COURANT
No. 4479
DONDERDAG 17 JUNI 1915
43e JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen:
1. Uit den Omtrek. (Texel).
2. Huwelijk met muziek.
3. Verzekering tegen bommenschade.
4. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
15 Juni.
Op den 15en Juni 1915 was'teen
jaar geleden, dat te Durazzo, in de
veelbewogen Albaneesche streek, sneu
velde de kranige Nederlandsche hoofd
officier, die moed en veerkracht ge
noeg bezat om, ondanks alle slechte
voorteekenen, nog steeds niet te
wanhopen aan het orde brengen in
den Albaneesche chaos. De mare, dat
Thomson gesneuveld was, bracht
groote ontroering in den lande teweeg.
Met zijn frisch, bemoedigend, energie-
stalend woord heeft het kamerlid
Thomson steeds verdedigd, in en
buiten het Parlement, de leuze
„Allen Weerbaar!" Hij was waarlijk
niet een militairist van de ouder-
wetsch-grimmige soort. Maar hij
voelde de dringende noodzakelijkheid
om 'slands weerbaarheid te verhoo-
genhij, Thomson, zal ook wel voor
zien hebben, dat de sinds jaren drei
gende wereldramp, die nu tot uit
barsting is gekomen, dichter-bij was
dan menigeen vermoedde. Zeer zeker
is 't eene weemoed-wekkende ge
dachte, dat de hervormingen in ons de
fensie stelsel, de opleving van de zucht
om 'slands onafhankelijkheid te hel
pen verdedigen, de naar men mag
hopen „finale dood" van Jan Salie
in Patria gekomen zijn na Thomson's
heengaan. In de onder generaal Eland's
presidium dezer dagen gehouden Ver
gadering van het comité is gemeld,
dat ruim zesduizend gulden beschik
baar is voor het in Den Haag,
op het Thomson-plein aldaar te
verrijzen gedenkteeken. Ter nage
dachtenis van den man, die zijn land
met al de kracht van zijn helderen,
rijken geest en van zijn gespierd,
eerlijk karakter heeft gediend. We
zijn, in Nederland, gelukkig „zuinig"
met monumenten en gedenkteekenen.
Voor het Thomson-beeld zal ieder
geestdrift kunnen gevoelen. En men
mag veronderstellen, dat de vóór 15
Juni beschikbare som ervoor na den
jaardag van Thomson's dood nog wel
wat ruimer zal z(jn geworden.
„Bereid tot den oorlog, maar den
vrede wenschend", aldus omschreef
min. Cort v. d. Linden onze positie in
den wereldoorlog in de zitting der
Tweede Kamer, waarin het „Paus-
ontwerp", op 10 Juni j.1., werd
goedgekeurd. Bovenal„paraat voor
den vrede". Namelijk: wanneer de
onderhandelingen daarover dan een
maal beginnen. Zeker, dat „per
spectief' lijkt nog groote, wijde, onaf
zienbare verte te bieden. Maar van
oorlogen mag gezegd, dat zij vaak
even plotseling eindigen als uitbar
sten
In oorlogstijd moet men elk oogen-
blik van dag en van nacht op ver
rassingen voorbereid zijn... En wie
zich wil toevertrouwen aan de gril
lige wervelwinden van de „publieke
opinie", - hij zou wel uitermate-slecht
stuurman wezen 1Eenige heeren,
correspondenten van Fransche bla
den in de Hofstad en anderen, zijn
bezig een soort van „relletje" op 't
getouw te zetten. Nederland laat
Duitschland, door millioenen, en
nogmaals millioenen uitvoer vanalles-
en-nog-wat, leven, daardoor zege
vieren ten slotte. „Elke zak aard
appelen, uit Holland over de Ooste
lijke grenzen gevoerd, kost ons vijf
honderd soldaten 1 moet een „hoog
geplaatste" Fransche meneer in Den
Haag hebben uitgeroepen. En ijlings
beginnen een stuk-of-wat Fransche
bladen een „campagne". Dat moet
uit zijn Alle hoffelijkheid heeft
haar grenzen 1 De geallieerden moeten
Nederland mores leeren. Gaat 'tniet
goedschiks, dan maar kwaadschiks!...
Wie niet hooren wil, etcEn „le
tigre", het minzaam-goedige tijger
tje", de journalist-staatsman Clemen-
ceau schiet weêr eens uit z'n slof.
De „N. O. T." is een „truc", eene
handigheid, een leuk-fopperijtje. Onze
prachtige „Overzee-Trust" is enkel
en alleen in het leven geroepen om
„les Boches" te dienen de Duitschers
zullen Holland waarachtig niet aan
vallen IMisschien zullen sommi
gen zich nog herinneren, hoe inder
tijd geïnsinueerd werd, dat de „N.O.T."
Engeland in 't gevlei wilde komen
Maar op zulke kleinigheden let men
in deze wondere tijden nu eenmaal
niet. Dezelfde heeren, die o-zoo-kort
geleden „la Hollande" prezen, eer
den, bewierrookten, huldigden, aan
baden als het eenige plekje op aarde,
waar nog echte, waarachtige men-
schenliefde, zonder aanzien des per-
soons, wordt gevonden, deze-zelfde
heeren knipoogen nu listigjes, k la
„'t tijgertjp", en spreken van „trucs"...
Waarop van officiöel-Fransche zijde,
onverwijld de plechtige verzekering
volgt, dat zij allerminst „debet" is
aan de min-vriendelijke ontboeze
mingen
„Houd ze in de gaten!" hoor ik
éen uitroepen, die straks nog dweepte
met al wat de geallieerden betreft.
En die nu in-eens „het gevaar" niet
van de Oostelijke, maar van den
Westelijken en Noord-Westelijken
kant ziet opdagen
„Houdt Uw kruit droog 1" is en
blijft de wijze leuze der Regeering.
Maar dat 't zaak is om bij-tljds te
zorgen, dat gestook als van de Fran
sche, hoogaanzienlijke en andere
meneeren, in het Haagje toevend, op
fiksche wijze „gepareerd" wordt
't staat vast.
De „N. O. T." is evenzeer boven
alle verdenking verheven als de heer
Van Aalst, de voortreffelijke direc
teur der „Ned. Handel-Mpij", die,
óók in verband met de Indische
Leening van 621/ü millioenwaarover
de Tweede Kamer nog steeds aan
't „boomen" bleef, - aan de meest
grievende en onbillijke verdacht
making blootstond. In deze dagen
mag men zich nog wel eens 't oud-
Hollandscne rijmpje herinneren over
den leugen, waarvan gezegd wordt,
dat „al is ze nóg zoo sdcI", toch ten
slotte door „de waarheid achterhaald
wordt".
Op het oogenblik moeten we in
midzomer voor de eieren prijzen be
talen, hooger weldra dan in den
duursten, krapsten tijd En straks
komeD de dirigeerders der Dagblad
pers bijeen om te beradende situa
tie is ernstig genoeg. Rusland heeft
z'n hout-uitvoer stop-gezet. Scandina
vië levert, maar vraagt sommen, die
doen huiveren. Nog een paar maan
den en er zal geen papier meer
zijn om kranten op te drukken! In
middels zal men genoodzaakt zijn,
de abonnements gelden te gaan ver-
hoogeD. Zal dit op den „nieuws
honger" van Jan Publiek een druk-
kenden invloed blijken te hebben?...
Zeer belangwekkend psychologisch
vraagstuk Over de kwestie, wat
het tijdelijk stop-zetten, zeggen
wijzeer beduidend verminderen van
den stroom der dagbladen, verdere
periodieken, thans onverpoosd over
stad en land uitgestort, op den loop
der gebeurtenissen zou kunnen heb
ben er ware heel wat over te be
spiegelen
De „kersenpluk" is begonnen. Zal
ook hier de zucht naar winst door
uitvoer 'de heerlijkste der vroegzomer-
vruchten slechts binnen 't bereik van
welgevulde beurzen laten
Er is weer een „Köpenicke streek"
te boeken. Te Amsterdam wisten
een paar kwasi rechercheurs de kas,
groot c.c. f1200, van een winkel
onderneming in te palmen, 't Is niet
de eerste „Kopenicker", die succès
heeft. En 't zal niet de laatste wezen.
Zoolang het oude „mundus vult
decipi" van kracht blijft.
De Malthezer ridders hebben, in
alle ernstige kalmte en zonder feeste
lijk vertoon, hun Ridderdag in de
oude Mijterstad gehouden.
Maar 'onze artisten hebben maling
aan wereldbrand en -crisis. Die heb
ben op Zondag 13 Juni, in het
Amsterdamsche Stadion, getoond,
dat er nog jolijt, pret, vrooRjkheid
in do arme woreld-up to date bestaat.
Met dolle kapriolen hebben zij de lui
doen schateren. Metschóone optochten
hebben zij het oog der toeschouwers
verrukt.
Ik zie éen verontwaardigd 't hoofd
schudden. Waarom
Als onze stemming van bedroefd
en angstig zijn; van sidderen, afgrij
zen-hebben, wanhopenWanneer
deze niet eens werd afgewisseld door
een gullen lach: men geloove mij,
we zouden er thans evenmin komen
als door onaandoenlijke lichtzinnig
heid
Mn. Antonio.
zij ook hier aan het teruggaan.
Van den kant der Russen wordt
medegedeeld, dat de vijand in ge
sloten gelederen op het front aan de
Lubaczowka aanviel. Hierbij slaag
den zfi erin aan den bovenloop van
de rivier over te steken en het dorp
Tuchla te bezetten. Dit dorp ligt
23 K.M. ten O. van Jaroslau.
Hierdoor verliest het voordeel dat
de Russen aan den Dnjestr behaal
den zijn waarde. Want al is nu het
van het zuiden naderende gevaar
voor Lemberg afgewend tijdelijk
tenminste thans nadert hetzelfde
gevaar vanuit het Westen. Als ten
minste de Duitschers en Oosten
rijkers met denzelfden spoed opmar-
cheeren als zij het na de doorbraak
bij Gorlice deden, is er alle kans dat
de Russen zich noch aan den DDjestr
noch bij Lemberg zullen kunnen
DE OORLOG.
De offlcleele legerberichten van
14 en 15 iunl.
Van het W e s t e 1 Ij k front.
Het Fransche bericht van den
Men meldt dat de Duitschers ten N.
van Atrecht on Z.O. van Hébuterne
aanvallen deden welke echter werden
In Lotharingen gingen de Fran-
schen vooruit. Tusschen Embermenil
en Parroy, slaagden zij erin, hunne
linie vooruit te brengen.
In het communiqué van den Men
worden deze mededeelingen nog aan
gevuld. De aanvallen ten N. van
Atrecht hadden plaats tegen de loop
graven aan den weg Aix-la Noulette-
Soucbez. De stellingen welke door
hen ten O. van de hoogte Lorette
vermeesterd waren werden versterkt
terwijl aan de rechterzijde van deze
stelling nog 150 M. terrein werd ge
wonnen.
Ook in het Z.O. deel van het dool
hof maakten de Franschen vorde
ringen.
Iu een Havas-bericht wordt mede
gedeeld, dat de Franschen van den
9en tot den lOen over een front van
1800 M. een dubbele lijn loopgraven
veroverden. De terreinwinst strekt
zich uit van 200 M. tot 1 K.M. De
uitspringende hoek van de Duitache
stelling tusschen de wegen Serre-
Hébuterne en Serre-Vailly-Maillot viel
hierdoor in Fransche handen. In deze
gevechten werden 580 Duitschers,
w.o. 10 officieren gevangen genomen.
In het Duitsche legerbericht van
den Men wordt medegedeeld, dat de
Franschen zich een nederlaag op den
hals haalden. Met groote kracht zetten
zij hunne pogingen om op het front
Atrecht-Lievin door te breken voort.
Alle aanvallen werden echter door
het hevige vuur der Duitschers af-
Langs den Dnjestr worden hard
nekkige gevechten geleverd. Op den
linkeroever, in de streek van Zezawa-
Zalesczyki werd een heftigen tegen
aanval gedaan, waarbij een bataljon
Tiroolsche jagers over den kling ge
jaagd werd. Bij een volgenden aan
val werden 400 man, w.o. 8 officie
ren gevangen genomen.
Verder wordt in het Russisch be
richt medegedeeld, dat herhaalde
pogingen van de Duitschers om de
Windau over te steken verijdeld wer
den. Het gevecht om het bezit van
de stellingen van Sjawle wordt met
afwisselend succes voortgezet. De
plaats zelf werd met zwaar geschut
gebombardeerd.
Bij Przasnycz veroverden de Russen
bijna alle vooruitgeschoven vijande
lijke loopgraven.
Het door de Duitschers hervatte
offensief aan de Bzura toont volgens
de Petersburgsche correspondent
de „Times" aan, dat de Duitschers
hun plan om op Warschau aan te
rukken nog niet hebben opgegeven.
Men vermoedt, dat de Duitschers,
hoewel Galicie het hoofdterrein van
den str(jd zal blijven, op dit gedeelte
van het front een nieuw plan ten
uitvoer zullen brengen.
In het Duitsche legerbericht wordt
aangegeven, dat ten W. Sjawle de
Duitschers het dorp Dauksze bestorm
den en hierbij 1664 man, waarvan
4 officieren gevangen namen.
De door de Duitschers pas ver
overde stellingen aan den weg Mariam
pol-Kowno werden door de Russen
tevergeefs aangevallen. Op het front
Lipno Kalwaria werden de voorste
Russische loopgraven veroverd.
Behalve ten N. van Przemysl, wer
den de Russen ook ten Z. van deze
plaats tot wijken gebracht. Mosciska
is reeds door do Oostenrijkers bezet.
Het Oostenrijksche bericht maakt
eveneens melding van de in Galicie
behaalde voordeelen. Sieniawa is door
de Oostenrijkers genomon. Aan beide
zijden van Krakowice dringt von
Mackensen op. O. en 'Z.O. vallen de
Oostenrijkers de stellingen der Russen
welke Grodek dekken, aan.
Ten Z. van den Dnjestr houden
de Russen de bruggehoofden van
Mikolajow, Zydaszow en Halicz bezet
tegenover de oprukkende troepen van
von Linsingen.
Verder stroomafwaarts wisten de
Oostenrijkers Zalesczyki te behouden
niettegenstaande de hevige Russische
aanvallen.
In Bessarabié werden de Russen
die tusschen Pruth en Dnjestr ston
den tot den terugtocht gedwongen.
Van het Z u i d e 1 ij k front.
Het Italiaansche legerbericht van
den Men deelt mede, dat nabij Porte
een munitie-magazijn tot ontploffing
gebracht werd. Het fort Malborghetto
wordt nog steeds beschoten. Het
laagste gedeelte van het fort werd
door de Italianen opgeblazen.
Volgens een mededeeling van Oos
tenrijksche zijde, trachtten de Itali
anen weder de Oostenrijksche stel
lingen bij Plava en Tolmino te nade-
n, doch werden zij teruggeslagen.
Aan de Karintische grens werden
drie aanvallen van den vijand afge
slagen.
In het gebied van Tirol onderhou
den de Italianen het artillerie-vuur.
Een Italiaansche compagnie werd
door een grenspost op den vlucht
gedreven en verloor 58 gevangenen.
Van het R u s s i s c h-T u r k s c h e
gevechtsterrein wordt gemeld, dat
de Russen het dorp Sorp aan den
Z. O. oever van het Wan meer bezet
hebben. Overigons valt niets belang
rijks te vermelden.
Aan de Dardanellen.
Volgens een bericht uit Londen is
de strijd op Gallipoli al net eender
geworden als op andere gevechts
terreinen. Ook hier is men tot de
loopgraven-oorlog gekomen. De toe
stand is overigens gunstig, doch de
vorderingen gaan uit den aard der
zaak erg langzaam. Het Turksche
offensief zou aanmerkelijk zijn ver
zwakt.
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heerenmode-Artikalen.
Qamaakte kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
Erkend wordt dat het den Duit
schers nog niet gelukte de verloren
stukken loopgraaf bij Moulin-sous
Toutvent (N.W. van Soissons) te
hernemen.
Verder wordt in dit bericht gemeld,
dat twee der vliegtuigen welke deel
namen aan den aanval op Karlsruhe
(zie afzonderlijk bericht) werden neer
geschoten.
Van het Oostelijk front.
Op het gevechtsterrein in Galicie
heeft weer een belangrijke gebeurte
nis plaats gehad.
Scheen het eerst dat de troepen
van generaal von Mackensen, na de
verovering van Przemysl niet verder
konden komen, thans zijn zy opnieuw
doorgebroken. Niet zooals men ver
wachtte in de streek van Mosciska,
doch noordelijker, tusschen Czerniawa
Sieniawa. Hierdoor werden de
Russen bij Mosciska in den flank I militair oogpunt geen beteekenis
bedreigd, en als gevolg daarvan zijn I hebbende, schade aangericht.
Uit Afrika wordt van Engelsche
zijde medegedeeld, dat de Engelschen
en Franschen de stad Gahua hebben
genomen. De stad vormde een belang
rijk station aan de Benue rivier en
was sedert het uitbreken van den
oorlog, door de Duitschers belangrijk
versterkt
Een aanval uit de lucht
op Karlsruhe.
Berlijn, 15 Juni. Vanochtend heb
ben ongeveer vijf vijandelijke vliegers
de stad Karlsruhe aangevallen. Ver
scheidene personen werden gedood
of gewond.
Op tal van plaatsen is een, uit
Bijna een uur lang, van kwart voor
zeven tot bij achten, hebben vijande
lijke vliegtuigen op groote hoogte,
over Karlsruhe gevlogen. De binnen
ste deelen van de stad, die het dichtst
bij het kasteel liggen, zijn het meest
geteisterd. De slachtoffers zijn bijna
uitsluitend burgers, vrouwen en kin
deren.
Het oogmerk van den aanval is
moeilijk te begrijpen, waar het eene
open onversterkte stad geldt. Ook is
er geenerlei militaire schade veroor
zaakt. De verdenking dringt zich op,
dat de aanval onderandere helgroot
hertogelijk kasteel, waar zich op het
oogenblik de koningin van Zweden
ophoudt, als doel had. Ook het paleis
van den Markgraaf is door een bom
getroffen. De bevolking is rustig. Er
heerscht nochtans groote verbittering
over het onzinnige optreden van den
vijand.
Atrecht.
De Fransche pers bevat, volgens
een telegram uit Amiens aan de Daily
Chronicle, droevige bijzonderheden
over den toestand van Atrecht (Arras),
dat nog voortdurend door de Duitsche
artillerie met brisantgranaten bestookt
wordt. Het schijnt, dat 70 pet. van
de huizen in puin liggen. Alle monu
menten zijn verwoest de hoofdkerk
stort hoe langer hoe meer in. De be
volking, die voor den oorlog 25,000
zielen telde, is tot 2000 menscheo
gedaald, die in met zandzakken ge-
barrikadeerde kelders huizen. De stad
ligt als een uitspringend punt in de
Duitsche linie.
De U. 14.
Berlijn, 15 Juni. Ambtelijk. Blijkens
een mededeeÜDg van den eersten lord
van de Admiraliteit, in het Lagerhuis
gedaan op 9 dezer, is begin Juni een
Duitsche onderzeeboot door de En
gelschen in den grond geboord. De
geheele bemanning werd gevangen
genomen.
Uit een thans gepubliceerde nota
over behandeling van de krijgsgevan
gen gemaakte bemanningen van on
derzeebooten blfjkt, dat hot hier de
Duitsche onderzeeboot U 14 betrof.
Daar deze onderzeeboot, van zijn
laatsten tocht niet is teruggekeerd
moet zij als verloren worden be
schouwd.
De N. Roti. Ct. teekent hier bij aan
Iir verband met een officieele me
dedeeling van den Duitschen marine
staf, dat do Duitsche onderzeeboot
U 14 van zlju laatste onderneming
niet is teruggekeerd en als verloren
moet worden beschouwd, vernemen
wij. dat de bemanning van de Dinsdag
te Scheveningen binnengekomen log
ger SCH. 347, schipper E. Grootveld,
en toebehoorende aan de reederij J.
J. van der Zwan te Scheveningen,
verklaard heeft tijdens de reis van
den logger te hebben bijgewoond dat
in de eerste week van Juni vijf be
wapende Engelsche treilers een Duit
sche duikboot in den grondboorden,
waarbij de kogels langs zijde van den
logger vlogen. De duikboot zou achter
den logger bescherming hebben ge
zocht. Alleen komt het nummer van
de duikboot niet uit, daar deze vol
gens de bemanning van den logger
de U 10 zou zijn geweest.
Nader wordt het volgende gemeld
Schipper E. Grootveld vanhetlog-
gerschip SCH. 347, reeder J. J. van
der Zwan te Scheveningen, apporteert,
dat hij Zaterdag 5 Juni 11. 's morgens
vroeg in de Noordzee op57°16'N.B.
en 1° 16' D.L., terwijl hij juist zijn
vleet van de haringvangst had bin
nengehaald, heeft waargenomen, dat
een plotseling opgedoken Duitsche
duikboot (vermoedelijk de U 14),
waarvan hij oen ondeelbaar oogenblik
tevoren de periscoop had ontdekt,
twee schoten loste op een Eugel-
schen treileibewapend met een kanon
van 7.5 c.M. en bemand o.a. met
twee Engelsche marine-matrozen.
Vermoedelijk had de duikboot door
de zwaar betrokken lucht niet gezien,
dat nog vier andere Engelsche trei
lers, op dezelfde wijze bewapend en
bemand, in den omtrek waren. Nadat
de schoten waren gelost, waarmede
de duikboot wilde te kennen geven,
zooals de gewoonte is, dat de be
manning van den treiler het schip
moest verlaten, bracht deze echter
eensklaps de stoomfluit in werking,
waarop de vier andere treilers on
middellijk opdaagden en de vijf tegen
standers nu op hun beurt de duikboot
terstond de volle laag gaven, met
het gevolg dat deze danig in het
voorschip werd getroffen, dat omhoog
ging, terwijl het achterschip onder
water bleef. De duikboot kon dien
tengevolge niet meer duiken. Van
de bemanning van den treiler kreeg
ze taal noch teeken op het bevel
om zich over te geven. Ze werd nu
door een dor treilers geramd. Na ge
heel te zijn ondergegaan, dook de
duikboot een minuut later plotseling
weer een oogenblik op, waarvan haar
bemanning, 44 man sterk, gebruik
maakte om met de zwemgordels over
boord te springen, waarna de duik
boot, een Duitsche, een paar minuten
later voor goed onderging. De dren
kelingen werden allen door de be
manningen der treilers opgepikt, die
koers naar Peterhead zetten, waar
i de geredden a3n land brachten.
De treiler, die het eerst in actie
was, behoorde te Grimsby thuis en
had een nummer in de vijfhonderd.
Van dit drama, dat zich in korten
tijd afspeelde, was op 200 M. afstand
de logger SCH. 347 getuige, alsook
de SCH. 194. Beiden liepen elk oogen
blik gevaar te worden getroffen door
de herhaaldelijk over hun vaartuigen
heen fluitende kogels, welke in hun
nabijheid in het water ploften, maar
gelukkig bleven ze ongedeerd.
Voordat de gewapende Engelsche
stoom treilers vertrokken, kwamen
twee Engelsche matrozen en een
Engelsche schipper met geladen re
volver aan boord van de SCH. 347,
genaamd Adriana, om de papieren
na te zien en te trachten enkele in
lichtingen in te winnen, waarop
echter geen antwoord kon worden
verstrekt. Nadat de papieren in orde
waren bevonden en de bemanning
aldus met den schrik was vrij ge
komen, kou schipper Grootveld de
reis vervolgen eu in de omgeving
zijn vleet weer uitzetten.
Aan de identiteit van de SCH. 847
had gedurende de reis niets ontbro
ken; want de Nederlandsche vlag
bestendig ontplooid, hel geen ook
hielp bij het verschijnen een week
te voren op 600 M. boven het vaar
tuig van 2 Zeppelins, die echter bij
het waarnomen van de nationaliteit
huns weegs gingen.
Dinsdagochtend is schipper Grootveld
van de veelbewogen reis met de aan
zienlijke en beste vangst van 16 last
haring behouden de Scheveningsche
haven binnengekomen.
De duikboot- en mijnoorlog.
Londen, 14 Juni. Heden is voor
Leith de Deensche schoener „Marie"
aangekomen. Bericht werd, dat toen
het schip onderweg was van Christian-
sund naar Leith, het Donderdag op
ongeveer 40 mijlen van het eiland
May door een Duitsche duikboot werd
aangehouden. De bemanning kreeg
bevel in de booten te gaan en een
aantal Duitschers begaf zich aan boord
met het doel het schip in brand to
steken. Op dat oogenblik kwamen
twee Engelsche patrouillevaartuigen
in zicht. De duikboot riep zijn mannen
terug en verdween haastig. Een der
patrouillevaartuigen nam de beman
ning van de „Marie" aan boord on
sleepte het schip naar Leith.
Londen 15 Juni. Het Britsche tank
schip „Desabia" is ter hoogte van do
Firth of Tay in den grond geboord.
Het stoomschip „Argyll, van Huil,
op weg naar Londen met een lading
visch, is Dinsdagochteud om 6 uur
getorpedeerd en gezonken inde Noord
zee. Vier van de bomanniug zyn
(gered?). De lyken van de helft der
bemanning z(jn te Harwich aange
bracht.
Bizondere behandeling der duik
bootbemanningen afgeschaft.
Berlijn, 15 Juni. Volgens een mede
deeling van den Amerikaanschen ge
zant hier ter stede, heeft de Engelsche
regeéring aan dea Amerikaanschen
gezant te Londen verklaard dat de
geredde manschappen der Duitsche
duikbooten, 8, 12 en 14, naar de al-
gemeene kampen voor krijgsgevan
genen zuilen worden overgebracht,
en aldaar juist de zelfde behandeling
als de andere krijgsgevangenen ge
nieten zullen. Daarop heeft d9 Duit
sche regeering onmiddellijk gelast
dat de Engelsche officieren, die, ter
vergelding voor de voormalige be
handeling der gevangen duikbootbe
manningen, inofficierengevangenissen
waren gezet, zonder verwijl naar de
kampen voor krijgsgevangenen zullen
worden teruggebracht, waar zij weder
om zooals de overige krijgsgevangen
officieren zullen worden behandeld.
De Ameribaansche gezant is daarmee,
onder dankzegging voor zyn bemoei
ingen in dezen, 111 kennis gesteld.
Het geding tegen generaal
Chrlstlaan de Wet.
Bloemfontein, 15 Juni. Het geding
tegen De Wet is vandaag hervat. De
getuigen h charge deden nadere mede
deelingen over de schade die De Wet's
mannen aan regeeringseigendom had
den toegebracht.
Kolonol Fowl, provoost-geweldige,
getuigde, dat de Vrijstaatscbe rebellen
tezamen ruim 7000 man sterk waren
geweest en dat Maritz, toen hy in
opstand kwam, 890 man, 4 stukken
geschut en 600,000 geweerpatronen
met zich mee had genomen.
De getuigen a décharge iegden
verklaringen af, die overeenstemden
met de vurklaring, die van de zijde
der rebellen van den opstand gegeven
was, namelijk, dat hij op touw was
gezet bij wijze van protest tegen den
veldtocht iu Zuidwest-Afrika.
Een hunner haalde een uitlating
van De Wet aan, waarin deze ver
klaard had, dat wapenen niet bepaald
noodig waren, tenzij dan om aan hun.
protest klem bij te zetten.
Generaal Kemp, de rebellen-aau-
voerder, die ook nog terecht moet
staan, verklaarde als getuige k dé
charge, dat de bijeenkomsten, die in
Lichtenberg Kopjes gehouden waren,
belegd waren om in verzet te komen
tegen don veldtocht in Duitsch Zuid
west-Afrika, en dat er niet over de
uitroeping van een republiek was
gesproken. Er werd niets tegen de
vlag gezogd en er was geen samen
spanning gesmeed om oorlog tegen
den koning te voeren. Hij had gene
raal Bejjers op 1 November voor het
laatst gesproken. Tot. op dien dag
waren de burgers niet van plan ge
weest, om tegen de regeering in
opstand te komen. De meesten van
Maritz' aanhangers waren, zoide hij,
onervaren jongelieden.
Uit Engeland.
Londen, 15 Juni. Het aanbod van
vrljwilligeu arbeid in munitiefabrie
ken neemt steeds toe. Maandag heb
ben zich weer bijna duizend menschen
opgegeven om hun vrye Zaterdagsche
en Zondagsche uren in de fabrieken
door te bron gen.
Lloyd George is tot algeraeene vol
doening als president van een muni
tie brigade opgetreden. Balfour heeft
zitting genomen in het algemeene
comité, Portera en andere leden van
de arbeidersparty, hebben hun dien
sten aangeboden. Van het personeel
der Londensche visch- en veemarkten
hebben zich ook honderden aange
meld. Lord Norbury, een Peer, 52
jaar oud, heeft als vitter dienst
nomen, in een vliegtuigfabriek, waar
hij van 'sochtens 6 tot 's avonds 7
werkt en met de andere werklieden
tezamen zyn maaltijden nuttigt.
Lady Norbury werkt in een militaire
koffïe-cantine aan het Euston-station,
Het Engelsche Lagerhuis.
Londen, 15 Juni. In het Lagerhuis
heeft Asquith, bij de indiening van
de aanvuliingsbegrooting van £250
millioen voor oorlogskosten, gezegd,
dat de dagelijksche uitgaven voor
den oorlog verleden jaar IJ millioen
bedroegen. Dit getal was nu tot
2,660,000 dagelijks gestegen en met
verwachtte dat het niet beneden d(
3 millioen zou komeu te bedragen
naarmate het gebied van den oorlog
grooter werd, zouden ook Engeland's
verplichtingen jegens zijn t
nooten toenemen. Sprekende van de
wyziging in de samenstelling van de
regeering, zeide hij dat deze boven
alle mogelljken twijfel aan de geheele
wereld toonde, dat de Engelsche natie
meer dan ooit besloten was, alle par
tij verschillen uit te wisschen en alle
persoonlijke, politieke, zedelijke en
stoffelijke krachten te vereenigen om
haar zaak tot een zegevierend einde
te brengen.
Asquith zeide later in het debat,
dat de krijgsverrichtingen aan de
Dardenollen van het hoogste belang
waren en dat wij ze moesten door
zetten totdat ze met succes werden
bekroond.
Londen, M Juni. Het Lagerhuis
heeft mot algemeeDe stemmen het
gevraagde oorlogscrediet toegestaan.
De Noorsche marine-begrooting.
Noorwegen heefr het voorrecht,
goedkoop zijn weermiddelen te kun
nen hervormen naar do lessen, die
dezen oorlog heeft gebracht. De regee
ring heeft, gelijk reeds kort is gemold,
een aanvuliingsbegrooting van marine
van 18.388.500 kronen ingediend,
grootendeels bestemd voor duiktor-
pedo en kanonneerbooten, luchtvaar
tuigen en mijnen. Het geld is or voor,
want Engeland heeft de twee pant
serschepen bij zijn vloot getrokken,
die voor Noorwegen in Engeland
werden gebouwd en waarvoor 15
millioen kronen was bewilligd.
In 1918 werden die twee kust-
pantserschepen van 4900 ton b(j Arm-
strong te Elswick besteld. Ze zouden
kanonnen van 24, 4 van 15 en 6
van 10 c.M. voeren en 15 mijl loopen.
Ze zouden op het eind van 11314 klaar
zijn. Deze bodems behooren dus nu
tot de Engelsche vloot.
BINNENLAND.
Vrijvervoer voor militairen.
Door den M. v. O. is bepaald, dat
et ingang van 1 Juli 1915 ieder
militair, aan wie vervoer voor reke
ning van het Rijk per spoor, tram,
stoomboot en veer wordt toegestaan,
een nieuw model vervoerbewijs ont
vangt. Vanaf dien datum mogen de
formulieren van het buiten werking
gestelde model niet meer worden
gebezigd. Militairen, aan wie echter
vóór dien datum een zoodanige ver
voerbewijs voor de terugreis is ver
strekt, kunnen bij die terugreis op of
na 1 Juli a.s. nog van dat bewijs ge
bruik maken.
Aan militaren beneden den rang
van officier kan, gedurende den .tyd,
waarin hot leger is gemobiliseerd,
bij het gaan met en het terugkeeren
van verlof, vervoer voor .rekening
van het R(jk per spoor, tram, stoom
boot en veer worden toegestaan naar
de volgende regelen:
a. Aan gezinshoofden tel
kenmale, dat aan hen op grond van
de door den opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht uitgevaardigde
bepalingen verlof wordt verleend;
b. aan niet gezinshoofden
hoogstens eenmaal in de veertien
dagen, wanneer hun op grond van
de in de hierboven sub. a. bedoelde
bepalingon verlof wordt verleend;
c. aan militairen van beide
categorieën, telkenmale wanneer
hun op grond van eene afzonderlijke
beschikking van den M. v. O. of van
den opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht een buitengewoon verlof
wordt verleend.
Het vervoer kan uitsluitend worden
toegestaan voor reizen naar de woon
plaats of tijdelijke verblijfplaats van
het gezin van den verlofganger, dan
wel naar de plaats, waar de aan
wezigheid van den verlofganger drin
gend noodzakelijk is, of na3r het
dichtst naby één dier plaatsen gelegen
station.
Een militair, die, door wolke om
standigheden ook, niet op den datum,
aangegeven op de strook van het
vervoerbewijs, van verlof terugkeert,
mag gebruik maken van de sr-rook
voor de terugreis zonder dat de daarop
vermelde datum wordt gewijzigd.
Hij die zonder wettige redenon to laat
van verlof terugkeert, moet de kosten
van den terugreis vergoeden.
Hij die zyn bewijs (vervoerbewijs
met strooken) geheel of gedeeltelijk
zoek maakt of wijzigt, verliest, on
geacht de straf welke hem daarvoor
wordt opgelegd, gedurende den tijd
van twee maanden het voorrecht
van. vervoer voor Rijksrekening.
Alle voorgaande bepalingen hier
omtrent zijn ingetrokken.
De Algemeene Landstormplicht.
De hoefyzer correspondent van het
H.bl. schrijft d d. M Juni aan zijn
blad.
Het onlangs door de Regeering in
gediende ontwerp tot „nadere uit
leiding van den landstorm" wordt,
naar ons uit verscheidene gesprekken
bleek, door velen nog niet goed be
grepen. Wij zullen daarom trachten,
de beteekenis ervan, zooals ons die
uit een paar artikelen en de zeer
bondige toelichting schijnt voort te
vloeien, te verduidelijken.
Onze weermacht te land bestaat,
wettelijk, uit militie, landweer en
landstorm. Men dient bij de militie,
als men niet is vrijgeloot of vrijge
steld (dit laatste o.a. wegens broeder-
dienst"), 6 jaar, (wij houden ons nu
maar aan de onbereden korpsen),
daarna bij de landweer 5 jaar en
vervolgens 9 jaar bij den landstorm.
Met het 40e levensjaar („met 31 Juli
van het jaar waarin de dienstplichtige
het 40e levensjaar volbrengt", dat
wil dus zeggen, waarin hy 41 wordt)
is men van alle dienstplicht; af.
Nu bestaat echter de landstorm
niet alleen uit mannen die gediend
hebben bij militie eu landweer, maar
ook nog uit hen die zijn vrijgeloot
of vrijgesteld. Dezen kunnen echter,
krachtens de Landstormwet, alleen
voor ongewapende diensten worden
gebezigd; zij vormden den zooge-
naamden „ongewapenden landstorm".
Men wilde menschen die nooit eenige
militaire oefening hebben gehad, met
voor den vijand brengen en de con
sequentie hiervan is, dat dan ook
diegenen die niet militieplichtig zijn
it maar vrijwillig bij het leger
of de vloot hobben gediend, wél bij
den gewapenden landstorm worden
ondergebracht.
Indien onze laatste legerorganisatie
niet van nog zoo jongen datum was,
dan zou men, daar de Militiewet se
dert 1912 de sterkte der jaarlyksche
lichting bepaalt op (ten hoogste) 23.000
man, ook in normalen tijd kunnen
beschikken over een gewapende weer
macht van ongeveer (het is niet
precies te zeggen, daar er veel afvalt
van een lichting) 400.000 man.
Maar daar de Militiewet pas in
1912 is gewijzigd en, vooral, daar de
Landstormwet eerst dagteekent van
1913, zou een deel van deze inaebt,
met name de landstorm, nog slechts
op 't papier bestaan, indien de Rogee-
ring niet, sedert het uitbreken van
den oorlog, buitengewone maatregelen
tot aanvulling van het ontbrekende
had genomen. Een daarvan is onlangs
iü de Tweede Katner en dezor dagen
in de Eerste Kamer aangenomen:
het geven van gedeeltelijke terug
werkende kracht atm de Landstoim-
wet, waardoor diegenen die in 1911,
'12 en '13 tot den landstorm zouden
zijn overgegaan, als de wet er toen
was geweest, alsnog konden wor
den opgeroepen. En dan wel bij den
g«wapenden landstorm, want z(j im
mers hadden gediend.
Het thans ingediende ontwerp
echter wil veel verder gaan.
Het wil volle terugwerkende kracht
aan de Landstormwet geven.
Daardoor zullen dus ten eerste al
diegenen, die militie- en landweer-
pliehtig zijn geweest en nog geen
41 Jaar zijn, alsnog landstormplichtlg
wordeD.
Maar bovendien worden ook zij
die buiten militie en landweer bleven,
omdat ze vrljlootten of vrijstelling
kregen, binnen den landstorm gehaald,
zooals ze reeds zouden geweest zijn,
indien de Landstormwet er vroeger
ware geweest. Daarbij komt dan nog
deze belangrijke verandering: de viij-
geloten en vrijgestelden kunnen óók
voor gewapenden dienst worden ge
bezigd. De bepaling, die dit verbood,
wordt tijdelijk, „tot een nader door
Ons te bepalen tijdstip" buiten wer
king gesteld. Vermoedelijk vindt men
dat, onder de tegenwoordige omstan
digheden, ook ongeoefeuden wel snel
genoeg kunnen geoefend worden om
in de gelederen plaats te nemen.
Iudien du3 dit wetsvoorstel terstond
in volle werking kon treden, dan zou
dit zijn uitwerking zijnbehoud van
den beperkten dienstplicht (beperkt
door loting en vrijstelling) bij militie
en landweer, maar algemeene dienst
plicht bij den landstorm voor allo
valide mannen tusschen 19 eb 41 jaar.
Doch aan onmiddellijke volle wer
king valt, al ware 'c maar wegens
de moeilijkheid van plotselinge oefe
ning op groote schaal, zeker mot te
den ben. De werking zal een geleide
lijke z(jn. Het voorschrift is dan ook
niet imperatief; er staat dat „door
Ons kan worden bepaald dat tot den
landstorm behoort".enz. En men
zal, op grond van dit ontwerp, dan
ook slechts landstormplichtig worden,
wanneer men b(j K. B. wordt ingelijfd.
Beoogt dit voorstel nu een ver
sterking van het leger-effectief? Wij
kunnen dit er niet in zien. Er worden
geen nieuwe eenheden gevormd,
slechts nieuwe reserves. Dat blijkt
o.i. vrij duidelijk uit wat als het hoofd
motief van het ontwerp in de Memorie
van Toelichting wordt genoemd: de
bedoeling om geleidelijk de oudere
landweerlichtingen, die nu onder de
wapenen zijn, te vervangen door
nieuwe landstormplichtigen. Nu zegt
de Memorie ronduit dat men daartoe
niet zóó veel uitbreiding aan don
landstorm had behoeven te geven als
dit voorstel wil doen, doch dat men
nu meteen op alle gebeurlijkheden
voorbereid wilde zijn. Dit is, dunkt
ons, waarlijk niet onredelijk; demo
gelijkheid van tot den dienst te kun
nen worden opgeroepen, is voor een
valide man van hoogstens 40 jaar toch
niet iets verschrikkelijks. Daarbjj
komt, dat blljkel(jk zulk een groote
geleidelijkheid wordt beoogd, dat zy
die thans tegen de 40 loopen, wel
buiten schot zullen blijven.
Protest-motie.
Een 12-tal organisaties, meest be-
hoorendc tot de rev. groepen van de
socialisten, in vergadering bijeen in
het café Beltman te Hengelo (O.)
gehoord hebbendo, dat het Ministerie
van plan is de geheele weerbare be
volking van Nederland van 20 tot 40
jaar den militairen oefenplicht op te
leggen
protesteeren met kracht tegen zoo'n
daad van geweld en gaan over tot de
orde van den dag.