Thee E. Brandsma Cor. Staalman's Rijwielhandel. JACOB BAKKER Dz., SPOORSTRAAT 101. DE TAAL DES HARTEN. Een geneeskundig consult. I Wij leveren U R. BAKKER Dz., Keizerstraat 56. Hooikist en Karnmolen, Gasfornuis of Gascomforen. ZONDAGSBLAD. Keizerstraat 90. Thee DRUKWERK C. DE BOER JR Depothouders. Wij willen onze lezers heden in de gelegenheid stellen de meening te hooren van een geacht en beroemd geneesheer, over eene aangelegenheid die voor ons allen van belang is. Dr. Pol Demade die in onderscheidene bladen de geneeskundige Kroniek schrijft, heeft in oen boeiend opstel de vraag behandeld hoe het toch komt dat zoo vele lijders aan bloed armoede zoo slecht geholpen worden door de gewone middelen. Hij zegt o.a.: Het staal is zooals de geleerde professor Rossbach uit Jena consta teerde een van de weinige middelen over wier geneeskracht de genees- heeren het eens zijn. Het is noodig, het is onontbeerlijk maar op welke wijze moet het nu in 't lichaam worden gebracht. Ik kon lijders aan armbloedigheid die jaren lang staal geslikt hebben, met elkaar veel kilo's staal maar ze zijn armbloedig gebleven. Welnu in de groote hoeveelheid zit het niet. Groote hoeveelheden zijn eerder schadelijk. In ons heele lichaam zit niet meer dan even drie gram ijzer, het juiste getal is 3,07 gram. Neen de groote hoeveelheid doet het niet. Maar hierop komt het aan dat het staal wordt opgonomon in het bloed. Het chemische staal wordt in vele gevallen niet in het bloed opgenomen en doet derhalve het organisme geen goed. Het staal moet in plantaardige verbinding genomen worden. Ook prof. Nothagel uit Weenen zegt het met zoovele woorden: „hetstaal is ons van geen nut of voordeel daD wanneer het ons in organische ver binding wordt toegediend door de plant." En aan deze voorwaarde, zoo gaat Dr. Pol Demado voort, voldoet de SANGUINOSE. Zij biedt aan het menschelljk lichaam geen ander staal, dan wat in de kruiden en planten aanwezig is, en uit die kruideD wordt, afgezonderd. Daarom verdient de Sanguinose een eereplaats in de be handeling van kinderen, van herstol lenden, van zwangeren, van grijs aards, alleen reeds' hierom mag zij met aandrang worden aanbevolen aan alle oververmoeiden, overwerkten, zonuwzwakken, kortom aan allen, bij wio de rijkdom en dus de kracht en de waarde van het bloed verminderd is. Sommigen mijner collega's behan delen dergelijke gevallen hygiënisch, of door een voeding die vele zieken niet verdragen. Dat is jammer. Ik raad hun in gemoedc: „Neemt eens een proef met de SANGUINOSE". Ik zelf heb de Sanguinose toegepast in zeer verschillende gevallen; bij belemmering in den groei, bij herstel- londcn na de influenza. Ik kan niet anders dan de voortreffelijke uitwer king roemen. Zij werkte langzaam en geleidelijk, maar zij werkte grondig en had geen schadelijke bijwerkingen." Dr. POL DEMADE. Verkrijgbaar bij de meeste Apothe kers en goede Drogisten. Van Dam en Co., den Haag. de Riemerstraat 2c-4. Inrichting tot het repareeren, emailleeren en vernikkelen van Rijwielen en Motorrijwielen. FABRIEK VAN HET APPARAAT ELECTRO. PLANTSOENSTRAAT 4. Werkplaats: STATIONOW.STRAAT. Vraagt Uwen Winkelier Een geurig kopje. Volvette oude Goudsche kaas a 65 ct. per pond. jonge 50 Prima Edammer 50 Leidsche kaas 50 Roomboterm.rijkscontrólemerk775 perj.5 pond 75 Schager Kopboter marktprijs. Dagelijks versche Eieren tegen concurreerenden prijs. Aanbevelend, DURE TIJDEN ZUINIG WEZEN. Gebruik de tevens het „Triumph" Verkrijgbaar bij: Verschijnt wekelijks. Een 'schat van Illustraties ■=r aaissïmwelijt bteU rsjjisas? Terkrljglur hij dei Uitgever van deze Courant, L456tS.neF3l'8iSfI (fr. p. post 52" ets.) De gering® prJJ« «tl toot geen onter leicrs oon beletsel tijn om ia te teekeneo. fi*roef nummers od aanvrage gratis. IN TKEKBN BUJBT QndorgoteokoniU wonseht gsrsesld to ontvunjon, GEÏLLUSTREERD ZON A QSBLA T> ta(ao den pr\|s vaa 46 cent» pe* 0 miion'lon, Woo «plaat*. Kaam. In- en Verkoop van Te koop en te zien: des morgens van 10 tot 12 en des avonds van 6 tot 8 uur. Speciaal adres voor OVERHEMDEN naar maat. a OVERHEMDEN met piqué bost f 2.75, prima kwaliteit. Diners word8n dagelijks aan huis bezorgd. Bestellingen 's morgens voor 12 uur aan het van ouds bekend KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13. Beleefd aanbevelend, Wed. L. H. RIETBERGEN R. M.| IS onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, 90 en 100 cent per pond. Pakjes van - 1 - 2% ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Dijkstraat 22, Helder. Wederverkoopers provisie. MEUBELEN. Repareeren, Politoeren, Bekleeden, Riet- vlechten enz. van alle voorkomende Meubelen. Beleefd aanbevelend, D. C. FRANKFORT, Molenstraat nabij „Tivoli". VAN ALLERLEI AARD WORDT BAARNE BELEVERO DOOR UIT DEN OMTREK. Koegras. Kleine kaasfabrieken of groote zuivel fabrieken. Vrijdagavond 4 Juni j.1. werd in het lokaal van den heer De Marees een lezing gehouden door den heer Dr. L. T. C. Schey, die daarvoor was uitgenoodigd door de vereeniging „Koegras Belang". Als onderwerp was gekozen „kleine kaasfabrieken of groote zuivelfabrieken". Door den voorzitter van „Koegras Belang" werd deze vergadering geopend deze wees er op, dat de heer Dr. Schey geheel onpartijdig zal spreken, en gaf daarna het woord aan den spreker. Spr. besefte volkomen dat het onderwerp niet gemakkelijk voor hem zou wezen, toch had het al een ge- ruimen tijd zijn aandacht gewekt, en doordat de 'Vereen, tot Ontw. v. d. Landbouw in Holland's Noorderkwar tier in 1914 een commissie heeft benoemd om juist daaromtront een rap port uit te brengen, in welke com missie de spr. ook zittting heeft, wist hij dat het heel zwaar zou zijn. Immers, het beoordeelen van de wer king der groote en kleine kaasfabrie ken zonder eenige vooringenomen heid voor een bepaald soort is niet gemakkelijk, die commissie is nog niet klaar met haar arbeid, wat nog een nieuwe moeilijkheid was om er nu reeds over te spreken. Toch heeft spr. de uitnoodiging aangenomen, omdat hij meende dat een inleiding vau deze zaak voor belanghebbenden haar nut kan hebben. Het denkbeeld een groote fabriek iDplaats van kleine zweeft hier in Koegras sommigen voor den geest, evenals op sommige andere plaatsen. Voor een goede be oordeeling moet de zaak van alle zijden worden bekekenals men b.v. eens in gedachten een 30-tal jaren terug gaat, in het jaar 1883, toen begon de beweging voor goed, elk jaar kwamen er haast fabrieken bij, zoodoende heeft het zuivelbedrijf al een heele verandering ondergaan in deze provincie. Werd er voorheen bijna niet anders gemaakt dan vol vette kaas op de boerderij, gaande weg is dat veranderd in fabriek matige kaasbereiding met de z.g.n. 40% kaas. Toch hoopt spr. dat er geen nieuwe peilverlaging zal komen. Die veranderingen waren niet om het product te verbeteren, maar hoofd zakelijk omdat het werk op de boer derijen te bezwaarlijk werd. De fabriek matige kaasbereiding ontwikkelde zich meer en meer, en zoodoende kwamen er verschillende soorten van kaasfabrieken. De oorspronkelijke vorm is hier in deze streek het beste bekend, eenvoudige gemeenschappe lijke kaasmakerijen, die het belang rijkste deel van het zuivelbedrijf van de boerderijen hebben overgenomen. Eenvoudig gaat het er toe, het gaat soms zoo eenvoudig, dat-ze in min der gunstige conditie komen, hierbij komt natuurlijk een nadeel voorden dag. De boeren blijven weliswaar zeer van nabij betrokken in den gang van zaken in hun gemeenschappelijke fabriek, spr. noemde dit een voordeel voor de fabrieken, maar het moet ook steeds goed worden, en dat is niet altijd zoo. Op vele plaatsen wil men de melk direkt na het melken kwijt zijn want om de avondmelk te bewaren bleek er te veel te zijn, sommigen wilden zo zoo van de boerderij gehaald zien, zooals de particuliere fabrieken dat doen. Sommige fabrieken werden ingericht om de melk 2 X daags te ontvangen, de z.g.n. zoetfabrieken, deze bedrijfsvorm was in sommige streken zoo aanlokkelijk door het overvloedige nortonwater, dat dooi den koelkelder geleid kon worden. Toch bleef de teleurstelling voor sommige fabrieken, die op wat hooger gelegen land werkten, niet uit, door dat het peil van dit water daalde en de kelder, indien het kon, dieper gemaakt moest wordon en toch word de toestand onbevredigend of slecht. Een zoetfabriek is geheel misplaatst wanneer er niet overvloedig koel water is. Bij die fabrieken waar het water niet hoog genoeg meer komt, behelpt men zich nu met pompen, het koelen der melk geschiedt nu met behulp van een koeler, in welk toestel de melk gauw flink wordt gekoeld, waarna zij in groote bakken te roomen staat. Zuivelfabrieken welke thans nieuwgebouwd worden, volgendirektditlaatstekoelersysteem. De melkbewaarplaats ligt zoo hoog boven den vloer van de kaasplaats, dat de afgeroomde melk door een goot in de kaasbak kan stroomen. Ook de soort van de fabrieken moet in het oog worden gehouden, b.v. de rechtskundige vorm, enz. Hier in deze streek met 5 kaasfabrieken is 1 N.V.' en 4 burger maatsch. De ervaring leert dat het bij de kaasfabrieken, werkende zonder ge- regelden rechtstoestand nogal goed gaat. Maar het kan gebeuren, dat er moeilijkheden komen, zoodat het gemis aan rechtspersoonlijkheid zich doet gevoelen. Het is duidelijk dat zoo'n vereenigingsvorm onmogelijk wordt voor een groote zuivelfabriek. Men moet dan kiezen tusschen coüperatieve-vereeniging of Naaml. Yennootschap. Verbetering van don vereenigingsvorm acht spr. in elk geval gewenscht. Spr. wil volstrekt niet zeggen, dat de coöp. ver. de meest geschikte vorm is. Een N.V. kan geheel een coöp. karakter dragen. Spr. vraagt zich af, of men hier den bestaanden toestand moe is, zoo ja, dan is de oplossing te zoeken in een groote zuivelfabriek. Deze verandering in de 5 bestaande te brengen, zou groote kosten en een onbevredigend resultaat geven. Er zouden kaas- en boterfabrieken komen, die niet be rekend zijn voor haar taak. Spr. zou hier een van beiden willen, of den ouderen bestaanden toestand, de een voudigste vorm, of een groote fabriek. Hiervoor is een vergelijking noodig tusschen de produbton groote en kleine fabrieken. Hoe staan nu groote en kleine fabrieken t. o. v. het hoofdprodukt, de kaas? Men kan niet zeggen groote zuivel fabrieken produceereu betere kaas dan kleine, evenmin het omgekeerde. De kwaliteit der kaas hangt geheel van de kwaliteit der melk in de kaasbak af. Als een kaasfabriek veel last heeft van het gebrek „los", dragen naar spr. overtuiging de melkleveranciers als een geheel genomen de schuld. Een groote fabriek heeft wat voor en ook wat tegen. Het vervoeren der melk over een grooten afstand per as is nadeelig voor de melk, doch is de melk eenmaal in een groote fabriek, dan krijgt ze toch zeker de beste behandeling. De kleine fabrieken hebben dat weer voor, dat de melk uit de naaste omgeving komt. De groote fabrieken nemen een belangrijk deel der melkbehandeling van de boeren en boerinnen over. Aan som mige dagmelkfabrieken kan die zorg veilig aan de leveranciers worden overgelaten, maar dikwijls is de toestand ongunstig en heeft de baas maker gegronde reden tot klagen, al houdt hij zich stil. De meeste mis standen worden v'eroozaakt door On doelmatig of slecht meikgereedschap, doch in hooge mate door het gemis aan deugdelijk boenwater. Groote fabrieken zorgen voor goede melk bussen, theemsen, enz., doch van een kleine kan die zorg ook uitgaan. Groote fabrieken nomen de reiniging van de busseu op zich, wat met het oog op het boenwater wel be3t is, maar dan moeten ze geen balf werk doen, b.v. vluchtig omspoelen en uit- stoomen. Een groote fabriek oefent de zoo noodige 'controle uit op de geleverde melk. Maar een kleine kan daar ook voor zorgen, de kleinheid is zelfs een gunstige omstandigheid, doch dan moet er ook zeker kennis zijn van melkonderzoek en in het alge meen theoretische vakkennis. Kleine fabrieken zijn dus wel in staat voor goede grondstof te zorgen, doch spr. acht een grootere fabriek daartoe minstens evengoed in staat. Veel hangt hierbij af van den directeur der groote fabriek, hij moet beleidvol kunnen optreden. In oen groote fabriek is een betere gelegenheid om kaas te maken van verschillend vetgehalte en vorm. Spr. overtuiging is, dat N.-H. niet besmet moet worden met kazen van minder dan 40% vet in de droge stof. De groote fabrieken in deze provincie zijn er voor, dat het vetgehalte op peil blijft, zij kunnen zelfs garandeeren, dat er minstens 40% vet in de kaas is, zonder veel toe te geven. Kleine fabrieken zullen vaak veel toegeven, maar het zal ook wel eens minder zijn. Het hoofd product, de kaas, zal toch naar spr. meening geen verschil geven, doch wel het bijproduct, de melkroomboter. Dan is de groote fabriek in het voor deel. De boterbereiding moet van de boerderij af. De groote fabrieken kunnen de boter beter bewerken, hetgeen in de Ned. zandstreken een zegen is geweest, het product ver betert kolossaal. De afzet van de boter is uitstekend. De boerinnen maken wel eens bezwaar tegen het betrekken van boter der fabriek, doch dat bezwaar is spoedig over. De boterbereiding staat volgens spr. op de N.-H. boerderijen op een laag peil. De boter inzendingen op de Noord-H. landbouwtentoonstellingen wezen dat voldoende aan. De prijzen zijn nog wel goed te noemen, doch dat komt door den plaatselijken afzet, en lage eischen die de verbruikers stellen. Het is niet de schuld van de personen op een boerderij, doch in een fabriek heeft men nu eenmaal betere hulpmiddelen. De toekomst is ook voor deze streek de verplaatsing van de boterbereiding naar de zoetfabriek. Nu nog de wei. Aan de kleine fa brieken wordt volgens spr. lang niet zooveel boter daaruit gemaakt, dan aan de groote fabrieken, waar de zoete wei gecentrifugeerd wordt; en het produkt aan de groote fabrieken is aanmerkelijk beter. De groote fabrie ken zijn hiermede in het voordeel. Ook de karnemelk is van groote fa brieken beter dan van de boerderij. De leiding van de in de toekomst te bouwen fabrieken vereischt een meerdere kennis, zoodat het dan nood zakelijk wordteen eigenlijken direkteur er in te nemen. Voor een groote fa briek is het noodzakelijk een direkteur te nemen met een flink salaris b.v. f1300.— a f1600.per jaar met vrije woning. Een tegenwoordige directeur van een kleine fabriek zal dan meer als voorzitter, dan als leider van het bedrijf zijn. Voor zoet fabrieken van b.v. 400 koeien kun- in lagere eischen gesteld worden. De financieele uitkomsten zijn niet gemakkelijk te bespreken, het is moeielljk te beslissen wat het voor- deeligste is,, dat heeft spr. al onder vonden. Er is steeds een wedstrijd tusschen coöp.-fabrieken en particu lieren, zoodat het uiterst moeilijk wordt gemaakt, doch spr. meent dat een goed opgezette groote fabrieken een even goed werkende kleine fa briek op één lijn geplaatst kunnen worden, wanneer men alle lusten en lasten bij beiden in rekening brengt. Wil men dus een nieuwen bedrijfs vorm, dan staan de finantieele be zwaren niet in den weg. Hoe men hier in Koegras moet handelen, haugt geheel van de plaatselijke toestanden af, of het 1 groote of 2 kleinere kaas- en boterfabrieken moeten worden. Spr. wil er nog op wijzen, dat de toestand der kleine kaasfabrieken zljii's inziens niet gunstig is, doordat 'het bedrijf niet zelden zoo goed als zonder leiding is. Het is volgens spr. meening goed gezien van de Vereen. Koegras Belang deze zaak eens aan de orde te brengen, daar hier 5 fabrieken zijn, die gezamenlijk 6.088.000 K.G. melk verkazen, afkomstig van 6.400.000 K.G. volle melk, hetgeen door spr. is omgerekend, dat er 5% aan de boerderij blijft, sommige fa brieken worden hier te klein, som migen willen wel een zoetfabriek. Spr. vraagt of het niet gewenscht is, dat eenige personen die daarvoor het meest in aanmerking komeu; samen aan het werk gaan om te overwegen en overlegger} wat in het blijvend belang van het Koegras is, met betrekking tot de verwerking van de ruim 6 millioen K.G. melk tot zuivelproducten. Verschillende zaken heeft spr. in het licht gostold, en gezegd hoe hij er over denkt hierna werd even gepauzeerd. Na de pauze had over het onder werp oen gedachtenwisseling plaats. C. Dito vraagt wat met de 5 fabrieken gedaan moet worden, in geval er een groote fabriek komt; waarop wordt geantwoord, dat de commissie die gevormd zal worden dat zal hebben uit te maken. A. Grin vraagt naar de watervoorziening voor een groote fabriek, ook al weer iets voor de commissie. A. Schoorl vraagt of de wei van de groote fabrieken nog voedingswaarde bezit, spr. stelt bem daarover gerust. J. v. d. Veer vraagt wat het voordeeligst is, alle melk bij elkaar of niet, spr. zegt daar niet te veel over te kunnen zeggen, het rapport van de commissie van onder zoek daarnaar, zal daar later wel antwoord op kunnen geven, ook alweer voorloopig voor de commissie van voorbereidingJ. de Vries vraagt hoe spr. aan 5% van de melk komt die op de boerderij blijft, daar hij al eens in een jaarverslag van een groote fabriek had gelezen dat er 7 voor gerekend werd. Spr. heeft het zoo omgerekend, daar hij veilig kan en durft aannemen dat het zoo is daar hij zelf heeft onderzocht, toen kwam hij tot de ontdekking dat het zeker niet meer was. D. Sleutel antwoordt hier nog op dat hij met zoo'n direkteur daarover heeft gesproken en dat die het zoomaar heeft aangenomen (zeker om hun uitbetaling te verhoogen). G. "W. Jimmink vraagt of kleine fabrieken de wei ook niet kunnen centrifugeeren, spr. meent dat het te kostbaar wordt A. Grin vraagt nog of de voedingswaarde van gepasteu riseerde wei nog goed is. Spr. ant woord dat door de vereenigingen Holl. Noorderkwartier en de Bond van Zuivelfabrieken een commissie is gevormd voor dat onderzoek. Hierna werd de vergadering met een hartelijk woord van dank aan den spreker door den voorzitter gesloton. INGEZONDEN. Geachte Redactie! Mogen wij U nog eens, en nu voor het laatst een plaatsje in Uw geacht blad verzoeken om denzelfden geach- ten gestudeerden inzender op zijn betoog van 1 dezer te antwoorden? Met zeer veel genoegen vernamen wij uit zyn ingezonden schrijven, dat deze medicus de waarde van Saua- togen niet geheel wegcijfert. Minder aangenaam was het ons te bemer ken, dat hij, hoewel onder bedekte termen, een smaad op het ontstaan van geneesmiddelen-litteratuur tracht te werpen. Nogmaals betreuren wij het, dat de geachte inzender niet eerst deugdelijk informeert, alvorens een oordeel uit te spreken. Hij zou dan tot de ontdekking zijn gekomen, dat de namen der auteurs, die over Sanatogen schreven, een waarborg voor de ernst dezer litteratuur zijn. Of zou de geachte inzender durven twijfelen aan de integriteit van wereld beroemde autoriteiten der medische wetenschap als von Noorden, Neisser, Eulenburg, von Leyden, Binswanger e. a. Zeer terecht merkt do inzender op, dat voor een litteratuur van weten schappelijke waarde vergelijkende proefnemingen op ruime schaal in klinieken noodig zijn. Waarom over tuigt hij zich niet, dat de Sanatogen- litteratuur juist op zulke grondslagen berust Naar aanleiding van do resul taten verkregen met Sanatogen bij stofwisselingsproeven, welke proef nemingen maanden en soms jaren duurden, publiceerden hoogleeraren als prof. Tunnicliffe, Smith, Mann e. a. hunne waarnemingen. Prof. Eulenburg sprak eerst een oordeel uit na een achtjarige ervaring, Westheimer na gedurende G jaren proefnemingen gedaan te hebben in 150 gevallen in een zenuwlijders kliniek, Dützmann na een zes-jarige ervaring in 350 gynecologische geval len in een vrouwenkliniek. Clements nam proeven in 198 typhusgevallen tijdens een typhus-epidemio in het Lincoln-hospitaal enz. enz. Kan men nog meer verlangen? Ook de opmerking van den ge- achten inzender, dat reclame den prijs van een artikel verhoogt, is niet steekhoudend. Door reclame krijgt men een groot afzetgebied en een groote omzet maakt het mogelijk de prijzen te verlagen. Zonder grooten omzet, dus zonder reclame, zou het onmogelijk zijn Sanatogen tegen den tegenwoordigen prijs te verkoopen. U, geachte Redactie, dankend voor de plaatsruimte, teekenen w(j Hoogachtend, Nederlandsch Generaal Agentschap voor Sanatogen en Formamint. LIJST van onbestelbare brieven en briefkaarten. Brieven Binnenland. Bijl F., Broek in Waterland Com- paan G., Helder; Hoewljk v. W. F. Terschelling; Hommes J., Tilburg; Koger G., AmsterdamKuiper Mili cien, ErfprinsLiefers D., Tilburg Smal K., Helder; Vries de O., Erf prins. Briefkaarten Binnenland. Groot de Mej., den HaagOlm van A., A'dam; Wilmer Jr. C., A'dam. Briefkaarten Buitenland. Huysung, Duisburg. In de navolgende 12 Depóts is ons blad geregeld verkrijgbaar: A. BAKKER, Wostgracht 89. BOMHOFF, Koningdwarsstraat 16. J. BROUWER, Schagonstraat 9. J. DE WIT, Vijzelstraat 28. J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 43. R. JONGKEES, Paardenstraat 24. J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34. Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2. Wed. C. RAN, Basstraat 38. A. SIKKERLE, Oostslootstraat 20. IJ. STOLL, Molenstraat 172. A. TABELING, Vischstraat 35. Bij de Boekhandelaren: N.V. Boekhandel v/h. A. J. MAAS, Kanaalweg. P. SPRUIT, Molenplein. J. C. DUINKER, Spoorstraat. H. J. P. EGNER, Keizerstraat. FEUILLETON. 7) Teneinde zich to verstrooien en afleiding te verschaffen was hij den ouden burcht komen bewonen en hield zich bijna den ganschen dag bezig met de jacht, en het dresseeren van paarden, waarvan hij een vurig liefhebber was. Zoo kwam bet ook, dat op een avondpartij, waar mevrouw Waldka met de vrouw van Hollard verscheen, deze laatste aan den schalkschen, knappen jongen edelman werd voor gesteld. Na die voorstelling was het of reeds dadelijk deze twee jeugdige harten elkander gezocht en gevonden hadden. Graaf Niederberg vond Grota een der meest bekoorlijko figuren dezer zoo gezellige en aangename avond partijtjes en zocht geregeld haar ge zelschap op de feesten, die deels ter eere van den graaf gegeven werden. Hoewel de gesprekken over weinig beteekeuende onderwerpen liepen, voelde Greta maar al te zeer, hoe zij in de denkbeelden en de.levenswijze van dezen knappen jongen edelman hare zoo geliefkoosde droombeelden harer jeugd terugvond. Haar geest baadde zich om zoo te zeggen in weelde, als zij in de rijke weelderige salons van den voornamen Oostenrljkschen adel dadelijk graaf Niederberg op haar zag toetreden die haar als met huldeblijken overlaadde. Eens nadat zij reeds eenige dansen met den Graaf had gemaakt, zette deze zich een oogenblik bij haar neder en verhaalde haar van de prach tige partijen, die door den adel in Weenen werden gegeven. In zijn op getogenheid over de vele en heerlijke genoegens, durfde Greta hem met een zljdelingsche blik te vragen: „Waar behaagt het leven u meer, hier op uw kasteel of daar ginds in de stad Weenen Een afdoend antwoord op deze vraag ontwijkende, haastte de graaf zich dadelijk daarop te antwoorden: „NeeD, ik blijf hier. Het komt mij voor, dat deze stad voor mij de meest geliefkoosde uit Oostenrijk is", voeg de hij er zachtjes bij. „Nu, dan heeft u wel een zonder lingen smaak", zeide Greta glim lachend. „Als men, zooals u, de ge- heele wereld heeft gezien, als men naar verkiezing met den sneltrein naar Parijs kan vertrekken of met een pleizierjacht de zee kan over steken, dan „Of met een projectiel naar de maan kan reizen, hè!" vulde de graaf aan. „Neen, zoover heeft de wetenschap het gelukkig nog niet gebracht." „Dus u ziet dat de wereld voor mij eveneens beperkt is. Ieder mensch heeft maar een heel klein stukje van de werkelijke wereld of van die zjjner droomen, dat hij teh volle zijn wereldje kan noemen, namelijk dat stukje grond, waar zijn liefde werd geboren." „Of zijn plichtsgevoel", voegde Greta er bij. „De wereld van zijn droomen", ging graaf Niederberg voort. „Of van zijne verplichtingen", gaf Greta ten antwoord. Arm vrouwtje! Zij had zichzelf reeds in staat van verdediging ge steld en schoen reeds behagen te scheppen in haar defensief optreden. Zij wist niet, dat eene vrouw het veiligst is voor eiken aanval, zoolang zij dien aanval nog niet bemerkt. Van dien dag af ontmoetten Greta en de graaf elkander herhaaldelijk'. Hij begon feesten en uitstapjes op touw te zetten en kwam dikwijls bij nicht Therese. Op de wandelingen en in den schouwburg was hij steeds bij Greta, maar in Hollard's woning had hij zijne opwachting nog niet gemaakt, en zoo kwam het, dat de gansche stad den mond vol had over die in het oog loopende vortrouwe- Iljken omgang, behalve Fritz zelf, die van dat alles niets wist. Hoewel Greta behagen begon te scheppen in al die eerbewijzen, wist zij de hulde blijken, die haar werden gebracht, handig af te weren. De graaf had haar lief hij had het haar nog wel niet openlijk gezegd hetgeen zij dan ook niet zou hebben toege staan, maar zij gevoelde het. En zij zelf? O, als zij vrij was geweest - wat zou zij hem dan hebben lief gehad, dien verleidelijk-knappen kra- nigen graaf. Maar zij was gehuwd en eene deugdzame vrouw. Tel kens en telkens herhaalde zij die woorden. Eén ding had haar uit haren toe stand kunnen redden. Had zij maar tegen haar man kunnen zeggen: „Fritz, mijn beschermer, mijn beste vriend, laat ik u alles en alles be kennen. Ik word vervolgd door de liefde van een man, wiens liefde ik als gevaarlijk beschouw. Ik doe mijn best dit gevaar te trotseeren, maar ik' gevoel, dat het mij aantrekt. Help mij bewaak en behoed mij, weer het gevaar van mij af en bescherm mij door je toegenegenheid, je liefde 1" Een man, die zich in de wereld heeft bewogen, is niet onbekend met de gevaren, die mooie jonge vrouwen bedreigen en weet ook, wat harts tocht en zwakheid zijn; hij zal de om steun smeekendo vrouw met te meer teederheid in de armen sluiten en haar met zachte, maar vastberaden hand terughouden van den afgrond, die haar aangaapt. Maar Fritz Hollard zou ocne derge lijke smeekbede niet kunnen aan hooien of begrepen hebben, dat voel de zij, en daarom zweeg zij. Hij zou min of meer verstoord zijn geweest, om haar hebben gelachen, met haar hebben gespot en haar een „over spannen romandweepster" hebben genoemd. Zij had evengoed Hon- gaarsch als in de taal der liefde met hem kunnen spreken. Beide talen toch waren hem ten eenenmale on bekend. Op zekeren avond werd het zoo lang weerhouden woord gesproken. Hot was na een uitstapje naar buiten. Het gezelschap legde den terugweg te voet af, om van den heerlijken, helderen zomeravond te genieten. Niederberg had Greta zyn arm aangeboden. Zij liepen een eind weegs vooruit, zoodat niemand hen kon beluisteren. „Niet waar, Greta", zeide de graaf plotseling, „u weet het zeker al lang „Wat bedoelt u?" „Wel, dat ik u liefheb". „Nu, zij wist dat al lang, maar toch ontstelde- zij hevig van die woor den. Zij bleef een oogenblik staan: haar arm beefde in den zijnen. „Spreek zoo niet", zeide zij daarop zacht. „U beleedigt mijHare stem klonk eenigszins zacht ont roerd, maar geenszins angstig. Met zachten dwang trok hij haar weder voort. „Kom, wij moeten niet blijven staan, dat zou de aandacht kunnen trekken. Waarom zou mijne liefde u beleedigen Als gij nog vrij waart, zou ik u mijne hand en mijn naam aanbieden. U is het mooiste, bekoor lijkste vrouwtje, dat ik ooit heb ont moet. Mijn leven behoort ube hoort jou toeDoe met mij wat je wilt." „Zoo mag u niet tot mij spreken", zei Greta met vaste stem. Eu daarbij dacht zij: ik ben een deugdzame vrouw. Doch de knappe graaf wilde het spel niet zoo spoedig verloren geven, en bleef erbij, dat zij met hem doen kon, wat zij wilde. Het toeval kwam Greta uit den nood redden. Zij vrees de dat Niederberg te veel uiting aan zijn gevoel zou geven en zoodoende de aandacht van het gezelschap op hen beiden gevestigd zou worden. En zie daar stootte zij haai- rech tervoet tegen een steen. Een gil en beiden moesten hun schreden ver tragen, zoodat het overige gezelschap hen weldra had ingehaald. Men toon de Greta veel belangstelling, vroeg of. zij veel pijn had en een oude majoor was zelfs zoo galant haar zijn arm aan te bieden. Zoo tusschen de beide heeren voortgaande, aan beide zijden op een arm steunende ging het loopen wel beter en het duurde niet lang, of alle pijn schoen vergeten. Men bracht Greta tot haar huis, en onbewust hielp het gezelschap haar uit de noodzakelijkheid om het ge vaarlijke gesprek met Niederberg voort te zetten. Bij het afscheid nemen kon Greta weer vroolijk lachen, terwijl zij verzekerde, dat zij volstrekt geen pijn meer gevoelde. Niederberg nam even beleefd afscheid als de anderen, maar kon niet na laten bij het heengaan haar hand een klein, maar veelzeggend drukje te geven. Dien nacht sliep Greta weinig. Het was niet de pijn in haar voet, die haar van den slaap beroofde. O neen, van pijn bespeurde zij niets moer, doch het spookte in haar hoofd. „Mijn leven behoort jou toe Doe met mij, wat je wilt." Die woorden moest zij telkens herhalen; die wil den haar maar niet met rust laten. Terwijl haar man den slaap des recht vaardigen sliep, woelde zij in bed en streed met zichzelf. Niederberg had haar toch wel innig lief; hij de knappe, rijke edelman wilde haar speelbal zijn. „Doe met mg, wat je wilt" had hij gezegd. Welk een macht de liefde was, begon zij nu eerst recht te beseffen! Dat was stellig de liefde, zooals zij die in de romaDS had leeren kennen; dat was de liefde, die aan het leven waarde gaf; de liefde, die zij nog nooit gesmaakt had. O ja, Fritz Hollard had haar ook lief, doch als hij zijn liefde uitte, beantwoordde die uiting volstrekt niet aan do verwachtingen, die zij gekoesterd had. Dat maken van vergelijkingen tus schen haar man en den graaf was natuurlijk niet bevorderlijk aan de gemoedsrust van de jonge vrouw, want door haar geprikkelde verbeel ding vielen al die vergelijkingen uit ten nadeele van den ernstigen nuch ter gestemden echtgenoot. Toch be greep Greta dat hier gevaar dreigde en zij nam zich voor, het gezelschap van Niederberg te vermijden. Daar om ging zij wel drie weken lang slechts uit om haar tante in den loop van den dag een bezoek te brengen, terwijl zij alle avonden thuis bleef. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4