HELDERSCHE COURANT
L
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en
Anna Paulowna
No. 4473
DONDERDAG 3 JUNI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco j
Zondagsblad 37£
Modeblad 65
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling
r post 90 ct., Buitenland f 1.90
45 „0.75
75 „1.00
Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van J tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2J- cent.
Opfpag. 4 van dit no. zijn
opgenomen
1. Feuilleton.
2. Gemeenteraad van Callantsoog, enz.
DE WEEK.
1 Juni.
In de hoofdstad des Rijks is op
Zondag 30 Mei 1915, in het stadion,
gehouden een muziek-festijn, waarbij
een reuze-orkest van 1600 man, -
niet minder dan vier-en-zestig muziek
korpsen van den Provincialen Bond
van Harmonie- en Fanfare-gezelschap
pen in Noord-Holland deelnamen.
Een „kunstenaars-zomerfeest" is in
voorbereiding. Het muziek-drama
„Madeleine" van Sam. Schuyer, met
tekst van Job. v. Veen, is zulk een
enorm succès geworden, dat zich
een eere-comité heeft gevormd om
't in den lande te „propageeren".
De grijze, neen, de onsterfelijke
C. v. d. Linden, is weer op den voor
grond getreden. En zijn naam wordt
in één adem genoemd, thans, met
het wederom-rapende plan om eene
Nederlandsche Opera de hoeveel
ste 1 te stichten. Alle vroegere
teleurstellingen schijnen in 't ver
geetboek geraakt. En nogmaals hoort
men de verzekering uiten, dat de
onderneming thans „op .hechten flnan-
tieelen grondslag zal worden ge
bouwd." Ondanks wereldcrisis en
oeconomischen nood. Dat deze er nog
wel is, - men kan er misschien een
staaltje van aanschouwen in de
steden, waar lange, lange files van
op „broodkaarten" wachtenden, koes
terend Juni-zonnetje of ook wel malsch
vroegzomer-regenbuitje trotseeren,
uren-langTe Amsterdam zouden
40- h 45duizend broodkaarten zijn
uitgedeeld. Misschien heeft men hier
evenmin een juiste maatstaf ter be
oordeeling van dien oeconomischen
nood als in den toeloop tot het ver
krijgen van de goedkoope visch, waar
van de prijzen van overheidswege
gecontroleerd worden?...
Wij hadden ,'t zooeven over de
„uitgaande en pretmakende wereld".
Het „Nederl. Tooneel" beleeft der-
mate-gunstige tijden, dat 't zijn artis-
ten niet slechts met twee maanden
vrlj-af huls-toe kan zendon, met be
houd van volle gage, maar zelfs aan
vullen, bijpassen, wat enkele maan
den geleden op de gagementen moest
gekort worden. Met fiks-gespekten
beurs gaan de dames en heeren, de
hun zeker van harte toegewenschte
acht weken vacantie tegemoet. Het
„Rembrandt-theater", dat tijden-ach
tereen halsbrekens werk had om
„joindre les deux bouts", - er net-
eventjes te komen is, dank zij den
„Boemel baron", zoo'n eind „boven
Jan" gekomen, dat het jongste ver
slag één-en-al zonnig optimisme is
De „Nederlandsche Bank" deelt f131
dividend uit en wie de meeste „eind
cijfers" der diverse ondernemingen
ziet, in dezen tijd des jaars den aan
deelhouders voorgelegd, krijgt aller
minst den indruk van eene „crisis",
allen nu bedreigend. Hoezeer 't onzen
landbouwers thans, in letterlijke
en figuurlijken zin, naar den
vleesche gaat: minister Posthuma's
jongste oeconomische nota heeft 't
geleerd voor wie 't nog niet wisten.
En de wolvorderingen, door den Staat
nu afgekondigd, zal - ondanks som
mige onvermijdelijke weeklachten
over 't algemeen geen „windeieren"
leggen. Terwijl de generale opheffing
van het aardappelen-verbod ook voor
zeer velen 'n tijdinkje was, datgenoege-
lljke stemming doet opleven... Nog
maals: blind is degeen voor de „ver
schijnselen des tijds", die durft te
beweren, dat er nu niet ondanks
al die „lichtpunten", toch in meni-
gen kring noodstand, althans, een
situatie, er angstig-veel op gelijkend,
heerscht. Maar dat in sommige alarm
kreten heel wat overdrijving en „spe
culatie op deernis" wordt aangetrof
fen 't staat wel vast. Evenals deze
andere waarheid, dat wie eens 'n
zuiver „statistieke" kon maken van
hetgeen iD deze dagen voor „menu-
plaisir" van allerlei soort wordt uit
gegeven, toch tot de conclusie moest
geraken, hoe de „offervaardigheid"
voor wezenlijke nooden nog vrij wat
grooter kon wezen dan nu 't geval is.
Om nu nog niet eens te spreken
over de rijkaards in Patria, die den
edelen anonymus van 24 Augustus
'14 stillekens z'n f40.000 plus de
coupons aan den Staat der Neder
landen laten schenken; verklarend
dat zij 't „magnifiek mooi" vinden;
dat „zoo'n kraan van 'n kerel drie
maal den Leeuw heeft verdiend".
Doch overigens niet op het „prachtig
voorbeeld" reageerend. 't Al heel-
nobel achtend, dat zij hebben inge
schreven voor de 275 millioen, slechts
vijf armzalige percentjes afwerpend.
Terwijl er toch voor den drom
mel ondernemingen zijn (o, ge
lukkige petroleum-mannen 1) die een
percent-of-zestig uitkeeren 1
„Voila une autre paire de man
ches" I
Of te wel: dat is andere koffie,
En de stem van den edelen ano
nymus, die tien percent van zijn
vermogen den Staat beloofde zoodra
de oorlog teneinde is, - ze bljjft,
vrees ik, die van den roepende in
de woestijn.
Zij, die den Godsvrede in Patria
liefhebben, zullen nu hun hart vast
houden, denkend aan wat na
8 Juni a.8. aan beide zijden van het
Haagsche Binnenhof zal voorvallen.
Het Voorloopig Verslag des Parle-
ments over het „Paus-ontwerp" is
verschenen. En vooral de „pertinente"
vragen, tot de Regeering gericht be
treffende het strikt-tljdelijke karakter
van het voorgestelde gezantschap bij
den H. Stoel toont aan, met hoe
weinig „animo" de meerderheid der
Kamer bereid is het voorstel te be
zegelen. Zal hetzij jhr. Van Nispen
tot Sevenaer of oud-minister Regoüt,
of wie dan ook, straks naar Rome
tijgen
Zal het Kabinet 't overslaan van
den wereldbrand naar Italië aan
grijpen als middel om „met goed
fatsoen" van het voorstel af te komen
de Koningin verlof tot intrekking
ervan te vragen? Terwijl ik dit
schrijf, hangt nog de ondoordring
bare sluier der geheimenis over deze
vragen. Ik houd noch van wedden
dit om allerlei redenen, noch
van „prognostics" in zaken als deze.
Toch zou ik bijna geneigd zijn een,.
zij 'tklein kansje te wagen op
de waarschijnlijkheid dat het „Paus-
ontwerp" zal blijken te gelijken op
't snel verschietende sterretje, waar
van gedicht werd:
Ce n'est qu'une étoile qui file,
Qui fllo, file et disparait
En de Eerste Kamer pro of contra
het Eedswetje? Zal de Senaat de
dreigementen van „de Senaat moét
in '17 om, en thans reeds dient de
campagne daarvoor begonnen",
in „De Vaderlander"geuit, trotseeren?
De toestand van verwarring en rech
teloosheid in den lande bestendigen
De kans schijnt niet gering dat 't al
dus zal loopen. En daarmee zou de
stellig niet-on begrijpelijke bezorgd
heid, dat de Senaat, zoodra dan,
laten we zeggen de officiéele Gods
vrede" geëindigd is, het Kabinet-Cort
v. d. Linden zal doen ineenstorten;
bijv. door minister Treub's belasting
hervorming van de hand te wijzen
beduidend stijgen.
De moties-Colijn en -Regoüt, als
mede de verwerping van het ont
werp van de Vermogens-belasting
(vooral dit laatste votum!) waren
mis-licke teeckens", zou Vondel
zeggen.
Zal in ons Hoogerhuis de liefde
voor bet Bestand; voor eenheid en
samenwerking bij ons volk tot het
bereiken van vruchtbaren wetgeven-
den arbeid; zijn we dan weer een
maal tot normale tijden teruggekeerd
ten slotte toch sterker blijken dan
de gloeiende, zengende, vernielende
partij-passie Hopen wij 't, zij
't dan ook met ietwat beklemd ge
moed Mr. Antonio.
DE OORLOG.
De offlcieele legerberichten van
31 Mei en 1 Juni.
Van het W e s t e 1 y k front.
Het offensief der bondgonooten
wordt met kracht doorgezet. Toch
slagen zij er niet in bepaalden groote
successen te behalen, ofschoon erkend
moet worden, dat op sommige punten
regelmatig kleine vorderingen worden
gemaakt.
Zoo wordt ook nu medegedeeld
dat de Fransehen ten N. van Arras
een molen en loopgraven aan den
straatweg van Souchez naar Carency
genomen hebben.
In het middag communiqué van
1 Juni wordt bericht, dat bij Souchez
de Franschen vooruit gingen, evenals
op den weg van Aix la Noulette
naar Souchez. In gevechten van man
tegen man veroverden de Franschen
een Duitsch veldwerk. Een hevig ge
vecht ontwikkelde zich om het bezit
der suikerraffinaderij van Souchez.
De Franschen namen hierbij 60
Duitschers gevangen.
Tegenaanvallen der Duitschers
werden afgeslagen.
Verder de gewone mededeelingen
over artillerie gevechten op het
Yserfront, en het afslaan van Duitsche
aanvallen, ditmaal ten N. van Saint
Dié.
Verder wordt van Engelsche zijde
gemeld, dat de verovering van heuvel
17 (ten N. van Yperen) een belanryk
feit is, daar dezen hoogte een uit
stekende punt is ten N. van de stad,
evenals heuvel 60 er een was ten Z.
van de plaats.
Het Duitsche legerbericht van den
Isten is al even onbelangrijkalleen
wordt in dit bericht medegedeeld
dat de Fransche aanvallen geon
succes hadden en dat de Duitschers
dus overwiuners bleven. Bovendien
maakt de mededeeling melding van
„de nederlaag der Franschen bij
Neuville St. Vaast op 31 Mei", welke
wel niet zoo heel groot geweest zal
zijn. Immers wordt gezegd dat niet
tegenstaande deze nederlaag de Fran
schen 'n weinig Noordelijker opnieuw
een poging tot doorbraak deden,
welke echter verijdeld werd. Slechts
bij Souchez kwam het tot gevechten
van man tegen man, doch ook hier
bleven de Duitschers meesters van
het terrein. (Hier is dus verschil met
de Fransche mededeeling). In het
Priesterbosch werden verloren loop
graven heroverd.
Verder werden met de artillerie
eenige „verblijdende successen" be
haald. Zoo werden te Mourmelon le
grand een 800 400 paarden door den
schik uit elkaar gedreven, terwijl ten
N. van Ménéhould en N. O. van Ver
dun opslagplaatsen van munitie in
den lucht vlogen.
Door vijandelijke vliegers werd
Oostende gebombardeerd, doch zonder
belangrijke schade aan te richten.
Van het O o s t e 1 ij k front.
De Russen hebben weer tegenslag
gehad.
Op het front van Przemysl werden
3 forten door de Beiersche troepen
stormenderhand veroverd. De bezet
ting, tenminste het overblijfsel ervan,
bestaande uit 1400 man, werd gé-
vangen genomen. Van de bewapening
vielen 2 gepantserde, 18 zware en
5 lichte kanonnen in handen der
Duitschers.
Door verschrikkelijke tegenaanval
len bq Jaroslau, trachtten de Russen
dit voordeel dor Duitschers af te
wenden. Het mocht echter niet baten.
Zuidelijker, bij Stryj waren de
Russen eveneens ongelukkig. Hier
brakeu de Pommeraansch-Pruisische
gardetroepen door de Russische stel
lingen ten N.W. van den stad en
veroverden daarna de plaats zelf. Het
aantal gevangenen dat hierbij ge
maakt werd beliep ruim 9200 man,
waaronder 53 officieren. Bovendien
werden 8 kanonnen en 15 mitrailleurs
vormeesterd.
Uit de streek van Sjawli wordt
medegedeeld dat de aanvallen der
Russen zonder succes blijven.
Verder wordt opgave gedaan van
het aantal gevangenen, kanonneD etc.,
welke in de maand Mei in handen
der Duitschers vielen.
Ten N. van de Njemen werden
24.700 man gevaugen genomen, 17
kanonnen en 47 mitrailleurs ver
overd. Tusscben Njemen en Pilica
bedroeg het aantal gevangenen 6943
en het aantal mitrailleurs 11, terwijl
op dit gedeelte van het front boven
dien een vliegtuig werd buitgemaakt.
Het Oostemdiksche bericht maakt
behalve van de hier bovengenoemde
successen der Duitschers, melding
van krachtige aanvallen der Russen
over het geheele front van de San.
Alle aanvallen werden m6t zeer zware
verliezen van den vijand afgeslagen.
De bij Stryj teruggeslagen Russen
trekken op den Dnjestr terug.
Van het Z u i d e 1 ij k gevechts
terrein.
Van Italiaansche zijde wordt mede
gedeeld dat de opmarsch der troepen
aan de Oosten rij ksche zijde van de
grenzen van Tirol en Trente voort
gezet wordt. 6 K.M. ten N. van Ala,
werd een hoogte vermeesterd welke
Roveredo beheerscbt. De artillerie-
gevechten op de hoogvlakten duren
voort.
In het dal van de Brenta is het
front vooruitgeschoven tot op 8 K.M.
van Borgo 27 K.M. O. van Trente).
De berg Belvedere, welke Primiero
beheevscht is in handen der Italianen.
Aan de Karnische grens werd een
Oostenrijksche aanval afgeslagen.
Door een flottille torpedojagers
werd Monfalcone gebombardeerd,
waarbij ernstige schade werd aan
gericht. Eenige groote, met meel ge
laden barken werden vernietigd. De
jagers keerden onbeschadigd terug.
Aan de Dardanellen werd
volgens een Turksche mededeeliDg
- een aanval van de Engelschen op
de stellingen bij Ari Boemoe ver
ijdeld, evenals een poging om eenige
verloren loopgraven te hernemen.
De Engelsche berichten houden
zich voornamelijk bezig met de ver
melding der Turksche verliezen. Deze
moeten zeer zwaar zijn. Volgens
Turksche gevangenen werden heele
regimenten vernietigd.
In het bizonder zijn de verliezen
aan officieren groot. De gapingen
worden gevuld door kadetten van de
vloot. Militairen van allerlei soort
worden door elkander in eenheden
vereenigd.
Tijdens een bajonet-aanval kwamen
er van een regiment van 3000 man
slechts 120 terug.
Bij een andere gelegenheid verras
ten de bergkanonnen de Turken, die
zich 's nachts aan het verzamelen
waren. Een Arabisch officier zeide
dat zij op het oogenblik dat hij ge
vangen genomen werd, op z'n minst
40.000 man hadden verloren.
De Britsche machine-kanonnen
waren vooral zeer doodelljk van uit
werking. De scheepskanonnen hadden
echter de meeste uitwerking. De ont
ploffing van hun projectielen verlamde
een aantal soldaten in den omtrek.
Aan de kust by Smyrna werden
eenige plaatsjes door een Fransche
kruiser beschoten.
Van het Turksch-Russische
front meldt een Russische mededee
ling dat in het kustgebied en het
dal van den Tsjoroch de geweerge
vechten voortduren.
In de streek van Wan zijn de Tur
ken na een gevecht bij het dorp
Manghelaff voor de troepen in Wes
telijke richting teruggeweken.
Intusschen is de oorlog in de lucht
ook met kracht voortgezet. Door
Zeppelins werden bommen geworpen
op Londen. Verder werden door Oos
tenrijksche vliegtuigen bommen ge
worpen op de plaatsen Bari en Brin-
disi. De schade was gering. In Bari
werd een kind van 15 jaar gedood,
terwijl in Brindisi twee burgers licht
gewond werden.
Van Italiaansche zijde wordt boven
dien medegedeeld, dat Zondag een
luchtschip een bezoek bracht aan
Pola. Het station, de opslagplaats
van petroleum en het arsenaal wer
ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heerenmoda-Artikelen.
Gomaakto kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
den gebombardeerd. Alle bommen
ontploften ter plaatse waar ze op
waren gericht. Een groote brand brak
uit in het arsenaal. Het luchtschip
is ongedeerd teruggekeerd.
Zeppelins boven Lenden.
Uit verschillende plaatsen in het
Z. van Zeeland kwam het bericht dat
Maandag eenige luchtschepen waren
gezien, die in de richting van de
Noordzee voeren.
Later bleek dat Zeppelins een tocht
naar Londen hadden ondernomen,
waarbij zij 90 bommen, grootendeels
brandbommen, op het stadsdistrict
wierpen. Ef öutstond een reeks bran
den, maar voor drie slechts werd de
hulp der brandweer ingeroepen. Deze
bluschte de branden binnen korten
tijd.
Geen enkel openbaar gebouw werd
beschadigd.
Een zuigeling, een jongen, een man
en vrouw werden gedood, een andere
vrouw levensgevaarlijk gekwetst.
Overigens werden nog enkele personen
gewond.
Van Duitsche zijde wordt medege
deeld, dat de werven eu dokken van
Londen gebombardeerd werden.
Uit Londen wordt bovendien nog
gemeld, dat de (Eng.) Morning Post
via Bern een bericht ontving waarin
werd medegedeeld, dat een zeppelin,
die deel had genomen aan den tocht
naar Southend, zoo ernstig beschadigd
is geworden door het Engelsche ge
schut, dat het luchtschip bij Helgoland
in zee is gevallen. Men zegt dat de
bemanning is omgekomen.
In de loopgraven.
De BerlljDsche correspondent van
de „Nieuwe Rotterd. Ct.", beschrijft
met welke groote moeilijkheid men
bij den aanleg heeft te kampen.
Uiterst langzaam gaat het in zijn
werk, vooral op die plaatsen, waar
de bodem uit een steenigen, lossen
grond bestaat. Op zulk terrein kan
de aanleg slechts plaats vinden ten
koste van vrij aanzienlijke verliezen.
De slaapholen voor de bezetting
konden in den muilen grond niet
worden uitgeboord, maar werden van
bovenaf, ais diepe kuilen gegraven,
en daarna met pantsering, balken,
aarde enz. toegedekt.
En zelfs dit terrein was nog niet
eens het moeilijkste. Wij kwamen
op een plek waar de bodem uit
compacte steen bestond. Elders weer
liep de loopgraaf door een dicht
kreupelbosch, waarvan het wortel
kluwen een zeer bezwaarlijke hinder
nis had gevormd bij het graven. Het
kreupelhout boven den grond had
men eerst geheel weggekapt, niet
met den bijl, maar met artillerievuur.
Het zag er nu uit als een stoppel
veld, dat meer geplukt dan gemaaid
was.
Een luitenant van de genie ver
telde, dat hij niet alleen met mecha
nische, maar ook met inoreele moei
lijkheden te kampen had gehad bij
het aanleggen van zijn werk.
Op een zeker punt moest de loop
graaf door een oud kerkhof. Er was
niets aan te doen, het ging niet anders.
Zijn manschappen, brave Beieren,
waren echter niet goedschiks te bo
wegen geweest de oude kruisen en
grafsteenen weg te ruimen. Om on
aangenaamheden te voorkomen, had
hij toen met eenige officieren en
onderofficieren zelf aangepakt. Zeer
gretig echter hadden de manschappen
geholpen bij het opbergen van de
voorwerpen.
Ook het graven van mijngangen
gaat zonder ophouden voort.
In de stellingen op 30, 40, 50
meter van den vijand is men dus
op den rustigsten dag nooit zijn leven
een oogenblik zeker. De Duitsche
soldaten weten zeer goed, dat de
Franschen even druk mineeren als
zij zelf. Voor zwakke zenuwen is
hot daar geen gezond verblijf. Toch
staat men niet geheel machteloos
tegen dezen riooloorlog. Ter hoogte
van de mljnlaag leggen beide par
tijen onderaardsche dwarsgangen
voor hun stelling aan, waarin de
vijandelijke holen moeten terecht
komen. Voortdurend wordt er scherp
geluisterd, of men niet het graven
van den vijand hoort. Merkt men
dat hij op komst is, dan staat men
met het pistool gereed, om de mineurs
neer te schieten, zoodra de laatste
afscheiding tussehen de twee gangen
wegvalt. Er zijn daar onder den
grond reeds verbitterde gevechten
van man tegen manjgeleverd. Soms
lukt het ook, een vijandelijke mijn
door een tegen mijn te vernietigen.
Wee dan de geniesoldaten die daar
aan het werk waren.
Przemysl onder Russisch
bewind.
De Oostenrijksche oorlogscorres
pondent van het„Berliner Tageblatt"
heeft met burgers van Przemysl ge
sproken, die de stad eerst enkele
dagen tevoren verlaten hadden. Een
stemmig vertelden zij, dat de Russen
zich bij hun intocht in de stad
menschelljk en fatsoenlijk hadden
gedragen, zoowel tegen burgers als
soldaten. In den tweeden nacht werd
er echter geplunderd. De militaire
politie, die uit Lamberg gekomen
was, liet deze soldaten begaan. Toen
er nieuwe politie kwam, werden alle
uitspanningen streng verboden. Tien
Russische soldaten, die bij het plun
deren gepakt waren, werden doodge
schoten. Tot vestingcommandant
werd de generaal der infanterie Hart-
manof benoemd. Hij liet het oprui-
mingswerk van de 'forten beginnen,
waarbij verscheiden malen soldaten
op een mijnenveld raakten en gedood
werden. Over de San werd een nieuwe
houten spoorwegbrug aangelegd. Deze
bruggen werden door hoogwater weg
gesleurd en door ponton-bruggen ver
vangen. Tegelijkertijd begon men met
het bouwen van twee vaste bruggen.
De burgerlijke bevolking mocht in
de stad blijven en moest de winkels
open houden. Later werden alle Joden
uit de stad gezet. Ze moesten Przemysl
in de richting van Lemberg verlaten.
Den tijdelijken burgemeester lieten
de Russen eerst in zijn ambt, maar
vervingen hem later door een Lem-
bergsch advocaat. Hij zelf is naar
Siborie gezonden. De burgemeester
moet als Oostenrljksch reserve officier
geweigerd hebben den Tsaar bij zijn
bezoek aan Przemysl namens het
gemeentebestuur te begroeten. De
Tsaar bezocht den 25en April de stad.
Hij reed tussehen twee rijen soldaten
zonder geweer en bajonet. Alle ven
sters moesten gesloten blijven. I)e
Tsaar zat in do derde auto van den
stoet.
In den laatsten tijd waren alle
weerbare mannen, in het geheel 6000,
naar Rusland gezonden.
Nieuwe artillerie.
Het Karlsbader Morgenblatt schrijft
De doorbraak door het Russische
front is, behalve aan de dapperheid
van onze troepen, in de eerste plaats
te danken aan onze groote artilleris-
tische overmacht. Een nieuw type
van Skoda heeft vooral verwoestend
gewerkt op vestingen en loopgraven.
Het is een 15 centimeter houwitser,
waarvan de granaten met ecrasit ge
vuld zijn. Het projectiel kan 450
kilogram aarde opwoeien en doodt of
wondt alles in verren omtrek. Deze
nieuwe houwitser doet door de buiten
gewone ontploffingskracht van zijn
granaten wonderen, en vernielt alle
veld-bevestigingen.
In Gallclë.
Uit Weenen wordt bericht dat de
laatste tien dagen nogmaals 80 Ga-
liciache gemeenten van den vijand zijn
bevrijd, zoodat sedert het begin van
het in Mei begonnen offensief in 't
geheel 868 Galische gemeente weer
door de Oostenrijkers'zijn bezet.
De handelsoorlog.
Londen, 1 Juni. Volgens het ge
wone overzicht van de Admiraliteit
hebben Duitsche onderzeeërs tussehen
19 en 26 Mei slechts één Eugelsch
stoomschip en één visschersvaartuig
kunnen treffen, terwijl er in die zeven
dagen niet minder dan 1323 schepen
in Engelsche havens zijn aangekomen
of daaruit vertrokken.
De totale verliezen der Engelschen
van den aanvang van den oorlog tot
26 Mei ziju 139 -schepen, terwijl in
hetzelfde tijdvak 56,311 zeeschepen
de havens van het Vereenigd Konink
rijk zijn binnengekomen of uitgevaren.
Uit deze cijfers blijkt wel hoe ge
ring de resultaten zijn van een oorlog
gedurende 10 maanden tegen de vreed
zame scheepvaart.
Het Duitsche antwoord op de
Amerlkaansche nota.
WashiDgton, 1 Juni. President Wil-
son is van plan de door de regeering
te volgen gedragslijn in zake de in
ternationale crisis zoodanig vast te
stellen, dat er geen twijfel omtrent
de bedoelingen van het land kan over
blijven om, zoo noodig, het niet bij
woorden te laten, maar ook handelend
op te treden in het belang der menscb
heid.
Hij is vast besloten Duitschlanda
ontwijken van de vragen betreffende
de menschelljkheid door eene techni
sche bespreking van de geschilpunten
dadelijk te beantwoorden door eene
nota, die in het kort de feiten betref
fende de vredelievende uitrusting der
„Lusitania" vaststelt. Voorts zal hij
de ernstige voornemens zijner regee
ring, om Duitscbland volkomen ver
antwoordelijk te stellen voor het aan
tasten van Amerika's rechten op zee,
herhalen.
Graaf Bernstorff zal Woensdag een
bezoek bij president Wilson afleggen,
maar tenz(j hij voorstellen heeft te
doen, waarin Amerika's eischen op
geheel andere wijze worden beant
woord dan in Jagow's nota, zal zijn
bezoek Wilson's gedragslijn niet
wijzigen.
De President zal heden de verschil
lende vraagstukken met den minister
raad bespreken en zijne nota zal kort
zijn en waarschijnlijk reeds Donder
dag a.s. worden verzonden. In die
nota zal, in antwoord op Duitschlanda
vraag aangaande de bewapening van
de „Lusitania" worden vastgesteld,
dat uit het officieele onderzoek is ge
bleken, dat het schip geen kanonnen,
noch gemonteerd, noch ongemonteerd,
voerde, en voorts, dat de Amerikaan-
sche wetten niet verbieden dat kleine
vuurwapenen of ammunitie met pas
sagiersschepen worden vervoerd.
Men gelooft, dat president Wilson
er vervolgens op zal aandringen, dat
de Duitsche regeering het doen zinken
van de „Lusitania" als onrechtmatig
zal erkennen en garandeeren dat in
het vervolg de onderzeesche oorlog
op meer menschlievende wijze zal
worden gevoerd.
Het nieuwe oorlogsterreln.
De correspondentie Heer und Poli
tik schrijft:
Het nieuwe oorlogsterrein is door
zijn natuurlijke gesteldheid een bui
tengewoon moeilijk gebied voor een
aanvallend Italiaansch leger. Men
kent de opmarschplannen van het
Italiaansche leger nog niet, maar de
vorm van het grensland tussehen
Oostenrijk en Italië is door z(jn berg
achtig karakter en de eigenaardige
vooruitgeschoven ligging van Zuid-
Tirol in ieder geval ongunstig voor
de Italianen. Vooral maakt het berg
land, zoowel in het noorden van Italië
als in het oosten, bij een opmarsch
naar de kust het ontvouwen van
groote en overmachtige strijdkrachten
onmogelijk. Ih het noorden dringt
Tirol in een scherpen driehoek tot
in het midden van het Garda meer
Italië binnen. De Italianen kunnen
een leger, d'at hier staat, moeilijk
aanvallen, daar de bergen een ver-
eenigden opmarsch hinderen, zoodat
een kleine, verdedigende strijdmacht
hier gunstige vooruitzichten heeft.
Van spoorwegen komen hoofdzakelijk
de lijnen van Milaan naar Modena
over Mantua en Verona in aanmer
king. De lijn over Verona wordt be-
heerscht door het stroomgebied van
de Etsch. De noordpunt van Italië
wordt door de Julische Alpen van
Oostenrijk gescheiden. Ook hier heb
ben we toestanden zooals aan de
grens van Tirol.'Het bergland maakt
ook hier grootscheepsche operaties
zeer bezwaarlijk. Bijzonder echter
moet men er rekening mee houden
dat het onmogelijk is, hier een groote
strijdmacht te ontplooien tegen een
vastberaden verdediger. Het kustge
bied is eveneens niet bijzonder voor
oorlogsterrein geschikt, daar het Kars-
gebergte met zijn ontzaglijke woeste
nijen en gekloofd bergland uiterst
gevaarlijk is. Tegenover deze land
streek ligt de Italiaansche provincie
Venetiö met de sterke zeevesting
Venetiö. Beteekenis hebben hier de
dalen van Tagliamento, Piave en
Brenta, die belangrijke verkeerswegen
vormen. De spoorwegverbindingen
zijn hier niet slecht. Twee belangrijke
lijnen gaan naar Villach en het kust
gebied. Beide gaan van Venetiö uit,
de een loopt over Udine naar Villach
en de andere over Gradisca naar
Triest.
Roemenië.
BerltjD, 1 Juni. De Roemeensche
geleerde prof. Basilesco schrijft in
het Journaal de Genève over de
eischen van Roemenie. Basilesko
herinnert eraan, dat er een sterke
partij in Roemenie bestaat die voor
aansluiting met Duitschland en Oos
tenrijk is. Hij verklaard, dat Roemenie
door het handhaven van zijn onzijdig
heid een grooten dienst aan de drie
voudige entente heeft bewezen en
dat met dat al de entente de gerecht
vaardigde eischen van Roemenie niet
erkent. Roemenie verlangt geheel
Bessarabie tot aan de Dnjestr. Hot
zal steeds het oog gericht houden op
het gebied aan de overzijde van de
Prooth en by de eerste de beste ge
legenheid er op uittrekken om de
daar wonende 2 millioen Roemenen
te bevrijden. Roemenie zal nooit dul
den, dat Banat Servisch wordt. Het
doet van geen duimbreed grond afstand,
dat door Roemenen wordt bewoond.
Roemenie beschouwd alle landge-
nooten, zoowel die welke onder Rus
sische als die onder Hongaarsche
heerschappij leven, als broeders die
bevrijd moeten wordeD.
Bulgarije.
Parijs, 1 Juni. Telegrammen uit
Sofia ;melden van indrukwekkende
betoogingen ten gunste van een in
grijpen van Bulgarije aan de zijde
van de drievoudige entente, die voor
het Italiaansche gezantschap zijn
gehouden. De heele Bulgaarschepers
betoont'zijn instemming met die
betoogingen.
Men seint aan de Agence Econo-
mique et Financière dat de onder
handelingen door den Bulgaarschen
minister met den voorzitter van den
ministerraad begonnen, op den goeden
weg zlin. Radef is naar Sofia ver
trokken, waar hij rekenschap zal
afleggen over de aangeknoopte on
derhandelingen en de grondslagen
van een mogelijke overeenkomst.
Optochten om voor een oorlog tegen
Oostenrijk te ageeren trekken door
de stad.
Ean oorlogs-drama In de lucht.
De literatuur van den huidigen
oorlog is vol van daden van moed
zelfopoffering en niet minder van
schokken een eind van ons weg
strijken. De schokken worden gewel
diger, nu hangt het tuig op den
linkervleugel, het zwenkt weer naar
ons toe, het keert, het wentelt geheel
om en als een doode vogel stuikt het
den grond op.
We loopen toe en vinden den luite
nant dood op zijn zitbank. De be
stuurder geeft nog teeken van leven,
wy dragen hem met de grootste
voorzichtigheid naar een ambulance.
Daar bekomt hij en verhaalt hij,
haast alsof hij een droom verhaalt,
die geen werkelijkheid zou kunnen
worden
„Gauw hadden we onze verkenning
gedaan en we keerden reeds terug.
Wij vlogen door een hagel van kogels
en boven, naast en onder ons barstten
de granaten uiteen. Ik zag niets meer
dan een kruitdamp waar we doorheen
schoven.
Dit was niet uit te houden en ik
steeg hooger. Maar pas had ik het
hoogteroer in werking gebracht, of
daar barst een granaatkartets vlak
boven ons hoofd en een oogenblik
had ik het gevoel, dat ons tuig aan
splinters vloog en dat mijn hersens
uiteen spatten. Even daarop volgde
een pijnlijke waarneming, die rnlj
innig gelukkig maakte, omdat zy mij
't bewustzijn gaf, dat ik nog leefde
het was of men mijn oogen door-
vliemde met tien vlijmen tegelijk
Dan verbleef ik in een donkeren mist,
die alle voorwerpen aan mijn gezicht
onttrok.
We leefden nog. Er was nog redding
mogelijk. Wanhopig hield ik mijn
stuur vast. Aan richten viel niet te
denken, en het eenige noodige was
vooralsnog in de hoogte te blijven,
om te ontsnappen aan de kartetsen,
die gelukkig minder talrijk waren.
Zoo luide ik het vermocht, riep
ik tot mijn gezel: „Luitenant, niets
gebroken?" Ik kreeg geen antwoord.
Ik dacht dat hy ml) niet gehoord
had, en ik riep nog luider, terwijl
ik my omwendde en mijn best deed
om de oogen te openen ten einde
hem te zien. Niet alleen kreeg ik
geen antwoord, maar alles wat ik
zag was zwart! Ik was dus aan den
dood ontsnapt, doch wist nu dat ik
blind was. En mijn luitenant zou
wel getroffen zijn, dacht ik.
Ik had nog tegenwoordigheid van
geest genoeg om al het hachelijke
van mijn toestand te vatten: alléén
in de hoogte, misschien 1600, 1700,
1800 meters hoog, met onder mij de
dreiging van het vijandelijk geschut
en - de afgrond: ik beval mijn ziel
aan God. Daar vernam ik opeens weer
het vijandelijk geschut en nu schoot
mij de gedachte binnen dat het mijn
plicht was, als ik koD, by de onzen
te landen en aan mijn oversten den
uitslag van onze verkenning mee le
deelen.
Het geschut hielp mij by hetrichteD.
Ik stuurde naar de tegenovergestelde
zijde. Nauwelijks giDg ik twee mi
nuten die richting in, of ik hoorde
mijn luitenant, die weer zyn bewust
zijn had, roepen: „He, waaghals...
naar omhoog, naar omhoog!" Ik
gehoorzaamde instinctmatig en zóó
krachtdadig dat het vliegtuig een
sprong in de lucht maakte. Ik hoorde
mijn luitenant schreeuwen„hij rukt
den haan van den toren!"
Ik begreep dat wij aan oen ramp
ontsnapt waren, en riep terug: „Dank
u, luitenant. Neem me niet kwalijk,
ik zie niet duidelijk meer. En gij,
luitenant, zyt gij gekwetst?" - „Ja,"
antwoordde hij, „ik geloof dat ik
goed getroffen beo. Maar pas op, gij
keert terug naar den vijand. Gauw
linksom. Nog meer. Goed zoo. Vooruit
nu maar."
Drie minuten later vernam ik weer
de stem van den luitenant, doch ze
was zwakker geworden: „Best...
Wij zijn by de onzenSluit uw
motor afZweefvlucht nuZacht
jes aan Zachtjes
Toen hoorde ik niets meer, dan
even daarop het krakend gerucht van
het vliegtuig dat zich op den grond
verbrijzelde."
Toen de majoor, die dit verslag
aanhoorde, zyn deelneming uitsprak
over het blindworden van den vlieger;
antwoordde de blinde: „Het eenige
wat ik bejammer, is niet meer op
verkenning te kunnen uitgaan."
De stakingen In Engeland.
Een Engelsch blad bevat een trouw-
hartigeu brief van een Britsch soldaat,
die in Noord-Frankryk vecht. Wy
lichten er één zinnetje uit: „Op Pink
ster-Maandag beschoten de Duitschers
ons met gasbommen. En echter is
het eenige waar de menschen in
Engeland aan denken, te gaan staken.
De luidjes hier werken nacht en dag
voor een shilling per dag; en do men
schen in Engeland staken om meer
loon. Het is vreeseiykl"
Geen vermocht me echter dieper
te roeren, geen gaf me een aan-
schouwelyker beeld van de ver
schrikkingen van dezen modernen
oorlog, dan het volgende verhaal,
afkomstig van het Belgische front.
Er was een sergeant-vlieger met
een luitenant-waarnemer opgeategen
om de vijandelijke linies te verken
nen. Van de plaats waar wy stonden
konden wij al de bewegingen van
het vliegtuig nauwkeurig gadeslaan
en wy deden het met gespannen
aandacht. Plotseling zien wij het
vliegtuig pyirecht omlaag schieten,
weer horizontaal komen en met
BINNENLAND.
Da „Triton".
Bij de directie van de Koninklyke
Nederlandsche Stoombootmaatachap-
py te Amsterdam is van den kapitein
van de „Triton" een telegram ont
vangen, biykens hetwelk er een brand
heeft gewoed in de machinekamer.
Er zyn booten van een bergings-
maatschappy langs zy om het vuur te
dooven. De reis zal zoo spoedig moge-
ïyfe worden voortgezet.
Uit dit telegram blykt dus, dat de
toegebrachte schade niet zoo ernstig
is als aanvankelijk vermoed werd, en
dat er van torpedeering of het loopen
op een myn geen sprake is.