd dat de Amerikanen een be hoorlijke waarschuwiug gekregen hebben dat het schip zou worden Maar moord wordt niet onschuldig of onschadelijk indien- het slachtoffer van te voren was gewaarschuwd, dat hem een slag zou worden toegebracht, wanneer hij bleef volharden in de uitoefening van z|jn wettig recht. De „New-York Tribune" is dreigen der in zijn uitlatingen. Dit blad merkt op: De president kan zich verzekerd houden van den steun der burgers van alle partijen. In 't aangezicht van deze nationale ramp zullen wij slechts één gedachte hebben, slechts één plicht, en slechts één besluit. De natie die zich de matrozen van de Maine herinnerde, zal de burgers van de Lusitania niet vergeten. Washington, 8 Mei. De eerste for meels uitlating van het Witte Huis over het gebeurde met de Lusitania ia vervat in een mededeeling, heden avond gedaan door den secretaris van president Wilson. Deze zeide, dat de president natuurlijk zeer droef gestemd is over den ernst van den toestand, doch dat hij met kalmte den weg zal gaan, dien hij moet volgen. Hij weet, wat de wil is van het Araerikaansche volk en hij zal met beslistheid zoo wel als met kracht optreden. Het hoofdartikel van de Engelsche „Times" spoort al is het niet open lijk Amerika tot den oorlog aan. Over Duitschland schrijft het blad o. m.: „Het doel van den Duiischen keizer, de Duitsche regeering en het Duitsche volk want in deze zaak kan er van geen scheiding der schuld sprake zijn was moord op groote schaal, en niets anders." Verder wijst de „Times" op het feit, dat het schip slechts weinig lading in had; een opmerking welke van belang is in verband met de uit latingen in de Duitsche pers, waarin wordt verklaard dat men van de veronderstelling uitging dat de „Lusi tania" groote hoeveelheden oorlogs materiaal vervoerde. Het blad veronderstelt, dat geen bijzondere maatregelen genomen wa ren, om het schip te beveiligen. Een onderzoek zal dit echter nader uit- Aan het slot van het artikel maakt de „Times" de opmerking, dat het den Duitschers niet kan worden toe- gestaan, het gebouw der beschaving te vernietigen. De bondgenooten hebben zich thans ernstig gezet aan de volvoering van de taak der vergelding. „Ook indien zij dit werk alleen moeten verrichten zullen zij het, zopder zwakte, ten uitvoer leggen, wat het ook kosten moge. Maar de vernietiging van de „Lusitania"moest zekerlijk de komst verhaasten van den dag, waarop iedere beschaafde natie zich zal genoopt voelen mee te werken aaD het brandmerken met eeuwige schande van den renegaat onder de volken." De geweldige verontwaardiging over het gebeurde met de „Lusitania" heeft er in Liverpool toe geleid, dat het gepeupel een aanval heeft gedaan op een aantal Duitsche winkels. De politie heeft twintig personen ge arresteerd; bij een poging van de menigte om de gearresteerden te be vrijden, was de politie genoodzaakt, gebruik te maken van den gummistok. Do Fransche pers is eveneens verontwaardigd. Stepheri Pichon maakt zich in het „Petit Journal" tot een der welspre kendste tolken van de verontwaardi ging, die in de geheele wereld ge wekt is door het torpedeeren va.nde „Lusitania": „Zoekt onder do groote wreed heden, die de geschiedenis der men- schelijke maatschappij versombert" zoo schrijft hij „gij zult niets vinden, dat in koelbloedige bereke ning den aanslag, en de omstandig heden waaronder hij volvoerd werd, overtreft. Deze daad van schurken is een monsterachtige wreedheid". In de „Echo de Paris" vraagt Jean Herbette boe het nog mogelijk is dat de Duitsche gezant met welvoldanen glimlach nog wandelt door de stad, die den roemrijken naam van Washing ton draagt, en te midden van voorbij gangers, die door zijn regeering in rouw z(jn gedompeld. Italiaansche bladen drukken zich op dergelijke wijze uit. De Duitsche pers levert natuurlijk ook tal van beschouwingen over het torpilleeren vau de „Lusitania". Het „Berl. Tageblatt" verklaart dat'zij met ontroering de tijding ver nomen heeft, daar tal van menschen zijn omgekomen. Maar allen die rouw dragen moeten dit wijten aan Chur- chili, die deze wreede wijze van oor logvoeren heeft uitgelokt. Naar de meeDing van het blad was het schip bewapend. Dit wordt echter van Eogelsche zijde tegengesproken. De „Lokal Anzeiger" herinnert er aan dat de „Lusitania" destijds duïk- booten in onderdeelen heeft vervoerd. Het blad is van meening dat het schip ook nu een groote hoeveelheid oorlogsmateriaal, en vooral ontplof bare stoffen aan boord heeft gehad. In het laatste zoekt het blad de verklaring voor het spoedige zinken van het schip. De „Yossische Zeitung" zegt dat de Cunard-lijn geen passagiers aan boord had mogen nemen, daar de lading van het schip voor het Engel sche leger bestemd was. ,De „Kolnische Zeitung" is even eens van meening, dat do lading uit oorlogsbehoeften bestond. Yerdor maakt het blad de opmer king dat er wel weer heel wat leven gemaakt zal worden over de z.g. barbaarsche wijze van-oorlog voeren. De Amerikanen die er bij omge komen zijn, hebben zelf schuld aan hun ongeluk. Zij hadden vooral na de waarschuwing, moeten bedenken dat het gevaarlijk was. met een vijandelijk schip binnen de oorlogs- zöne te komen. Ten slotte komt nog even de naijver boven, in de opmerking dat het juist de met subsidie van de Engelsche regeering gebouwde „Lusi tania" was welke het snelheidsrecord aan de Hamburg-Amerikalijn ontnam. Door het Duitsche „Korrespondenz Norden" wordt medegedeeld: Zoodra het vaststond dat de hoe veelheid oorlogsbehoeften, welke de „Lustania" vervoerde, zoo groot was dat de aan Duitschland vijandige troepen er weken mee geholpen zouden zijn, moest elke overweging wijken voor de gebiedende noodza kelijkheid om het leven der Duitsche soldaten te velde mogelijkerwijs te beschermen. De Nederlandsche pers is ook zeer verontwaardigd over deze jongste „oorlogsdaad" der Duitsche onder zeeërs. Het „Algem. Handelblad" schrijft: Een volk als het onze, dat.van oudsher af de zee bevoer en reeds honderden jaren geleden „de schipper van Europa" genoemd werd, heeft het recht en den plicht zijn veront waardiging te uiten over de bar baarsche wijze, waarop Duitschland ter zee oorlog voert, schendende wat steeds geöerbiedigd werd. De Duitsche onderzeeërs hebben in de laatste dagen meer dan twintig weerlooze visschersvaartuigeu in den grond geboord en nu op de Iersche kust de groote mailboot, dc „Lusitania", met haar 2000 zielen aan boord, zon der waarschuwing doen zinken. Deze daad is in strijd met alle wet en elk gevoel van menschelljkheid, en wij heffen onze stem op hoe machte loos die ook zij om er tegen te protesteereD, Tegen weerloozen voert een zeevolk, dat zich voelt, geen verdelgingsoorlog. En verder in het algemeen over zicht der legerberichten „Wat met de „Lusitania" is ge beurd, is geen oorlog meer. Dat is moord in koelen bloede, zonder eenige noodzaak, gepleegd, niet op soldaten, organen van den vijandigen staat, maar op weerlooze iqdividuen, neu tralen of onderdanen van vijandige landen. En daartegen dient een ern stig woord van afkeuring te worden gesproken." Het blad gaat dan terug naar de geschiedenis van de „Titanic". „Alle bladenover de geheele wereld, spraken toen met smartelijk gevoel over dezon ramp, die een'gevolg was van een niet te voorkomen natuur verschijnsel. Dat zoo iets met moed wil, opzettelijk zou kunnen gebeuren leek ondenkbaar. Nu is het ondenk bare gebeurd, het onmenschelljke, het misdadige. Een oorlogsdaad? Een die een rilling doet gaan over de beschaafde wereld." Het „Volk" schrijft: „Deze nieuwe en tot dusver onge hoorde buitensporigheid van het D.uit- sche militarisme zal over de geheele wereld een indruk maken, waarover de tegenstanders van Duitschland zich niet anders dan verblijden zullen kunnen. Meer dan een bandietenstreek van de Duitsche marine, buiten staat de vijandelijke zeemacht schade toe te brengen, zal men in den aanslag op de mailboot met haar tweeduizend opvarenden niet kunnen zien. De publieke opinie in Engeland en zijn koloniën, wel ver van door zulke daden tot den vrede geneigd te wor den, zal omgekeerd met verdubbelde woede de voortzetting van den oorlog eischen tegen den vijand, die van den moord een stelsel maakte. In „De Tijd" lezen wij dezen uitval De commandant der Duitsche onderzeeboot, die dit werk verrichtte, mag er met fierheid op terugzien! Nietwaar, satan? Het sluit zich op waardige wijze a!an bij de uitvinding der verstikkende Meer zeggend dan alle commentaar, geeft de „Telegraaf' een plaat onder het opschrift: „Vergiftiging van bron nen, (Duitsch Z. W. Afrika), ziekte verwekkende gassen (W. front) Moord met voorbedachte rade de („Lusita nia"). De plaat stelt voor het ge weten, hetwelk met éen hand een monster-mensch in den nek gegrepen en opgetild heeft, een wezen met in de eene hand het vergift, in de andere de dolk. En daaronder „Gij allen die niet protesteert tegen de barbaarsche oor- logsmothoden van dit monster, z(jt z\jn medeplichtigen". Het „Centrum", de „Nederlander" en tal van andere bladen geven hun afschuw te kennen over deze „oor logsdaad". Alleen de N. Rott. Ct. geeft geen beschouwing. Engelsche torpedoboot in den grond geboord. Londen, 8 Mei. De torpedojager „Maori" kruiste 2 mijlen ten N.W. van het lichtschip Wielingen (tegen over Knocke bij de Belgische kust), toen het op een mijn stootte. De torpedojager „Crusader", die het schip vergezelde, zette booten uit om de bemauning te redden, doch de vijand opende het vuur op den „Crusader" uit de kustbatterljen. Na 90 minuten was de „Crusader" genoodzaakt de booten aan haar lot over te laten en zich terug te trekken. Uit Duitsche bron wordt gemeld, dat de bemanning van de „Maorii" en van de door den „Crusader" uitge zette booten, in 't geheel 7 officieren 88 man, gevangen zijn genomen en naar Zeebrugge gebracht. Engelsche onderzeeërs. BerlijD, 9 Mei. (Niét officieel.) Uit betrouwbare bron wordt bericht, dat behalve de reeds als verloren aange geven Engelsche onderzeeër, ook nog de „E. 11" en de „E. 2" in den loop van don oorlog te gronde zijn gegaan. Het aantal Engelsche onderzeeërs, wier verlies thans vaststaat, is daar door geklommen tot 10. Bovendien hooren wij van welinge lichte zijde, dat de Fransche pantser kruiser „Monteala", naar het schijnt ten govolge van stranding op het einde van het vorige jaar, verloren is gegaan. Een ongelooflijk bericht. Berlijn, 8 Mei. Weken geleden werd herhaaldelijk uit Noorwegen bericht, dar in de buurt van Bergen in den nacht van 7 op 8 April tusschen En gelsche en Duitsche schepen een hevig zeegevecht plaats bad gehad. Binnen gevallen handelsschepen berichtten, dat zij een oorlogs eskader hadden gezien en kanonvuur en zoeklichten hadden waargenomen. Die berichten leken toen ongeloofwaardig. De oplossing is than9 echter ge vonden. Een onderschepte Engelsche brief van 11 April aan den in de Dardanellen gevangen genomen com mandant van den Engelschen onder zeeër „AE 2" zegt over den slag in de Noordzee, in de week te voren, dat de „Superb" gezonken en de „Warrin" in zinkenden toestand was. Op 9 April liepen zwaar bescha digde kruisers o.a. de „Lion", die vreeselijk was gehaveud. binnen. Het officieel bericht verzwijgt alles, het geen zeer verkeerd is Betrouwbaren berichten van neu trale zijden, spoedig na den slag ont vangen, zeiden dat een aantal zwaar beschadigde oorlogsschepen in repa ratie de Engelsche havens waren binnen geloopen, dat in de Firth of Forth zwaar gehavende oorlogssche pen waren binnengesleept, dat een linieschip met zware averij °P de Thegms was gezien en dat te Dover een groot slagschip, dat aan bakboord beschadigd, was, binnen was geko men. Thans is te verklaren waarom de Noorsche censuur besprekingen van het telegram over den herhaaldelijk waargenomen slag moest onderdruk ken waarom de Engelsche admira liteit steeds een zeeslag tusschen de Duitsche en de Engelsche vloot loo chende. Zij had geil,jk, want de Duit sche vloot had met den slag niets te maken. Daar echter van neutraio schepen in deze geen sprake kan zijn, moot er een gevecht hebben plaats gehad tusschen Engelsche eskaders, die elkander in den nacht niet herkenden. De Engelsche scheepvaart. Londen, 9 Mei. Hoewel uit de wekelljksche mededeelingen van de Admiraliteit omtrent de zoogenaam de Duitsche blokkade blijkt, dat de onderzeeërs in de week, loopende tot 8 Mei, groote activiteit hebben betoond vooral tegen visschersvaar- tuigeD, kan toch geconstateerd wor. den, dat het aantal binnengekomen schepen sedert het uitbreken van den oorlog nooit zoo groot is geweest als in deze week. Het. is nl. gestegen van 801 gedurende de weok, die eindigde met 12 Augustus,- tot 1604, dus t.ot het dubbele. Leden van Lioyds, de groote scheep- vaartassufaDtiemaatscbapplj, verkla ren dat de invloed op de Britsche scheepvaart, zelfs die van het ver lies van de „Lusitania", van weinig beteeken is is. Het aantal reizigers, dat gisteren bij de Gunard-maatschappil passage besprak voor Amerika, was ODgeveer even groot als gewoonlijk, terwijl het Cunard-stoomschip „Transsylwmia" gisteren, volgens bet plan, met 879 pas sagiers van New-Yoi k is vertrokken 12 plaatsen slechts waren opgezegd. Bij de kust van Northumbevland is het Engeleche stoomschis „Don" getorpedeerd. De bemannÏDg werd hered. Door de „U 39" word het stoom schip „Truro" in den grond geboord. De bemanning werd te Rossyth aan laDd gebracht. TeDgevolge van het, stootcn op eon mijn is de trawler „Helleoic" uit Grimsby in de lucht gevlogen. Twee man der equipage werden, gedood. Het Zweadsche stoomschip „Caro- lina", van Charlestown naar Stok- holm is naar Grirnby opgebracht. Men vermoedt dat het schip oen lading katoen aan boord had. Ingezonden Mededeeling. Nierzand, Niergruis, Nier- en Blaassteen. Wanneer de nieren niet in orde zijn, kan het zich voordoen, dat het urine zuur, hetwelk dan niet uit het lichaam wordt verwijderd, zich afzet in de nieren of het nierbekkon. Naar gelang van de grootte dezer afzettingen spreekt men van nierzand, gruis of steen. Zoo lang de nieren niet goed werken, vermeerdert de afzetting op de reeds gevormde stukjes, voortdu rend en kunnen deze zich tot een aanzienlijke grootte ontwikkelen. Nier zand en -gruis kunnen met de urine het lichaam verlaten. Grooteve stukjes blijven dikwijls in de blaas achter en vormen blaassteenen. Ook kunnen zij verstopping der urinewegen verooi- zaken en menigmaal wordt een operatie noodzakelijk. Het is daarom van veel gewicht in te grljpeD, zoodra gij verschijnselen van bovengenoemde ziekte opmerkt, als een gevoel van zwaarte en druk king in de lendenen, zoodat men te dezer hoogte behoefte aan steun heeft bij het loopen en zitten. De urine laat een fijn zand achter en de nacht- urine is dik en bevat een rood be zinksel. Het water komt soms drup pelsgewijze, onophoudelijk heeft men aandrang en een brandorige pijn, ook pijn in den rug van boven naar be neden en gericht naar de blaasstreek. Begint nog heden met het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het speciale niergeneesmiddel, het welk aan de nieren haar oude kracht hergeeft en haar in staat stelt om de onzuiverheden, welke uw lijden ver oorzaken, af te voeren. Zij grijpen uw kwaal in haar wortels aan. Te Den Helder verkrijgbaar bij Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel h, f 1.75 voor één, of f 10. - svoor zes doozen. Q Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pi llenwe i - isW gert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (57)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1