Thee E. Brandsma
Cor. Staalman's Rijwielhandel.
JACOB BAKKER Dz., SPOORSTRAAT 101.
DE TAAL DES HARTEN.
Een geneeskundig
consult.
I
Wij leveren U
R. BAKKER Dz., Keizerstraat 56.
Hooikist en Karnmolen,
Gasfornuis of Gascomforen.
ZONDAGSBLAD.
Keizerstraat 90.
Thee
DRUKWERK
C. DE BOER JR
Depothouders.
Wij willen onze lezers heden in de
gelegenheid stellen de meening te
hooren van een geacht en beroemd
geneesheer, over eene aangelegenheid
die voor ons allen van belang is. Dr.
Pol Demade die in onderscheidene
bladen de geneeskundige Kroniek
schrijft, heeft in oen boeiend opstel
de vraag behandeld hoe het toch
komt dat zoo vele lijders aan bloed
armoede zoo slecht geholpen worden
door de gewone middelen. Hij zegt
o.a.: Het staal is zooals de geleerde
professor Rossbach uit Jena consta
teerde een van de weinige middelen
over wier geneeskracht de genees-
heeren het eens zijn. Het is noodig,
het is onontbeerlijk maar op welke
wijze moet het nu in 't lichaam
worden gebracht.
Ik kon lijders aan armbloedigheid
die jaren lang staal geslikt hebben,
met elkaar veel kilo's staal maar ze
zijn armbloedig gebleven. Welnu in
de groote hoeveelheid zit het niet.
Groote hoeveelheden zijn eerder
schadelijk. In ons heele lichaam zit
niet meer dan even drie gram ijzer,
het juiste getal is 3,07 gram. Neen
de groote hoeveelheid doet het niet.
Maar hierop komt het aan dat het
staal wordt opgonomon in het bloed.
Het chemische staal wordt in vele
gevallen niet in het bloed opgenomen
en doet derhalve het organisme geen
goed. Het staal moet in plantaardige
verbinding genomen worden.
Ook prof. Nothagel uit Weenen zegt
het met zoovele woorden: „hetstaal
is ons van geen nut of voordeel daD
wanneer het ons in organische ver
binding wordt toegediend door de
plant." En aan deze voorwaarde, zoo
gaat Dr. Pol Demado voort, voldoet
de SANGUINOSE. Zij biedt aan het
menschelljk lichaam geen ander staal,
dan wat in de kruiden en planten
aanwezig is, en uit die kruideD wordt,
afgezonderd. Daarom verdient de
Sanguinose een eereplaats in de be
handeling van kinderen, van herstol
lenden, van zwangeren, van grijs
aards, alleen reeds' hierom mag zij
met aandrang worden aanbevolen aan
alle oververmoeiden, overwerkten,
zonuwzwakken, kortom aan allen, bij
wio de rijkdom en dus de kracht en
de waarde van het bloed verminderd
is. Sommigen mijner collega's behan
delen dergelijke gevallen hygiënisch,
of door een voeding die vele zieken
niet verdragen. Dat is jammer. Ik
raad hun in gemoedc: „Neemt eens
een proef met de SANGUINOSE".
Ik zelf heb de Sanguinose toegepast
in zeer verschillende gevallen; bij
belemmering in den groei, bij herstel-
londcn na de influenza. Ik kan niet
anders dan de voortreffelijke uitwer
king roemen.
Zij werkte langzaam en geleidelijk,
maar zij werkte grondig en had geen
schadelijke bijwerkingen."
Dr. POL DEMADE.
Verkrijgbaar bij de meeste Apothe
kers en goede Drogisten.
Van Dam en Co., den Haag.
de Riemerstraat 2c-4.
Inrichting tot het repareeren, emailleeren en
vernikkelen van Rijwielen en Motorrijwielen.
FABRIEK VAN HET APPARAAT ELECTRO.
PLANTSOENSTRAAT 4. Werkplaats: STATIONOW.STRAAT.
Vraagt Uwen Winkelier
Een geurig kopje.
Volvette oude Goudsche kaas a 65 ct. per pond.
jonge 50
Prima Edammer 50
Leidsche kaas 50
Roomboterm.rijkscontrólemerk775
perj.5 pond 75
Schager Kopboter marktprijs.
Dagelijks versche Eieren tegen concurreerenden prijs.
Aanbevelend,
DURE TIJDEN ZUINIG WEZEN.
Gebruik de
tevens het „Triumph"
Verkrijgbaar bij:
Verschijnt wekelijks.
Een 'schat van Illustraties
■=r aaissïmwelijt bteU rsjjisas?
Terkrljglur
hij dei
Uitgever van
deze Courant,
L456tS.neF3l'8iSfI
(fr. p. post 52" ets.)
De gering® prJJ« «tl toot
geen onter leicrs oon beletsel
tijn om ia te teekeneo.
fi*roef nummers
od aanvrage gratis.
IN TKEKBN BUJBT
QndorgoteokoniU wonseht gsrsesld to ontvunjon,
GEÏLLUSTREERD ZON A QSBLA T>
ta(ao den pr\|s vaa 46 cent» pe* 0 miion'lon,
Woo «plaat*. Kaam.
In- en Verkoop van
Te koop en te zien: des morgens
van 10 tot 12 en des avonds van
6 tot 8 uur.
Speciaal adres
voor OVERHEMDEN naar maat. a
OVERHEMDEN met piqué bost
f 2.75, prima kwaliteit.
Diners
word8n dagelijks aan huis bezorgd.
Bestellingen 's morgens voor 12
uur aan het van ouds bekend
KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13.
Beleefd aanbevelend,
Wed. L. H. RIETBERGEN
R. M.| IS
onovertroffen van kwaliteit en zeer
waterhoudend, 70, 80, 90 en 100
cent per pond.
Pakjes van - 1 - 2% ons.
In het oude Victualiehuis.
R. MAALSTEED, Dijkstraat 22, Helder.
Wederverkoopers provisie.
MEUBELEN.
Repareeren, Politoeren, Bekleeden, Riet-
vlechten enz. van alle voorkomende
Meubelen. Beleefd aanbevelend,
D. C. FRANKFORT, Molenstraat nabij „Tivoli".
VAN ALLERLEI AARD
WORDT BAARNE BELEVERO DOOR
UIT DEN OMTREK.
Koegras.
Kleine kaasfabrieken of groote zuivel
fabrieken.
Vrijdagavond 4 Juni j.1. werd in
het lokaal van den heer De Marees
een lezing gehouden door den heer
Dr. L. T. C. Schey, die daarvoor was
uitgenoodigd door de vereeniging
„Koegras Belang". Als onderwerp
was gekozen „kleine kaasfabrieken
of groote zuivelfabrieken". Door den
voorzitter van „Koegras Belang" werd
deze vergadering geopend deze wees
er op, dat de heer Dr. Schey geheel
onpartijdig zal spreken, en gaf daarna
het woord aan den spreker.
Spr. besefte volkomen dat het
onderwerp niet gemakkelijk voor hem
zou wezen, toch had het al een ge-
ruimen tijd zijn aandacht gewekt, en
doordat de 'Vereen, tot Ontw. v. d.
Landbouw in Holland's Noorderkwar
tier in 1914 een commissie heeft
benoemd om juist daaromtront een rap
port uit te brengen, in welke com
missie de spr. ook zittting heeft, wist
hij dat het heel zwaar zou zijn.
Immers, het beoordeelen van de wer
king der groote en kleine kaasfabrie
ken zonder eenige vooringenomen
heid voor een bepaald soort is niet
gemakkelijk, die commissie is nog
niet klaar met haar arbeid, wat nog
een nieuwe moeilijkheid was om er
nu reeds over te spreken. Toch heeft
spr. de uitnoodiging aangenomen,
omdat hij meende dat een inleiding
vau deze zaak voor belanghebbenden
haar nut kan hebben. Het denkbeeld
een groote fabriek iDplaats van kleine
zweeft hier in Koegras sommigen
voor den geest, evenals op sommige
andere plaatsen. Voor een goede be
oordeeling moet de zaak van alle
zijden worden bekekenals men b.v.
eens in gedachten een 30-tal jaren
terug gaat, in het jaar 1883, toen
begon de beweging voor goed, elk
jaar kwamen er haast fabrieken bij,
zoodoende heeft het zuivelbedrijf al
een heele verandering ondergaan in
deze provincie. Werd er voorheen
bijna niet anders gemaakt dan vol
vette kaas op de boerderij, gaande
weg is dat veranderd in fabriek
matige kaasbereiding met de z.g.n.
40% kaas. Toch hoopt spr. dat er
geen nieuwe peilverlaging zal komen.
Die veranderingen waren niet om
het product te verbeteren, maar hoofd
zakelijk omdat het werk op de boer
derijen te bezwaarlijk werd. De fabriek
matige kaasbereiding ontwikkelde
zich meer en meer, en zoodoende
kwamen er verschillende soorten van
kaasfabrieken. De oorspronkelijke
vorm is hier in deze streek het beste
bekend, eenvoudige gemeenschappe
lijke kaasmakerijen, die het belang
rijkste deel van het zuivelbedrijf van
de boerderijen hebben overgenomen.
Eenvoudig gaat het er toe, het gaat
soms zoo eenvoudig, dat-ze in min
der gunstige conditie komen, hierbij
komt natuurlijk een nadeel voorden
dag. De boeren blijven weliswaar zeer
van nabij betrokken in den gang van
zaken in hun gemeenschappelijke
fabriek, spr. noemde dit een voordeel
voor de fabrieken, maar het moet
ook steeds goed worden, en dat is
niet altijd zoo.
Op vele plaatsen wil men de melk
direkt na het melken kwijt zijn want
om de avondmelk te bewaren bleek
er te veel te zijn, sommigen wilden zo
zoo van de boerderij gehaald zien,
zooals de particuliere fabrieken dat
doen. Sommige fabrieken werden
ingericht om de melk 2 X daags te
ontvangen, de z.g.n. zoetfabrieken,
deze bedrijfsvorm was in sommige
streken zoo aanlokkelijk door het
overvloedige nortonwater, dat dooi
den koelkelder geleid kon worden.
Toch bleef de teleurstelling voor
sommige fabrieken, die op wat hooger
gelegen land werkten, niet uit, door
dat het peil van dit water daalde
en de kelder, indien het kon, dieper
gemaakt moest wordon en toch word
de toestand onbevredigend of slecht.
Een zoetfabriek is geheel misplaatst
wanneer er niet overvloedig koel
water is. Bij die fabrieken waar het
water niet hoog genoeg meer komt,
behelpt men zich nu met pompen,
het koelen der melk geschiedt nu
met behulp van een koeler, in welk
toestel de melk gauw flink wordt
gekoeld, waarna zij in groote bakken
te roomen staat. Zuivelfabrieken
welke thans nieuwgebouwd worden,
volgendirektditlaatstekoelersysteem.
De melkbewaarplaats ligt zoo hoog
boven den vloer van de kaasplaats,
dat de afgeroomde melk door een
goot in de kaasbak kan stroomen.
Ook de soort van de fabrieken moet
in het oog worden gehouden, b.v. de
rechtskundige vorm, enz. Hier in deze
streek met 5 kaasfabrieken is 1 N.V.'
en 4 burger maatsch.
De ervaring leert dat het bij de
kaasfabrieken, werkende zonder ge-
regelden rechtstoestand nogal goed
gaat. Maar het kan gebeuren, dat er
moeilijkheden komen, zoodat het
gemis aan rechtspersoonlijkheid zich
doet gevoelen. Het is duidelijk dat
zoo'n vereenigingsvorm onmogelijk
wordt voor een groote zuivelfabriek.
Men moet dan kiezen tusschen
coüperatieve-vereeniging of Naaml.
Yennootschap. Verbetering van don
vereenigingsvorm acht spr. in elk
geval gewenscht.
Spr. wil volstrekt niet zeggen, dat
de coöp. ver. de meest geschikte
vorm is. Een N.V. kan geheel een
coöp. karakter dragen. Spr. vraagt
zich af, of men hier den bestaanden
toestand moe is, zoo ja, dan is
de oplossing te zoeken in een groote
zuivelfabriek. Deze verandering in
de 5 bestaande te brengen, zou
groote kosten en een onbevredigend
resultaat geven. Er zouden kaas- en
boterfabrieken komen, die niet be
rekend zijn voor haar taak. Spr. zou
hier een van beiden willen, of den
ouderen bestaanden toestand, de een
voudigste vorm, of een groote fabriek.
Hiervoor is een vergelijking noodig
tusschen de produbton groote en
kleine fabrieken.
Hoe staan nu groote en kleine
fabrieken t. o. v. het hoofdprodukt,
de kaas?
Men kan niet zeggen groote zuivel
fabrieken produceereu betere kaas dan
kleine, evenmin het omgekeerde. De
kwaliteit der kaas hangt geheel van
de kwaliteit der melk in de kaasbak
af. Als een kaasfabriek veel last heeft
van het gebrek „los", dragen naar
spr. overtuiging de melkleveranciers
als een geheel genomen de schuld.
Een groote fabriek heeft wat voor
en ook wat tegen. Het vervoeren der
melk over een grooten afstand per
as is nadeelig voor de melk, doch is
de melk eenmaal in een groote fabriek,
dan krijgt ze toch zeker de beste
behandeling. De kleine fabrieken
hebben dat weer voor, dat de melk
uit de naaste omgeving komt. De
groote fabrieken nemen een belangrijk
deel der melkbehandeling van de
boeren en boerinnen over. Aan som
mige dagmelkfabrieken kan die zorg
veilig aan de leveranciers worden
overgelaten, maar dikwijls is de
toestand ongunstig en heeft de baas
maker gegronde reden tot klagen, al
houdt hij zich stil. De meeste mis
standen worden v'eroozaakt door On
doelmatig of slecht meikgereedschap,
doch in hooge mate door het gemis
aan deugdelijk boenwater. Groote
fabrieken zorgen voor goede melk
bussen, theemsen, enz., doch van
een kleine kan die zorg ook uitgaan.
Groote fabrieken nomen de reiniging
van de busseu op zich, wat met het
oog op het boenwater wel be3t is,
maar dan moeten ze geen balf werk
doen, b.v. vluchtig omspoelen en uit-
stoomen.
Een groote fabriek oefent de zoo
noodige 'controle uit op de geleverde
melk. Maar een kleine kan daar ook
voor zorgen, de kleinheid is zelfs
een gunstige omstandigheid, doch
dan moet er ook zeker kennis zijn
van melkonderzoek en in het alge
meen theoretische vakkennis. Kleine
fabrieken zijn dus wel in staat voor
goede grondstof te zorgen, doch spr.
acht een grootere fabriek daartoe
minstens evengoed in staat. Veel
hangt hierbij af van den directeur
der groote fabriek, hij moet beleidvol
kunnen optreden. In oen groote fabriek
is een betere gelegenheid om kaas te
maken van verschillend vetgehalte
en vorm. Spr. overtuiging is, dat
N.-H. niet besmet moet worden met
kazen van minder dan 40% vet in
de droge stof. De groote fabrieken in
deze provincie zijn er voor, dat het
vetgehalte op peil blijft, zij kunnen
zelfs garandeeren, dat er minstens
40% vet in de kaas is, zonder veel
toe te geven. Kleine fabrieken zullen
vaak veel toegeven, maar het zal ook
wel eens minder zijn. Het hoofd
product, de kaas, zal toch naar spr.
meening geen verschil geven, doch
wel het bijproduct, de melkroomboter.
Dan is de groote fabriek in het voor
deel. De boterbereiding moet van de
boerderij af. De groote fabrieken
kunnen de boter beter bewerken,
hetgeen in de Ned. zandstreken een
zegen is geweest, het product ver
betert kolossaal. De afzet van de
boter is uitstekend. De boerinnen
maken wel eens bezwaar tegen het
betrekken van boter der fabriek, doch
dat bezwaar is spoedig over.
De boterbereiding staat volgens
spr. op de N.-H. boerderijen op een
laag peil. De boter inzendingen op de
Noord-H. landbouwtentoonstellingen
wezen dat voldoende aan. De prijzen
zijn nog wel goed te noemen, doch
dat komt door den plaatselijken afzet,
en lage eischen die de verbruikers
stellen. Het is niet de schuld van de
personen op een boerderij, doch in een
fabriek heeft men nu eenmaal betere
hulpmiddelen. De toekomst is ook
voor deze streek de verplaatsing van
de boterbereiding naar de zoetfabriek.
Nu nog de wei. Aan de kleine fa
brieken wordt volgens spr. lang niet
zooveel boter daaruit gemaakt, dan
aan de groote fabrieken, waar de zoete
wei gecentrifugeerd wordt; en het
produkt aan de groote fabrieken is
aanmerkelijk beter. De groote fabrie
ken zijn hiermede in het voordeel.
Ook de karnemelk is van groote fa
brieken beter dan van de boerderij.
De leiding van de in de toekomst te
bouwen fabrieken vereischt een
meerdere kennis, zoodat het dan nood
zakelijk wordteen eigenlijken direkteur
er in te nemen. Voor een groote fa
briek is het noodzakelijk een direkteur
te nemen met een flink salaris b.v.
f1300.— a f1600.per jaar met
vrije woning. Een tegenwoordige
directeur van een kleine fabriek zal
dan meer als voorzitter, dan als
leider van het bedrijf zijn. Voor zoet
fabrieken van b.v. 400 koeien kun-
in lagere eischen gesteld worden.
De financieele uitkomsten zijn niet
gemakkelijk te bespreken, het is
moeielljk te beslissen wat het voor-
deeligste is,, dat heeft spr. al onder
vonden. Er is steeds een wedstrijd
tusschen coöp.-fabrieken en particu
lieren, zoodat het uiterst moeilijk
wordt gemaakt, doch spr. meent dat
een goed opgezette groote fabrieken
een even goed werkende kleine fa
briek op één lijn geplaatst kunnen
worden, wanneer men alle lusten en
lasten bij beiden in rekening brengt.
Wil men dus een nieuwen bedrijfs
vorm, dan staan de finantieele be
zwaren niet in den weg. Hoe men
hier in Koegras moet handelen, haugt
geheel van de plaatselijke toestanden
af, of het 1 groote of 2 kleinere kaas-
en boterfabrieken moeten worden.
Spr. wil er nog op wijzen, dat de
toestand der kleine kaasfabrieken zljii's
inziens niet gunstig is, doordat 'het
bedrijf niet zelden zoo goed als zonder
leiding is.
Het is volgens spr. meening goed
gezien van de Vereen. Koegras
Belang deze zaak eens aan de orde
te brengen, daar hier 5 fabrieken
zijn, die gezamenlijk 6.088.000 K.G.
melk verkazen, afkomstig van
6.400.000 K.G. volle melk, hetgeen
door spr. is omgerekend, dat er 5%
aan de boerderij blijft, sommige fa
brieken worden hier te klein, som
migen willen wel een zoetfabriek.
Spr. vraagt of het niet gewenscht
is, dat eenige personen die daarvoor
het meest in aanmerking komeu;
samen aan het werk gaan om te
overwegen en overlegger} wat in het
blijvend belang van het Koegras is,
met betrekking tot de verwerking
van de ruim 6 millioen K.G. melk
tot zuivelproducten. Verschillende
zaken heeft spr. in het licht gostold,
en gezegd hoe hij er over denkt
hierna werd even gepauzeerd.
Na de pauze had over het onder
werp oen gedachtenwisseling plaats.
C. Dito vraagt wat met de 5 fabrieken
gedaan moet worden, in geval er een
groote fabriek komt; waarop wordt
geantwoord, dat de commissie die
gevormd zal worden dat zal hebben
uit te maken. A. Grin vraagt naar
de watervoorziening voor een groote
fabriek, ook al weer iets voor de
commissie. A. Schoorl vraagt of de
wei van de groote fabrieken nog
voedingswaarde bezit, spr. stelt bem
daarover gerust. J. v. d. Veer vraagt
wat het voordeeligst is, alle melk bij
elkaar of niet, spr. zegt daar niet te
veel over te kunnen zeggen, het
rapport van de commissie van onder
zoek daarnaar, zal daar later wel
antwoord op kunnen geven, ook
alweer voorloopig voor de commissie
van voorbereidingJ. de Vries vraagt
hoe spr. aan 5% van de melk komt
die op de boerderij blijft, daar hij
al eens in een jaarverslag van een
groote fabriek had gelezen dat er
7 voor gerekend werd. Spr. heeft
het zoo omgerekend, daar hij veilig
kan en durft aannemen dat het zoo
is daar hij zelf heeft onderzocht,
toen kwam hij tot de ontdekking
dat het zeker niet meer was. D.
Sleutel antwoordt hier nog op dat
hij met zoo'n direkteur daarover
heeft gesproken en dat die het
zoomaar heeft aangenomen (zeker
om hun uitbetaling te verhoogen).
G. "W. Jimmink vraagt of kleine
fabrieken de wei ook niet kunnen
centrifugeeren, spr. meent dat het te
kostbaar wordt A. Grin vraagt nog
of de voedingswaarde van gepasteu
riseerde wei nog goed is. Spr. ant
woord dat door de vereenigingen
Holl. Noorderkwartier en de Bond
van Zuivelfabrieken een commissie
is gevormd voor dat onderzoek.
Hierna werd de vergadering met een
hartelijk woord van dank aan den
spreker door den voorzitter gesloton.
INGEZONDEN.
Geachte Redactie!
Mogen wij U nog eens, en nu voor
het laatst een plaatsje in Uw geacht
blad verzoeken om denzelfden geach-
ten gestudeerden inzender op zijn
betoog van 1 dezer te antwoorden?
Met zeer veel genoegen vernamen
wij uit zyn ingezonden schrijven, dat
deze medicus de waarde van Saua-
togen niet geheel wegcijfert. Minder
aangenaam was het ons te bemer
ken, dat hij, hoewel onder bedekte
termen, een smaad op het ontstaan
van geneesmiddelen-litteratuur tracht
te werpen. Nogmaals betreuren wij
het, dat de geachte inzender niet
eerst deugdelijk informeert, alvorens
een oordeel uit te spreken. Hij zou
dan tot de ontdekking zijn gekomen,
dat de namen der auteurs, die over
Sanatogen schreven, een waarborg
voor de ernst dezer litteratuur zijn.
Of zou de geachte inzender durven
twijfelen aan de integriteit van wereld
beroemde autoriteiten der medische
wetenschap als von Noorden, Neisser,
Eulenburg, von Leyden, Binswanger
e. a.
Zeer terecht merkt do inzender op,
dat voor een litteratuur van weten
schappelijke waarde vergelijkende
proefnemingen op ruime schaal in
klinieken noodig zijn. Waarom over
tuigt hij zich niet, dat de Sanatogen-
litteratuur juist op zulke grondslagen
berust Naar aanleiding van do resul
taten verkregen met Sanatogen bij
stofwisselingsproeven, welke proef
nemingen maanden en soms jaren
duurden, publiceerden hoogleeraren
als prof. Tunnicliffe, Smith, Mann
e. a. hunne waarnemingen.
Prof. Eulenburg sprak eerst een
oordeel uit na een achtjarige ervaring,
Westheimer na gedurende G jaren
proefnemingen gedaan te hebben in
150 gevallen in een zenuwlijders
kliniek, Dützmann na een zes-jarige
ervaring in 350 gynecologische geval
len in een vrouwenkliniek. Clements
nam proeven in 198 typhusgevallen
tijdens een typhus-epidemio in het
Lincoln-hospitaal enz. enz. Kan men
nog meer verlangen?
Ook de opmerking van den ge-
achten inzender, dat reclame den prijs
van een artikel verhoogt, is niet
steekhoudend. Door reclame krijgt
men een groot afzetgebied en een
groote omzet maakt het mogelijk de
prijzen te verlagen. Zonder grooten
omzet, dus zonder reclame, zou het
onmogelijk zijn Sanatogen tegen den
tegenwoordigen prijs te verkoopen.
U, geachte Redactie, dankend voor
de plaatsruimte, teekenen w(j
Hoogachtend,
Nederlandsch Generaal Agentschap
voor Sanatogen en Formamint.
LIJST van
onbestelbare brieven en briefkaarten.
Brieven Binnenland.
Bijl F., Broek in Waterland Com-
paan G., Helder; Hoewljk v. W. F.
Terschelling; Hommes J., Tilburg;
Koger G., AmsterdamKuiper Mili
cien, ErfprinsLiefers D., Tilburg
Smal K., Helder; Vries de O., Erf
prins.
Briefkaarten Binnenland.
Groot de Mej., den HaagOlm van
A., A'dam; Wilmer Jr. C., A'dam.
Briefkaarten Buitenland.
Huysung, Duisburg.
In de navolgende 12 Depóts is ons
blad geregeld verkrijgbaar:
A. BAKKER, Wostgracht 89.
BOMHOFF, Koningdwarsstraat 16.
J. BROUWER, Schagonstraat 9.
J. DE WIT, Vijzelstraat 28.
J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 43.
R. JONGKEES, Paardenstraat 24.
J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34.
Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2.
Wed. C. RAN, Basstraat 38.
A. SIKKERLE, Oostslootstraat 20.
IJ. STOLL, Molenstraat 172.
A. TABELING, Vischstraat 35.
Bij de Boekhandelaren:
N.V. Boekhandel v/h. A. J. MAAS,
Kanaalweg.
P. SPRUIT, Molenplein.
J. C. DUINKER, Spoorstraat.
H. J. P. EGNER, Keizerstraat.
FEUILLETON.
7)
Teneinde zich to verstrooien en
afleiding te verschaffen was hij den
ouden burcht komen bewonen en
hield zich bijna den ganschen dag
bezig met de jacht, en het dresseeren
van paarden, waarvan hij een vurig
liefhebber was.
Zoo kwam bet ook, dat op een
avondpartij, waar mevrouw Waldka
met de vrouw van Hollard verscheen,
deze laatste aan den schalkschen,
knappen jongen edelman werd voor
gesteld.
Na die voorstelling was het of
reeds dadelijk deze twee jeugdige
harten elkander gezocht en gevonden
hadden.
Graaf Niederberg vond Grota een
der meest bekoorlijko figuren dezer
zoo gezellige en aangename avond
partijtjes en zocht geregeld haar ge
zelschap op de feesten, die deels ter
eere van den graaf gegeven werden.
Hoewel de gesprekken over weinig
beteekeuende onderwerpen liepen,
voelde Greta maar al te zeer, hoe zij
in de denkbeelden en de.levenswijze
van dezen knappen jongen edelman
hare zoo geliefkoosde droombeelden
harer jeugd terugvond.
Haar geest baadde zich om zoo te
zeggen in weelde, als zij in de rijke
weelderige salons van den voornamen
Oostenrljkschen adel dadelijk graaf
Niederberg op haar zag toetreden die
haar als met huldeblijken overlaadde.
Eens nadat zij reeds eenige dansen
met den Graaf had gemaakt, zette
deze zich een oogenblik bij haar
neder en verhaalde haar van de prach
tige partijen, die door den adel in
Weenen werden gegeven. In zijn op
getogenheid over de vele en heerlijke
genoegens, durfde Greta hem met een
zljdelingsche blik te vragen: „Waar
behaagt het leven u meer, hier op
uw kasteel of daar ginds in de stad
Weenen
Een afdoend antwoord op deze
vraag ontwijkende, haastte de graaf
zich dadelijk daarop te antwoorden:
„NeeD, ik blijf hier. Het komt mij
voor, dat deze stad voor mij de meest
geliefkoosde uit Oostenrijk is", voeg
de hij er zachtjes bij.
„Nu, dan heeft u wel een zonder
lingen smaak", zeide Greta glim
lachend. „Als men, zooals u, de ge-
heele wereld heeft gezien, als men
naar verkiezing met den sneltrein
naar Parijs kan vertrekken of met
een pleizierjacht de zee kan over
steken, dan
„Of met een projectiel naar de maan
kan reizen, hè!" vulde de graaf aan.
„Neen, zoover heeft de wetenschap
het gelukkig nog niet gebracht."
„Dus u ziet dat de wereld voor
mij eveneens beperkt is. Ieder mensch
heeft maar een heel klein stukje van
de werkelijke wereld of van die
zjjner droomen, dat hij teh volle zijn
wereldje kan noemen, namelijk dat
stukje grond, waar zijn liefde werd
geboren."
„Of zijn plichtsgevoel", voegde
Greta er bij.
„De wereld van zijn droomen",
ging graaf Niederberg voort.
„Of van zijne verplichtingen", gaf
Greta ten antwoord.
Arm vrouwtje! Zij had zichzelf
reeds in staat van verdediging ge
steld en schoen reeds behagen te
scheppen in haar defensief optreden.
Zij wist niet, dat eene vrouw het
veiligst is voor eiken aanval, zoolang
zij dien aanval nog niet bemerkt.
Van dien dag af ontmoetten Greta
en de graaf elkander herhaaldelijk'.
Hij begon feesten en uitstapjes op
touw te zetten en kwam dikwijls bij
nicht Therese. Op de wandelingen
en in den schouwburg was hij steeds
bij Greta, maar in Hollard's woning
had hij zijne opwachting nog niet
gemaakt, en zoo kwam het, dat de
gansche stad den mond vol had over
die in het oog loopende vortrouwe-
Iljken omgang, behalve Fritz zelf,
die van dat alles niets wist. Hoewel
Greta behagen begon te scheppen in
al die eerbewijzen, wist zij de hulde
blijken, die haar werden gebracht,
handig af te weren. De graaf had
haar lief hij had het haar nog
wel niet openlijk gezegd hetgeen
zij dan ook niet zou hebben toege
staan, maar zij gevoelde het. En zij
zelf? O, als zij vrij was geweest -
wat zou zij hem dan hebben lief
gehad, dien verleidelijk-knappen kra-
nigen graaf. Maar zij was gehuwd
en eene deugdzame vrouw. Tel
kens en telkens herhaalde zij die
woorden.
Eén ding had haar uit haren toe
stand kunnen redden. Had zij maar
tegen haar man kunnen zeggen:
„Fritz, mijn beschermer, mijn beste
vriend, laat ik u alles en alles be
kennen. Ik word vervolgd door de
liefde van een man, wiens liefde ik
als gevaarlijk beschouw. Ik doe mijn
best dit gevaar te trotseeren, maar
ik' gevoel, dat het mij aantrekt. Help
mij bewaak en behoed mij, weer
het gevaar van mij af en bescherm
mij door je toegenegenheid, je liefde 1"
Een man, die zich in de wereld
heeft bewogen, is niet onbekend met
de gevaren, die mooie jonge vrouwen
bedreigen en weet ook, wat harts
tocht en zwakheid zijn; hij zal de
om steun smeekendo vrouw met te
meer teederheid in de armen sluiten
en haar met zachte, maar vastberaden
hand terughouden van den afgrond,
die haar aangaapt.
Maar Fritz Hollard zou ocne derge
lijke smeekbede niet kunnen aan
hooien of begrepen hebben, dat voel
de zij, en daarom zweeg zij. Hij zou
min of meer verstoord zijn geweest,
om haar hebben gelachen, met haar
hebben gespot en haar een „over
spannen romandweepster" hebben
genoemd. Zij had evengoed Hon-
gaarsch als in de taal der liefde met
hem kunnen spreken. Beide talen
toch waren hem ten eenenmale on
bekend.
Op zekeren avond werd het zoo
lang weerhouden woord gesproken.
Hot was na een uitstapje naar
buiten. Het gezelschap legde den
terugweg te voet af, om van den
heerlijken, helderen zomeravond te
genieten. Niederberg had Greta zyn
arm aangeboden. Zij liepen een eind
weegs vooruit, zoodat niemand hen
kon beluisteren.
„Niet waar, Greta", zeide de graaf
plotseling, „u weet het zeker al lang
„Wat bedoelt u?"
„Wel, dat ik u liefheb".
„Nu, zij wist dat al lang, maar
toch ontstelde- zij hevig van die woor
den. Zij bleef een oogenblik staan:
haar arm beefde in den zijnen.
„Spreek zoo niet", zeide zij daarop
zacht. „U beleedigt mijHare
stem klonk eenigszins zacht ont
roerd, maar geenszins angstig.
Met zachten dwang trok hij haar
weder voort.
„Kom, wij moeten niet blijven
staan, dat zou de aandacht kunnen
trekken. Waarom zou mijne liefde
u beleedigen Als gij nog vrij waart,
zou ik u mijne hand en mijn naam
aanbieden. U is het mooiste, bekoor
lijkste vrouwtje, dat ik ooit heb ont
moet. Mijn leven behoort ube
hoort jou toeDoe met mij wat
je wilt."
„Zoo mag u niet tot mij spreken",
zei Greta met vaste stem. Eu daarbij
dacht zij: ik ben een deugdzame
vrouw.
Doch de knappe graaf wilde het
spel niet zoo spoedig verloren geven,
en bleef erbij, dat zij met hem doen
kon, wat zij wilde. Het toeval kwam
Greta uit den nood redden. Zij vrees
de dat Niederberg te veel uiting aan
zijn gevoel zou geven en zoodoende
de aandacht van het gezelschap op
hen beiden gevestigd zou worden.
En zie daar stootte zij haai- rech
tervoet tegen een steen. Een gil
en beiden moesten hun schreden ver
tragen, zoodat het overige gezelschap
hen weldra had ingehaald. Men toon
de Greta veel belangstelling, vroeg
of. zij veel pijn had en een oude
majoor was zelfs zoo galant haar zijn
arm aan te bieden. Zoo tusschen de
beide heeren voortgaande, aan beide
zijden op een arm steunende ging
het loopen wel beter en het duurde
niet lang, of alle pijn schoen vergeten.
Men bracht Greta tot haar huis, en
onbewust hielp het gezelschap haar
uit de noodzakelijkheid om het ge
vaarlijke gesprek met Niederberg
voort te zetten. Bij het afscheid
nemen kon Greta weer vroolijk
lachen, terwijl zij verzekerde, dat zij
volstrekt geen pijn meer gevoelde.
Niederberg nam even beleefd afscheid
als de anderen, maar kon niet na
laten bij het heengaan haar hand
een klein, maar veelzeggend drukje
te geven.
Dien nacht sliep Greta weinig. Het
was niet de pijn in haar voet, die
haar van den slaap beroofde. O neen,
van pijn bespeurde zij niets moer,
doch het spookte in haar hoofd.
„Mijn leven behoort jou toe Doe
met mij, wat je wilt." Die woorden
moest zij telkens herhalen; die wil
den haar maar niet met rust laten.
Terwijl haar man den slaap des recht
vaardigen sliep, woelde zij in bed en
streed met zichzelf. Niederberg had
haar toch wel innig lief; hij de
knappe, rijke edelman wilde haar
speelbal zijn. „Doe met mg, wat je
wilt" had hij gezegd. Welk een
macht de liefde was, begon zij nu
eerst recht te beseffen! Dat was
stellig de liefde, zooals zij die in de
romaDS had leeren kennen; dat was
de liefde, die aan het leven waarde
gaf; de liefde, die zij nog nooit
gesmaakt had. O ja, Fritz Hollard
had haar ook lief, doch als hij zijn
liefde uitte, beantwoordde die uiting
volstrekt niet aan do verwachtingen,
die zij gekoesterd had.
Dat maken van vergelijkingen tus
schen haar man en den graaf was
natuurlijk niet bevorderlijk aan de
gemoedsrust van de jonge vrouw,
want door haar geprikkelde verbeel
ding vielen al die vergelijkingen uit
ten nadeele van den ernstigen nuch
ter gestemden echtgenoot. Toch be
greep Greta dat hier gevaar dreigde
en zij nam zich voor, het gezelschap
van Niederberg te vermijden. Daar
om ging zij wel drie weken lang
slechts uit om haar tante in den loop
van den dag een bezoek te brengen,
terwijl zij alle avonden thuis bleef.
(Wordt vervolgd).