HELDER8CHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Zonneschermen en Marquisen, No. 4484 DINSDAG 29 JUNI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ei, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37}',, 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2\ oent. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde ab- bonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad '2de kwartaal 1915 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 12 Juli ,a.s.5 zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels .voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/2 cent beplakt te worden. DE OORLOG. De offlcieele legerberichten van van 25, 26 en 27 iunl. Van het W e s t e 1 ij k front. Het Fransche mïddagbericht van den 26sten meldt, dat in de streek ton N. van Atrecht de krijgsverrich tingen door het slechte weder be lemmerd werden. Tusschen de Oise en de Aisne hebben artilleriegevechteu plaats ge had, welke bijzonder hevig waren in de streek van Quennevière. Ten W. van de Argon ne gingen de Pranschen eenigszins vooruit. In den tegenaan val, welke de Pranschen den 25sten in de streek van Ban de Sapt deden, veroverden zij 4 mitrailleurs en veel materieel. Het bericht van den 27sten maakt melding van een kleine vordering der Duitsche troepen iu de streek van Souchez, en wel in den hollen weg Ablain-Angres, waar zij over een front van ongeveer 200 M. vasten voet kregen. Een krachtige aanval van de Duit- schors bij Bagatelle in Argoune werd na een hevig gevecht afgeslagen. Ten O. van de Tranchée de Colonne werd eveneens een aanval afgeslagen, be halve op een punt, waar de Duitschers vasten voet kregen. Het gevecht werd den geheelen nacht voortgezet, doch tenslotte behielden de Pranschen hunne posities en aanwinsten. In Lotharingen deden de Duitschers een onvorwaehten aanval op Arracourt, welke echter werd afgeslagen. Van verschillende andere deelen van het front worden artillerie gevechten gemeld. Van Duitsche z(jde wordt medege deeld, dat de gevechten om de Duit sche stelhugen ten N. van Souchez en halverwege Souchez en Neuville geëindigd zijn. De Pranschen werden uit de door hen veroverde loopgraven geworpen. Op de Maashoogten bij Combres wordt zwaar gevochten. De Pranschen deden hier ter hoogte van de Tranchée tot viermaal toe een aanval, welke bijna alle reeds in den aanvang wer dén tot staan gebracht. Daar waai de Pranschen de Duitsche stellingen bereikten, werden zij na een verwoed handgemeen teruggeworpen. In een der laatste gevechten ver overden de Duitschers ten W. van de Tranchée een vooruitgeschoven Pranseh veldwerk. Ten O. daarvan houden de Franschen echter nog een stuk loopgraaf bezet. Aanvallen op de Duitsche voor posten bij Leintry mislukten. In het bericht van 27 dezer wordt medegedeeld, dat naast de kathe draal van Atrecht staande artillerie beschoten werd. In Argonne werd bij Vienne le Cbateau een gedeelte van een Fransche loopgraaf genomen en tegenover vijandelijke aanvallen gehandhaafd. Ten Z.W. van Les Eparges werd bij verrassing een bergbrug op de Pranschen veroverd. Alle tegenaanvallen der Pranschen .mislukten. ff et bericht van Fransche zijde over de verovering van 4 machinegeweren bij Ban de Sapt wordt tegengesproken. Nergens zijn de Pranschen erin ge slaagd zelfs maar tot aan de Duitsche stellingen te komen. Daarentegen namen de Duitschers 368 man ge vangen en veroverden zij 2 revolver- kanonnen, 5 mitrailleurs en 7 mijn- werpers. Yau het Oostelijk front. Het Bussische legerbericht van den '25sten meldt, dat in de streek van Sjawle artitleriegevechten plaats had den. Ten W. van den middenloop van den Njemen werd een nachte lijke aanval van de Duitschers af geslagen. In het dal van de Omulew trachtten de Duitschers na een voor bereiding door de artillerie het offen sief te hernemen. Deze poging werd echter verijdeld. In het dal van de Orzicz waren daarentegen de Russen gedwongen een veldwerk te ontruimen. Aan het Weichelfront trachtten de Duitschers tot driemaal toe met sterke strijdkrachten ten W. van de Omulew op te rukken. Zij werden echter met lievige verliezen teruggeslagen. Van het gevechtsterrein in Galicië wordt medegedeeld, dat de Duitschers langs doei spoorweg van Lemberg naar Kamenka en Berejany probeerde voort te rukken, welk doel zij niet bereikten. Aan den Dnjeatr werd het over schot der Duitschers op den Z. oever teruggeworpen. Bij Martynow Stary •waren reeds den 23sten de Duitschers welke den Dnjestr overgetrokken waren, te zarnen 15 officieren en 700 soldaten gevangen genomen. Den ,24sten trachtten de Duitschers echter opnieuw den rivier over te trekken. Alleen bij het dorp Ruzdwiani slaag den zij erin hun voornemen te vol voeren. De gevechten duren voort. In het bericht van den 27ston lezen wij dat nieuwe aanvallen in het dal van de Orzicz afgeslagen werden, en dat de Russen door een tegenaanval erin slaagden de ver loren gegaue schans te heroveren. In de richting van Przasnycz vielen de Duitschers. eveneens aan. Het ge vecht duurt daar nog voort. Den 24sten namen de Russen tijdens tegenaanvallen in de richting van Jollef-Lemberg 2000 man gevangen, w.o. 30 officieren, terwijl zij 13 ma chinegeweren veroverden. Aan den Dnjestr werden de aan vallen der Duitsch-Oostenrijksche troe pen afgeslagen. Den 24sten werden 1000 man met 7 officieren gevangen genomen en vele mitrailleurs buit gemaakt. Het Duitsche legerbericht van den 26sten weet daarentegen te vertellen dat ten Z.O. van Oglenda en ten N. van Przasnycz de Russische stellingen stormenderhand genomen werden, en tegenover de nachtelijke tegenaanval len der Russen gehandhaafd konden worden. Er werden 636 gevangenen gemaakt en 4 mitrailleurs veroverd. De aanval van von Linsingen op den N. oever van den Dnjestr maakt vorderingen. De rechteroever wordt by Halicz nog door de Russen bezet gehouden. Sedert 23 Juni werden bier 3500 Russen gevangen genomen. Het Oostenrljksche communiqué van /den 26sten meldt het afslaan van Russische aanvallen op de stel lingen tusschen Dnjestr en Pruth. N.O. van Zurawno duren de gevechten voort. In Russisch-Polen ontwikkelen zich gevechten langs de linie Za- wichost Sienne-Liza. In het bericht van den 27sten wordt eerst medegedeeld, dat de Rus sen na den slag bij Lemberg terug trokken in O. richting,- alwaar zij stelling namen op de hoogten ten O. van Miklascow. Op dit front veroverden de Oosten rijkers, in gevechten welke eenige dagen duurden, de Russische voor stellingen. Daarna werd tot een be- stormiug dei hoofdstelling overge gaan, waarbij vooral bij Bobrka do Russen terugged rongen werden, met het gevolg dat de Russen sedert den 27sten ook van dit front op den terugtocht zijn. Eveneens is dit het geval ten N. van Zolkief en Rawa- Ruska. Aan den Boveu-Dnjestr duren de gevechten uog voort. In de gevechten der laatste dagen nam het leger van generaal Böhm Ermolli 71 officieren en 14100 man gevangen en werden 26 machinegeweren veroverd. Van het Z u i d e lij k front. Het Italiaansche legerbericht van den 26sten maakt melding van een toenemende bedrijvigheid van de vij andelijke troepen. Langs de Isonzo wordt de actie voortgezet welke ech ter in verband met het moeilijke en zwaar versterkte terrein laDgzaam vordert. D.d. 27 Juni wordt mede gedeeld, dat aan de grens van Tirol de artilleriegevechteu voortgezet wor den. In het westelijk deel van den Moute-Croces-pas bezetten de Italia nen den top van den Zellenkofel. Ook op dit gevechtsterrein heeft men last van slecht weer, hetwelk de operaties belemmert. Het Oostenrljksche legerbericht van den 26sten bericht daarentegen het afslaan van aanvallen op het bruggehoofd van Görz, terwijl dd. 27 dezer het afslaan van een aanval aan het kanaal van Monfalcone wordt medegedeeld. Aan de Dardanellen. Volgens een bericht uit Keulen handhaven de Turken zich nog steeds in hunne oude stellingen. Echter zouden de bondgenooten nieuwe ver sterkingen ontvangen hebben zoodat eerdaags nieuwe actie te wachten is. Een bericht uit Konstantinopel, dd. 25 Juni deelt mede, dat slechts kleine gevechten worden geleverd. De toestand bij Sedul-Bahr is onver anderd. In het bericht van den 26sten wordt echter gemeld, dat de Turken bij Sedul-Bahr aangevallen werden doch hun stellingen wisten te behouden. Verder werd bij Kaba-Tepe een vij andelijk transportschip getroffen, het welk daardoor in brand geraakte. Op het Russisch Turksche front hebben, volgenB een Turksche mede- deeling, de Turken het offensief her vat en drijven zij de Russen achter uit in de streek van Kale Boghasi. Hiertegenover voeren de Russen steeds versterkingen aan om eeïi terugtrek ken van hun reohtervleugel te ver mijden De duikboot-oorlog. Londen, 26 Juni. In de week, eindi gende met 23 dezer, hebben duik- booten drie Engelsche koopvaardij schepen in den grond geboord. In dien tijd zijn er 1469 zee stoomschepen Engelsche havens in of uit gevaren. Duitsche duikboot gezonken. Eenige dagen geleden brachten rei zigers uit Groningen een bericht te Winschoten, volgens hetwelk een Duitsche duikboot by Borkum door zou zijn. Uit nadere mededeelingen blijkt, dat Dinsdagavond een Duitsche duikboot, van Emden naar de Noord zee vertrokken, ter hoogte van het eiland Borkum is gezonken. Een hevige ontploffing had in de boot, die zeer snel zonk, plaats. De kapitein en twee leden van de bemanning, die zich in den toren bevonden, zijn, maar vermoed wordt, gered, al de overige opvarenden von den den dood in de golven. Hoe de ontploffing ontstaan is, is niet met zekerheid te zeggen. Italiaansche torpedoboot in den grond geboord. Weenen, 27 Juni. Officieel wordt bekend gemaakt Een onzer onder zeeërs heeft den 26sten Juni in het noorden van de Adriatische Zee een Italiaansche torpedoboot getorpedeerd en in den grond geboord. Vergelding. Berlijn, 27 Juni. In strijd met het volkenrecht hebben den 13en en 3l8ten Mei Fransche oorlogsschepen de Duitsche consultaten in de open Turksche steden Alexandrette en Haiffa verwoest. Als vergelding en ter dekking dei- schade, toegebracht aan Duitsch en Turksch eigendom, zijn aan de Fran sche steden Valenciennes en Roubaix daarvoor boeten opgelegd elk van 150,000 francs. Aanvulling van het Engelsche vlootpersoneel. Londen, 26 Juni. Bij suppletoire begrooting van marin'e worden nog 50,000 officieren en zeelieden aange vraagd voor het dienstjaar èindigend 31 Maatt 1916. De laatste begrooting wees er 250,000 aan. Sociaal-democratie en vrede. De „Nordd. Allgem. Zeitung" deelt mede, dat de „Vorwiirts", het hoofd orgaan der Duitsche socialisten, ver boden is naar aanleiding van een manifest van het bestuur van de socialistische partij in Duitschland, dat door het blad is opgenomen, ge titeld Sociaal-democratie en vrede". WIJ laten hieronder den hoofdinhoud van dit manifest volgen: Byna een jaar lang raast de oorlogsfurie over den aardbol. Honderdduizenden bloei ende menschenlevens zijn haar ten slachtoffer gevallen, onmetelijke kul- tuurwaarde vernietigd en de volks kracht is op Ijselljke wijze verzwakt. Millioenen moeders, vrouwen en kin deren weenen om hunne zonen, man nen en vaders. Nood en ellende paren zich bovendien aan den kommer, die de volken drukt. Zal het ontzettende drama, waarvan de wereldgeschiede nis de ijselljke wederga niet kent, nog steeds geen einde nemen De sociaal-democratie heeft deze rampzalige wereldkatastrophe zien aankomen en heeft ze voorspeld. Daarom heeft ze in alle landen de imperialistische uitbreid ingspolitiek en haar gevolgde noodlottige wed strijd in oorlogstoerusting, bestreden, die eigenlijk dezen verschrikkelijken oorlog hebben doen ontstaan. Steeds heeft de sociaal democratie gestreefd voor verbetering der ver standhouding onder de volken, door vergaderingen, vlugschriften en con gressen en ten laatste nog door de conferenties te Bern en te Basel. Toen zich in het vorige jaar 'de dreigende oorlogswolken samenpak ten aan den politieken horizont, heeft de Duitsche sociaal-democratie tot het laatste oogenblik al het mogelijke in het werk gesteld tot behoud van den vrede. Zij kon het ongeluk echter niet tegenhouden, dat Europa over viel. De oorlogsfakkel vlamde hel op en stak de wereld in brand. Toen daarna de kozakken van den Tsaar plunderend en brandend de grenzen des lands overschreden, hield de sociaal-democratie de belofte, die de beste hunner leiders aan het Duitsche volk hadden gedaanzij stelde zich in dienst van het vader land en stond mede de middelen toe voor zijne verdediging. Het lot van Oost-Pruisen toonde aan, wat Duitschland te wachten stond, indien niet het Duitsche volk als één man had samengewerkt om den Russischen veroveringstocht tegen te houden. Volgens offlcieele berichten z|jn in Oost-Pruisen bijna 400.000 menschen dakloos geworden en in ellende ge dompeld. Velen zijn gedood, gewond, als gevangenen naar Rusland gevoerd, 24 steden, 572 dorpen en 236 land goederen zijn geheel of gedeeltelijk door brand verwoest200.000 wonin gen zijn leeggeplunderd en vernield. Aan de Duitsche troepen, die met doodsverachting streden en de ellende van den winteroorlog in het oosten doorstonden, is het ten slotte gelukt, Oost-Pruisen van dezen geesel te bevrijden. Niet alleen voor de verdediging van Duitschland's onafhankelijkheid heeft de sociaal-democratie gewerkt; zy heeft ook in het belang der arbei dende klassen alles gedaan om den levensmiddelen-woeker en de bureau cratische onghartigheid te bestrijden. Van het begin van het oorlogsdrama af heeft de Duitsche sociaal-democratie al het mogelijke gedaan om, „getrouw aan de plichten, die allen socialisti- schen partijen door hunne grond stellingen en door de besluiten der internationale congressen" zijn opge legd te werken aan het spoedig her stel van den vrede. Reeds den 4 Augustus 1914 heeft Haase namens de Rijksdag-fractie de volgende verklaring afgelegd „Wli eischen, dat zoodra het doel: de beveiliging des lands, zal zijn be reikt en de tegenstanders tot de Ingezonden Mededeellng. Het adres voor is bij C. KIESEWETTER, KANAALWEG 174. vrede bereid zullen zijn, aan den oorlog een zoodanig einde zal komen, dat vriendschap tusschen de naburige volken mogelijk maakt." Den 2 December heeft de Rijksdag fractie dien eisch herhaald. Ook den 10 Maart heeft Haase verklaard, dat zijne party steeds de vredespartij is geweest en dat dit ook voor de partijen in het buitenland geldt. De vrede, die de soc.-dem. wenscht, is er eene, die niet den kiem voor nieuwe oorlogen in zich draagt. Hij verklaarde zich tegen verove ringsplannen en wilde, dat samen werking met andere landen werd gezocht. Den 29 Mei uitte Elbert namens de partij den wensch, dat de vrede spoedig hersteld zou zijn, een vrede die duurzaam zou kuunen zijn. Ook hij verklaarde zich tegen veroveringen. Scheidemann heeft in dezelfde rich ting dit alles nog eens aangedikt. In gelijken toonaard spraken de sociaal democraten in het Pruisische huis van afgevaardigden. Ook de leiders der sociaal democratische partijen in Duitschland en Oostenrijk-Hongarije uitten zich iu denzelfden geest bij gelegenheid van eene door hen op 12 en 13 April gehouden gecombi neerde vergadering. Bovendien is de Duitsche sociaal democratische partij er steeds op be dacht geweest om, ondanks alle moeilijkheden en verdachtmakingen, te trachten de banden met de zuster organisaties en andere landen weder aan te kuoopen om te zamen met hen in het belang van den vrede te werken. Waar de partijen in de neutrale landen bemiddeling aan boden, is de Duitsche partij steeds bereid geweest te onderhandelen. De Engelsche partij bleek in Den Haag wel, de Fransche partij niet tot medewerkiug in die richting bereid. ,Zoo heeft de Duitsche Bociaal- democratie door hare woordvoerders, getrouw aan de socialistische begin selen en de besluiten der internationale congressen, voor den vrede gewerkt." „Met innigen spyt moet daartegen over geconstateerd worden, dat tot nogtoe alle pogingen tot internationaal overleg mislukt zijn, voornamelijk tengevolge van de houding der soc.- dem. partij in Frankrijk, van welke verschillende op den voorgrond tredende leden deel uitmaken der regeering, die met den Tsaar is ver bonden. Zij billijkt onvoorwaardelijk de politiek der regeering die erop gericht is, den oorlog voort te zetten tot de nederlaag van Duitschland, tot ver nietiging van het Duitsche militarisme en heeft zich tegen de bijeenroeping van het Internationale Socialistische congres verklaard. Toen de Fransche minister-presi dent den 22sten December in het parlement eene verklaring in boven bedoelde geest aflegde, heeft nöch een der socialistische ministers, nöch de Kamerfractie, nöch het partijbestuur zich tegen zulk een politiek verzet. Zelfs heeft dit laatste zich in zijn manifest van 23 December met het regeeringsprogram solidair verklaard. Ook de leider der Belgische socia listen, Vandervelde heeft zich den 18den April in denzelfden geest geuit volhouden van den oorlog tot Duitsch land gestraft zou zijn voor zijn mis daad. Toch zijn er zoowel in Frankrijk als in Engeland groepen, die evenzoo over de quaestie denken als de Duitsche partij en voor den vrede ijveren. Maar niet weg te cijferen valt, dat de Engelsche en Fransche partijen en hare leiders aan de zijde hunner regeëringen staan en vóór voortzetting van den oorlog Ijveren. „Het is onverantwoordelijke mis leiding der Duitsche partijgenooten, wanneer in anonieme pamfletten en bulletins den internationalen toestand en de gebeurtenissen in de partij op verdraaide of volkomen leugenachtige wyze voorgesteld worden en het verwijt geuit wordt, dat de partij leiding niet genoeg doet om het ver langen naar vrede van de arbeiders klasse tot uiting te brengen." Wie het met de eenheid in de partij ernst is, mag zoo niet optreden. „De Rijksdagfractie en het partij bestuur van de Duitsche sociaal-de mocratie hebben steeds eensgezind de veroveringa- en annexatiepolitiek bestreden. Wij protesteeren opnieuw op de krachtigste wyze tegen alle pogingen ten gunste van de annexatie van vreemd grondgebied en van de onderwerping van andere volken, zooals die vooral door de eischen van groote economische groepen en door de redevoeringen van leidende bur gerlijke politici in het openbaar uit gesproken worden. Reeds door bet bespreken van zulk streven wordt de vrede, waarnaar het geheele volk zoo vurig verlaDgt, langer uitgesteld. Het volk wilgeene annexaties, het volk wil den vrede." „Om te voorkomen dat de oorlog, die dagelijks nieuwe offers kost, tot in het eindelooze wordt voortgezet tot alle volkeren, die er aan deel nemen, uitgeput zjn, moet een der oorlogvoerende partijen het eerst de hand aanbieden. Duitschland, dat door een groote overmacht overvallen, zich tot nog toe alle vijanden van het ljjf gehouden heeft, dat het uit- hongeringsplan verijdeld heeft en be wezen heeft dat het niet overwonnen kan worden, behoorde den eersten stap tot den vrede te doen." „In naam der menschelljkheid en der Kuituur, ons beroepend op de door de dapperheid van onze gewa pende landgenooten ontstane voor ons gunstigen stand van den oorlog, verlangen wij van de regcering, dat zj' zich bereid verklare, vredes onderhandelingen aan te knoopen om aan den bloedigen strijd een einde te maken." „Wy verwachten van onze partij genooten in de andore oorlogvoerende landen, dat zij in denzelfden geest invloed oefenen op hunne regeerin gen." Berlyn, 23 Juni 1915. BINNENLAND. De „Ceres" getorpedeerd of op een mijn geloopen. Gelijk wij reeds in ons vorig num mer onder de rubriek Laatste Berich ten mededeelden is het Nederlandsche stoomschip „Ceres" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., 20 Juni van Am sterdam vertrokken met bestemming naar Hudikswall, om daar hout in te nemen, ter hoogte van Soederarm getorpedeerd of op een mijn geloopen. De bemanning werd gered. Volgens en Wolff-telegram uit Stockholm zag men aan boord van de „Ceres" een kwartier voor de onder gang van het schip, een torpedoboot van onbekende nationaliteit. Toen het stoomschip zonk was deze nog zichtbaar, doch er werd geen poging gedaan om de bemanning te redden. Volgens „Aftonbladet" was het een Russische torpedoboot. Verder wordt nog medegedeeld, dat alleen de scheepspapieren gered konden worden. Vervalschan van verlofpassen. Naar aanleiding van bij den opper bevelhebber van land- en zeemacht ingekomen rapporten, omtrent het vervalschen van verlofpassen, is door genoemden opperbevelhebber bepaald, dat van 10 Juli 1915 af uitsluitend die verlofpassen mogen worden ge bruikt, welke zijn aangevraagd bij de firma Teulings te 's Hertogenbosch. Deze verlofpassen zijn voorzien van een doorloopend nummer, benevens van een serieletter, en, ter voorko ming van vervalsching, van een, door genoemden opperbevelhebber goed gekeurd merk. Verlofpassen, waarvan de geldigheidsduur verstreken is, moeten door den houder onmiddellijk worden ingeleverd deze passen wor den vernietigd, of zoodanig onbruik baar gemaakt, dat fraude hiermede niet mogelijk is. Korporaals en manschappen aan wie het geoorloofd is van den trein gebruik te maken, moeten van een dergelijken verlofpas voorzien zyn, met dien verstande, dat aan diegenen welke na afloop van hun dienst, door loopend verlof hebben naar een be paalde plaats, en die dus steeds het zelfde traject bereizen, ééns per maand een doorloopende verlofpas mag wor- Korporaals en manschappen die op een vervoerbewijs reizen, mogen niet tevens in het bezit zijn van een ver lofpas. Geven van Inlichtingen. Door den territorialen bevelhebber in Zeeland is de aandacht der burge meesters gevestigd op het volgende Een welgezind Nederlander heeft per auto een bezoek gebracht aan Zeeland, waarbij hem gebleken is dat het niet de minste moeite kost om inlichtingen te bekomen nopens de opstellingen van troepen in Zeeland zelfs ongevraagd werden hem door dorpsbewoners inlichtingen verschaft. Het behoeft geen betoog, dat dit on toelaatbaar is. Mitsdien verzoekt de territoriale bevelhebber den inwoners mede te deelen, dat in 's lands belang geen onnoodige mededeelingen nopens militaire aangelegenheden aan ande ren mogen worden gedaan en die aangelegenheden mogen in geen geval worden besproken met personen, die men niet persoonlijk als te goeder trouw kent. De bevelhebber acht het gewensebt daarbij te wyzen op den inhoud van de desbetreffende bepalin gen in het Wetboek van Strafrecht, Art. 98. Hy die opzettelijke bescheiden, berichten of inlichtingen omtrent eenige zaak, waarvan hij weet dat geheimhouding door het belang van den staat wordt geboden, hetzij open baar maakt, hetzij aan eene buiten- landsche mogendheid mededeelt, of in handen speelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar. Art. 272. Hij die opzettelijk eenig geheim, hetwelk hij, uit hoofde van zyn ambt of beroep, verplicht is te bewaren, bekend maakt, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden, of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Meeting der S.D.A.P. tegen het ont werp Landstormwet. Zondagmiddag hield de S.D.A.P. te Utrecht de aangekondigde meeting tegen bovengenoemd ontwerp. De zeer druk bezochte betooging werd des middags te 1 uur door den voor zitter van het partijbestuur, de Heer Vliegen geopend. In zyn openings rede wijst spr. op de houding, thans aangenomen door de Duitsche Soc. Democraten, en stelt hij voor een telegram van hulde aan de Duitsche partij te zenden. Na de opening is het woord het eerst aan Mr. Troelstra. Spr. begint met te constateer en dat in ruime kringen een groote ontstemming over het ontwerp bestaat. Het is te beschouwen als een car- ricatuur van het volksleger, zooals de S.D.A.P. zich dit voorstelt. Het volk wordt door het ontwerp om den tuin geleid. Geen Min. is in staat om tijdens den huidigen oorlog een leger van 400.000 man op den been te brengen. Is spr. goed ingelicht, dan zou de regeering eerst willen beginnen met het oefenen van 12.000 man, na drie maanden weer 12.000 man enz. Op die manier zou het drie jaar duren eer men 144.000 man had geoefend. En van waar zou dan de munitie en verdere bewapening moeten ko men? Waar moet het heen met de flnancieele lasten welke op het volk gelegd worden? Volgens spr. is onzen toestand er niet slechter op geworden. Integen deel zou het uitbreiden van het leger het gevaar om in den oorlog betrok ken te worden grooter maken. In ons land is nog geen oorlogspartij, doch de uitbreiding van ons leger zou de agitatie bevorderen. De S. D. A. P. wenscht niet dat de ufloop van den oorlog zoo zal zijn dat de overwin naar den verslagen vijand de hak in den nek kan zetten. Er moet een toestand komen waarin de oorlog onmogelijk zal zijn, en dat kan door de overwinning der vredes- gedachte over de oorlogsgedachte. Spr. eindigt met te zeggen dat men geen Jan Salie behoeft te zijn om het volk toe te roepen„blijft buiten den oorlog". De grootheid van Neder land moet zijn dat het nuchter blijft tot het laatste oogenblik en zich niet in den oorlog laat slepen. Vrede moet het blijven. De heer Wibaut becritiaeert een bro chure van Prof. de Louter waarin deze de legeruitbreiding verdedigt. Spr. geeft aan wat waarschijnlijk zal gebeuren als er vrede gesloten is. De mogendheden zullen dan zoeken naar nieuwe afzetgebieden en niet onwaar schijnlijk is het, dat zy dan ook een woordje willen spreken met Neder land, met het oog op de groote kolo niën. En nu willen menschen als Prof. Louter en Prof. Kernkamp e. a. dat wy ons tot de tanden zullen wapenen, niet voor den vrede, maar den oorlog, zoo een der andere landen iets van ons zou willen eischen. Het gevaar schuilt dus in de op komende partij die poogt stemming te maken voor legeruitbreiding en zoo noodig voor oorlog. De Duitsche party doet thans een oproep voor vrede, en de Ned. party onderschrijft dien oproep. Onze re geering moet alles doen wat mogeiyk is om den vrede te bevorderen. Daar- by zal de S.D.A.P. haar zoo krachtig mogeiyk steunen. Deze rede wordt evenals die van Mr. Troelstra met luid applaus be loond. Vervolgens spreekt dr. J. van Leeuwen. Deze zegt dat het doel van het ontwerp een versterking van onze weermacht is. Het naar huis zenden van enkele landweerpllchtigen is een bijkomstig doel. Het adres der 22 heeren aan de Tweede Kamer, wordt door spr. scherp becritiseerd. Volgens spr. staat het vast dat die groep van drijvers alleen hunne economische kracht willen versterken. De belangen van het volk worden thans biykbaar bulten het parlement behandeld. De klasse-politiek en de klasse-hartB tochten worden in ons volk losge laten. Dat, is verkeerd. Als men werkeiyk vrede wil, dan moet het ook zyn een vrede naar binnen, en daartoe is het noodig dat de regeering dit ontwerp intrekt. Hierna werd in stemming gebracht de volgende motie: „De groote demonstratie, byeenge- roepen door de Soc.-Dem. Arb. Partij ter bespreking van het „Wetsontwerp tot uitbreiding van den Landstorm" gehoord de sprekers constateert, dat dit wetsontwerp aan de Regeering de bevoegdheid geeft om een reusachtige leger uitbreiding tot stand te brengen, zonder over de daardoor aan het volk opgelegde lasten volledige vooraf gaande verantwoording schuldig te zyn dat dit wetsontwerp niet bevat een voorstel tot invoering van een volksleger, wijl de oude legerorgani- satie ten volle blijft gehandhaafd dat beteekent het gevaar vergrooten, dat chauvinistische elementen in het land, waartegen de demonstratie krachtig protesteert, door die groote legermacht gesterkt zullen worden in hun onverantwoordeiyk dryven1 dat deze legerversterking schade zal doen aan het vertrouwen, door de oorlogvoerende landen in de neutraliteitspolitiek in Nederland. Om al deze redenen vereenigt de meeting zich met het voornemen der Soc.-Dem. Kamerfractie om tegen dit ontwerp stelling te nemen". Deze motie werd, onder luid gejuich, met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens werd gestemd over de volgende resolutie, ingediend door de heeren Troelstra en Vliegen: „De groote nationale betooging der socialistische arbeiders van Nederland, vastbesloten in dat land elk mili- tairistisch en chauvinistisch drijven zoo sterk mogeiyk tegen te gaan, juicht de toenemende bewegingen onder de socialisten der oorlogvoerende landen, met name van Duitschland, Frankrijk en Engeland, naar een spoedige vrede op den grondslag der internationale socialistische congros- sen hartelijk toe. Zy ziet daarin eene uiting van liet besef, dat niet de overwinning der militairistische en imperialistische heerschende kringen van eene der oorlogvoerende partijen dien grond slag kan leggen, maar slechts de eensgezinde samenwerking van de partyen der Internationale, en dat het zelfstandig optreden van het socialistisch proletariaat tegen elk imperialistisch drijven in het eigen land hiervoor onmisbaar is. Zy spreekt ten slotte haar onwrik baar vertrouwen uit in de socialisti sche Internationale, die, door liet uitbreken van den oorlog tijdelijk uiteengeslagen, in en door het streven naar den Vrede zal worden herboren". eze resolutie werd eveneens, onder daverend applaus, met algemeene stemmen aangenomen. SPORT. Voetbal. H.F.C.—Spartaan 1 2. Zooals we Zaterdag reeds voorspel- in is 't op een nederlaag uitgeloopen, wat heelemaal geen schande is, daal de Spartaan met slechts 2 invallers uitkwam. H.F.C. heeft zich tegen dit sterke elftal goed gehouden. Een eer volle nederlaag is 't tenminste be- sliat, vooral ala men weet dat Dito niet aanwezig kon zlin en de linker vleugel daardoor speciaal vóór rust, niets presteerde. Geurts is geen links buiten. Ruim 4 uur fluit de heer van der Berkhoff de spelers in 't veld en trapt de Spartaan af ten aanschouwen van ruim 1200 bezoekers. Reeds direct biykt de handigheid der voorhoede, die zonder moeite de halflinie passeert en van rechts een scherpe voorzet in 't doelgebied doet belanden. De backs, vooral Heyting, zijn hier ge lukkig in uitstekenden vorm, zoodat Persoon nog niet behoeft in te grijpen. Bij dien eenen aanval laat de Spartaan het echter niet. Maar gesteund en gevoed door de haflinie is de voor linie weldra weer tot aanvallen in staat, die slechts ten koste van een hoekschop kan worden afgeslagen. Deze biyft zonder resultaat, want Bak onderschept hem en geeft zyn voorhoede gelegenheid tot opbrengen. Hier vlot het spel niet al to best, wat niet te verwonderen is wanneer de spelers zoo in de gaten worden gehouden als hier door de Spartanen geschiedde. Geen oogenblik stond Steur vry en als hy naar Aardweg plaatste, bleek al diens handigheid niet in staat, hem den linksback te doen passeeren. Deze liet gedurende ïeeien wedstryd een inderdaad schitterend spel zien, dat den rech tervleugel met gemak in bedwang hield. Evenals zijn buurman toonde hij zich byzonder trapvast. Al heel gauw neemt de Spartaan ten minste den aanval weer over en profiteert van een falen der backs en een te vroeg uitloopen van Persoon, door met een tam schot den bal in 't ver laten doel te deponeeren. Hoe hard de voorhoede daarna ook werkte, Heyting en Meerburg lieten zich niet meer verschalken, zoodat de rust in ging met een 1-0 voorsprong der groenhemden. Na de hervatting pakte de voor- hoode wat beter aan en kregen de achterspelers heel wat minder te doen dan daarvoor, toen H.F.C. bijna ge regeld was ingesloten. Door uitmun tend verdedigen en vooral door de rood witte voorhoede geen oogenblik gelegenheid te geven tot zuiver schie ten, kon deze het niet tot doelpunten brengen. Duideiyk biykt 't overwicht van H.F.C., doch steeds is een Spar- taansch been of hoofd in staat het gevaar te keeren. De groene voor hoede, die gedurende eenigeu fcyd vrywel werkeloos was, krijgt weldra gelegenheid haar handigheid te too- nen. De verbazend vlugge rechtsbuiten ontsnapt aan Kikkert en profiteert van een mistrap van Meerburg door alleen op Persoon toe te rennen en dezen met een hard laag schot geen schyn van kans te geven. 2-0. Weer neemt H.F.C. na den aftrap 't spel in banden. Charles en Steur naderen mooi samenspelend den keeper, die slechts vallende kan redden. Vlak daarop ontstaat er weer een gevaar- ïyke scrimmage voor 't doel dei- Spartanen, waaraan Steur ten slotte een einde maakt, door 2 minuten vóór 't eind het eenige tegenpunt te maken. Nauweiyks is er weer be gonnen of de scheidsrechter, die den wedstryd tot ieders genoegen geleid had, fluit inrukken. By H.F.C. waren vooral de beide backs zeer betrouwbaar, met Heyting als de beste, terwyi de halflinie eerst na de rust op dreef kwam. De voor- linie verbeterde er wel op toen Geurts met Groote van plaats verwisselde. Toch werd 't gemis van Dito zeer gevoeld. By de gasten noemen we de beide backs, den spil en den rechtsbuiten als uitblinkers. Over 't geheel genomen was 't anders een tamelyk kalme wedstryd met weinig spannende momenten. Alleen heel op 't laatst kwam er wat meer geestdrift in. 't Is te wenscben, dat die voortaan de spelers wat vroeger bezielt. Andera wordt 't al gauw een saaie boel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1