HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4470 DONDERDAG 27 MEI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 et., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37è 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Bewijs-exemplaar 2} cent. DE WEEK. 27 Mei. Over de vraag, welko ontwerpen in deze dagen, al of niet in de „neutrale zóne" liggen, volgens politiek spraakgebruik, daarover loopen de meeningen thans op zon derling-verrassende wijze uiteen. Toen de Tweede Kamer op Vrijdag 21 dezer, voordat zij haar miniatuur- Pïnksterrecès van 1915 zou ingaan, het ontwerp tot opheffing der invoer rechten op sinaasappelen, mandarij nen, citroenen, bananen en oud heden had afgehandeld, bleek dit eerst recht. De heer Kooien, de afge vaardigde voor Grave, van wien som migen nog steeds veronderstellen, dat hij, wordt Rechts weer troef, de portefeuille van Financiën te torsen zal krijgen, de taak des heeren Kolk man zal voortzettende heer Kooien had kans gezien om zelfs in deze „olla podrida",, zooals de heer De Stuers 't noemde, in dit vreemde allegaartje, dit legislatief schoteltje- ratjetoe „iets principieels" te ontdek ken. Dit offer van anderhalve ton, door de schatkist gebracht, tot het pogen te doen opleven, in Patria, van internationale markten van Zuid vruchten, alsmede van antiquiteiten, 't stond z. i. geiyk met het schen den van afspraak en bestand. En wèl zal minister Treub den Recht- schen heer Victor de Stuers dank baar zijn geweest voor het kleurige, sierlijke pluimpje, dat hy Esc. Treub op den ministerieelen hoed stak ter eere van dieDS „voortreffelijk staal tje van gezonde protectie", 't Is slechts zeer kort geleden, dat slechts de Gods vrede, de bijzondere tijdsomstandig heden ons bewaard hebben voor het verlies van onzen Gogel, onzen kra- nigen belasting-hervormer, onzen Pier- son II, genaamd mr. M. W. P. Treub. Leefden wy niet in periode van zich al-meer uitbreidenden wereldbrand, de verwerping van de wijziging der Vermogensbelasting, vernamen wij, zou den heer Treub er zeer zeker toe gebracht hebben, zijn por tefeuille ter beschikking van de Kroon te stellen. Nu zal de Senaat voor hetzelfde, den 6e Mei door dat hooge staatscollege versmade schoteltje wor den geplaatst, doch dan als onderdeel van het gansche, uitgebreide menu van Treub's belasting-hervorming, j Zal ons Hoogerhuis 't aandurven, den bekwamen kok, met zijn gansche menu, naar huis toe te zenden Na het votum van 6 Mei zal niet licht, in zulke dingen, iemand zich aan voorspelling wagen. De waarheid is, dat wij nu leven in eene periode van generale spraakverwarring en onzekerheid „in politicis". Waar is de grens te vinden, waar „het prin- cipieele" eindigt en de „neutrale zöne" een begin neemt Zal de Eerste Kamer straks het „Eedswetje" van de hand wijzenden toestand van rechteloosheid in Nederland aldus verlengend? Zal men nadat daü nu de koston-berekening is overge legd ook de Maas-kanalisatie wei geren, aldus minister Lely treffend, schoon dan toch hierbij het „princi pieels" al héél ver is te zoeken Er is een oud spreekwoord, dat .iets zegt van een hond, dien men wil afranselen, en hoe gemakkelijk 't in zoo'n geval is om „een stok" te vin den. De eerbied voor ministers en hooge collegien van Staat belet mij, dit spreekwoord in varband te bren gen met dr. Lely of de Eerste Kamer... En tochwie de dingen der politie- kerlj gadeslaat, zal moeten erkennen, dat er soms sterke aauleiding is om het oude woord te citeeren Op 3 Juni als wanneer ons Parlement weer bijeenkomt zal onmiddellijk het „Paus-ontwerp" aan de orde zijn. Valt dit in de „neutrale zOne"? Dit voorstel om tijdelijk en met bijzondere missie ons gezant schap bij het Vatikaan te herstellen? Jaroepen de ministers Cort v. d~. Linden en Loudon uit. Neeklinkt 't van verschillende kanten. En zelfs zijn er die niet tevreden met wat c. a. vijf-en-veertig jaar geleden de motie-Dumbar bereikte, n.1. opheffing van een Nederlandsch gezantschap bij den H. Stoel, ook den eisch, nu stellen, dat de Paus niet langer zijn Nuntius bij ons Hof zal hebben. Intusschen is de wereldbrand ook tot Italië overgeslagen, wat aan de argu menten van hen, die 't „raison d'Gtre", bestaansrecht, van dit ontwerp be twisten, meer kracht schijnt te ver- leenen. De zonderlingste combinatiën moet men nu hoorenDe ring zou met een deel van Rechts een politiek van „stuivertje wisse len" van do-ut-des, van „voor wat hoort wat" hebben gevoerd. Het Paus-ontwerp tegenover de goedkeu ring van 'tEedswetjeInderdaad, in de politiekerlj is 't nu een echt „olla podrida". Ouderwetsche Hol landers zouden uitroepen, dat „er geen touw meer aan vast te knoo- pen is"Ten-opzichte van de mili taire verdediging des lands komt men plotseling te staan voor het frap pante verschijnsel, dat de overgroote meerderheid desParlements slechts de club-Troelstra vormt hier de oppo sitie - bij minister Bosboom aan dringt op algemeene weerplicht. En dat wel met zulk een verlangen naar spoed, dat zelfs een man als jhr. De Savornin Lohman zyn „stok paardje" van langdurige oefening verlaat, zich voegt by de vrienden van korte oefening. En generaal Bos boom van zyn kant zou zich bepalen (vermeent men) tot het uit schakelen der vrijstelling wegens broederdienst, waardoor het jaariyksch contingent van 23.000 tot 40.000 manschappen zou stijgen. Een cijfer, dat men vrij algemeen te laag acht I... Het adres-Van Aalst c. s. mag dus wèl geacht worden „weerklank" te zijn van wat er nu in „het gemoed des volks" omgaatWat er van al de verschillende geruchten, naar- men-zegt's en naar-men-verzekert's zal blijken waar te zijn we hebben 't af te wachten. Onze Volksverte genwoordigers z(jn over 't algemeen tamelijk grif in 't inlichtingen ver strekken aan de vertegenwoordigers van de Koningin der Aarde. Zelfs klappen zij uit de geheimenissen der afdeelingen, en het „standje", dat zij daarvoor aan het eind der zitting van Vrijdag 21 dezer van praeses Borgesius opliepen was zeker niet geheel onverdiend. Maar toch slaan ook onze persmannen den plank wel eens mis. Wat in tyden van zóó- overstelpend nieuws en van zóó- hopelooze verwarring allerminst euvel mag worden De zooveelste Economische Nota van Landbouw is ingekomen, en daaruit hebben wij vernomen, dat 't, in het oude Patria „erger kon zijn". Pinksteren 1915 was een feest van heerlijk-blauwe zomerlucht en van stralende zon. Ook nu ontwaarde men in het „uiterlijk aspect" van steden en dorpen weinig van den oeconomischen nood dezer tijden. Hier én daar zag men troepjes men- schen saamgegroept voor een winkel raam, waar de nieuwste bulletins waren aangeplakt. Over de aller jongste gebeurtenissen aan Ooster en Westerfront. Zoo- en zoovele hon derden of duizenden „neergelegd"... Nieuwe honderdduizenden, die jube lend en met bloemen getooid, de gruwelijke slachting tegemoet-gaan De menschen lazen het jongste, zeer- bloedige nieuws. Schokschouderden, schudden 't hoofd, mompelden iets van „'t Is me toch wat, hè en gingen huns weegs. Klein poosje later schertsten zij weer. Zich ver lustigend in het overschoone Mei- weèr, in de van weelde schitterende natuur. Hier en daar was er een, tot wiens ziel iets doordrong van het schrijnende, vreeselijke contrast... De waarheid is, dat wij inderdaad aan- 't allergruwelijkste beginnen te gewennen. Ook hier zijn de grenzen al-meer aan 't vertlauwen Mr. Antonio. DE OORLOG. De officieele legerberichten van 24 en 25 Mei. Van het W e s t e 1 ij k front. Het Prausche communiqué van den 24sten deelt ons mede dat de aanvallen der Engelschen ton N. van la Bassée tot nieuwe successen heb ben geleid. Een aanval der Duitsehers ten N. van Neuville werd door de Fransche artillerie in den aanvang gestuit. De Duitsehers leden hierbij zware ver liezen. Het Engelsche bericht van den 25sten meldt dat eenig terrein ver loren werd bij Yperen. De mededeeling van Generaal French luidt: Ten Oosten van Yperen zijn Maan dag tijdens een aanval, waarbij de Duitsehers van verstikkende gassen gebruik maakten, enkele gedeelten van onze linie verloren gegaan en nog niet hernomen. De hoeveelheid gas, door den vijand gebezigd, was grooter dan ooit te voren. Over een front van 5 mijl is gedurende 4£ uur gas uit cylinders verspreid. Onze linie is ook gebom bardeerd met granaten, die verstik kende gassen bevatten. Op sommige plaatseu steeg het gas tot 40 voet hoog. Een deel van onze linie is intact gebleven. Overal heeft de houding van onze manschap pen aangetoond, dat met de noodige voorzorgen deze vorm van aanval kan worden weerstaan. In het Duitsche legerbericht van den 25sten wordt dan ook melding gemaakt van vorderingen der Duit sehers bij Yperen. Ten N. van Wieltje werd een kasteel veroverd en het dorp Hooge genaderd. By deze gevechten namen de Duit sehers 150 man gevangen en ver overden zij twee mitrailleurs. Tussc-hen Nieuw-Kapelle en Given- chy werden Fransche aanvallen af- geslagen. Een vijandelijke vlieger werd by Kamerljk neergoschoten. Van het O u s t e 1 ij k front. Het Russische communiqué van den 24sten deelt mede, dat in de streek van Sjawli een langgestrekt front door de Russen bezet wordt gehouden. Dit loopt langs de Windau, Venta en Doebissa. Aan de beneden loop van de laatste rivier maakten de Russen belangrijke vorderingen naar het Westen. Over het gevechtsterrein in Galicié wordt medegedeeld, dat de Duitsehers en Oostenrykers hier tot het defensief gedwongen werden en vruchtelooze aanvallen deden in die sectoren waar zij nog offensief waren. Aan den Dnjestr ging het offensief der Russen voort. Ondanks verschil lende vijandelijke tegenaanvallen, ver- de Russen verschillende dor pen. In een dag namen zij 2200 man gevangen, w.o. 40 officieren. Verder vermeesterden zij eenige tientallen mitrailleurs en een grooten oorlogs buit. In de streek aan de overzijde van den Dnjestr heerscht rust, bebalvo tusschen Tsjetohva en Lomnica, waar de vijand in den nacht van den 23sten weer een vruchtelooze poging deed om aan te vallen. Deze mededeeling van den Russi- schen staf is echter door de daarop volgende gebeurtenissen bijna geheel achterhaald. Van Duitsche zijde toch wordt dd. 25 Mei bericht, dat de Russische strijdkrachten aan de Dubissa door de Duitsche troepen werden aange vallen en over de rivier terugge worpen. Door de Duitsehers weraen daarbij 2240 gevangenen gemaakt en 5 machinegeweren vermeesterd. Meer naar het Zuiden mislukten verscheidene Russische aanvallen. Intusschen zijn ook in Galicié de rollen weder omgedraaid. De Duitsche mededeeling over het hier behaalde succes luidt: Op het Z. O. gevechtsterrein heeft het leger van generaal Von Mackensen gisteren de sterk bevestigde plaatsen Drhojow, Ostrow, Radymno, Wysocko, Wielin, Makonisko en de hoogten ten N.W. van de Bobrowka en ten zuiden van de Cetula stormenderhand ge nomen. Tot dusver zyn 153 officieren en 21,000 man" als gevangenen in onze handen gevallen. Verder hebben de verbonden troepen 39 kanonnen, waaronder 9 zware, en ten minste 40 machinegeweren buitgemaakt. De Russen hebben buitengewoon gevoe lige verliezen geleden. De berichten uit Weenen. geven eveneens bijzonderheden over dit nieuwe voordeel, doch laten tegeiyker- tijd uitkomen, dat de gevechten nog voortduren. Zoo wordt medegedeeld, dat in midden Galicië de O.-H. en Duitsche legers op het geheele front van Sienawa tot de boven-Dnjestr de Russen aanvallen. Het leger van generaal Von Macken sen in welks verbaud het O.-H. ze3de legerkorps vecht, heeft Radymno genomen en is ten oosten en Z.O. van deze stad naar de San opge drongen. De vijand, die door tal van tegenaanvallen trachtte het verloren terrein te heroveren, is overal terug geslagen. Ten Z.O. van Przemysl werd in verschillende verbitterde gevechten terrein gewonnen. De Russen werden hier naar het laagland van Blonia teruggeworpen. Over liet geheele front wordt de aanval voortgezet. Aan do Dardanellen gaan volgens een Engelsch bericht de Franschen en Engelschen langzaam vooruit. De Frausclien werden onder steund door do Engelsche vloot. Waar het Fransche landingsleger echter opereert, wordt niet gemeld. Zooals men weet, was een Fransch expe ditiekorps aan den Aziatischen oever geland. Volgens Turksche berichten waren zij echter verdreven. Oe strijd tusschen Oostenrijk en Italië. Direct na de oorlogsverklaring heoft Oostenrijk aangepakt en door een gedeelte van de vloot een raid op de Italiaansche kust doen ondernemen, welke volgens de Oostenrijksche lezing nogal succes had. Het officieele bericht over de krijgs verrichtingen op 24 Mei luidt als volgt: Heden voor zonsopgang, dus juist twaalf uur na de oorlogsverklaring door Italië, heeft de Oostenryksch- Hongaarsche vloot tegelijkertyd met goed gevolg aanvallen gedaan op de Oostkust van Italië van Venetié tot Barletta. Een zeevliegtuig wierp 14 bommen op Venetië, stichtte brand in het tuighuis, bracht zware schade toe aan een torpedojager, bestookte het station, eon petroleumtank en loodsen aan de Lido. De torpedojager „Scharfschütze" was het zeer nauwe kanaal van Porto Corsini binnengedrongen, toen men aan boord plotseling in de onmiddel lijke nabijheid sterk bezette loop graven zag. Van de volkomen ver raste bezetting is het meerendeel neergeschoten. Drie geheel verborgen strandbatteryen openden hierop ech ter een woedend vuur uit haar 12- duims kanonnen op den kruiser „Novara" en de torpedoboot 80, die voor den ingang van het kanaal lagen. De torpedoboot kreeg een treffer in de eetsalon der officieren, waardoor een man zwaar werd verwond en de boot lek raakte. De „Novara" mengde zich nu ook in den strijd, teneinde den torpedojager .en de tor pedoboot uit hun neteligen toestand te redden, nam de loopgraven onder vuur en vernielde de kazerne. Hij kreeg echter tal van -.treffers. De luitenant ter-zee Parsich en vier man werden gedood, vier zwaar en ver scheidene licht gewond. De verliezen van den vijand waren evenwel mis schien tien- of twintigmaal zoo zwaar. De „Scharfschütze" kon volkomen ongedeerd de wyk nemen. Te Rimini werden door den pant serkruiser „St. Georg" het station en de brug beschoten. Te Sinegaglia werden door de „Zriny" de spoorbrug, de watertoren, de havenwerken, het station en een trein vernield. Station en trein en een naburig gebouw verbrandden. Te Ancona werden door een groot Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Heerenmode-Artikolen. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. deel der vloot do oude vestingwer ken, de artillerie- en cavaleriegebou- wen, de electrische centrale, het sta tion, de gasfabriek, het petroleum- depot, het seinstation en het station voor draadlooze telegrafie beschoten. Door verdwaalde projectielen on bran den iB ontzaglijke schade aangericht. Twee stoomschepen zijn in de haven in den grond geboord. Op de werf werd een pas gebouwd schip, dat klaar was om van stapel te loopen, vernield. Een kleine batterij en eenige machinegeweren openden slechts het vuur op twee torpedojagers. In het eenige moderne fort Alfredo Saoti stond weliswaar bij het begin der beschieting de bezetting bij de kanon nen, doch een tweetal vliegers deden haar met machinegeweervuur zoo zeer afdeinzen, dat ze niet meer terug keerde. Deze beide vliegers en nog een derde wierpen ook een dertigtal bom men op de ballonbergplaats te Chia- ravallo, een eindweegs het land in, en verscheidene andere mililaire in richtingen. Het luchtschip „Citta di Ferrara" wierp zonder gevolg verscheidene bommen naar do „Zriny" en onder nam een aanval op de vloot, doch verwyderde zich haastig toen twee vliegers kwamen aanvliegen, die trou wens reeds al hun bommen hadden uitgeworpen. Ditzelfde luchtschip of een ander was r eeds een half uur na midder nacht door de vloot halverwege tus schen Pola en Ancona waargenomen, varende in tegenovergestelde richting. Zonder twijfel was het op weg naar Pola. Toen echter de drie schepen die het begeleidden de wyk namen voor het geschutvuur, wendde het luchtschip aanstonds den steven en verdween in noordwesteiyke richtiDg, zonder, naar 't schijnt, zelf de vloot te hebben gezien. De spoorbrug ov.rr de Potenzo rivier is door het oorlogsschip Radetzty beschoten en beschadigd. Het oorlogsschip Admiral Spaun met vier torpedojagers beschoot de spoorbrug over de Senarca-ri vier, het spoorstation, de locomotieven, het pompstation enz. te Campo Marino, vernielde het seinstation van Tremeti en beschadigde het seinstation van Torre li Mileto. Het oorlogsschip Helgoland, ver gezeld vau 3 torpedojagers, beschoot Viesti en Manfredonia en stiet by Barletta op twee Italiaansche torpedo jagers, die het onverwijld onder vuur nam en vervolgde. Ze werden door onze torpedojagers Csepel en Tatra de richting van Pelagosa opgedreven. Een der torpedojagers kreeg granaten, in de machinekamer, terwyi een ketel werd stukgeschoten. Het schip stopte, raakte in brand en moeBt zich over geven. De Csepel, Tatra en Lika redden 35 man van de bemanning, waaronder de commandant, alle offi cieren en machinisten en namen hen gevangen. Het reddingswerk werd gestoord door twee slagschepen van het type Vittorio Emmanuele en een hulp kruiser, die uit het Noordoosten tot op 9000 meter waren genaderd. In het gevecht dat volgde, kreeg alleen do Csepel onbeteekenende treöers, waardoor een man /.waar, tweo licht werden gewond. Het vuur der slag schepen werd door de Helgoland en de torpedojagers blijkbaar met goed gevolg beantwoord. De korste afstand tusschen de vechtende schepen was 8000 meter. Na korten tijd waren onze schepen buiten schot. Behalve de opgesomde verliezen, heeft de Oostenrijksche vloot geen verliezen geleden. Verder wordt medegedeeld dat be- trekkeiyk kleine afdeelingen alpen jagers de grenzen overtrokken. Toen zy op de Oostenryksche stellingen stieten, trokken zij zich terug, Een officieel Italiaansch bericht geeft een overzicht van krygsver- richtingen, die op 24 Mei hebben plaatsgevonden bij Carnia en Friuli (bij üdine). Bij Carnia aan de grens opende de Oostenrijksche artillerie om 7 uur 's avonds op 23 Mei het vuur tegen onze stellingen, echter zonder gevolg. Op 24 Mei beschoot onze artillerie de stellingen die door de vijandlljke artillerie waren inge nomen. Langs de grens by Friuli zijn onze troepen overal op vijandelijk gebied doorgedrongen en hebben slechts zwakken tegenstand ontmoet. De hoogten van Capo Petta, tusschen de Indrio en de Isonzo, zyn door de onzen bezet. De vijand trok zich terug na de bruggen té hebben ver nietigd en de huizen in brand te hebben gestoken. Onze torpedojagors hebben het vuur geopend op eon vyandeiyke afdeeling te Porto Buso. Ze hebben troepen aan wal gezet en 70 Oostenrykers gevangen genomen en naar Venetië gebracht. Onze verliezen bedragen één doode en enkele gewonden. Hat Engelsche slagschip „Trlumph" getorpedeerd. Konstantinopel, 25 Mei. Het groote hoofdkwartier deelt mede Vanmiddag is het Engelsche slag schip „Triumph" in de Golf van Saros voor Ari Boernoe getorpedeerd en gezonken. (De „Triumph in 1903 van stapel geloopen, was een slagschip vau 12,000 ton, bewapend met 4 stukken van 25.4 c.M., 14 van 19 c.M., 14 van 7.6 c.M., 4 van 5.7 c.M. en 2 torpedolanceerbuizen. De bemanning bestond uit 700 koppen. Het was een zusterschip van de „Swiftsure", die ook aan de Dardanellen dienst doet.) Italië. Het H.bl. schrijft Italië heeft dus den oorlog ver klaard. De krijgsverrichtingen zijn begon nen, er hebben reeds schermutselingen plaats gehad tusschen de voorposten van beide partijen, maar omtrent deze jiit den aard der zaak onbe teekenende gevechten worden nog geen bijzonderheden meegedeeld. On getwijfeld heeft de eerste botsing plaats gehad in het grensgebied Trentiuo, immers zij geschiedde tus schen Alpenjagers en een Oosten rijksche patrouille en de Alpenjagers zullen wel in het bergland ageeren. Ook meldde men de verschijning van Italiaansche ruiters in het plaatsje Strassoldo, gelegen in bet kustgebied tusschen de Isonno en de Italiaansche grens, vlak bij deze laatste. Blijkbaar is het dus de be doeling der Italianen het offensief te beginnen zoowel naar het noorden als naar het oosten in de richting van het begeerde grondgebied, waar men natuurlijk op medewerking der bevolking hoopt. In hoeverre deze hoop gerechtvaardigd is zal moeten blijken. De berichten uit Oostenrijk sche bron doen gelooven, dat de Italiaansche Oostenrijkers die van het Oostenryksche juk zullen moeten worden bevrijd, nu juist niet zoo heel geestdriftig voor hun komende bevrijders gestemd zijn, maar dat is natuurlijk een eenzijdige voorstelling en de toekomst zal moeten leeren in hoeverre zy juist is. Echter men zal goed doen in elk geval aan dien geest der bevolking toch niet te veel waarde te hechten. Ook de Franschen bijv. hebben in den beginne veel waarde gehecht aan den volksgeest in Elzas-Lotharingen en het eerste Fransche offensief werd dan ook tegen as ingezet; met welk resultaat weten we thans. En in de Italiaansch- Oostenrljksche grenslanden za! het misschien niet anders gaan. De hoofdzaak blijft de militaire kracht der wederzijdsche partijen, de steun der bevolking is slechts van zeer ondergeschikte beteekenis. De Oostenrijksche marine is reeds onmiddellijk in actie getreden. Aan vallen van zee uit en uit de lucht zijn gedaan op Porto Corsini (by Ravenna), Ancono en Baretta, dus langs de geheele kust van 'de Adria- tischo Zee. Maar ook deze actie heeft voorloopig natuurlijk geen andere beteekenis dan om schrik te ver spreiden en den vijand af te leiden. Een gevolg van Italië's deelneming aan den wereldoorlog zal wel dit ziin, dat voorloopig de Italianen inTripo- litanie zich naar de kust terugtrekken. Alle tot dusver met groote moeite en bloedige offers in Noord-Afrika ver kregen voordeelen zullen dus worden prijsgegeven zeer vele waren dit eigenlijk nog niet, want de onder werping van Tripolitaniö bleek met zoo heel gemakkelijk en vooral in den laatsten tijd nam de oproerige beweging in dit gebied sterk toe. En als na den oorlog het Tripolitaansche gebied Italië blijft toegewezen, zal het hier vrijwel van voren af aan moeton beginnen. Welke nadeelen zulk een gecon centreerde stelling heeft in een gebied waar een vermetele vyand ageert, kunnen wij beoordeelen als we eens de geschiedenis van onze actie in Atjoh opslaan. Maar wat het zwaarste is moet het zwaarste wegen en het is te begry'pen, dat Italië thans geen gelegenheid heeft om een eenigszins belangrijke troepenmacht in Noord-Afrika vast te leggen nu het ongetwyfeld de handen vol zal krijgen aan de eigen grenzen. Want een militaire wandeling zal de actie van Italië tegen Oostenrijk ongetwyfeld niet zijn. Oostenrijk wordt door Italië niet overvallen. De langdurige onderhandelingen, de mili taire maatregelen van Italië deden den Oostenrljkschen bondgenoot reeds lang verdacht zijn op mogelijke ver rassingen van deze zijde en het Oostenrijksche legerbestuur heeft ook zijn maatregelen genomen. Ondanks de actie tegen den Russischen vijand was Oostenrijk in staat in het grens gebied aan Italiaanschen kant de noodige voorzorgen te treffen en een observatieleger hier te concentreeren. De Oostenrijksche troepenmacht hier zal nu met Duitsche troepen die ondanks alle inspanning voor den strijd naar twee fronten noodig blik baar nog altijd in nieuwe aantallen in voorraad zijn worden versterkt en de beide midden Europeescbe bondgenooten zullen dus een zeer zeker eerbiedwekkende macht den Italiaanschen legers tegemoet kun nen zenden. Zal Italië dus de uitvoering van zijn besluit volstrekt niet meevallen, dat neemt natuuriyk niet weg, dat voor de Midden-Europeesche mogend heden het optreden van Italië in de bestaande omstandigheden een zeer onaangenaam feit is. Reusachtige troepenmachten zullen nu op een i nieuw oorlogstooneel moeten ageeren, juist terwijl nieuwe troepen aan de reeds bestaande fronten zoo dringend noodig zijn. De Italiaansche socialisten en de oorlog. Beriyn, 25 Mei. Het Berl. Tage- blatt verneemt uit LuganoDe Avanti bevat een besluit van het socialis tisch partijbestuur, dat met nadruk weigert den oorlog goed te keuren of medewerking te verleenen. Het blad zegt: Het zou Italië's plicht zijn geweest bemiddelend op te treden in plaats van zyn hulp te ver sjacheren. Hetzelfde blad meldt, dat in Cala- brië de reservisten door, het volk on der het uiten van verwenschingon togen den oorlog naar het station zijn begeleid. In Venetië hebben ar beiders en vrouwen door de stad trekkende nationalisten de vaandels ontrukt en hen uiteengejaagd. De Italiaansche oorlog en Amerika. De deelneming van Italië aan den wereldoorlog zal voor de Vereenigde Staten van Amerika belangrijke eco nomische gevolgen hebben. In Ame rika wonen n.1. circa 1.300.000 Ita lianen waarvan 35 pCti tot de reser visten behoort. Te New-York alleen wonen meer dan 400,000 Italianen. Door de oproeping der Italianen zal in bepaalde industriecentra in het bijzonder voor spoorwegenaanleg, groot gebrek aan arbeidskrachten ontstaan. Italië en de Duitsche scheep vaart. Bij het uitbreken van den Euro- peeschen oorlog hebben een groot aantal Duitsche schepen in Italië een toevluchtsoord gezocht. De oorlogs verklaring van Italië zal dus tot ge volg hebben dat opnieuw het lot van vele Duitsche schepen twijfelachtig wordt. De meeste Duitsche reederijen weigeren vooralsnog, om voor de hand liggende redenen, uitsluitsel over dit onderwerp te geveD. Alleen de Deutsche Levantlinie deelt mede dat zes en de firma Sloman dat negen van haar schepen zich in Italiaansche havens bevinden. Duitsche persstemmen. Over het begin van den oorlog met Italië schrijft het „Berl. Tage- blatt" Het Duitsche publiek heeft de Italiaansche oorlogsverklaring opge nomen met het koel schouderophalen, 't welk aanduidt, dat men noch het moreel, noch de kracht van den tegen stander hoogschat. Ieder gevoelt, dat het meedoen van Italië den oorlog, waarvan de offers steeds grooter worden, kan rekken, maar niemand gelooft, dat het een beslissenden in vloed op den uitslag zal hebben. Men verliest n.1. niet uit het oog, dat de Italiaansche eenheid slechts met hulp van buiten tot stand is gekomeD, dat de Duitsehers, en vóór hen de Franschen, die op het slag veld hebben bevochten terwijl de Italianen toekeken en „Eviva" schreeuwden. Zelfs in Tripoli zijn de militaire verrichtingen der Italianen middel matig geweest. Onder het opschrift: „De achtste vyand", zegt de „Lokal Anzeiger": „Het heilige nationale streven, in welks naam de van moed opgeblazen Italianen op zeven andere, byna allen fonkelnieuwe bondgenooten steunend, de centrale mogendheden willen ver pletteren, moet strekken om de ver- aohteiykste boevenstreek tebedekkeD. Met onbuigzame vastberadenheid zul len de Duitsche legers, verbonden met de in den storm beproefde Oostenryk-Hongaarschestrljdmakker8 den Italianen tegemoet treden." Fouten In de oorlogsorganlsatle. De „Times" bevat een brief van haren militairen correspondent by het Britsche hoofdkwartier, waarin hij uiteenzet, hoe 't komt, dat ondanks den moed, de volharding en de naar zyne meening hoogere persooniyke ge vechtswaarde van den Engelschen soldaat, het resultaat niet zoodanig is, als men op grond daarvan zou mogen verwachten. „Alle oorlogsstrategie en taktiek berusten in dezen tyd op een niet te ontkennen feit. De vyand heeft eeu verbazingwekkend oorlogsapparaat en tenzij wij ons een gevechtsmachine van even groote waarde kunnen ver schaffen, zal hy de hoogere gevechts- waarde van onze mannen te niet doon. Die machine bestaat uit een groote hoeveelheid zwaar geschut en automatische kanonnen en een klaar- biykelijk onuitputtelljken voorraad ontploffingsmiddelen. Degene, die 't eerst het verhaaltje opdischte, dat de Duitsehers gebrek krijgen aan bom men, heeft aan de zaak van de ge allieerden een zeer slechten dienst bewezen. „De Franschen brachten dezer dagen te Artois een groote massa artillerie byeen en het resultaat was, dat de Fransche infanterie zonder moeite vier myien vooruit kon trek ken. OntplofflDgsmiddelen in vol- doedde hoeveelheden vernietigen des vyands loopgraven, borstweringen en versperringen. Met ,de hulp van een goeden,luchtverkenningsdienst, zooals wy er een hebben, zal het mogelijk zijn, zyne zware houwitsers te ver nielen. Na een goede voorbereiding door de artillerie, kan men, volgens de meening van een hooge autoriteit, verscheidene mijlen gronds met een wandelstok in bezit nemen. „'tls nu geen tyd om te schelden en te critiseeren. Wy allen hebben schuld allen behalve de soldaten, die in het veld staan, 'tls nu onze zaak onze fouten te herstellen en de tegen-machine zonder verwijl ge reed te maken". De bevolking van Frankrijk. Als voor alle oorlogvoerende par tyen zyn ook voor Frankryk de ver liezen aan menschenlevans zwaar. En dikwijls hoort men in deze dagen de vraag stéllen hoe het in de toe komst in Frankryk gaan moet, waar, blijkens de jongste bevolkingsstatistek (1914), het aantal sterfgevallen dat der geboorten verre overtreft. Gustave Hervé, de bekende soci alistische anti-militairist van vroeger, schrijft over deze kwestie in de Guerre Sociale. „Ik hoor, zoo schrijft hy, armo vrouwen in rouw bij het lezen van de bevolkingsstatistiek zeggen: „we hebben nog te veel kinderen gehad, want we hebben ze toch maar voor de slachtbank opgevoed". Arme vrou wen, die niet inzien, dat wy de slachtery misschien juist daaiom hebben omdat de Fransche mannen en de Fransche .vrouwen sedert 44 jaar voor de lasten van het vader en moederschap teruggeschrikt zijn. Ach, die ellendige berekening, die w(j byna allemaal gemaakt hebben. Om onze dochters een mooie bruidschat mee te geven, om onze landerijen niet voor meer kinderen te verbrok kelen, om ons niet te binden ter wille van een aangenaam leven, hebben wy byna allemaal geredeneerd, dat we gelukkiger zouden zyn naar mate we minder kinderen hebben. En zoo zyn we langzamerhand het land der ongetrouwde mannen en der eenige zonen geworden. Wel hielden wy, ieder op zijn manier, van ons land, maar nog meer waren we op ons goede leven gesteld. Naast ons, In Duitschland, vulde nieuw sap stad en land. By ons werd het land tot een woestenij en zelfs de'steden vegeteerden slechts, ondanks den invloed van boeren. Waarom zich druk te maken en voor wien In 's hemelsnaam? Na ons de zondvloed, Vaarwel ondernemingsgeest! Welkom, klein ambteuaarspost je, wolkom goede belegging in staatsrente. En wij ver wonderen er ons nog over, dat onze havens en onze industrieele uitrusting door de Duitsche concurrenten bespot werden. En wy waren verontwaai- dlgd als zij over ons als over een dekadente natie spraken. Wij namen af. Toen wy tot den driejarigen dienstplicht onze toevlucht moesten nemen om de vergelyking met het Duitsche leger-op vredes sterkte te kunnen doorstaan, hebben wy niet eens bemerkt, dat wy voor onze vrees voor veel kinderen begonnen te betalen. Thans betalen wy die vrees nog duurder. Uit trouw tegenover Rus land, den beschermer van de Slavi sche naties op den Balkan, zijn wy in dezen oorlog gewikkeld. Ik vraag: zouden wy het verbond met Rusland gesloten hebben, waarvan wy het gevaar kenden, wanneer wij de krach tige nataliteit gehad hadden, die ons in staat gesteld zou hebben Duitsch land te trotseeren Ik vraag mij af of Duitschland het ooit gewaagd zou hebben een Frankrijk zonder bond genooten, maar met meor dan 67 of 68 millioen inwonere, don oorlog te verklaren. Zal de les althans eenig nut hebben?" AlduB Hervé in de „Guerre Sociale". BINNENLAND. Da Harwichboot Cromer aangevallen. De Dinsdag te Rotterdam binnen gekomen Harwichbóot Cromer, is op ongeveer 4 myl ten noorden van het lichtschip Noord Hinder door een Duitsche duikboot aangevallen. Ka pitein Barren, die op de brug was, vertelde van het voorval het volgende: Gisterochtend om half acht gaf plotseling de uitkyk op: „een voor werp aan stuurboordsboeg." Ik zag in die richting en ontdekte de peris coop van eon duikboot. Dadelijk daarop zagen wy het spoor van een torpedo die, naar ik schat met een snelheid van 40 mijl in het uur op 0D8 aankwam en 14 M. voor den boeg van het schip ons voorbij ging. Ik liet onmiddeiyk sturen in de richting, waar ik de duikboot had gezien, want dat is de beste manier van handeleD, maar zy moet dadelijk na het schot zyn ondergedoken, want niemaDd van ons heeft ze weer gezien. Wy hebben daarop do reis naar Rotterdam ongehinderd voort gezet. De Duitsehers hebben slecht gemikt, want op den betrekkelijk kleinen afstand, die ons van hen scheidde, hadden zij ons kunnen treffen. Kapitein Barren heeft al tweemaal eerder duikbooten gezien, maar dit was de eerste maal, dat zyn schip is aangevallen. Da reit gewaagd. Het Duitsche stoomschip „Kurt", dat sederL 30 Juli van het vorig jaar in Rotterdam lag heeft het aange durfd de reis naar Emden buitenom af te leggen. Het stoomde echter dicht langs de Ncderlandache kust om zoo noodig nog ergens te kunnen I binnenvluchten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1