HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4490
DINSDAG 13 JULI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 371 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 24 cent.
Geïllustreerd Zondagsblad.
Sommige abonnés schijnen nog
steeds niet te weten, dat de prijs van
liet Geïll. Zondagsblad verhoogd is en
thans bedraagt per 3 mdn.:
voor de stad f 0.45, per post (bin
nenland) f 0.526, buitenland f 0.85.
Wij hebben dit indertijd in ons blad
vermeld en er bijgevoegd, dat wij
deze prijsverandering aan den kop
van ons blad voorloopig niet konden
aanbrengen omdat die kop niet is
gezet uit losstaande letters, maar
een cliché, d.w.z. een vaste vorm, is.
Vandaar, dat aan het hoofd van ons
blad de oude thans niet meer gangbare
prijzen, voor het Geïll. Zondagsblad,
voorloopig gehandhaafd blijven.
DE UITGEVERS.
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen:
1. Uit den Omtrek.
2. Feuilleton.
LIJST van Ingekomen en vertrokken
personen.
INGEKOMEN.
NaamBeroepWoonplaatsVanGel.
F. Rusting, gopd., Langesteeg 1, Haarlem. R.C.
J.v.d.Meer,k.-kok,Wagenatr.S7, Egmond a.Z. O-R.
J.C.de Moei, kapelaan,Kerkgr. 65, warmond. R.C.
Wed.K.Greiner,zond.,Broestr. 46, Zaandam. Geen.
B. Flentge, zonder, 2e Vroonstr. 38, A'dam. N.H.
H. Wielinéa,k.-mar.,Hoogstr.65,Nicuwpoort.
p TTflihlnm 70imAlr.tr Snnnrstr Ril A'dam. R.f
,Je Rozendw.str.S, Volsen. D.G.
9. Krist, dlenstb,, Koegars 194, Oosterland. N.H.
B. van Alren, oloctrlc., Bothastr. 44, A'dam. Ger.
J.P.v.d. Oord,voeli,, Koegras, Oallantsoog. N.H.
VERTROKKEN.
NaamBeroopVanNaarGel.
D. L. J. Hupkea,bakker,Weststr.66,Haarlem. N.H.
K.Kikkert, tulnm., Koegras82h,Opperdoes.
A-A-Valkkoff,timm.P.Heinstr.?,Watergr.m.
C. Brouwer, bak,, Weezenstr. 66, Haarl .meer. Ger.
G J.deJong, meubelm.. Zuidstr. 82. Haarlem. N.H.
C. Lissaner, zonder, Kanaalw. 67/68, A'dam. N.I.
B. Verheg. off.machJekl. West9tr,27,'s-Hage. N.H.
Wed. M. Tbomasz, z., Kanaalw. 128, r
.T. Zwart, boerenk iiy Koegras 109, Zti pc.
.7. Douma, zonder, Hoogstr.66, Rotterdam.
J. T. Cramer van der Bogaert, maj. torpedlst
KI. Duitstraat 22, Amsterdam.
(J.Houtraan.kolenol art.,Kon.str.lOO,Devonter.
P. Dekker, matr.8choenm.,Flora3tr.l9,8trUen.
N. Vorbrugge—van dor Haagen, zonder,
Molenstrata 108.
H. H. Luitwieler, zonder, Huisd. 43, 's-Hage. n
J. v. d. Tang, k.-Konst. Trompstr. If, RUswiik.
C. H. ter Horn, arts, Hoofdgr. 8, Oude Pckela. R.C
DE OORLOG.
Oe officieele legerberichten van
9, 10 en 11 Juli.
Van het Westelijk front.
Van Fransche zijde.
Het bericht van den 9en geeft aan
dat den dag betrekkelijk kalm ver-
loopen is. In dat van den lOen daar
entegen worden weder tal van afge
slagen aanvallen vermeld, o.a. in de
streek ten N. van Atrecht, op het
front Perthes-Beau-Séjour en op de
Fransche stellingen bij Leintry. Ver
der kwamen op verschillende deelen
van het front artillerie-gevechten
voor. Door Fransche vliegers werden
bommen geworpen op de stations van
van Arnaville en Bayonville, en de
militaire barakken te Noroy.
In het bericht van den llen is het
al niet anders. In den nacht van 9
op 10 Juli sloegen de Belgen een
aanval der Duitschers af op het Yser-
front. Ten N- van het station van
Souchez onderging- een Duitsche aan
val in den nacht van 10 op II Juli
hetzelfde lot. Verder artilleriegevech
ten, voornamelijk bij Albert, aan de
Maas bij Champigny, in de Aisne-
sector, het Priesterbosch en bij Nieuw-,
poort.
Uit een telling gehouden na de
gevechten bij Fontenelle op 8 dezer,
blijkt, dat 881 man, w.o. 21 officieren
gevangen genomen werden. De buit
bestond uit: een stuk zwaar geschut,
vier mitrailleurs, twee bommenwer
pers, een groote hoeveelheid geweren
met ammunitie on een depot van
handgranaten en verdere munitie van
verschillend kaliber.
By Altkirch werd een Duitsche
vlieger door een Fransche neerge
schoten. Het toestel viel binnen de
Fransche linies.
Volgens een bericht van Engelsche
zijde, d.d. 9 Juli, hadden de Duitschers
herbaalde malen pogingen gedaan om
de bij Yperen verloren loopgraven te
hernemen. Door de samenwerkende
Eugelsche en Fransche artillerie wer
den alle aanvallen echter afgeslagen.
Na een artilleriegevecht dat twee
dagen en nachten duurde, trokken de
Duitschers langs den kanaaloever
terug. Hierdoor werden de Engelschen
in staat gesteld hunne terreinwinst
uit te breiden. De buit bestond uit
een machinegeweer en drie loopgraaf
mortieren.
Van Duitsche zijde wordt daaren
tegen d.d. 11 Juli gemeld:
Ten N. van Yperen herhaalden.de
Engelschen hunne pogingen om onze
stellingen aan het kanaal te veroveren.
Alle aanvallen werden echter afge
slagen. Ten N. van den straatweg
Souchez-Albain beproefden de Fran
sehen een aanval op hetzelfde oogen-
blik als de Duitschers. Een aanval
der Franschen bij Fricourt werd te
ruggewezen.
Bij Beau-Séjour werd een loopgraaf
genomen, daarop door de Franschen
hernomen, doch slechts voor korten
tijd. By een tegenaanval kwam zij
weder in handen der Duitschers welke
zich hier tegenover 6 aanvallen van
den vijand wisten te handhaven.
Verder werden aanvallen der Fran
schen afgeslagen bij Ailly en Apré-
mont, in het Priesterbosch en ten
O. en Z.O. van Sondernach in de
Van het Oostelijk front.
Het Russische legerbericht van deu
9en geeft aan dat op het Noordelijk
deel van bet Oostelijk front geen ver
andering gekomen is. Slechts hadden
kleine plaatselijke ontmoetingen
plaats.
Ten Z. van Dublin breidde het
offensief der Russen zich uit. Nog
steeds trekken de Oostenrijkers terug,
hoewel zij trachten de Russen te
te houden en hardnekkig tegenstand
bieden ten Z. van het dorp Wilkolaz.
Het aantal gevangenen is thans tot
over de 15000 gestegen.
Tusschen Bychawa en de Bug werd
een aanval der Duitschers afgeslagen,
Op het overig deel van het front
geen verandering.
In het bericht van den lOden meldt
het Russische hoofdkwartier, dat de
gevechten tusschen Przasnycz en don
Weichsel toenemen. Aan den linker
oever van den Weichsel hebben de
Duitschers de loopgraven bij Goemin,
welke zij op de Russen veroverd
hadden, ontruimd.
De gevechten in de streek ten Z.
van Lublin duren voort, Ten. Z. van
Wilkolas op een hoogte handhaven
de Oostenrijkers zich met groote
hardnekkigheid. Bovendien deden zijn
talrijke reserves herhaalde malen
aanvallen op het dorp Bystritza. Deze
weiden echter alle afgeslagen. Door
een tegenaanval der Russen werden
tenslotte de gevechten in het voordeel
van de Russen beslist. Tusschen
Wierpz en Bug en aan den ZlotaLipa
werden allen aanvallen afgeslagen.
Het Duitsche legerbericht van den
lOen maakt melding van een aanval
der Russen bij Ossowiec, welke echter
afgeslagen werd. Verder wordt de
toestand van de Duitsche troepen
als onveranderd aangegeven. Ook het
bericht van den llen meldt geen
veranderingen.
In het Oostenrijksche communiqué
wordt echter gezegd dat de toestand
zoo goed als onveranderd
is, waaraan wordt toegevoegd, dat de
gevechten ten N, van Krasnik wor
den voortgezet, en wel zohder succes
voor de Russen.
In het bericht van den llen wordt
de voorstelling die de Russen geven
van de gevechten bij Krasnik over
dreven genoemd. Volgens de berichten
van Oostenrijksche zyde goldt het
hier alleen het terugnemen van eén
voortroep welke een stelling innam,
welke op 4 IC. M. ten N. van het
eigenlijke front lag. Deze teruggaande
beweging heeft echter niet het minste
gevolg voor den gunstigen algemeenen
toestand.
Echter lijkt het verlies van 15.000
man aan gevangenen ons al erg
genoeg voor een z. g. weinig beteeke-
nende achterwaartsche beweging.
Van het Z u i d e 1 Ij k front.
Volgeüs een particuliere correspon
dentie van de „Küln. Zeitung", ont
wikkeld zich om den grooten Pal een
positiestrljd welke voor de Italianen
vrij hopeloos staat. Ten W. daarvan
staan de Oostenrijkers op Italiaansch
gebied. Door een vermetelen aanval
werd de Monte Peralba veroverd welke
een pas beheerscht. Het thans door
de Oostenrijkers bezette vijandelijke
gebied beslaat een oppervlakte van
10 ii 12 K.M.
Het Oostenrijksche bericht van den
lOen geeft aan dat alle aanvallen
van de Italianen mislukten, zoowel
in de streek van de Isonzo als op de
is van Tirol. In het Karintische
gronsgebied is niets van belang ge
beurd.
Hoe de toestand is op het Rus-
s i s c h-T u r k s c h e gevechtsterrein'
is moeilijk na te gaan. Volgens de
Russische berichten worden alle aan
vallen der Turken afgeslagen, en al
hunne pogingen om tot het offensief
over te gaan verijdeld.
Van Turksche zijde wordt daaren
tegen medegedeeld, dat de Russen
teruggedreven worden.
Aan de Dardanellen is de
toestand ook onveranderd. Volgens
een Turksche mededeeling van den
llen verscheen voer Kaba Tepe een
vijandelijk oorlogsschip van het Nel-
son-type, begeleid door een aantal
torpedobooten. Door dit schip werden
ruim 200 granaten op de Turksche
stellingen afgevuurd. De uitwerking
was echter zeer gering. Daarentegen
werd het schipdoor verschillende
granaten getroffen en gedwongen
terug te keeren.
Uit Pretoria komt een bericht het
welk meldt, dat de krijgsmacht welke
zich In Duitsch Zuidwest-Afrika
heeft overgegeven, uit 3166 minderen
en 204 officieren bestond. 37 veld
kanonnen en 22 mitrailleurs vielen
den overwinnaar in handen.
In Mesopotamiö gaat bet den Engel
schen ook niet meer zoo voor den
wind, ten minste wanneer men de
Turksche berichten moet gelooven.
Volgens deze mededeelingen werd een
Engelsche strijdmacht aangevallen
door op Perzisch gebied wonende
volksstammen. De Engelschen werden
teruggeslagen en verloren 6 kanonnen,
twee machinegeweren en een voor
raad munitie en levensmiddelen.
Verder had nog een gevecht plaats
ton N. van Bassorah met Engel
sche kanonneer-en motorbooten. Ook
dit gevecht had een voor de Turken
gunstigen afloop.
Engelsche verliezen.
Blijkens de Engelsche verlieslijsten
van 3 Juli zijn 23 officieren gesneu
veld eri 36 gewond. Bovendien worden
dd. 23 Juni 703 manschappen als ge
dood, gewond of vermist opgegeven.
Van de vloot zijn 101 manschappen
gedood, gewond of vermist.
Behandeling van krijgs
gevangenen.
Volgens een Duitsch bericht werden
een luitenant en eenige manschappen,
welke behoorden tot een Duitsche
patrouille die na den slag aan de
Marnè gevangen genomen werden,
op een alles behalve aangename
manier door de Franschen behandeld.
Het geval zat zóó. De patrouille
was bij den terugtocht der Duitschers
achter het Fransche front geraakt
en bad hier eenigen tijd rondge
zworven. Voor hun onderhoud werden
- in het begin tegen betaling
levensmiddelen gerequireerd.
Toen de patrouille aan het einde
harer krachten gekomen was, heeft
zy zich aan de Franschen overge
geven. Op grond van dit feit werd
de luitenant tot 5 ^aar dwangarbeid,
de manschappen tot 5 jaar tuchthuis
straf veroordeeld. Bovendien werden
zij wegens het optreden als een ge
wapende plunderende bende gedegra
deerd.
Door de Duitsche regeering werden
pogingen in het werk gesteld om
het vonnis buiten kracht te doen
stellen, evenwel zonder succes. Daar
om zyn thans zes krijgsgevangen
Fransche officieren, w.o. de zoon van
Franschen min. Delcassé, naar de
milit. gevangenis te Spandau gebracht,
welke daar zullen moeten blijven tot
de gevangenen waar de kwestie om
gaat als gewone krijgsgevangenen
behandeld zullen worden.
Engelsche persstemmen over het
succes in Duitsch Z. W. Afrika.
Alle Engelschen bladen zijn vol lof
over de door Generaal Botha behaalde
overwinning.
De „Daily Telegraph" zegt dat er
?en andere plek van het Duitsche
grondgebied was van waar de vijand
met zoo veel vertrouwen zag om een
doodeltjken slag toe te brengen aan
de macht en het prestige van Engeland
dan Duitsch Zuid-West-Afrika waar
gedurende meer dan dertig jaar de
zwart-wit roode vlag woei die nu
neergehaald is. De omsingeling van
triomf van leiding op militair,
gebied waarbij bij de moeilijkheden
van het voorwaarts gaan onder een
Afrikaansche zon door groote uitge
strektheden van verlaten land dat ge
heel waterloos was, gelaten door de
Duitschers ook groote factoren zijn.
De Unie van Zuid-Afrika heeft nu
een groote en een nieuwe provincie
er b0 gekregen.
Togoland en Kameroen zijn weg;
Duitsch Nieuw Guinea, de Salomon-,
Caroline-, Pelten-, Marianne- en Maar-
schalkslanden ookSarnoa en Kiaut-
schau eveneens en van alle millioenen
vierkante mijlen van Duitschlands
overzee-Rijk blijft thans nog alleen
over Duitsch Oost-Afrika dat door de
Britsche vloot wordt geblokkeerd, en
door de Britsche troepen wordt be
stookt.
De „Standard" wijdt een hoofdar
tikel aan „Botha the victorious" en
zegt dat zijn bevelvoering geken
merkt werd door een zekerheid van
strategie en een snelheid van uit
voering die elke leider van den groo
ten vijand in Europa hem mag benij
den. Het blad vindt het een prach-
t.igen oorlogsprijs, een terrein dat
driemaal grooter is dan de Britsche
eilanden.
Niets kan dramatischer zijn dan
dit einde van de Duitsche kolonisatie-
droomen, nu de Lüderitzbochtstreek,
waarmee Bismarck het Duitsche
wereldrijk en de worsteling om
Afrika opende, overgaan is „in het
bezit van de afstammelingen van de
Hollandsche, de Vlaamsohe, de Brit
sche stammen en de Hugenoten, zegt
de „Standard".
De „Daily Chronicle" roemt ook
Botha's schitterende veldheerseigen
schappen die eiken hinderpaal over-
wonnnen. Ook Smuts krijgt een deel
van dien lof. Dat Botha zijn premier
schap verwisselde voor het aangorden
van het zwaard en dit niet aan de
jongeren overgelaten heeft, niettegen
staande velen zijner landslieden dat
afkeurden verhoogt zijn waarde.
Het blad herinnert er aan hoe
vijftien jaar geleden generaal Botha
de grootste vyand van Engeland was
en na de grootste vriend. Die won
derbaarlijke verandering acht het blad
het bewijs te zijn van de goede
vruchten die een vriendschappelijke
politiek opleveren kan". „Wij ver
trouwden de Boeren en zij beant
woordden dat vertrouwen," zoo be
sluit de „Daily Chronicle".
Uit Italië.
Volgens de Corriere della Sera lig
gen er in Italiaansche havens ruim
zestig Duitsche en Oostenrijksche
schepen, o. a. de groote schepen
Bayern, Konig Albert en Moltke. Naar
het heet zijn er verscheidene by, die
veel oorlogsmateriaal aan boord heb
ben.
In het Suez-kanaal.
Konstantinopel, 10 Juli. In de af-
geloopen week Is, door onbekende
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Neerenmode-Artikelen.
Gemaakte klseding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
oorzaak, een groot schip in het Suez-
kanaal gezonken, tengevolge waarvan
de scheepvaart in het Kanaal is ge
staakt.
Een aanslag ap den sultan van
Egypte.
Alexandrie, 9 Juli. Toen vanoch
tend de sultan voor het ochtendgebed
naar de moskee reed werd een bom
uit een raam geworpen. Ze viel voor
de pooten der paarden, maar ont
plofte niet. De misdadiger is ontkomen.
De sultan volbracht zijn godsdienst
plicht en deed 's middags zijn ge
wonen rijtoer.
De duikboatenoorlag.
Zonder ophouden gaat het torpe-
deeren van vijandelijke koopvaarders
voort.
Zaterdag werd voor Peterhead het
Noorsche stoomschip „Noordas", uit
Bergen, getorpedeerd. Uit de kust
van Cornwall ondergiDg de Engelsche
stoomer „Elesmere" hetzelfde lot. De
bemanning werd echter niet gewaar
schuwd. Een der opvarenden werd
door een granaat gedood.
Kapitein Persius bespreekt in het
Berl. Tagebl. met waardeering het
werk der Duitsche duikbooten. Met
uitzondering van het dreadnought
type hebben zij vijandelijke oorlogs
schepen van elk soort in den grond
geboord en geen koopvaardijschip,
hoe snel ook, is veilig voor hen ge
bleken. Geen beschermende maat
regel is doeltreffend geweest: snelheid,
zig-zag-koers, varen bij nacht, bege
leiding door torpedobooten heeft de
vijandelijke schepen voor geslaagde
aanvallen kunnen vrijwaren.
Intuaschen zal de Engelsche scheeps
bouw wel voortdurend in staat zijn
elk verlies van een gevechtseenheid
binnen zeer korten tijd aan te vullen.
De sterkte der Britsche Zeemacht is
ongetwijfeld thans veel grooter dan
een jaar geleden.
Ook moet men in Duitschlaud zijn
verwachtingen omtrent den handels
oorlog voorloopig niet te hoog spannen.
De duikbooten hebben sedert den
18en Febr. wekeD gehad met ver
wonderlijk groote en dan weer met
geringe resultaten. De „vernietegings-
kromme" loopt sprongsgewijze. Zij
toont echter een stijging. Toch zal
het nog eenigen tijd duren voor de
duikbooten hun volle kracht kunnen
ontplooien. Het wapen is nog niet
volmaakt en vindt op zijn zegetocht,
die tot de beheerscbing der zeeön
zal leiden veel hindernissen. Hoofd
zaak is evenwel, dat die hindernissen
overwonnen kunnen worden. Daarom
mag men overtuigd zijn dat de resul
taten van den duikbootoorlog zich
steeds sterker zullen doen gelden.
Uit Delfzijl wordt gemeld, dat de
Duitschers er nog niot in geslaagd
zijn de gezonken duikboot boven te
brengen. De pogingen worden nog
voortgezet. De bemanning bestond uit
31 personen, vanwie er 28 moeten
omgekomen zijn.
Een Duitsch schip in Noorsche
wateren in den grond
geschoten
Kristiania, 11 Juni.Ritzau's Bureau
meldt
Uit een onderzoek is gebleken, dat
het in de Tysö scheren gezonken
schip het Duitsche stoomschip Arp
is, dat den 7en dezer om half elf
met een lading erts uit Narvik is ver
trokken. Den 8en dezer werd het
's nachts om 2 uur door een kleinen
Engelschen hulpkruiser, een gewa-
p6nden stoomtreiler, in den grond
geschoten, nadat de bemanning aan
boord van den hulpkruiser was ge
nomen. Het weer was eenigszins
mistig.
Het antwoord van Dultschland
aan de Vereenlgde Staten.
In de nota van antwoord aan de
Vereenigde Staten zegt de Duitsche
regeering o. m
„De keizerlijke regeering heeft met
voldoening uit de nota ervaren, hoe
zeer het der regeering van de Ver.
Staten ter harte gaat, de beginselen
der menschelijkheid ook in den tegen-
woordigen oorlog verwezenlijkt te
zien. Dit beroep vindt in Duitschland
vollen weerklank en de keizerlijke
regeering is ten volle bereid zich bij
haar besluiten ook in het onderhavige
geval door de beginselen der mensche-
lljkbeid te laten leiden, gelijk zij dit
steeds heeft gedaan. Dankbaar heeft
keizerlijke regeering er kennis van
genomen, dat de Amerikaansche re
geering in haar nota van 15 Mei 1.1.
zelf er aan heeft herinnerd, hoe
Duitschland zich inzake het oorlogs
recht ter zee heeft laten leiden door
de beginselen der beschaving en der
menschelykheid."
Steeds heeft Duitschland het begin
sel gehuldigd, dat de oorlog gevoerd
moet worden tegen de georganiseerde
vijandelijke macht.
Als in dezen oorlog steeds meer
beginselen worden geschonden welke
het doel der toekomst moesten zijn,
heeft de Duitsche regeeriDg daaraan
geen schuld.
Hierop volgt de uiteenzetting waar
om de Duitsche regeering tot den
maatregel van den duikbootenoorlog
moest overgaan. De reeds bekende
argumenten worden daarvoor weer
opnieuw aangevoerd, zooals het Engel
sche uithongeringsplan, het feitelijk
blokkeeren van de neutrale kusten
door de Engelschen etc.
„Evenals indertijd de boeren", zoo
heet het verder, „moet nu het Duitsche
volk worden gesteld voor de keus,
of het mèt vrouwen en Irinderen den
hongerdood wil sterven, dan wel zijn
zelfstandigheid wil opgeven. Aange
zien onze vijanden ons op deze wijze
openlijk den oorlog zonder genade en
tot aan de algeheele vernietiging
hebben aangezegd, voeren wij den
oorlog uit noodweer voor ons natio
naal bestaan en een duurzamen vrede.
Wij hebben ons genoodzaakt gezien,
door den duikbootoorlog de plannen
onzer vijanden en de door hen toe
gepaste, tegen het volkenrecht in-
druischende wijze van oorlogvoering,
te verijdelen. Bij alle pogingen om
onzijdig leven en eigendom zooveel
mogelijk voor schade te behoeden,
heeft de Duitsche regeering reeds in
de memorie van 4 Febr. zonder
voorbehoud erkend, dat door den
duikbootenoorlog belangen der on-
zljdigen konden worden benadeeld.
Maar de Amerikaansche regeering
zal evenzeer erkennen, dat de keizer
lijke regeering in den strijd om het
bestaan, die Duitschland door zijn
tegenstanders is opgedrongen en aan
gekondigd, den heiligen plicht heeft,
alles te doen wat in haar macht is,
om het leven der Duitsche onder
danen te beschermen en te redden.
Wanneer de keizerlijke regeering
deze hare plichten verzuimde, dan
zou zij zich voor God en de geschie
denis, schuldig maken aan schending
der beginselen van hoogste mensche
lijkheid, die de grondslagen zijn van
elk staatsleven."
Hierop wordt melding gemaakt
van het doen zinken van de „Lusita-
nia". Vermeld wordt het uitloven j
van belooningen voor het handels
schip, hetwelk er in slaagde een
Duitsche onderzeeör tot zinken te
brengen. Hierdoor gaat, volgens de
nota, elk onderscheid tusschen oorlogs-
en handelsschip verloren.
Indien de commandant van de
Duitsche onderzeeör den 'opvarenden
van de „Lusitania" gelegenheid had
gegeven om in de booten te gaan,
zou dit de zekere ondergang van zijn
schip tengevolge gehad hebben.
Daarbij kon hij er op rekenen, dat
een schip als de „Lusitania" niet
dadelijk na de ontploffing zou zinken.
Dat dit wel hel geval was, moet
geweten worden aan de hoeveelheid
ontplofbare stoffen welke het schip
vervoerde. Ware dus de „Lusitania"
ontzien, dan zou dit duizenden
Duitsche soldaten het leven hebben
gekost.
De Duitsche regeering verklaart
steeds bereid te zijn het leven van
Amerikaansche burgers zooveel moge
lijk te ontzien.
Om Amerikaansche passagiersboo
ten te vrijwaren tegen gevaren welke
de duikbooten-oorlog medebrengt, zou
aan de duikbooten kenbaar gemaakt
worden, door bijzondere teekenen
kenbaar gemaakte en behoorlijken
tijd tevoren aangekondigde schepen,
gemoeid te laten passeeren. Hier
tegenover hoopt de Duitsche regeering
dat zal worden toegezien, dat deze
schepen geen contrabande vervoeren.
Om de Amerikaansche burgers
voldoende reisgelegenheid over den
Atlantischen Oceaan te waarborgen,
geeft de Duitsche regeering in over
weging, het aantal beschikbare stoom
schepen te vermeerderen door een
nader vast te stellen aantal onzijdige
stoomschepen onder Amerikaansche
vlag voor den passagiersdienst, onder
dezelfde voorwaarden als de voor
noemde Amerikaanscho stoomsche
pen, te bestemmen.
Hierdoor zal volgens de Duitsche
regeering voldoende gelegenheid wor
den geschapen voor Amerikaansche
reizigers om naar Europa over te
steken.
De Keizerlijke regeering kan echter
niet toegeven, dat Amerikaansche
onderdanen door hunne tegenwoor
digheid aan boord, een vijandelijk
schip vermogen te beschermen. Onge
vallen die dergelijke onzljdigen in
de tot oorlogsgebied verklaarde zöne
treffen, moeten beschouwd wordeu
als ongevallen die onzljdigen op het
vasteland zouden kunnen overkomen,
indien zy zich, voorafgaande waar
schuwingen ten spyl, in gevaar be-
jven.
Indien het niet mogelyk zou zijn
dat Amerika een. voldoend aantal
neutrale schepen voor de .vaart op
Europa kan bestemmen, zou Duitsch
land toestaan, dat een 4-tal vijande
lijke schepen onder Amerikaansche
vlag werden gebracht. Zij zouden dan
natuurlijk aan dezelfde voorwaarden
gebonden zijn als de voornoemde
schepen.
Aan het slot van de nota wordt
gezegd, dat Duitschland steeds gaarne
gebruik zal maken van de goede
diensten van den president der Ver
eenigde Staten, en dat de Keizerlijke
regeering de hoop koestert, dat diens
bemoeiingen, zoowel in het onder
havige geval, als wat betreft het
groote doelde verzekering van de
vrije zee, tot overeenstemming zul
len voeren.
Persstemmen over de Duitsche
antwoord-nota.
New-York, 11 Juli. Behalve enkele
Duitsche organen veroordeelt de ge-
heele Amerikaansche pers het Duit
sche antwoord in de sterkste bewoor
dingen als een onbeschaamde ontwij
king van de Amerikaansche eischen.
Vele bladen nemen aan, dat de Ver
eenigde Staten nu de diplomatieke
betrekkingen met Duitschland moeten
afbreken en allen moreeleu steun
geven aan de geallieerden.
De volgende commentaren zijn
teekenend.
De „Press" zegt: Wij geven niets
om Duitschland'8 argumenten, wan
neer het daden van geweld en woest
heid tracht te verdedigen, die even
onverdedigbaar zijn als eenige mis
daad ooit begaan door zeeroovers.
Wij hechten alleen aan daden.
De „Evening Sun" noemt het ant
woord een climax van onbeschaamd
heid.
De „Globe" zegt: Duitschland's
ontwijking is zeer ontmoedigend voor
hen, die streven naar bet behoud
van goede betrekkingen tusschen
beide mogendheden. De „Evening
Post" noemt het antwoord een open
lijke en scherpe uitdaging, welke een
daad van de Amerikaansche regeering
eischt. De „Boston Transcript" kan
de dooden niet vergeten en met de
moordenaars onderhandelen over de
veiligheid van de levenden. De „Tri
bune" zegtDuitschland vindt zijn
duikbootenactie belangrijk genoeg om
de kans te loopen de VereeDigde
Staten zich te zien scharen aan de
zijde van zijn vijanden. De „Columbia
Dispatch" schrijft: Duitschland legt
Amerika uit hoe bet kan ontkomen
aan bet gevaar, maar ontkomen is
vaak erger dan het gevaar te loopen.
Bommen In een scheepsleding.
New-York, 11 Juli. Men verneemt
dat negen bommen zijn gevonden in
de lading van het stoomschip „Kir
Koswald", waarschijnlijk in zakken
suiker verborgen vóór het schip van
hier vertrok. De politie is overtuigd
van een vèr vertakte samenzwering
van Duitsche belanghebbenden.
De aanrander van Pierpont Morgan.
New-York, 10 Juli. De gouverneur
heeft gelast een rapport op te stellen
omtrent de omstandigheden van den
dood van Holt, anders gezegd Erich
Münter, die op 3 Juli een poging
beeft gedaan om Morgan te vermoor
den. Een gevangenisbeambte ver
klaart, dat hij een geluid hoorde als
een revolverschot op het oogenblik
dat Holt verondersteld wordt den
zelfmoord te hebben gepleegd door
van de bovenste verdieping naar be
neden te springen. De beambte acht
het mogelijk dat het schot van buiten
de gevangenis kwam. Een nader
onderzoek, heden ingesteld, bevestigd
echter de veronderstelling van zelf
moord.
Enkele bladen melden, dat bijna
alle beambten der gevangenis, die
voor de veilige bewaring van Holt
verantwoordelijk waren, van den cipier
af, opzettelijk van hun post waren.
De opmerking wordt gemaakt, dat
Holt's dood werd gewenscht, opdat
hij geen verklaringen zou kunnen
afleggen, die een heele samenzwering
konden onthullen.
BINNENLAND.
Salarissen rijksambtenaren.
De „Ned." meldt, dat de minister
raad besloten heeft, de salarisver-
hoogingen der lagere ambtenaren
voor de helft op de begrootingen van
het komend jaar te brengen, en de
normale wettelijke verhoogingen in
haar geheel te doen doorgaan. De
extra-verhoogingen voor hoogere amb
tenaren (boven den rang van adjunct-
commies) vervallen geheel, evenzeer
de extra-promoties, tenzij die mogelyk
zijn door het openvallen van plaatsen,
of wanneer het achterwege-blljven
der promoties buitengewone onrecht
vaardigheden scheppen zou.
De verongelukte Marinesloep.
Op de Maasvlakte is het lijk ge
vonden van den bij het ongeluk der
defensiesloep verdronken korporaal
stoker P. Boon.
Op den verkiezingsdag gestorven.
Bij de Donderdag gehouden stem
ming voor twee leden van den ge
meenteraad van Hoofdplaat, deed zich
het zeker zeldzame geval voor, dat
een der candidaten, het aftredend lid,
de heer J. Pateer, in den loop van
dien dag overleed. Bij de opening der
stembriefjes bleek de heer Pateer
gekozen te zyn met 75 van de 120
uitgebrachte stemmen.
Een vreemd verachljnsel.
Maandag jl. kwam een vrouw, be
woonster van den Oostkousdljk te
Rotterdam, de politie verwittigen,
dat men haar en haar gezin vermoe
delijk heeft willen vergiftigen, want
alle restanten van haar gekookte
etenswaren hadden een rooden kleur
aangenomen. Men achtte het een
ernstig geval, te meer daar er wel
eens twist met de buren geweest
was, zooals het meer gaat.
De vrouw kreeg opdracht om,als zich
by iemand van haar gezin verschijn
selen voordeden, die op vergiftiging
wezen, onmiddellijk de politie in de
"Witte de Withstraat te waarschuwen.
Er deed zich evenwel niets voor,
hoewel de restanten van aardappelen,
melk al rooder werden en
ten slotte met een rooden saus over
goten schenen.
Men nam proeven, omdat men
dacht, dat het aan kookgery kon lig
gen. De vrouw werd aan het koken
van aardappelen gezet en zoodra ze
klaar was, nam men eenigeaardappelen
mede en hield deze bij de politie
onder toezicht.
Enkele uren daarna meldde de
vrouw reedsmijn aardappelen wor
den al rood, terwijl de aardappelen,
die men medenam en onder toe-
toezicht hield, niet van kleur veran
derden.
Tot dusverre heeft niemand er
leed van ondervonden, maar het
gekke van het geval is, dat zich gis
teren in een zeer zindelijk en goed
bekend staand gezin op den Schie-
damschenweg precies hetzelfde heeft
voorgedaan. Tot zelfs kaas, die aan
gesneden onder een stolp stond, werd
besmet.
Men vermoedt, dat men te doen
heeft met een zwak, maar zich zeer
snel voorplantende bacil, uit Italië
herkomstig. Daar te lande moet het
reeds voorgekomen zijn, dat geheele
dorpen door deze bacil besmet wer
den. In hoofdzaak op gekookte spii-
zen en vloeistoffen schijnt de bacil
vat te hebben.
Tot dusverre beperken de gevallen
zich tot oud-Del tsha ven.
Een brutale oplichter.
Men zal zich herinneren, dat on
geveer zeven weken geleden bij een
bakker in de Nes te A'dam een
valsch bankbiljet van f 25, slordig
en onnauwkeurig nageteekend, in
betaling werd gegeven. Tot dusverre
slaagde men er niet in dezen oplichter
te ontdekken.
Vrijdagavond kreeg bakker Götte -
een reeds bejaard man met de
post van 6 uur een dikken brief,
waarin hij, in heel officieele termen,
werd uitgenoodigd om in verband
met het onderzoek naar do valsche
munters, tegen 8 uur naar het Paleis
van Justitie aan de Prinsengracht
te komen.
Bakker Götte ging tegen den voor
geschreven tijd op weg. Maar aaD het
Paleis van Justitie bleek niemand
aanwezig en de portier vertelde, dat
ér 's avonds nooit zitting werd ge
houden.
Terwijl de bakker zich het hoofd
moe peinsde wie hem deze kool ge
stoofd mocht hebben, vervoegde zich
om kwart over acht - het begon
al aardig te schemeren een als
heer gekleed persoon bij mejuffrouw
Götte en overreikte haar een groote
gele enveloppe. De juffrouw wilde de
enveloppe zorgvuldig met een penno-
mesje open maken, doch dat be
hoefde niet.
„Trekt u 'm maar los. Ziet u, ik
ben inspecteur van politie en veel
rijd heb ik niet! 'tls over de bank-
biljettenzaak. Ze hebben 'm hoor!"
Met vreugde hoorde juffrouw Götte
het aan dat de man die haar man er
voor f 25 in had laten loopen nu
achter de tralies zou gaan.
„Is het 'm- vast?"
„Vast en zeker I" antwoordde de
zoogenaamde inspecteur.
Inmiddels trok juffrouw Götte In
de deurpost van den winkel staande
een groot stuk gezegeld papier uit
de enveloppe. In naam van den
Officier van Justitie werd zij daarin
gesommeerd het geldkistje af te geven
ter controleering van het valsche
bankpapier. Het geldkistje zoo
stond op het mooie gezegelde pa
pier zou slechts in tegenwoordig
heid van den heer Götte, haar man,
en den Officier van Justitie geopend
worden
Nu, dat was mooi genoeg en zon
der eenig wantrouwen te koesteren
overhandigde juffrouw Götte het ge
sloten geldkistje waarin ongeveer
f 250.
Men kan zich begrijpen met welk
een ontsteltenis bakker Götte, terug
komende van zijn vergeefsche reis
naar het Paleis van Justitie, het
verhaal van zijn vrouw aanhoorde.
Onmiddellijk werd de politie van het
gebeurde in kennis gesteld, doch tot
heden is het. nog niet gelukt den
dader te ontdekken.
Het geldkistje is hedenmorgen terug
gevonden op de Stadhouderskade.
Eenige quitanties bevonden er zich
nog in, benevens één cent. Dat is
alles wat bakker Götte voorloopig
van zijn schat over heeft.
Motorbootje aangevaren.
Omstreeks kwart voor drie Zater
dagmiddag is de passagiersboot „Eens
gezindheid" op weg van Purmerend
naar Amsterdam bij het ultloopen
van de buitenhaven van de Willem
sluizen aan het IJ te Amsterdam,
tegen een motorbootje aangevaren,
waarin twee heeren en twee jongens
zich bevonden. Het lichte bootje
kantelde om en de inzittenden ge
raakten te water.
Een aantal personen, die van den
wallekant het ongeval hadden zien
gebeuren, sprongen terstond te water
om de drenkelingen te reddeu en de
Tolhuisboot bracht eenigen tijd later
verscheidene personen, die in een nat
pak rondliepen, naar den stadskant.
Nader is gebleken dat bet ongeluk
op het IJ twee menschenlevens heeft
gekost. Verdronken zijn de 64 jarige
heer Knaup, gehuwd en vader van
twee kinderen, en de 15-jarige Kerk-
kamp. De politie heeft nog ger ui men
tijd gedregd op en in de nabijheid
van de plek waar de aanvaring plaats
had, doch de lijken zijn nog niet ge-